64
Functietest
Het bereik van de detector wordt zonder de frontafdekking verhoogd. Daarom moet deze
bij het afstellen van de sensor en bij het controleren van de uitgangen aangebracht zijn.
Pas het bereik aan de hand van de onderstaande tabel aan. Draai en buig het objectief
over het bereik om het volledige bereik te detecteren. Door het indrukken van de
programmatoets gaat de rode indicatie branden en wordt impulstelling „1” automatisch
vastgelegd. Het apparaat kan nu worden afgesteld. De rode indicatie op de
bewegingsmelder gaat bij iedere detectie branden. De testmodus wordt 5 minuten na de
laatste detectie automatisch afgebroken. Wanneer de testmodus niet afgebroken wordt,
dient u de stroomtoevoer te onderbreken en de testmodus opnieuw te starten.
Afstellen en afdekken
Het multifunctionele objectief genereert in de bewegingsmelder 7 stralen met een lang
bereik en een gordijn van 7 stralen met een gemiddeld tot kort bereik. Bewegingen
loodrecht op de stralen geven het beste resultaat en het grootste detectiebereik, terwijl
bewegingen naar de melder toe een zwakker resultaat tot gevolg hebben. Het toestel
detecteert temperatuurveranderingen en bewegingen in het stralenraster. Daarom moet er
bij de plaatsing van de melder rekening worden gehouden met objecten zoals bomen,
struiken, vijvers, warmtewisselaars van airconditioners en dieren. De melder bevat twee
schuifkleppen om de aftasthoek te verkleinen. Om het stralenraster nog verder te beperken
worden extra kleppen meegeleverd (bijv. wanneer een minimale aftasthoek van 10 graden
nodig is).