Sulzer Flow booster SB Installation and Operating Instructions

Type
Installation and Operating Instructions
www.sulzer.com
Voortstuwer type ABS SB 900 tot 2500
6005583-03 (07.2023)
Inbouw- en gebruiksvoorschriften
nl
6005583-03
Wijzigingen m.b.t. technische verdere ontwikkelingen voorbehouden!
2
Inbouw- en gebruiksvoorschriften (Vertaling van originele instructies)
voor ABS stromingsversneller
SB 931 (50/60 Hz) SB 1221 (50/60 Hz) SB 1621 (50/60 Hz) SB 1821 (50/60 Hz)
SB 932 (50/60 Hz) SB 1222 (50/60 Hz) SB 1622 (50/60 Hz) SB 1822 (50/60 Hz)
SB 933 (50/60 Hz) SB 1223 (50 Hz) SB 1623 (50/60 Hz) SB 1823 (50/60 Hz)
SB 934 (60 Hz) SB 1624 (50 Hz) SB 1824 (50/60 Hz)
SB 1625 (50 Hz) SB 1825 (50/60 Hz)
SB 2021 (50/60 Hz) SB 2221 (50/60 Hz) SB 2521 (50/60 Hz)
SB 2022 (50/60 Hz) SB 2222 (50/60 Hz) SB 2522 (50/60 Hz)
SB 2023 (50/60 Hz) SB 2223 (50/60 Hz) SB 2523 (50/60 Hz)
SB 2024 (50/60 Hz) SB 2224 (50/60 Hz) SB 2524 (50/60 Hz)
SB 2025 (50/60 Hz) SB 2225 (60 Hz) SB 2525 (50/60 Hz)
SB 2026 (60 Hz) SB 2226 (60 Hz)
Inhoudsopgave
1 Algemeen ............................................................................................................................................... 3
1.1 Inleiding ................................................................................................................................................... 3
1.2 Gebruik volgens de bestemming ............................................................................................................. 3
1.3 Toepassingsgrenzen van de stromingsversneller type ABS SB .............................................................. 3
1.4 Toepassingsbereiken van de stromingsversnellers type ABS SB ........................................................... 4
1.5 Typesleutel SB ........................................................................................................................................4
1.6 Technische gegevens ..............................................................................................................................5
1.6.1 Technische gegevens 50 Hz ...................................................................................................................5
1.6.2 Technische gegevens 60 Hz ...................................................................................................................6
1.7 Bouwmaten ............................................................................................................................................. 7
1.8 Typeplaatje ..............................................................................................................................................8
2 Veiligheid ...............................................................................................................................................8
2.1 Persoonlijke beschermingsmiddelen ....................................................................................................... 9
3 Heen,transportenopslag.................................................................................................................. 9
3.1 Heen ..................................................................................................................................................... 9
3.2 Transport ................................................................................................................................................. 9
3.3 Transportbeveiligingen ............................................................................................................................ 9
3.3.1 Vochtwerende isolatie van de motoraansluitkabel .................................................................................. 9
4 Productbeschrijving ........................................................................................................................... 10
4.1 Beschrijving motor/motorbewaking ....................................................................................................... 10
4.2 Constructieve opbouw .......................................................................................................................... 11
4.3 Gebruik met frequentieomvormers ........................................................................................................ 12
5 Installatie .............................................................................................................................................. 13
5.1 Installatievarianten ................................................................................................................................ 13
5.2 Sokkelmontage ..................................................................................................................................... 13
5.3 Montage van de vangbeugel ................................................................................................................. 13
5.4 Controle van het koppelingssysteem .................................................................................................... 14
5.5 Propellermontage .................................................................................................................................. 16
5.6 Montage van de kabelafspanning ......................................................................................................... 16
5.7 Elektrische aansluiting .......................................................................................................................... 18
5.7.1 Standaard motoraansluitschakelschema's, netspanningsbereik 380 - 420 V 50 Hz/460 V 60 Hz ........ 18
5.7.2 Draadindeling ........................................................................................................................................ 19
5.7.3 Zachte starter (optie) ............................................................................................................................. 19
5.8 Draairichtingscontrole ........................................................................................................................... 20
5.8.1 Draairichtingswijziging ........................................................................................................................... 21
5.9 Aansluiting van de afdichtingsbewaking in de besturingsinstallatie ...................................................... 21
6 Ingebruikneming ................................................................................................................................. 22
7 Onderhoud ........................................................................................................................................... 24
6005583-03 3
1 Algemeen
1.1 Inleiding
Deze inbouw- en gebruiksvoorschriften en de afzonderlijke brochure Veiligheidsinstructies voor Sulzer
producten van het type ABS bevatten fundamentele aanwijzingen en veiligheidsvoorschriften die bij trans-
port, opstelling, montage en ingebruikneming in acht genomen moeten worden. Het is daarom noodzakelijk dat
deze documenten vooraf door de monteur alsook het verantwoordelijke vakpersoneel en de exploitant worden
gelezen en permanent op de opstellingsplaats van het aggregaat of de installatie beschikbaar zijn.
De veiligheidsvoorschriften die bij niet-naleving gevaar voor personen kunnen veroorzaken, zijn met
een algemeen gevarensymbool aangeduid.
Met dit symbool wordt voor elektrische spanning gewaarschuwd.
Met dit symbool wordt voor explosiegevaar gewaarschuwd.
LET OP Wordt bij veiligheidsvoorschriften aangegeven waarbij bij niet-inachtneming gevaar
voor het aggregaat en de functies kan optreden.
AANWIJZING Wordt voor belangrijke informatie gebruikt.
Afbeeldingsaanwijzingen, b.v. (3/2) geven met het eerste cijfer het afbeeldingsnummer, met het tweede cijfer de
positienummers in dezelfde afbeelding aan.
1.2 Gebruik volgens de bestemming
De Sulzer-aggregaten zijn volgens de nieuwste techniek en erkende veiligheidsregels gebouwd. Niettemin kan
bij ondeskundig gebruik levensgevaar voor de gebruiker en derden ontstaan, alsmede verslechtering van de
werking van de machine en/of andere apparatuur.
De Sulzer-aggregaten mogen alleen in een technische perfecte staat alsook conform de bestemming, op een
veilige en conform de in de inbouw- en gebruiksvoorschriften beschreven manier gebruikt worden! Een an-
der (oneigenlijk) gebruik of een gebruik, dat te hoge eisen stelt aan de apparatuur, geldt als onreglementair.
De fabrikant kan niet voor eventueel, hieruit voortvloeiende gevolgen aansprakelijk worden gesteld. Alleen de
gebruiker draagt het risico. In twijfelgevallen dient vóór het gebruik van de installatie toestemming voor de ge-
plande toepassing door Sulzer Pump Solutions Ireland te worden verleend.
Bij storingen moeten de Sulzer-aggregaten onmiddellijk uit bedrijf worden genomen en worden beveiligd. De
storing moet direct worden verholpen. Echter mag het maximum aantal opstartpogingen conform motorgege-
vensblad niet worden overschreden. Indien nodig moet de Sulzer-klantendienst worden gewaarschuwd.
1.3 Toepassingsgrenzen van de stromingsversneller type ABS SB
De stromingsversnellers type ABS SB 900 tot 2500 zijn zowel in standaarduitvoering alsook in explosiebevei-
ligde uitvoering
(ATEX II 2G Ex h db IIB T4 Gb) bij 50 Hz beschikbaar volgens de normen (DIN EN 809:1998 +
A1:2009 + AC:2010, EN ISO 80079-36, EN ISO 80079-37, EN 60079-0:2012 + A11:2018, EN 60079-1:2014, EN
ISO 12100 : 2010).
Toepassingsgrenzen: De omgevingstemperatuur tussen 0 °C tot + 40 °C / 32 °F tot 104 °F
dompeldiepte tot maximaal 20 m/65 ft
AANWIJZING Lekkende smeermiddelen kunnen leiden tot vervuiling van het gepompte medium.
LET OP Bij kabellengtes < 20 m/65 ft reduceert de max. toegestane dompeldiepte overeen-
komstig! In speciale gevallen is een dompeldiepte > 20 m/65 ft mogelijk. Hiervoor
hebt u de schriftelijke toestemming van Sulzer nodig.
Metdezeaggregatenmogengeenontvlambareofexplosievevloeistoenwordengetransporteerd!
In explosieve zones mogen alleen aggregaten in explosieveilige uitvoeringen worden gebruikt!
6005583-03
4
Voor het gebruik van explosiebeveiligde aggregaten geldt:
In explosieve zones moet gegarandeerd zijn, dat bij het inschakelen en ook bij elk bedrijf van de explosieveilige
aggregaten het aggregaat overstroomd of ingedompeld is. Ander gebruik zoals bijv. slorpend of drooglopend
bedrijf is niet toegestaan.
De temperatuurbewaking van de explosieveilige SB moet met bimetaalschakelaars of koude draad volgens DIN
44 082 en een volgens 2014/34/EU hiervoor getest uitschakeltoestel gebeuren.
AANWIJZING Eks-beskyttelsesmetoder type “c” (konstruksjonssikkerhet) og type “k” (ytende
nedsenking) i samsvar med EN ISO 80079-36, EN ISO 80079-37 brukes.
ATTENTIE: SB met ATEX II 2G Ex h db IIB T4 Gb keuring kan wegens de regelgeving niet met
leksensor (DI) water in olie detectie, in de reductiekast worden uitgevoerd.
Voor het gebruik van Ex-SB geldt:
Er moet worden gewaarborgd dat de motor van de explosieveilige SB tijdens het starten en tijdens het bedrijf
altijd volledig is ondergedompeld!
Voor het gebruik van explosieveilige SB aan de frequentieomvormer geldt:
De motoren moeten door een inrichting voor de directe temperatuurbewaking beschermd worden. Die bestaat
uit in de wikkeling ingebouwde temperatuurvoelers (koude draad DIN 44 082) en een volgens 2014/34/EU hier-
voor functiegetest uitschakeltoestel.
Explosieveilige machines mogen zonder uitzondering alleen onder en tot maximaal met de op het typeplaatje
opgegeven netfrequentie van 50 Hz gebruikt worden.
ATTENTIE Werkzaamheden aan explosieveilige pompen mogen uitsluitend in/door hiervoor
gemachtigde werk plaatsen/personen met behulp van originele onderdelen van de
fabrikant worden uitgevoerd. Anders wordt de explosieveilige verklaring ongeldig
verklaard. Alle ex-relevante onderdelen en afmetingen staan vermeld in het modulaire
werkplaatshandboek en op de lijst van reserveonderdelen.
ATTENTIE Na ingrepen of herstellingen door niet daarvoor gemachtigde werkplaatsen/personen
is het Ex-bewijsstuk verdwenen. Als gevolg daarvan mag het aggregaat daarna niet
meer in explosiegevaarlijke bereiken ingezet worden! Het Ex-typeplaatje (zie afbeel-
ding 4b, 4c) dient verwijderd te worden.
1.4 Toepassingsbereiken van de stromingsversnellers type ABS SB
Sulzer stromingsversnellers van de bouwreeks SB 900 tot 2500 zijn geschikt voor het mengen, roeren en rond-
draaien in gemeentelijke zuiveringsinstallaties en de industrie.
1.5 Typesleutel SB
Serie
Propellerdiameter [dm]
Motor
Propellertoerental [min-1]
Polental van de motor
AAA BB C DU VVV / W-YY.ZZ Ex
Hydraulica
Propellertype (2 = 2-bladduwpropeller
3 = 3-bladduwpropeller)
Identnummer
Nominaal vermogen motor (P2 [kW] x 10)
Mixermotor
Motorbouwgrootte
Ex-uitvoering
0580-0003
Afbeelding 1 Typesleutel SB
6005583-03 5
1.6 Technische gegevens
Hetmax.geluidsdrukniveauvanalleaggregatenvandeSB900tot2500bouwreeksbedraagt≤70dB(A).
Naargelang de opbouw van de installatie kan de maximale geluidsdrukniveauwaarde van 70 dB(A) resp. het
gemeten geluidsdrukniveau overschreden worden.
ATTENTIE Maximale mediumtemperatuur bij continubedrijf = 40 °C/104 °F bij ondergedompeld
aggregaat.
1.6.1 Technische gegevens 50 Hz
Propeller Motor 50 Hz Gewicht
Stromingsversneller
type
Propellerdiameter
Toerental
Nominaal opgeno-
men vermogen P1
Nominaal afgegeven
vermogen P2
Starttype: direct
(D.O.L)
Starttype: ster/drie-
hoek
Nominale bedrijfs-
stroom bij 400 V
Startstroom bij 400 V
Kabeltype
Totaal gewicht
[mm] [1/min] [kW] [kW] [A] [A] [kg]
SB 931 900 79 1,79 1,4 l2,94 13,4 1147
SB 932 900 102 3,71 3,0 l6,50 26,3 2147
SB 933 900 113 3,71 3,0 l6,50 26,3 2147
SB 1221 1200 79 3,71 3,0 l6,50 26,3 2131
SB 1222 1200 88 3,71 3,0 l6,50 26,3 2131
SB 1223 1200 102 5,15 4,0 l9,00 41,0 2131
SB 1621 1600 42 1,79 1,4 l2,94 13,4 1150
SB 1622 1600 48 1,79 1,4 l2,94 13,4 1150
SB 1623 1600 56 3,71 3,0 l6,50 26,3 2150
SB 1624 1600 63 3,71 3,0 l6,50 26,3 2150
SB 1625 1600 79 5,88 4,5 l10,00 41,0 2150
SB 1821 1800 38 1,79 1,4 l2,94 13,4 1153
SB 1822 1800 42 1,79 1,4 l2,94 13,4 1153
SB 1823 1800 48 3,71 3,0 l6,50 26,3 2153
SB 1824 1800 56 3,71 3,0 l6,50 26,3 2153
SB 1825 1800 63 5,15 4,0 l9,00 41,0 2153
SB 2021 2000 36 1,79 1,4 l2,94 13,4 1156
SB 2022 2000 42 3,71 3,0 l6,50 26,3 2156
SB 2023 2000 48 3,71 3,0 l6,50 26,3 2156
SB 2024 2000 56 5,15 4,0 l9,00 41,0 2156
SB 2025 2000 63 5,15 4,0 l9,00 41,0 2156
SB 2221 2200 36 1,79 1,4 l2,94 13,4 1160
SB 2222 2200 42 3,71 3,0 l6,50 26,3 2160
SB 2223 2200 48 3,71 3,0 l6,50 26,3 2160
SB 2224 2200 56 5,15 4,0 l9,00 41,0 2160
SB 2521 2500 36 3,71 3,0 l6,50 26,3 2168
SB 2522 2500 38 3,71 3,0 l6,50 26,3 2168
SB 2523 2500 42 3,71 3,0 l6,50 26,3 2168
SB 2524 2500 48 3,71 3,0 l6,50 26,3 2168
SB 2525 2500 56 5,88 4,5 l10,00 41,0 2168
Kabeltype: 1 = F7G x 1,5; 2 = F10G1,5, 10 m kabel met vrij kabeleinde zijn standaard
6005583-03
6
1.6.2 Technische gegevens 60 Hz
Propeller Motor 60 Hz Gewicht
Stromingsversneller
type
Propellerdiameter
Toerental
Nominaal opgenomen
vermogen P1
Nominaal afgegeven
vermogen P2
Starttype: direct (D.O.L)
Starttype: ster/driehoek
Nominale bedrijfsstroom
bij 460 V
Startstroom bij 460 V
Kabeltype
Totaal gewicht
[mm] [1/min] [kW] [kW] [A] [A] [kg]
SB 931 900 96 2,04 1,6 l2,93 11,8 1147
SB 932 900 107 2,04 1,6 l2,93 11,8 1147
SB 933 900 124 4,29 3,5 l6,50 26,3 2147
SB 934 900 139 4,29 3,5 l6,50 26,3 2147
SB 1221 1200 96 4,29 3,5 l6,50 26,3 2131
SB 1222 1200 107 5,7 4,6 l8,70 34,6 2131
SB 1621 1600 45 2,04 1,6 l2,93 11,8 1150
SB 1622 1600 53 4,29 3,5 l6,50 26,3 2150
SB 1623 1600 59 4,29 3,5 l6,50 26,3 2150
SB 1821 1800 40 2,04 1,6 l2,93 11,8 1153
SB 1822 1800 45 2,04 1,6 l2,93 11,8 1153
SB 1823 1800 48 4,29 3,5 l6,50 26,3 2153
SB 1824 1800 53 4,29 3,5 l6,50 26,3 2153
SB 1825 1800 59 4,29 3,5 l6,50 26,3 2153
SB 2021 2000 35 2,04 1,6 l2,93 11,8 1156
SB 2022 2000 40 2,04 1,6 l2,93 11,8 1156
SB 2023 2000 45 4,29 3,5 l6,50 26,3 2156
SB 2024 2000 48 4,29 3,5 l6,50 26,3 2156
SB 2025 2000 53 4,29 3,5 l6,50 26,3 2156
SB 2026 2000 59 4,29 3,5 l6,50 26,3 2156
SB 2221 2200 35 2,04 1,6 l2,93 11,8 1160
SB 2222 2200 40 2,04 1,6 l2,93 11,8 1160
SB 2223 2200 45 4,29 3,5 l6,50 26,3 2160
SB 2224 2200 48 4,29 3,5 l6,50 26,3 2160
SB 2225 2200 53 4,29 3,5 l6,50 26,3 2160
SB 2226 2200 59 5,70 4,6 l8,70 34,6 2168
SB 2521 2500 35 2,04 1,6 l2,93 11,8 1168
SB 2522 2500 40 4,29 3,5 l6,50 26,3 2168
SB 2523 2500 45 4,29 3,5 l6,50 26,3 2168
SB 2524 2500 48 4,29 3,5 l6,50 26,3 2168
SB 2525 2500 53 5,70 4,6 l8,70 41,0 2168
Kabeltype: 1 = F7G x 1,5; 2 = F10G1,5
10 m kabel met vrij kabeleinde zijn standaard
6005583-03 7
1.7 Bouwmaten
H
H
H
H
ØA
ØA
E
E
L
L
C
C
B
B
F
F
550
550
67
67
G
G
0
0
Versie "B"Versie "A"
0580-0004
Maten voor betonsokkel 400/780/1030 mm
Ø A B C H E F G
900 400 226 500 1271 765 508
1200 400 76 650 1152 765 508
1600 780 256 900 1278 996 700
1800 780 156 1000 1278 996 700
2000 780 56 1100 1278 996 700
2200 1030 206 1200 1278 996 700
2500 1030 56 1350 1278 996 700
Maten voor betonsokkel 2050 mm
Ø A B C H E F G
900 2050 1876 500 1558 1080 855
1200 2050 1736 650 1440 1080 855
1600 2050 1526 900 1422 1080 855
1800 2050 1436 1000 1422 1080 855
2000 2050 1326 110 0 1422 1080 855
2200 2050 1226 1200 1422 1080 855
2500 2050 1076 1350 1422 1080 855
Afbeelding 2 Betonsokkel
67
67
F
F
550
550
E
E
ØA
ØA
C
C
H
H
H
H
B
B
G
G
L
L
Versie "B"
Versie "A"
0580-0005
Maten voor stalen sokkel 380/780/1030 mm
Ø A B C H E F G
900 380 215 500 1255 750 400
1200 380 55 650 113 6 750 400
1600 780 265 900 1197 952 975
1800 780 165 1000 1197 952 975
2000 780 65 1100 1197 952 975
2200 1030 205 1200 1219 1026 1080
2500 1030 55 1350 1219 1026 1080
Afbeelding 3 Stalen sokkel
6005583-03
8
1.8 Typeplaatje
Wij raden u aan de gegevens van het geleverde aggregaat aan de hand van het originele typeplaatje op Afbeel-
ding 4a te noteren, zodat u steeds over een bewijs van de gegevens beschikt.
I
N
A
Motor E. Cl
IP68
Weight
DN
Q
H
Hmax.
Hmin.
Nema Code
T
A
max. °C
P
1N
P
2N
n
Ø
Hz
max.
3~
UN
V
PN SN
Type
1
2
34
5
6
789
10
11 12 13 14
15 16 17
18 19 20 21
22
23 24
2526
27
28
Sulzer Pump Solutions Ireland Ltd.
Clonard Road, Wexford.
Ireland.
0580-0011
Afbeelding 4a Typeplaatjes
Legenda
1 Adres 15 Max.omgevingstemperatuur[eenheidexibel]
2 Typeaanduiding 16 Nema Code Letter (alleen bij 60 Hz, bijv. H)
3 Art.-nr. 17 Min.opvoerhoogte[eenheidexibel]
4 Serienummer 18 Nominalediameter[eenheidexibel]
5 Ordernummer 19 Opvoerhoeveelheid[eenheidexibel]
6 Bouwjaar[maand/jaar] 20 Opvoerhoogte[eenheidexibel]
7 Nominalespanning 21 Max.opvoerhoogte[eenheidexibel]
8 Max.onderdompeldiepte[eenheidexibel] 22 Gewicht(zonderaangebouwdeonderdelen)[eenheidexibel]
9 Nominale stroom 23 Rendementsklasse motor
10 Frequentie 24 Draairichting van de motoras
11 Vermogen(opname)[eenheidexibel]  25 Bedrijfsmodus
12 Vermogen(afgifte)[eenheidexibel]  26 Geluidsniveau
13 Toerental[eenheidexibel]  27 Fase-aansluiting
14 Draaiwiel/propeller-ø[eenheidexibel]  28 Bescherming
SN:
Afbeelding 4b Typeplaatje ATEX Afbeelding 4c Typeplaatje CSA / FM
AANWIJZING Wanneer u om nadere inlichtingen wilt vragen, dient u in elk geval het type van de ag-
gregaat, het art.nr. en het aggregaatnummer bij de hand te hebben!
AANWIJZING Landspecieke bijkomende typeplaatjes mogelijk.
2 Veiligheid
Dealgemeneenspeciekeveiligheids-engezondheidsvoorschriftenzijnindeafzonderlijkebrochureVeilig-
heidsinstructies voor Sulzer producten van het type ABS gedetailleerd beschreven.
Neem bij onduidelijkheden of vragen m.b.t. de veiligheid in elk geval contact op met de fabrikant Sulzer.
6005583-03 9
2.1 Persoonlijke beschermingsmiddelen
Onderdompelbare elektrische uniten kunnen mechanische, elektrische en biologische gevaren opleveren voor
het personeel tijdens de installatie, de werking en het onderhoud. Het is verplicht om geschikte persoonlijke
beschermingsmiddelen (PBMs) te gebruiken. Het minimumvereiste is het dragen van een veiligheidsbril,
schoeisel en handschoenen. Er moet echter altijd een risicobeoordeling ter plaatse worden uitgevoerd om te
bepalen of extra uitrusting nodig is, zoals een veiligheidsharnas, ademhalingsapparatuur, enz.
3 Heen,transportenopslag
3.1 Heen
ATTENTIE Neem het totale gewicht van de Sulzer-units en de bevestigde componenten in acht!
(zie het typeplaatje voor het gewicht van de basisunit).
Het meegeleverde tweede typeplaatje moet altijd zichtbaar in de buurt van de installatie van de pomp worden
aangebracht (bijv. op de terminalkast / het bedieningspaneel waar de pompkabels zijn aangesloten).
LET OP Hijsapparatuur moet worden gebruikt als het totale gewicht van de unit en de
bevestigde componenten de plaatselijke veiligheidsvoorschriften voor handmatig
hijsen overschrijden.
Hettotalegewichtvandeunitenaccessoiresmoetinachtwordengenomenbijhetdeniërenvandeveilige
werklast van hijsapparatuur! De hijsapparatuur, bijv. kraan en kettingen, moeten over voldoende hefcapaciteit
beschikken. De takel moet voldoende gedimensioneerd zijn voor het totale gewicht van de Sulzer-units (inclu-
sief hijskettingen of staalkabels en alle eventueel aangesloten accessoires). De eindgebruiker is er als enige
verantwoordelijkvoordatdehijsmiddeleningoedestaatwordengecerticeerdenregelmatigwordengeïn-
specteerd door een bevoegd persoon, overeenkomstig de plaatselijke voorschriften. Versleten of beschadigde
hijsapparatuur mag niet worden gebruikt en moet op de juiste wijze worden afgevoerd. Hijsapparatuur moet
bovendien voldoen aan de plaatselijke veiligheidsvoorschriften en bepalingen.
LET OP De richtlijnen voor het veilig gebruik van de door Sulzer geleverde kettingen, touwen
en sluitingen staan beschreven in de meegeleverde handleiding voor hijsmiddelen en
moeten volledig in acht worden genomen.
3.2 Transport
De aggregaten mogen niet aan de motoraansluitkabel worden opgetild.
De aggregaten zijn van een vangbeugel voorzien, waaraan voor het transport resp. bij het in- en uitbouwen met
harpsluitingen een ketting bevestigd kan worden.
Totaal gewicht van de aggregaten in acht nemen! (zie afbeelding 4a). De hijsinrichtingen, zoals b.v.
kraan en kettingen, moeten voldoende groot zijn. Neem de voorschriften voor ongevallenpreventie en
de algemeen geldende regels m.b.t. de techniek in acht!
Het aggregaat moet tegen wegrollen worden geborgd!
Het aggregaat moet tijdens het transport zijn opgesteld op een vaste, in alle richtingen horizontale
ondergrond en moet tegen omvallen worden geborgd.
Verricht geen werkzaamheden en houd u nooit op binnen het zwenkbereik van een opgehesen last!
De hoogte van de lasthaak moet geschikt zijn voor de totale hoogte van de aggregaten en de lengte
van de aanslagketting!
3.3 Transportbeveiligingen
3.3.1 Vochtwerende isolatie van de motoraansluitkabel
De motoraansluitkabels zijn aan de kabeleinden af fabriek met crimpsluitkappen tegen in de lengterichting bin-
nendringend vocht beschermd.
LET OP De beschermkappen dienen pas vlak voordat het aggregaat wordt aangesloten, te
worden verwijderd.
6005583-03
10
Vooral bij de montage of opslag van de aggregaten in installaties die voor het leggen en aansluiten van de
motoraansluitkabel met water kunnen vollopen, moet erop worden gelet dat de kabeleinden resp. de bescherm-
kappen van de motoraansluitkabel niet onder water kunnen komen te liggen.
LET OP Deze beschermkappen beschermen alleen tegen spatwater en zijn dus niet water-
dicht! De einden van de motoraansluitkabel mogen dus niet worden ondergedom-
peld, omdat er anders vocht in de motoraansluiting kan komen.
AANWIJZING De einden van de motoraansluitkabel moeten in zulke gevallen op een droge plaats
worden bevestigd.
LET OP De kabel- en aderisoleraties hierbij niet beschadigen!
3.4 Opslag van de aggregaten
LET OP De Sulzer-producten moeten tegen weersinvloeden, zoals UV-stralen door direct zon-
licht, ozon, hoge luchtvochtigheid, diverse (agressieve) stofemissies, tegen mechani-
sche invloeden van buitenaf, vorst enz., worden beschermd.
De originele Sulzer-verpakking met bijbehorende transportbeveiliging (indien af fa-
briek geleverd) garandeert in de regel een optimale bescherming van de aggregaten.
Als de aggregaten aan temperaturen onder 0 °C worden blootgesteld, moet erop
worden gelet dat er geen vocht of water meer in de hydraulica, het koelsysteem of in
andere holle ruimtes zit. Bij strenge vorst mogen de aggregaten, motoraansluitkabel
indien mogelijk niet worden bewogen.
Bij opslag onder extreme omstandigheden, zoals bijv. in subtropisch- of woestijnkli-
maat moeten extra veiligheidsmaatregelen worden getroen. Deze stellen wij u bij
aanvraag graag ter beschikking.
AANWIJZING De Sulzer-aggregaten hebben tijdens de opslag in de regel geen onderhoud nodig.
Door de as meerdere keren met de hand te draaien, wordt nieuwe glijolie op de af-
dichtvlakken aangebracht waardoor de glijringpakkingen correct kunnen werken. Het
lager van de motoras is onderhoudsvrij.
4 Productbeschrijving
4.1 Beschrijving motor/motorbewaking
Motor
Asynchrone draaistroommotor.
Bedrijfsspanning: 400V 3~, 50Hz / 460V 3~, 60Hz.
Isolatieklasse F = 155 °C / 311 °C, beschermingsklasse IP68.
Starttype: direct of ster-driehoek, afhankelijk van het motorvermogen.
Lagers van de motoras
De lagers van de motoras zijn permanent gesmeerde en onderhoudsvrije wentellagers.
Mediumzijdige draairichtingsonafhankelijke siliciumcarbide-glijringafdichting.
Motorbewaking
Alle motoren zijn met een temperatuurbewaking uitgerust die bij oververhitting de dompelmotor uitschakelt.
Hiervoor moet de temperatuurbewaking conform de schakelinstallatie aangesloten worden.
Dichtingsbewaking
De leksensor (DI) (in de aansluitruimte) en in het drijfwerk (optioneel) nemen de dichtingsbewaking over en
melden via een speciale elektronica (optie: Sulzer DI-bouwsteen) het indringen van vochtigheid in de motor.
Bedrijf aan frequentieomvormers
Alle stromingsversnellers zijn bij de juiste configuratie voor het gebruik aan frequentieomvormers geschikt.
De EMC-richtlijn alsook de inbouw- en gebruiksvoorschriften van de fabrikant van de frequentieom-
vormer moeten in acht genomen worden!
6005583-03 11
4.2 Constructieve opbouw
13 89 67 21
4
3
10 11 12 14 5
0580-0006
Afbeelding 5 Doorsnede SB
Legenda
1 Houder 8 Glijringafdichting
2 Kabelinvoer 9 Oliekamer
3 Aansluitruimte 10 Propelleras
4 Afdichtingvandemotorruimte 11  Solids-Deection-ring
5 Motorwikkeling 12 Drijfwerk
6 Vangbeugel met harpsluiting 13 Propeller
7 Motorbehuizing 14 Leksensor (optie)
6005583-03
12
4.3 Gebruik met frequentieomvormers
De motoren zijn qua wikkelingsopbouw en wikkelingsisolatie voor het gebruik aan de frequentieomvormer
geschikt. Er dient echter voor gezorgd te worden dat bij het gebruik aan frequentieomvormers aan de volgende
voorwaarden voldaan is.
De EMC-richtlijnen moeten in acht genomen worden.
Toerental-/draaimomentkrommen voor aan frequentieomvormers aangedreven motoren staan in onze
productprogramma´s.
Motoren in explosiebeveiligde uitvoering moeten met een thermistor- (PTC) bewaking uitgerust zijn.
Explosieveilige machines mogen zonder uitzondering alleen onder en tot maximaal met de op het typeplaatje
opgegeven netfrequentie van 50 Hz gebruikt worden. Hierbij dient ervoor te worden gezorgd dat de op het
typeplaatje aangegeven nominale stroom na het opstarten van de motoren niet wordt overschreden. Het
maximum aantal opstartpogingen conform motorgegevensblad mag ook niet worden overschreden.
Niet-explosieveilige machines mogen alleen tot en met de op het typeplaatje opgegeven netfrequentie ge-
bruikt worden. Met een hogere netfrequentie mogen deze machines alleen gebruikt worden na samenspraak
met en bevestiging van de Sulzer-fabriek.
Voor het gebruik van explosieveilige machines aan frequentieomvormers gelden bijzondere bepalingen met
betrekking tot de activeringstijden van de thermobewakingselementen.
De onderste grensfrequentie moet zodanig ingesteld worden, dat deze niet onder 25 Hz niet komt.
De bovenste grensfrequentie moet zo ingesteld worden dat het nominale vermogen van de motor niet over-
schreden wordt.
Modernefrequentieomvormersmakengebruikvanhogeregolrequentieseneensteilerestijgingaanderand
van de spanningsgolf. Daardoor worden de motorverliezen en motorgeluiden gereduceerd. Jammer genoeg
veroorzaken dergelijke omzetteruitgangssignalen ook hoge spanningspieken aan de motorwikkeling. Deze
spanningspieken kunnen ervaringsgewijs, afhankelijk van de bedrijfsspanning en de lengte van de motoraan-
sluitkabel tussen frequentieomvormer en motor, de levensduur van de aandrijving verkorten.
Om dat te verhinderen, moeten dergelijke frequentieomvormers (conform afbeelding 6) bij gebruik in het ver-
meldekritiekebereikmeteensinuslteruitgerustworden.Daarbijmoetdesinusltermetbetrekkingtotnet-
spanning, omvormerpulsfrequentie, nominale omvormerstroom en maximale omvormeruitgangsfrequentie aan
de frequentieomvormer aangepast worden. Hierbij dient ervoor te worden gezorgd dat de nominale spanning
op de klemplaat van de motor aanwezig is.
Kritisch bereik
Onkritisch bereik
L = totale leidinglengte (van de frequentieomvormer naar de motor)
10 50 100 150 L[m]
UN[V]
660
600
460
400
380
230
0562-0012
Afbeelding 6 Kritisch/onkritisch bereik
6005583-03 13
5 Installatie
Veiligheidsvoorschriften van de vorige paragrafen in acht nemen!
Bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moeten de veiligheidsvoorschriften die gelden voor werkzaamhe-
den in afgesloten ruimten van waterzuiveringsinstallaties en de algemene erkende regels der techniek in acht
worden genomen!
5.1 Installatievarianten
De ABS stromingsversneller is in 2 installatievarianten zowel met betonnen alsook met stalen sokkel beschikbaar.
Variant "A" (vaste installatie)
Bij deze installatievariant wordt de geleidebuis met de geleidebuishouder vast met het bouwwerk verbonden.
Het koppelingsstuk is al op de sokkel geschroefd. De geleidebuis moet door de klant uitgerust worden.
Variant "B" (vrijstaande installatie)
Bijdezeinstallatievariantishetvergrendelingsmechanismeindegeleidebuisgeïntegreerd.Degeleidebuisis
al af fabriek op de juiste lengte gebracht en vast met het koppelingsstuk verbonden. Het koppelingsstuk met
geleidebuis moet alleen nog door de klant op de sokkel geschroefd worden.
Indien nodig is het (optioneel) natuurlijk mogelijk om ook de variant "B" b.v. met bijkomende verstevigingen of
houders te stabiliseren en te bevestigen!
5.2 Sokkelmontage
AANWIJZING De installatie van betonnen of stalen sokkel is gedetailleerd in de afzonderlijke "In-
stallatievoorschriften betonnen en stalen sokkel" beschreven.
5.3 Montage van de vangbeugel
Vangbeugel (7/1) met schroeven (7/2) en Nord-Lock® borgschijven (7/3) aan de behuizing vastschroeven.
Aanhaalmoment: 56 Nm.
1
2
3
0580-0007
Afbeelding 7 Vangbeugelmontage
LET OP Inbouwpositie van de Nord-Lock® borgschijven in acht nemen.
6005583-03
14
5.4 Controle van het koppelingssysteem
Veiligheidsvoorschriften van de vorige paragrafen in acht nemen!
Ter controle van het koppelingssysteem moet de SB zonder propeller conform afbeelding 8 met geschikt hijsgereed-
schap in het lege bekken neergelaten worden. Alleen zo kan het perfect aan- en loskoppelen gecontroleerd worden.
AANWIJZING Met gemonteerde propeller kan in het ongevulde bekken het aan- en loskoppelen
niet meer correct gebeuren, omdat de vereiste schuine stand van de SB wegens de
ontbrekende opstuwing van de propeller niet bereikt wordt.
0580-0008
Afbeelding 8 Controle van het koppelingssysteem in het lege bekken
LET OP Als een mechanisch bediend hijswerktuig (b.v. autokraan) of een hijswerktuig met ho-
gere nominale last gebruikt wordt, moet met uiterste omzichtigheid gewerkt worden.
Er moet voor gezorgd worden dat bij het vastklemmen van de SB aan de geleidebuis
geen hogere hijskrachten dan 3000 N ontstaan!
6005583-03 15
Variant "A":
Stromingsversneller neerlaten en laten inkoppelen. Schroef aan de buishouder naar rechts draaien (ge-
leidebuis wordt neergelaten) tot de geleidebuiswig aan het onderste einde van de geleidebuis stevig met de
houder van het toestel vergrendeld is. Schroef aandraaien tot de indicatiepen van de veerspanningsindicatie
zich in het groene bereik bevindt (zie afbeelding 10).
X
X
0580-0009
X
X
0580-0010
Afbeelding 9 Lossen van het koppelingssysteem Afbeelding 10 Vergrendelen van het koppelingssysteem
Variant "B":
Toestel neerlaten en schroef aan de buishouder naar links draaien tot de houder van het toestel goed ver-
grendeld is. Schroef met 80 Nm aandraaien.
1
2
0580-0011
2
1
0580-0012
Afbeelding 11 Lossen van het koppelingssysteem Afbeelding 12 Vergrendelen van het koppelingssysteem
6005583-03
16
Machine conform hoofdstuk 5.7 Elektrische aansluiting elektrisch aansluiten, motoraansluitkabel conf. paragraaf
5.6 afspannen en motoraansluitkabel in kabelhaak hangen. Draairichting conform hoofdstuk 5.8 controleren
.
Om veiligheidsredenen moet de draairichtingscontrole conform hoofdstuk 5.8
- zonder propeller -
dus
voor de propellermontage gebeuren!
5.5 Propellermontage
1
432
5
6
7
0580-0013
Afbeelding 13 Propellermontage
Legenda
1 Propeller 5 Afstelveer
2 O-ring 6 O-ring
3 Nord-Locborgschijven 7 Stelring
4 Cilinderkopschroef
AANWIJZING De afstelveer (13/5) is in de regel al ingelegd.
LET OP Inbouwpositie van de borgschroeven in acht nemen.
Propellernaaf en asstomp lichtjes invetten.
O-ring (13/6) lichtjes invetten en in de groef van de stelring (13/7) inzetten.
Propeller (13/1) gelijk liggend met de afstelveergroef tegen de afstelveer (13/5) zetten en erop schuiven.
Eerst Nord-Lock®-borgschijven (13/3), dan O-ring (13/2) op cilinderkopschroef (13/4) steken.
Cilinderkopschroef (13/4) inschroeven en met een aanhaalmoment van 56 Nm aandraaien.
5.6 Montage van de kabelafspanning
De edelstaalkabel met schroef, schijven en moer (14/3) aan het oog van de vangbeugel bevestigen. Kunst-
stofbussen(14/8)inhetoogzijnaffabriekgeïnstalleerd.
Kabelspanner (14/11) zo ver mogelijk uit elkaar draaien en in de optionele haak (14/10) of een andere geschik-
te inrichting hangen.
Lusmetkousenkabelklem(14/1)maken.Hierbijdegedenieerdelengtevandeedelstaalkabelinachtne-
men (niet doorhangend).
De edelstaalkabel bij ingekoppelde en vergrendelde SB voorzichtig afspannen.
Daarna moet de motoraansluitkabel met de bijgevoegde speciale plakband (14/6) op een afstand van telkens
ca. 50 cm aan de edelstaalkabel conform afbeelding 14 bevestigd worden.
6005583-03 17
50 cm
11
1
2
6
8
4
3
10
9
7
5
0580-0014
Afbeelding 14 Montage van de kabelafspanning
Legenda
1 Kabelklem 7 Nord-Lock®-borgschijven
2 Edelstaalkabel 8 Kunststofbus
3 Schroef, schijven, moer 9 Vanghaak (optie)
4 Zeskantschroef 10 Kabelhaak (optie)
5 Motoraansluitkabel 11 Kabelspanner
6 Speciale plakband 12 Sulzer-heftoestel 5 kN (optie)
6005583-03
18
5.7 Elektrische aansluiting
Veiligheidsvoorschriften van de vorige paragrafen in acht nemen!
Vóór de inbedrijfstelling moet zorgvuldig worden gecontroleerd of één van de noodzakelijke elektrische beveili-
gingen aanwezig zijn. De aarde, nulleider, aardlekschakelaar enz. moeten aan de voorschriften van het plaatse-
lijke elektriciteitsbedrijf voldoen en door een elektricien op correcte werking worden gecontroleerd.
LET OP De stroomvoerende systemen in de installatie moeten qua doorsnede en maximaal
spanningsverval met de plaatselijk geldende voorschriften overeenkomen. De op het
typeplaatje van het aggregaat vermelde spanning moet overeenkomen met de aanwe-
zige netspanning.
Het crimpen van de toevoerleiding en de motoraansluitkabel aan de klemmen van het regelsysteem
moet door een elektricien volgens het schakelschema van het regelsysteem en het aansluitdiagram
van de motor worden uitgevoerd.
De energieleiding moet met een geschikte, trage zekering volgens het nominale vermogen van het aggregaat
worden beveiligd.
Inpompstations/reservoirsmoeteenequipotentiaalverbindingvolgensEN60079-14:2014[Ex]ofIEC60364-
5-54[non-Ex](bepalingenvoorhetopnemenvanleidingen,veiligheidsmaatregelenaansterkstroominstallaties)
worden aangebracht.
Bij aggregaten met standaard regelsysteem moet het regelsysteem tegen nattigheid beschermd worden en in
eenoverstromingsveiligezoneincombinatiemeteenreglementairgeïnstalleerdgeaardCEE-contactgeïnstal-
leerd worden.
LET OP De Sulzer stromingsversnellers mogen alleen in het starttype aangesloten worden,
dat in de tabellen in hoofdstuk 1.6 Technische gegevens resp. op het typeplaatje
opgegeven is. Afwijkingen vereisen samenspraak met de fabrikant.
Voor stromingsversnellers zonder standaard schakelsysteem geldt: de
stromingsversneller mag alleen met motorveiligheidsschakelaar en aangesloten
temperatuurbewakers gebruikt worden.
5.7.1 Standaardmotoraansluitschakelschema's,netspanningsbereik380-420V50Hz/460V60Hz
M3 ~
PE
11
22
W2
V2
W1
V1
U2 U1
10
W1
U1
V1
0551-0031
50 Hz 60 Hz
A 14/4 A 16/4
Afbeelding 15 Een motoraansluitkabel met geïntegreerde stuurdraden
6005583-03 19
M3 ~
PE
11
22
W2
V2
W1
V1
U2 U1
10
V2
U2
W2
W1
U1
V1
0551-0032
50 Hz 60 Hz
A 30/4 A 35/4
A 40/4 A 46/4
A 45/4
Afbeelding 16 Een motoraansluitkabel met geïntegreerde stuurdraden
5.7.2 Draadindeling
Direct starten ster-schakeling
1U1
4
6
32
5
U2
W2 V2
W1 V1
0562-0033
L1 L2 L3 Verbinding
U1 V1 W1 U2 & V2 & W2
Direct starten driehoek-schakeling
1
U1
4
6
3
2
5
U2
W2
V2
W1
V1
0562-0034
L1 L2 L3 -
U1;W2 V1;U2 W1;V2 -
De "bewakerkring" (F1) moet met de motorveiligheidsschakelaars elektrisch vergrendeld worden, de
bevestiging moet manueel gebeuren.
LET OP De temperatuurbewakers mogen volgens de gegevens van de fabrikant alleen met het
gespeciceerde schakelvermogen worden gebruikt. (zie onderstaande tabel).
Bedrijfsspanning...AC 100 V naar 500 V ~
Nominale spanning AC 250 V
Nominale stroom ACcosφ=1,0 2,5A
Nominale stroom ACcosφ=0,6 1,6A
Max. toeg. schakelstroom IN5,0A
5.7.3 Zachte starter (optie)
We raden u aan om de softstarter in te bouwen als:
deaggregaten(≥3kW)inhetstarttypeDOLgebruiktmoetenworden.
de aggregaten in de intermitterende modus gebruikt moeten worden.
De optioneel verkrijgbare zachte starter moet conform afbeelding 17 motoraansluitschakelbeeld met zachte
starter (optie) aangesloten worden.
LET OP De aggregaten mogen alleen met het voorgeschreven starttype DOL in combinatie
met een zachte starter aangesloten worden.
6005583-03
20
M3 ~
PE
F1
DI
W2
V2
W1
V1
U2 U1
F0
W1
U1
V1
Stromingsversneller
1
23
0580-0001
Legenda
1 Zachte starter
2 Klemmenkast
3 Over de schakelinstallatie
Afbeelding 17 Motoraansluitschakelbeeld met zachte starter (optie)
0551-0035
Afbeelding 18 Test en instelling van de zachte starter
Test en instelling van de zachte starter:
LET OP Voor de eerste test de potentiometers op positie C instellen.
Meer informatie vindt u in de installatie- en gebruikershandleiding van de fabrikant van de zachte starter, die bij
de verpakking gevoegd is.
Test:
Eerste test met potentiometerstanden "C".
Instellen:
op het laagst mogelijke startmoment (binnen het instelbereik) instellen.
op de langst mogelijke starttijd (binnen het mogelijke instelbereik) instellen.
5.8 Draairichtingscontrole
LET OP
De stromingsversneller mag alleen in de voorgeschreven draairichting gebruikt worden!
Bij de eerste inbedrijfstelling en ook op elke nieuwe inbouwplaats moet de draairichting door een deskundige
nauwkeurig worden gecontroleerd.
Voor het vaststellen van de draairichting de stromingsversneller - zonder propeller! - kort laten draaien. Hier-
bij moet de afstelveer b.v. met plakband vastgeplakt worden.
6005583-03 21
De draairichting bij propellertypes Ø 1600 tot Ø 2500 (propellerrotatie) is juist als: de propelleras van achte-
ren over de motor gezien in tegenwijzerzin draait of als de propelleras in de richting van de draairichtingspijl
(sticker op het drijfwerkdeksel) draait.
De draairichting bij de propellertypes Ø 900 en Ø 1200 (propellerrotatie) is juist als: de propelleras van ach-
teren over de motor gezien in wijzerzin draait of als de propelleras in de richting van de draairichtingspijl
(sticker op het drijfwerkdeksel) draait.
SB 1600 - 2500
SB 900
SB 1200
0580-0015
Afbeelding 19 Draairichtingscontrole
Na de controle van de draairichting de propeller conform hoofdstuk 5.5 Propellermontage monteren.
AANWIJZING Als er meerdere aggregaten in een regelsysteem zijn aangesloten, moet elk aggre-
gaat apart worden gecontroleerd.
5.8.1 Draairichtingswijziging
Het veranderen van de draairichting mag alleen worden uitgevoerd door een elektricien.
Bij een foutieve draairichting moet de draairichting worden gewijzigd door twee fasen van de toevoerkabel in
het regelsysteem te verwisselen. Controle van de draairichting herhalen.
AANWIJZING Met behulp van het draairichtingsmeetapparaat wordt het draaiveld van de toevoerlei-
ding of een noodaggregaat bewaakt.
5.9 Aansluiting van de afdichtingsbewaking in de besturingsinstallatie
Voor de integratie van de afdichtingsbewaking in de besturingsinstallatie van de stromingsversneller is een Sul-
zer DI-module vereist die aan de hand van de schakelschema´s hierna aangeklemd moet worden.
LET OP Bij melding van de leksensor (DI) moet het aggregaat onmiddellijk buiten bedrijf ge-
steld worden. Neem in dit geval contact op met de klantenservice van Sulzer.
OPMERKING: Bij het laten lopen van de pomp zonder dat de thermische en/of leksensor zijn aan-
gesloten, vervallen de betreende garantieaanspraken.
6005583-03
22
CA 461
Sluit aansluiting 3
aan op de aarde of de
SB behuizing.
Stroomvoorziening
Lekkage
bij invoer
Uitvoer
0562-0039
Afbeelding 20 Versterker met lichtmelder
Elektronische versterkers voor 50/60 Hz
110 - 230 V AC (CSA). Art.Nr./Part No.: 16907010.
18 - 36 V DC (CSA). Art.Nr./Part No.: 16907011.
ATTENTIE Maximaal relais contactbelasting: 2 ampère.
ATTENTIE Het is zeer belangrijk om op te merken dat met het bovenstaande aansluitvoorbeeld
het niet mogelijk is om te identiceren welke sensor/welk alarm wordt geactiveerd.
Als alternatief adviseert Sulzer ten zeerste om een afzonderlijke CA 461 module te ge-
bruiken voor elke sensor/ingang, om niet alleen identicatie mogelijk te maken, maar
ook om juist te reageren op de categorie/ernst van het alarm.
Er zijn ook lekbewakingsmodules met meerdere ingangen beschikbaar. Raadpleeg uw lokale Sulzer-vertegen-
woordiger.
6 Ingebruikneming
Veiligheidsvoorschriften van de vorige paragrafen in acht nemen!
Voor de ingebruikneming moet het aggregaat gecontroleerd worden en moet er een functiecontrole uitgevoerd worden.
In elk geval controleren:
Werd de elektrische aansluiting volgens de geldende voorschriften uitgevoerd?
Is de motorbeveiligingsschakelaar juist ingesteld?
Is de motoraansluitkabel correct met de edelstaalkabel verbonden en zo gespannen dat hij niet kan slingeren
of door de propeller gegrepen kan worden? (zie afbeelding 14, hoofdstuk 5.6).
6005583-03 23
Klopt de draairichting van de propeller?
Klopt de minimale overlapping? (zie maat "D" bouwmaattekeningen in hoofdstuk 1.7).
Is de buishouder (variant "A") correct gemonteerd en is de maat 125 tot 133 mm in de stand "ontgrendeld" in
acht genomen? (zie afbeelding 5 in de afzonderlijke installatiehandleiding voor de betonnen en stalen sokkel
SB 900-2500 resp. afbeelding 9 van deze inbouw- en gebruiksvoorschriften).
AANWIJZING Bij onduidelijkheden, vooral bij een verandering van de indicatie van de veervoor-
spanning tijdens het gebruik, gelieve contact op te nemen met uw Sulzer-service-
dienst!
Stromingsversneller met gemonteerde propeller in gevuld bekken neerlaten. Hierbij de houder bij het neerlaten
naar onderen drukken (zie pijl) zodat de buisgeleiding over de geleidebuis glijdt.
0580-0016
Afbeelding 21 Neerlaten van de stromingsversneller
6005583-03
24
Variant "A":
Stromingsversneller neerlaten en laten inkoppelen. Schroef aan de buishouder naar rechts draaien (gelei-
debuis wordt neergelaten) tot de geleidebuiswig aan het onderste einde van de geleidebuis stevig met de
houder van het toestel vergrendeld is. Schroef aandraaien tot de indicatiepen van de veerspanningsindicatie
zich in het groene bereik bevindt (zie afbeelding 10).
Stromingsversneller inschakelen en op rustige loop controleren. De indicatiepen van de veerspanningsindica-
tie moet in het groene bereik blijven en mag zich niet bewegen. Na 1 h bedrijfstijd nog eens controleren of de
indicatiepen zich bewogen heeft.
LET OP Bij een verandering van de indicatie van de veervoorspanning tijdens het gebruik
mag de stromingsversnelling niet gebruikt worden! Gelieve met uw Sulzer-service-
dienst contact op te nemen!
Variant "B":
Stromingsversneller laten vastkoppelen en buisklemschroef (zie afbeelding 12) naar links draaien en met
80 Nm aandraaien.
Stromingsversneller inschakelen en op rustige loop controleren. Buisklemschroef naar links draaien en buis-
klemschroef met 80 Nm aandraaien en borgen.
Na 1 h bedrijfstijd nog eens de rustige loop controleren en buisklemschroef opnieuw met 80 Nm aandraaien
en borgen.
Variant "A en B":
LET OP Stroomverbruik controleren. Bij schommelende motorstroom, trilling van de installa-
tie, onrustig stromingsgedrag of windhoosvorming mag de stromingsversneller niet
gebruikt worden!
LET OP Bij het gebruik van de stromingsversneller mag in de propellerzone geen lucht aan-
gezogen worden (geen windhoosvorming of er mogen tegelijkertijd geen ventilatie-
systemen binnen de kritieke zone in gebruik zijn). In elk geval moet ervoor gezorgd
zijn dat de toestellen buiten de directe stromingsinvloed van het ventilatorsysteem
ingebouwd worden.
Bij zware aantastingen vezel is af te zien van de voorwaarden die aan de beugel tillen
touw.
Omdat de eigenschappen van ventilatiesystemen sterk verschillen, moeten de correcte afstanden door de fabri-
kant van de ventilator opgegeven worden.
LET OP Stromingsversnellers mogen alleen volledig ondergedompeld gebruikt worden! Bij
het gebruik mag er geen lucht door de propeller aangezogen worden. Er moet op
het rustige stromingsverloop van het medium gelet worden. De stromingsversnel-
ler moet trillingsarm lopen. De aanvullende aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing
"Stromingsversneller" moeten in acht genomen worden! Gelieve bij kritieke gebruiks-
omstandigheden (hoge stromingssnelheden) contact op te nemen met het voor u
bevoegde Sulzer-liaal.
Onrustig stromingsverloop en trillingen kunnen optreden:
Bij sterk doorroeren in te kleine containers.
Bij niet correct ingekoppelde en vergrendelde stromingsversneller.
Correct inkoppelen controleren. (gedetailleerde aanwijzingen hierover in de afzonderlijke brochure "Onder-
houdsvoorschriften voor Sulzer-stromingsversnellers").
7 Onderhoud
Onderhoudsvoorschriften vindt u in de afzonderlijke brochure "Onderhoudsvoorschriften" in de bijlage.
Vooral de in paragraaf 3.2 genoemde aanwijzingen m.b.t. onderhoud in het separate deel Veiligheidsinstructies
voor Sulzer producten van het type ABS moeten worden opgevolgd.
AANWIJZING Bij reparatiewerkzaamheden mag niet de „Tabel 1“ uit IEC 60079-1 worden toegepast.
Neem in dit geval contact op met de klantenservice van Sulzer.
6005583-03 25
6005583-03
26
6005583-03 27
Sulzer Pump Solutions Ireland Ltd., Clonard Road, Wexford, Ireland
Tel. +353 53 91 63 200, www.sulzer.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

Sulzer Flow booster SB Installation and Operating Instructions

Type
Installation and Operating Instructions