Hilti DS WS10 Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding
Gebruiksaanwijzing nl
DS WS10 /
DS WS10-E
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
Inhoud
1. Algemene opmerkingen 4
2. Beschrijving 5– 11
3. Toebehoren 13–17
4. Technische gegevens 19–24
5. Veiligheidsinstructies 25–30
6. Voorbereidingen op de werkplaats 31–35
7. Opstelling van het zaagsysteem 37–44
8. Bediening en zaagproces 45–49
9. Onderhoud en reparaties 51–57
10. Foutopsporing 59–63
11. Afvoer als afval 64
12. Garantie van de fabrikant 65
13. Conformiteitverklaring (origineel) 66
Het is belangrijk dat u de gebruiksaanwijzing leest
voordat u de machine voor het eerst in gebruik
neemt.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing steeds bij de
machine.
Geef het draadzaagsysteem alleen samen met de
gebruiksaanwijzing aan andere personen door.
2
ORIGINELE GEBRUIKSAANWIJZING
DS WS10 / DS WS10-E diamantdraadzaagsysteem
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
Onderdelen en uitrusting
DS WS10 hydraulische draadzaag
Compacte draagzaag met hydraulische
aandrijving
Drukluchtcompressor met regelpaneel
Persluchtleidingen (2×7 m, 1×1 m)
Positioneersjabloon
Waterslangen (2×10 m)
Waterlans, flexibel
Waterlans, lang
Wateraansluiting met reguleerventiel
Sleutel
1
/
2
ʺ met kniegewricht
Gereedschapset met toebehoren
DS WS10-E elektrische draadzaag
Compacte draagzaag met elektrische
aandrijving
Besturingspaneel met luchtcompressorr
Persluchtleidingen (2×7 m, 1×1 m)
Positioneersjabloon
Waterslangen (2×10 m)
Waterlans, flexibel
Waterlans, lang
Wateraansluiting met reguleerventiel
Sleutel
1
/
2
ʺ met kniegewricht
Gereedschapset met toebehoren
3
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
1. Algemene informatie
Betekenis van de pictogrammen en andere
informatie
1.2
Veiligheidsaanwijzingen en hun betekenis
1.1
GEVAAR
Wijst op dreigend gevaar dat zou kunnen leiden tot lich-
amelijke of dodelijke verwondingen.
WAARSCHUWING
Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die zou kun-
nen leiden tot persoonlijk of dodelijk letsel.
VOORZICHTIG
Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die zou kun-
nen leiden tot licht persoonlijk letsel of beschadiging van
de uitrusting of ander eigendom.
NOTA
Vraagt aandacht voor aanwijzingen of andere nuttige
informatie.
Waarschuwingssymbool
Symbolen
Om schade te vermijden bij vrieskou, moet het
koelcircuit van het systeem na gebruik met druklucht
worden uitgeblazen.
Om schade te vermijden, mag
een waterdruk van 6 bar niet
overschreden worden.
Aan de machine
r
1
=l
1
x 2
r
1
=
l
1
x
2
r
2
=
l
2
x
2
r
2
=
l
2
x
2
r
3
=
l
3
x
2
l
2
l
3
l
1
l
1
Store 1x = Start 1 bar Store 2x = Start 2 bar
min. 2.3m
max. 4.5 / 7.3m
358240 / 09.2008
min. 1.6m
max. 2.7 / 4.1m
l
2
STOP
STOP
STOP
STOP
STOP
Personen mogen de aangegeven gevarenzone niet binnengaan noch er zich ophouden
terwijl de machine in werking is.
Aan het besturingspaneel
Locatie van identificatiegegevens aan de machine
De typeaanduiding en het serienummer bevinden zich
op het identificatieplaatje op de machine. Noteer deze
gegevens in uw gebruiksaanwijzing en vermeld ze wan-
neer u uw Hilti vertegenwoordiger of de dienst naver-
koop om informatie vraagt.
Type:
Serienummer:
4
Algemene
waarschuwing
Waarschuwing:
elektriciteit
Waarschuwing:
vermijd handletsels
Werkhandschoenen
dragen.
Veiligheidsschoe-
nen dragen.
Licht Stofmasker
dragen.
Veiligheidsbril
dragen.
Helm dragen.
Veiligheidssymbolen
Laat afvalmateriaal
recycleren.
Lees de gebruiks -
aanwijzingen vóór
gebruik.
< 4°C
358092
water in
max 6bar
357824
A
Ampère
V
Volt
kW
Kilowatt
Hz
Hertz
mm
Millimeter
/min
Omwentelingen
per minuut
l/min
Liter
per minuut
rpm
Omwentelingen
per minuut
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
2. Beschrijving
Beschrijving 2.1 Reglementair gebruik 6
2.2 Componenten 6
2.3 Bedieningselementen 7
2.4 Aandrijvingsprincipe 11
2.5 Voortbeweging- en opslagfunctie 11
2.6 Functies van de draadgeleiding 11
5
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
3
5
4
1
2
5
6
7
6
Reglementair gebruik
De draadzaag DS-WS10(-E) is ontwikkeld voor de
technische sloop van staal-, beton- en steen- en met-
selwerkstructuren in boven- en ondergrondse bouw.
Hiervan afwijkend gebruik wordt beschouwd als niet-
reglementair en vereist overleg met de fabrikant.
De verantwoordelijke operateur moet zich bewust
zijn van de mogelijke gevaren en de verantwoorde-
lijkheid voor de veiligheid, ook van andere personen.
De operator is verantwoordelijk voor de veiligheid in
de gevarenzone en moet deze zone afbakenen en de
geschikte veiligheidsuitrusting installeren.
De draadzaag is ontworpen voor een maximale zaag -
sneelengte van 2 meter. De afstand tussen de zwenk-
wielen aan de kant van de machine en de draad int-
redeplaats resp. uittredeplaats mag niet groter zijn
dan 3,5 meter.
De draadzaag mag enkel bediend worden door spe-
ciaal geschoolde betonzagers, hierna "operators"
genoemd. Zij moeten met de inhoud van de ge brui-
s aanwijzing volledig vertrouwd zijn en door een Hilti
specialist geschoold zijn in het veilige gebruik van de
machine.
Nationale voorschriften en wetten, de gebruiksaan-
wijzing en de veiligheidsmaatregelen voor de gebruik-
te toebehoren (zaagdraad, bevestigingstoebehoren,
hefwerktuigen, compressor, hydraulisch aggre-
gaat,enz.) moeten in acht genomen worden.
Gebruik de zaag niet voor het zagen van losse of met
de hand in de zaagdraad gehouden objecten.
Het is verboden de draadzaag en de onderdelen daar-
van voor andere doeleinden te gebruiken dan voor
draadzagen; hij mag b.v. niet als transport- of liftin-
richting gebruikt worden.
De machine is geschikt voor nat en droog zagen. Bij
het droog draadzagen moet een stofafzuigsysteem
worden gebruikt. Speciale stofafzuigkappen zijn
beschikbaar op aanvraag.
De uitrusting kan enkel bij de voorziene hefpunten
door een kraan worden opgetild.
Zaag geen materialen waarbij door zaagproces stof
of damp kan ontstaan die gevaarlijk is voor de gezond-
heid.
Zaag geen snel brandbare aluminium- en magnesi-
umlegeringen.
2.1
2. Beschrijving
Componenten
2.2
Grondplaat
Kolomhuis en pneumatische voortbeweging
Zwenkwieldrager
Hydraulische aandrijvingseenheid (DS WS10) of
elektrische aandrijvingseenheid (DS WS10-E)
Beschermende afdekkingen
Opslaguitbreiding
Eindafsluiting
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
7
2. Beschrijving
Bedieningselementen
2.3
Kolomhuis en pneumatische voortbeweging
Inwendige conus
Excentriekpen
Kolomhuisblokkering
Aansluiting voor handmatig bewegen
Afzetpunt pneumatisch cilinder
Terugloopblokkering
Drukluchtaansluiting
Excentrische blokkeerpen voor aandrijfunit
Eindstop
1
1
1
1
2
3
1
2
7
6
7
3
5
4
9
2
8
Grondplaat
Nivelleerschroeven
Ankersleuf
Verbindingsconus
Positioneersjabloon
Handgreep
Zaagrand
Draaddoorvoerboring
Zwenkbare boorpuntindicator
Optimale ankerpositie
Vasthoudmagneten voor bevestiging aan grondplaat
1
6
4
5
3
2
OPGELET
De boorpuntindicator kan verplaatst worden tussen de
posities van de getrokken zijden en voerende zijde.
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
2. Beschrijving
8
Beschermende afdekkingen
Bout voor beschermplaatbevestiging
Beveiligingssplitpen
1
DS WS10 hydraulische aandrijvingseenheid
Bevestigingsaansluiting
Hydraulische aansluiting
Aandrijvingswiel
Omkeerrol
Draag- en handgreep
Geleidingen voor zijdelingse beschermende afdek-
kingen
Trekrol
37 4
6
26 25
1
2
Zwenkwieldrager
Bevestigingsaansluiting en vastklemming
Zwenkwielarrêtering
Opslagrol
Opnameboring voor beschermplaatbevestiging
Holle assen
Beschermende afdekking
1
2
2
3 45 5
DS WS10-E elektrische aandrijvingseenheid
Bevestigingsaansluiting
Kabel
Aandrijvingswiel
Omkeerrol
Draag- en handgreep
Geleidingen voor zijdelingse beschermende afdek-
kingen
Trekrol
Koelwateraansluiting – aanvoer/afvoer
7 43
6
6 25 8
1
6
4
6
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
DS WS10 pneumatisch systeem besturingseenheid
Regelventiel voor voortbewegingrichting
Drukregelaar voor krachtinstelling voortbeweging
(draadspanning)
Weergave voortbewegingsdruk
Bevestigingsband
Veiligheids- en bedieningsinstructies
Aansluitkoppeling voor drukluchtvoorziening
Aansluiting voortbewegingscilinder
Luchtcompressor
DS WS10 waterafsluiting
Aansluitkoppeling (wateruitgang hydraulisch aggre-
gaat)
Doseer- en afsluitventielen
Aansluiting waterslang (koelwaterlansen)
3
2
1
3
2
DS WS10-E waterafsluiting
Aansluitkoppeling (wateruitgang motorkoelcircuit)
Doseer- en afsluitventielen
Aansluiting waterslang (koelwaterlansen)
3
2
1
3
2
17
86
2 3 45
2. Beschrijving
9
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
2. Beschrijving
 Elektrische voeding 400 V~/32 A of 200 V~ / 63 A
 230 V elektrisch stopcontact (niet geschikt voor
200 V~ versie)
 Deurgrendel schakelkast
 Hoofdschakelaar
16 17
2224 26
15 18 19
DS WS10-E besturingseenheid
Transport- en draaggrepen
Hefpunt voor heffen met kraan
Rek voor bevestiging van de compressor
Luchtcompressor (niet geleverd met de 200 V
versie)
Besturingspaneel koelluchtafvoer
Stopcontact
Luchtslangaansluiting – compressor
Luchtslangaansluiting – voortbewegingseenheid
Wiel montage
 Klemstuk voor de aansluiting van draadeinden
1 2 10
4
 Groen lampje – klaar voor bedrijf
 Rood lampje – licht op bij storingen
 Geel lampje – licht op indien onderhoud vereist is
 Indicator elektrische stroom (amps)
 Werkdruk meter (bar)
 Regelknop voortbewegingssnelheid (m/s)
 Regelknop werkdruk (bar)
(uittrekken om te ontgrendelen)
 Selectiehendel werkdrukrichting (omhoog / neutraal
/ omlaag)
 Groen lampje – licht op als de aandrijving is
ingeschakeld
 Rood lampje – licht op als de aandrijving is
uitgeschakeld
 Resetknop eletrische installatie
 Noodstopknop (uittrekken om te inactiveren)
7
5
3
6
8
9
11
12
23
20
14
13
13
25
21
10
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
2. Beschrijving
Aandrijvingsprincipe
De zaagdraad wordt om het te zagen object gelegd en
via omkeerrollen over het aandrijvingswiel geleid en tot
een draadlus verbonden. Door het draaien van het aan-
drijvingswiel wordt de draadlus tot roteren gebracht en
door de lineair verplaatsbare aandrijvingseenheid door
het te zagen element getrokken.
Voortbeweging- en opslagfunctie
De voortbeweging van de draad werkt door middel van
het katrolprincipe. De draad wordt vooruit bewogen resp.
ingetrokken door het uit elkaar drukken van de omkeer-
rollen met een pneumatische cilinder. De aandrijvings -
eenheid is daartoe op een bewegende slede gemonteerd.
Hoeveel draad er in de machine opgeslagen kan worden,
hangt ervan af of er met enkel of dubbel opslagsysteem
en of er met of zonder optionele draadopslagrollen gewerkt
wordt. Nadere informatie hierover vindt u onder “Tech-
nische Gegevens”.
Functies van de draadgeleiding
Met behulp van de zwenkwielen kan de loop van de zaag-
draad tussen de aan de machine en aan het te zagen ele-
ment gemonteerde zwenkwiel nauwkeurig ingesteld wor-
den. Bij bondig zagen kunnen de zwenkwielen zich zelf-
standig door meezwenken instellen op kleiner worden-
de afstand tussen draadintredeplaats en -uittredeplaats.
2.4
2.5
2.6
11
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
13
3. Toebehoren
Toebehoren 3.1 Hilti zaagdraden en toebehoren 14
3.2 Opslaguitbreiding (optioneel) 16
3.3 Rolbok (optioneel) 16
3.4 Ontkoppelrol (optioneel) 16
3.5 Draadafdekking (optioneel) 16
3.6 Toebehoren voor bevestiging en gebruik
van draadgeleidingen en aandrijving 17
3.7 Toebehoren en reserveonderdelen voor Hilti draadzaagsystemen 17
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
3. Toebehoren
Hilti zaagdraden en toebehoren
Veiligheidsmaatregelen en instructies voor gebruik
Gebruik enkel zaagdraden die beantwoorden aan de
voorschriften van EN 13236.
Het koppelen van stukken draad met verschillende
diameters, van verschillende fabrikanten of ver-
schillende typen (bijv. gegalvaniseerde of gesinter-
de kralen) of het gebruik van afgesleten of niet-ron-
de draden is verboden.
Het gebruik van beschadigde draden (bijv. geknikte
of gebroken draden, losse of verschoven kralen, enz.)
is verboden.
3.1
Houd u bij het verbinden van zaagdraden aan de
instructies van de fabrikant van draad en verbinder
en, in zoverre mogelijk, gebruik slechts één draad-
verbinder voor elke volledige draadlus.
Het gebruik van scharnierverbinders vermindert de
belasting door wisselende buiging aanzienlijk, waar-
door de kans op draadbreuk afneemt.
Gebruik enkel diamantdraden met een kraaldiame-
ter van 8–12 mm. Afwijkende diameters kunnen ertoe
leiden dat de draad uit de geleiding springt of dat de
loopvlakken van de rollen beschadigd worden.
Maschine
DS WS10 DS WS10-E DS WS15 DS WSS30
Ondergrond
Bewapend beton
CS CM CS CM CM CH CM CH
Zwaar bewapend beton 20 % Staal 20 % Staal 20 % Staal 20 % Staal
Bewapend beton
Droog snijden
Droog Droog Droog Droog
Staal 100 % Staal 100 % Staal 100 % Staal
Specificatie Snij eigenschappen Betonsoort Wapenings aandeel
S: Zacht
CS Snel snijdend
Weinig toeslagstoffen
Normaal tot Hoog
Afgewogen M: Medium harde beton
CM
snijsnelheid / levensduur met toeslagstoffen
Normaal
Speciaal voor zeer harde beton, H: Hard,
CH
hoge levensduur zeer harde toeslagstoffen
Normaal
20 % Staal Snel snijdend Universeel Normaal tot zeer hoog
100 % Staal Alleen staal
Droog Universeel Normaal tot hoog
Richtlijnen voor het gebruik van diamantdraden
14
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
Toebehoren voor de verbinding van Hilti diamantdraden
3. Toebehoren
Gesinterd Gegalvaniseerd
Specificatie CS CM CH Droog beton 20 % Staal 100 % Staal
Aantal parels / mtr 40 44 40 40*) 40 48*)
Aantal parels / mtr 10,5 10,5 10,5 10,2 10,2 10,8
*) Iedere parel is apart geperst
DS-WS10.5 diamantdraden
Benaming Benaming Benaming Benaming Benaming Benaming
Draadlengte
DS-W 10.5 DS-W 10.5 DS-W 10.5 DS-W 10.2 DS-W 10.8 DS-W 10.2
(m)
CS CM CH 20% Staal 100% Staal Droog
4,6
384 528*
376 816*
376 818*
384 540* - -
7,8
384 529*
376 817*
376 819*
384 541* - -
10
384 530*
235 835*
235 834*
384 542* - -
14
384 531*
235 836*
235 838*
371 982*
371 987* -
18
384 532*
315 019*
315 020*
371 983*
371 988* -
22
384 533*
315 022*
315 023*
371 984*
371 989* -
26
384 534*
315 025*
315 026* - - -
30
384 535*
315 028*
315 029* - - -
50
384 536
370 500
376 630
371 985
371 990 -
100
384 537
370 426
376 631
371 986
371 991 -
per/m
384 539
376 635
376 634
377 830
377 781
377 782
* Met scharnierverbinder gemonteerd
Naam Verpakking Bestelnaam Artikelnr.
stuks
Crimptang 1 DS-WSTHY
235845
Persen koppelingen/hulzen
Scharnierverbinder 1 DS-WCMV
340427
Type snelsluiting
Scharnierverbinder set 5 DS-WCSet
371383
Snelsluiting met doorslag en O-ring
Pen 10 DS-WP 235842
Reservepen voor snelsluiting
Huls 5 DS-WS
235841
Reparatiehuls
O-ring 10 O-Ring 10/4,7×2,5 235844
Montage tussen koppeling/kraal
Klembek 2 DS-WJ
340426
Reservebek voor crimptang
Montagestuk kabelverbinder 1 DS-WMT
295161
Doorslag voor verbindingspin
Hoekslijper 1 DAG125-S
000000
Afsnijden van diamantdraad
Doorslijpschijf 1 AC-D 125 1mm
304623
Afsnijden van diamantdraad
15
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
Rolbok (optioneel)
Bij toepassingen waarbij het ten gevolge van beperkte
toegankelijkheid niet mogelijk is de kleine draadzaag
direct op de plaats van de zaagsnede te monteren of
waarbij lange zaagsneden tot max. 2 meter lengte moe-
ten worden uitgevoerd, wordt de zaagdraad met behulp
van de rolbok naar de zaagplek geleid.
3.3
Ontkoppelrol (optioneel)
De ontkoppelrol wordt gebruikt voor om de draadcon-
tactlengte te verkorten of om de kleine draadomkeerra-
dius aan de achterkant van het te zagen element minder
scherp te maken.
3.4
Opslaguitbreiding (optioneel)
Met de opslaguitbreiding kan de opslagcapaciteit van
250 cm tot 500 cm worden verhoogd.
3.2
Draadafdekkingen (optioneel)
3.5
Draadafdekkingen moeten geplaatst worden in situa-
ties waarbij geen zekerheid bestaat dat er geen perso-
nen de gevarenzone binnenlopen terwijl de machine in
werking is, d.w.z. de zone waar rondvliegende deeltjes
een risico op letsel inhouden, of in situaties waarbij het
risico bestaat op beschadiging van eigendom of ande-
re uitrustingen binnen dit gebied. Indien u draadaf-
dekkingen gebruikt, controleer of ze correct geïnstal-
leerd zijn.
3. Toebehoren
16
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
3. Toebehoren
Toebehoren voor bevestiging en gebruik van draadgeleidingen en aandrijving
3.6
Toebehoren en reserveonderdelen voor Hilti draadzaagsystemen
3.7
Bestelnaam Aantal Artikelnr. Gebruik
Werktuigset DS-WS 339300 Kabelzagen
met:
Hilti plastic koffer 1 311869 Opslag
Toebehoren, inhoud en gebruik 1 339295 Inhoudsoverzicht
Ringsteeksleutel 19 mm 1 221189 Gereedschap
Hamer 1
1
/
2
kg 1 339303 Gereedschap
Schroevendraaier 6 mm 1 339304 Gereedschap
BB blaasbalg 1 59725 Boorgat anker uitblazen
Centimeter 2 m 1 2731 Aftekenen
Waterpas 1 310306 Aftekenen
Houten potlood 2 335500 Aftekenen
Poetsdoek stof 1 334211 Reinigen
Hilti spray 1 308976 Smeren, onderhoud
Hilti vet-dispenser 1 203086 Smeren, onderhoud
Platte borstel 1 3206 Reinigen
Klemspil kort M12S 3 251830 Gereedschap
Spanmoer DD-CN-SML 3 251834 Gereedschap
Zetwerktuig HSD-G M12 1 243743 Gereedschap
Wateraansluitings-nippel 1 356700 Watertoevoermondstuk
Dichting GK 5 356701 Waterdichting voor 356700
Stalen wig 4 41910 Vastzetten van betonblok
Omschrijving Aantal Artikelnr. Gebruik
Klemspil lang M12L 1 251831 Gereedschap
Compact anker HKD-D M12×50 * 50 252961 Gereedschap
Watertoevoermondstuk lang 1 339307 Watertoevoer
Watertoevoermondstuk flexibel 1 339379 Watertoevoer
* Bohrung 16 mm
17
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
19
4. Technische gegevens
Technische gegevens 4.1 Technische gegevens voor de DS WS10 hydraulische aandrijving 20
4.2 Technische gegevens voor de DS WS10-E besturingseenheid 20
4.3 Afmetingen en gewichten 21
4.4 Technische gegevens voor de DS WS 10 en DS WS10-E 22
4.5 Drukluchtvoorziening 23
4.6 Opslagcapaciteit en benodigde draadlengte 23
4.7 Typeplaatje 24
4.8 Geluidsniveau 24
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
4. Technische gegevens
Technische gegevens voor het DS WS10
hydraulisch aggregaat
De kleine draadzaag DS-WS10 is ontworpen voor gebruik
in combinatie met de hydraulisch aggregaten D-LP15
D-LP32 en D-LP30 van Hilti. Aandrijving met andere
hydraulische aggregaten is alleen toegestaan als deze
het vereiste vermogen hebben en goedgekeurd zijn voor
het aandrijven van hydraulische boor- en zaagmachines.
Doorstroming: max. 50 l/min
Optimaal werkbereik: 36 tot 50 l/min.
Druk: max. 210 bar
Optimaal werkbereik: 80 tot 120 bar
4.1
20
Een ingebouwde veiligheidsinrichting zorgt ervoor dat
de hydraulische motor met max. 50 l/min gevoed kan
worden en de draadsnelheid zo tot maximaal 27 m/sec
beperkt wordt.
Het aanspreken van de doorstromingsbegrenzing is
optisch en akoestisch merkbaar aan het onrustig lopen
van de aandrijving
VOORZICHTIG
Werk in geen geval met een doorstroming van meer dan
50 l/min!
Technische gegevens voor de DS WS10-E besturingseenheid
DS EB-WS10 3x400 V DS EB-WS10 3x200 V
Nominale spanning 400 V~ 200 V~
Nominale frequentie 50 / 60 Hz 50 / 60 Hz
Pin assignment 3P+N+PE / 3P+PE 3P+PE
Nominale stroom 22 A 44 A
Zekering 32 A 63 A
Opgenomen vermogen, max. 11 kW 11 kW
Generator-uitgangsspanning, min.. 40 kVA @ 32 A 40 kVA @ 63 A
Reststroomonderbreker 30 mA (type A) 30 mA (type A)
Beschermingsklasse IP 54 IP 54
Vermogensuitgang 230 V / 10 A geen
Omgevingstemperatuurbereik – opslag –15 to +50°C –15 to +50°C
Omgevingstemperatuurbereik – bedrijf –15 to +45°C –15 to +45°C
Lekstroom 10 mA 10 mA
Isolatieweerstand minstens 300 kΩ minstens 300 kΩ
4.2
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
21
4. Technische gegevens



 
Afmetingen van DS WS10 compressor met
besturingseenheid
Gewicht: 20,1 kg
550
500
265
520
Afmetingen van DS WS10-E besturingseenheid
DS WS10-E 3x400 V DS WS10-E 3x200 V
Gewicht: 68,5 kg 78,5 kg
590
1060
660
Afmetingen van besturings- en draadopslageenheid
Gewicht van DS WS10-E: 81,2 kg
Gewicht van DS WS10: 69,5 kg
Afmetingen en gewichten
4.3
1225
1950
495
705
620
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
4. Technische gegevens
Technische gegevens voor de DS WS10 en DS WS10-E besturingseenheden
DS WS10 DS WS10-E DS WS10-E
hydraulisch 3x400 V 3x200 V
Motorvermogen S1 10 kW 9.4 kW 9.4 kW
Motorsnelheid 0 tot 1900/min 0 tot 1700/min 0 tot 1700/min
Draadsnelheid 0 tot 27 m/s 0 tot 24 m/s 0 tot 24 m/s
Beschermingsklasse IP 65 IP 65 IP 65
Diameter aandrijvingswiel 280 mm 280 mm 280 mm
Doorstroming koelwater * 7 l/min @ 30°C 7 l/min @ 30°C
Koelwatertemperatuur * 4 tot 30°C 4 tot 30°C
Koelwaterdruk min. / max. 4 tot 6 bar 4 tot 6 bar 4 tot 6 bar
Omgevingstemperatuurbereik: opslag –15 to +50°C –15 to +50°C –15 to +50°C
Omgevingstemperatuurbereik: bedrijf –15 to +45°C –15 to +45°C –15 to +45°C
* Raadpleeg de D-LP15 en D-LP32 gebruiksaanwijzingen2
VOORZICHTIG
Om beschadiging te vermijden bij bevriezingsgevaar (temperaturen lager dan 4°C) moet het koelcircuit van het
systeem na gebruik worden uitgeblazen met druklucht.
4.4
Afmetingen enkele rolbok
Gewicht: 21,3 kg
280
430
max. 840
610
320
435
max. 610
Lengte van inwendige systeemleidingen
Korte drukluchtslang: 1 m
Lange drukluchtslang: 7 m
Koelwaterslang: 10 m
Voedingskabel (DS WS10-E): 7 m
Hydraulische slangen (DS WS10)*: 10 m
* niet geleverd met de draadzaag
22
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
4. Technische gegevens
Opslagcapaciteit en benodigde draadlengte
Tuigmethode ABCD
Tuig eenvoudig eenvoudig dubbel dubbel
Opslaguitbreiding zonder met zonder met
Draad in de aandrijving,
min 160 cm 160 cm 230 cm 230 cm
Opslagvolume 110 cm 250 cm 220 cm 500 cm
Wanddikte, max. 55 cm 125 cm 110 cm 250 cm
4.6
Drukluchtvoorziening
De compressor voor de drukluchtvoorziening maakt deel
uit van het draadzaagsysteem (niet bij de 3 x 200V ver-
sie). Lees de bijgeleverde gebruiksaanwijzingen.
Druk min. / max. 6 / 8 bar
Doorstroming 205 l/min
4.5
23
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
4. Technische gegevens
Typeplaatjes
DS WS10 hydraulische aandrijvingseenheid
4.7
Geluidswaarden
Typische A-waarden geluidsniveau
volgens ISO 3744:
DS WS10-E 103,7 dB(A)
DS WS10 met D-LP15 102,1 dB(A)
DS WS10 met D-LP32 103,5 dB(A)
Typische A-waarden geluidsniveau
op de werkplaats volgens ISO 11202*:
DS WS10-E 80,2 dB(A)
DS WS10 met D-LP15 83,5 dB(A)
DS WS10 met D-LP32 84,4 dB(A)
* Op een afstand van 3 meter
Het dragen van oorbescherming is aanbevolen!
4.8
DS WS10-E elektrische aandrijvingseenheid
DS WS10-E besturingseenheid
24
Hilti = trademark of Hilti Corporation, Schaan, LI Made in Austria
DS WS10
max. 50 l/min
max. 210 bar
10kW
357072 07A
Drive wheel ø 280 mm
Diamond wire ø 8 - 12 mm
Wire speed 0-27 m/s
0-1900 min
-1
Serial number
01
0001000
357147
Hilti = trademark of Hilti Corporation, Schaan, LI Made in Austria
DS WS10-E
400 V from DS EB-WS10
7I/min at max. 30°C
IP 65
358232 07A
Serial number
01
0001000
358235
Drive wheel ø 280 mm
Diamond wire ø 8 - 12 mm
0-1700 min
-1
Hilti = trademark of Hilti Corporation, Schaan, LI Made in Austria
DS WS10-E
200 V from DS EB-WS10
7I/min at max. 30°C
IP 65
358519 07A
Serial number
01
0001000
358360
Drive wheel ø 280 mm
Diamond wire ø 8 - 12 mm
0-1700 min
-1
Hilti = trademark of Hilti Corporation, Schaan, LI Made in Austria
DS EB-WS10
400 V ~ 50/60Hz
3P+N+PE
32A
IP 54
358232 07A
Serial number
01
0001000
358241
Wire speed 0-24m/s
22A
11kW
Hilti = trademark of Hilti Corporation, Schaan, LI Made in Austria
DS EB-WS10
200 V ~ 50/60Hz
3P+PE
63A
IP 54
358519 07A
Serial number
01
0001000
358242
Wire speed 0-24m/s
44A
11kW
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
5. Veiligheidsinstructies
Veiligheidsinstructies 5.1 Goede organisatie van het werkgebied 26
5.2 Veiligheidsmaatregelen in de gevarenzone 26
5.3 Algemene veiligheidsmaatregelen 27
5.4 Beveiliging tegen elektrische schokken 28
5.5 Reglementair gebruik 29
5.6 Veiligheid tijdens het werken 29
5.7 Veiligheidsmaatregelen voor het transport van de draadzaag 30
25
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
5. Veiligheidsinstructies
WAARSCHUWING
Het niet inachtnemen van de hieronder vermelde instruc-
ties kan leiden tot dodelijk letsel en ernstige beschadi-
ging van eigendom of uitrusting.
Goede organisatie van het werkgebied
a) Boor- en zaagwerkzaamheden moeten vooraf door
de bouwdirectie goedgekeurd worden. Boor- of zaag-
werkzaamheden in gebouwen en andere structuren
kunnen hun stabiliteit beïnvloeden, in het bijzonder
wanneer betonstaal of dragende componenten worden
doorgezaagd.
b) Zorg ervoor dat de werkplaats goed verlicht is.
c) Zorg ervoor dat de werkplaats goed geventileerd is.
Blootstelling aan stof in een slecht geventileerde werk-
plaats kan de gezondheid schaden.
d) Hou orde in het werkgebied. Voorwerpen die letsels
kunnen veroorzaken moeten uit het werkgebied wor-
den verwijderd. Wanorde in het werkgebied kan leiden
tot ongevallen.
e) Om letsel en het vastlopen van de zaagdraad te voor-
komen, moeten de losgezaagde blokken met stalen
wiggen en/of steunen tegen ongecontroleerde bewe-
ging worden beveiligd.
f) Zorg ervoor dat geschikte steunen correct geïnstal-
leerd worden, zodat het resterende deel zijn stabiliteit
behoudt na het uitvoeren van de laatste zaagsnede en
na het verwijderen van het losgesneden deel.
g) Men mag zich nooit binnen het bereik van aan een
kraan hangende lasten bevinden.
h) De zaagplek en de ontstane opening moeten veilig
en goed zichtbaar afgezet zijn om te voorkomen dat er
mensen kunnen vallen.
i) Draag beschermende kledij. Draag veiligheidsschoenen
of laarzen, veiligheidshandschoenen, helm en veilig-
heidsbril.
j) Draag een stofmasker bij stofferige werkzaamheden.
k) Draag de gepaste werkkledij. Draag geen losse kle-
dij of juwelen, omdat deze kunnen vastraken in bewe-
5.1
gende onderdelen. Draag een haarnet als u lang haar
heeft.
l) Houd kinderen en andere personen uit de buurt van
uw werkplek.
m) Laat niemand de draadzaag of verlengkabel aanra-
ken.
n) Vermijd ongunstige lichaamshoudingen. Behoud
uw lichaamsevenwicht en houd uw rug steeds gestrekt.
o) Om struikelen te voorkomen, zorg ervoor dat de naar
de machine leidende kabels en slangen vlak op de grond
liggen.
p) Houd kabels en slangen uit de buurt van draaiende
onderdelen.
q) Controleer samen met de bouwdirectie of er zich
geen gas-, water-, stroom- of andere leidingen in het
zaaggebied bevinden. Dicht bij het zaaggebied liggen-
de leidingen die b.v. door vallend materiaal beschadigd
zouden kunnen worden, moeten afzonderlijk beschermd
en zo nodig buiten bedrijf gesteld worden.
r) Zorg ervoor dat het gebruikte koelwater gecontro-
leerd wegloopt of afgezogen wordt. Ongecontroleerd
wegstromend of rondspattend water kan tot schade of
ongevallen leiden. Denk er ook aan dat water via niet-
zichtbare, inwendige holle ruimtes kan wegstromen,
b.v. in metselwerk.
s) Werk niet vanop een ladder.
Veiligheidsmaatregelen in de gevarenzone
a) Het zaaggebied moet zo worden beveiligd dat ope-
rators, derden en inrichtingen niet door een gebroken
zaagdraad of door weggeslingerd materiaal (steentjes,
stukken draad, zaagslik e.d.) gewond of beschadigd
kunnen worden. Beveilig ook het niet direct zichtbare
gebied achter de plaats waar gezaagd wordt.
b) De gevarenzone mag tijdens het zagen NOOIT betre-
den worden.
c) Houd de vrije draadlengten tussen aandrijving en te
zagen object altijd zo kort mogelijk (max. 3,5m) en mon-
teer draadgeleidingen aan de in- en uitloopzijde van de
draad om het risico op zweepslagen bij draadbreuk te
5.2
26
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
5. Veiligheidsinstructies
verminderen. Lange vrije draadlengten kunnen bij een
draadbreuk tot gevaarlijke zweepslagen leiden.
d) Zorg ervoor dat er zich binnen het zweepslaggebied
geen voorwerpen zoals stellingen bevinden. Bij draad-
breuk kan het losse einde van de draad door dergelijke
voorwerpen in een onverwachte richting worden gezweept.
e) De gevarenzone heeft een straal van minstens het
dubbele van de draadlengte die bij een eventuele draad-
breuk (aangegeven in geel) vrijkomt plus het gebied in
het verlengde van de as aan de draadtrekzijde (aange-
geven in grijs). De gevarenzone kan niet worden beperkt
tenzij geschikte beveiligingsmaatregelen worden getrof-
fen (beschermende muren, gordijnen of draadscher-
men enz.). De veiligheidsinrichtingen moeten zo geplaatst
worden dat de draad in geval van draadbreuk niet
rondzwiept en dat voorwerpen of fragmenten niet kun-
nen rondvliegen.
f) De operator is verantwoordelijk voor het afbakenen
van het gebied. Indien nodig moet veiligheidsperso-
neel ervoor zorgen dat niemand toegang heeft tot het
werkgebied.
r
1
=l
1
x 2
r
2
=l
2
x 2
r
3
=l
3
x 2
l
3
l
1
l
2
STOP
STOP
STOP
g) Zorg ervoor dat tijdens de montage en het gebruik
van de machine niemand zich onder het werkgebied
bevindt. Vallende componenten of werktuigen kunnen
tot ernstig letsel leiden.
Algemene veiligheidsinstructiesn
a) Gebruik de draadzaag alleen als u de gebruiksaan-
wijzing hebt gelezen, met de inhoud vertrouwd bent en
voor het gebruik door een Hilti specialist in het veilige
gebruik geschoold bent. Neem alle waarschuwingen en
instructies in acht.
b) Gebruik de juiste machine voor de werkzaamheid.
Gebruik de machine niet voor doeleinden waarvoor ze
niet bestemd is. Gebruik de machine enkel reglementair
en in perfecte staat.
c) Gebruik de machine, toebehoren en zaagdraden enz.,
in overeenstemming met deze instructies en op manier
waarvoor dit bepaalde type machine bestemd is, en houd
rekening met de werkomstandigheden en de uit te voe-
ren werkzaamheden. Het gebruik van deze machine voor
andere werkzaamheden dan waarvoor ze bestemd is kan
leiden tot gevaarlijke situaties.
5.3
r
1
=l
1
x 2
r
2
=l
2
x 2
l
2
l
1
STOP
STOP
27
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
5. Veiligheidsinstructies
d) Gebruik enkel origineel Hilti toebehoren of hulpuit-
rusting vermeld in de gebruiksaanwijzing. Het gebruik
van toebehoren of hulpstukken die niet opgenomen zijn
in de gebruiksaanwijzing kan leiden tot persoonlijk let-
sel.
e) Hou rekening met de invloed van het omliggende
gebied. Gebruik de machine niet in een omgeving waar
brand- of ontploffingsgevaar bestaat. Elektrische werk-
tuigen en machines wekken vonken op die stof of gas
kunnen doen ontbranden.
f) Houd de grepen droog, schoon en vrij van olie en vet.
g) Overlaad de machine niet. Ze zal efficiënter en veili-
ger werken binnen haar prestatiebereik.
h) Laat de machine nooit onbewaakt achter.
i) Bewaar de draadzaag op een veilige plaats wanneer ze
niet wordt gebruikt. Wanneer ze niet worden gebruikt,
moeten de draadzagen bewaard worden in een droge,
hoge plaats, buiten het bereik van kinderen.
j) Koppel de zaag steeds af van de elektrische voeding
als ze niet in gebruik is (bijv. tijdens werkonderbrekin-
gen), voor het uitvoeren van aanpassingen, reparaties
of onderhoud en voor het vervangen van de zaagdraden.
Deze veiligheidsmaatregel zorgt ervoor dat de zaag niet
plots opstart.
k) Verwijder alle instelwerktuigen of schroefsleutels voor
u de machine inschakelt. Een werktuig of sleutel die zich
op een draaiend onderdeel van de machine bevindt, kan
persoonlijk letsel veroorzaken.
l) Voor gebruik moeten de machine, zaagdraad en toe-
behoren zorgvuldig gecontroleerd worden om er zeker
van te zijn dat alle onderdelen goed werken. Controleer
of bewegende onderdelen correct functioneren zonder
vast te raken en of er geen onderdelen beschadigd zijn.
Alle onderdelen moeten correct gemonteerd zijn en vol-
doen aan alle voorwaarden nodig voor een juiste wer-
king van de machine. Beschadigde onderdelen moeten
hersteld of correct vervangen worden door een bevoegd
service center.
m) Vermijd huidcontact met zaagslik.
n) Draag een veiligheidsmasker tijdens werkzaamheden
die stof produceren, zoals bijv. droogzagen. Sluit een
stofafzuigsysteem aan. Zaagmaterialen die gevaarlijk zijn
voor de gezondheid (bijv. asbest) zijn verboden.
o) Volg de instructies inzake reparaties en onderhoud.
p) Kinderen moet duidelijk worden gemaakt dat het
apparaat geen speelgoed is.
q) Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kin-
deren of door zwakke, ongeschoolde personen.
Beveiliging tegen elektrische schokken
a) Onderneem stappen om het risico op elektrische
schokken te vermijden. Vermijd lichamelijk contact met
geaarde oppervlakken zoals pijpen, radiatoren, fornui-
zen en koelruimten.
b) Controleer de voedingskabel van de draadzaag op
regelmatige tijdstippen en laat hem vervangen door
een bevoegd vakman indien hij beschadigd is. Contro-
leer regelmatig de voedingskabels en vervang ze indien
ze beschadigd zijn.
c) Controleer de staat van de machine en haar toebe-
horen. Gebruik de draadzaag en toebehoren niet indien
ze beschadigd is, onvolledig of als ze niet correct kan
worden bediend.
d) Raak geen elektrische kabel aan die beschadigd raak-
te tijdens de werking. Schakel de hoofdschakelaar uit
en trek de kabel uit het stopcontact.
e) Beschadigde of defecte schakelaars moeten ver-
vangen worden bij een Hilti service center. Gebruik de
draadzaag niet indien ze niet correct kan worden aan-
en uitgeschakeld.
f) Laat de zaag enkel herstellen door een bevoegd elek-
tricien (Hilti service center) met originele Hilti reser-
veonderdelen. Het niet in acht nemen van deze instruc-
ties kan leiden tot ongevallen.
g) Gebruik de voedingskabel niet voor doeleinden waar-
voor hij niet bestemd is. Trek bij het verplaatsen van de
machine nooit aan de voedingskabel. Trek nooit aan de
kabel om de stekker uit het stopcontact te halen.
h) Stel de kabels niet bloot aan hitte, olie of scherpe
randen.
i) Sluit de machine en haar toebehoren enkel aan een
elektrische voeding aan die voorzien is van een aard-
geleider en een reststroomonderbreker. Controleer of
deze elementen goed werken vooraleer de uitrusting
te gebruiken. Installeer een grondpin/massastaaf indien
een generator gebruikt wordt.
5.4
28
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
5. Veiligheidsinstructies
j) Zorg ervoor dat de netspanning overeenstemt met
de specificaties op het typeplaatje.
k) Elektriciteitskabels en hun stekkers moeten droog
worden gehouden. Sluit stopcontacten af met de voor-
ziene afdekking wanneer ze niet worden gebruikt.
l) Gebruik alleen voor het toepassingsgebied toege-
stane verlengsnoeren met kernen van voldoende dia-
meter. Niet met opgerolde verlengsnoeren werken.
Anders kunnen vermogensverlies aan het apparaat en
oververhitting van de kabel ontstaan.
m) Verbreek de elektrische voeding voor reinigings-
en onderhoudswerkzaamheden of wanneer u het werk
lang onderbreekt.
n) Merk op dat sommige componenten van de vermo-
gensomzetter nog tot 10 minuten na het loskoppelen
van de elektrische voedingsbron onder uiterst gevaar-
lijke (mogelijk dodelijke) en hoge spanning staan.
o) Controleer het werkgebied voordat u begint te wer-
ken op verdekt liggende elektrische leidingen, gas-
en waterleidingen, bijv. met een metaaldetector. Exter-
ne metalen delen van het apparaat kunnen onder span-
ning komen te staan als u per ongeluk bijv. een elektri-
sche leiding beschadigt. Dit vormt een ernstig gevaar
van een elektrische schok.
Reglementair gebruik
a) De draadzaag mag enkel bediend worden door spe-
ciaal geschoolde betonzagers, hierna "operators" ge -
noemd. Zij moeten met de inhoud van de gebruiks aan-
wijzing volledig volledig vertrouwd zijn en door een Hil-
ti specialist geschoold zijn in het veilige gebruik van de
machine.
b) Blijf waakzaam, kijk uit wat u doet en ga verstandig
te werk. Gebruik de zaag niet wanneer u vermoeid bent
of onder invloed van drugs, alcohol of medicatie. Een
moment van onoplettenheid bij het bedienen van de
machine kan leiden tot ernstig letsel.
c) De gebruikers en andere personen in de omgeving
moeten geschikte een veiligheidsbril, helm, oorbe-
scherming, werkhandschoenen en veiligheidsschoe-
nen dragen terwijl ze de draadzaag bedienen.
d) Stof van materiaal zoals loodhoudende verf, sommi-
ge houtsoorten, mineralen en metaal kunnen schade lijk
5.5
voor de gezondheid zijn. Het in contact komen met of
het inademen van dit stof kan leiden tot allergische reac-
ties en/of aandoeningen van de luchtwegen bij de gebrui-
ker of personen die zich in de buurt bevinden.
Bepaalde stoffen, zoals eiken- of beukenstof, staan bekend
als kankerverwekkend, in het bijzonder in combinatie
met houtbewerkingsmiddelen (chromaat, houtbescher-
mingsmiddelen). Asbesthoudend materiaal mag alleen
door vakkundig personeel worden bewerkt.
Zo mogelijk gebruik maken van stofafzuiging. Om een
betere stofafzuiging te verkrijgen, gebruikmaken van
een geschikte, door Hilti aanbevolen en op dit elek-
trisch apparaat afgestemde mobiele stofafzuiging voor
hout en/ of mineraalstof.
Zorg voor een goede ventilatie van de werkruimte. Het
wordt geadviseerd een ademmasker met filterklasse
P2 te dragen. De in uw land geldende voorschriften
bij de te bewerken materialen in acht nemen.
Veiligheid tijdens het werken
Controleer voor het gebruik of de draadzaag en de com-
ponenten daarvan, evenals zaagdraad en verbinders,
goed werken. Zorg ervoor dat beschadigingen en sto-
ringen voor de inbedrijfneming VAKKUNDIG worden
verholpen.
Plaats het bedieningspaneel zo ver mogelijk buiten de
gevarenzone en blijf tijdens het zagen bij het bedie-
ningspaneel.
Er mag alleen gewerkt worden als draadzaag en rolbok
veilig en stevig op een massieve ondergrond bevestigd
zijn. Een vallend deel kan grote schade of letsel ten
gevolge hebben.
Sluit de uitrusting pas aan op elektriciteitsvoorziening
als de draadzaag volledig is ingericht.
Gebruik de zaag alleen als de draadafdekkingen cor-
rect gemonteerd zijn en de zaagdraad direct aan de
draadinloop- en uitloopzijden door de holle assen van
de omkeerrollen geleid is.
Het betreden van de gevarenzone (b.v. om de rollen of
de watertoevoer bij te stellen) is alleen toegestaan wan-
neer het aggregaat uitgeschakeld is en het aandrijvingswiel
stilstaat. Schakel de elektrische voeding uit of ont-
koppel ze voor het binnengaan van de gevarenzone.
5.6
29
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
Houd u bij het zagen aan de toegestane aandrijvings-
parameters en aan de aanbevolen richtwaarden voor
zaagsnelheid en voorbewegingsdruk.
Gebruik enkel zaagdraden die beantwoorden aan de
voorschriften van EN 13236.
Door het gebruik van hoogkwalitatieve diamantdraden,
draadkoppelingen en krimpwerktuigen kan het aantal
draadbreuken aanzienlijk verminderd worden.
De draad kan heet worden; raak hem daarom niet zon-
der handschoenen aan!
Gebruik voor het vastzetten van de rolbokken, de draad-
zaag en voor het beveiligen van de delen alleen beves-
tigingsmateriaal van voldoende afmetingen (ankers,schroe-
ven etc.). Let erop dat de netspanning overeenkomt
met de gegevens op de typeplaatjes.
Bij het gebruik van stellingen, ladders of platformen
enz., controleer of deze onbeschadigd zijn en van een
type dat beantwoordt aan en opgesteld is volgens de
voorschriften.
De operator moet ervoor zorgen dat niemand aanwe-
zig is in de gevarenzone tijdens het zagen. Dit geldt ook
voor het niet-zichtbare gebied gebied, bijv. aan de ach-
terkant van de zaagzijde. Indien nodig moet een vol-
doende groot gebied afgezet worden of moeten er wacht-
posten met veiligheidspersoneel opgesteld worden.
Let steeds goed op. Observeer het zaagproces, de water-
koeling en de omgeving van de werkplek. Werk niet met
de draadzaag als u zich niet ten volle kunt concentreren!
Er mogen aan de draadzaaguitrusting geen veranderin-
gen worden aangebracht. Wijziging van de fabrieksin-
gestelde omzettingsparameters (DS WS10-E) is verbo-
den.
Veiligheidsmaatregelen voor het transport
van de draadzaag
Vermijd het heffen en dragen van zware voorwerpen.
Gebruik geschikte hefwerktuigen en transportmiddelen
en verdeel zware ladingen onder meerdere personen.
Gebruik de voor het transport aanwezige grepen. Houd
de grepen altijd schoon en vrij van vet.
5.7
5. Veiligheidsinstructies
30
Denk eraan dat de gemonteerde machine kan omvallen
als ze niet bevestigd is. Zet ze daarom op een stevige,
vlakke ondergrond. Plaats extra steunen tussen de naar
voren gerichte zwenkwielen en het oppervlak waarop de
draadzaag staat.
Zorg ervoor dat de draadzaag en zijn onderdelen niet
kunnen bewegen of omvallen tijdens het transport.
Kraantransport van aandrijving en regelpaneel mag alleen
aan de daarvoor bestemde kraanogen plaatsvinden. Voor -
aleer de zaag te transporteren, controleer of alle ver-
wijderbare onderdelen goed vastzitten, of de aan-
drijvingseenheid vergrendeld is en de eindstop gemon-
teerd is. Men mag zich nooit binnen het bereik van aan
een kraan hangende lasten bevinden.
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
6. Voorbereidingen in het werkgebied
Voorbereidingen in het werkgebied 6.1 De zaaglijnen markeren 32
6.2 Planning draadgeleiding en indeling van zaagsneden 32
6.3 Toepassingsvoorbeelden 32
6.4 Bepaling van de vereiste opslag en de vereiste draadlengte 33
6.5 Duidelijke veiligheidsmaatregelen in het werkgebied 34
6.6 Elektrische voeding / zekering DS WS10-E 34
6.7 DS WS10-E bedradingsschema 34
6.8 Verlengsnoeren / geleiderdiameters 34
6.9 Koelwatervoorziening 34
31
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
6. Voorbereidingen in het werkgebied
De zaaglijnen markeren
De weg te zagen delen worden doorgaans gemarkeerd
door de klant.
Indien nodig, grootte en gewicht van de betonblokken
aanpassen aan de vereiste afmetingen door ze in zaag -
sneden te verdelen (d.w.z. afhankelijk van de werkwijze,
verplaatsing van de blokken, de kraan of de maximum
draagkracht van de vloer en de grootte van de deuren).
Planning draadgeleiding en indeling van zaag -
sneden
Grondige scholing en ervaring zijn essentiële voorwaarden
voor het optimaal plannen van de indeling van zaagsne-
den en draadgeleiding.
Te grote draadcontactlengte en zaagsnedestraal leiden
tot een verminderde zaagprestatie.
De vuistregel is:
rolafstand H = zaaglengte L × 0.2
L
H
6.2
6.1
Als de zaaglengte 1,5 meter is, moet de rolafstand dus
0,3 meter bedragen (1,5 meter × 0,2 = 0,3 meter).
Bij het plannen van de draadgeleiding, zorg ervoor dat
de draadcontactlengte de 2 meter niet overschrijdt.
Stel de indeling van de zaagsneden zo in dat de zaag-
draad niet komt vast te zitten door weggezaagde delen.
Toepassingsvoorbeelden
Hierna vindt u enkele aanbevelingen voor de meest gebrui-
kelijke toepassingen:
VOORZICHTIG
Houd u bij het positioneren van de draadgeleiding en de
rolstandaards aan de in deze gebruiksaanwijzing gege-
ven voorbeelden. Voor andere draadgeleidingen is apart
overleg met een Hilti draadzaagspecialist nodig.
6.3
Horizontale of verticale zaagsnede,
met zaaglengte van 20 tot 40 cm
Horizontale of verticale zaagsnede,
met zaaglengte van 40 tot 70 cm
32
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
6. Voorbereidingen in het werkgebied
Horizontale of verticale zaagsnede
met zaaglengte van 50 tot 200 cm
Horizontale of verticale dwarse zaagsnede
Bepaling van de vereiste opslag en de vereis-
te draadlengte
Vereiste opslag (benaderde berekening)
Objectdikte × 2
Vereiste draadlengte (benaderde berekening)
Benodigde draadlengte voor minimaal tuigen* + lengte
aan trekzijde + 2 × objectdikte + zaaglengte + lengte aan
losse zijde
* De minimale draadlengten voor het tuigen vindt u onder "Technische gegevens".
6.4
Horizontale of verticale zaagsnede,
met zaaglengte van 70 tot 200 cm
Bondig zagen
met zaaglengte van 50 tot ca. 100 cm
Balk of zuilzaagsnede van 30 tot ca. 100 cm
33
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
6. Voorbereidingen in het werkgebied
Duidelijke veiligheidsmaatregelen in het
werkgebied
Heeft u gecontroleerd of er zich geen gevaarlijke bui-
zen of kabels (gas, water, elektriciteit, enz.) bevinden
in het zaaggebied?
Zijn de effecten van het zaagwerk op de stabiliteit duidelijk
en zijn steunen geplaatst die de ladingen voldoende
kunnen ondersteunen?
Kan de mogelijkheid op gevaar of beschadiging als
gevolg van het gebruikte koelwater worden uitgeslo-
ten?
Worden de veiligheidsmaatregelen toegepast om ervoor
te zorgen dat personen geen verwondingen oplopen
en dat eigendom en uitrustingen niet kunnen bescha-
digd worden door vallende objecten of afval dat kan
rondvliegen tijdens het zagen?
Kunnen de te zagen delen veilig verwijderd en afge-
voerd worden als afval?
Beantwoorden de beschikbare elektrische voeding en
watertoevoer aan de specifieke vereisten?
Is de vereiste uitrusting beschikbaar volgens de cor-
recte specificaties?
Is het uit te voeren werk goedgekeurd door de bouwdi-
rectie?
Elektrische voeding / zekering – DS WS10-E
VOORZICHTIG
Of u netvoeding of generatorvermogen gebruikt, steeds
controleren of een aardgeleider en reststroomonder-
breker aanwezig en aangesloten zijn. De zekeringswaarden
van de elektrische voeding in het werkgebied moeten
de volgende zijn:
Met netspanning 3 x 400 V 3 x 200 V
Zekeringswaarde: 32 A 63 A
Reststroom- 30 mA 30 mA
onderbreker: (type A) (type A)
6.6
6.5
DS WS10-E pin toewijzing
Met netspanning 3 x 400 V 3 x 200 V
Pin toewijzing 3P+N*+PE 3P+PE
Stekkertype 32 A / 6 h 63 A / 9 h
Schema;
L1 = fase 1, L2 = fase 2, L3 = fase 3, N = neutrale geleider, PE = aardgeleider
* Het 230 V stopcontact op het besturingspaneel functioneert enkel als de neutrale
geleider (N) aangesloten is.
VOORZICHTIG
Indien nodig kan een bevoegd elektricien de bijgele-
verde CEE stekker op uw voedingskabel monteren.
Verlengsnoeren / geleiderdiameters
Gebruik alleen voor het toepassingsgebied toegestane
verlengsnoeren met kernen van voldoende diameter. In
overeenstemming met EN 61029-1 moeten geleiders
minstens de volgende diameters hebben: 1.5 mm2 voor
16 A, 4 mm2 voor 32 A en 10 mm2 voor 63 A (geleider
diameter = diameter van individuele geleiders).
Onjuiste geleiderdiameters en te lange kabels leiden tot
een spanningsverlies, waardoor de kabel kan overver-
hitten.
Verlengsnoeren volledig ontrollen vooraleer de machi-
ne te bedienen.
Koelwatervoorziening
Bij een temperatuur van 30°C is een waterdoorstroming
van ca. 7l/min vereist om de aandrijvingseenheid af te
koelen (DS WS10-E).
De automatische beveiliging van de machine wordt geacti-
veerd bij onvoldoende koeling (DS WS10-E).
Gebruik enkel zuiver koelwater.
6.9
6.8
L3
L2
N
L1
PE
6.7
34
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
6. Voorbereidingen in het werkgebied
Als de druk in de watertoevoer laag is, moet een terug -
slagklep geplaatst worden om te voorkomen dat vuil
water in de watertoevoer terechtkomt.
35
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
7. Opstelling van het zaagsysteem
Opstelling van het zaagsysteem 7.1 Het maken van de doorvoerboringen 38
7.2 Bevestiging van de grondplaat 38
7.3 Bevestiging van de geleidingseenheid 39
7.4 Optionele opslaguitbreiding monteren 39
7.5 Eindstop opzetten 40
7.6 Wieldrager monteren 40
7.7 Aandrijvingseenheid monteren 40
7.8 Persluchtleiding aan de pneumatische cilinder aansluiten 43
7.9 Draad doorhalen, verbinden en tuigen 41
7.10 Monteren van de beschermende afdekkingen 42
7.11 Persluchtleidingen aan de besturingseenheid aansluiten 43
7.12 Montage van de watertoevoer 43
7.13 Aansluiting van de hydraulische leidingen (DS WS10) 44
7.14 Voedingskabel aansluiten op de besturingseenheid (DS WS10-E) 44
37
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
7. Opstelling van het zaagsysteem
Het maken van de doorvoerboringen
7.1
WAARSCHUWING
Gebruik voor de aanwezige ondergrond geschikte plug-
gen en neem de aanwijzingen van de fabrikant van de
pluggen in acht.
NOTA
Hilti metalen hollewandpluggen, M12, zijn meestal
geschikt voor het bevestigen van diamantmachines
in ongescheurd beton. Onder bepaalde omstandig-
heden kan echter een alternatieve bevestiging nood-
zakelijk zijn. Wendt u zich bij vragen over de veilige
bevestiging tot de Expert Consulting van Hilti.
Handgreep
Doorvoerboring
Optimale positie voor bevestigingsanker
Vasthoudmagneten voor bevestiging aan grondplaat
Spanspil
Spanmoer
Doorvoerboring voor diamantdraad
Zaagrand
Nivelleerschroeven
4 5
1
6
3
6
2
De positie van de doorvoerboringen heeft een directe
invloed op de nauwkeurigheid van de zaagsnede. Bij gro-
te wanddiktes of kleine toegestane toleranties raden wij
u daarom aan de doorvoeringen te boren met een dia-
mantboormachine op een standaard.
Bij kleine wanddiktes of grotere toegestane toleranties
kunnen de boringen ook met een boorhamer worden
gemaakt.
Als diameter van de boor adviseren wij u 16 mm, maar
minstens ca. 4% van de objectdikte.
NOTA
Bij zeer dikke objecten maakt een iets tapsere zaagsne-
de het makkelijker om het weggezaagde deel te ver-
wijderen. Dit bekomt men met de doorvoerboringen uit
te voeren onder hoek.
Bevestiging van de grondplaat
Een voldoende gedimensioneerde en correct uitgevoer-
de, stabiele bevestiging van de draadzaag en eventueel
gebruikte rolstandaards is een belangrijke voorwaarde
voor efficiënt en veilig gebruik van de machine.
Bij toepassingen waarbij de kleine draadzaag direct bij
de zaagsnede wordt gemonteerd, helpt de sjabloon u de
nauwkeurige positie van de ankerboring te bepalen en
de grondplaat in de nauwkeurige zaagpositie uit te rich-
ten.
7.2
38
12
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
7. Opstelling van het zaagsysteem
Als er problemen met betrekking tot het veilig bevesti-
gen op een ondergrond zoals bros beton, metselwerk
kunst- of natuursteen optreden, geeft onze Hilti buiten-
dienstmedewerker u graag advies.
WAARSCHUWING
Vacuümplaten zijn in geen geval toegestaan voor het
bevestigen!
Werkwijze
a) Ankerboring met sjabloon aftekenen
b) Boren, boring reinigen, Hilti HKD-D anker insteken
en expanderen
c) Spanspil tot aanslag indraaien
d) Sjabloon aan grondplaat bevestigen
e) Grondplaat met sjabloon opzetten en met spanmoer
borgen
f) Grondplaat uitrichten en spanmoer en nivelleer-
schroeven vastdraaien
Bevestiging van de geleidingseenheid
7.3
Sleutel
1
/
2
ʺ kniegewricht
Excentriekpen
Geleidingseenheid
Opnamekegel in geleidingsrail inbrengen en excentriek-
pen geheel insteken.
Excentriekpen met de klok mee vastdraaien..
Optionele opslaguitbreiding monteren
Met de optioneel verkrijgbare opslaguitbreiding kan de
opslagcapaciteit van de draadzaag vergroot worden.
7.4
Verbindingskegel insteken en met excentriekpen vast-
klemmen.
Opslaguitbreiding opzetten en met excentriekpen vast-
klemmen.
VOORZICHTIG
Gebruik enkel het aanbevolen toebehoren voor het ver-
groten van de opslagcapaciteit en vergroot deze nooit
boven de maximale toegelaten lengte van 2 meter.
1
2
3
39
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
Wieldrager monteren
7.6
Wieldrager opzetten (let op de afstand tot de muur)
Bevestigingselement sluiten en spanhefboom vast-
draaien.
Spanhaak in opnamesleuf inbrengen.
Excenterbouten inschuiven en met de klok mee vast-
draaien. Eindstop monteren.
Eindstop monteren.
VOORZICHTIG
Werk in geen geval zonder correct gemonteerde bescher-
mende afdekkingen en gemonteerde eindstop!
Eindstop opzetten
7.5
Aandrijvingseenheid monteren
7.7
Excenterbout ontgrendelen.
7. Opstelling van het zaagsysteem
40
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
Draad doorhalen, verbinden en tuigen
Let er bij het doorhalen van de zaagdraad op dat de
indicatie van de looprichting op de zaagdraad overe-
enkomt met de draairichtingspijl op de aandrijving-
seenheid. Het aandrijvingswiel draait van voren gezien
tegen de klok in.
Als de markering van de looprichting niet meer zicht-
baar is, is de looprichting te zien aan de conische afs-
lijting van de draadkraal (het smalle deel wijst in de
looprichting).
Leid de zaagdraad eerst door het te zagen object en
rond dan de zaagranden aan de achterkant door met
de hand heen en weer trekken af tot de draad met de
hand te bewegen is.
7.9
Leid de draad vervolgens door de holle assen van de
rolstandaards (indien gebruikt) en daarna door de hol-
le assen van de wieldrager aan de kleine draadzaag.
Om een gelijkmatig ronde afslijting van de zaagdraad
te bereiken raden wij u aan deze voor het verbinden ca.
0,5 maal per meter draadlengte tegen de klok in te draai -
en.
Leg de zaagdraad over de omkeerrollen en het aan-
drijvingswiel en span hem licht door de positie van de
aandrijvingseenheid te veranderen (zuigerstangklem).
1
Voortbewegingsarrêtering
Zet de aandrijvingseenheid vervolgens in zijn positie vast.
7. Opstelling van het zaagsysteem
Persluchtleiding aan de pneumatische
cilinder aansluiten
7.8
Persluchtleiding aan de pneumatische cilinder aan s-
luiten.
41
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
2
3
3
7. Opstelling van het zaagsysteem
Afzetpunt pneumatisch cilinder
Zet vervolgens terugloopblokkering los , schuif de zui-
gerstang volledig in, klem hem vast en breng de terug -
loopblokkering opnieuw in positie.
Terugloopblokkering
Terugloopblokkering voorkomt dat de zaagdraad bij het
op gang komen door het elastische terugveren van de
zuigerstang minder gespannen wordt. Na het vastklem-
men van de terugloopblokkering kan de arrêtering
van de voortbewegingeenheid los gemaakt worden.
VOORZICHTIG
Zet de arrêtering van de voortbewegingseenheid en de
vastklemming van de zuigerstang pas los nadat u zich
ervan hebt vergewist dat er bij de voortbewegingscilin-
der geen druk is.
Monteren van de beschermende afdekkingen
7.10
Beschermplaat inbrengen.
Beschermplaat met splitpen borgen.
VOORZICHTIG
Werk in geen geval zonder correct gemonteerde bescher-
mende afdekkingen en gemonteerde eindstop!
VOORZICHTIG
De lange beschermplaat moet gemonteerd worden als
de draadopslaguitbreiding gebruikt wordt.
42
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
7. Opstelling van het zaagsysteem
Montage van de watertoevoer
7.12
Persluchtleidingen aan de besturingseenheid
aansluiten
7.11
Drukluchtleidingen aan de compressor en aan de bestu-
ringseenheid aansluiten (DS WS10).
Drukluchtleidingen aan de compressor en aan de bestu-
ringseenheid aansluiten (DS WS10-E).
Het T-verbindingsstuk aansluiten op de hydraulische
eenheid (DS WS10).
De koelwaterlansen op het 3-polige verbindingsstuk
aansluiten (DS WS10).
Het T-verbindingsstuk aansluiten op de aandrijvings -
eenheid (DS WS10-E).
De koelwaterlansen op het T-verbindingsstuk aanslui-
ten (DS WS10-E).
De koelwaterlansen bij de draadintreeplaatsen monte-
ren.
43
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
44
7. Opstelling van het zaagsysteem
De hydraulische leidingen aansluiten op de aan-
drijvingseenheid (DS WS10)
De hydraulische leidingen aansluiten op het ventiel-
blok/ hydraulische eenheid (D-LP15 / D-RC22 of
D-LP32).
Sluit de voedingskabel aan en bevestig de stekker
(DS WS10-E)
VOORZICHTIG
De lengte van de gebruikte hydraulische leidingen moet
minstens zo groot zijn dat het aggregaat buiten de directe
gevarenzone kan worden geplaatst!
Aansluiting van de hydraulische leidingen
(DS WS10)
7.13
Voedingskabel aansluiten op de besturings -
eenheid (DS WS10-E)
7.14
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
45
8. Bediening en zaagproces
Bediening en zaagproces 8.1 Controleren voor het zagen 46
8.2 Instelling van de opstartzaagdruk 46
8.3 Zaagproces starten 47
8.4 Zaagproces controleren 48
8.5 Voortbeweging bij einde van slag bijstellen 48
8.6 Werkzaamheden voor en na beëindiging van het zaagproces 49
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
8. Bediening en zaagproces
Controleren voor het zagen
Is de gevarenzone voldoende afgebakend en zijn de
geschikte veiligheidsmaatregelen getroffen?
Zijn de beschermende afdekkingen en eindstop cor-
rect geplaatst?
Zijn de nodige steunen en afdekkingen gemonteerd?
Zijn er stappen ondernomen voor een gecontroleer-
de afvoer van het koelwater?
Is elk onderdeel van de uitrusting voldoende veilig
ingericht?
Is de zaagdraad correct gemonteerd met de kralen in
de juiste richting en kan de draad makkelijk met de hand
door de zaagsnede worden getrokken?
Zijn de geleiderollen exact uitgericht met de zaag-
draad?
Is de slaglengte van de voortbewegingscilinder cor-
rect?
Zijn de elektrische kabels, water- en drukluchtleidin-
gen en, waar nodig, de hydraulische leidingen (DS WS10)
op een veilige manier gelegd en correct aangesloten?
Zijn de koelwaterlansen correct gepositioneerd? (het
water moet door de zaagdraad in de zaagsnede getrok-
ken worden)
Voldoen de elektriciteitsvoorzieningen en watertoe-
voer aan de voorgeschreven vereisten?
8.1
Instelling van de opstartzaagdruk
Stel de voortbewegingdruk in op de op het bedienings-
paneel aanbevolen waarde en span de draad met behulp
van het voortbewegingventiel.
8.2
Voortbewegingdruk instellen (DS WS10)
Voortbewegingdruk instellen (DS WS10-E)
Voortbewegingventiel activeren (DS WS10)
Voortbewegingventiel activeren (DS WS10-E)
46
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
8. Bediening en zaagproces
Schakel de hoofdaandrijvingseenheid van de DS WS10
om de zaagdraad te doen lopen.
Schakel de hoofdaandrijvingseenheid van de DS WS10-
E om de zaagdraad te doen lopen.
Zaagproces starten
De hoofdschakelaar staat in de AAN-positie en de "ver-
mogens"indicator licht groen op.
De voortbewegingshendel staat in de "zaag" (voort-
bewegings) stand en de zaagdraad is lichtjes gespan-
nen. Alle andere schakelaars staan op "UIT" of "0".
De zuigerstang wordt door de terugloopblokkering in
zijn positie vastgezet en de arrêtering op de voortbewe-
gingsbehuizing is ontgrendeld.
De waterventielen staan open en het koelwater wordt
rechtstreeks naar de zaagplek gevoerd.
Stel de voortbewegingsdruk in op ca. 1 tot 2 bar op
het bedieningspaneel door middel van de regelknop (uit-
trekken om los te maken)
Stel de zaagsnelheid bij tot ca. 12–15 m/s (DS WS10-
E of DS WS10 met D-LP32)
8.3
Gebruik de snelheidsregelaar (DS WS10-E) of pas de
oliestroom aan (D-LP32) om de draadsnelheid gelei-
delijk te verhogen door ondertussen de voortbewe-
gingsdruk te vergroten.
VOORZICHTIG
Schakel de hoofdaandrijving onmiddellijk uit als de
draad niet meteen in beweging komt. Het aandrijvingswiel
kan schade oplopen indien de zaagdraad doorslipt ter-
wijl het wiel draait.
Zet het voortbewegingsventiel in de middelste (neu-
trale) stand en controleer of de zaagdraad makkelijk
met de hand door de zaagsnede kan worden getrok-
ken. Indien niet:
Rond de zaagranden af door beitelen of slijpen of
door de draad met de hand door te halen.
Verwijder kleine steentjes of fragmenten enz. die
ingeklemd kunnen zitten in de zaagsnede.
Controleer en optimaliseer de draadgeleiding
Herhaal het opstartproces.
Verhoog de snelheid tot de optimale zaagsnelheid is
bereikt.
Stel de pneumatische voortbewegingsdruk (bar) zo in
dat de aangegeven elektrische stroom net onder de
rode zone ligt op de meter (DS WS10-E) of stel de
hydraulische werkdruk in op een waarde tussen 80 en
120 bar (DS WS10).
NOTA
Indien de zaagboog van de draad te vlak is, kan geen
47
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
8. Bediening en zaagproces
volledig gebruik worden gemaakt van de beschikbare
elektrische stroom wegens een gebrek aan voortbe-
wegingsdruk.
Zaagproces controleren
WAARSCHUWING
Blijf dicht bij het besturingspaneel tijdens het zagen
zodat u de noodstop te allen tijde kunt indrukken.
Kom alleen in de gevarenzone, bijv. om de water-
lansen en de geleidingsrollen bij te stellen, de voort-
bewegingcilinders te verstellen of klemwiggen te mon-
teren, wanneer de draadzaag uitgeschakeld is en de
aandrijving stilstaat (stroom uitgeschakeld).
Let op voldoende koeling van de zaagdraad en stel
de straalrichting van de waterlansen zo dat er genoeg
water op de zaagplek komt.
Let erop dat de zaagdraad rustig en zonder trillin-
gen loopt. Als de draad begint te trillen, moet de rich-
ting van de geleidingsrollen of de voortbewegingdruk
bijgesteld worden.
Let erop dat de hydraulische werkdruk (DS WS10)
tussen 80 en 120 bar ligt. Als de druk daalt, kunt u deze
door verhoging van de pneumatische voortbeweging-
druk weer naar omhoog halen. Indien de druk (DS
WS10) of stroom (DS WS10-E) onder de optimale waar-
de daalt kunt u deze opnieuw doen stijgen door de pneu-
matische voortbewegingsdruk te verhogen of, respectie-
velijk, de straal van de zaagboog te verminderen.
8.4
Voortbeweging bij einde van slag bijstellen
Schakel de aandrijvingseenheid en de elektrische voe-
ding uit wanneer het einde van de slag bereikt is. Acti-
veer de voortbewegingsarrêtering aan de geleidings-
behuizing
8.5
1
Schakel de voortbewegingsarrêtering in.
Zet de pneumatische voortbewegingseenheid in de
neutrale (middelste) stand.
2
Regelventiel voor voortbewegingventiel (DS WS10).
2
Regelventiel voor voortbewegingventiel (DS WS10-
E).
48
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
8. Bediening en zaagproces
Afzetpunt pneumatisch cilinder
Terugloopblokkering
Zuigerstang
Vervolgens de zuigerstang vastklemmen, terugloop-
blokkering instellen en vastzetten, en daarna de voort-
bewegingsarrêtering los zetten.
4 5
3
VOORZICHTIG
Zet de arrêtering van de voortbewegingseenheid en de
vastklemming van de zuigerstang pas los nadat u zich
ervan hebt vergewist dat er bij de voortbewegingsci-
linder geen druk is.
Daarna kunt u de terugloopblokkering en de zui-
gerstangklem vervolgens loszetten en de zuiger s-
tang met de hand naar binnen duwen.
Werkzaamheden voor en na beëindiging van
het zaagproces
Zorg er vóór het doorzagen van het object voor dat
de vrijkomende draad veilig kan worden opgevangen
door de aan de zaagsnede gemonteerde geleidingsrol-
len.
Verlaag voor het doorzagen indien mogelijk de draads-
nelheid en schakel de aandrijving onmiddellijk uit zod-
ra het object doorgezaagd is.
Schakel de aandrijvingseenheid uit en breng de zui-
gerstang naar binnen (omgekeerde werkdrukrichting).
Zet vervolgens het pneumatische voortbewegingven-
tiel op de neutrale middelste stand en arrêteer dan de
geleidingsbehuizing.
Verwijder de zaagdraad en demonteer de rolstan-
daards, aandrijvingseenheid en draadopslag voor zover
nodig en volg daarbij de montage-instructies in de
omgekeerde volgorde.
8.6
49
3
4
1
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
Reiniging, onderhoud en reparaties 9.1 Reiniging 52
9.2 Onderhoud 52
9.3 Elektrisch circuitschema
voor DS WS10-E 3x200 V besturingspaneel 53
9.4 Elektrisch circuitschema
voor DS WS10-E 3x200 V besturingspaneel (besturingscircuit) 54
9.5 Elektrisch circuitschema
voor DS WS10-E 3x400 V besturingspaneel 55
9.6 Elektrisch circuitschema
voor DS WS10-E 3x400 V besturingspaneel (besturingscircuit)s 56
9.7 Pneumatisch circuitschema
voor de aandrijvingseenheid van de draadzaag 57
9. Onderhoud en reparaties
51
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
VOORZICHTIG
Bij temperaturen onder nul moet de uitrusting langzaam
worden opgewarmd voor ze in te schakelen en het koel-
circuit moet volledig geleegd worden door het met
druk lucht uit te blazen voor lange onderbrekingen of peri-
oden van onbruik.
De luchtfilters bovenaan rechts en onderaan de bestu-
ringseenheid moeten periodiek gecontroleerd worden
op vervuiling en vervangen worden indien nodig.
9. Onderhoud en reparaties
VOORZICHTIG
Trek de stekker uit het stopcontact en ontkoppel de pers-
luchtvoorziening.
VOORZICHTIG
Het apparaat, met name de greepgedeelten, schoon en
vrij van olie en vet houden. Gebruik geen siliconenhou-
dende reinigingsmiddelen.
Reiniging
Regelmatige grondige reiniging en onderhoud van de
installatie zorgt ervoor dat alle bewegende onderdelen
en bedieningselementen vlot lopen en voorkomt dat de
installatie door vervuiling schade oploopt.
Wij adviseren een grove reiniging van de draadzaag en
de rolbokken na elke zaagsnede. Let daarbij in het bijzon-
der op de loopvlakken en de tandstang van de gelei-
dingsrail en op alle bewegende delen en bedieningsele-
menten.
Reinig aan het eind van elke werkdag de hele installatie
met uitzondering van de elektrisch gevoede componen-
ten zoals compressor en hydraulisch aggregaat met veel
water en een middelharde borstel. Neem de reinigings-
werkzaamheden in uw dagelijkse planning op!
Onderhoud
Controleer na afloop van de reiniging of alle bewegen-
de delen licht lopen, correct werken en niet beschadigd
zijn. Let erop dat de aandrijvingseenheid in onbelaste
toestand met max. 1 bar luchtdruk zonder schokken
over de hele slaglengte bewogen kan worden. Bescha-
digde of slecht werkende onderdelen moeten voor het
verdere gebruik vervangen worden om ongevallen of
dure gevolgschade te voorkomen.
Het insprayen van de gereinigde machine met een beton-
scheidingsmiddel vermindert het vastplakken van vuil
en vergemakkelijkt de volgende reiniging.
Leeg minstens één keer per maand de onderhoud-
seenheid aan het bedieningspaneel en het drukreser-
voir van de drukluchtcompressor.
9.2
9.1
52
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
54
Steuerstromkreis
DS WS10-E 3x200V
3
4
Motor Aus
T-02
Motor Ein
T-03
1
2
K-01
K-02
Frequenz
Umformer
A1 A1
A2 A2
X2
X1
X1
X2
X1
X2
Motor Ein
K-01
Motor Ein
L-02
Betrieb
L-01
Störung
K-02
Störung
L-03
24V DC / +
24V DC / -
A1
A2
MS-01
9
5
9
5
42
41
NOT AUS
T-01
1
2
2
10
K-02
1
23 3 4
5
6
7 8
91010
Störung
Motor Ein
Störung
3
4
1.02.2008
Gepr.
Änd.
Gez.
Koschler
NameDatum
Plattner Ges.mbh
Blattnummer
DS WS10-E
Blattanzahl
12
Steuerstromverdrahtung 1² mm
Motor
Anschluß
PE
Elektrisch circuitschema voor DS WS10-E 3x200 V besturingspaneel (besturingscircuit)
9.4
9. Onderhoud en reparaties
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
Steuerstromkreis
DS WS10-E 3x400V
3
4
Motor Aus
T-02
Motor Ein
T-03
1
2
K-01
K-02
Frequenz
Umformer
A1 A1
A2 A2
X2
X1
X1
X2
X1
X2
Motor Ein
K-01
Motor Ein
L-02
Betrieb
L-01
Störung
K-02
Störung
L-03
24V DC / +
24V DC / -
A1
A2
MS-01
9
5
9
5
42
41
NOT AUS
T-01
1
2
2
10
K-02
1
23 3 4
5
6
7 8
91010
Störung
Motor Ein
Störung
3
4
1.02.2008
Gepr.
Änd.
Gez.
Koschler
NameDatum
Plattner Ges.mbh
Blattnummer
DS WS10-E
Blattanzahl
12
Steuerstromverdrahtung 1² mm
Motor
Anschluß
PE
Elektrisch circuitschema voor DS WS10-E 3x400 V besturingspaneel (besturingscircuit)
9.6
9. Onderhoud en reparaties
56
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
Pneumatisch circuitschema voor DS WS10 / DS WS10-E
9.7
9. Onderhoud en reparaties
57
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
10. Foutopsporing
Foutopsporing 10.1 Aandrijvingswiel / zaagdraad begint niet te draaien 60
10.2 Het aandrijvingswiel slipt door /
de draad wordt niet meegenomen 60
10.3 Bij het op gang komen springt de zaagdraad
van de aandrijvings- of geleidingsrol 60
10.4 Geen of zeer geringe voortgang bij het zagen 60
10.5 Te grote slijtage van diamantdraad 60
10.6 Zaagdraad slijt ongelijkmatig / langs één kant af 61
10.7 Diamantdraad gaat in elkaar zitten /
diamantkralen naar elkaar toe verschoven 61
10.8 De diamantdraad wordt uit de persing getrokken 61
10.9 Draadbreuk direct voor of na de verbinder 61
10.10 De diamantdraad begint bij het gebruik sterk te trillen 61
10.11 De drukluchtcompressor start niet 62
10.12 De drukluchtcompressor kan geen druk opbouwen 62
10.13 Het toerental van het aandrijvingswiel
begint (hoorbaar) te oscilleren (DS WS10) 62
10.14 Machine start niet, groene "ready“ i
ndicatielampje brandt niet (DS WS10-E) 62
10.15 Machine start niet, groene "ready“ en rode "fault"
indicatielampje branden niet (DS WS10-E) 62
10.16 Machine start niet, hoewel groene "ready“
indicatielampje brandt (DS WS10-E) 62
10.17 Geen stroom bij het 230V stopcontact (DS WS10-E) 62
10.18 Stroominvoer is te hoog bij onbelaste
toestand en zagen (DS WS10-E) 63
10.19 Het onderhoudslampje brandt en de
aandrijvingseenheid werkt mogelijk niet (DS WS10-E) 63
10.20 De reststroomonderbreker is geactiveerd 63
59
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
10. Foutopsporing
Aandrijvingswiel / zaagdraad begint niet te
draaien
De draad wordt om te veel / te scherpe randen (< 90°)
geleid op de betonondergrond
Randen door beitelen afronden en de draad met de
hand goed doorhalen.
Plaats geleidingsrollen om de randen bij de hoeken
minder scherp te maken.
Verminder het aantal hoeken door de draadgeleiding
te veranderen.
De draad is te sterk voorgespannen
Voorspanning door drukverlaging verkleinen.
Te grote zaagsnee- resp. contactlengte
Zaagsnede in meerdere afzonderlijke sneden verde-
len.
Contactlengte door extra ontkoppelrol verkorten.
Draad is tegen de voorgeschreven looprichting in
gemonteerd (kralen lopen niet in de juiste richting)
– Looprichting controleren en zo nodig veranderen
(smalle kant van kraal wijst tegen de looprichting in)
Een nieuwe draad klemt in reeds aanwezige, nau-
were zaagsnede
Dunnere draad gebruiken.
De zaagdraad is beschadigd
Draad op knikken controleren.
– Controleren of de verbinders correct gemonteerd
zijn en of ze dunner zijn dan de draad.
Controleren of de draad steeds in dezelfde loop-
richting is gebruikt.
Het aandrijvingswiel slipt door / de draad
wordt niet meegenomen
De diamantdraad is te los of te weinig voorgespan-
nen
Controleren of het voortbewegingventiel op positie
"trekken" staat.
Spanning vergroten door druk te verhogen.
– Controleren of cilinder aan het slageinde en of de
slede tegen de eindstop staat.
– Controleren of de slede vlot beweegt op de gelei-
dingseenheid.
10.2
10.1
Het aandrijvingswiel is te sterk afgesleten
– Aandrijvingswiel vervangen.
Bij het op gang komen springt de zaagdraad
van de aandrijvings- of geleidingsrol
De terugloopblokkering is niet ingesteld en vastgezet
Terugloopblokkering geheel in richting cilinder schui-
ven en klemmen.
Geleidingsrollen zijn niet nauwkeurig uitgericht
Geleidingsrollen nauwkeurig op elkaar uitrichten.
Geen of zeer geringe voortgang bij het zagen
De hydraulische werkdruk (DS WS10) of de stroomin-
voer (DS WS10-E) is te laag
Verhoog de pneumatische voortbewegingsdruk.
Zaagboog spitser instellen.
Te grote zaag- of draadcontactlengte
Draadcontactlengte met ontkoppelrol reduceren.
Zaaglengte verkleinen / zaagsnede in meerdere afzon-
derlijke sneden verdelen.
Slede aan de geleidingseenheid loopt zwaar
Controleren of slede licht loopt (zonder stoten < 1 bar
luchtdruk). Zo nodig geleidingsbaan, tandstang en
rollen reinigen.
Zaagkralen zijn gepolijst geraakt of slecht voorgesle-
pen
Kralen op zaagdraad scherp maken
Nieuwe draad steken.
De voortbewegingscilinder heeft de eindstand bereikt
of de slede staat tegen de eindstop
Eindstop opnieuw positioneren.
Cilinder bijstellen en opslaguitbreiding monteren indien
nodig.
Te grote slijtage van diamantdraad
Te lage zaagsnelheid / te laag toerental
Zaagsnelheid opdrijven door aandrijvingssnelheid te
verhogen
10.3
10.4
10.5
60
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
10. Foutopsporing
De verbinder te ver naar achteren of te ver naar voren
vastgeperst
– Verbinder exact op de door de verbinderfabrikant
voorgeschreven plaats vastpersen.
Snij de draad af op de juiste hoeken en verwijder de
juiste hoeveelheid plastieklaag.
De verbinder was te dicht bij het uiteinde vastgeperst
Verbinder vastpersen op de door de verbinderfabri-
kant aangegeven positie.
Draadbreuk direct voor of na de verbinder
Te sterke belasting door wisseling van buiging
– Belasting verminderen door gebruik van een flexi-
bele verbinder.
Voor zover mogelijk, slechts één verbinder gebrui-
ken voor elke draadlus (een volledige draadlengte)
– Een nieuwe draad plaatsen indien draadbreuk zich
te vaak voordoet.
De diamantdraad begint bij het gebruik
sterk te trillen
Te hoge of te lage draadspanning
Draadspanning optimaliseren door druk bij te stel-
len.
De geleidingsrollen zijn niet nauwkeurig uitgericht
Geleidingsrollen nauwkeurig op elkaar uitrichten.
De afstand tussen de geleidingsrollen is te groot (te
grote vrije draadlengte)
Vrije draadlengte door montage van extra rolbokken
verkleinen.
Draadzaag dichter bij zaagsneden plaatsen.
Een geleidingsrol is versleten en niet-rond of een
steentje zit vastgeklemd in de gleuf
Rollen controleren en vervangen indien nodig.
Rolgroeven controleren en uitreinigen indien nodig.
10.10
10.9
Te weinig koel-/spoelwater (er is stofontwikkeling)
Water nauwkeurig op de draad en in de zaagsnede
leiden.
– Watervolume vergroten.
Te hoge draadspanning in verhouding tot de draad-
contactlengte bij de zaagsnede
– Zaaglengte vergroten en/ of draadspanning verla-
gen.
Zeer schurend materiaal
Andere diamantdraad-specificatie gebruiken.
Zaagdraad slijt ongelijkmatig / langs één
kant af
Draad werd niet gedraaid voor het verbinden
Draad voor het verbinden ca. 0,5 maal per meter
draadlengte tegen de klok indraaien (gezien op het
draadeinde).
Diamantdraad gaat in elkaar zitten / dia-
mantkralen naar elkaar toe verschoven
Onvoldoende koeling van de zaagdraad
Ervoor zorgen dat er altijd genoeg water in het zaag-
punt komt.
Bij droog zagen koelpauzes inlassen.
De diamantdraad wordt tijdens het zagen met een
schok geblokkeerd
Object beveiligen tegen wegglijden.
Op volgorde van de zaagsneden letten.
Los materiaal uit de zaagspleet verwijderen.
De diamantdraad wordt uit de persing
getrokken
Gebruik van een ongeschikte perstang (onjuiste pers-
kracht)
Gebruik de door de verbinderfabrikant aanbevolen
perstang.
De persbekken van de tang zijn versleten
– Persbekken vervangen.
10.7
10.6
10.8
61
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
10. Foutopsporing
De drukluchtcompressor start niet
Stroomaansluiting ontbreekt
Elektrische voeding aansluiten.
Compressor is niet ingeschakeld
– Compressor inschakelen.
De drukluchtcompressor kan geen druk
opbouwen
Compressor is met lege tank aan het bedieningspa-
neel aangesloten.
Drukluchtslang bij de compressor los maken en com-
pressor laten lopen tot hij via de druksensor uitge-
schakeld wordt – daarna drukluchtslang weer aan s-
luiten.
Het toerental van het aandrijvingswiel begint
(hoorbaar) te oscilleren (DS WS10)
Te grote oliedoorstroming (> 50 l/min) activeert de
volumebegrenzing.
Oliestroom tot minder dan 50 l/min reduceren.
Machine start niet, groene "ready“ indicatie-
lampje brandt niet (DS WS10-E)
De kabel staat niet onder stroom
Zekering of stroomonderbreker controleren in de ver-
deelkast van de elektrische voeding voor het werkge-
bied.
De hoofdschakelaar staat in de "uit"-stand
– inschakelen.
De spanning bij één van de fasen is te laag of een fase
ontbreekt volledig
3 fasen afzonderlijk controleren.
Verlengsnoer en stekkers / stopcontacten controle-
ren op defecten of losse contacten.
Een zekering in de verdeelkast is defect
Defecte zekering vervangen (reservezekeringen bevin-
den zich in de besturingseenheid).
Zekering elektrische voeding
– Zekering omvormer +
– Relais (2x)
10.11
10.13
10.12
10.14
62
1 2 3 4
Machine start niet, groene "ready“ en rode
"fault" indicatielampje branden niet (DS
WS10-E)
De voedingskabel van de aandrijvingseenheid is niet
aangesloten op het besturingspaneel
– Kabel aansluiten
Thermische beveiligingsschakelaar geactiveerd door
oververhitting van de machine
Doorstroming van het koelwater verhogen of kouder
water gebruiken.
De overbelastingsschakelaar van de omvormer is
geactiveerd
De machine niet overladen.
Besturingspaneel tegen de zonnehitte beschermen.
– Controleren of het koelsysteem van de besturings -
eenheid werkt en de filters vernieuwen indien nodig.
OPGELET:
Om de vermogensomvormer terug te stellen, ca. 30
seconden wachten en dan op de resetknop drukken.
Machine start niet, hoewel groene "ready“
indicatielampje brandt (DS WS10-E)
De noodstopknop is ingedrukt
De noodstopknop uittrekken
Het 230V stopcontact werkt niet
(DS WS10-E)
Geen neutrale geleider in de elektrische voeding
(3 P+PE)
Elektrische voeding controleren.
10.15
10.17
10.16
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
10. Foutopsporing
De stroomonderbreker is geactiveerd
De oorzaak van de storing verhelpen en de stroom -
onderbreker terugstellen
Stroominvoer is te hoog bij onbelaste
toestand en zagen (DS WS10-E
Het systeem is overladen
– Voortbewegingsdruk verlagen.
Controleren of de zaagdraad vlot beweegt. Indien hij
hapert: oorzaken verhelpen
Zaagsnede lengte reduceren dmv ontkoppelrol
Ontbrekende fase
Elektrische voeding controleren.
– De zekeringen op het besturingspaneel controle-
ren en vervangen indien nodig.
1 1 1
10.18
Het onderhoudslampje brandt en de aan-
drijvingseenheid werkt mogelijk niet
De draadzaag heeft minstens 200 uren gewerkt. De
aandrijvingseenheid en het besturingspaneel moeten
zo snel mogelijk onderhoud krijgen om beschadiging
te voorkomen.
– De draagzaag heeft 250 uren gewerkt en de veilig-
heidsschakelaar werd geactiveerd om ernstige scha-
de te voorkomen.
De reststroomonderbreker is geactiveerd
Isolatiefout
Laat de uitrusting en elektrische voeding nakijken door
een bevoegd elektricien.
Het totale stroomverlies overschrijdt de maximale
activatiewaarde van de stroomonderbreker
Andere toestellen loskoppelen van de gebruikte voe-
ding (vooral deze met een HF elektrische besturing)
10.19
10.20
63
5
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
11. Afvoer als afval
Laat afvalmateriaal recycleren.
Hilti-apparaten zijn voor een groot percentage gefabri-
ceerd uit herbruikbaar materiaal. Voor hergebruik is cor-
recte materiaalscheiding noodzakelijk. In veel landen is
Hilti er al op ingesteld om uw oude apparaat voor recy -
cling terug te nemen. Vraag informatie hierover bij uw
verkoopadviseur of bij de klantenservice van Hilti.
Enkel voor EU-landen
Het is verboden elektrische toestellen samen
met huishoudelijk afval af te voeren.
Conform de Europese Richtlijn inzake elektronisch en
elektrotechnisch afval en hun gebruik over eenkomstig
de nationale wetgeving, moeten elektrische toestellen
die afgedankt zijn afzonderlijk worden opgehaald en op
een milieuvriendelijke wijze gerecycleerd worden.
Het rechtstreeks lozen van boor of zaagslik in rivieren,
meren of het rioolsysteem zonder voorafgaande behan-
deling vormt een gevaar voor het milieu. Vraag uw plaat-
selijke overheid om informatie over de huidige voor-
schriften.
Verzamel het boor- of zaagslik (bijv. door middel van
een industriezuiger).
Laat het slik opdrogen en voer het vaste deel af naar
een stortplaats voor bouwafval (uitvlokkingsmiddelen
kunnen het afscheidingsproces versnellen).
Voordat u het resterende water (alkaline, pH-waarde
> 7) in de riolering laat lopen, neutraliseert u het met
neutralisatiemiddelen of door het met veel water te
verdunnen.
64
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
12. Garantie van de fabrikant
Neem bij vragen over de garantievoorwaarden contact
op met uw lokale HILTI dealer.
65
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
66
13. Conformiteitsverklaring (origineel)
Beschrijving Kleine draadzaag
Omschrijving DS WS10 / DS WS10-E
Ontwerpjaar 2003 / 2006
Serienummer 1001 tot 9999
Wij verklaren, op onze eigen verantwoording, dat dit product overeenkomt met de volgende richtlijnen en normen:
tot 19 april 2016: 2004/108/EG, vanaf 20 april 2016: 2014/30/EU, 2006/42/EG, 2011/65/EU, EN 602041,
EN 12100.
Dit apparaat (DS WS10-E) voldoet aan de betreffende norm onder de voorwaarde dat het kortsluitvermogen
S
SC
op het aan sluitpunt van de schakelkast met het openbare net groter dan of gelijk aan 1,3 MVA is. Het is de
verantwoordelijkheid van de installateur of de gebruiker van het apparaat ervoor te zorgen, eventueel na over-
leg met het stroombedrijf, dat dit apparaat alleen wordt aangesloten op een aansluitpunt met een S
SC
-waarde
groter dan of gelijk aan 1,3 MVA.
Hilti Corporation, Feldkircherstrasse 100, FL-9494 Schaan
Paolo Luccini Johannes Wilfried Huber
Head of BA Quality and Process Management Senior Vice President
Business Area Electric Tools & Accessories Business Unit Diamond
06 / 2015 06 / 2015
Technische documentatie bij:
Hilti Entwicklungsgesellschaft mbH
Zulassung Elektrowerkzeuge
Hiltistrasse 6
86916 Kaufering
Deutschland
Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03

Documenttranscriptie

DS WS10 / DS WS10-E Gebruiksaanwijzing Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 nl ORIGINELE GEBRUIKSAANWIJZING DS WS10 / DS WS10-E diamantdraadzaagsysteem Inhoud 1. Algemene opmerkingen 4 2. Beschrijving 5– 11 3. Toebehoren 13–17 4. Technische gegevens 19–24 5. Veiligheidsinstructies 25–30 6. Voorbereidingen op de werkplaats 31–35 7. Opstelling van het zaagsysteem 37–44 8. Bediening en zaagproces 45–49 9. Onderhoud en reparaties 51–57 10. Foutopsporing 59–63 11. Afvoer als afval 64 12. Garantie van de fabrikant 65 13. Conformiteitverklaring (origineel) 66 2 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 Het is belangrijk dat u de gebruiksaanwijzing leest voordat u de machine voor het eerst in gebruik neemt. Bewaar deze gebruiksaanwijzing steeds bij de machine. Geef het draadzaagsysteem alleen samen met de gebruiksaanwijzing aan andere personen door. Onderdelen en uitrusting DS WS10 hydraulische draadzaag 쐃 Compacte draagzaag met hydraulische aandrijving 쐇 Drukluchtcompressor met regelpaneel 쐋 Persluchtleidingen (2×7 m, 1×1 m) 쐏 Positioneersjabloon 쐄 Waterslangen (2×10 m) 쐂 Waterlans, flexibel 쐆 Waterlans, lang 쐊 Wateraansluiting met reguleerventiel 쐎 Sleutel 1/2ʺ met kniegewricht 쐅 Gereedschapset met toebehoren � � 쐅 � � � � � � � � � DS WS10-E elektrische draadzaag 쐃 Compacte draagzaag met elektrische aandrijving 쐇 Besturingspaneel met luchtcompressorr � Persluchtleidingen (2×7 m, 1×1 m) 쐏 Positioneersjabloon 쐄 Waterslangen (2×10 m) 쐂 Waterlans, flexibel 쐆 Waterlans, lang 쐊 Wateraansluiting met reguleerventiel 쐎 Sleutel 1/2ʺ met kniegewricht 쐅 Gereedschapset met toebehoren � � 쐅 � � � � � � � � � 3 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 1. Algemene informatie 1.1 Veiligheidsaanwijzingen en hun betekenis Symbolen GEVAAR Wijst op dreigend gevaar dat zou kunnen leiden tot lichamelijke of dodelijke verwondingen. WAARSCHUWING Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die zou kunnen leiden tot persoonlijk of dodelijk letsel. VOORZICHTIG Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie die zou kunnen leiden tot licht persoonlijk letsel of beschadiging van de uitrusting of ander eigendom. Lees de gebruiksaanwijzingen vóór gebruik. Laat afvalmateriaal recycleren. A V Hz kW Ampère Volt Hertz Kilowatt mm /min rpm l/min Millimeter Omwentelingen per minuut Omwentelingen per minuut Liter per minuut NOTA Vraagt aandacht voor aanwijzingen of andere nuttige informatie. Aan de machine < 4°C 357824 358092 water in max 6bar Aan het besturingspaneel Store 1x = Start 1 bar x2 r1 = r1 =l 1 l1 x 2 l1 l1 STOP 2 l 2 r3 =l 3 x2 l x r 2= 2 l3 STOP STOP l2 r2 =l x 2 2 Waarschuwingssymbool Store 2x = Start 2 bar STOP STOP min. 1.6m max. 2.7 / 4.1m min. 2.3m max. 4.5 / 7.3m 358240 / 09.2008 1.2 Betekenis van de pictogrammen en andere informatie Om schade te vermijden, mag Om schade te vermijden bij vrieskou, moet het een waterdruk van 6 bar niet koelcircuit van het systeem na gebruik met druklucht worden uitgeblazen. overschreden worden. Personen mogen de aangegeven gevarenzone niet binnengaan noch er zich ophouden terwijl de machine in werking is. Algemene waarschuwing Waarschuwing: elektriciteit Waarschuwing: vermijd handletsels Locatie van identificatiegegevens aan de machine Veiligheidssymbolen Veiligheidsbril dragen. Helm dragen. Werkhandschoenen Veiligheidsschoedragen. nen dragen. De typeaanduiding en het serienummer bevinden zich op het identificatieplaatje op de machine. Noteer deze gegevens in uw gebruiksaanwijzing en vermeld ze wanneer u uw Hilti vertegenwoordiger of de dienst naverkoop om informatie vraagt. Type: Licht Stofmasker dragen. 4 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 Serienummer: 2. Beschrijving Beschrijving 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 Reglementair gebruik Componenten Bedieningselementen Aandrijvingsprincipe Voortbeweging- en opslagfunctie Functies van de draadgeleiding 6 6 7 11 11 11 5 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 2. Beschrijving 2.1 Reglementair gebruik ■ De draadzaag DS-WS10(-E) is ontwikkeld voor de technische sloop van staal-, beton- en steen- en metselwerkstructuren in boven- en ondergrondse bouw. Hiervan afwijkend gebruik wordt beschouwd als nietreglementair en vereist overleg met de fabrikant. ■ De verantwoordelijke operateur moet zich bewust zijn van de mogelijke gevaren en de verantwoordelijkheid voor de veiligheid, ook van andere personen. De operator is verantwoordelijk voor de veiligheid in de gevarenzone en moet deze zone afbakenen en de geschikte veiligheidsuitrusting installeren. ■ De draadzaag is ontworpen voor een maximale zaagsneelengte van 2 meter. De afstand tussen de zwenkwielen aan de kant van de machine en de draadintredeplaats resp. uittredeplaats mag niet groter zijn dan 3,5 meter. ■ De draadzaag mag enkel bediend worden door speciaal geschoolde betonzagers, hierna "operators" genoemd. Zij moeten met de inhoud van de gebruisaanwijzing volledig vertrouwd zijn en door een Hilti specialist geschoold zijn in het veilige gebruik van de machine. ■ Nationale voorschriften en wetten, de gebruiksaanwijzing en de veiligheidsmaatregelen voor de gebruikte toebehoren (zaagdraad, bevestigingstoebehoren, hefwerktuigen, compressor, hydraulisch aggregaat,enz.) moeten in acht genomen worden. ■ Gebruik de zaag niet voor het zagen van losse of met de hand in de zaagdraad gehouden objecten. ■ Het is verboden de draadzaag en de onderdelen daarvan voor andere doeleinden te gebruiken dan voor draadzagen; hij mag b.v. niet als transport- of liftinrichting gebruikt worden. ■ De machine is geschikt voor nat en droog zagen. Bij het droog draadzagen moet een stofafzuigsysteem worden gebruikt. Speciale stofafzuigkappen zijn beschikbaar op aanvraag. ■ De uitrusting kan enkel bij de voorziene hefpunten door een kraan worden opgetild. ■ Zaag geen materialen waarbij door zaagproces stof of damp kan ontstaan die gevaarlijk is voor de gezondheid. ■ Zaag geen snel brandbare aluminium- en magnesiumlegeringen. 6 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 2.2 Componenten 7 6 5 5 4 2 3 1  Grondplaat  Kolomhuis en pneumatische voortbeweging  Zwenkwieldrager  Hydraulische aandrijvingseenheid (DS WS10) of elektrische aandrijvingseenheid (DS WS10-E)  Beschermende afdekkingen  Opslaguitbreiding  Eindafsluiting 2. Beschrijving Kolomhuis en pneumatische voortbeweging  Inwendige conus  Excentriekpen Positioneersjabloon  Kolomhuisblokkering  Handgreep  Aansluiting voor handmatig bewegen  Zaagrand  Afzetpunt pneumatisch cilinder  Draaddoorvoerboring  Terugloopblokkering  Zwenkbare boorpuntindicator  Drukluchtaansluiting  Optimale ankerpositie Excentrische blokkeerpen voor aandrijfunit  Vasthoudmagneten voor bevestiging aan grondplaat Eindstop 2.3 Bedieningselementen 5 9 7 2 1 6 2 4 3 OPGELET De boorpuntindicator kan verplaatst worden tussen de posities van de getrokken zijden en voerende zijde. 8 4 7 Grondplaat  Nivelleerschroeven  Ankersleuf  Verbindingsconus 3 6 5 1 2 1 1 3 2 1 1 7 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 2. Beschrijving Zwenkwieldrager  Bevestigingsaansluiting en vastklemming  Zwenkwielarrêtering  Opslagrol  Opnameboring voor beschermplaatbevestiging  Holle assen  Beschermende afdekking 5 3 1 5 DS WS10-E elektrische aandrijvingseenheid  Bevestigingsaansluiting  Kabel  Aandrijvingswiel  Omkeerrol  Draag- en handgreep  Geleidingen voor zijdelingse beschermende afdekkingen  Trekrol Koelwateraansluiting – aanvoer/afvoer 4 4 6 2 5 8 2 2 6 6 1 DS WS10 hydraulische aandrijvingseenheid  Bevestigingsaansluiting  Hydraulische aansluiting  Aandrijvingswiel  Omkeerrol  Draag- en handgreep  Geleidingen voor zijdelingse beschermende afdekkingen  Trekrol 6 5 2 6 7 3 4 Beschermende afdekkingen  Bout voor beschermplaatbevestiging  Beveiligingssplitpen 2 1 1 6 7 3 8 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 4 2 2. Beschrijving DS WS10 waterafsluiting  Aansluitkoppeling (wateruitgang hydraulisch aggregaat)  Doseer- en afsluitventielen  Aansluiting waterslang (koelwaterlansen) 1 2 DS WS10 pneumatisch systeem besturingseenheid  Regelventiel voor voortbewegingrichting  Drukregelaar voor krachtinstelling voortbeweging (draadspanning)  Weergave voortbewegingsdruk  Bevestigingsband  Veiligheids- en bedieningsinstructies  Aansluitkoppeling voor drukluchtvoorziening  Aansluiting voortbewegingscilinder Luchtcompressor 2 7 3 1 2 3 5 4 3 DS WS10-E waterafsluiting  Aansluitkoppeling (wateruitgang motorkoelcircuit)  Doseer- en afsluitventielen  Aansluiting waterslang (koelwaterlansen) 1 2 3 2 3 6 8 9 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 2. Beschrijving DS WS10-E besturingseenheid  Transport- en draaggrepen  Hefpunt voor heffen met kraan  Rek voor bevestiging van de compressor  Luchtcompressor (niet geleverd met de 200 V versie)  Besturingspaneel koelluchtafvoer  Stopcontact  Luchtslangaansluiting – compressor Luchtslangaansluiting – voortbewegingseenheid Wiel montage  Klemstuk voor de aansluiting van draadeinden 1 2 Elektrische voeding 400 V~/32 A of 200 V~ / 63 A 230 V elektrisch stopcontact (niet geschikt voor 200 V~ versie)  Deurgrendel schakelkast  Hoofdschakelaar 15 16 17 18 19 10 23 25 21 20 5 7 8 4 6 24 3 9 26 22  Groen lampje – klaar voor bedrijf  Rood lampje – licht op bij storingen  Geel lampje – licht op indien onderhoud vereist is  Indicator elektrische stroom (amps)  Werkdruk meter (bar)  Regelknop voortbewegingssnelheid (m/s) Regelknop werkdruk (bar) (uittrekken om te ontgrendelen)  Selectiehendel werkdrukrichting (omhoog / neutraal / omlaag) 11 14 13 12 13 10 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03  Groen lampje – licht op als de aandrijving is ingeschakeld  Rood lampje – licht op als de aandrijving is uitgeschakeld  Resetknop eletrische installatie  Noodstopknop (uittrekken om te inactiveren) 2. Beschrijving 2.4 Aandrijvingsprincipe De zaagdraad wordt om het te zagen object gelegd en via omkeerrollen over het aandrijvingswiel geleid en tot een draadlus verbonden. Door het draaien van het aandrijvingswiel wordt de draadlus tot roteren gebracht en door de lineair verplaatsbare aandrijvingseenheid door het te zagen element getrokken. 2.5 Voortbeweging- en opslagfunctie De voortbeweging van de draad werkt door middel van het katrolprincipe. De draad wordt vooruit bewogen resp. ingetrokken door het uit elkaar drukken van de omkeerrollen met een pneumatische cilinder. De aandrijvingseenheid is daartoe op een bewegende slede gemonteerd. Hoeveel draad er in de machine opgeslagen kan worden, hangt ervan af of er met enkel of dubbel opslagsysteem en of er met of zonder optionele draadopslagrollen gewerkt wordt. Nadere informatie hierover vindt u onder “Technische Gegevens”. 2.6 Functies van de draadgeleiding Met behulp van de zwenkwielen kan de loop van de zaagdraad tussen de aan de machine en aan het te zagen element gemonteerde zwenkwiel nauwkeurig ingesteld worden. Bij bondig zagen kunnen de zwenkwielen zich zelfstandig door meezwenken instellen op kleiner wordende afstand tussen draadintredeplaats en -uittredeplaats. 11 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 3. Toebehoren Toebehoren 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 Hilti zaagdraden en toebehoren Opslaguitbreiding (optioneel) Rolbok (optioneel) Ontkoppelrol (optioneel) Draadafdekking (optioneel) Toebehoren voor bevestiging en gebruik van draadgeleidingen en aandrijving 3.7 Toebehoren en reserveonderdelen voor Hilti draadzaagsystemen 14 16 16 16 16 17 17 13 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 3. Toebehoren 3.1 Hilti zaagdraden en toebehoren Veiligheidsmaatregelen en instructies voor gebruik ■ Gebruik enkel zaagdraden die beantwoorden aan de voorschriften van EN 13236. ■ Het koppelen van stukken draad met verschillende diameters, van verschillende fabrikanten of verschillende typen (bijv. gegalvaniseerde of gesinterde kralen) of het gebruik van afgesleten of niet-ronde draden is verboden. ■ Het gebruik van beschadigde draden (bijv. geknikte of gebroken draden, losse of verschoven kralen, enz.) is verboden. ■ Houd u bij het verbinden van zaagdraden aan de instructies van de fabrikant van draad en verbinder en, in zoverre mogelijk, gebruik slechts één draadverbinder voor elke volledige draadlus. ■ Het gebruik van scharnierverbinders vermindert de belasting door wisselende buiging aanzienlijk, waardoor de kans op draadbreuk afneemt. ■ Gebruik enkel diamantdraden met een kraaldiameter van 8–12 mm. Afwijkende diameters kunnen ertoe leiden dat de draad uit de geleiding springt of dat de loopvlakken van de rollen beschadigd worden. Richtlijnen voor het gebruik van diamantdraden Maschine DS WS10 DS WS10-E DS WS15 DS WSS30 Ondergrond Bewapend beton CS Zwaar bewapend beton Bewapend beton Droog snijden Staal Specificatie CM CS CM CM CH CM CH 20 % Staal 20 % Staal 20 % Staal 20 % Staal Droog Droog Droog Droog – 100 % Staal 100 % Staal 100 % Staal Snij eigenschappen Betonsoort Wapenings aandeel CS Snel snijdend S: Zacht Weinig toeslagstoffen Normaal tot Hoog CM Afgewogen snijsnelheid / levensduur M: Medium harde beton met toeslagstoffen Normaal CH Speciaal voor zeer harde beton, hoge levensduur H: Hard, zeer harde toeslagstoffen Normaal 20 % Staal Snel snijdend Universeel Normaal tot zeer hoog 100 % Staal – – Alleen staal Droog – Universeel Normaal tot hoog 14 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 3. Toebehoren Gesinterd Gegalvaniseerd Specificatie CS CM CH Droog beton 20 % Staal 100 % Staal Aantal parels / mtr 40 44 40 40*) 40 48*) Aantal parels / mtr 10,5 10,5 10,5 10,2 10,2 10,8 *) Iedere parel is apart geperst DS-WS10.5 diamantdraden Draadlengte (m) Benaming DS-W 10.5 CS Benaming DS-W 10.5 CM 햲 384 528* 햳 376 816* 4,6 햲 384 529* 햳 376 817* 7,8 햲 384 530* 햳 235 835* 10 햲 384 531* 햳 235 836* 14 햲 384 532* 햳 315 019* 18 햲 384 533* 햳 315 022* 22 햲 384 534* 햳 315 025* 26 햲 384 535* 햳 315 028* 30 햲 384 536 햳 370 500 50 햲 384 537 햳 370 426 100 햲 384 539 햳 376 635 per/m * Met scharnierverbinder gemonteerd 햲 Benaming DS-W 10.5 CH 햴 376 818* 햴 376 819* 햴 235 834* 햴 235 838* 햴 315 020* 햴 315 023* 햴 315 026* 햴 315 029* 햴 376 630 햴 376 631 햴 376 634 Benaming DS-W 10.2 20% Staal 햵 384 540* 햵 384 541* 햵 384 542* 햵 371 982* 햵 371 983* 햵 371 984* 햵 371 985 햵 371 986 햵 377 830 Benaming DS-W 10.8 100% Staal Benaming DS-W 10.2 Droog 햶 371 987* 햶 371 988* 햶 371 989* 햶 371 990 햶 371 991 햶 377 781 햷 377 782 햳 햴 햵 햶 햷 Toebehoren voor de verbinding van Hilti diamantdraden Naam Crimptang Persen koppelingen/hulzen Scharnierverbinder Type snelsluiting Scharnierverbinder set Snelsluiting met doorslag en O-ring Pen Reservepen voor snelsluiting Huls Reparatiehuls O-ring Montage tussen koppeling/kraal Klembek Reservebek voor crimptang Montagestuk kabelverbinder Doorslag voor verbindingspin Hoekslijper Afsnijden van diamantdraad Doorslijpschijf Afsnijden van diamantdraad Verpakking stuks Bestelnaam 햸 Artikelnr. 1 DS-WSTHY 햸 235845 1 DS-WCMV 햹 340427 5 DS-WCSet 햺 371383 10 DS-WP 235842 5 DS-WS 햻 235841 10 O-Ring 10/4,7×2,5 햹 햺 햻 햽 235844 2 DS-WJ 햽 340426 1 DS-WMT 햾 295161 1 DAG 125-S 햿 000000 1 AC-D 125 1mm 헀 304623 햾 헀 햿 15 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 3. Toebehoren 3.2 Opslaguitbreiding (optioneel) 3.4 Ontkoppelrol (optioneel) Met de opslaguitbreiding kan de opslagcapaciteit van De ontkoppelrol wordt gebruikt voor om de draadcontactlengte te verkorten of om de kleine draadomkeerra250 cm tot 500 cm worden verhoogd. dius aan de achterkant van het te zagen element minder scherp te maken. 3.3 Rolbok (optioneel) Bij toepassingen waarbij het ten gevolge van beperkte toegankelijkheid niet mogelijk is de kleine draadzaag direct op de plaats van de zaagsnede te monteren of waarbij lange zaagsneden tot max. 2 meter lengte moeten worden uitgevoerd, wordt de zaagdraad met behulp van de rolbok naar de zaagplek geleid. 3.5 Draadafdekkingen (optioneel) Draadafdekkingen moeten geplaatst worden in situaties waarbij geen zekerheid bestaat dat er geen personen de gevarenzone binnenlopen terwijl de machine in werking is, d.w.z. de zone waar rondvliegende deeltjes een risico op letsel inhouden, of in situaties waarbij het risico bestaat op beschadiging van eigendom of andere uitrustingen binnen dit gebied. Indien u draadafdekkingen gebruikt, controleer of ze correct geïnstalleerd zijn. 16 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 3. Toebehoren 3.6 Toebehoren voor bevestiging en gebruik van draadgeleidingen en aandrijving Bestelnaam Aantal Werktuigset DS-WS met: Artikelnr. Gebruik 339300 Kabelzagen Hilti plastic koffer Toebehoren, inhoud en gebruik 1 1 311869 339295 Opslag Inhoudsoverzicht Ringsteeksleutel 19 mm Hamer 11/2 kg Schroevendraaier 6 mm BB blaasbalg Centimeter 2 m Waterpas Houten potlood Poetsdoek stof Hilti spray Hilti vet-dispenser Platte borstel Klemspil kort M12S Spanmoer DD-CN-SML Zetwerktuig HSD-G M12 Wateraansluitings-nippel Dichting GK Stalen wig 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 3 3 1 1 5 4 221189 339303 339304 59725 2731 310306 335500 334211 308976 203086 3206 251830 251834 243743 356700 356701 41910 Gereedschap Gereedschap Gereedschap Boorgat anker uitblazen Aftekenen Aftekenen Aftekenen Reinigen Smeren, onderhoud Smeren, onderhoud Reinigen Gereedschap Gereedschap Gereedschap Watertoevoermondstuk Waterdichting voor 356700 Vastzetten van betonblok 햲 햳 햴 햵 햺 햶 3.7 Toebehoren en reserveonderdelen voor Hilti draadzaagsystemen Omschrijving Klemspil lang M12L Compact anker HKD-D M12×50 * Watertoevoermondstuk lang Watertoevoermondstuk flexibel 햳 햷 햸 햹 Aantal Artikelnr. Gebruik 1 50 1 1 251831 252961 339307 339379 Gereedschap Gereedschap Watertoevoer Watertoevoer 햲 햳 햴 햵 햶 햷 햸 햹 햺 * Bohrung ∆ 16 mm 17 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 4. Technische gegevens Technische gegevens 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 Technische gegevens voor de DS WS10 hydraulische aandrijving Technische gegevens voor de DS WS10-E besturingseenheid Afmetingen en gewichten Technische gegevens voor de DS WS 10 en DS WS10-E Drukluchtvoorziening Opslagcapaciteit en benodigde draadlengte Typeplaatje Geluidsniveau 20 20 21 22 23 23 24 24 19 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 4. Technische gegevens 4.1 Technische gegevens voor het DS WS10 hydraulisch aggregaat De kleine draadzaag DS-WS10 is ontworpen voor gebruik in combinatie met de hydraulisch aggregaten D-LP15 D-LP32 en D-LP30 van Hilti. Aandrijving met andere hydraulische aggregaten is alleen toegestaan als deze het vereiste vermogen hebben en goedgekeurd zijn voor het aandrijven van hydraulische boor- en zaagmachines. Doorstroming: Optimaal werkbereik: Druk: Optimaal werkbereik: Een ingebouwde veiligheidsinrichting zorgt ervoor dat de hydraulische motor met max. 50 l/min gevoed kan worden en de draadsnelheid zo tot maximaal 27 m/sec beperkt wordt. Het aanspreken van de doorstromingsbegrenzing is optisch en akoestisch merkbaar aan het onrustig lopen van de aandrijving VOORZICHTIG max. 50 l/min Werk in geen geval met een doorstroming van meer dan 36 tot 50 l/min. 50 l/min! max. 210 bar 80 tot 120 bar 4.2 Technische gegevens voor de DS WS10-E besturingseenheid Nominale spanning Nominale frequentie Pin assignment Nominale stroom Zekering Opgenomen vermogen, max. Generator-uitgangsspanning, min.. Reststroomonderbreker Beschermingsklasse Vermogensuitgang Omgevingstemperatuurbereik – opslag Omgevingstemperatuurbereik – bedrijf Lekstroom Isolatieweerstand 20 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 DS EB-WS10 3x400 V 400 V~ 50 / 60 Hz 3P+N+PE / 3P+PE 22 A 32 A 11 kW 40 kVA @ 32 A 30 mA (type A) IP 54 230 V / 10 A –15 to +50°C –15 to +45°C ≤ 10 mA minstens 300 kΩ DS EB-WS10 3x200 V 200 V~ 50 / 60 Hz 3P+PE 44 A 63 A 11 kW 40 kVA @ 63 A 30 mA (type A) IP 54 geen –15 to +50°C –15 to +45°C ≤ 10 mA minstens 300 kΩ 4. Technische gegevens 4.3 Afmetingen en gewichten Afmetingen van besturings- en draadopslageenheid Gewicht van DS WS10-E: Gewicht van DS WS10: Afmetingen van DS WS10 compressor met besturingseenheid 81,2 kg 69,5 kg Gewicht: 20,1 kg 550 265  520  500   Afmetingen van DS WS10-E besturingseenheid  DS WS10-E 3x200 V 68,5 kg 78,5 kg 1225 1060 1950 Gewicht: DS WS10-E 3x400 V 660 495 705 590 620 21 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 4. Technische gegevens Afmetingen enkele rolbok Lengte van inwendige systeemleidingen 21,3 kg Korte drukluchtslang: Lange drukluchtslang: Koelwaterslang: Voedingskabel (DS WS10-E): Hydraulische slangen (DS WS10)*: * niet geleverd met de draadzaag Gewicht: max. 840 610 435 1m 7m 10 m 7m 10 m 320 max. 610 280 430 4.4 Technische gegevens voor de DS WS10 en DS WS10-E besturingseenheden DS WS10 hydraulisch Motorvermogen S1 10 kW Motorsnelheid 0 tot 1900/min Draadsnelheid 0 tot 27 m/s Beschermingsklasse IP 65 Diameter aandrijvingswiel 280 mm Doorstroming koelwater * Koelwatertemperatuur * Koelwaterdruk min. / max. 4 tot 6 bar Omgevingstemperatuurbereik: opslag –15 to +50°C Omgevingstemperatuurbereik: bedrijf –15 to +45°C * Raadpleeg de D-LP15 en D-LP32 gebruiksaanwijzingen2 DS WS10-E 3x400 V 9.4 kW 0 tot 1700/min 0 tot 24 m/s IP 65 280 mm 7 l/min @ 30°C 4 tot 30°C 4 tot 6 bar –15 to +50°C –15 to +45°C DS WS10-E 3x200 V 9.4 kW 0 tot 1700/min 0 tot 24 m/s IP 65 280 mm 7 l/min @ 30°C 4 tot 30°C 4 tot 6 bar –15 to +50°C –15 to +45°C VOORZICHTIG Om beschadiging te vermijden bij bevriezingsgevaar (temperaturen lager dan 4°C) moet het koelcircuit van het systeem na gebruik worden uitgeblazen met druklucht. 22 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 4. Technische gegevens 4.5 Drukluchtvoorziening De compressor voor de drukluchtvoorziening maakt deel uit van het draadzaagsysteem (niet bij de 3 x 200V versie). Lees de bijgeleverde gebruiksaanwijzingen. Druk min. / max. Doorstroming 6 / 8 bar 205 l/min 4.6 Opslagcapaciteit en benodigde draadlengte Tuigmethode Tuig Opslaguitbreiding Draad in de aandrijving, min Opslagvolume Wanddikte, max. A eenvoudig zonder B eenvoudig met C dubbel zonder D dubbel met 160 cm 110 cm 55 cm 160 cm 250 cm 125 cm 230 cm 220 cm 110 cm 230 cm 500 cm 250 cm 23 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 4. Technische gegevens 4.8 Geluidswaarden 4.7 Typeplaatjes DS WS10 hydraulische aandrijvingseenheid DS WS10 01 Hilti = trademark of Hilti Corporation, Schaan, LI Serial number Made in Austria 0001000 Drive wheel ø 280 mm Diamond wire ø 8 - 12 mm Wire speed 0-27 m/s 0-1900 min-1 max. 50 l/min max. 210 bar 10kW 357147 357072 A 07 DS WS10-E elektrische aandrijvingseenheid DS WS10-E 01 Hilti = trademark of Hilti Corporation, Schaan, LI Made in Austria DS WS10-E 01 Hilti = trademark of Hilti Corporation, Schaan, LI Made in Austria Serial number 0001000 Serial number 0001000 Drive wheel ø 280 mm Diamond wire ø 8 - 12 mm 0-1700 min-1 400 V from DS EB-WS10 7I/min at max. 30°C IP 65 Drive wheel ø 280 mm Diamond wire ø 8 - 12 mm 0-1700 min-1 200 V from DS EB-WS10 7I/min at max. 30°C IP 65 358235 358232 A 07 A 07 DS EB-WS10 01 DS EB-WS10 01 Made in Austria Hilti = trademark of Hilti Corporation, Schaan, LI Made in Austria Serial number 0001000 Serial number 0001000 Wire speed 0-24m/s 22A 11kW 400 V ~ 50/60Hz 3P+N+PE 32A IP 54 Wire speed 0-24m/s 44A 11kW 200 V ~ 50/60Hz 3P+PE 63A IP 54 358242 358241 358232 A 07 24 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 103,7 dB(A) 102,1 dB(A) 103,5 dB(A) 80,2 dB(A) 83,5 dB(A) 84,4 dB(A) 358360 358519 DS WS10-E besturingseenheid Hilti = trademark of Hilti Corporation, Schaan, LI Typische A-waarden geluidsniveau volgens ISO 3744: DS WS10-E DS WS10 met D-LP15 DS WS10 met D-LP32 Typische A-waarden geluidsniveau op de werkplaats volgens ISO 11202*: DS WS10-E DS WS10 met D-LP15 DS WS10 met D-LP32 * Op een afstand van 3 meter 358519 A 07 Het dragen van oorbescherming is aanbevolen! 5. Veiligheidsinstructies Veiligheidsinstructies 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 Goede organisatie van het werkgebied Veiligheidsmaatregelen in de gevarenzone Algemene veiligheidsmaatregelen Beveiliging tegen elektrische schokken Reglementair gebruik Veiligheid tijdens het werken Veiligheidsmaatregelen voor het transport van de draadzaag 26 26 27 28 29 29 30 25 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 5. Veiligheidsinstructies gende onderdelen. Draag een haarnet als u lang haar heeft. WAARSCHUWING l) Houd kinderen en andere personen uit de buurt van Het niet inachtnemen van de hieronder vermelde instruc- uw werkplek. ties kan leiden tot dodelijk letsel en ernstige beschadim) Laat niemand de draadzaag of verlengkabel aanraging van eigendom of uitrusting. ken. 5.1 Goede organisatie van het werkgebied a) Boor- en zaagwerkzaamheden moeten vooraf door de bouwdirectie goedgekeurd worden. Boor- of zaagwerkzaamheden in gebouwen en andere structuren kunnen hun stabiliteit beïnvloeden, in het bijzonder wanneer betonstaal of dragende componenten worden doorgezaagd. n) Vermijd ongunstige lichaamshoudingen. Behoud uw lichaamsevenwicht en houd uw rug steeds gestrekt. o) Om struikelen te voorkomen, zorg ervoor dat de naar de machine leidende kabels en slangen vlak op de grond liggen. p) Houd kabels en slangen uit de buurt van draaiende onderdelen. q) Controleer samen met de bouwdirectie of er zich geen gas-, water-, stroom- of andere leidingen in het c) Zorg ervoor dat de werkplaats goed geventileerd is. zaaggebied bevinden. Dicht bij het zaaggebied liggenBlootstelling aan stof in een slecht geventileerde werk- de leidingen die b.v. door vallend materiaal beschadigd plaats kan de gezondheid schaden. zouden kunnen worden, moeten afzonderlijk beschermd d) Hou orde in het werkgebied. Voorwerpen die letsels en zo nodig buiten bedrijf gesteld worden. kunnen veroorzaken moeten uit het werkgebied wor- r) Zorg ervoor dat het gebruikte koelwater gecontroden verwijderd. Wanorde in het werkgebied kan leiden leerd wegloopt of afgezogen wordt. Ongecontroleerd tot ongevallen. wegstromend of rondspattend water kan tot schade of b) Zorg ervoor dat de werkplaats goed verlicht is. e) Om letsel en het vastlopen van de zaagdraad te voorkomen, moeten de losgezaagde blokken met stalen wiggen en/of steunen tegen ongecontroleerde beweging worden beveiligd. f) Zorg ervoor dat geschikte steunen correct geïnstalleerd worden, zodat het resterende deel zijn stabiliteit behoudt na het uitvoeren van de laatste zaagsnede en na het verwijderen van het losgesneden deel. ongevallen leiden. Denk er ook aan dat water via nietzichtbare, inwendige holle ruimtes kan wegstromen, b.v. in metselwerk. s) Werk niet vanop een ladder. 5.2 Veiligheidsmaatregelen in de gevarenzone g) Men mag zich nooit binnen het bereik van aan een a) Het zaaggebied moet zo worden beveiligd dat opekraan hangende lasten bevinden. rators, derden en inrichtingen niet door een gebroken h) De zaagplek en de ontstane opening moeten veilig zaagdraad of door weggeslingerd materiaal (steentjes, en goed zichtbaar afgezet zijn om te voorkomen dat er stukken draad, zaagslik e.d.) gewond of beschadigd kunnen worden. Beveilig ook het niet direct zichtbare mensen kunnen vallen. gebied achter de plaats waar gezaagd wordt. i) Draag beschermende kledij. Draag veiligheidsschoenen of laarzen, veiligheidshandschoenen, helm en veilig- b) De gevarenzone mag tijdens het zagen NOOIT betreden worden. heidsbril. j) Draag een stofmasker bij stofferige werkzaamheden. c) Houd de vrije draadlengten tussen aandrijving en te zagen object altijd zo kort mogelijk (max. 3,5m) en monk) Draag de gepaste werkkledij. Draag geen losse kle- teer draadgeleidingen aan de in- en uitloopzijde van de dij of juwelen, omdat deze kunnen vastraken in bewe- draad om het risico op zweepslagen bij draadbreuk te 26 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 5. Veiligheidsinstructies verminderen. Lange vrije draadlengten kunnen bij een draadbreuk tot gevaarlijke zweepslagen leiden. d) Zorg ervoor dat er zich binnen het zweepslaggebied geen voorwerpen zoals stellingen bevinden. Bij draadbreuk kan het losse einde van de draad door dergelijke voorwerpen in een onverwachte richting worden gezweept. l1 x 2 r1 = l1 STOP l2 r2 =l x 2 2 e) De gevarenzone heeft een straal van minstens het dubbele van de draadlengte die bij een eventuele draadbreuk (aangegeven in geel) vrijkomt plus het gebied in het verlengde van de as aan de draadtrekzijde (aangegeven in grijs). De gevarenzone kan niet worden beperkt tenzij geschikte beveiligingsmaatregelen worden getroffen (beschermende muren, gordijnen of draadschermen enz.). De veiligheidsinrichtingen moeten zo geplaatst worden dat de draad in geval van draadbreuk niet rondzwiept en dat voorwerpen of fragmenten niet kunnen rondvliegen. STOP f) De operator is verantwoordelijk voor het afbakenen van het gebied. Indien nodig moet veiligheidspersoneel ervoor zorgen dat niemand toegang heeft tot het werkgebied. g) Zorg ervoor dat tijdens de montage en het gebruik van de machine niemand zich onder het werkgebied bevindt. Vallende componenten of werktuigen kunnen tot ernstig letsel leiden. STOP r1 = l1 x 2 5.3 Algemene veiligheidsinstructiesn a) Gebruik de draadzaag alleen als u de gebruiksaanwijzing hebt gelezen, met de inhoud vertrouwd bent en voor het gebruik door een Hilti specialist in het veilige gebruik geschoold bent. Neem alle waarschuwingen en instructies in acht. l1 l 2 x2 r3 =l 3 2 STOP l x r 2= 2 l3 b) Gebruik de juiste machine voor de werkzaamheid. Gebruik de machine niet voor doeleinden waarvoor ze niet bestemd is. Gebruik de machine enkel reglementair en in perfecte staat. STOP c) Gebruik de machine, toebehoren en zaagdraden enz., in overeenstemming met deze instructies en op manier waarvoor dit bepaalde type machine bestemd is, en houd rekening met de werkomstandigheden en de uit te voeren werkzaamheden. Het gebruik van deze machine voor andere werkzaamheden dan waarvoor ze bestemd is kan leiden tot gevaarlijke situaties. 27 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 5. Veiligheidsinstructies d) Gebruik enkel origineel Hilti toebehoren of hulpuitrusting vermeld in de gebruiksaanwijzing. Het gebruik van toebehoren of hulpstukken die niet opgenomen zijn in de gebruiksaanwijzing kan leiden tot persoonlijk letsel. p) Kinderen moet duidelijk worden gemaakt dat het apparaat geen speelgoed is. q) Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kinderen of door zwakke, ongeschoolde personen. e) Hou rekening met de invloed van het omliggende gebied. Gebruik de machine niet in een omgeving waar 5.4 Beveiliging tegen elektrische schokken brand- of ontploffingsgevaar bestaat. Elektrische werktuigen en machines wekken vonken op die stof of gas a) Onderneem stappen om het risico op elektrische schokken te vermijden. Vermijd lichamelijk contact met kunnen doen ontbranden. geaarde oppervlakken zoals pijpen, radiatoren, fornuif) Houd de grepen droog, schoon en vrij van olie en vet. zen en koelruimten. g) Overlaad de machine niet. Ze zal efficiënter en veilib) Controleer de voedingskabel van de draadzaag op ger werken binnen haar prestatiebereik. regelmatige tijdstippen en laat hem vervangen door h) Laat de machine nooit onbewaakt achter. een bevoegd vakman indien hij beschadigd is. Controleer regelmatig de voedingskabels en vervang ze indien i) Bewaar de draadzaag op een veilige plaats wanneer ze ze beschadigd zijn. niet wordt gebruikt. Wanneer ze niet worden gebruikt, moeten de draadzagen bewaard worden in een droge, c) Controleer de staat van de machine en haar toebehoge plaats, buiten het bereik van kinderen. horen. Gebruik de draadzaag en toebehoren niet indien j) Koppel de zaag steeds af van de elektrische voeding ze beschadigd is, onvolledig of als ze niet correct kan als ze niet in gebruik is (bijv. tijdens werkonderbrekin- worden bediend. gen), voor het uitvoeren van aanpassingen, reparaties d) Raak geen elektrische kabel aan die beschadigd raakof onderhoud en voor het vervangen van de zaagdraden. te tijdens de werking. Schakel de hoofdschakelaar uit Deze veiligheidsmaatregel zorgt ervoor dat de zaag niet en trek de kabel uit het stopcontact. plots opstart. e) Beschadigde of defecte schakelaars moeten verk) Verwijder alle instelwerktuigen of schroefsleutels voor vangen worden bij een Hilti service center. Gebruik de u de machine inschakelt. Een werktuig of sleutel die zich draadzaag niet indien ze niet correct kan worden aanop een draaiend onderdeel van de machine bevindt, kan en uitgeschakeld. persoonlijk letsel veroorzaken. f) Laat de zaag enkel herstellen door een bevoegd elekl) Voor gebruik moeten de machine, zaagdraad en toetricien (Hilti service center) met originele Hilti reserbehoren zorgvuldig gecontroleerd worden om er zeker veonderdelen. Het niet in acht nemen van deze instrucvan te zijn dat alle onderdelen goed werken. Controleer ties kan leiden tot ongevallen. of bewegende onderdelen correct functioneren zonder vast te raken en of er geen onderdelen beschadigd zijn. g) Gebruik de voedingskabel niet voor doeleinden waarAlle onderdelen moeten correct gemonteerd zijn en vol- voor hij niet bestemd is. Trek bij het verplaatsen van de doen aan alle voorwaarden nodig voor een juiste wer- machine nooit aan de voedingskabel. Trek nooit aan de king van de machine. Beschadigde onderdelen moeten kabel om de stekker uit het stopcontact te halen. hersteld of correct vervangen worden door een bevoegd h) Stel de kabels niet bloot aan hitte, olie of scherpe service center. randen. m) Vermijd huidcontact met zaagslik. i) Sluit de machine en haar toebehoren enkel aan een n) Draag een veiligheidsmasker tijdens werkzaamheden elektrische voeding aan die voorzien is van een aarddie stof produceren, zoals bijv. droogzagen. Sluit een geleider en een reststroomonderbreker. Controleer of stofafzuigsysteem aan. Zaagmaterialen die gevaarlijk zijn deze elementen goed werken vooraleer de uitrusting voor de gezondheid (bijv. asbest) zijn verboden. te gebruiken. Installeer een grondpin/massastaaf indien o) Volg de instructies inzake reparaties en onderhoud. een generator gebruikt wordt. 28 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 5. Veiligheidsinstructies j) Zorg ervoor dat de netspanning overeenstemt met voor de gezondheid zijn. Het in contact komen met of het inademen van dit stof kan leiden tot allergische reacde specificaties op het typeplaatje. ties en/of aandoeningen van de luchtwegen bij de gebruik) Elektriciteitskabels en hun stekkers moeten droog ker of personen die zich in de buurt bevinden. worden gehouden. Sluit stopcontacten af met de voorBepaalde stoffen, zoals eiken- of beukenstof, staan bekend ziene afdekking wanneer ze niet worden gebruikt. als kankerverwekkend, in het bijzonder in combinatie l) Gebruik alleen voor het toepassingsgebied toege- met houtbewerkingsmiddelen (chromaat, houtbescherstane verlengsnoeren met kernen van voldoende dia- mingsmiddelen). Asbesthoudend materiaal mag alleen meter. Niet met opgerolde verlengsnoeren werken. door vakkundig personeel worden bewerkt. Anders kunnen vermogensverlies aan het apparaat en Zo mogelijk gebruik maken van stofafzuiging. Om een betere stofafzuiging te verkrijgen, gebruikmaken van oververhitting van de kabel ontstaan. een geschikte, door Hilti aanbevolen en op dit elekm) Verbreek de elektrische voeding voor reinigings- trisch apparaat afgestemde mobiele stofafzuiging voor en onderhoudswerkzaamheden of wanneer u het werk hout en/ of mineraalstof. lang onderbreekt. Zorg voor een goede ventilatie van de werkruimte. Het n) Merk op dat sommige componenten van de vermo- wordt geadviseerd een ademmasker met filterklasse gensomzetter nog tot 10 minuten na het loskoppelen P2 te dragen. De in uw land geldende voorschriften van de elektrische voedingsbron onder uiterst gevaar- bij de te bewerken materialen in acht nemen. lijke (mogelijk dodelijke) en hoge spanning staan. o) Controleer het werkgebied voordat u begint te werken op verdekt liggende elektrische leidingen, gasen waterleidingen, bijv. met een metaaldetector. Externe metalen delen van het apparaat kunnen onder spanning komen te staan als u per ongeluk bijv. een elektrische leiding beschadigt. Dit vormt een ernstig gevaar van een elektrische schok. 5.6 Veiligheid tijdens het werken Controleer voor het gebruik of de draadzaag en de componenten daarvan, evenals zaagdraad en verbinders, goed werken. Zorg ervoor dat beschadigingen en storingen voor de inbedrijfneming VAKKUNDIG worden verholpen. Plaats het bedieningspaneel zo ver mogelijk buiten de gevarenzone en blijf tijdens het zagen bij het bediea) De draadzaag mag enkel bediend worden door spe- ningspaneel. ciaal geschoolde betonzagers, hierna "operators" geEr mag alleen gewerkt worden als draadzaag en rolbok noemd. Zij moeten met de inhoud van de gebruiksaanveilig en stevig op een massieve ondergrond bevestigd wijzing volledig volledig vertrouwd zijn en door een Hilzijn. Een vallend deel kan grote schade of letsel ten ti specialist geschoold zijn in het veilige gebruik van de gevolge hebben. machine. b) Blijf waakzaam, kijk uit wat u doet en ga verstandig Sluit de uitrusting pas aan op elektriciteitsvoorziening te werk. Gebruik de zaag niet wanneer u vermoeid bent als de draadzaag volledig is ingericht. 5.5 Reglementair gebruik of onder invloed van drugs, alcohol of medicatie. Een Gebruik de zaag alleen als de draadafdekkingen cormoment van onoplettenheid bij het bedienen van de rect gemonteerd zijn en de zaagdraad direct aan de machine kan leiden tot ernstig letsel. draadinloop- en uitloopzijden door de holle assen van c) De gebruikers en andere personen in de omgeving de omkeerrollen geleid is. moeten geschikte een veiligheidsbril, helm, oorbeHet betreden van de gevarenzone (b.v. om de rollen of scherming, werkhandschoenen en veiligheidsschoede watertoevoer bij te stellen) is alleen toegestaan wannen dragen terwijl ze de draadzaag bedienen. neer het aggregaat uitgeschakeld is en het aandrijvingswiel d) Stof van materiaal zoals loodhoudende verf, sommi- stilstaat. Schakel de elektrische voeding uit of ontge houtsoorten, mineralen en metaal kunnen schadelijk koppel ze voor het binnengaan van de gevarenzone. 29 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 5. Veiligheidsinstructies Houd u bij het zagen aan de toegestane aandrijvings- Denk eraan dat de gemonteerde machine kan omvallen parameters en aan de aanbevolen richtwaarden voor als ze niet bevestigd is. Zet ze daarom op een stevige, zaagsnelheid en voorbewegingsdruk. vlakke ondergrond. Plaats extra steunen tussen de naar voren gerichte zwenkwielen en het oppervlak waarop de Gebruik enkel zaagdraden die beantwoorden aan de draadzaag staat. voorschriften van EN 13236. Zorg ervoor dat de draadzaag en zijn onderdelen niet Door het gebruik van hoogkwalitatieve diamantdraden, kunnen bewegen of omvallen tijdens het transport. draadkoppelingen en krimpwerktuigen kan het aantal Kraantransport van aandrijving en regelpaneel mag alleen draadbreuken aanzienlijk verminderd worden. aan de daarvoor bestemde kraanogen plaatsvinden. VoorDe draad kan heet worden; raak hem daarom niet zon- aleer de zaag te transporteren, controleer of alle verder handschoenen aan! wijderbare onderdelen goed vastzitten, of de aanGebruik voor het vastzetten van de rolbokken, de draad- drijvingseenheid vergrendeld is en de eindstop gemonzaag en voor het beveiligen van de delen alleen beves- teerd is. Men mag zich nooit binnen het bereik van aan tigingsmateriaal van voldoende afmetingen (ankers,schroe- een kraan hangende lasten bevinden. ven etc.). Let erop dat de netspanning overeenkomt met de gegevens op de typeplaatjes. Bij het gebruik van stellingen, ladders of platformen enz., controleer of deze onbeschadigd zijn en van een type dat beantwoordt aan en opgesteld is volgens de voorschriften. De operator moet ervoor zorgen dat niemand aanwezig is in de gevarenzone tijdens het zagen. Dit geldt ook voor het niet-zichtbare gebied gebied, bijv. aan de achterkant van de zaagzijde. Indien nodig moet een voldoende groot gebied afgezet worden of moeten er wachtposten met veiligheidspersoneel opgesteld worden. Let steeds goed op. Observeer het zaagproces, de waterkoeling en de omgeving van de werkplek. Werk niet met de draadzaag als u zich niet ten volle kunt concentreren! Er mogen aan de draadzaaguitrusting geen veranderingen worden aangebracht. Wijziging van de fabrieksingestelde omzettingsparameters (DS WS10-E) is verboden. 5.7 Veiligheidsmaatregelen voor het transport van de draadzaag Vermijd het heffen en dragen van zware voorwerpen. Gebruik geschikte hefwerktuigen en transportmiddelen en verdeel zware ladingen onder meerdere personen. Gebruik de voor het transport aanwezige grepen. Houd de grepen altijd schoon en vrij van vet. 30 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 6. Voorbereidingen in het werkgebied Voorbereidingen in het werkgebied 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8 6.9 De zaaglijnen markeren Planning draadgeleiding en indeling van zaagsneden Toepassingsvoorbeelden Bepaling van de vereiste opslag en de vereiste draadlengte Duidelijke veiligheidsmaatregelen in het werkgebied Elektrische voeding / zekering DS WS10-E DS WS10-E bedradingsschema Verlengsnoeren / geleiderdiameters Koelwatervoorziening 32 32 32 33 34 34 34 34 34 31 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 6. Voorbereidingen in het werkgebied 6.1 De zaaglijnen markeren 6.3 Toepassingsvoorbeelden De weg te zagen delen worden doorgaans gemarkeerd Hierna vindt u enkele aanbevelingen voor de meest gebruidoor de klant. kelijke toepassingen: Indien nodig, grootte en gewicht van de betonblokken aanpassen aan de vereiste afmetingen door ze in zaagVOORZICHTIG sneden te verdelen (d.w.z. afhankelijk van de werkwijze, Houd u bij het positioneren van de draadgeleiding en de verplaatsing van de blokken, de kraan of de maximum rolstandaards aan de in deze gebruiksaanwijzing gegedraagkracht van de vloer en de grootte van de deuren). ven voorbeelden. Voor andere draadgeleidingen is apart overleg met een Hilti draadzaagspecialist nodig. 6.2 Planning draadgeleiding en indeling van zaag- Horizontale of verticale zaagsnede, sneden met zaaglengte van 20 tot 40 cm Grondige scholing en ervaring zijn essentiële voorwaarden voor het optimaal plannen van de indeling van zaagsneden en draadgeleiding. Te grote draadcontactlengte en zaagsnedestraal leiden tot een verminderde zaagprestatie. De vuistregel is: rolafstand H = zaaglengte L × 0.2 L H Horizontale of verticale zaagsnede, met zaaglengte van 40 tot 70 cm Als de zaaglengte 1,5 meter is, moet de rolafstand dus 0,3 meter bedragen (1,5 meter × 0,2 = 0,3 meter). Bij het plannen van de draadgeleiding, zorg ervoor dat de draadcontactlengte de 2 meter niet overschrijdt. Stel de indeling van de zaagsneden zo in dat de zaagdraad niet komt vast te zitten door weggezaagde delen. 32 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 6. Voorbereidingen in het werkgebied Horizontale of verticale zaagsnede, met zaaglengte van 70 tot 200 cm Horizontale of verticale zaagsnede met zaaglengte van 50 tot 200 cm Bondig zagen met zaaglengte van 50 tot ca. 100 cm Horizontale of verticale dwarse zaagsnede Balk of zuilzaagsnede van 30 tot ca. 100 cm 6.4 Bepaling van de vereiste opslag en de vereiste draadlengte Vereiste opslag (benaderde berekening) Objectdikte × 2 Vereiste draadlengte (benaderde berekening) Benodigde draadlengte voor minimaal tuigen* + lengte aan trekzijde + 2 × objectdikte + zaaglengte + lengte aan losse zijde * De minimale draadlengten voor het tuigen vindt u onder "Technische gegevens". 33 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 6. Voorbereidingen in het werkgebied 6.5 Duidelijke veiligheidsmaatregelen in het werkgebied Heeft u gecontroleerd of er zich geen gevaarlijke buizen of kabels (gas, water, elektriciteit, enz.) bevinden in het zaaggebied? 6.7 DS WS10-E pin toewijzing Met netspanning 3 x 400 V Pin toewijzing 3P+N*+PE Stekkertype 32 A / 6 h Schema; Zijn de effecten van het zaagwerk op de stabiliteit duidelijk en zijn steunen geplaatst die de ladingen voldoende kunnen ondersteunen? 3 x 200 V 3P+PE 63 A / 9 h L3 L1 L2 N L1 PE L2 PE L3 L1 = fase 1, L2 = fase 2, L3 = fase 3, N = neutrale geleider, PE = aardgeleider Kan de mogelijkheid op gevaar of beschadiging als gevolg van het gebruikte koelwater worden uitgesloten? * Het 230 V stopcontact op het besturingspaneel functioneert enkel als de neutrale geleider (N) aangesloten is. Worden de veiligheidsmaatregelen toegepast om ervoor VOORZICHTIG te zorgen dat personen geen verwondingen oplopen Indien nodig kan een bevoegd elektricien de bijgeleen dat eigendom en uitrustingen niet kunnen beschadigd worden door vallende objecten of afval dat kan verde CEE stekker op uw voedingskabel monteren. rondvliegen tijdens het zagen? Kunnen de te zagen delen veilig verwijderd en afgevoerd worden als afval? 6.8 Verlengsnoeren / geleiderdiameters Gebruik alleen voor het toepassingsgebied toegestane Beantwoorden de beschikbare elektrische voeding en verlengsnoeren met kernen van voldoende diameter. In watertoevoer aan de specifieke vereisten? overeenstemming met EN 61029-1 moeten geleiders minstens de volgende diameters hebben: 1.5 mm2 voor Is de vereiste uitrusting beschikbaar volgens de cor- 16 A, 4 mm2 voor 32 A en 10 mm2 voor 63 A (geleider recte specificaties? diameter = diameter van individuele geleiders). Is het uit te voeren werk goedgekeurd door de bouwdi- Onjuiste geleiderdiameters en te lange kabels leiden tot rectie? een spanningsverlies, waardoor de kabel kan oververhitten. 6.6 Elektrische voeding / zekering – DS WS10-E Verlengsnoeren volledig ontrollen vooraleer de machine te bedienen. VOORZICHTIG Of u netvoeding of generatorvermogen gebruikt, steeds 6.9 Koelwatervoorziening controleren of een aardgeleider en reststroomonderbreker aanwezig en aangesloten zijn. De zekeringswaarden Bij een temperatuur van 30°C is een waterdoorstroming van de elektrische voeding in het werkgebied moeten van ca. 7l/min vereist om de aandrijvingseenheid af te de volgende zijn: koelen (DS WS10-E). Met netspanning Zekeringswaarde: Reststroomonderbreker: 3 x 400 V 32 A 30 mA (type A) 34 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 3 x 200 V 63 A 30 mA (type A) De automatische beveiliging van de machine wordt geactiveerd bij onvoldoende koeling (DS WS10-E). Gebruik enkel zuiver koelwater. 6. Voorbereidingen in het werkgebied Als de druk in de watertoevoer laag is, moet een terugslagklep geplaatst worden om te voorkomen dat vuil water in de watertoevoer terechtkomt. 35 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 7. Opstelling van het zaagsysteem Opstelling van het zaagsysteem 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 7.8 7.9 7.10 7.11 7.12 7.13 7.14 Het maken van de doorvoerboringen Bevestiging van de grondplaat Bevestiging van de geleidingseenheid Optionele opslaguitbreiding monteren Eindstop opzetten Wieldrager monteren Aandrijvingseenheid monteren Persluchtleiding aan de pneumatische cilinder aansluiten Draad doorhalen, verbinden en tuigen Monteren van de beschermende afdekkingen Persluchtleidingen aan de besturingseenheid aansluiten Montage van de watertoevoer Aansluiting van de hydraulische leidingen (DS WS10) Voedingskabel aansluiten op de besturingseenheid (DS WS10-E) 38 38 39 39 40 40 40 43 41 42 43 43 44 44 37 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 7. Opstelling van het zaagsysteem 7.1 Het maken van de doorvoerboringen 2 1  Handgreep  Doorvoerboring De positie van de doorvoerboringen heeft een directe  Optimale positie voor bevestigingsanker invloed op de nauwkeurigheid van de zaagsnede. Bij grote wanddiktes of kleine toegestane toleranties raden wij 4 5 u daarom aan de doorvoeringen te boren met een diamantboormachine op een standaard. Bij kleine wanddiktes of grotere toegestane toleranties kunnen de boringen ook met een boorhamer worden 1 gemaakt. Als diameter van de boor adviseren wij u 16 mm, maar minstens ca. 4% van de objectdikte. 3 6 6 NOTA Bij zeer dikke objecten maakt een iets tapsere zaagsne2 de het makkelijker om het weggezaagde deel te verwijderen. Dit bekomt men met de doorvoerboringen uit  Vasthoudmagneten voor bevestiging aan grondplaat te voeren onder hoek.  Spanspil  Spanmoer  Doorvoerboring voor diamantdraad  Zaagrand 7.2 Bevestiging van de grondplaat  Nivelleerschroeven Een voldoende gedimensioneerde en correct uitgevoerde, stabiele bevestiging van de draadzaag en eventueel WAARSCHUWING gebruikte rolstandaards is een belangrijke voorwaarde Gebruik voor de aanwezige ondergrond geschikte plugvoor efficiënt en veilig gebruik van de machine. gen en neem de aanwijzingen van de fabrikant van de Bij toepassingen waarbij de kleine draadzaag direct bij pluggen in acht. de zaagsnede wordt gemonteerd, helpt de sjabloon u de nauwkeurige positie van de ankerboring te bepalen en NOTA de grondplaat in de nauwkeurige zaagpositie uit te richHilti metalen hollewandpluggen, M12, zijn meestal ten. geschikt voor het bevestigen van diamantmachines in ongescheurd beton. Onder bepaalde omstandigheden kan echter een alternatieve bevestiging noodzakelijk zijn. Wendt u zich bij vragen over de veilige bevestiging tot de Expert Consulting van Hilti. 38 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 7. Opstelling van het zaagsysteem Als er problemen met betrekking tot het veilig bevestigen op een ondergrond zoals bros beton, metselwerk kunst- of natuursteen optreden, geeft onze Hilti buitendienstmedewerker u graag advies. WAARSCHUWING Vacuümplaten zijn in geen geval toegestaan voor het bevestigen! Werkwijze a) Ankerboring met sjabloon aftekenen b) Boren, boring reinigen, Hilti HKD-D anker insteken Excentriekpen met de klok mee vastdraaien.. en expanderen c) Spanspil tot aanslag indraaien d) Sjabloon aan grondplaat bevestigen 7.4 Optionele opslaguitbreiding monteren e) Grondplaat met sjabloon opzetten en met spanmoer Met de optioneel verkrijgbare opslaguitbreiding kan de borgen opslagcapaciteit van de draadzaag vergroot worden. f) Grondplaat uitrichten en spanmoer en nivelleerschroeven vastdraaien 7.3 Bevestiging van de geleidingseenheid 3 2 1 Verbindingskegel insteken en met excentriekpen vastklemmen.  Sleutel 1/2ʺ kniegewricht  Excentriekpen  Geleidingseenheid Opslaguitbreiding opzetten en met excentriekpen vastklemmen. VOORZICHTIG Gebruik enkel het aanbevolen toebehoren voor het verOpnamekegel in geleidingsrail inbrengen en excentriek- groten van de opslagcapaciteit en vergroot deze nooit boven de maximale toegelaten lengte van 2 meter. pen geheel insteken. 39 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 7. Opstelling van het zaagsysteem 7.5 Eindstop opzetten Eindstop monteren. 7.7 Aandrijvingseenheid monteren Excenterbout ontgrendelen. VOORZICHTIG Werk in geen geval zonder correct gemonteerde beschermende afdekkingen en gemonteerde eindstop! 7.6 Wieldrager monteren Spanhaak in opnamesleuf inbrengen. Wieldrager opzetten (let op de afstand tot de muur) Excenterbouten inschuiven en met de klok mee vastdraaien. Eindstop monteren. Bevestigingselement sluiten en spanhefboom vastdraaien. 40 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 7. Opstelling van het zaagsysteem 7.8 Persluchtleiding aan de pneumatische cilinder aansluiten Leid de draad vervolgens door de holle assen van de rolstandaards (indien gebruikt) en daarna door de holle assen van de wieldrager aan de kleine draadzaag. Om een gelijkmatig ronde afslijting van de zaagdraad te bereiken raden wij u aan deze voor het verbinden ca. 0,5 maal per meter draadlengte tegen de klok in te draaien. Persluchtleiding aan de pneumatische cilinder aansluiten. 7.9 Draad doorhalen, verbinden en tuigen Let er bij het doorhalen van de zaagdraad op dat de indicatie van de looprichting op de zaagdraad overeenkomt met de draairichtingspijl op de aandrijvingseenheid. Het aandrijvingswiel draait van voren gezien tegen de klok in. Leg de zaagdraad over de omkeerrollen en het aandrijvingswiel en span hem licht door de positie van de aandrijvingseenheid te veranderen (zuigerstangklem). 1 Als de markering van de looprichting niet meer zichtbaar is, is de looprichting te zien aan de conische afslijting van de draadkraal (het smalle deel wijst in de looprichting). Leid de zaagdraad eerst door het te zagen object en rond dan de zaagranden aan de achterkant door met  Voortbewegingsarrêtering de hand heen en weer trekken af tot de draad met de Zet de aandrijvingseenheid vervolgens in zijn positie vast. hand te bewegen is. 41 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 7. Opstelling van het zaagsysteem 7.10 Monteren van de beschermende afdekkingen 2 3  Afzetpunt pneumatisch cilinder Zet vervolgens terugloopblokkering los , schuif de zui- Beschermplaat inbrengen. gerstang  volledig in, klem hem vast en breng de terugloopblokkering  opnieuw in positie. 3 Beschermplaat met splitpen borgen.  Terugloopblokkering Terugloopblokkering voorkomt dat de zaagdraad bij het VOORZICHTIG op gang komen door het elastische terugveren van de Werk in geen geval zonder correct gemonteerde bescherzuigerstang minder gespannen wordt. Na het vastklem- mende afdekkingen en gemonteerde eindstop! men van de terugloopblokkering  kan de arrêtering van de voortbewegingeenheid los gemaakt worden. VOORZICHTIG VOORZICHTIG De lange beschermplaat moet gemonteerd worden als Zet de arrêtering van de voortbewegingseenheid en de de draadopslaguitbreiding gebruikt wordt. vastklemming van de zuigerstang pas los nadat u zich ervan hebt vergewist dat er bij de voortbewegingscilinder geen druk is. 42 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 7. Opstelling van het zaagsysteem 7.11 Persluchtleidingen aan de besturingseenheid aansluiten 7.12 Montage van de watertoevoer Het T-verbindingsstuk aansluiten op de hydraulische Drukluchtleidingen aan de compressor en aan de bestu- eenheid (DS WS10). ringseenheid aansluiten (DS WS10). De koelwaterlansen op het 3-polige verbindingsstuk aansluiten (DS WS10). Drukluchtleidingen aan de compressor en aan de bestu- Het T-verbindingsstuk aansluiten op de aandrijvingseenheid (DS WS10-E). ringseenheid aansluiten (DS WS10-E). De koelwaterlansen op het T-verbindingsstuk aansluiten (DS WS10-E). De koelwaterlansen bij de draadintreeplaatsen monteren. 43 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 7. Opstelling van het zaagsysteem 7.13 Aansluiting van de hydraulische leidingen (DS WS10) 7.14 Voedingskabel aansluiten op de besturingseenheid (DS WS10-E) Sluit de voedingskabel aan en bevestig de stekker (DS WS10-E) De hydraulische leidingen aansluiten op de aandrijvingseenheid (DS WS10) De hydraulische leidingen aansluiten op het ventielblok/ hydraulische eenheid (D-LP15 / D-RC22 of D-LP32). VOORZICHTIG De lengte van de gebruikte hydraulische leidingen moet minstens zo groot zijn dat het aggregaat buiten de directe gevarenzone kan worden geplaatst! 44 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 8. Bediening en zaagproces Bediening en zaagproces 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 Controleren voor het zagen Instelling van de opstartzaagdruk Zaagproces starten Zaagproces controleren Voortbeweging bij einde van slag bijstellen Werkzaamheden voor en na beëindiging van het zaagproces 46 46 47 48 48 49 45 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 8. Bediening en zaagproces 8.1 Controleren voor het zagen ■ Is de gevarenzone voldoende afgebakend en zijn de geschikte veiligheidsmaatregelen getroffen? ■ Zijn de beschermende afdekkingen en eindstop correct geplaatst? ■ Zijn de nodige steunen en afdekkingen gemonteerd? ■ Zijn er stappen ondernomen voor een gecontroleerde afvoer van het koelwater? ■ Is elk onderdeel van de uitrusting voldoende veilig ingericht? ■ Is de zaagdraad correct gemonteerd met de kralen in de juiste richting en kan de draad makkelijk met de hand Voortbewegingdruk instellen (DS WS10-E) door de zaagsnede worden getrokken? ■ Zijn de geleiderollen exact uitgericht met de zaagdraad? ■ Is de slaglengte van de voortbewegingscilinder correct? ■ Zijn de elektrische kabels, water- en drukluchtleidingen en, waar nodig, de hydraulische leidingen (DS WS10) op een veilige manier gelegd en correct aangesloten? ■ Zijn de koelwaterlansen correct gepositioneerd? (het water moet door de zaagdraad in de zaagsnede getrokken worden) ■ Voldoen de elektriciteitsvoorzieningen en watertoevoer aan de voorgeschreven vereisten? Voortbewegingventiel activeren (DS WS10) 8.2 Instelling van de opstartzaagdruk Stel de voortbewegingdruk in op de op het bedieningspaneel aanbevolen waarde en span de draad met behulp van het voortbewegingventiel. Voortbewegingventiel activeren (DS WS10-E) Voortbewegingdruk instellen (DS WS10) 46 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 8. Bediening en zaagproces 8.3 Zaagproces starten ■ De hoofdschakelaar staat in de AAN-positie en de "vermogens"indicator licht groen op. ■ De voortbewegingshendel staat in de "zaag" (voortbewegings) stand en de zaagdraad is lichtjes gespannen. Alle andere schakelaars staan op "UIT" of "0". ■ De zuigerstang wordt door de terugloopblokkering in zijn positie vastgezet en de arrêtering op de voortbewegingsbehuizing is ontgrendeld. Schakel de hoofdaandrijvingseenheid van de DS WS10■ De waterventielen staan open en het koelwater wordt E om de zaagdraad te doen lopen. rechtstreeks naar de zaagplek gevoerd. ■ Stel de voortbewegingsdruk in op ca. 1 tot 2 bar op Gebruik de snelheidsregelaar (DS WS10-E) of pas de het bedieningspaneel door middel van de regelknop (uit- oliestroom aan (D-LP 32) om de draadsnelheid geleidelijk te verhogen door ondertussen de voortbewetrekken om los te maken) gingsdruk te vergroten. ■ Stel de zaagsnelheid bij tot ca. 12–15 m/s (DS WS10E of DS WS10 met D-LP 32) VOORZICHTIG Schakel de hoofdaandrijving onmiddellijk uit als de draad niet meteen in beweging komt. Het aandrijvingswiel kan schade oplopen indien de zaagdraad doorslipt terwijl het wiel draait. ■ Zet het voortbewegingsventiel in de middelste (neutrale) stand en controleer of de zaagdraad makkelijk met de hand door de zaagsnede kan worden getrokken. Indien niet: ■ Rond de zaagranden af door beitelen of slijpen of door de draad met de hand door te halen. ■ Verwijder kleine steentjes of fragmenten enz. die ingeklemd kunnen zitten in de zaagsnede. ■ Controleer en optimaliseer de draadgeleiding Herhaal het opstartproces. Verhoog de snelheid tot de optimale zaagsnelheid is bereikt. Stel de pneumatische voortbewegingsdruk (bar) zo in dat de aangegeven elektrische stroom net onder de rode zone ligt op de meter (DS WS10-E) of stel de hydraulische werkdruk in op een waarde tussen 80 en 120 bar (DS WS10). Schakel de hoofdaandrijvingseenheid van de DS WS10 NOTA Indien de zaagboog van de draad te vlak is, kan geen om de zaagdraad te doen lopen. 47 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 8. Bediening en zaagproces volledig gebruik worden gemaakt van de beschikbare 8.5 Voortbeweging bij einde van slag bijstellen elektrische stroom wegens een gebrek aan voortbewegingsdruk. Schakel de aandrijvingseenheid en de elektrische voeding uit wanneer het einde van de slag bereikt is. Activeer de voortbewegingsarrêtering  aan de geleidings8.4 Zaagproces controleren behuizing WAARSCHUWING Blijf dicht bij het besturingspaneel tijdens het zagen zodat u de noodstop te allen tijde kunt indrukken. 1 ■ Kom alleen in de gevarenzone, bijv. om de waterlansen en de geleidingsrollen bij te stellen, de voortbewegingcilinders te verstellen of klemwiggen te monteren, wanneer de draadzaag uitgeschakeld is en de aandrijving stilstaat (stroom uitgeschakeld). ■ Let op voldoende koeling van de zaagdraad en stel  Schakel de voortbewegingsarrêtering in. de straalrichting van de waterlansen zo dat er genoeg water op de zaagplek komt. Zet de pneumatische voortbewegingseenheid  in de neutrale (middelste) stand. ■ Let erop dat de zaagdraad rustig en zonder trillingen loopt. Als de draad begint te trillen, moet de richting van de geleidingsrollen of de voortbewegingdruk bijgesteld worden. ■ Let erop dat de hydraulische werkdruk (DS WS10) tussen 80 en 120 bar ligt. Als de druk daalt, kunt u deze door verhoging van de pneumatische voortbewegingdruk weer naar omhoog halen. Indien de druk (DS WS10) of stroom (DS WS10-E) onder de optimale waarde daalt kunt u deze opnieuw doen stijgen door de pneumatische voortbewegingsdruk te verhogen of, respectievelijk, de straal van de zaagboog te verminderen. 2  Regelventiel voor voortbewegingventiel (DS WS10). 2  Regelventiel voor voortbewegingventiel (DS WS10E). 48 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 8. Bediening en zaagproces 8.6 Werkzaamheden voor en na beëindiging van het zaagproces VOORZICHTIG Zet de arrêtering van de voortbewegingseenheid en de vastklemming van de zuigerstang pas los nadat u zich ervan hebt vergewist dat er bij de voortbewegingscilinder geen druk is. ■ Zorg er vóór het doorzagen van het object voor dat de vrijkomende draad veilig kan worden opgevangen door de aan de zaagsnede gemonteerde geleidingsrollen. Daarna kunt u de terugloopblokkering  en de zui- ■ Verlaag voor het doorzagen indien mogelijk de draadsgerstangklem  vervolgens loszetten en de zuigers- nelheid en schakel de aandrijving onmiddellijk uit zodtang  met de hand naar binnen duwen. ra het object doorgezaagd is. 4 5 3 ■ Schakel de aandrijvingseenheid uit en breng de zuigerstang naar binnen (omgekeerde werkdrukrichting). Zet vervolgens het pneumatische voortbewegingventiel op de neutrale middelste stand en arrêteer dan de geleidingsbehuizing. ■ Verwijder de zaagdraad en demonteer de rolstandaards, aandrijvingseenheid en draadopslag voor zover nodig en volg daarbij de montage-instructies in de omgekeerde volgorde.  Afzetpunt pneumatisch cilinder  Terugloopblokkering  Zuigerstang 1 3 4 Vervolgens de zuigerstang vastklemmen, terugloopblokkering  instellen en vastzetten, en daarna de voortbewegingsarrêtering  los zetten. 49 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 9. Onderhoud en reparaties Reiniging, onderhoud en reparaties 9.1 Reiniging 9.2 Onderhoud 9.3 Elektrisch circuitschema voor DS WS10-E 3x200 V besturingspaneel 9.4 Elektrisch circuitschema voor DS WS10-E 3x200 V besturingspaneel (besturingscircuit) 9.5 Elektrisch circuitschema voor DS WS10-E 3x400 V besturingspaneel 9.6 Elektrisch circuitschema voor DS WS10-E 3x400 V besturingspaneel (besturingscircuit)s 9.7 Pneumatisch circuitschema voor de aandrijvingseenheid van de draadzaag 52 52 53 54 55 56 57 51 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 9. Onderhoud en reparaties VOORZICHTIG Trek de stekker uit het stopcontact en ontkoppel de persluchtvoorziening. VOORZICHTIG Bij temperaturen onder nul moet de uitrusting langzaam VOORZICHTIG worden opgewarmd voor ze in te schakelen en het koelHet apparaat, met name de greepgedeelten, schoon en circuit moet volledig geleegd worden door het met vrij van olie en vet houden. Gebruik geen siliconenhou- druklucht uit te blazen voor lange onderbrekingen of peridende reinigingsmiddelen. oden van onbruik. 9.1 Reiniging Regelmatige grondige reiniging en onderhoud van de installatie zorgt ervoor dat alle bewegende onderdelen en bedieningselementen vlot lopen en voorkomt dat de installatie door vervuiling schade oploopt. Wij adviseren een grove reiniging van de draadzaag en de rolbokken na elke zaagsnede. Let daarbij in het bijzonder op de loopvlakken en de tandstang van de geleidingsrail en op alle bewegende delen en bedieningselementen. Reinig aan het eind van elke werkdag de hele installatie met uitzondering van de elektrisch gevoede componenten zoals compressor en hydraulisch aggregaat met veel water en een middelharde borstel. Neem de reinigingswerkzaamheden in uw dagelijkse planning op! 9.2 Onderhoud Controleer na afloop van de reiniging of alle bewegende delen licht lopen, correct werken en niet beschadigd zijn. Let erop dat de aandrijvingseenheid in onbelaste toestand met max. 1 bar luchtdruk zonder schokken over de hele slaglengte bewogen kan worden. Beschadigde of slecht werkende onderdelen moeten voor het verdere gebruik vervangen worden om ongevallen of dure gevolgschade te voorkomen. Het insprayen van de gereinigde machine met een betonscheidingsmiddel vermindert het vastplakken van vuil en vergemakkelijkt de volgende reiniging. Leeg minstens één keer per maand de onderhoudseenheid aan het bedieningspaneel en het drukreservoir van de drukluchtcompressor. 52 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 De luchtfilters bovenaan rechts en onderaan de besturingseenheid moeten periodiek gecontroleerd worden op vervuiling en vervangen worden indien nodig. 54 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 10 9 A1 4 3 A2 L-01 T-01 MS-01 2 NOT AUS 2 1 1 X1 Betrieb X2 Motor Anschluß Steuerstromverdrahtung 1² mm 24V DC / - 24V DC / + T-02 T-03 9 5 10 A2 A1 6 Motor Ein K-01 Störung K-02 5 4 Motor Ein 3 2 Motor Aus 1 3 K-01 PE X1 X2 Motor Ein L-02 9 Motor Ein 5 42 41 A2 A1 Änd. Gepr. Gez. Störung K-02 Frequenz Umformer 7 3 K-02 L-03 Name Störung X1 X2 8 Störung 1.02.2008 Koschler Datum 2 10 4 Steuerstromkreis DS WS10-E 3x200V 1 Blattnummer DS WS10-E Blattanzahl Plattner Ges.mbh 2 9. Onderhoud en reparaties 9.4 Elektrisch circuitschema voor DS WS10-E 3x200 V besturingspaneel (besturingscircuit) 56 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 10 9 A1 4 3 A2 L-01 T-01 MS-01 2 NOT AUS 2 1 1 X1 Betrieb X2 Motor Anschluß Steuerstromverdrahtung 1² mm 24V DC / - 24V DC / + T-02 T-03 9 5 10 A2 A1 6 Motor Ein K-01 Störung K-02 5 4 Motor Ein 3 2 Motor Aus 1 3 K-01 PE X1 X2 Motor Ein L-02 9 Motor Ein 5 42 41 A2 A1 Änd. Gepr. Gez. Störung K-02 Frequenz Umformer 7 3 K-02 L-03 Name Störung X1 X2 8 Störung 1.02.2008 Koschler Datum 2 10 4 Steuerstromkreis DS WS10-E 3x400V 1 Blattnummer DS WS10-E Blattanzahl Plattner Ges.mbh 2 9. Onderhoud en reparaties 9.6 Elektrisch circuitschema voor DS WS10-E 3x400 V besturingspaneel (besturingscircuit) 9. Onderhoud en reparaties 9.7 Pneumatisch circuitschema voor DS WS10 / DS WS10-E 57 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 10. Foutopsporing Foutopsporing 10.1 10.2 10.3 10.4 10.5 10.6 10.7 10.8 10.9 10.10 10.11 10.12 10.13 10.14 10.15 10.16 10.17 10.18 10.19 10.20 Aandrijvingswiel / zaagdraad begint niet te draaien Het aandrijvingswiel slipt door / de draad wordt niet meegenomen Bij het op gang komen springt de zaagdraad van de aandrijvings- of geleidingsrol Geen of zeer geringe voortgang bij het zagen Te grote slijtage van diamantdraad Zaagdraad slijt ongelijkmatig / langs één kant af Diamantdraad gaat in elkaar zitten / diamantkralen naar elkaar toe verschoven De diamantdraad wordt uit de persing getrokken Draadbreuk direct voor of na de verbinder De diamantdraad begint bij het gebruik sterk te trillen De drukluchtcompressor start niet De drukluchtcompressor kan geen druk opbouwen Het toerental van het aandrijvingswiel begint (hoorbaar) te oscilleren (DS WS10) Machine start niet, groene "ready“ i ndicatielampje brandt niet (DS WS10-E) Machine start niet, groene "ready“ en rode "fault" indicatielampje branden niet (DS WS10-E) Machine start niet, hoewel groene "ready“ indicatielampje brandt (DS WS10-E) Geen stroom bij het 230V stopcontact (DS WS10-E) Stroominvoer is te hoog bij onbelaste toestand en zagen (DS WS10-E) Het onderhoudslampje brandt en de aandrijvingseenheid werkt mogelijk niet (DS WS10-E) De reststroomonderbreker is geactiveerd 60 60 60 60 60 61 61 61 61 61 62 62 62 62 62 62 62 63 63 63 59 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 10. Foutopsporing 10.1 Aandrijvingswiel / zaagdraad begint niet te draaien Het aandrijvingswiel is te sterk afgesleten – Aandrijvingswiel vervangen. De draad wordt om te veel / te scherpe randen (< 90°) 10.3 Bij het op gang komen springt de zaagdraad geleid op de betonondergrond – Randen door beitelen afronden en de draad met de van de aandrijvings- of geleidingsrol hand goed doorhalen. – Plaats geleidingsrollen om de randen bij de hoeken De terugloopblokkering is niet ingesteld en vastgezet – Terugloopblokkering geheel in richting cilinder schuiminder scherp te maken. ven en klemmen. – Verminder het aantal hoeken door de draadgeleiding te veranderen. Geleidingsrollen zijn niet nauwkeurig uitgericht – Geleidingsrollen nauwkeurig op elkaar uitrichten. De draad is te sterk voorgespannen – Voorspanning door drukverlaging verkleinen. 10.4 Geen of zeer geringe voortgang bij het zagen Te grote zaagsnee- resp. contactlengte – Zaagsnede in meerdere afzonderlijke sneden verdeDe hydraulische werkdruk (DS WS10) of de stroominlen. voer (DS WS10-E) is te laag – Contactlengte door extra ontkoppelrol verkorten. – Verhoog de pneumatische voortbewegingsdruk. Draad is tegen de voorgeschreven looprichting in – Zaagboog spitser instellen. gemonteerd (kralen lopen niet in de juiste richting) – Looprichting controleren en zo nodig veranderen Te grote zaag- of draadcontactlengte (smalle kant van kraal wijst tegen de looprichting in) – Draadcontactlengte met ontkoppelrol reduceren. – Zaaglengte verkleinen / zaagsnede in meerdere afzonderlijke sneden verdelen. Een nieuwe draad klemt in reeds aanwezige, nauwere zaagsnede Slede aan de geleidingseenheid loopt zwaar – Dunnere draad gebruiken. – Controleren of slede licht loopt (zonder stoten < 1 bar luchtdruk). Zo nodig geleidingsbaan, tandstang en De zaagdraad is beschadigd rollen reinigen. – Draad op knikken controleren. – Controleren of de verbinders correct gemonteerd Zaagkralen zijn gepolijst geraakt of slecht voorgeslezijn en of ze dunner zijn dan de draad. – Controleren of de draad steeds in dezelfde loop- pen – Kralen op zaagdraad scherp maken richting is gebruikt. – Nieuwe draad steken. 10.2 Het aandrijvingswiel slipt door / de draad wordt niet meegenomen De voortbewegingscilinder heeft de eindstand bereikt of de slede staat tegen de eindstop – Eindstop opnieuw positioneren. De diamantdraad is te los of te weinig voorgespan- – Cilinder bijstellen en opslaguitbreiding monteren indien nodig. nen – Controleren of het voortbewegingventiel op positie "trekken" staat. 10.5 Te grote slijtage van diamantdraad – Spanning vergroten door druk te verhogen. – Controleren of cilinder aan het slageinde en of de Te lage zaagsnelheid / te laag toerental slede tegen de eindstop staat. – Controleren of de slede vlot beweegt op de gelei- – Zaagsnelheid opdrijven door aandrijvingssnelheid te verhogen dingseenheid. 60 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 10. Foutopsporing Te weinig koel-/spoelwater (er is stofontwikkeling) De verbinder te ver naar achteren of te ver naar voren – Water nauwkeurig op de draad en in de zaagsnede vastgeperst – Verbinder exact op de door de verbinderfabrikant leiden. voorgeschreven plaats vastpersen. – Watervolume vergroten. – Snij de draad af op de juiste hoeken en verwijder de Te hoge draadspanning in verhouding tot de draadjuiste hoeveelheid plastieklaag. contactlengte bij de zaagsnede – Zaaglengte vergroten en/ of draadspanning verla- De verbinder was te dicht bij het uiteinde vastgeperst – Verbinder vastpersen op de door de verbinderfabrigen. kant aangegeven positie. Zeer schurend materiaal – Andere diamantdraad-specificatie gebruiken. 10.9 Draadbreuk direct voor of na de verbinder 10.6 Zaagdraad slijt ongelijkmatig / langs één kant af Te sterke belasting door wisseling van buiging – Belasting verminderen door gebruik van een flexibele verbinder. – Voor zover mogelijk, slechts één verbinder gebruiDraad werd niet gedraaid voor het verbinden ken voor elke draadlus (een volledige draadlengte) – Draad voor het verbinden ca. 0,5 maal per meter draadlengte tegen de klok indraaien (gezien op het – Een nieuwe draad plaatsen indien draadbreuk zich te vaak voordoet. draadeinde). 10.7 Diamantdraad gaat in elkaar zitten / diamantkralen naar elkaar toe verschoven 10.10 De diamantdraad begint bij het gebruik sterk te trillen Te hoge of te lage draadspanning Onvoldoende koeling van de zaagdraad – Ervoor zorgen dat er altijd genoeg water in het zaag- – Draadspanning optimaliseren door druk bij te stellen. punt komt. – Bij droog zagen koelpauzes inlassen. De geleidingsrollen zijn niet nauwkeurig uitgericht De diamantdraad wordt tijdens het zagen met een – Geleidingsrollen nauwkeurig op elkaar uitrichten. schok geblokkeerd De afstand tussen de geleidingsrollen is te groot (te – Object beveiligen tegen wegglijden. grote vrije draadlengte) – Op volgorde van de zaagsneden letten. – Vrije draadlengte door montage van extra rolbokken – Los materiaal uit de zaagspleet verwijderen. verkleinen. – Draadzaag dichter bij zaagsneden plaatsen. 10.8 De diamantdraad wordt uit de persing Een geleidingsrol is versleten en niet-rond of een getrokken steentje zit vastgeklemd in de gleuf Gebruik van een ongeschikte perstang (onjuiste pers- – Rollen controleren en vervangen indien nodig. – Rolgroeven controleren en uitreinigen indien nodig. kracht) – Gebruik de door de verbinderfabrikant aanbevolen perstang. De persbekken van de tang zijn versleten – Persbekken vervangen. 61 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 10. Foutopsporing 10.11 De drukluchtcompressor start niet 1 2 3 4 Stroomaansluiting ontbreekt – Elektrische voeding aansluiten. Compressor is niet ingeschakeld – Compressor inschakelen. 10.12 De drukluchtcompressor kan geen druk opbouwen 10.15 Machine start niet, groene "ready“ en rode "fault" indicatielampje branden niet (DS WS10-E) Compressor is met lege tank aan het bedieningspaneel aangesloten. – Drukluchtslang bij de compressor los maken en compressor laten lopen tot hij via de druksensor uitge- De voedingskabel van de aandrijvingseenheid is niet schakeld wordt – daarna drukluchtslang weer aans- aangesloten op het besturingspaneel – Kabel aansluiten luiten. Thermische beveiligingsschakelaar geactiveerd door 10.13 Het toerental van het aandrijvingswiel begint oververhitting van de machine – Doorstroming van het koelwater verhogen of kouder (hoorbaar) te oscilleren (DS WS10) water gebruiken. Te grote oliedoorstroming (> 50 l/min) activeert de De overbelastingsschakelaar van de omvormer is volumebegrenzing. geactiveerd – Oliestroom tot minder dan 50 l/min reduceren. – De machine niet overladen. – Besturingspaneel tegen de zonnehitte beschermen. 10.14 Machine start niet, groene "ready“ indicatie- – Controleren of het koelsysteem van de besturingseenheid werkt en de filters vernieuwen indien nodig. lampje brandt niet (DS WS10-E) OPGELET: De kabel staat niet onder stroom – Zekering of stroomonderbreker controleren in de ver- Om de vermogensomvormer terug te stellen, ca. 30 deelkast van de elektrische voeding voor het werkge- seconden wachten en dan op de resetknop drukken. bied. De hoofdschakelaar staat in de "uit"-stand – inschakelen. 10.16 Machine start niet, hoewel groene "ready“ indicatielampje brandt (DS WS10-E) De spanning bij één van de fasen is te laag of een fase ontbreekt volledig De noodstopknop is ingedrukt – 3 fasen afzonderlijk controleren.  – De noodstopknop uittrekken – Verlengsnoer en stekkers / stopcontacten controleren op defecten of losse contacten. 10.17 Het 230V stopcontact werkt niet Een zekering in de verdeelkast is defect (DS WS10-E) – Defecte zekering vervangen (reservezekeringen bevinden zich in de besturingseenheid). Geen neutrale geleider in de elektrische voeding – Zekering elektrische voeding  (3 P+PE) – Zekering omvormer  +  – Elektrische voeding controleren. – Relais  (2x) 62 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 10. Foutopsporing 10.19 Het onderhoudslampje brandt en de aandrijvingseenheid werkt mogelijk niet 5 De stroomonderbreker is geactiveerd – De oorzaak van de storing verhelpen en de stroomonderbreker  terugstellen 10.18 Stroominvoer is te hoog bij onbelaste toestand en zagen (DS WS10-E – De draadzaag heeft minstens 200 uren gewerkt. De aandrijvingseenheid en het besturingspaneel moeten zo snel mogelijk onderhoud krijgen om beschadiging te voorkomen. – De draagzaag heeft 250 uren gewerkt en de veiligheidsschakelaar werd geactiveerd om ernstige schade te voorkomen. 10.20 De reststroomonderbreker is geactiveerd Isolatiefout – Laat de uitrusting en elektrische voeding nakijken door een bevoegd elektricien. Het totale stroomverlies overschrijdt de maximale Het systeem is overladen activatiewaarde van de stroomonderbreker – Voortbewegingsdruk verlagen. – Controleren of de zaagdraad vlot beweegt. Indien hij – Andere toestellen loskoppelen van de gebruikte voeding (vooral deze met een HF elektrische besturing) hapert: oorzaken verhelpen – Zaagsnede lengte reduceren dmv ontkoppelrol 1 1 1 Ontbrekende fase – Elektrische voeding controleren. – De zekeringen  op het besturingspaneel controleren en vervangen indien nodig. 63 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 11. Afvoer als afval Laat afvalmateriaal recycleren. Hilti-apparaten zijn voor een groot percentage gefabriceerd uit herbruikbaar materiaal. Voor hergebruik is correcte materiaalscheiding noodzakelijk. In veel landen is Hilti er al op ingesteld om uw oude apparaat voor recycling terug te nemen. Vraag informatie hierover bij uw verkoopadviseur of bij de klantenservice van Hilti. Enkel voor EU-landen Het is verboden elektrische toestellen samen met huishoudelijk afval af te voeren. Conform de Europese Richtlijn inzake elektronisch en elektrotechnisch afval en hun gebruik overeenkomstig de nationale wetgeving, moeten elektrische toestellen die afgedankt zijn afzonderlijk worden opgehaald en op een milieuvriendelijke wijze gerecycleerd worden. Het rechtstreeks lozen van boor of zaagslik in rivieren, meren of het rioolsysteem zonder voorafgaande behandeling vormt een gevaar voor het milieu. Vraag uw plaatselijke overheid om informatie over de huidige voorschriften. • Verzamel het boor- of zaagslik (bijv. door middel van een industriezuiger). • Laat het slik opdrogen en voer het vaste deel af naar een stortplaats voor bouwafval (uitvlokkingsmiddelen kunnen het afscheidingsproces versnellen). • Voordat u het resterende water (alkaline, pH-waarde > 7) in de riolering laat lopen, neutraliseert u het met neutralisatiemiddelen of door het met veel water te verdunnen. 64 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 12. Garantie van de fabrikant Neem bij vragen over de garantievoorwaarden contact op met uw lokale HILTI dealer. 65 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03 13. Conformiteitsverklaring (origineel) Beschrijving Omschrijving Ontwerpjaar Serienummer Kleine draadzaag DS WS10 / DS WS10-E 2003 / 2006 1001 tot 9999 Wij verklaren, op onze eigen verantwoording, dat dit product overeenkomt met de volgende richtlijnen en normen: tot 19 april 2016: 2004/108/EG, vanaf 20 april 2016: 2014/30/EU, 2006/42/EG, 2011/65/EU, EN 60204‑1, EN 12100. Dit apparaat (DS WS10-E) voldoet aan de betreffende norm onder de voorwaarde dat het kortsluitvermogen SSC op het aansluitpunt van de schakelkast met het openbare net groter dan of gelijk aan 1,3 MVA is. Het is de verantwoordelijkheid van de installateur of de gebruiker van het apparaat ervoor te zorgen, eventueel na overleg met het stroombedrijf, dat dit apparaat alleen wordt aangesloten op een aansluitpunt met een SSC-waarde groter dan of gelijk aan 1,3 MVA. Hilti Corporation, Feldkircherstrasse 100, FL-9494 Schaan Paolo Luccini Head of BA Quality and Process Management Business Area Electric Tools & Accessories Johannes Wilfried Huber Senior Vice President Business Unit Diamond 06 / 2015 06 / 2015 Technische documentatie bij: Hilti Entwicklungsgesellschaft mbH Zulassung Elektrowerkzeuge Hiltistrasse 6 86916 Kaufering Deutschland 66 Printed: 07.03.2016 | Doc-Nr: PUB / 5069742 / 000 / 03
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68

Hilti DS WS10 Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding