Sulzer Concrete and Steel Pedestals Installatie gids

Type
Installatie gids
www.sulzer.com
NL 5670-01
Betonnen en stalen sokkel voor
voortstuwer type ABS SB 900 -2500 / XSB 900 - 2750
6005670 NL 04.2022
Installatieaanwijzing
Vertaling van de originele handleiding
NL 5670-01
Wijzigingen in het kader van verdere technische ontwikkeling voorbehouden !
2
Installatieaanwijzing
SB
Betonnen sokkel
voor SB 900 - 1200 (variant A + B), 400 mm hoog
voor SB 900 - 2000 (variant A + B), 780 mm hoog
voor SB 900 - 2500 (variant A + B), 1030 mm hoog
voor SB 900 - 2500 (variant A + B), 2050 mm hoog
Stalen sokkel
voor SB 900 - 2500 (variant A + B), 380 mm hoog
voor SB 900 - 2500 (variant A + B), 780 mm hoog
voor SB 900 - 2500 (variant A + B), 1030 mm hoog
XSB
Betonnen sokkel
voor XSB 900 M (variant A + B), 400 mm hoog
voor XSB 900 - 2000 M (variant A + B), 780 mm hoog
voor XSB 900 - 2500 M (variant A + B), 1030 mm hoog
voor XSB 900 - 2500 M (variant A + B), 2050 mm hoog
voor XSB 2750 LX (variant A), 1200 mm hoog
Stalen sokkel
voor XSB 900 M (variant A + B), 380 mm hoog
voor XSB 900 - 2000 M (variant A + B), 780 mm hoog
voor XSB 900 - 2500 M (variant A + B), 1030 mm hoog
NL 5670-01 3
Inhoudsopgave
1 Algemeen ............................................................................................................................................... 4
1.1 Inleiding ................................................................................................................................................... 4
2 Heen .................................................................................................................................................... 4
3 Plaatsing en montage ........................................................................................................................... 4
3.1 Installatievarianten .................................................................................................................................. 5
3.2 Voorbereiding van de montage ...............................................................................................................5
3.2.1 Leveringsomvang betonnen sokkel met ankerstang M16 (oude uitvoering) ........................................... 7
3.2.2 Leveringsomvang betonnen sokkel met wapening D=14mm (nieuwe uitvoering) .................................. 7
3.2.3 Leveringsomvang stalen sokkel met ankerstangen HIT-V-R M16x200 (nieuwe uitvoering) ................... 8
3.3 Bevestiging betonnen sokkel / stalen sokkel ........................................................................................... 9
3.3.1 Bevestiging betonnen sokkel met ankerstangen M16 (oude uitvoering) ................................................. 9
3.3.2 Bevestiging betonnen sokkel met wapening D=14, L=220 (nieuwe uitvoering) .................................... 11
3.3.3 Bevestiging van de stalen sokkel .......................................................................................................... 13
4 Plaatsing en montage geleidebuis .................................................................................................... 15
4.1 Lengte geleidebuis ................................................................................................................................ 15
4.2 Bevestiging geleidebuis voor houder .................................................................................................... 16
NL 5670-01
4
1 Algemeen
1.1 Inleiding
Deze Installatieaanwijzing en het aparte boekje Veilighiedsinstructies bevatten principiële aanwijzingen en
veiligheidsinstructies die bij transport, plaatsing, montage en inbedrijfstelling in acht genomen moeten worden.
Daarom moeten deze documenten beslist vooraf door de monteur en door het verantwoordelijke deskundige
personeel/de exploitant worden gelezen en voortdurend op de plaats van toepassing van het aggregaat/de
installatie beschikbaar zijn.
De veiligheidsinstructies die bij negeren gevaren voor personen kunnen opleveren zijn met een alge-
meen gevarensymbool gekenmerkt.
Waarschuwing voor elektrische spanning is met dit symbool gekenmerkt.
Waarschuwing voor explosies is met dit symbool gekenmerkt.
LET OP Staat bij veiligheidsinstructies die bij negeren gevaar voor het aggregaat en de func-
ties ervan kan opleveren.
AANWIJZING Wordt voor belangrijke informatie gebruikt.
Aanwijzigen voor afbeeldingen, bijv. (3/2) geven met het eerste cijfer het nummer van de afbeelding en met het
tweede het positienummer op dezelfde afbeelding aan.
2 Heen
ATTENTIE! Neem het totale gewicht van de Sulzer-units en de bevestigde componenten in acht!
LET OP! Hijsapparatuur moet worden gebruikt als het totale gewicht van de unit en de be-
vestigde componenten de plaatselijke veiligheidsvoorschriften voor handmatig
hijsen overschrijden.
Het totale gewicht van de unit en accessoires moet in acht worden genomen bij het deniëren van de veilige
werklast van hijsapparatuur! De hijsapparatuur, bijv. kraan en kettingen, moeten over voldoende hefcapaciteit
beschikken. De takel moet voldoende gedimensioneerd zijn voor het totale gewicht van de Sulzer-units (inclu-
sief hijskettingen of staalkabels en alle eventueel aangesloten accessoires). De eindgebruiker is er als enige
verantwoordelijk voor dat de hijsmiddelen in goede staat worden gecerticeerd en regelmatig worden geïn-
specteerd door een bevoegd persoon, overeenkomstig de plaatselijke voorschriften. Versleten of beschadigde
hijsapparatuur mag niet worden gebruikt en moet op de juiste wijze worden afgevoerd. Hijsapparatuur moet
bovendien voldoen aan de plaatselijke veiligheidsvoorschriften en bepalingen.
ATTENTIE! De richtlijnen voor het veilig gebruik van de door Sulzer geleverde kettingen, touwen
en sluitingen staan beschreven in de meegeleverde handleiding voor hijsmiddelen en
moeten volledig in acht worden genomen.
3 Plaatsing en montage
Bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moeten de veiligheidsregels voor het werken in gesloten ruimtes
van rioleringstechnische installaties in acht genomen worden.
Kom of werk niet in het zwenkbereik van hangende lasten!
De hoogte van de lasthaak moet beantwoorden aan de totale hoogte van de aggregaten en de lengte
van de hijsketting!
LET OP Om een veilige en voldoende stevige montage van de betonnen resp. stalen sokkel
te waarborgen is de toepassing van het in de leveringsomvang inbegrepen bevesti-
gingssysteem (voor dynamische belasting) voorgeschreven! Indien er met een ander
bevestigingssysteem moet worden gewerkt, moet vooraf altijd ruggespraak met de
verantwoordelijke Sulzer partner worden gehouden. Het bewijs van de fabrikant van
het alternatieve bevestigingssysteem moet in dit geval overlegd en gearchiveerd wor-
den. Bij negeren hiervan vervalt de garantie!
NL 5670-01 5
3.1 Installatievarianten
De ABS stromingsversneller is in 2 installatievarianten zowel met betonnen als met stalen sokkel verkrijgbaar.
Variant „A“ (vaste installatie)
Bij deze variant wordt de geleidebuis met de houder van de geleidebuis vast met het gebouw verbonden. Het
koppelingsstuk is al op de sokkel bevestigd. De geleidebuis moet in het gebouw geconfectioneerd worden.
Variant "B" (vrijstaande installatie)
Bij deze installatievariant is het vergrendelingsmechanisme in de geleidebuis geïntegreerd. De geleidebuis is af
fabriek op lengte geprefabriceerd en vast met het koppelingsstuk verbonden. Het koppelingsstuk met geleide-
buis hoeft op de bouwplaats alleen nog maar op de sokkel bevestigd te worden.
Indien nodig is het (optioneel) uiteraard mogelijk om ook variant "B" bijv. met extra schoorbalken of houders te
stabiliseren en te bevestigen!
AANWIJZING De montagestappen die voor beide varianten "A" en "B" gelden zijn met "AB" geken-
merkt. Montagestappen die alleen belangrijk zijn voor variant "A" of "B" zijn navenant
met "A" of "B" gekenmerkt.
Inbouwhoogtes voor ABS stromingsversneller met vierkante buis 60 x 60 x 3 mm:
Bij grotere inbouwdieptes resp. vrije lengtes van de geleidebuizen is er gevaar voor breuken van de geleidebui-
zen of van de bevestigingen door continue trillingen. De hieruit voortkomende vrije maximum lengtes kunnen
niet alleen uit de statische belasting (stromingssnelheid) worden opgemaakt. Net zo belangrijk zijn turbulente
stromingscomponenten die bijv. door de vorm van het reservoir, ventilaties en aanvoeren worden veroorzaakt.
Afhankelijk van de situatie ter plaatse kunnen daarom ook al bij onderschrijding van de maximale lengtes extra
bevestigingen, schoren und spanningselementen vereist zijn.
Variant „A: Maximale vrijgespannen lengte: 7,5 m
Variant „B“: Maximum aan één kant ingespannen lengte van de geleidebuis: 4,5 m
Deze waarden gelden voor normale berekende stromingssnelheden van 0,3 m/s.
LET OP Bevestigingsmiddelen voor de geleidebuizen moeten geschikt zijn voor het opnemen
van dynamische lasten!
AANWIJZING Grotere inbouwdieptes zijn mogelijk, vereisen echter hiervoor geschikte steunen aan
de geleidebuis. Bij twijfels moet vóór de installatie ruggespraak met de verantwoor-
delijke Sulzer partner gehouden worden.
3.2 Voorbereiding van de montage
LET OP Voor de veilige installatie van de betonnen sokkel moet er beslist voor worden ge-
zorgd dat de betonnen sokkel in de buurt van de poten zonder voegen op de onder-
grond staat.
AB 1. Positie van de betonnen sokkel en van de buishouder bepalen. De referentiemaat 67 mm voor de
positionering van de betonnen sokkel wordt aan de hand van afbeelding 8/9 bepaald. Let hierbij op
de verticale rangschikking van de geleidebuis en op de stromingsrichting (zie pijl op afbeelding 1).
LET OP Om een correcte functie van het koppelingssysteem te garanderen moet de geleide-
buis altijd vrij in de buisgeleiding van het koppelingsstuk kunnen glijden. Dit geld
vooral na uitgevoerde montage van de buishouder aan de brug of de leuning van de
installatie!
NL 5670-01
6
Ombijv.bijoneenreservoirbodemseenveiligeinstallatietegaranderenmoetendevolgendemaatre-
gelen worden genomen:
Na de positionering van de betonnen of stalen sokkel en vóór het bevestigen met pluggen moet er gecon-
troleerd worden (bijv. met een waterpas) of hij t.o.v. de buisdoorvoering van het gemonteerde koppelingsstuk
verticaal is uitgelijnd.
Indien nodig moet de betonnen of stalen sokkel resp. het koppelingsstuk vóór het bevestigen met pluggen
navenant uitgelijnd worden. Indien dit niet mogelijk is, kan eventueel ook een enigszins schuine stand van de
geleidebuis geaccepteerd worden. De as van de geleidebuis moet dan echter in één lijn staan met de as
van de buisgeleiding van het koppelingsstuk! De geleidebuis en de buishouder moeten zodanig gemon-
teerd worden dat de geleidebuis in geen enkel geval verspannen wordt of in de buisgeleiding van het koppe-
lingsstuk klem raakt. Alleen dan kan de juiste werking gegarandeerd worden.
0720-0002
Afb. 1 Stromingsrichting
De maximaal toegestane lasten bij toepassing van het ABS hijsapparaat 5 kN moeten in acht ge-
nomen worden. (Zie typeplaatje hijsapparaat en de tabel hierna). De zware betonnen sokkels mogen
alleen met geschikt en voldoende gedimensioneerd hijsapparatuur opgetild en neergelaten worden!
De betonnen sokkels in variant B (zonder gemonteerd koppelingsstuk) kunnen met (3 stuks) passende
ringbouten of aanslaglussen aan de vrijstaande M20 draadeinden worden bevestigd.
NL 5670-01 7
3.2.1 Leveringsomvang betonnen sokkel met ankerstang M16 (oude uitvoering)
XSB 900M
SB 900 - 1200
XSB 900M, 1600M
SB 900 - 2000
XSB 900M, 2500M
SB 900 - 2500
XSB 2750 LX XSB 2750 L XSB 900M, 2500M
SB 900 - 2500
h = 400 mm h = 780 mm h = 1030 mm h = 1200 mm h = 1200 mm h = 2050 mm
0720-0003
0720-0004
Variant A
Vaste installatie
Gewicht: 225 kg
met gemonteerd koppelingsstuk
Variant A
Vaste installatie
Gewicht: 505 kg
met gemonteerd koppelingsstuk
Variant A
Vaste installatie
Gewicht: 655 kg
met gemonteerd koppelingsstuk
Variant A
Vaste installatie
Gewicht: 970 kg
met gemonteerd koppelingsstuk
Variant A
Vaste installatie
Gewicht: 770 kg
met gemonteerd koppelingsstuk
Variant A
Vaste installatie
Gewicht: 1235 kg
met gemonteerd koppelingsstuk
Variant B
Vrijstaande instal-
latie
Gewicht: 195 kg
zonder gemonteerd koppelingsstuk
Variant B
Vrijstaande instal-
latie
Gewicht: 470 kg
zonder gemonteerd koppe-
lingsstuk
Variant B
Vrijstaande instal-
latie
Gewicht: 620 kg
zonder gemonteerd koppe-
lingsstuk
Variant B
Vrijstaande instal-
latie
Gewicht: 737 kg
zonder gemonteerd koppe-
lingsstuk
Variant B
Vrijstaande instal-
latie
Gewicht:1200 kg
zonder gemonteerd koppe-
lingsstuk
6 126 0228 6 126 0229
8 x verbindingsanker-
patroon
4 x ankerstang (M16)
4 x schijf DIN 9021
4 x moer
1 x plaatsingsge-
reedschap
12 x verbindingsankerpatroon
6 x ankerstang (M16)
6 x schijf DIN 9021
6 x moer
1 x plaatsingsgereedschap cilinderbout M12
3.2.2 Leveringsomvang betonnen sokkel met wapening D=14mm (nieuwe uitvoering)
XSB 900M
SB 900 - 1200
XSB 900M, 1600M
SB 900 - 2000
XSB 900M, 2500M
SB 900 - 2500
XSB 2750 LX XSB 2750 L XSB 900M, 2500M
SB 900 - 2500
h = 400 mm h = 780 mm h = 1030 mm h = 1200 mm h = 1200 mm h = 2050 mm
0720-0003
0720-0004
Variant A
Vaste installatie
Gewicht: 225 kg
met gemonteerd koppelingsstuk
Variant A
Vaste installatie
Gewicht: 505 kg
met gemonteerd koppelingsstuk
Variant A
Vaste installatie
Gewicht: 655 kg
met gemonteerd koppelingsstuk
Variant A
Vaste installatie
Gewicht: 970 kg
met gemonteerd koppelingsstuk
Variant A
Vaste installatie
Gewicht: 770 kg
met gemonteerd koppelingsstuk
Variant A
Vaste installatie
Gewicht: 1235 kg
met gemonteerd koppelingsstuk
Variant B
Vrijstaande instal-
latie
Gewicht: 195 kg
zonder gemonteerd koppelingsstuk
Variant B
Vrijstaande instal-
latie
Gewicht: 470 kg
zonder gemonteerd koppe-
lingsstuk
Variant B
Vrijstaande instal-
latie
Gewicht: 620 kg
zonder gemonteerd koppe-
lingsstuk
Variant B
Vrijstaande instal-
latie
Gewicht: 737 kg
zonder gemonteerd koppe-
lingsstuk
Variant B
Vrijstaande instal-
latie
Gewicht:1200 kg
zonder gemonteerd koppe-
lingsstuk
6 126 0324 6 126 0311
1 x mortel HIT-RE
500/SD/330/1
4 x wapening D=14;
L=2 20
1 x mortel HIT-RE 500/SD/330/1
6 x wapening D=14; L=220
NL 5670-01
8
3.2.3 Leveringsomvang stalen sokkel met ankerstangen HIT-V-R M16x200 (nieuwe uitvoering)
XSB 900 M
SB 900 t/m 1200
XSB 900 M; XSB 1600 M
SB 900 t/m 2000
XSB 900 M; XSB 2500 M
SB 900 t/m 2500
h = 380 mm h = 780 mm h = 1030 mm
0720-0007
0720-0008
0720-0009
Variant A
Vaste installatie
Gewicht: 53 kg
met gemonteerd koppelingsstuk
Variant A
Vaste installatie
Gewicht: 77 kg
met gemonteerd koppelingsstuk
Variant A
Vaste installatie
Gewicht: 86 kg
met gemonteerd koppelingsstuk
Variant B
Vrijstaande installatie
Gewicht: 23 kg
zonder gemonteerd koppelingsstuk
Variant B
Vrijstaande installatie
Gewicht: 47 kg
zonder gemonteerd koppelingsstuk
Variant B
Vrijstaande installatie
Gewicht: 56 kg
zonder gemonteerd koppelingsstuk
6 413 0030
1 x mortel HIT-RE 500/SD/330/1
4 x ankerstang HIT-V-R M16x200
4 x moer M16
4x schijf DIN 125
Aanbevolen gereedschap voor boringen: boorhamer ø 18 mm / 250 mm lang
NL 5670-01 9
3.3 Bevestiging betonnen sokkel / stalen sokkel
3.3.1 Bevestiging betonnen sokkel met ankerstangen M16 (oude uitvoering)
AB 2. Vastheid van het onderbeton controleren (min. B25).
AB 3 Opstellingsvlak voor de sokkel op vlakheid controleren! Indien nodig met compensatiemortel een
voegenvrij standoppervlak van de poten maken. (Bij de betonnen sokkel kunnen aanwezige voe-
gen alternatief met vloeibare mortel via de bevestigingsboringen opgevuld worden)
Zie afbeelding 2.
0720-0010
Afb. 2 Betonnen sokkel - vlak standoppervlak maken
AB 4. Bevestigingsgaten boren, uitborstelen en uitblazen. Zie afb. 3a,b. Hiervoor met de juiste boorha-
mer ø 18 mm - door de gaten in de betonnen voet - tot diepte maat „T“ = 215 mm, (zie afb. 4)
boren. Boringen goed uitblazen.
LET OP Bij toepassing van een diamantkernboor moet de wand van de boring met hiervoor
geschikt gereedschap ruw gemaakt worden!
De veiligheidsinstructies op de verpakking resp. op de bijsluiter van de fabrikant van de mortelpatro-
nen moeten in acht genomen worden!
AB 5. Elk 2 mortelpatronen in de schone en droge boring steken (zie afbeelding 3c).
Draag een veiligheidsbril!
AB 6. Ankerstang M 16 met klopboor (met ingeschakelde hamerfunctie) tot de grond van het boorgat en
tot het vrijkomen van de kleefmortel aan de bovenkant van de sokkelboring indraaien (zie afbeel-
ding 3d). Daardoor wordt veiliggesteld dat de ringspleet (zie afbeelding 4/4) geheel wordt opge-
vuld.
LET OP Let op de volledige opvulling van de ringspleet ook in de verbindingsopningen van
de betonnen sokkel. (zie afb. 4). Plaatsingsgereedschap voorzichtig losnemen! De
ankerstangen pas na aoop van de uithardingstijd „t cure“ (zie tabel hierna) belasten.
Beschadigde of lekke mortelpatronen mogen niet gebruikt worden. Het houdbaar-
heidsdatum van de mortelpatronen moet in acht genomen worden!
NL 5670-01
10
abcdef
0720-0011
Afb. 3 Sokkelmontage met ankerstang M 16
LET OP De veiligheids- en verwerkingsinstructies van de fabrikant van de toegepaste beves-
tigingssystemen moeten bovendien in acht genomen worden!
Temperatuur °F Temperatuur °C Uithardingstijd (t cure)
32 ... 5 0 ... 10° 1 h
50 ... 68° 10 ... 20° 30‘
68° 20° 20‘
A B 7. Pas na aoop van de uithardingstijd zie afb. 3e (t cure) moeren (met onderlegplaatjes plaatsen en
aandraaien zie afb. 3f. aandraaimoment: M16 = 80 Nm.
Ø 18
T
0720-0012
Legenda
1 Betonnen sokkel
2 Reservoirbodem
3 Ankerstang
4 Ringspleet
(geheel met lijmmortel opgevuld)
5 Bevestigingssysteem betonnen sokkel
5a Zelfborgende moer
5b Grote schijf
5c Ankerstang M16
5d Mortelpatroon
(2 stuks per boring betonnen sokkel)
Afb. 4 Ringspleetopvulling bij ankerstang M16
NL 5670-01 11
3.3.2 Bevestiging betonnen sokkel met wapening D=14, L=220 (nieuwe uitvoering)
AB 8. Vastheid van het onderbeton controleren (min. B25).
AB 9. Opstellingsvlak van de sokkel op vlakheid controleren! Indien nodig met compensatiemortel een
voegenvrij standoppervlak van de poten maken. (Bij de betonnen sokkel kunnen aanwezige voe-
gen alternatief met vloeibare mortel via de bevestigingsboringen opgevuld worden)
Zie afbeelding 2.
AB 10. Boordiepte instellen (zie afb. 5a). Diepte maat „T“ = 215 mm boren, (zie afb. 7).
AB 11. Bevestigingsgaten boren, uitborstelen en uitblazen. (Zie afb. 5b,c,d). Hiervoor met de juiste boor-
hamer ø 18 mm - door de gaten in de betonnen voet - tot diepte maat „T“ = 215 mm boren.
Vervolgens evt. aanwezig water uit het boorgat verwijderen. Boringen goed uitblazen.
Afb.5a Boordiepte
instellen
Afb. 5b Bevestigings-
gaten boren
Afb. 5c Boring uitblazen Afb. 5d Boring uitbor-
stelen
LET OP Bij toepassing van een diamantkernboor moet de wand van de boring met hiervoor
geschikt gereedschap ruw gemaakt worden!
De veiligheidsinstructies op de verpakking resp. op de bijsluiter van de fabrikant van de mortelpatro-
nen moeten in acht genomen worden!
AB 12. Met de mortel (HIT-RE 500/SD/330/1) de schone en droge boring opvullen (zie afb. 6a) tot aan de
onderrand van de boring in de sokkel.
Draag een veiligheidsbril!
AB 13. Wapening tot aan de bodem van de boring en tot het vrijkomen van de mortel aan de bovenrand
van de sokkelboring plaatsen (zie afb. 6b/c). Daardoor wordt veiliggesteld dat de ringspleet
(zie afb. 7/4) geheel wordt opgevuld.
NL 5670-01
12
07
Afb. 6a Mortel vullen Afb. 6b Wapening plaatsen Afb. 6c Wapening
LET OP Let op een volledige vulling van de ringspleet ook in het doorgangsgat van de betonnen
sokkel. (zie afb. 7). De wapening pas na aoop van de uithardingstijd „t work“ (zie de tabel
hierna) belasten. Neem de houdbaarheidsdatum van de mortelpatronen in acht!
LET OP De veiligheids- en verwerkingsinstructies van de fabrikant van de toegepaste beves-
tigingssystemen moeten bovendien in acht genomen worden!
Uithardingstijden „t cure“ voor schroefdraadpennen: HIT-RE 500
°C °F t work t cure
-5...-1 23...31 0...4 h ≥ 72 h
0...9 32...49 0...3 h ≥ 50 h
10...1910...19 50...67 0...2 h ≥ 24 h
20...29 68...85 0...20‘ ≥ 12 h
30...39 86...103 0...12 ≥ 8 h
40 104 0...12‘ ≥ 4 h
AB 14. Pas na aoop van de voorgeschreven uithardingstijd (t cure) kan de sokkel belast worden.
18
4
1
3
2
5
5a
5b
T
0751-0012
Legenda
1 Betonnen sokkel
2 Reservoirbodem
3 Wapening D=14
4 Ringspleet
(geheel met lijmmortel opgevuld)
5 Bevestigingssysteem wapening D=14
5a Wapening D=14; L=220
5b Mortel HIT-RE 500/SD/330/1 (330ml)
Afb. 7 Ringspleetopvulling bij wapening D=14
NL 5670-01 13
3.3.3 Bevestiging van de stalen sokkel
De montage van de stalen sokkel gebeurt vrijwel op dezelfde manier. Vanwege de constructie worden bij de
bevestiging van de stalen sokkels kortere ankerstangen en slechts één mortelpatroon gebruikt. De diepte van
de boringen Ø 18 voor de kortere ankerstangen is 135 mm.
LET OP Draag beschermende kleding i.o.m. de veiligheidsvoorschriften (Neem de gebruiks-
aanwijzing van Hilti in acht)!
LET OP Opstellingsvlak van de stalen sokkel op vlakheid controleren!
LET OP Het boren en vullen van de boorgaten met mortel dient kort na elkaar te gebeuren.
AB 15. Boorgaten markeren (zie afb. 8a). Boorhamer inspannen. Boordiepte met de aanslag nauwkeurig
instellen (zie afb. 8b).
Voor M16: boor ø 18 mm / t = indraailengte (draadeinde) + materiaaldikte van de stalen sok-
kel. Stalen sokkel optillen resp. er kan ook door de bevestigingsgaten heen geboord worden.
AB 16. Boorgaten schoonmaken, met uitblaaspomp (zie afb.8c) volgens de gebruiksaanwijzing van Hilti
4 x uitblazen of met perslucht uitblazen. Boorgaten met ronde stalen borstel (zie afb. 8d) volgens
de gebruiksaanwijzing van Hilti 4 x schoonmaken.
A B 17. Boorgaten een tweede keer 4x uitblazen met het uitblaasapparaat volgens de Hilti-gebruiksaanwij-
zing of met perslucht uitblazen.
Afb. 8a Boorgaten afte-
kenen
Afb. 18b Boordiepte
instellen
Afb. 8c Boorgat uitblazen Afb. 8d Boorgat schoon-
maken
AB 18. Lijmpistool volgens Hilti-gebruiksaanwijzing voorbereiden en samenbouwen.
AB 19. De eerste drie slagen uit het lijmpistool dienen ervoor de beide lijmcomponenten te mengen en
kunnen niet worden gebruikt. Wanneer de lijm roze verkleurt, is de mengverhouding optimaal.
AB 20. Spuit van het mortelpistool tot op de bodem in het boorgat steken en door indrukken van het mor-
telpistool het boorgat met de componentenmortel vullen (zie afb. 9a).
AB 21. Boorgat tot ca.5 mm onder de bovenrand van de stalen sokkel met lijm vullen.
AB 22. Draadeinde door iets draaien (om de lijm in het boorgat te verdelen) tot aan de aanslag in het
boorgat steken (zie afb. 9b). Dan is de eindpositie bereikt!
AB 23. Overtollige mortel verwijderen
NL 5670-01
14
Afb. 9a Componenten-
mortel vullen
Afb. 9b Pen insteken Afb. 9c Schijf positi-
oneren
Afb. 9d Moer
aandraaien
LET OP Verwerkingstijd (t work) van de 2-componentenmortel, ca. 20 minuten, in acht nemen.
Uithardingstijd t cure volgens de tabel in acht nemen!
LET OP Geplaatste schroefdraadpennen conform de voorgeschreven uithardingstijd „t cure“
laten uitharden. De schroefdraadpennen mogen voor aoop van deze uithardingstijd
niet worden bewogen en/of belast!
Uithardingstijden „t cure“ voor schroefdraadpennen: HIT-RE 500
°C °F t work t cure
-5...-1 23...31 0...4 h ≥ 72 h
0...9 32...49 0...3 h ≥ 50 h
10...19 50...67 0...2 h ≥ 24 h
20...29 68...85 0...20‘ ≥ 12 h
30...39 86...103 0...12 ≥ 8 h
40 104 0...12‘ ≥ 4 h
Indien nodig de stalen sokkel boven het geplaatste en uitgeharde draadeinde positioneren en voorzichtig
laten zakken.
LET OP Daarbij de schroefdraad niet beschadigen!
AB 24. Onderlegplaatje over het draadeinde leggen (zie afb. 9c).
AB 25. Zeskantmoer met voorgeschreven aandraaimoment aandraaien. Daarbij moet een moment-
sleutel worden gebruikt (zie afb. 9d).
Aandraaimomenten: M16 =≤80Nm
AB 26. Voltooide installatie van het bevestigingssysteem van de stalen sokkel.
Patroon uit het lijmpistool verwijderen en laten uitdrogen. Na het uitdrogen de patroon afvoeren als afval
(Hilti-gebruiksaanwijzing in acht nemen).
Tip van het lijmpistool afschroeven en volgens de Hilti-gebruiksaanwijzing reinigen.
NL 5670-01 15
4 Plaatsing en montage geleidebuis
4.1 Lengte geleidebuis
Geldt alleen voor variant A "Vaste installatie"
A 27. Geleidebuis inkorten en ontbramen. Hiervoor eerst de referentiemaat L bepalen (zie
afbeeldingen 10 en 11).
67 67
Afb. 10 Bepaling van de geleidebuislengte L
R
uitvoering L + M Afb. 11 Bepaling van de geleidebuislengte L
R
uitvoering LX
De lengte van de geleidebuis LR komt voort uit de maat L (oplage koppelingsstuk tot middenas van de middelste
boringen aan de geleidebuishouder) min 310 mm.
[LR = L - 310 mm]
Voorbeeld: berekende maat L = 4310 mm.
LR = 4310 mm - 310 mm = 4000 mm
Lengte geleidebuis = 4000 mm
A 28. Het uiteinde van de geleidebuis moet de wig vastgelast worden, zie afbeelding (12/4a). De
lasnaden moeten vervolgens secuur gepleisterd worden.
NL 5670-01
16
4.2 Bevestiging geleidebuis voor houder
30 200
4a
3
4
2
1
Ø13
2a
0751-0016
Afb. 12 Bevestiging van de geleidebuis
Legenda
1 Geleidebuishouder 3 Koppelingsstuk
2 Geleidebuis 4 Geleidebuiswig
A 29. De drie doorvoeropeningen (Ø 13 mm) voor buishouder in de geleidebuis volgens de
maatvermelding op afbeelding (12/2a) boren.
A 30. Geleidebuishouder in de geleidebuis (met borgschijven) bevestigen.
Aandraaimoment: M12 = 56 Nm.
NL 5670-01 17
A 31. Buishouderbout tot de aanslag (bovenste stand van de geleidebuis) draaien. Zie afb. (13/1). De
aanduidingspen van de veer bevindt zich dan binnen de onderste rode markering van de buishou-
der (weergave voor de veervoorspanning staat dan op "ontgrendeld")! De lengte van de geleide-
buis is correct als er een maat van ca. 140 bij uitvoering L + M of 160 mm bij uitvoering LX, (met
geplaatste geleidebuiswig) op de stand "ontgrendeld" wordt gemeten (zie afbeeldingen 10 en 11).
Rot
Grün
Rot
Rot
Grün
Rot
123
0720-0015
0720-0016
Afb. 13 Buishouder/kabelhaak Afb. 14 Schroefverbinding van het koppelingssysteem
A 32. Bevestigingsgaten voor buishouder (13/2) en kabelhaak (13/3) – als accessoires verkrijgbaar -
aan de rand van het reservoir boren.
A 33. Geleidebuis met hijsgereedschap het reservoir in laten zakken en in het koppelingsstuk schuiven.
A 34. Buishouder aan de rand van het reservoir met borgschijven of zelfborgende moeren vastzetten.
(Indien in beton wordt bevestigd, passende verbindingsankers gebruiken).
A 35. Kabelhaken vastdraaien (indien niet reeds aan de buishouder vastgelast).
A 36. Gebruik bij voorkeur de middelste twee bevestigingspunten.
GELDT ALLEEN voor variant B. "vrijstaande installatie:
B 37. Het koppelingsstuk moet conform afbeelding 14 met de vast verbonden geleidebuis op de
betonnen sokkel gemonteerd worden. Aandraaimoment: M20 = 267 Nm.
NL 5670-01
Sulzer Pump Solutions Ireland Ltd. Clonard Road, Wexford, Ireland
Tel. +353 53 91 63 200. www.sulzer.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18

Sulzer Concrete and Steel Pedestals Installatie gids

Type
Installatie gids