Documenttranscriptie
DS WS10 /
DS WS10-E
Gebruiksaanwijzing
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
nl
ORIGINELE GEBRUIKSAANWIJZING
DS WS10 / DS WS10-E diamantdraadzaagsysteem
Inhoud
1. Algemene opmerkingen
4
2. Beschrijving
5– 11
3. Toebehoren
13–17
4. Technische gegevens
19–24
5. Veiligheidsinstructies
25–30
6. Voorbereidingen op de werkplaats
31–35
7. Opstelling van het zaagsysteem
37–44
8. Bediening en zaagproces
45–49
9. Onderhoud en reparaties
51–57
10. Foutopsporing
59–63
11. Afvoer als afval
64
12. Garantie van de fabrikant
65
13. Conformiteitverklaring (origineel)
66
2
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
Het is belangrijk dat u de gebruiksaanwijzing leest
voordat u de machine voor het eerst in gebruik
neemt.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing steeds bij de
machine.
Geef het draadzaagsysteem alleen samen met de
gebruiksaanwijzing aan andere personen door.
Onderdelen en uitrusting
DS WS10 hydraulische draadzaag
쐃 Compacte draagzaag met hydraulische
aandrijving
쐇 Drukluchtcompressor met regelpaneel
쐋 Persluchtleidingen (2×7 m, 1×1 m)
쐏 Positioneersjabloon
쐄 Waterslangen (2×10 m)
쐂 Waterlans, flexibel
쐆 Waterlans, lang
쐊 Wateraansluiting met reguleerventiel
쐎 Sleutel 1/2ʺ met kniegewricht
쐅 Gereedschapset met toebehoren
�
�
쐅
�
�
�
�
�
�
�
�
�
DS WS10-E elektrische draadzaag
쐃 Compacte draagzaag met elektrische
aandrijving
쐇 Besturingspaneel met luchtcompressorr
� Persluchtleidingen (2×7 m, 1×1 m)
쐏 Positioneersjabloon
쐄 Waterslangen (2×10 m)
쐂 Waterlans, flexibel
쐆 Waterlans, lang
쐊 Wateraansluiting met reguleerventiel
쐎 Sleutel 1/2ʺ met kniegewricht
쐅 Gereedschapset met toebehoren
�
�
쐅
�
�
�
�
�
�
�
�
�
3
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
1. Algemene informatie
1.1 Veiligheidsaanwijzingen en hun betekenis
Symbolen
GEVAAR
Wijst op dreigend gevaar dat zou kunnen leiden tot lichamelijke of dodelijke verwondingen.
WAARSCHUWING
Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die zou kunnen leiden tot persoonlijk of dodelijk letsel.
VOORZICHTIG
Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die zou kunnen leiden tot licht persoonlijk letsel of beschadiging van
de uitrusting of ander eigendom.
Lees de gebruiksaanwijzingen vóór
gebruik.
Laat afvalmateriaal
recycleren.
A
V
Hz
kW
Ampère
Volt
Hertz
Kilowatt
mm
/min
rpm
l/min
Millimeter
Omwentelingen
per minuut
Omwentelingen
per minuut
Liter
per minuut
NOTA
Vraagt aandacht voor aanwijzingen of andere nuttige
informatie.
Aan de machine
< 4°C
357824
358092
water in
max 6bar
Aan het besturingspaneel
Store 1x = Start 1 bar
x2
r1 =
r1 =l
1
l1 x
2
l1
l1
STOP
2
l
2
r3
=l
3
x2
l x
r 2= 2
l3
STOP
STOP
l2
r2 =l x 2
2
Waarschuwingssymbool
Store 2x = Start 2 bar
STOP
STOP
min. 1.6m
max. 2.7 / 4.1m
min. 2.3m
max. 4.5 / 7.3m
358240 / 09.2008
1.2 Betekenis van de pictogrammen en andere
informatie
Om schade te vermijden, mag Om schade te vermijden bij vrieskou, moet het
een waterdruk van 6 bar niet koelcircuit van het systeem na gebruik met druklucht
worden uitgeblazen.
overschreden worden.
Personen mogen de aangegeven gevarenzone niet binnengaan noch er zich ophouden
terwijl de machine in werking is.
Algemene
waarschuwing
Waarschuwing:
elektriciteit
Waarschuwing:
vermijd handletsels
Locatie van identificatiegegevens aan de machine
Veiligheidssymbolen
Veiligheidsbril
dragen.
Helm dragen.
Werkhandschoenen Veiligheidsschoedragen.
nen dragen.
De typeaanduiding en het serienummer bevinden zich
op het identificatieplaatje op de machine. Noteer deze
gegevens in uw gebruiksaanwijzing en vermeld ze wanneer u uw Hilti vertegenwoordiger of de dienst naverkoop om informatie vraagt.
Type:
Licht Stofmasker
dragen.
4
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
Serienummer:
2. Beschrijving
Beschrijving
2.1
2.2
2.3
2.4
2.5
2.6
Reglementair gebruik
Componenten
Bedieningselementen
Aandrijvingsprincipe
Voortbeweging- en opslagfunctie
Functies van de draadgeleiding
6
6
7
11
11
11
5
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
2. Beschrijving
2.1 Reglementair gebruik
■ De draadzaag DS-WS10(-E) is ontwikkeld voor de
technische sloop van staal-, beton- en steen- en metselwerkstructuren in boven- en ondergrondse bouw.
Hiervan afwijkend gebruik wordt beschouwd als nietreglementair en vereist overleg met de fabrikant.
■ De verantwoordelijke operateur moet zich bewust
zijn van de mogelijke gevaren en de verantwoordelijkheid voor de veiligheid, ook van andere personen.
De operator is verantwoordelijk voor de veiligheid in
de gevarenzone en moet deze zone afbakenen en de
geschikte veiligheidsuitrusting installeren.
■ De draadzaag is ontworpen voor een maximale zaagsneelengte van 2 meter. De afstand tussen de zwenkwielen aan de kant van de machine en de draadintredeplaats resp. uittredeplaats mag niet groter zijn
dan 3,5 meter.
■ De draadzaag mag enkel bediend worden door speciaal geschoolde betonzagers, hierna "operators"
genoemd. Zij moeten met de inhoud van de gebruisaanwijzing volledig vertrouwd zijn en door een Hilti
specialist geschoold zijn in het veilige gebruik van de
machine.
■ Nationale voorschriften en wetten, de gebruiksaanwijzing en de veiligheidsmaatregelen voor de gebruikte toebehoren (zaagdraad, bevestigingstoebehoren,
hefwerktuigen, compressor, hydraulisch aggregaat,enz.) moeten in acht genomen worden.
■ Gebruik de zaag niet voor het zagen van losse of met
de hand in de zaagdraad gehouden objecten.
■ Het is verboden de draadzaag en de onderdelen daarvan voor andere doeleinden te gebruiken dan voor
draadzagen; hij mag b.v. niet als transport- of liftinrichting gebruikt worden.
■ De machine is geschikt voor nat en droog zagen. Bij
het droog draadzagen moet een stofafzuigsysteem
worden gebruikt. Speciale stofafzuigkappen zijn
beschikbaar op aanvraag.
■ De uitrusting kan enkel bij de voorziene hefpunten
door een kraan worden opgetild.
■ Zaag geen materialen waarbij door zaagproces stof
of damp kan ontstaan die gevaarlijk is voor de gezondheid.
■ Zaag geen snel brandbare aluminium- en magnesiumlegeringen.
6
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
2.2 Componenten
7
6
5
5
4
2
3
1
Grondplaat
Kolomhuis en pneumatische voortbeweging
Zwenkwieldrager
Hydraulische aandrijvingseenheid (DS WS10) of
elektrische aandrijvingseenheid (DS WS10-E)
Beschermende afdekkingen
Opslaguitbreiding
Eindafsluiting
2. Beschrijving
Kolomhuis en pneumatische voortbeweging
Inwendige conus
Excentriekpen
Positioneersjabloon
Kolomhuisblokkering
Handgreep
Aansluiting voor handmatig bewegen
Zaagrand
Afzetpunt pneumatisch cilinder
Draaddoorvoerboring
Terugloopblokkering
Zwenkbare boorpuntindicator
Drukluchtaansluiting
Optimale ankerpositie
Excentrische blokkeerpen voor aandrijfunit
Vasthoudmagneten voor bevestiging aan grondplaat
Eindstop
2.3 Bedieningselementen
5
9
7
2
1
6
2
4
3
OPGELET
De boorpuntindicator kan verplaatst worden tussen de
posities van de getrokken zijden en voerende zijde.
8
4
7
Grondplaat
Nivelleerschroeven
Ankersleuf
Verbindingsconus
3
6
5
1
2
1
1
3
2
1
1
7
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
2. Beschrijving
Zwenkwieldrager
Bevestigingsaansluiting en vastklemming
Zwenkwielarrêtering
Opslagrol
Opnameboring voor beschermplaatbevestiging
Holle assen
Beschermende afdekking
5
3
1
5
DS WS10-E elektrische aandrijvingseenheid
Bevestigingsaansluiting
Kabel
Aandrijvingswiel
Omkeerrol
Draag- en handgreep
Geleidingen voor zijdelingse beschermende afdekkingen
Trekrol
Koelwateraansluiting – aanvoer/afvoer
4
4
6
2
5
8
2
2
6
6
1
DS WS10 hydraulische aandrijvingseenheid
Bevestigingsaansluiting
Hydraulische aansluiting
Aandrijvingswiel
Omkeerrol
Draag- en handgreep
Geleidingen voor zijdelingse beschermende afdekkingen
Trekrol
6
5
2
6
7
3
4
Beschermende afdekkingen
Bout voor beschermplaatbevestiging
Beveiligingssplitpen
2
1
1
6
7
3
8
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
4
2
2. Beschrijving
DS WS10 waterafsluiting
Aansluitkoppeling (wateruitgang hydraulisch aggregaat)
Doseer- en afsluitventielen
Aansluiting waterslang (koelwaterlansen)
1
2
DS WS10 pneumatisch systeem besturingseenheid
Regelventiel voor voortbewegingrichting
Drukregelaar voor krachtinstelling voortbeweging
(draadspanning)
Weergave voortbewegingsdruk
Bevestigingsband
Veiligheids- en bedieningsinstructies
Aansluitkoppeling voor drukluchtvoorziening
Aansluiting voortbewegingscilinder
Luchtcompressor
2
7
3
1
2
3
5
4
3
DS WS10-E waterafsluiting
Aansluitkoppeling (wateruitgang motorkoelcircuit)
Doseer- en afsluitventielen
Aansluiting waterslang (koelwaterlansen)
1
2
3
2
3
6
8
9
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
2. Beschrijving
DS WS10-E besturingseenheid
Transport- en draaggrepen
Hefpunt voor heffen met kraan
Rek voor bevestiging van de compressor
Luchtcompressor (niet geleverd met de 200 V
versie)
Besturingspaneel koelluchtafvoer
Stopcontact
Luchtslangaansluiting – compressor
Luchtslangaansluiting – voortbewegingseenheid
Wiel montage
Klemstuk voor de aansluiting van draadeinden
1
2
Elektrische voeding 400 V~/32 A of 200 V~ / 63 A
230 V elektrisch stopcontact (niet geschikt voor
200 V~ versie)
Deurgrendel schakelkast
Hoofdschakelaar
15 16 17
18
19
10
23
25
21
20
5
7
8
4
6
24
3
9
26
22
Groen lampje – klaar voor bedrijf
Rood lampje – licht op bij storingen
Geel lampje – licht op indien onderhoud vereist is
Indicator elektrische stroom (amps)
Werkdruk meter (bar)
Regelknop voortbewegingssnelheid (m/s)
Regelknop werkdruk (bar)
(uittrekken om te ontgrendelen)
Selectiehendel werkdrukrichting (omhoog / neutraal
/ omlaag)
11
14
13
12
13
10
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
Groen lampje – licht op als de aandrijving is
ingeschakeld
Rood lampje – licht op als de aandrijving is
uitgeschakeld
Resetknop eletrische installatie
Noodstopknop (uittrekken om te inactiveren)
2. Beschrijving
2.4 Aandrijvingsprincipe
De zaagdraad wordt om het te zagen object gelegd en
via omkeerrollen over het aandrijvingswiel geleid en tot
een draadlus verbonden. Door het draaien van het aandrijvingswiel wordt de draadlus tot roteren gebracht en
door de lineair verplaatsbare aandrijvingseenheid door
het te zagen element getrokken.
2.5 Voortbeweging- en opslagfunctie
De voortbeweging van de draad werkt door middel van
het katrolprincipe. De draad wordt vooruit bewogen resp.
ingetrokken door het uit elkaar drukken van de omkeerrollen met een pneumatische cilinder. De aandrijvingseenheid is daartoe op een bewegende slede gemonteerd.
Hoeveel draad er in de machine opgeslagen kan worden,
hangt ervan af of er met enkel of dubbel opslagsysteem
en of er met of zonder optionele draadopslagrollen gewerkt
wordt. Nadere informatie hierover vindt u onder “Technische Gegevens”.
2.6 Functies van de draadgeleiding
Met behulp van de zwenkwielen kan de loop van de zaagdraad tussen de aan de machine en aan het te zagen element gemonteerde zwenkwiel nauwkeurig ingesteld worden. Bij bondig zagen kunnen de zwenkwielen zich zelfstandig door meezwenken instellen op kleiner wordende afstand tussen draadintredeplaats en -uittredeplaats.
11
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
3. Toebehoren
Toebehoren
3.1
3.2
3.3
3.4
3.5
3.6
Hilti zaagdraden en toebehoren
Opslaguitbreiding (optioneel)
Rolbok (optioneel)
Ontkoppelrol (optioneel)
Draadafdekking (optioneel)
Toebehoren voor bevestiging en gebruik
van draadgeleidingen en aandrijving
3.7 Toebehoren en reserveonderdelen voor Hilti draadzaagsystemen
14
16
16
16
16
17
17
13
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
3. Toebehoren
3.1 Hilti zaagdraden en toebehoren
Veiligheidsmaatregelen en instructies voor gebruik
■ Gebruik enkel zaagdraden die beantwoorden aan de
voorschriften van EN 13236.
■ Het koppelen van stukken draad met verschillende
diameters, van verschillende fabrikanten of verschillende typen (bijv. gegalvaniseerde of gesinterde kralen) of het gebruik van afgesleten of niet-ronde draden is verboden.
■ Het gebruik van beschadigde draden (bijv. geknikte
of gebroken draden, losse of verschoven kralen, enz.)
is verboden.
■ Houd u bij het verbinden van zaagdraden aan de
instructies van de fabrikant van draad en verbinder
en, in zoverre mogelijk, gebruik slechts één draadverbinder voor elke volledige draadlus.
■ Het gebruik van scharnierverbinders vermindert de
belasting door wisselende buiging aanzienlijk, waardoor de kans op draadbreuk afneemt.
■ Gebruik enkel diamantdraden met een kraaldiameter van 8–12 mm. Afwijkende diameters kunnen ertoe
leiden dat de draad uit de geleiding springt of dat de
loopvlakken van de rollen beschadigd worden.
Richtlijnen voor het gebruik van diamantdraden
Maschine
DS WS10
DS WS10-E
DS WS15
DS WSS30
Ondergrond
Bewapend beton
CS
Zwaar bewapend beton
Bewapend beton
Droog snijden
Staal
Specificatie
CM
CS
CM
CM
CH
CM
CH
20 % Staal
20 % Staal
20 % Staal
20 % Staal
Droog
Droog
Droog
Droog
–
100 % Staal
100 % Staal
100 % Staal
Snij eigenschappen
Betonsoort
Wapenings aandeel
CS
Snel snijdend
S: Zacht
Weinig toeslagstoffen
Normaal tot Hoog
CM
Afgewogen
snijsnelheid / levensduur
M: Medium harde beton
met toeslagstoffen
Normaal
CH
Speciaal voor zeer harde beton,
hoge levensduur
H: Hard,
zeer harde toeslagstoffen
Normaal
20 % Staal
Snel snijdend
Universeel
Normaal tot zeer hoog
100 % Staal
–
–
Alleen staal
Droog
–
Universeel
Normaal tot hoog
14
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
3. Toebehoren
Gesinterd
Gegalvaniseerd
Specificatie
CS
CM
CH
Droog beton
20 % Staal
100 % Staal
Aantal parels / mtr
40
44
40
40*)
40
48*)
Aantal parels / mtr
10,5
10,5
10,5
10,2
10,2
10,8
*) Iedere parel is apart geperst
DS-WS10.5 diamantdraden
Draadlengte
(m)
Benaming
DS-W 10.5
CS
Benaming
DS-W 10.5
CM
햲 384 528* 햳 376 816*
4,6
햲 384 529* 햳 376 817*
7,8
햲 384 530* 햳 235 835*
10
햲 384 531* 햳 235 836*
14
햲 384 532* 햳 315 019*
18
햲 384 533* 햳 315 022*
22
햲 384 534* 햳 315 025*
26
햲 384 535* 햳 315 028*
30
햲 384 536 햳 370 500
50
햲 384 537 햳 370 426
100
햲 384 539 햳 376 635
per/m
* Met scharnierverbinder gemonteerd
햲
Benaming
DS-W 10.5
CH
햴 376 818*
햴 376 819*
햴 235 834*
햴 235 838*
햴 315 020*
햴 315 023*
햴 315 026*
햴 315 029*
햴 376 630
햴 376 631
햴 376 634
Benaming
DS-W 10.2
20% Staal
햵 384 540*
햵 384 541*
햵 384 542*
햵 371 982*
햵 371 983*
햵 371 984*
햵 371 985
햵 371 986
햵 377 830
Benaming
DS-W 10.8
100% Staal
Benaming
DS-W 10.2
Droog
햶 371 987*
햶 371 988*
햶 371 989*
햶 371 990
햶 371 991
햶 377 781 햷 377 782
햳
햴
햵
햶
햷
Toebehoren voor de verbinding van Hilti diamantdraden
Naam
Crimptang
Persen koppelingen/hulzen
Scharnierverbinder
Type snelsluiting
Scharnierverbinder set
Snelsluiting met doorslag en O-ring
Pen
Reservepen voor snelsluiting
Huls
Reparatiehuls
O-ring
Montage tussen koppeling/kraal
Klembek
Reservebek voor crimptang
Montagestuk kabelverbinder
Doorslag voor verbindingspin
Hoekslijper
Afsnijden van diamantdraad
Doorslijpschijf
Afsnijden van diamantdraad
Verpakking
stuks
Bestelnaam
햸
Artikelnr.
1
DS-WSTHY
햸 235845
1
DS-WCMV
햹 340427
5
DS-WCSet
햺 371383
10
DS-WP
235842
5
DS-WS
햻 235841
10
O-Ring 10/4,7×2,5
햹
햺
햻
햽
235844
2
DS-WJ
햽 340426
1
DS-WMT
햾 295161
1
DAG 125-S
햿 000000
1
AC-D 125 1mm
헀 304623
햾
헀
햿
15
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
3. Toebehoren
3.2 Opslaguitbreiding (optioneel)
3.4 Ontkoppelrol (optioneel)
Met de opslaguitbreiding kan de opslagcapaciteit van De ontkoppelrol wordt gebruikt voor om de draadcontactlengte te verkorten of om de kleine draadomkeerra250 cm tot 500 cm worden verhoogd.
dius aan de achterkant van het te zagen element minder
scherp te maken.
3.3 Rolbok (optioneel)
Bij toepassingen waarbij het ten gevolge van beperkte
toegankelijkheid niet mogelijk is de kleine draadzaag
direct op de plaats van de zaagsnede te monteren of
waarbij lange zaagsneden tot max. 2 meter lengte moeten worden uitgevoerd, wordt de zaagdraad met behulp
van de rolbok naar de zaagplek geleid.
3.5 Draadafdekkingen (optioneel)
Draadafdekkingen moeten geplaatst worden in situaties waarbij geen zekerheid bestaat dat er geen personen de gevarenzone binnenlopen terwijl de machine in
werking is, d.w.z. de zone waar rondvliegende deeltjes
een risico op letsel inhouden, of in situaties waarbij het
risico bestaat op beschadiging van eigendom of andere uitrustingen binnen dit gebied. Indien u draadafdekkingen gebruikt, controleer of ze correct geïnstalleerd zijn.
16
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
3. Toebehoren
3.6 Toebehoren voor bevestiging en gebruik van draadgeleidingen en aandrijving
Bestelnaam
Aantal
Werktuigset DS-WS
met:
Artikelnr.
Gebruik
339300
Kabelzagen
Hilti plastic koffer
Toebehoren, inhoud en gebruik
1
1
311869
339295
Opslag
Inhoudsoverzicht
Ringsteeksleutel 19 mm
Hamer 11/2 kg
Schroevendraaier 6 mm
BB blaasbalg
Centimeter 2 m
Waterpas
Houten potlood
Poetsdoek stof
Hilti spray
Hilti vet-dispenser
Platte borstel
Klemspil kort M12S
Spanmoer DD-CN-SML
Zetwerktuig HSD-G M12
Wateraansluitings-nippel
Dichting GK
Stalen wig
1
1
1
1
1
1
2
1
1
1
1
3
3
1
1
5
4
221189
339303
339304
59725
2731
310306
335500
334211
308976
203086
3206
251830
251834
243743
356700
356701
41910
Gereedschap
Gereedschap
Gereedschap
Boorgat anker uitblazen
Aftekenen
Aftekenen
Aftekenen
Reinigen
Smeren, onderhoud
Smeren, onderhoud
Reinigen
Gereedschap
Gereedschap
Gereedschap
Watertoevoermondstuk
Waterdichting voor 356700
Vastzetten van betonblok
햲
햳
햴
햵
햺
햶
3.7 Toebehoren en reserveonderdelen voor Hilti draadzaagsystemen
Omschrijving
Klemspil lang M12L
Compact anker HKD-D M12×50 *
Watertoevoermondstuk lang
Watertoevoermondstuk flexibel
햳
햷
햸
햹
Aantal
Artikelnr.
Gebruik
1
50
1
1
251831
252961
339307
339379
Gereedschap
Gereedschap
Watertoevoer
Watertoevoer
햲
햳
햴
햵
햶
햷
햸
햹
햺
* Bohrung ∆ 16 mm
17
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
4. Technische gegevens
Technische gegevens
4.1
4.2
4.3
4.4
4.5
4.6
4.7
4.8
Technische gegevens voor de DS WS10 hydraulische aandrijving
Technische gegevens voor de DS WS10-E besturingseenheid
Afmetingen en gewichten
Technische gegevens voor de DS WS 10 en DS WS10-E
Drukluchtvoorziening
Opslagcapaciteit en benodigde draadlengte
Typeplaatje
Geluidsniveau
20
20
21
22
23
23
24
24
19
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
4. Technische gegevens
4.1 Technische gegevens voor het DS WS10
hydraulisch aggregaat
De kleine draadzaag DS-WS10 is ontworpen voor gebruik
in combinatie met de hydraulisch aggregaten D-LP15
D-LP32 en D-LP30 van Hilti. Aandrijving met andere
hydraulische aggregaten is alleen toegestaan als deze
het vereiste vermogen hebben en goedgekeurd zijn voor
het aandrijven van hydraulische boor- en zaagmachines.
Doorstroming:
Optimaal werkbereik:
Druk:
Optimaal werkbereik:
Een ingebouwde veiligheidsinrichting zorgt ervoor dat
de hydraulische motor met max. 50 l/min gevoed kan
worden en de draadsnelheid zo tot maximaal 27 m/sec
beperkt wordt.
Het aanspreken van de doorstromingsbegrenzing is
optisch en akoestisch merkbaar aan het onrustig lopen
van de aandrijving
VOORZICHTIG
max. 50 l/min
Werk in geen geval met een doorstroming van meer dan
36 tot 50 l/min. 50 l/min!
max. 210 bar
80 tot 120 bar
4.2 Technische gegevens voor de DS WS10-E besturingseenheid
Nominale spanning
Nominale frequentie
Pin assignment
Nominale stroom
Zekering
Opgenomen vermogen, max.
Generator-uitgangsspanning, min..
Reststroomonderbreker
Beschermingsklasse
Vermogensuitgang
Omgevingstemperatuurbereik – opslag
Omgevingstemperatuurbereik – bedrijf
Lekstroom
Isolatieweerstand
20
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
DS EB-WS10 3x400 V
400 V~
50 / 60 Hz
3P+N+PE / 3P+PE
22 A
32 A
11 kW
40 kVA @ 32 A
30 mA (type A)
IP 54
230 V / 10 A
–15 to +50°C
–15 to +45°C
≤ 10 mA
minstens 300 kΩ
DS EB-WS10 3x200 V
200 V~
50 / 60 Hz
3P+PE
44 A
63 A
11 kW
40 kVA @ 63 A
30 mA (type A)
IP 54
geen
–15 to +50°C
–15 to +45°C
≤ 10 mA
minstens 300 kΩ
4. Technische gegevens
4.3 Afmetingen en gewichten
Afmetingen van besturings- en draadopslageenheid
Gewicht van DS WS10-E:
Gewicht van DS WS10:
Afmetingen van DS WS10 compressor met
besturingseenheid
81,2 kg
69,5 kg Gewicht:
20,1 kg
550
265
520
500
Afmetingen van DS WS10-E besturingseenheid
DS WS10-E 3x200 V
68,5 kg
78,5 kg
1225
1060
1950
Gewicht:
DS WS10-E 3x400 V
660
495
705
590
620
21
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
4. Technische gegevens
Afmetingen enkele rolbok
Lengte van inwendige systeemleidingen
21,3 kg Korte drukluchtslang:
Lange drukluchtslang:
Koelwaterslang:
Voedingskabel (DS WS10-E):
Hydraulische slangen (DS WS10)*:
* niet geleverd met de draadzaag
Gewicht:
max. 840
610
435
1m
7m
10 m
7m
10 m
320
max. 610
280
430
4.4 Technische gegevens voor de DS WS10 en DS WS10-E besturingseenheden
DS WS10
hydraulisch
Motorvermogen S1
10 kW
Motorsnelheid
0 tot 1900/min
Draadsnelheid
0 tot 27 m/s
Beschermingsklasse
IP 65
Diameter aandrijvingswiel
280 mm
Doorstroming koelwater
*
Koelwatertemperatuur
*
Koelwaterdruk min. / max.
4 tot 6 bar
Omgevingstemperatuurbereik: opslag
–15 to +50°C
Omgevingstemperatuurbereik: bedrijf
–15 to +45°C
* Raadpleeg de D-LP15 en D-LP32 gebruiksaanwijzingen2
DS WS10-E
3x400 V
9.4 kW
0 tot 1700/min
0 tot 24 m/s
IP 65
280 mm
7 l/min @ 30°C
4 tot 30°C
4 tot 6 bar
–15 to +50°C
–15 to +45°C
DS WS10-E
3x200 V
9.4 kW
0 tot 1700/min
0 tot 24 m/s
IP 65
280 mm
7 l/min @ 30°C
4 tot 30°C
4 tot 6 bar
–15 to +50°C
–15 to +45°C
VOORZICHTIG
Om beschadiging te vermijden bij bevriezingsgevaar (temperaturen lager dan 4°C) moet het koelcircuit van het
systeem na gebruik worden uitgeblazen met druklucht.
22
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
4. Technische gegevens
4.5 Drukluchtvoorziening
De compressor voor de drukluchtvoorziening maakt deel
uit van het draadzaagsysteem (niet bij de 3 x 200V versie). Lees de bijgeleverde gebruiksaanwijzingen.
Druk min. / max.
Doorstroming
6 / 8 bar
205 l/min
4.6 Opslagcapaciteit en benodigde draadlengte
Tuigmethode
Tuig
Opslaguitbreiding
Draad in de aandrijving,
min
Opslagvolume
Wanddikte, max.
A
eenvoudig
zonder
B
eenvoudig
met
C
dubbel
zonder
D
dubbel
met
160 cm
110 cm
55 cm
160 cm
250 cm
125 cm
230 cm
220 cm
110 cm
230 cm
500 cm
250 cm
23
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
4. Technische gegevens
4.8 Geluidswaarden
4.7 Typeplaatjes
DS WS10 hydraulische aandrijvingseenheid
DS WS10 01
Hilti = trademark of Hilti Corporation, Schaan, LI
Serial number
Made in Austria
0001000
Drive wheel ø 280 mm
Diamond wire ø 8 - 12 mm
Wire speed 0-27 m/s
0-1900 min-1
max. 50 l/min
max. 210 bar
10kW
357147
357072
A
07
DS WS10-E elektrische aandrijvingseenheid
DS WS10-E 01
Hilti = trademark of Hilti Corporation, Schaan, LI
Made in Austria
DS WS10-E 01
Hilti = trademark of Hilti Corporation, Schaan, LI
Made in Austria
Serial number
0001000
Serial number
0001000
Drive wheel ø 280 mm
Diamond wire ø 8 - 12 mm
0-1700 min-1
400 V from DS EB-WS10
7I/min at max. 30°C
IP 65
Drive wheel ø 280 mm
Diamond wire ø 8 - 12 mm
0-1700 min-1
200 V from DS EB-WS10
7I/min at max. 30°C
IP 65
358235
358232
A
07
A
07
DS EB-WS10 01
DS EB-WS10 01
Made in Austria
Hilti = trademark of Hilti Corporation, Schaan, LI
Made in Austria
Serial number
0001000
Serial number
0001000
Wire speed 0-24m/s
22A
11kW
400 V ~ 50/60Hz
3P+N+PE
32A
IP 54
Wire speed 0-24m/s
44A
11kW
200 V ~ 50/60Hz
3P+PE
63A
IP 54
358242
358241
358232
A
07
24
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
103,7 dB(A)
102,1 dB(A)
103,5 dB(A)
80,2 dB(A)
83,5 dB(A)
84,4 dB(A)
358360
358519
DS WS10-E besturingseenheid
Hilti = trademark of Hilti Corporation, Schaan, LI
Typische A-waarden geluidsniveau
volgens ISO 3744:
DS WS10-E
DS WS10 met D-LP15
DS WS10 met D-LP32
Typische A-waarden geluidsniveau
op de werkplaats volgens ISO 11202*:
DS WS10-E
DS WS10 met D-LP15
DS WS10 met D-LP32
* Op een afstand van 3 meter
358519
A
07
Het dragen van oorbescherming is aanbevolen!
5. Veiligheidsinstructies
Veiligheidsinstructies
5.1
5.2
5.3
5.4
5.5
5.6
5.7
Goede organisatie van het werkgebied
Veiligheidsmaatregelen in de gevarenzone
Algemene veiligheidsmaatregelen
Beveiliging tegen elektrische schokken
Reglementair gebruik
Veiligheid tijdens het werken
Veiligheidsmaatregelen voor het transport van de draadzaag
26
26
27
28
29
29
30
25
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
5. Veiligheidsinstructies
gende onderdelen. Draag een haarnet als u lang haar
heeft.
WAARSCHUWING
l) Houd kinderen en andere personen uit de buurt van
Het niet inachtnemen van de hieronder vermelde instruc- uw werkplek.
ties kan leiden tot dodelijk letsel en ernstige beschadim) Laat niemand de draadzaag of verlengkabel aanraging van eigendom of uitrusting.
ken.
5.1 Goede organisatie van het werkgebied
a) Boor- en zaagwerkzaamheden moeten vooraf door
de bouwdirectie goedgekeurd worden. Boor- of zaagwerkzaamheden in gebouwen en andere structuren
kunnen hun stabiliteit beïnvloeden, in het bijzonder
wanneer betonstaal of dragende componenten worden
doorgezaagd.
n) Vermijd ongunstige lichaamshoudingen. Behoud
uw lichaamsevenwicht en houd uw rug steeds gestrekt.
o) Om struikelen te voorkomen, zorg ervoor dat de naar
de machine leidende kabels en slangen vlak op de grond
liggen.
p) Houd kabels en slangen uit de buurt van draaiende
onderdelen.
q) Controleer samen met de bouwdirectie of er zich
geen gas-, water-, stroom- of andere leidingen in het
c) Zorg ervoor dat de werkplaats goed geventileerd is. zaaggebied bevinden. Dicht bij het zaaggebied liggenBlootstelling aan stof in een slecht geventileerde werk- de leidingen die b.v. door vallend materiaal beschadigd
plaats kan de gezondheid schaden.
zouden kunnen worden, moeten afzonderlijk beschermd
d) Hou orde in het werkgebied. Voorwerpen die letsels en zo nodig buiten bedrijf gesteld worden.
kunnen veroorzaken moeten uit het werkgebied wor- r) Zorg ervoor dat het gebruikte koelwater gecontroden verwijderd. Wanorde in het werkgebied kan leiden leerd wegloopt of afgezogen wordt. Ongecontroleerd
tot ongevallen.
wegstromend of rondspattend water kan tot schade of
b) Zorg ervoor dat de werkplaats goed verlicht is.
e) Om letsel en het vastlopen van de zaagdraad te voorkomen, moeten de losgezaagde blokken met stalen
wiggen en/of steunen tegen ongecontroleerde beweging worden beveiligd.
f) Zorg ervoor dat geschikte steunen correct geïnstalleerd worden, zodat het resterende deel zijn stabiliteit
behoudt na het uitvoeren van de laatste zaagsnede en
na het verwijderen van het losgesneden deel.
ongevallen leiden. Denk er ook aan dat water via nietzichtbare, inwendige holle ruimtes kan wegstromen,
b.v. in metselwerk.
s) Werk niet vanop een ladder.
5.2 Veiligheidsmaatregelen in de gevarenzone
g) Men mag zich nooit binnen het bereik van aan een a) Het zaaggebied moet zo worden beveiligd dat opekraan hangende lasten bevinden.
rators, derden en inrichtingen niet door een gebroken
h) De zaagplek en de ontstane opening moeten veilig zaagdraad of door weggeslingerd materiaal (steentjes,
en goed zichtbaar afgezet zijn om te voorkomen dat er stukken draad, zaagslik e.d.) gewond of beschadigd
kunnen worden. Beveilig ook het niet direct zichtbare
mensen kunnen vallen.
gebied achter de plaats waar gezaagd wordt.
i) Draag beschermende kledij. Draag veiligheidsschoenen
of laarzen, veiligheidshandschoenen, helm en veilig- b) De gevarenzone mag tijdens het zagen NOOIT betreden worden.
heidsbril.
j) Draag een stofmasker bij stofferige werkzaamheden. c) Houd de vrije draadlengten tussen aandrijving en te
zagen object altijd zo kort mogelijk (max. 3,5m) en monk) Draag de gepaste werkkledij. Draag geen losse kle- teer draadgeleidingen aan de in- en uitloopzijde van de
dij of juwelen, omdat deze kunnen vastraken in bewe- draad om het risico op zweepslagen bij draadbreuk te
26
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
5. Veiligheidsinstructies
verminderen. Lange vrije draadlengten kunnen bij een
draadbreuk tot gevaarlijke zweepslagen leiden.
d) Zorg ervoor dat er zich binnen het zweepslaggebied
geen voorwerpen zoals stellingen bevinden. Bij draadbreuk kan het losse einde van de draad door dergelijke
voorwerpen in een onverwachte richting worden gezweept.
l1 x
2
r1 =
l1
STOP
l2
r2 =l x 2
2
e) De gevarenzone heeft een straal van minstens het
dubbele van de draadlengte die bij een eventuele draadbreuk (aangegeven in geel) vrijkomt plus het gebied in
het verlengde van de as aan de draadtrekzijde (aangegeven in grijs). De gevarenzone kan niet worden beperkt
tenzij geschikte beveiligingsmaatregelen worden getroffen (beschermende muren, gordijnen of draadschermen enz.). De veiligheidsinrichtingen moeten zo geplaatst
worden dat de draad in geval van draadbreuk niet
rondzwiept en dat voorwerpen of fragmenten niet kunnen rondvliegen.
STOP
f) De operator is verantwoordelijk voor het afbakenen
van het gebied. Indien nodig moet veiligheidspersoneel ervoor zorgen dat niemand toegang heeft tot het
werkgebied.
g) Zorg ervoor dat tijdens de montage en het gebruik
van de machine niemand zich onder het werkgebied
bevindt. Vallende componenten of werktuigen kunnen
tot ernstig letsel leiden.
STOP
r1 =
l1 x
2
5.3 Algemene veiligheidsinstructiesn
a) Gebruik de draadzaag alleen als u de gebruiksaanwijzing hebt gelezen, met de inhoud vertrouwd bent en
voor het gebruik door een Hilti specialist in het veilige
gebruik geschoold bent. Neem alle waarschuwingen en
instructies in acht.
l1
l
2
x2
r3
=l
3
2
STOP
l x
r 2= 2
l3
b) Gebruik de juiste machine voor de werkzaamheid.
Gebruik de machine niet voor doeleinden waarvoor ze
niet bestemd is. Gebruik de machine enkel reglementair
en in perfecte staat.
STOP
c) Gebruik de machine, toebehoren en zaagdraden enz.,
in overeenstemming met deze instructies en op manier
waarvoor dit bepaalde type machine bestemd is, en houd
rekening met de werkomstandigheden en de uit te voeren werkzaamheden. Het gebruik van deze machine voor
andere werkzaamheden dan waarvoor ze bestemd is kan
leiden tot gevaarlijke situaties.
27
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
5. Veiligheidsinstructies
d) Gebruik enkel origineel Hilti toebehoren of hulpuitrusting vermeld in de gebruiksaanwijzing. Het gebruik
van toebehoren of hulpstukken die niet opgenomen zijn
in de gebruiksaanwijzing kan leiden tot persoonlijk letsel.
p) Kinderen moet duidelijk worden gemaakt dat het
apparaat geen speelgoed is.
q) Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kinderen of door zwakke, ongeschoolde personen.
e) Hou rekening met de invloed van het omliggende
gebied. Gebruik de machine niet in een omgeving waar 5.4 Beveiliging tegen elektrische schokken
brand- of ontploffingsgevaar bestaat. Elektrische werktuigen en machines wekken vonken op die stof of gas a) Onderneem stappen om het risico op elektrische
schokken te vermijden. Vermijd lichamelijk contact met
kunnen doen ontbranden.
geaarde oppervlakken zoals pijpen, radiatoren, fornuif) Houd de grepen droog, schoon en vrij van olie en vet. zen en koelruimten.
g) Overlaad de machine niet. Ze zal efficiënter en veilib) Controleer de voedingskabel van de draadzaag op
ger werken binnen haar prestatiebereik.
regelmatige tijdstippen en laat hem vervangen door
h) Laat de machine nooit onbewaakt achter.
een bevoegd vakman indien hij beschadigd is. Controleer regelmatig de voedingskabels en vervang ze indien
i) Bewaar de draadzaag op een veilige plaats wanneer ze
ze beschadigd zijn.
niet wordt gebruikt. Wanneer ze niet worden gebruikt,
moeten de draadzagen bewaard worden in een droge, c) Controleer de staat van de machine en haar toebehoge plaats, buiten het bereik van kinderen.
horen. Gebruik de draadzaag en toebehoren niet indien
j) Koppel de zaag steeds af van de elektrische voeding ze beschadigd is, onvolledig of als ze niet correct kan
als ze niet in gebruik is (bijv. tijdens werkonderbrekin- worden bediend.
gen), voor het uitvoeren van aanpassingen, reparaties d) Raak geen elektrische kabel aan die beschadigd raakof onderhoud en voor het vervangen van de zaagdraden. te tijdens de werking. Schakel de hoofdschakelaar uit
Deze veiligheidsmaatregel zorgt ervoor dat de zaag niet en trek de kabel uit het stopcontact.
plots opstart.
e) Beschadigde of defecte schakelaars moeten verk) Verwijder alle instelwerktuigen of schroefsleutels voor vangen worden bij een Hilti service center. Gebruik de
u de machine inschakelt. Een werktuig of sleutel die zich draadzaag niet indien ze niet correct kan worden aanop een draaiend onderdeel van de machine bevindt, kan en uitgeschakeld.
persoonlijk letsel veroorzaken.
f) Laat de zaag enkel herstellen door een bevoegd elekl) Voor gebruik moeten de machine, zaagdraad en toetricien (Hilti service center) met originele Hilti reserbehoren zorgvuldig gecontroleerd worden om er zeker
veonderdelen. Het niet in acht nemen van deze instrucvan te zijn dat alle onderdelen goed werken. Controleer
ties kan leiden tot ongevallen.
of bewegende onderdelen correct functioneren zonder
vast te raken en of er geen onderdelen beschadigd zijn. g) Gebruik de voedingskabel niet voor doeleinden waarAlle onderdelen moeten correct gemonteerd zijn en vol- voor hij niet bestemd is. Trek bij het verplaatsen van de
doen aan alle voorwaarden nodig voor een juiste wer- machine nooit aan de voedingskabel. Trek nooit aan de
king van de machine. Beschadigde onderdelen moeten kabel om de stekker uit het stopcontact te halen.
hersteld of correct vervangen worden door een bevoegd
h) Stel de kabels niet bloot aan hitte, olie of scherpe
service center.
randen.
m) Vermijd huidcontact met zaagslik.
i) Sluit de machine en haar toebehoren enkel aan een
n) Draag een veiligheidsmasker tijdens werkzaamheden elektrische voeding aan die voorzien is van een aarddie stof produceren, zoals bijv. droogzagen. Sluit een geleider en een reststroomonderbreker. Controleer of
stofafzuigsysteem aan. Zaagmaterialen die gevaarlijk zijn deze elementen goed werken vooraleer de uitrusting
voor de gezondheid (bijv. asbest) zijn verboden.
te gebruiken. Installeer een grondpin/massastaaf indien
o) Volg de instructies inzake reparaties en onderhoud. een generator gebruikt wordt.
28
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
5. Veiligheidsinstructies
j) Zorg ervoor dat de netspanning overeenstemt met voor de gezondheid zijn. Het in contact komen met of
het inademen van dit stof kan leiden tot allergische reacde specificaties op het typeplaatje.
ties en/of aandoeningen van de luchtwegen bij de gebruik) Elektriciteitskabels en hun stekkers moeten droog ker of personen die zich in de buurt bevinden.
worden gehouden. Sluit stopcontacten af met de voorBepaalde stoffen, zoals eiken- of beukenstof, staan bekend
ziene afdekking wanneer ze niet worden gebruikt.
als kankerverwekkend, in het bijzonder in combinatie
l) Gebruik alleen voor het toepassingsgebied toege- met houtbewerkingsmiddelen (chromaat, houtbescherstane verlengsnoeren met kernen van voldoende dia- mingsmiddelen). Asbesthoudend materiaal mag alleen
meter. Niet met opgerolde verlengsnoeren werken. door vakkundig personeel worden bewerkt.
Anders kunnen vermogensverlies aan het apparaat en Zo mogelijk gebruik maken van stofafzuiging. Om een
betere stofafzuiging te verkrijgen, gebruikmaken van
oververhitting van de kabel ontstaan.
een geschikte, door Hilti aanbevolen en op dit elekm) Verbreek de elektrische voeding voor reinigings- trisch apparaat afgestemde mobiele stofafzuiging voor
en onderhoudswerkzaamheden of wanneer u het werk hout en/ of mineraalstof.
lang onderbreekt.
Zorg voor een goede ventilatie van de werkruimte. Het
n) Merk op dat sommige componenten van de vermo- wordt geadviseerd een ademmasker met filterklasse
gensomzetter nog tot 10 minuten na het loskoppelen P2 te dragen. De in uw land geldende voorschriften
van de elektrische voedingsbron onder uiterst gevaar- bij de te bewerken materialen in acht nemen.
lijke (mogelijk dodelijke) en hoge spanning staan.
o) Controleer het werkgebied voordat u begint te werken op verdekt liggende elektrische leidingen, gasen waterleidingen, bijv. met een metaaldetector. Externe metalen delen van het apparaat kunnen onder spanning komen te staan als u per ongeluk bijv. een elektrische leiding beschadigt. Dit vormt een ernstig gevaar
van een elektrische schok.
5.6 Veiligheid tijdens het werken
Controleer voor het gebruik of de draadzaag en de componenten daarvan, evenals zaagdraad en verbinders,
goed werken. Zorg ervoor dat beschadigingen en storingen voor de inbedrijfneming VAKKUNDIG worden
verholpen.
Plaats het bedieningspaneel zo ver mogelijk buiten de
gevarenzone en blijf tijdens het zagen bij het bediea) De draadzaag mag enkel bediend worden door spe- ningspaneel.
ciaal geschoolde betonzagers, hierna "operators" geEr mag alleen gewerkt worden als draadzaag en rolbok
noemd. Zij moeten met de inhoud van de gebruiksaanveilig en stevig op een massieve ondergrond bevestigd
wijzing volledig volledig vertrouwd zijn en door een Hilzijn. Een vallend deel kan grote schade of letsel ten
ti specialist geschoold zijn in het veilige gebruik van de
gevolge hebben.
machine.
b) Blijf waakzaam, kijk uit wat u doet en ga verstandig Sluit de uitrusting pas aan op elektriciteitsvoorziening
te werk. Gebruik de zaag niet wanneer u vermoeid bent als de draadzaag volledig is ingericht.
5.5 Reglementair gebruik
of onder invloed van drugs, alcohol of medicatie. Een Gebruik de zaag alleen als de draadafdekkingen cormoment van onoplettenheid bij het bedienen van de rect gemonteerd zijn en de zaagdraad direct aan de
machine kan leiden tot ernstig letsel.
draadinloop- en uitloopzijden door de holle assen van
c) De gebruikers en andere personen in de omgeving de omkeerrollen geleid is.
moeten geschikte een veiligheidsbril, helm, oorbeHet betreden van de gevarenzone (b.v. om de rollen of
scherming, werkhandschoenen en veiligheidsschoede watertoevoer bij te stellen) is alleen toegestaan wannen dragen terwijl ze de draadzaag bedienen.
neer het aggregaat uitgeschakeld is en het aandrijvingswiel
d) Stof van materiaal zoals loodhoudende verf, sommi- stilstaat. Schakel de elektrische voeding uit of ontge houtsoorten, mineralen en metaal kunnen schadelijk koppel ze voor het binnengaan van de gevarenzone.
29
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
5. Veiligheidsinstructies
Houd u bij het zagen aan de toegestane aandrijvings- Denk eraan dat de gemonteerde machine kan omvallen
parameters en aan de aanbevolen richtwaarden voor als ze niet bevestigd is. Zet ze daarom op een stevige,
zaagsnelheid en voorbewegingsdruk.
vlakke ondergrond. Plaats extra steunen tussen de naar
voren gerichte zwenkwielen en het oppervlak waarop de
Gebruik enkel zaagdraden die beantwoorden aan de draadzaag staat.
voorschriften van EN 13236.
Zorg ervoor dat de draadzaag en zijn onderdelen niet
Door het gebruik van hoogkwalitatieve diamantdraden, kunnen bewegen of omvallen tijdens het transport.
draadkoppelingen en krimpwerktuigen kan het aantal
Kraantransport van aandrijving en regelpaneel mag alleen
draadbreuken aanzienlijk verminderd worden.
aan de daarvoor bestemde kraanogen plaatsvinden. VoorDe draad kan heet worden; raak hem daarom niet zon- aleer de zaag te transporteren, controleer of alle verder handschoenen aan!
wijderbare onderdelen goed vastzitten, of de aanGebruik voor het vastzetten van de rolbokken, de draad- drijvingseenheid vergrendeld is en de eindstop gemonzaag en voor het beveiligen van de delen alleen beves- teerd is. Men mag zich nooit binnen het bereik van aan
tigingsmateriaal van voldoende afmetingen (ankers,schroe- een kraan hangende lasten bevinden.
ven etc.). Let erop dat de netspanning overeenkomt
met de gegevens op de typeplaatjes.
Bij het gebruik van stellingen, ladders of platformen
enz., controleer of deze onbeschadigd zijn en van een
type dat beantwoordt aan en opgesteld is volgens de
voorschriften.
De operator moet ervoor zorgen dat niemand aanwezig is in de gevarenzone tijdens het zagen. Dit geldt ook
voor het niet-zichtbare gebied gebied, bijv. aan de achterkant van de zaagzijde. Indien nodig moet een voldoende groot gebied afgezet worden of moeten er wachtposten met veiligheidspersoneel opgesteld worden.
Let steeds goed op. Observeer het zaagproces, de waterkoeling en de omgeving van de werkplek. Werk niet met
de draadzaag als u zich niet ten volle kunt concentreren!
Er mogen aan de draadzaaguitrusting geen veranderingen worden aangebracht. Wijziging van de fabrieksingestelde omzettingsparameters (DS WS10-E) is verboden.
5.7 Veiligheidsmaatregelen voor het transport
van de draadzaag
Vermijd het heffen en dragen van zware voorwerpen.
Gebruik geschikte hefwerktuigen en transportmiddelen
en verdeel zware ladingen onder meerdere personen.
Gebruik de voor het transport aanwezige grepen. Houd
de grepen altijd schoon en vrij van vet.
30
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
6. Voorbereidingen in het werkgebied
Voorbereidingen in het werkgebied 6.1
6.2
6.3
6.4
6.5
6.6
6.7
6.8
6.9
De zaaglijnen markeren
Planning draadgeleiding en indeling van zaagsneden
Toepassingsvoorbeelden
Bepaling van de vereiste opslag en de vereiste draadlengte
Duidelijke veiligheidsmaatregelen in het werkgebied
Elektrische voeding / zekering DS WS10-E
DS WS10-E bedradingsschema
Verlengsnoeren / geleiderdiameters
Koelwatervoorziening
32
32
32
33
34
34
34
34
34
31
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
6. Voorbereidingen in het werkgebied
6.1 De zaaglijnen markeren
6.3 Toepassingsvoorbeelden
De weg te zagen delen worden doorgaans gemarkeerd Hierna vindt u enkele aanbevelingen voor de meest gebruidoor de klant.
kelijke toepassingen:
Indien nodig, grootte en gewicht van de betonblokken
aanpassen aan de vereiste afmetingen door ze in zaagVOORZICHTIG
sneden te verdelen (d.w.z. afhankelijk van de werkwijze, Houd u bij het positioneren van de draadgeleiding en de
verplaatsing van de blokken, de kraan of de maximum rolstandaards aan de in deze gebruiksaanwijzing gegedraagkracht van de vloer en de grootte van de deuren). ven voorbeelden. Voor andere draadgeleidingen is apart
overleg met een Hilti draadzaagspecialist nodig.
6.2 Planning draadgeleiding en indeling van zaag- Horizontale of verticale zaagsnede,
sneden
met zaaglengte van 20 tot 40 cm
Grondige scholing en ervaring zijn essentiële voorwaarden
voor het optimaal plannen van de indeling van zaagsneden en draadgeleiding.
Te grote draadcontactlengte en zaagsnedestraal leiden
tot een verminderde zaagprestatie.
De vuistregel is:
rolafstand H = zaaglengte L × 0.2
L
H
Horizontale of verticale zaagsnede,
met zaaglengte van 40 tot 70 cm
Als de zaaglengte 1,5 meter is, moet de rolafstand dus
0,3 meter bedragen (1,5 meter × 0,2 = 0,3 meter).
Bij het plannen van de draadgeleiding, zorg ervoor dat
de draadcontactlengte de 2 meter niet overschrijdt.
Stel de indeling van de zaagsneden zo in dat de zaagdraad niet komt vast te zitten door weggezaagde delen.
32
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
6. Voorbereidingen in het werkgebied
Horizontale of verticale zaagsnede,
met zaaglengte van 70 tot 200 cm
Horizontale of verticale zaagsnede
met zaaglengte van 50 tot 200 cm
Bondig zagen
met zaaglengte van 50 tot ca. 100 cm
Horizontale of verticale dwarse zaagsnede
Balk of zuilzaagsnede van 30 tot ca. 100 cm
6.4 Bepaling van de vereiste opslag en de vereiste draadlengte
Vereiste opslag (benaderde berekening)
Objectdikte × 2
Vereiste draadlengte (benaderde berekening)
Benodigde draadlengte voor minimaal tuigen* + lengte
aan trekzijde + 2 × objectdikte + zaaglengte + lengte aan
losse zijde
* De minimale draadlengten voor het tuigen vindt u onder "Technische gegevens".
33
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
6. Voorbereidingen in het werkgebied
6.5 Duidelijke veiligheidsmaatregelen in het
werkgebied
Heeft u gecontroleerd of er zich geen gevaarlijke buizen of kabels (gas, water, elektriciteit, enz.) bevinden
in het zaaggebied?
6.7 DS WS10-E pin toewijzing
Met netspanning 3 x 400 V
Pin toewijzing
3P+N*+PE
Stekkertype
32 A / 6 h
Schema;
Zijn de effecten van het zaagwerk op de stabiliteit duidelijk
en zijn steunen geplaatst die de ladingen voldoende
kunnen ondersteunen?
3 x 200 V
3P+PE
63 A / 9 h
L3
L1
L2
N
L1
PE
L2
PE
L3
L1 = fase 1, L2 = fase 2, L3 = fase 3, N = neutrale geleider, PE = aardgeleider
Kan de mogelijkheid op gevaar of beschadiging als
gevolg van het gebruikte koelwater worden uitgesloten?
* Het 230 V stopcontact op het besturingspaneel functioneert enkel als de neutrale
geleider (N) aangesloten is.
Worden de veiligheidsmaatregelen toegepast om ervoor
VOORZICHTIG
te zorgen dat personen geen verwondingen oplopen
Indien
nodig
kan een bevoegd elektricien de bijgeleen dat eigendom en uitrustingen niet kunnen beschadigd worden door vallende objecten of afval dat kan verde CEE stekker op uw voedingskabel monteren.
rondvliegen tijdens het zagen?
Kunnen de te zagen delen veilig verwijderd en afgevoerd worden als afval?
6.8 Verlengsnoeren / geleiderdiameters
Gebruik alleen voor het toepassingsgebied toegestane
Beantwoorden de beschikbare elektrische voeding en verlengsnoeren met kernen van voldoende diameter. In
watertoevoer aan de specifieke vereisten?
overeenstemming met EN 61029-1 moeten geleiders
minstens de volgende diameters hebben: 1.5 mm2 voor
Is de vereiste uitrusting beschikbaar volgens de cor- 16 A, 4 mm2 voor 32 A en 10 mm2 voor 63 A (geleider
recte specificaties?
diameter = diameter van individuele geleiders).
Is het uit te voeren werk goedgekeurd door de bouwdi- Onjuiste geleiderdiameters en te lange kabels leiden tot
rectie?
een spanningsverlies, waardoor de kabel kan oververhitten.
6.6 Elektrische voeding / zekering – DS WS10-E
Verlengsnoeren volledig ontrollen vooraleer de machine te bedienen.
VOORZICHTIG
Of u netvoeding of generatorvermogen gebruikt, steeds 6.9 Koelwatervoorziening
controleren of een aardgeleider en reststroomonderbreker aanwezig en aangesloten zijn. De zekeringswaarden Bij een temperatuur van 30°C is een waterdoorstroming
van de elektrische voeding in het werkgebied moeten van ca. 7l/min vereist om de aandrijvingseenheid af te
de volgende zijn:
koelen (DS WS10-E).
Met netspanning
Zekeringswaarde:
Reststroomonderbreker:
3 x 400 V
32 A
30 mA
(type A)
34
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
3 x 200 V
63 A
30 mA
(type A)
De automatische beveiliging van de machine wordt geactiveerd bij onvoldoende koeling (DS WS10-E).
Gebruik enkel zuiver koelwater.
6. Voorbereidingen in het werkgebied
Als de druk in de watertoevoer laag is, moet een terugslagklep geplaatst worden om te voorkomen dat vuil
water in de watertoevoer terechtkomt.
35
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
7. Opstelling van het zaagsysteem
Opstelling van het zaagsysteem
7.1
7.2
7.3
7.4
7.5
7.6
7.7
7.8
7.9
7.10
7.11
7.12
7.13
7.14
Het maken van de doorvoerboringen
Bevestiging van de grondplaat
Bevestiging van de geleidingseenheid
Optionele opslaguitbreiding monteren
Eindstop opzetten
Wieldrager monteren
Aandrijvingseenheid monteren
Persluchtleiding aan de pneumatische cilinder aansluiten
Draad doorhalen, verbinden en tuigen
Monteren van de beschermende afdekkingen
Persluchtleidingen aan de besturingseenheid aansluiten
Montage van de watertoevoer
Aansluiting van de hydraulische leidingen (DS WS10)
Voedingskabel aansluiten op de besturingseenheid (DS WS10-E)
38
38
39
39
40
40
40
43
41
42
43
43
44
44
37
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
7. Opstelling van het zaagsysteem
7.1 Het maken van de doorvoerboringen
2
1
Handgreep
Doorvoerboring
De positie van de doorvoerboringen heeft een directe Optimale positie voor bevestigingsanker
invloed op de nauwkeurigheid van de zaagsnede. Bij grote wanddiktes of kleine toegestane toleranties raden wij
4
5
u daarom aan de doorvoeringen te boren met een diamantboormachine op een standaard.
Bij kleine wanddiktes of grotere toegestane toleranties
kunnen de boringen ook met een boorhamer worden
1
gemaakt.
Als diameter van de boor adviseren wij u 16 mm, maar
minstens ca. 4% van de objectdikte.
3
6
6
NOTA
Bij zeer dikke objecten maakt een iets tapsere zaagsne2
de het makkelijker om het weggezaagde deel te verwijderen. Dit bekomt men met de doorvoerboringen uit
Vasthoudmagneten voor bevestiging aan grondplaat
te voeren onder hoek.
Spanspil
Spanmoer
Doorvoerboring voor diamantdraad
Zaagrand
7.2 Bevestiging van de grondplaat
Nivelleerschroeven
Een voldoende gedimensioneerde en correct uitgevoerde, stabiele bevestiging van de draadzaag en eventueel
WAARSCHUWING
gebruikte rolstandaards is een belangrijke voorwaarde
Gebruik voor de aanwezige ondergrond geschikte plugvoor efficiënt en veilig gebruik van de machine.
gen en neem de aanwijzingen van de fabrikant van de
Bij toepassingen waarbij de kleine draadzaag direct bij pluggen in acht.
de zaagsnede wordt gemonteerd, helpt de sjabloon u de
nauwkeurige positie van de ankerboring te bepalen en NOTA
de grondplaat in de nauwkeurige zaagpositie uit te richHilti metalen hollewandpluggen, M12, zijn meestal
ten.
geschikt voor het bevestigen van diamantmachines
in ongescheurd beton. Onder bepaalde omstandigheden kan echter een alternatieve bevestiging noodzakelijk zijn. Wendt u zich bij vragen over de veilige
bevestiging tot de Expert Consulting van Hilti.
38
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
7. Opstelling van het zaagsysteem
Als er problemen met betrekking tot het veilig bevestigen op een ondergrond zoals bros beton, metselwerk
kunst- of natuursteen optreden, geeft onze Hilti buitendienstmedewerker u graag advies.
WAARSCHUWING
Vacuümplaten zijn in geen geval toegestaan voor het
bevestigen!
Werkwijze
a) Ankerboring met sjabloon aftekenen
b) Boren, boring reinigen, Hilti HKD-D anker insteken Excentriekpen met de klok mee vastdraaien..
en expanderen
c) Spanspil tot aanslag indraaien
d) Sjabloon aan grondplaat bevestigen
7.4 Optionele opslaguitbreiding monteren
e) Grondplaat met sjabloon opzetten en met spanmoer Met de optioneel verkrijgbare opslaguitbreiding kan de
borgen
opslagcapaciteit van de draadzaag vergroot worden.
f) Grondplaat uitrichten en spanmoer en nivelleerschroeven vastdraaien
7.3 Bevestiging van de geleidingseenheid
3
2
1
Verbindingskegel insteken en met excentriekpen vastklemmen.
Sleutel 1/2ʺ kniegewricht
Excentriekpen
Geleidingseenheid
Opslaguitbreiding opzetten en met excentriekpen vastklemmen.
VOORZICHTIG
Gebruik enkel het aanbevolen toebehoren voor het verOpnamekegel in geleidingsrail inbrengen en excentriek- groten van de opslagcapaciteit en vergroot deze nooit
boven de maximale toegelaten lengte van 2 meter.
pen geheel insteken.
39
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
7. Opstelling van het zaagsysteem
7.5 Eindstop opzetten
Eindstop monteren.
7.7 Aandrijvingseenheid monteren
Excenterbout ontgrendelen.
VOORZICHTIG
Werk in geen geval zonder correct gemonteerde beschermende afdekkingen en gemonteerde eindstop!
7.6 Wieldrager monteren
Spanhaak in opnamesleuf inbrengen.
Wieldrager opzetten (let op de afstand tot de muur)
Excenterbouten inschuiven en met de klok mee vastdraaien. Eindstop monteren.
Bevestigingselement sluiten en spanhefboom vastdraaien.
40
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
7. Opstelling van het zaagsysteem
7.8 Persluchtleiding aan de pneumatische
cilinder aansluiten
Leid de draad vervolgens door de holle assen van de
rolstandaards (indien gebruikt) en daarna door de holle assen van de wieldrager aan de kleine draadzaag.
Om een gelijkmatig ronde afslijting van de zaagdraad
te bereiken raden wij u aan deze voor het verbinden ca.
0,5 maal per meter draadlengte tegen de klok in te draaien.
Persluchtleiding aan de pneumatische cilinder aansluiten.
7.9 Draad doorhalen, verbinden en tuigen
Let er bij het doorhalen van de zaagdraad op dat de
indicatie van de looprichting op de zaagdraad overeenkomt met de draairichtingspijl op de aandrijvingseenheid. Het aandrijvingswiel draait van voren gezien
tegen de klok in.
Leg de zaagdraad over de omkeerrollen en het aandrijvingswiel en span hem licht door de positie van de
aandrijvingseenheid te veranderen (zuigerstangklem).
1
Als de markering van de looprichting niet meer zichtbaar is, is de looprichting te zien aan de conische afslijting van de draadkraal (het smalle deel wijst in de
looprichting).
Leid de zaagdraad eerst door het te zagen object en
rond dan de zaagranden aan de achterkant door met Voortbewegingsarrêtering
de hand heen en weer trekken af tot de draad met de
Zet de aandrijvingseenheid vervolgens in zijn positie vast.
hand te bewegen is.
41
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
7. Opstelling van het zaagsysteem
7.10 Monteren van de beschermende afdekkingen
2
3
Afzetpunt pneumatisch cilinder
Zet vervolgens terugloopblokkering los , schuif de zui- Beschermplaat inbrengen.
gerstang volledig in, klem hem vast en breng de terugloopblokkering opnieuw in positie.
3
Beschermplaat met splitpen borgen.
Terugloopblokkering
Terugloopblokkering voorkomt dat de zaagdraad bij het
VOORZICHTIG
op gang komen door het elastische terugveren van de Werk in geen geval zonder correct gemonteerde bescherzuigerstang minder gespannen wordt. Na het vastklem- mende afdekkingen en gemonteerde eindstop!
men van de terugloopblokkering kan de arrêtering
van de voortbewegingeenheid los gemaakt worden.
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
De lange beschermplaat moet gemonteerd worden als
Zet de arrêtering van de voortbewegingseenheid en de de draadopslaguitbreiding gebruikt wordt.
vastklemming van de zuigerstang pas los nadat u zich
ervan hebt vergewist dat er bij de voortbewegingscilinder geen druk is.
42
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
7. Opstelling van het zaagsysteem
7.11 Persluchtleidingen aan de besturingseenheid
aansluiten
7.12 Montage van de watertoevoer
Het T-verbindingsstuk aansluiten op de hydraulische
Drukluchtleidingen aan de compressor en aan de bestu- eenheid (DS WS10).
ringseenheid aansluiten (DS WS10).
De koelwaterlansen op het 3-polige verbindingsstuk
aansluiten (DS WS10).
Drukluchtleidingen aan de compressor en aan de bestu- Het T-verbindingsstuk aansluiten op de aandrijvingseenheid (DS WS10-E).
ringseenheid aansluiten (DS WS10-E).
De koelwaterlansen op het T-verbindingsstuk aansluiten (DS WS10-E).
De koelwaterlansen bij de draadintreeplaatsen monteren.
43
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
7. Opstelling van het zaagsysteem
7.13 Aansluiting van de hydraulische leidingen
(DS WS10)
7.14 Voedingskabel aansluiten op de besturingseenheid (DS WS10-E)
Sluit de voedingskabel aan en bevestig de stekker
(DS WS10-E)
De hydraulische leidingen aansluiten op de aandrijvingseenheid (DS WS10)
De hydraulische leidingen aansluiten op het ventielblok/ hydraulische eenheid (D-LP15 / D-RC22 of
D-LP32).
VOORZICHTIG
De lengte van de gebruikte hydraulische leidingen moet
minstens zo groot zijn dat het aggregaat buiten de directe
gevarenzone kan worden geplaatst!
44
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
8. Bediening en zaagproces
Bediening en zaagproces
8.1
8.2
8.3
8.4
8.5
8.6
Controleren voor het zagen
Instelling van de opstartzaagdruk
Zaagproces starten
Zaagproces controleren
Voortbeweging bij einde van slag bijstellen
Werkzaamheden voor en na beëindiging van het zaagproces
46
46
47
48
48
49
45
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
8. Bediening en zaagproces
8.1 Controleren voor het zagen
■ Is de gevarenzone voldoende afgebakend en zijn de
geschikte veiligheidsmaatregelen getroffen?
■ Zijn de beschermende afdekkingen en eindstop correct geplaatst?
■ Zijn de nodige steunen en afdekkingen gemonteerd?
■ Zijn er stappen ondernomen voor een gecontroleerde afvoer van het koelwater?
■ Is elk onderdeel van de uitrusting voldoende veilig
ingericht?
■ Is de zaagdraad correct gemonteerd met de kralen in
de juiste richting en kan de draad makkelijk met de hand Voortbewegingdruk instellen (DS WS10-E)
door de zaagsnede worden getrokken?
■ Zijn de geleiderollen exact uitgericht met de zaagdraad?
■ Is de slaglengte van de voortbewegingscilinder correct?
■ Zijn de elektrische kabels, water- en drukluchtleidingen en, waar nodig, de hydraulische leidingen (DS WS10)
op een veilige manier gelegd en correct aangesloten?
■ Zijn de koelwaterlansen correct gepositioneerd? (het
water moet door de zaagdraad in de zaagsnede getrokken worden)
■ Voldoen de elektriciteitsvoorzieningen en watertoevoer aan de voorgeschreven vereisten?
Voortbewegingventiel activeren (DS WS10)
8.2 Instelling van de opstartzaagdruk
Stel de voortbewegingdruk in op de op het bedieningspaneel aanbevolen waarde en span de draad met behulp
van het voortbewegingventiel.
Voortbewegingventiel activeren (DS WS10-E)
Voortbewegingdruk instellen (DS WS10)
46
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
8. Bediening en zaagproces
8.3 Zaagproces starten
■ De hoofdschakelaar staat in de AAN-positie en de "vermogens"indicator licht groen op.
■ De voortbewegingshendel staat in de "zaag" (voortbewegings) stand en de zaagdraad is lichtjes gespannen. Alle andere schakelaars staan op "UIT" of "0".
■ De zuigerstang wordt door de terugloopblokkering in
zijn positie vastgezet en de arrêtering op de voortbewegingsbehuizing is ontgrendeld.
Schakel de hoofdaandrijvingseenheid van de DS WS10■ De waterventielen staan open en het koelwater wordt E om de zaagdraad te doen lopen.
rechtstreeks naar de zaagplek gevoerd.
■ Stel de voortbewegingsdruk in op ca. 1 tot 2 bar op Gebruik de snelheidsregelaar (DS WS10-E) of pas de
het bedieningspaneel door middel van de regelknop (uit- oliestroom aan (D-LP 32) om de draadsnelheid geleidelijk te verhogen door ondertussen de voortbewetrekken om los te maken)
gingsdruk te vergroten.
■ Stel de zaagsnelheid bij tot ca. 12–15 m/s (DS WS10E of DS WS10 met D-LP 32)
VOORZICHTIG
Schakel de hoofdaandrijving onmiddellijk uit als de
draad niet meteen in beweging komt. Het aandrijvingswiel
kan schade oplopen indien de zaagdraad doorslipt terwijl het wiel draait.
■ Zet het voortbewegingsventiel in de middelste (neutrale) stand en controleer of de zaagdraad makkelijk
met de hand door de zaagsnede kan worden getrokken. Indien niet:
■ Rond de zaagranden af door beitelen of slijpen of
door de draad met de hand door te halen.
■ Verwijder kleine steentjes of fragmenten enz. die
ingeklemd kunnen zitten in de zaagsnede.
■ Controleer en optimaliseer de draadgeleiding
Herhaal het opstartproces.
Verhoog de snelheid tot de optimale zaagsnelheid is
bereikt.
Stel de pneumatische voortbewegingsdruk (bar) zo in
dat de aangegeven elektrische stroom net onder de
rode zone ligt op de meter (DS WS10-E) of stel de
hydraulische werkdruk in op een waarde tussen 80 en
120 bar (DS WS10).
Schakel de hoofdaandrijvingseenheid van de DS WS10 NOTA
Indien de zaagboog van de draad te vlak is, kan geen
om de zaagdraad te doen lopen.
47
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
8. Bediening en zaagproces
volledig gebruik worden gemaakt van de beschikbare 8.5 Voortbeweging bij einde van slag bijstellen
elektrische stroom wegens een gebrek aan voortbewegingsdruk.
Schakel de aandrijvingseenheid en de elektrische voeding uit wanneer het einde van de slag bereikt is. Activeer de voortbewegingsarrêtering aan de geleidings8.4 Zaagproces controleren
behuizing
WAARSCHUWING
Blijf dicht bij het besturingspaneel tijdens het zagen
zodat u de noodstop te allen tijde kunt indrukken.
1
■ Kom alleen in de gevarenzone, bijv. om de waterlansen en de geleidingsrollen bij te stellen, de voortbewegingcilinders te verstellen of klemwiggen te monteren, wanneer de draadzaag uitgeschakeld is en de
aandrijving stilstaat (stroom uitgeschakeld).
■ Let op voldoende koeling van de zaagdraad en stel Schakel de voortbewegingsarrêtering in.
de straalrichting van de waterlansen zo dat er genoeg
water op de zaagplek komt.
Zet de pneumatische voortbewegingseenheid in de
neutrale (middelste) stand.
■ Let erop dat de zaagdraad rustig en zonder trillingen loopt. Als de draad begint te trillen, moet de richting van de geleidingsrollen of de voortbewegingdruk
bijgesteld worden.
■ Let erop dat de hydraulische werkdruk (DS WS10)
tussen 80 en 120 bar ligt. Als de druk daalt, kunt u deze
door verhoging van de pneumatische voortbewegingdruk weer naar omhoog halen. Indien de druk (DS
WS10) of stroom (DS WS10-E) onder de optimale waarde daalt kunt u deze opnieuw doen stijgen door de pneumatische voortbewegingsdruk te verhogen of, respectievelijk, de straal van de zaagboog te verminderen.
2
Regelventiel voor voortbewegingventiel (DS WS10).
2
Regelventiel voor voortbewegingventiel (DS WS10E).
48
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
8. Bediening en zaagproces
8.6 Werkzaamheden voor en na beëindiging van
het zaagproces
VOORZICHTIG
Zet de arrêtering van de voortbewegingseenheid en de
vastklemming van de zuigerstang pas los nadat u zich
ervan hebt vergewist dat er bij de voortbewegingscilinder geen druk is.
■ Zorg er vóór het doorzagen van het object voor dat
de vrijkomende draad veilig kan worden opgevangen
door de aan de zaagsnede gemonteerde geleidingsrollen.
Daarna kunt u de terugloopblokkering en de zui- ■ Verlaag voor het doorzagen indien mogelijk de draadsgerstangklem vervolgens loszetten en de zuigers- nelheid en schakel de aandrijving onmiddellijk uit zodtang met de hand naar binnen duwen.
ra het object doorgezaagd is.
4
5
3
■ Schakel de aandrijvingseenheid uit en breng de zuigerstang naar binnen (omgekeerde werkdrukrichting).
Zet vervolgens het pneumatische voortbewegingventiel op de neutrale middelste stand en arrêteer dan de
geleidingsbehuizing.
■ Verwijder de zaagdraad en demonteer de rolstandaards, aandrijvingseenheid en draadopslag voor zover
nodig en volg daarbij de montage-instructies in de
omgekeerde volgorde.
Afzetpunt pneumatisch cilinder
Terugloopblokkering
Zuigerstang
1
3
4
Vervolgens de zuigerstang vastklemmen, terugloopblokkering instellen en vastzetten, en daarna de voortbewegingsarrêtering los zetten.
49
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
9. Onderhoud en reparaties
Reiniging, onderhoud en reparaties 9.1 Reiniging
9.2 Onderhoud
9.3 Elektrisch circuitschema
voor DS WS10-E 3x200 V besturingspaneel
9.4 Elektrisch circuitschema
voor DS WS10-E 3x200 V besturingspaneel (besturingscircuit)
9.5 Elektrisch circuitschema
voor DS WS10-E 3x400 V besturingspaneel
9.6 Elektrisch circuitschema
voor DS WS10-E 3x400 V besturingspaneel (besturingscircuit)s
9.7 Pneumatisch circuitschema
voor de aandrijvingseenheid van de draadzaag
52
52
53
54
55
56
57
51
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
9. Onderhoud en reparaties
VOORZICHTIG
Trek de stekker uit het stopcontact en ontkoppel de persluchtvoorziening.
VOORZICHTIG
Bij temperaturen onder nul moet de uitrusting langzaam
VOORZICHTIG
worden opgewarmd voor ze in te schakelen en het koelHet apparaat, met name de greepgedeelten, schoon en circuit moet volledig geleegd worden door het met
vrij van olie en vet houden. Gebruik geen siliconenhou- druklucht uit te blazen voor lange onderbrekingen of peridende reinigingsmiddelen.
oden van onbruik.
9.1 Reiniging
Regelmatige grondige reiniging en onderhoud van de
installatie zorgt ervoor dat alle bewegende onderdelen
en bedieningselementen vlot lopen en voorkomt dat de
installatie door vervuiling schade oploopt.
Wij adviseren een grove reiniging van de draadzaag en
de rolbokken na elke zaagsnede. Let daarbij in het bijzonder op de loopvlakken en de tandstang van de geleidingsrail en op alle bewegende delen en bedieningselementen.
Reinig aan het eind van elke werkdag de hele installatie
met uitzondering van de elektrisch gevoede componenten zoals compressor en hydraulisch aggregaat met veel
water en een middelharde borstel. Neem de reinigingswerkzaamheden in uw dagelijkse planning op!
9.2 Onderhoud
Controleer na afloop van de reiniging of alle bewegende delen licht lopen, correct werken en niet beschadigd
zijn. Let erop dat de aandrijvingseenheid in onbelaste
toestand met max. 1 bar luchtdruk zonder schokken
over de hele slaglengte bewogen kan worden. Beschadigde of slecht werkende onderdelen moeten voor het
verdere gebruik vervangen worden om ongevallen of
dure gevolgschade te voorkomen.
Het insprayen van de gereinigde machine met een betonscheidingsmiddel vermindert het vastplakken van vuil
en vergemakkelijkt de volgende reiniging.
Leeg minstens één keer per maand de onderhoudseenheid aan het bedieningspaneel en het drukreservoir van de drukluchtcompressor.
52
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
De luchtfilters bovenaan rechts en onderaan de besturingseenheid moeten periodiek gecontroleerd worden
op vervuiling en vervangen worden indien nodig.
54
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
10
9
A1
4
3
A2
L-01
T-01
MS-01
2 NOT AUS
2
1
1
X1 Betrieb
X2
Motor
Anschluß
Steuerstromverdrahtung 1² mm
24V DC / -
24V DC / +
T-02
T-03
9
5
10
A2
A1
6
Motor Ein
K-01
Störung
K-02
5
4 Motor Ein
3
2 Motor Aus
1
3
K-01
PE
X1
X2
Motor Ein
L-02
9 Motor Ein
5
42
41
A2
A1
Änd.
Gepr.
Gez.
Störung
K-02
Frequenz
Umformer
7
3
K-02
L-03
Name
Störung
X1
X2
8
Störung
1.02.2008 Koschler
Datum
2
10
4
Steuerstromkreis
DS WS10-E 3x200V
1
Blattnummer
DS WS10-E
Blattanzahl
Plattner Ges.mbh
2
9. Onderhoud en reparaties
9.4 Elektrisch circuitschema voor DS WS10-E 3x200 V besturingspaneel (besturingscircuit)
56
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
10
9
A1
4
3
A2
L-01
T-01
MS-01
2 NOT AUS
2
1
1
X1 Betrieb
X2
Motor
Anschluß
Steuerstromverdrahtung 1² mm
24V DC / -
24V DC / +
T-02
T-03
9
5
10
A2
A1
6
Motor Ein
K-01
Störung
K-02
5
4 Motor Ein
3
2 Motor Aus
1
3
K-01
PE
X1
X2
Motor Ein
L-02
9 Motor Ein
5
42
41
A2
A1
Änd.
Gepr.
Gez.
Störung
K-02
Frequenz
Umformer
7
3
K-02
L-03
Name
Störung
X1
X2
8
Störung
1.02.2008 Koschler
Datum
2
10
4
Steuerstromkreis
DS WS10-E 3x400V
1
Blattnummer
DS WS10-E
Blattanzahl
Plattner Ges.mbh
2
9. Onderhoud en reparaties
9.6 Elektrisch circuitschema voor DS WS10-E 3x400 V besturingspaneel (besturingscircuit)
9. Onderhoud en reparaties
9.7 Pneumatisch circuitschema voor DS WS10 / DS WS10-E
57
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
10. Foutopsporing
Foutopsporing
10.1
10.2
10.3
10.4
10.5
10.6
10.7
10.8
10.9
10.10
10.11
10.12
10.13
10.14
10.15
10.16
10.17
10.18
10.19
10.20
Aandrijvingswiel / zaagdraad begint niet te draaien
Het aandrijvingswiel slipt door /
de draad wordt niet meegenomen
Bij het op gang komen springt de zaagdraad
van de aandrijvings- of geleidingsrol
Geen of zeer geringe voortgang bij het zagen
Te grote slijtage van diamantdraad
Zaagdraad slijt ongelijkmatig / langs één kant af
Diamantdraad gaat in elkaar zitten /
diamantkralen naar elkaar toe verschoven
De diamantdraad wordt uit de persing getrokken
Draadbreuk direct voor of na de verbinder
De diamantdraad begint bij het gebruik sterk te trillen
De drukluchtcompressor start niet
De drukluchtcompressor kan geen druk opbouwen
Het toerental van het aandrijvingswiel
begint (hoorbaar) te oscilleren (DS WS10)
Machine start niet, groene "ready“ i
ndicatielampje brandt niet (DS WS10-E)
Machine start niet, groene "ready“ en rode "fault"
indicatielampje branden niet (DS WS10-E)
Machine start niet, hoewel groene "ready“
indicatielampje brandt (DS WS10-E)
Geen stroom bij het 230V stopcontact (DS WS10-E)
Stroominvoer is te hoog bij onbelaste
toestand en zagen (DS WS10-E)
Het onderhoudslampje brandt en de
aandrijvingseenheid werkt mogelijk niet (DS WS10-E)
De reststroomonderbreker is geactiveerd
60
60
60
60
60
61
61
61
61
61
62
62
62
62
62
62
62
63
63
63
59
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
10. Foutopsporing
10.1 Aandrijvingswiel / zaagdraad begint niet te
draaien
Het aandrijvingswiel is te sterk afgesleten
– Aandrijvingswiel vervangen.
De draad wordt om te veel / te scherpe randen (< 90°)
10.3 Bij het op gang komen springt de zaagdraad
geleid op de betonondergrond
– Randen door beitelen afronden en de draad met de van de aandrijvings- of geleidingsrol
hand goed doorhalen.
– Plaats geleidingsrollen om de randen bij de hoeken De terugloopblokkering is niet ingesteld en vastgezet
– Terugloopblokkering geheel in richting cilinder schuiminder scherp te maken.
ven en klemmen.
– Verminder het aantal hoeken door de draadgeleiding
te veranderen.
Geleidingsrollen zijn niet nauwkeurig uitgericht
– Geleidingsrollen nauwkeurig op elkaar uitrichten.
De draad is te sterk voorgespannen
– Voorspanning door drukverlaging verkleinen.
10.4 Geen of zeer geringe voortgang bij het zagen
Te grote zaagsnee- resp. contactlengte
– Zaagsnede in meerdere afzonderlijke sneden verdeDe hydraulische werkdruk (DS WS10) of de stroominlen.
voer (DS WS10-E) is te laag
– Contactlengte door extra ontkoppelrol verkorten.
– Verhoog de pneumatische voortbewegingsdruk.
Draad is tegen de voorgeschreven looprichting in – Zaagboog spitser instellen.
gemonteerd (kralen lopen niet in de juiste richting)
– Looprichting controleren en zo nodig veranderen Te grote zaag- of draadcontactlengte
(smalle kant van kraal wijst tegen de looprichting in) – Draadcontactlengte met ontkoppelrol reduceren.
– Zaaglengte verkleinen / zaagsnede in meerdere afzonderlijke sneden verdelen.
Een nieuwe draad klemt in reeds aanwezige, nauwere zaagsnede
Slede aan de geleidingseenheid loopt zwaar
– Dunnere draad gebruiken.
– Controleren of slede licht loopt (zonder stoten < 1 bar
luchtdruk). Zo nodig geleidingsbaan, tandstang en
De zaagdraad is beschadigd
rollen reinigen.
– Draad op knikken controleren.
– Controleren of de verbinders correct gemonteerd
Zaagkralen zijn gepolijst geraakt of slecht voorgeslezijn en of ze dunner zijn dan de draad.
– Controleren of de draad steeds in dezelfde loop- pen
– Kralen op zaagdraad scherp maken
richting is gebruikt.
– Nieuwe draad steken.
10.2 Het aandrijvingswiel slipt door / de draad
wordt niet meegenomen
De voortbewegingscilinder heeft de eindstand bereikt
of de slede staat tegen de eindstop
– Eindstop opnieuw positioneren.
De diamantdraad is te los of te weinig voorgespan- – Cilinder bijstellen en opslaguitbreiding monteren indien
nodig.
nen
– Controleren of het voortbewegingventiel op positie
"trekken" staat.
10.5 Te grote slijtage van diamantdraad
– Spanning vergroten door druk te verhogen.
– Controleren of cilinder aan het slageinde en of de
Te lage zaagsnelheid / te laag toerental
slede tegen de eindstop staat.
– Controleren of de slede vlot beweegt op de gelei- – Zaagsnelheid opdrijven door aandrijvingssnelheid te
verhogen
dingseenheid.
60
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
10. Foutopsporing
Te weinig koel-/spoelwater (er is stofontwikkeling) De verbinder te ver naar achteren of te ver naar voren
– Water nauwkeurig op de draad en in de zaagsnede vastgeperst
– Verbinder exact op de door de verbinderfabrikant
leiden.
voorgeschreven plaats vastpersen.
– Watervolume vergroten.
– Snij de draad af op de juiste hoeken en verwijder de
Te hoge draadspanning in verhouding tot de draadjuiste hoeveelheid plastieklaag.
contactlengte bij de zaagsnede
– Zaaglengte vergroten en/ of draadspanning verla- De verbinder was te dicht bij het uiteinde vastgeperst
– Verbinder vastpersen op de door de verbinderfabrigen.
kant aangegeven positie.
Zeer schurend materiaal
– Andere diamantdraad-specificatie gebruiken.
10.9 Draadbreuk direct voor of na de verbinder
10.6 Zaagdraad slijt ongelijkmatig / langs één
kant af
Te sterke belasting door wisseling van buiging
– Belasting verminderen door gebruik van een flexibele verbinder.
– Voor zover mogelijk, slechts één verbinder gebruiDraad werd niet gedraaid voor het verbinden
ken voor elke draadlus (een volledige draadlengte)
– Draad voor het verbinden ca. 0,5 maal per meter
draadlengte tegen de klok indraaien (gezien op het – Een nieuwe draad plaatsen indien draadbreuk zich
te vaak voordoet.
draadeinde).
10.7 Diamantdraad gaat in elkaar zitten / diamantkralen naar elkaar toe verschoven
10.10 De diamantdraad begint bij het gebruik
sterk te trillen
Te hoge of te lage draadspanning
Onvoldoende koeling van de zaagdraad
– Ervoor zorgen dat er altijd genoeg water in het zaag- – Draadspanning optimaliseren door druk bij te stellen.
punt komt.
– Bij droog zagen koelpauzes inlassen.
De geleidingsrollen zijn niet nauwkeurig uitgericht
De diamantdraad wordt tijdens het zagen met een – Geleidingsrollen nauwkeurig op elkaar uitrichten.
schok geblokkeerd
De afstand tussen de geleidingsrollen is te groot (te
– Object beveiligen tegen wegglijden.
grote vrije draadlengte)
– Op volgorde van de zaagsneden letten.
– Vrije draadlengte door montage van extra rolbokken
– Los materiaal uit de zaagspleet verwijderen.
verkleinen.
– Draadzaag dichter bij zaagsneden plaatsen.
10.8 De diamantdraad wordt uit de persing
Een geleidingsrol is versleten en niet-rond of een
getrokken
steentje zit vastgeklemd in de gleuf
Gebruik van een ongeschikte perstang (onjuiste pers- – Rollen controleren en vervangen indien nodig.
– Rolgroeven controleren en uitreinigen indien nodig.
kracht)
– Gebruik de door de verbinderfabrikant aanbevolen
perstang.
De persbekken van de tang zijn versleten
– Persbekken vervangen.
61
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
10. Foutopsporing
10.11 De drukluchtcompressor start niet
1
2
3
4
Stroomaansluiting ontbreekt
– Elektrische voeding aansluiten.
Compressor is niet ingeschakeld
– Compressor inschakelen.
10.12 De drukluchtcompressor kan geen druk
opbouwen
10.15 Machine start niet, groene "ready“ en rode
"fault" indicatielampje branden niet (DS
WS10-E)
Compressor is met lege tank aan het bedieningspaneel aangesloten.
– Drukluchtslang bij de compressor los maken en compressor laten lopen tot hij via de druksensor uitge- De voedingskabel van de aandrijvingseenheid is niet
schakeld wordt – daarna drukluchtslang weer aans- aangesloten op het besturingspaneel
– Kabel aansluiten
luiten.
Thermische beveiligingsschakelaar geactiveerd door
10.13 Het toerental van het aandrijvingswiel begint oververhitting van de machine
– Doorstroming van het koelwater verhogen of kouder
(hoorbaar) te oscilleren (DS WS10)
water gebruiken.
Te grote oliedoorstroming (> 50 l/min) activeert de
De overbelastingsschakelaar van de omvormer is
volumebegrenzing.
geactiveerd
– Oliestroom tot minder dan 50 l/min reduceren.
– De machine niet overladen.
– Besturingspaneel tegen de zonnehitte beschermen.
10.14 Machine start niet, groene "ready“ indicatie- – Controleren of het koelsysteem van de besturingseenheid werkt en de filters vernieuwen indien nodig.
lampje brandt niet (DS WS10-E)
OPGELET:
De kabel staat niet onder stroom
– Zekering of stroomonderbreker controleren in de ver- Om de vermogensomvormer terug te stellen, ca. 30
deelkast van de elektrische voeding voor het werkge- seconden wachten en dan op de resetknop drukken.
bied.
De hoofdschakelaar staat in de "uit"-stand
– inschakelen.
10.16 Machine start niet, hoewel groene "ready“
indicatielampje brandt (DS WS10-E)
De spanning bij één van de fasen is te laag of een fase
ontbreekt volledig
De noodstopknop is ingedrukt
– 3 fasen afzonderlijk controleren.
– De noodstopknop uittrekken
– Verlengsnoer en stekkers / stopcontacten controleren op defecten of losse contacten.
10.17 Het 230V stopcontact werkt niet
Een zekering in de verdeelkast is defect
(DS WS10-E)
– Defecte zekering vervangen (reservezekeringen bevinden zich in de besturingseenheid).
Geen neutrale geleider in de elektrische voeding
– Zekering elektrische voeding
(3 P+PE)
– Zekering omvormer +
– Elektrische voeding controleren.
– Relais (2x)
62
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
10. Foutopsporing
10.19 Het onderhoudslampje brandt en de aandrijvingseenheid werkt mogelijk niet
5
De stroomonderbreker is geactiveerd
– De oorzaak van de storing verhelpen en de stroomonderbreker terugstellen
10.18 Stroominvoer is te hoog bij onbelaste
toestand en zagen (DS WS10-E
– De draadzaag heeft minstens 200 uren gewerkt. De
aandrijvingseenheid en het besturingspaneel moeten
zo snel mogelijk onderhoud krijgen om beschadiging
te voorkomen.
– De draagzaag heeft 250 uren gewerkt en de veiligheidsschakelaar werd geactiveerd om ernstige schade te voorkomen.
10.20 De reststroomonderbreker is geactiveerd
Isolatiefout
– Laat de uitrusting en elektrische voeding nakijken door
een bevoegd elektricien.
Het totale stroomverlies overschrijdt de maximale
Het systeem is overladen
activatiewaarde van de stroomonderbreker
– Voortbewegingsdruk verlagen.
– Controleren of de zaagdraad vlot beweegt. Indien hij – Andere toestellen loskoppelen van de gebruikte voeding (vooral deze met een HF elektrische besturing)
hapert: oorzaken verhelpen
– Zaagsnede lengte reduceren dmv ontkoppelrol
1
1
1
Ontbrekende fase
– Elektrische voeding controleren.
– De zekeringen op het besturingspaneel controleren en vervangen indien nodig.
63
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
11. Afvoer als afval
Laat afvalmateriaal recycleren.
Hilti-apparaten zijn voor een groot percentage gefabriceerd uit herbruikbaar materiaal. Voor hergebruik is correcte materiaalscheiding noodzakelijk. In veel landen is
Hilti er al op ingesteld om uw oude apparaat voor recycling terug te nemen. Vraag informatie hierover bij uw
verkoopadviseur of bij de klantenservice van Hilti.
Enkel voor EU-landen
Het is verboden elektrische toestellen samen
met huishoudelijk afval af te voeren.
Conform de Europese Richtlijn inzake elektronisch en
elektrotechnisch afval en hun gebruik overeenkomstig
de nationale wetgeving, moeten elektrische toestellen
die afgedankt zijn afzonderlijk worden opgehaald en op
een milieuvriendelijke wijze gerecycleerd worden.
Het rechtstreeks lozen van boor of zaagslik in rivieren,
meren of het rioolsysteem zonder voorafgaande behandeling vormt een gevaar voor het milieu. Vraag uw plaatselijke overheid om informatie over de huidige voorschriften.
• Verzamel het boor- of zaagslik (bijv. door middel van
een industriezuiger).
• Laat het slik opdrogen en voer het vaste deel af naar
een stortplaats voor bouwafval (uitvlokkingsmiddelen
kunnen het afscheidingsproces versnellen).
• Voordat u het resterende water (alkaline, pH-waarde
> 7) in de riolering laat lopen, neutraliseert u het met
neutralisatiemiddelen of door het met veel water te
verdunnen.
64
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
12. Garantie van de fabrikant
Neem bij vragen over de garantievoorwaarden contact
op met uw lokale HILTI dealer.
65
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
13. Conformiteitsverklaring (origineel)
Beschrijving
Omschrijving
Ontwerpjaar
Serienummer
Kleine draadzaag
DS WS10 / DS WS10-E
2003 / 2006
1001 tot 9999
Wij verklaren, op onze eigen verantwoording, dat dit product overeenkomt met de volgende richtlijnen en normen:
tot 19 april 2016: 2004/108/EG, vanaf 20 april 2016: 2014/30/EU, 2006/42/EG, 2011/65/EU, EN 60204‑1,
EN 12100.
Dit apparaat (DS WS10-E) voldoet aan de betreffende norm onder de voorwaarde dat het kortsluitvermogen
SSC op het aansluitpunt van de schakelkast met het openbare net groter dan of gelijk aan 1,3 MVA is. Het is de
verantwoordelijkheid van de installateur of de gebruiker van het apparaat ervoor te zorgen, eventueel na overleg met het stroombedrijf, dat dit apparaat alleen wordt aangesloten op een aansluitpunt met een SSC-waarde
groter dan of gelijk aan 1,3 MVA.
Hilti Corporation, Feldkircherstrasse 100, FL-9494 Schaan
Paolo Luccini
Head of BA Quality and Process Management
Business Area Electric Tools & Accessories
Johannes Wilfried Huber
Senior Vice President
Business Unit Diamond
06 / 2015
06 / 2015
Technische documentatie bij:
Hilti Entwicklungsgesellschaft mbH
Zulassung Elektrowerkzeuge
Hiltistrasse 6
86916 Kaufering
Deutschland
66
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03