5.3.2 Laserclassificatie voor apparaten van de
laserklasse/ class II
Het apparaat voldoet aan de laserklasse 2 volgens
IEC825-1:2008 / EN60825-1:2008 en Class II volgens
CFR21§1040(FDA).Dezeapparatenkunnenzonder
verdere beveiligingsmaatregelen worden gebruikt.
Wanneer iemand toevallig gedurende een kort ogenblik
in de laserstraal kijkt, worden de ogen beschermd door
de reflex van het sluiten van het ooglid. Deze reflex van
het sluiten van het ooglid kan echter worden beïnvloed
door het gebruik van medicijnen, alcohol of drugs. Toch
mag men, evenals bij de zon, niet direct in de lichtbron
kijken. Richt de laserstraal niet op personen.
5.4 Algemene veiligheidsmaatregelen
a) Controleer het apparaat alvorens het te gebrui-
ken. Laat het apparaat ingeval van beschadiging
repareren in een Hilti-servicestation.
b) Na een val of andere mechanische invloeden dient
u de precisie van het apparaat te controleren.
c) Wanneer het apparaat vanuit een zeer koude in
een warme omgeving wordt gebracht, of om-
gekeerd, dient u het apparaat vóór gebruik op
temperatuur te laten komen.
d) Zorg er bij het gebruik van adapters voor dat het
apparaat stevig vastgeschroefd is.
e) Om foutieve metingen te voorkomen, moet het
uitgangsvenster van de laser schoon worden ge-
houden.
f) Ook al is het apparaat gemaakt voor zwaar ge-
bruik op bouwplaatsen, toch dient het, evenals
andere optische en elektrische apparaten (bijv.
veldkijkers, brillen, fotoapparaten), zorgvuldig te
worden behandeld.
g) Hoewel het apparaat beschermd is tegen het bin-
nendringen van vocht, dient u het droog te maken
alvorens het in de transportcontainer te plaatsen.
h) Controleer het apparaat voor belangrijke metin-
gen.
i) Controleer tijdens het gebruik meerdere malen de
precisie.
j) Gebruik de netvoeding alleen voor het elektrici-
teitsnet.
k) Zorg ervoor dat het apparaat en de netvoeding
geen obstakel vormen dat ertoe kan leiden dat
mensen vallen en letsel oplopen.
l) Zorg voor een goede verlichting van het werkge-
bied.
m) Controleer de verlengsnoeren regelmatig en ver-
vang deze in geval van beschadiging. Wordt de
netvoeding of het verlengsnoer tijdens de werk-
zaamheden beschadigd, dan mag u het niet aan-
raken. Haal de stekker uit het stopcontact. Be-
schadigde voedings- en verlengsnoeren houden het
risico van een elektrische schok in.
n) Voorkom aanraking van het lichaam met geaarde
oppervlakken, bijvoorbeeld van buizen, verwar-
mingen, fornuizen en koelkasten. Er bestaat een
verhoogd risico door een elektrische schok wanneer
uw lichaam geaard is.
o) Bescherm het snoer tegen hitte, olie en scherpe
randen.
p) Gebruik de netvoeding nooit in vuile of natte toe-
stand. Vocht of stof dat zich aan het oppervlak
van de netvoeding hecht, met name van geleidend
materiaal, kan onder ongunstige omstandigheden
tot een elektrische schok leiden. Laat daarom
verontreinigde apparaten, met name wanneer er
vaak geleidend materiaal wordt bewerkt, regel-
matig controleren door de Hilti-service.
q) Raak de contacten niet aan.
5.4.1 Gebruik en onderhoud van
accugereedschappen
a) Voordat u het accu-pack aanbrengt dient u ervoor
te zorgen dat het apparaat uitgeschakeld is. Ge-
bruik uitsluitend de voor uw apparaat goedgekeurde
Hilti accu-packs.
b) Stel de accu-packs niet bloot aan hoge tempera-
turen of aan vuur. Er is sprake van explosiegevaar.
c) De accu-packs mogen niet uit elkaar genomen,
ineengedrukt, tot boven de 75 °C worden verhit
of verbrand. Anders bestaat er gevaar voor vuur,
verbranding door bijtend zuur en explosie.
d) Voorkom dat er vocht binnendringt. Binnengedron-
gen vocht kan kortsluiting en chemische reacties
veroorzakenenbrandwondenofbrandtotgevolg
hebben.
e) Gebruik uitsluitend de voor het betreffende ap-
paraat goedgekeurde accu-packs. Bij het gebruik
van andere accu-packs of het gebruik van accu-
packs voor andere doeleinden is er kans op brand en
explosie.
f) Neem de bijzondere richtlijnen voor het transport,
de opslag en het gebruik van Li-Ion accu-packs
in acht.
g) Voorkom kortsluiting bij het accu-pack.Controleer
alvorens het accu-pack in het apparaat te plaatsen of
de contacten van het accu-pack en in het apparaat
vrij zijn van vreemd materiaal. Worden contacten van
een accu-pack kortgesloten, dan bestaat het risico
van vuur, verbranding door bijtend zuur en explosie.
h) Beschadigde accu-packs (bijvoorbeeld met
scheuren, gebroken onderdelen, verbogen,
ingedrukte en/of uitgetrokken contacten) mogen
niet geladen en ook niet meer gebruikt worden.
i) Gebruik voor het apparaat en het opladen van het
accu-pack alleen de netvoeding PRA 85 of het
auto‑laadsnoer PRA 86. Anders bestaat het gevaar
het apparaat te beschadigen.
nl
97
Printed: 08.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5070231 / 000 / 01