Nederlands
A80/P80
47
Aansluiten
Duw de stekker (IEC-lijnaansluiting) van de meegeleverde
stroomkabel in het aansluitpunt (POWER INLET)
1
op de
achterkant van de eenheid. Let erop dat de stekker er goed in
zit.
Steek de stekker aan het andere uiteinde van de kabel in het
stopcontact.
Standby-modus
De stroomtoevoer van de versterker blijft ingeschakeld terwijl
de eenheid op het lichtnet aangesloten is, zodat de standby-
modus via de afstandsbediening ingesteld kan worden. De
stroomschakelaar op de voorkant zet alle andere stroomkringen
uit. In deze modus bedraagt het stroomverbruik minder dan
2,5 W.
Dit betekent dat zelfs als de stroomschakelaar uitstaat, u
wellicht een zachte restbrom van de stroomtransformator
in de versterker kunt horen. Dit is heel normaal. Als de
eenheid langere tijd niet gebruikt wordt, is het raadzaam
de stroomtoevoer uit te schakelen door de stekker uit het
stopcontact te halen.
Aansluiting op andere apparatuur
Het is raadzaam hoogwaardige verbindingskabels van en naar
uw versterker te gebruiken om optimale geluidskwaliteit te
verzekeren. Verbind de aansluitpunten L (en R) op uw versterker
alleen met aansluitpunten op andere apparatuur die ook met
L (en R) gemarkeerd zijn. Alle lijningangen hebben dezelfde
gevoeligheid en kunnen desgewenst met andere apparatuur
gebruikt worden dan vermeld.
LINE OUT
6
– verbind deze uitgang met de audio-ingangen
van een willekeurig apparaat met een lijnniveau-ingang,
bijvoorbeeld een tapedeck, enzovoort.
TAPE1/RECORD OUT
7
– Sluit deze uitgangen aan op de
ingangen van uw tapedeck (meestal aangeduid met RECORD).
TAPE1/PLAY IN
8
– Sluit deze ingangen aan op de
uitgangen van uw tapedeck (meestal aangeduid met PLAY).
Als u geen tapedeck heeft, kunt u deze ingang voor andere
(lijnniveau-)apparatuur gebruiken, zoals een CD-speler, tuner of
videorecorder (VCR), maar niet voor een platenspeler.
DVD
9
– Sluit deze ingang aan op de geluidsuitgangen van
een DVD-speler.
AV
bk
– Sluit deze ingang aan op audiovisuele apparatuur,
zoals een videorecorder, laserdisc-speler, satelliet of Nicam-
tuner.
TUNER
bl
– Sluit deze ingang aan op de geluidsuitgangen van
uw radiotuner.
CD
bm
– Sluit deze ingang aan op de geluidsuitgangen van uw
CD-speler of DAC (DA-omzetter).
AUX
bn
– Sluit deze ingang aan op de geluidsuitgangen van
een willekeurige eenheid met een lijnniveau-uitgang, zoals een
tapedeck of een tuner.
PHONO
bo
– verbind deze ingang met de uitgang van uw
platenspeler. Deze ingang biedt RIAA-gelijkschakeling en is
compatibel met de meeste Moving Magnet (MM)-cartridges met
hoge output.
Phono earth terminal – Phono-aardingsaansluiting – Sluit
de aardingskabel (indien aanwezig) van uw platenspeler hierop
aan. Deze aansluiting mag echter niet als een veiligheidsaarding
gebruikt worden.
TRIG OUT EN REMOTE IN
3
(12V in en uit) – deze
aansluitingen zijn bedoeld voor gebruik in installaties die zijn
verspreid over meerdere kamers.
TRIG OUT – deze uitgang levert een 12-V signaal wanneer
het apparaat aan staat (dat wil zeggen niet uit of in de
stand stand-by staat). U kunt dit signaal gebruiken om
eindversterkers (of andere apparaten) die op de A80 zijn
aangesloten automatisch aan te zetten wanneer u de A80
aan zet. Deze mogelijkheid komt van pas wanneer de
eindversterker een eind van de A80 vandaan is opgesteld
of om een andere reden niet makkelijk toegankelijk is.
REMOTE IN – deze aansluiting maakt het mogelijk dat de
A80 op afstand signalen ontvangt als de sensor van de
afstandsbediening is afgedekt (of om een andere reden
niet ‘zichtbaar’ is voor de afstandsbediening). Er wordt
een externe sensor gebruikt om de signalen van de
afstandsbediening op te vangen. Deze worden via een
voor dat doeleinde geschikte kabel doorgestuurd naar
de A80 (naar deze ingang). Afstands-bedieningssignalen
kunnen alleen in gemoduleerde RC5-indeling en met een
spanningsniveau tussen 5V en 15V door de A80 worden
verwerkt.
Bij normaal gebruik hoeft u geen wijzigingen aan te brengen
wat betreft deze aansluitingen. Neem contact op met uw
dealer voor meer advies over het tot stand brengen van deze
aansluitingen en over het type kabel dat u het beste kunt
gebruiken wanneer u gebruik wilt maken van deze functies.
Voorversterker-/eindversterkeraansluitingen
Raadpleeg uw Arcam-leverancier als u de A80 als
eindversterker wilt gebruiken.
PRE OUT
5
– Wilt u een geïntegreerde versterker als
voorversterker gebruiken, dan verbindt u de PRE OUT-
aansluitpunten met de ingangsaansluitpunten van uw
eindversterker. Met een eindversterker die de juiste versterking
heeft (bijv. de P80), kunt u geschikte luidsprekers dubbel
versterken (bi-amping), wat beduidende verbeteringen in
geluidskwaliteit oplevert (zie pagina 54).
De verschillende uitgang types:
Het verschil tussen PRE OUT, LINE OUT en RECORD OUT is
subtiel maar belangrijk.
PRE OUT: Deze uitgang dient te worden verbonden met de
eindversterker. Het weergave niveau is afhankelijk van de
volume controle.
LINE OUT: De weergave staat onder geen invloed van de
volume controle, d.w.z. de geselecteerde bron is direct
verbonden met deze uitgang. Indien u dat wenst, kan
deze uitgang verbonden worden met een opname toestel,
zoals een tapedeck.
RECORD OUT: De weergave van de RECORD OUT verbindingen
is afhankelijk van de versterker-conguratie. Volledige
instructies voor deze uitgang vindt u op pagina 49.
In het kort: als de versterker is gecongureerd naar
‘REC SOURCE’, dan zal deze uitgang hetzelfde signaal
overdragen als de LINE OUT verbinding. Als de versterker
zo is gecongureerd, dat de opname-bron verschilt van
de brom waar u eigenlijk naar luistert, zal de RECORD OUT
verbinding het signaal overdragen van de opnamebron.