Hilti DS WS10 Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding
Gebruiksaanwijzing nl
DS-WS 10
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
2
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
3
Inhoud
1. Algemene opmerkingen 4
2. Beschrijving 5– 9
3. Werktuigen en toebehoren 11–14
4. Technische gegevens 15–18
5. Veiligheidsmaatregelen 19–23
6. Inbedrijfneming 25–34
7. Bediening en zaagproces 35–38
8. Onderhoud en reparaties 39
9. Fouten zoeken 41–44
10. Afvoer als afval 45
11. Fabrieksgarantie op de apparatuur 46
12. EG-conformiteitsverklaring 47
OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
4
Kleine draadzaag
Drukluchtcompressor met regelpaneel
Drukluchtslangen (2×7m,1×1m)
Positioneersjabloon
Waterslangen (2×10 m)
Waterlans flexibel
Waterlans lang
Wateraansluiting met reguleerventiel
Sleutel
1
/
2
kniegewricht
Werktuig- en toebehorenkoffer
Foto van systeem
1.3
Signaalwoord voor gevaren
ATTENTIE
Staat voor een eventueel gevaarlijke situatie, die tot letsel
of tot materiële schade kan leiden.
Instructies voor het omgaan met deze
gebruiksaanwijzing
1.1
1. Algemene opmerkingen
Lees de gebruiksaanwijzing in ieder geval door voor-
dat u de machine in gebruik neemt.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing altijd bij de machi-
ne.
Geef het draadzaagsysteem alleen samen met de
gebruikaanwijzing aan andere personen door.
Pictogrammen:
1.2
Waarschuwing voor
algemeen gevaar
Waarschuwing voor
gevaarlijke elektrische
spanning
Waarschuwing voor
handletsel
Werkhandschoenen
dragen
Veiligheidsschoenen
dragen
Licht stofmasker dragen Voor het gebruik de
gebruiksaanwijzing
lezen
Veiligheidsbril dragen Helm dragen
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
5
2. Beschrijving
Beschrijving 2.1 Reglementair gebruik 6
2.2 De componenten 6
2.3 De bedieningselementen 7
2.4 Aandrijvingsprincipe 9
2.5 Voortbeweging- en opslagfunctie 9
2.6 Functies van de draadgeleiding 9
2.7 Veiligheidsconcept voor het werken 9
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
6
Reglementair gebruik
De draadzaag DS-WS10 is ontwikkeld voor de tech-
nische sloop van staal-, beton- en steen- en metsel-
werkstructuren in boven- en ondergrondse bouw.
Hiervan afwijkends gebruik wordt beschouwd als
niet-reglementair en vereist overleg met de fabrikant.
De verantwoordelijke operateur moet zich bewust
zijn van de mogelijke gevaren en de verantwoorde-
lijkheid voor de veiligheid, ook van andere personen.
De draadzaag is ontworpen voor een maximale zaag-
sneelengte van 2 meter. De afstand tussen de zwenk-
wielen aan de kant van de machine en de draadin-
treeplaats resp. -uittreeplaats mag niet groter zijn dan
3 meter.
De draadzaag mag alleen bediend worden door spe-
ciaal geschoolde betonzagers, hierna “operateurs”
genoemd. Zij moeten met de inhoud van de gebruiks-
aanwijzing volledig vertrouwd zijn en door een Hilti
specialist geschoold zijn in het veilige gebruik van de
machine.
Nationale voorschriften en wetten, de gebruiksaan-
wijzing en de veiligheidsmaatregelen voor de gebruik-
te toebehoren (zaagdraad, bevestigingstoebehoren,
hefwerktuigen, compressor, hydraulisch aggregaat,
etc.) moeten in acht genomen worden.
Gebruik de zaag niet voor het zagen van losse of met
de hand in de zaagdraad gehouden objecten.
Het is verboden de draadzaag en de onderdelen daar-
van voor andere doeleinden te gebruiken dan voor
draadzagen; hij mag b.v. niet als transport- of liftin-
richting gebruikt worden
2.1
2. Beschrijving
3
5
4
De componenten
2.2
Grondplaat
Geleidings- en voortbewegingseenheid
Zwenkwieldrager
Aandrijvingseenheid
Beschermende afdekkingen
Opslaguitbreiding (optioneel)
Eindafsluiting
1
2
5
6
7
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
7
2. Beschrijving
De bedieningselementen
Grondplaat
Nivelleerschroeven
Ankersleuf
Verbindingsconus
2.3
Geleidings- en voortbewegingeenheid
Inwendige kegelbussen
Excentriekpen
Sledearrêtering
Handmatige voortbewegingsaandrijving
Zuigerstangvastklemming
Terugloopblokkering
Drukluchtaansluiting
Aandrijvingsaansluiting en arrêtering
Eindstop
Zwenkwieldrager
Bevestigingsaansluiting en vastklemming
Zwenkwielarrêtering
Opslagrol
Opnameboring voor beschermplaatbevestiging
Holle assen
1
1
1
12
3
1
2
2
34 45 5
1
2
2
5
6
7
7
3
4
9
8
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
2. Beschrijving
Regelpaneel pneumatisch systeem
Regelventiel voor voortbewegingrichting
Drukregelaar voor krachtinstelling voortbeweging
(draadspanning)
Weergave voortbewegingdruk
Bevestigingsband
Veiligheids- en bedieningsinstructies
Aansluitkoppeling voor drukluchtvoorziening
Aansluiting voortbewegingscilinder
Drukluchtcompressor
Positioneersjabloon
Vasthoudgreep
Zaagrand
Draaddoorvoerboring
Mogelijk ankergebied
Optimale ankerpositie
Vasthoudmagneten voor bevestiging aan grondplaat
Waterafsluiting en reguleerventiel
Aansluitkoppeling (wateruitgang hydraulisch aggre-
gaat)
Doseer- en afsluitventielen
Aansluiting waterslang (koelwaterlansen)
8
Beschermende afdekking
Bout voor beschermplaatbevestiging
Beveiligingssplitpen
12
Aandrijvingseenheid
Bevestigingsaansluiting
Hydraulische aansluiting
Aandrijvingswiel
Omkeerrol
Draag- en vasthoudgreep
Geleidingen voor zijdelingse beschermende afdek-
kingen
14 3
6
26 2 5
1
2
3
3
2
1
6
4
5
3
2
17
8
2 3 6 5 4
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
9
2. Beschrijving
Aandrijvingsprincipe
De zaagdraad wordt om het te zagen object gelegd en
via omkeerrollen over het aandrijvingswiel geleid en tot
een draadlus verbonden. Door het draaien van het aan-
drijvingswiel wordt de draadlus tot roteren gebracht en
door de lineair verplaatsbare aandrijvingseenheid door
het te zagen element getrokken.
Voortbewegings- en opslagfunctie
De voortbeweging van de draad werkt door middel van
het katrolprincipe. De draad wordt vooruit bewogen resp.
ingetrokken door het uit elkaar drukken van de omkeer-
rollen met een drukluchtcilinder. De aandrijvingseenheid
is daartoe op een bewegende slede gemonteerd. Hoe-
veel draad er in de machine opgeslagen kan worden,
hangt ervan af of er met enkel of dubbel opslagsysteem
en of er met of zonder optionele draadopslageenheid
gewerkt wordt. Nadere informatie hierover vindt u onder
“Technische Gegevens”.
Functies van de draadgeleiding
Met behulp van de zwenkwielen kan de loop van de zaag-
draad tussen de aan de machine en aan het te zagen ele-
ment gemonteerde zwenkwiel nauwkeurig ingesteld wor-
den. Bij bondig zagen kunnen de zwenkwielen zich zelf-
standig door meezwenken instellen op kleiner worden-
de afstand tussen draadintreeplaats en -uittreeplaats.
2.6
2.5
2.4
Veiligheidsconcept voor het werken
2.7
357097
®
STOP
STOP
STOP
Store 1x = Start 1 bar
min. 1.6 m
max. 2.7/ 4.1 m
Store 2x = Start 2 bar
min. 2.3 m
max. 4.5/ 7.3 m
STOP
STOP
STOP
Guideline/Richtlinie
hydraulic
80–120 bar
max. 50 l/min
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
10
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
11
3. Werktuigen en toebehoren
Werktuigen en toebehoren 3.1 Veiligheidsinstructies voor zaagdraden 12
3.2 Opslaguitbreiding 12
3.3 Rolbok 12
3.4 Ontkoppelrol 12
3.5 Zaagdraden en toebehoren 13
3.6. Toebehoren voor bevestiging en gebruik van
draadgeleidingen en aandrijving 14
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
12
3. Werktuigen en toebehoren
Zaagdraden
veiligheids- en gebruiksinstructies
Gebruik alleen zaagdraden die goedgekeurd
zijn voor een zaagsnelheid van minstens 30 m/sec en
die een rubber of plastic coating hebben.
Het koppelen van stukken draad met ver-
schillende diameters en het gebruik van afgesleten, niet-
ronde draden of draden met losse zaagkralen of met
beschadigde kerndraden (gebroken deeldraden) is ver-
boden!
Houd u bij het verbinden van zaagdraden aan
de instructies van de fabrikant van draad en verbinder.
Gebruik alleen diamantdraden met een kraaldiameter
van 8–12 mm.
Afwijkende diameters kunnen ertoe leiden dat de draad
uit de geleiding springt of dat de loopvlakken van de rol-
len beschadigd worden.
3.1
Rolbok
Bij toepassingen waarbij het ten gevolge van beperkte
toegankelijkheid niet mogelijk is de kleine draadzaag
direct op de plaats van de zaagsnede te monteren en
voor het uitvoeren van lange zaagsneden tot max. 2 meter
lengte wordt de zaagdraad met behulp van de rolbok
naar de zaagplek geleid.
3.3
Ontkoppelrol
De ontkoppelrol wordt gebruikt voor om de draadcon-
tactlengte te verkorten of om kleine draadomkeerradius
aan de achterkant van het te zagen element minder scherp
te maken.
3.4
Opslaguitbreiding
Met de opslaguitbreiding kan de opslagcapaciteit van
250 cm tot 500 cm worden verhoogd.
3.2
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
13
3. Werktuigen en toebehoren
Hilti zaagdraden en toebehoren
3.5
Speciale draad
(gegalvaniseerde kralen)
Standaard diamantdraad
(gesinterde kralen)
Programma DS-W10.5 diamantdraden
Hilti diamantdraden DS-W10.5 voor draadzaagsystemen DS-WS15,DS-WSS30 en DS-WS10
Draadlengte DS-W 10,5 BC DS-W 10,5 LC DS-W 10,2 Steel 20% DS-W 10,8 Steel 100%
(m) 햲햳햴
10 m 235835/6 * 235834/9 *
14 m 235836/4 * 235838/0 * 376982/0 371987/9
18 m 315019/0 * 315020/8 * 371983/8 371988/7
22 m 315022/4 * 315023/2 * 371984/6 371989/5
26 m 315025/7 * 315026/5 *
30 m 315028/1 * 315029/9 *
50 m 370500/1 376630/0 371985/3 371990/3
100 m 370426/9 376631/8 371986/1 371991/1
150 m 376633/4 376632/6 373130/4
per/m 376635/9 376634/2 377830/5 377781/0
* Met scharnierverbinder gemonteerd
Toebehoren bij Hilti diamantdraden
Naam Verpakking Bestelnaam Artikelnr.
stuks
Crimptang 1 DS-WSTHY
235845/5
Persen koppelingen/hulzen
Scharnierverbinder 1 DS-WCMV
340427/4
Type snelsluiting
Scharnierverbinder set 5 DS-WCSet
371383/1
Snelsluiting met doorslag en O-ring
Pen 10 DS-WP 235842/2
Reservepen voor snelsluiting
Huls 5 DS-WS
235841/4
Reparatiehuls
O-ring 10 O-ring 10/4,7×2,5 235844/8
Montage tussen koppeling/kraal
Klembek 2 DS-WJ
340426/6
Reservebek voor crimptang
Hoekslijper 1 AG 125-S 000000/0
Afsnijden van diamantdraad
Toepassingsadvies: welke specificatie is optimaal voor welke ondergrond?
Ondergrond
Gewenste karakteristiek
Gewapend beton
Snel snijdend Lange levensduur
Gewapend beton
Zwaar gewapend
beton
Alleen ijzer
BC LC Steel 20% Steel 100%
Speciale draad
(gegalvaniseerde kralen)
Standaard diamantdraad
(gesinterde kralen)
Hilti draadzaagtype
Kraal- (mm)
Laagdikte (mm)
Aantal kralen/m
WSS30, WS15, WS10
10,5
1,5
44 40 40 48
––
10,810,2
BC LC Steel 20% Steel 100%
Technische gegevens
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
14
3. Werktuigen en toebehoren
Toebehoren voor vastzetten en gebruik van draadgeleidingen en aandrijving
3.6
Bestelnaam Aantal Artikelnr. Gebruik
Werktuigset DS-WS15 339300/6 Draadzagen
met:
Hilti plastic koffer 1 311869/2 Operateur
Toebehoren, inhoud en gebruik 1 339295/8 Operateur
R
ingsteeksleutel 19 mm 1 221189/4 Montage rolbok
Hamer 1
1
/
2
kg 1 339303/0 Voor anker, montage
Schroevendraaier 6 mm 1 339304/8 Voor klemspil
BB blaasbalg 1 59725/2 Ankergaten schoonblazen
Centimeter 2 m 1 2731/8 Operateur
Waterpas 1 310306/6 Operateur
Houten potlood 2 335500/5 Operateur
Poetsdoek stof 1 334211/0 Operateur
Hilti spray 1 308976/0 Operateur
Hilti vet-dispenser 1 203086/4 Operateur
Platte borstel 1 3206/0 Operateur
Veiligheidsbril 1 5205/0 Operateur
Klemspil kort M12S 3 251830/6 Rolbok, aandrijving
Spanmoer DD-CN-SML 3 251834/8 Rolbok, aandrijving
Zetwerktuig HSD-G M12 1 243743/2 Bevestiging ankers
Wateraansluitings-nippel 1 356700/5 Watertoevoermondstuk
Dichting GK 5 356701/3 Waterdichting voor 356700/5
Stalen wig 4 41910/1 Vastzetten van betonblok
Toebehoren en verslijtende onderdelen bij Hilti draadzaagsystemen
Bestelnaam Aantal Artikelnr. Gebruik
Klemspil lang M12L 1 251831/4 Bevestiging rolbok, aandrijving
Compact anker HKD-D M12×50 50 252961/8 Gat 16 mm
Watertoevoermondstuk lang 1 339307/1 Watertoevoer
Watertoevoermondstuk flexibel 1 339379/0 Watertoevoer
Geleiderol DS-WSW200 1 314374/0 Rolbokken, aandrijving WS15/WSS 30
Geleiderol DS-WSW140 1 340621/2 Indaalzaag-omkeerrol
Aandrijvingswiel DS-WSW500 1 314373/2 Aandrijving DS-WSS30
Aandrijvingswiel DS-WSWD280 1 339315/4 Aandrijving DS-WS15/DS-WS10
Opslagrol DS-WSWS280 1 339316/2 Aandrijving DS-WS15
Opslagrol DS-WSWS200 1 340620/4 Aandrijving DS-WS15
Kruisbuisklem 1 356703/9 Montage geleiderollen
Dubbele buisklem 1 356704/7 Buisverlenging
Buis 2″×1 m (buiten 60,3 mm) 1 356702/1 Buisverlenging
Stekker CEE 32 A (vrouwelijk) 1 356606/4 Voor verlengsnoer
Ronde zekering 3,15 A, 250 V flink 10 278683/8 Besturingspaneel DS-WS15
Ronde zekering 0,63 A traag 10 356698/1 Besturingspaneel DS-WS15
Smeltzekering 250 V, 40 A 5 356699/9 Besturingspaneel DS-WS15
Crimptang DS-WSTHY 1 235845/5 Vastpersen van koppelingen/hulzen
Koppeling DS-WCMV 1 340427/4 Type snelsluiting
Pen WS-WP 10 235842/2 Reservepen voor snelsluiting
Huls DS-WS 5 235841/4 Reparatiehuls
O-ring 10/4,7×2,5 10 235844/8 Montage tussen koppeling/kraal
Klembek DS-WJ 2 340426/6 Reservebekken voor crimptang
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
15
4. Technische gegevens
Technische gegevens 4.1 Hydraulische aandrijving 16
4.2 Drukluchtvoorziening 16
4.3 Koel- en spoelwatervoorziening 16
4.4 Afmetingen en gewichten 16
4.5 Vermogensgegevens 17
4.6 Opslagcapaciteit en benodigde draadlengte 17
4.7 Typeplaatje 18
4.8 Geluidsniveau 18
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
16
4. Technische gegevens
Hydraulische aandrijving
De kleine draadzaag DS-WS10 is ontworpen voor gebruik
in combinatie met de hydraulisch aggregaten D-LP15,
D-LP32 en D-LP30 van Hilti. Aandrijving met andere
hydraulische aggregaten is alleen toegestaan als deze
het vereiste vermogen hebben en goedgekeurd zijn voor
het aandrijven van hydraulische boor- en zaagmachines.
Doorstroming: max. 50 l/min
Optimaal werkbereik: 36 tot 50 l/min
Druk: max. 210 bar
Optimaal werkbereik: 80 tot 120 bar
Een ingebouwde veiligheidsinrichting zorgt ervoor dat
de hydraulische motor met max. 50 l/min gevoed kan
worden en de draadsnelheid zo tot maximaal 27 m/sec
beperkt wordt.
Het aanspreken van de doorstromingsbegrenzing is
optisch en akoestisch merkbaar aan het onrustig lopen
van de aandrijving.
Werk in geen geval met een doorstroming van meer dan
50 l/min!
Drukluchtvoorziening
De compressor voor de drukluchtvoorziening maakt deel
uit van de levering.
Druk: 6 tot 8 bar
Doorstroming: 205 l/min
Als u een andere compressor gebruikt, let er dan op dat
deze het vereiste vermogen heeft en geschikt is voor
gebruik in de bouw.
Koel- en spoelwatervoorziening
Volg de gebruiksaanwijzing van uw hydraulische aggre-
gaat.
4.3
4.2
4.1
Afmetingen en gewichten
Afmetingen kleine draadzaag
Gewicht: 69,5 kg
4.4
495
692
1221
1970
536
Afmetingen compressor met regelpaneel
Gewicht: 20,1 kg
265
497
185
563
508
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
17
4. Technische gegevens
Afmetingen enkele rolbok
Gewicht: 21,3 kg
335
max. 605
454
470
593
275
421
Lengte van de voedingsleidingen binnen het systeem
Lengte van de drukluchtleidingen binnen
het systeem: 7 m
Lengte van de waterleidingen binnen
het systeem: 10 m
Vermogensgegevens
Nominaal vermogen bij 120 bar en 50 l/min: 10 kW
Draadsnelheid bij max. 50 l/min: 27 m/sec
4.5
Opslagcapaciteit en benodigde draadlengte
Tuigmethode A B C D
Tuig eenvoudig eenvoudig dubbel dubbel
Opslaguitbreiding zonder met zonder met
Draad in de aandrijving min. 160 cm 160 cm 230 cm 230 cm
Opslagvolume 110 cm 250 cm 220 cm 500 cm
Wanddikte max. 55 cm 125 cm 110 cm 250 cm
4.6
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
18
4. Technische gegevens
®®
Registered trademark of Hilti Corp. Schaan, Liechtenstein
Made in Austria
DS-WS10
357072
Nennleistung: max. 17,5 kW
Oelfuss: max. 50 l/min
Oeldruck: max. 210 bar
Antriebsrad: Ø 280 mm
Drehzahl: max. 1900 U/min
Diamantseil: Ø 8 – 12 mm
xxxxxx
xx 03xxxxxxxxxxxx
Typeplaatje
4.7
Geluidswaarden
Typische A-waarden
geluidsniveau volgens ISO 3744:
DS-WS10 met D-LP15 102,0 dB(A)
DS-WS10 met D-LP32 103,5 dB(A)
Typische A-waarden geluidsniveau
op de werkplaats op 3 m afstand
volgens ISO 11202:
DS-WS10 met D-LP15 83,5 dB(A)
DS-WS10 met D-LP32 84,5 dB(A)
Het dragen van oorbescherming is aanbevolen!
4.8
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
19
5. Veiligheidsmaatregelen
Veiligheidsmaatregelen 5.1 Beveiliging werkgebied 20
5.2 Werkvoorbereiding 20
5.3 Beveiliging van het te zagen object en afvoer van zaagslik 21
5.4 Veiligheid tijdens het werken 21
5.5 Beveiliging tegen elektrische schokken 22
5.6 Veiligheidsmaatregelen voor transport 22
5.7 Algemene veiligheidsmaatregelen 23
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
20
5. Veiligheidsmaatregelen
Beveiliging werkgebied
Het zaaggebied moet zo worden beveiligd dat opera-
teurs, derden en inrichtingen niet door weggeslingerd
materiaal (steentjes, stukken draad, zaagslik e.d.) gewond
of beschadigd kunnen worden. Beveilig ook het niet direct
zichtbare gebied achter de plaats waar gezaagd wordt.
Het gevaarlijke gebied mag tijdens het zagen NOOIT
betreden worden. Het omvat een gebied met een straal
van minstens het dubbele van de draadlengte die bij een
eventuele draadbreuk vrijkomt plus het gebied in het ver-
lengde van de as aan de draadtrekzijde. De operateur is
verantwoordelijk voor afzettingen en toegangscontro-
les.
5.1
STOP
STOP
STOP
STOP
STOP
STOP
Houd de vrije draadlengten tussen aandrijving en te
zagen object altijd zo kort mogelijk. Werk NOOIT zonder
dat aan het te zagen object aan de in- en uitloopzijde van
de draad draadgeleidingen gemonteerd zijn! In geval van
draadbreuk wordt de draad daardoor gedwongen in de
holle assen van de geleiderol geleid, waardoor de bij de
breuk vrij komende draadlengte aanzienlijk korter wordt.
Lange vrije draadlengten kunnen bij een draadbreuk tot
gevaarlijke zweepslagen leiden.
Zorg ervoor dat tijdens de montage en het gebruik van
de machine niemand zich onder het werkgebied bevindt.
Vallende componenten of werktuigen kunnen tot ernstig
letsel leiden.
Werkvoorbereiding
Zaagwerkzaamheden beïnvloeden de stabiliteit. Boor-
en zaagwerkzaamheden moeten vooraf door de bouw-
directie goedgekeurd worden.
Controleer samen met de bouwdirectie of er zich geen
gas-, water-, stroom- of andere leidingen in het zaagge-
bied bevinden. Dicht bij het zaaggebied liggende leidin-
gen die b.v. door vallend materiaal beschadigd zouden
kunnen worden, moeten afzonderlijk beschermd en zo
nodig buiten bedrijf gesteld worden.
Zorg ervoor dat het gebruikte koelwater gecontroleerd
wegloopt of afgezogen wordt. Ongecontroleerd wegs-
tromend of rondspattend water kan tot schade of onge-
vallen leiden. Denk er ook aan dat water via niet-zicht-
bare, inwendige holle ruimtes kan wegstromen, b.v. in
metselwerk.
Let op invloeden vanuit de omgeving. Gebruik de draad-
zaag niet in een omgeving waar ontploffingsgevaar bestaat
of in de buurt van brandbare materialen, vloeistoffen of
gassen. Rondvliegende vonken of elektrostatische ont-
ladingen kunnen tot brand of explosies leiden.
Zaag geen materialen waarbij door het zaagproces
stof of damp kan ontstaan die gevaarlijk is voor de gezond-
heid.
Zaag geen snel brandbare aluminium- en magne-
siumlegeringen.
5.2
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
21
5. Veiligheidsmaatregelen
Beveiliging van het te zagen object en afvoer
van zaagslik
Om letsel en het vastlopen van de zaagdraad te voor-
komen moeten de losgezaagde blokken met stalen wig-
gen en/of steunen tegen ongecontroleerde beweging
worden beveiligd.
Zorg ervoor dat bij het zagen loskomende stukken
geen letsel of materiële schade kunnen veroorzaken.
Zorg er met passende maatregelen (b.v. steunen) voor
dat het los gesneden deel ook na het uitvoeren van de
laatste zaagsnede op zijn oorspronkelijke plaats blijft.
Het verwijderen en afvoeren van de vaak vele tonnen
wegende delen mag alleen worden uitgevoerd door vak-
mensen die goedgekeurde hefwerktuigen gebruiken.
Men mag zich nooit binnen het bereik van aan een
kraan hangende lasten bevinden.
De zaagplek en de ontstane opening moeten veilig en
goed zichtbaar afgezet zijn om te voorkomen dat er men-
sen kunnen vallen.
Vanuit het oogpunt van milieubescherming is het zon-
der geschikte voorbehandeling afvoeren van zaagslik in
het oppervlaktewater of in de riolering problematisch.
Informeer bij de lokale autoriteiten naar de bestaande
voorschriften. Wij raden de volgende voorbehandeling
aan:
Verzamel het afvalwater in een bak (b.v. met een indus-
triezuiger).
Laat het afvalwater staan tot het slik neerslaat en voer
het vaste deel af naar een stortplaats voor bouwafval
(uitvlokkingsmiddelen kunnen het afscheidingspro-
ces versnellen).
Voordat u het resterende water in de riolering laat
lopen, neutraliseert u het met neutralisatiemiddelen
of door het met veel water te verdunnen.
Veiligheid tijdens het werken
Controleer dat de kabelzaag en de toebehoren, de dia-
mantkabel en de verbindingsstukken in goede staat zijn
alvorens het werk te starten. Zorg ervoor dat beschadi-
gingen en storingen voor de inbedrijfneming VAKKUNDIG
worden verholpen.
5.3
5.4
Plaats het bedieningspaneel zo ver mogelijk buiten de
gevarenzone en blijf tijdens het zagen bij het bediening-
spaneel.
Er mag alleen gewerkt worden als draadzaag en rol-
standaard veilig en stevig op een massieve ondergrond
bevestigd zijn. Een vallend deel kan grote schade of let-
sel ten gevolge hebben.
Sluit de elektriciteitsvoorziening en de drukluchttoe-
voer pas na het volledig inrichten van de draadzaag aan.
Gebruik de zaag alleen als de draadafdekkingen cor-
rect gemonteerd zijn en de zaagdraad direct aan de draad-
intreezijde en -uittreezijde door de holle assen van de
omkeerrollen geleid wordt.
Het betreden van de gevarenzone (b.v. om de rollen
of de watertoevoer bij te stellen) is alleen toegestaan
wanneer het hydraulische aggregaat uitgeschakeld is en
het aandrijvingswiel stilstaat (oliestroom uit).
Houd u bij het zagen aan de toegestane aandrijvings-
parameters (hydraulische druk en doorstroming) en aan
de aanbevolen richtwaarden voor zaagsnelheid en voort-
bewegingsdruk.
Gebruik alleen zaagdraden die goedgekeurd zijn voor
een zaagsnelheid van minstens 30 m/sec en die een rub-
ber of plastic coating hebben.
Door gebruik van zaagdraden, draadkoppelingen en
vastperswerktuigen van goede kwaliteit kan het aantal
draadbreuken aanzienlijk verminderd worden.
De draad kan heet worden; raak hem daarom niet zon-
der handschoenen aan!
Gebruik voor het vastzetten van de rolbokken en de
draadzaag en voor het beveiligen van de delen alleen
bevestigingsmateriaal van voldoende afmetingen (ankers,
schroeven etc.). Let erop dat de netspanning overeen-
komt met de gegevens op de typeplaatjes.
Gebruik alleen toebehoren die in deze gebruiksaan-
wijzing aanbevolen worden. Zie hoofdstuk 3. Het gebruik
van andere toebehoren kan tot letsel of schade leiden.
Bij gebruik van ladders, b.v. bij de montage van rol-
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
22
5. Veiligheidsmaatregelen
bokken aan de wand, moet u ervoor zorgen dat de lad-
der aan de voorschriften voldoet, niet beschadigd is en
stevig op de grond staat.
De operateur moet ervoor zorgen dat er op geen enkel
moment tijdens het zagen andere personen in het gevaar-
lijke gebied zijn dit geldt ook voor het niet-zichtbare
gebied, b.v. aan de achterkant van de zaagzijde. Indien
nodig moet een voldoende groot gebied afgezet worden
of moeten er wachtposten opgesteld worden.
Let steeds goed op. Observeer het zaagproces, de
waterkoeling en de omgeving van de werkplek. Werk niet
met de draadzaag als u ongeconcentreerd bent!
Er mogen aan de draadzaaguitrusting geen verande-
ringen worden aangebracht!
Beveiliging tegen elektrische schokken
Controleer voor elke inbedrijfneming of elektriciteits-
kabels, stekkers, verlichting, compressor en hydraulisch
aggregaat in goede staat zijn. Gebruik de uitrusting niet
als deze beschadigd is, niet compleet is of als de bedie-
ningselementen niet goed te gebruiken zijn. Laat de uit-
rusting in zulke gevallen door de Hilti service of door een
bevoegde reparatiemonteur of elektricien repareren.
Sluit het elektro-hydraulische aandrijvingsaggregaat
en de compressor alleen aan een elektrische voeding aan
die voorzien is van een aardgeleider en reststroomon-
derbreker. Controleer voor elk gebruik of deze goed wer-
ken.
Controleer of de netspanning overeenkomt met de spe-
cificatie op de typeplaatjes.
Bescherm u tegen elektrische schokken, d.w.z. voor-
kom het aanraken van geaarde onderdelen, zoals buizen,
radiatoren en dergelijke.
Elektriciteitskabels en speciaal de stekkers daarvan
droog houden. Sluit de stopcontacten af met de bijgele-
verde afdekkingen wanneer ze niet worden gebruikt.
Wanneer u de aansluiting aan de elektrische voeding
verbreekt, moet u niet aan de kabel, maar altijd aan de
5.5
stekker trekken. Bescherm elektriciteitskabels tegen scher-
pe randen, inklemming, hitte en olie.
Gebruik van verlengsnoeren: alleen voor het toepas-
singsgebied toegestane verlengsnoeren met kernen van
voldoende diameter gebruiken. Niet met opgerolde ver-
lengsnoeren werken. Anders kunnen vermogensverlies
aan het apparaat en oververhitting van de kabel ontstaan.
Vervang beschadigde verlengsnoeren.
Verbreek de elektrische voeding voor reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden of wanneer u het werk lang
onderbreekt.
Veiligheidsmaatregelen voor transport
Beveilig de draadzaag en de onderdelen bij transport
tegen verschuiven.
Voorkom altijd een gebukte houding bij het dragen van
zware objecten, d.w.z. houd uw rug gestrekt.
Denk eraan dat de gemonteerde machine kan omval-
len als hij niet bevestigd is. Zet de machine daarom altijd
met naar voren gerichte draadrollen op een stevige, vlak-
ke ondergrond neer.
Gebruik de voor het transport aanwezige grepen. Houd
de grepen altijd schoon en vrij van vet.
Kraantransport van aandrijving en regelpaneel mag
alleen aan de daarvoor bestemde kraanogen plaatsvin-
den.
Transport van de aandrijving terwijl deze rechtop staat,
mag wegens kantelgevaar altijd alleen met minstens 2
operateurs en op een stevige ondergrond plaatsvinden.
5.6
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
23
5. Veiligheidsmaatregelen
Algemene veiligheidsmaatregelen
Gebruik de draadzaag alleen als u de gebruiksaan-
wijzing hebt gelezen, met de inhoud vertrouwd bent en
voor het gebruik door een Hilti specialist in het veilige
gebruik geschoold bent. Neem alle waarschuwingen en
instructies in acht.
Bewaar de gebruiksaanwijzing altijd bij de machine
en geef hem door aan de geschoolde volgende gebrui-
ker.
Bewaar de draadzaag wanneer deze niet wordt gebruikt
op een afgesloten, droge plaats buiten bereik van kin-
deren.
Zorgvuldige reiniging en het in acht nemen van de
voorgeschreven onderhoudswerkzaamheden zijn voor-
waarden voor veilig gebruik zonder storingen.
Laat geen werktuigen (b.v. sleutel
1
/
2
kniegewricht)
in de machine achter. Controleer voor het inschakelen
van de aandrijving of alle werktuigen verwijderd zijn.
5.7
Houd orde in het werkgebied en zorg voor goede ver-
lichting. Wanorde en onvoldoende verlichting verhogen
het gevaar van ongevallen.
Draag geschikte, niet te wijde werkkleding, werk-
handschoenen, veiligheidsschoenen, veiligheidsbril en
helm. Draag geen wijde kleren of sieraden en draag een
haarnet als u lang haar hebt. Het dragen van oorbe-
schermers is aan te bevelen.
Bij het werken in gesloten of slecht geventileerde ruim-
tes moet een stofmasker worden gedragen.
Houd kinderen en andere personen uit de buurt van
uw werkplek en laat niemand de draadzaag, de kabels
en de diamantdraad aanraken.
Het niet in acht nemen van waarschuwingen en vei-
ligheidsinstructies kan tot levensgevaarlijk letsel en
grote materiële schade leiden.
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
24
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
25
6. Inbedrijfneming
Inbedrijfneming 6.1 Planning draadgeleiding en indeling van zaagsneden 26
6.2 Toepassingsvoorbeelden 26
6.3 Bepaling van de vereiste opslag en de vereiste draadlengte 27
6.4 Montage van de componenten 28
6.5 Draad doorhalen, verbinden en tuigen 30
6.6 Monteren van de beschermende afdekkingen 32
6.7 Optionele opslaguitbreiding monteren 32
6.8 Hydraulisch systeem, perslucht en water aansluiten 33
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
26
6. Inbedrijfneming
Planning draadgeleiding en indeling van
zaagsneden
Grondige scholing en ervaring zijn essentiële voorwaarden
voor het optimaal plannen van de indeling van zaagsne-
den en draadgeleiding. Principieel geldt:
hoe spitser de zaagboog is, des te hoger is de draad-
aandrukkracht en des te hoger is het zaagvermogen
– de grootste afstand tussen twee geleidingsrollen bepaalt
hoe ver het werkgebied beveiligd moet worden
Hierna vindt u enkele aanbevelingen voor de meest gebrui-
kelijke toepassingen:
Houd u bij het positioneren van de draadgeleiding en de
rolstandaards aan de in deze gebruiksaanwijzing gege-
ven voorbeelden. Voor andere draadgeleidingen is apart
overleg met een Hilti draadzaagspecialist nodig.
Toepassingsvoorbeelden
Horizontale of verticale zaagsnede met zaaglengte
van 20 tot 40 cm
6.2
6.1
Horizontale of verticale zaagsnede met zaaglengte
van 40 tot 70 cm
20 cm
40 cm
Horizontale of verticale zaagsnede met zaaglengte
van 70 tot 200 cm
50 cmtot ca. 70cm
70 tot max. 200 cm
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
27
6. Inbedrijfneming
Bondig zagen met zaaglengte van 50 tot ca. 100 cm
Balk- of zuilzaagsnede van 30 tot ca. 100 cm
Horizontale of verticale zaagsnede met zaaglengte
van 50 tot 200 cm
50 tot ca. 100 cm
Horizontale of verticale dwarse zaagsnede
Bepaling van de vereiste opslag en de vereis-
te draadlengte
Vereiste opslag (benaderde berekening)
objectdikte × 2
Benodigde draadlengte (benaderde berekening)
Omtrek van het te zagen deel (2 × zaaglengte + 2 ×
objectdikte) + benodigde draadlengte voor minimaal
tuigen –40 cm
De waarden voor de minimaal tuigen vindt u onder “Tech-
nische Gegevens”.
6.3
30 tot ca. 100 cm
50 do največ 200 cm
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
28
6. Inbedrijfneming
Montage van de componenten
Het maken van de doorvoerboringen
6.4
De positie van de doorvoerboringen heeft een directe
invloed op de nauwkeurigheid van de zaagsnede. Bij gro-
te wanddiktes of kleine toegestane toleranties raden wij
u daarom aan de doorvoeringen te boren met een dia-
mantboormachine op een standaard. Bij kleine wand-
diktes of grote toegestane toleranties kunnen de borin-
gen ook met een boorhamer worden gemaakt.
Als boringsdiameter adviseren wij u 16 mm, maar min-
stens ca. 4% van de objectdikte.
Bevestiging van de grondplaat
Een voldoende gedimensioneerde en correct
uitgevoerde, stabiele bevestiging van de draadzaag en
eventueel gebruikte rolstandaards is een belangrijke
voorwaarde voor efficiënt en veilig gebruik van de machi-
ne.
Bij toepassingen waarbij de kleine draadzaag direct bij
de zaagsnede wordt gemonteerd, helpt de sjabloon u de
nauwkeurige positie van de ankerboring te bepalen en
de grondplaat in de nauwkeurige zaagpositie uit te rich-
ten.
Voor het bevestigen op een betonondergrond is het
metalen expansieanker HKD-D M12 van Hilti of een
bevestigingselement met minstens gelijkwaardige sterk-
tewaarden voorgeschreven.
Zaagrand
Doorvoerboring
Optimale positie voor bevestigingsanker
Vasthoudmagneten voor bevestiging aan grondplaat
Spanspil
Spanmoer
Doorvoerboring voor diamantdraad
Zaagrand
Nivelleerschroeven
3
12
4
6
5
6
1
6
3
6
2
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
29
6. Inbedrijfneming
Als er problemen met betrekking tot het veilig bevesti-
gen op een ondergrond zoals bros beton, metselwerk,
kunst- of natuursteen optreden, geeft onze buiten-
dienstmedewerker u graag advies.
Vacuümplaten zijn in geen geval toegestaan
voor het bevestigen!
Werkwijze:
a) Ankerboring met sjabloon aftekenen
b) Boren, boring reinigen, Hilti HKD-D anker insteken
en expanderen
c) Spanspil tot aanslag indraaien
d) Sjabloon aan grondplaat bevestigen
e) Grondplaat met sjabloon opzetten en met spanmoer
borgen
f) Grondplaat uitrichten en spanmoer en nivelleer-
schroeven vastdraaien
Bevestiging van de geleidingseenheid
Sleutel
1
/
2
kniegewricht
Excentriekpen
Geleidingseenheid
Opnamekegel in geleidingsrail inbrengen en excentriek-
pen geheel insteken
Excentriekpen met de klok mee vastdraaien
Wieldrager monteren
Wieldrager opzetten
Bevestigingselement sluiten en spanhefboom vastdraaien
1
2
3
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
30
6. Inbedrijfneming
Aandrijvingseenheid monteren
Werkwijze
Excenterbout ontgrendelen
Spanhaak in opnamesleuf inbrengen
Excenterbout inschuiven en met de klok mee vastdraai-
en en eindstop opzetten.
Werk in geen geval zonder correct gemon-
teerde eindstop!
Draad doorhalen, verbinden en tuigen
Let er bij het doorhalen van de zaagdraad op dat de indi-
catie van de looprichting op de zaagdraad overeenkomt
met de draairichtingspijl op de aandrijvingseenheid. Het
aandrijvingswiel draait van voren gezien tegen de klok
in.
Als de markering van de looprichting niet meer zichtbaar
is, is de looprichting te zien aan de conische afslijting
van de draadkraal (het smalle deel wijst in de looprich-
ting). Leid de zaagdraad eerst door het te zagen object
en rond dan de zaagranden aan de achterkant door met
de hand heen en weer trekken af tot de draad gemakke-
lijk met de hand te bewegen is.
6.5
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
31
6. Inbedrijfneming
Leid de draad vervolgens door de holle assen van de rol-
standaards (indien gebruikt) en daarna door de holle
assen van de wieldrager aan de kleine draadzaag. Om
een gelijkmatig ronde afslijting van de zaagdraad te berei-
ken raden wij u aan deze voor het verbinden ca. 0,5 maal
per meter draadlengte tegen de klok in te draaien.
Leg de zaagdraad over de omkeerrollen en het aandrij-
vingswiel, span hem licht door de positie van de aan-
drijvingseenheid te veranderen.
Voortbewegingsarrêtering
Zet de aandrijvingseenheid vervolgens in zijn positie vast.
Zuigerstangvastklemming
Zet vervolgens terugloopblokkering en zuigerstang-
vastklemming los, schuif de zuigerstang geheel in en
klem hem vast.
Terugloopblokkering
Terugloopblokkering voorkomt dat de zaagdraad bij het
op gang komen door het elastische terugveren van de
zuigerstang minder gespannen wordt.
Na het vastklemmen van de terugloopblokkering kan de
arrêtering van de voortbewegingeenheid los gemaakt
worden.
1
2
3
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
32
6. Inbedrijfneming
.
Zet de arrêtering van de voortbewegingeen-
heid en de vastklemming van de zuigerstang pas los
nadat u zich ervan hebt vergewist dat er bij de voortbe-
wegingscilinder geen druk is.
Monteren van de beschermende afdekkingen
6.6
Beschermplaat inbrengen
Beschermplaat met splitpen borgen
Werk in geen geval zonder correct gemon-
teerde beschermende afdekkingen en gemonteerde eind-
afsluiting!
Optionele opslaguitbreiding monteren
Met de optioneel verkrijgbare opslaguitbreiding kan de
opslagcapaciteit van de draadzaag vergroot worden.
6.7
Verbindingskegel insteken en met excentriekpen vast-
klemmen
Opslaguitbreiding opzetten en met excentriekpen vast-
klemmen
Eindafsluiting monteren
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
33
6. Inbedrijfneming
Werk in geen geval zonder de in de uitbrei-
dingsset aanwezige, correct gemonteerde LANGE bescher-
mende afdekkingen!
Werk in geen geval zonder correct gemon-
teerde eindafsluiting!
Gebruik voor de uitbreiding van de draadop-
slageenheid alleen de in de DS-WS10 aanwezige com-
ponenten en breid de opslag nooit verder uit dan de maxi-
maal toegestane lengte van 2 meter!
Hydraulisch systeem, perslucht en water aan-
sluiten
Aansluiting van de persluchtleidingen
6.8
Persluchtleidingen aan cilinder aansluiten
Persluchtleidingen aan het bedieningspaneel aansluiten
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
34
6. Inbedrijfneming
Montage van de watertoevoer Aansluiting van de hydraulische leidingen
Waterverdeler monteren
Waterslangen aansluiten
Koelwaterlansen positioneren
Hydraulische leidingen aan de aandrijving aansluiten
De lengte van de gebruikte hydraulische lei-
dingen moet minstens zo groot zijn dat het aggregaat
buiten de directe gevarenzone kan worden geplaatst!
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
35
7. Bediening en zaagproces
Bediening en zaagproces 7.1 Instelling van de opstartzaagdruk 36
7.2 Koelwater inschakelen en straalrichting controleren 36
7.3 Zaagproces starten 36
7.4 Zaagproces controleren 37
7.5 Werkzaamheden voor en na beëindiging van het zaagproces 37
7.6 Voortbeweging bij einde van slag bijstellen 38
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
36
7. Bediening en zaagproces
Instelling van de opstartzaagdruk
Stel de voortbewegingdruk in op de op het bedienings-
paneel aanbevolen waarde en span de draad met behulp
van het voortbewegingventiel.
7.1
Voortbewegingdruk instellen
Voortbewegingventiel activeren
Koelwater inschakelen en straalrichting
controleren
7.2
Zaagproces starten
Controleer voor het inschakelen van het hydrau-
lische aggregaat of alle hydraulische slangen correct
aangesloten en vergrendeld zijn. Een niet aangesloten
terugloopslang kan tot beschadiging van de hydrauli-
sche motor leiden!
Zorg er voor het inschakelen van de draad-
zaag beslist voor dat zich niemand in de gevarenzone
bevindt en niemand daar zonder uw toestemming kan
komen!
7.3
Schakel de hoofdaandrijving in en laat de zaagdraad op
gang komen.
Schakel hoofdaandrijving onmiddellijk uit als de draad
niet meteen in beweging komt. Gebruik de uit-schake-
laar van het hydraulische aggregaat en zet het voortbe-
wegingventiel in de neutrale middelste stand.
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
37
7. Bediening en zaagproces
Controleer vervolgens of de zaagdraad met de hand
gemakkelijk door de zaagsnede kan worden getrokken.
Afronden van de zaagranden door beitelen of slijpen
Verwijderen van ingeklemde kiezelstenen en dergelij-
ke
Optimaliseren van de zaagsnede
Start het zaagproces opnieuw, zoals hierboven beschre-
ven. Zodra de draad begint te lopen, kunt u de voortbe-
wegingdruk verhogen. De optimale hydraulische werk-
druk legt in tussen 80 en 120 bar.
Zaagproces controleren
Kom alleen in de gevarenzone, b.v. om de
waterlansen bij te stellen, de geleidingsrollen bij te stel-
len, de voortbewegingcilinders te verstellen of klem-
wiggen te monteren, wanneer de aandrijving stilstaat,
het aggregaat uitgeschakeld is en het pneumatische
voortbewegingventiel in de middelste stand (neutrale
stand) staat!
Blijf tijdens het zaagproces buiten de geva-
renzone en dicht bij de uit-schakelaar van uw hydrauli-
sche aggregaat om in een eventuele gevaarsituatie de
aandrijving onmiddellijk te kunnen uitschakelen.
Let op voldoende koeling van de zaagdraad en stel
de straalrichting van de waterlansen zo dat er genoeg
water op de zaagplek komt.
Let erop dat de zaagdraad rustig en zonder trillingen
loopt. Als de draad begint te trillen, moet de richting van
de geleidingsrollen of de voortbewegingdruk bijgesteld
worden.
Let erop dat de hydraulische werkdruk tussen 80 en
120 bar legt. Als de druk daalt, kunt u deze door verho-
ging van de pneumatische voortbewegingdruk weer ver-
hogen.
Denk eraan dat meestal aan het einde van de zaag-
snede door de afvlakking van de zaagboog de aandruk-
kracht van de zaagdraad en daarmee de overdraagbare
7.4
hydraulische werkdruk kleiner wordt. De zaagboog en
daarmee de overdraagbare hydraulische werkdruk kan
door het vergroten van de afstand van de rollen tot de
wand, aan de draadintreezijde en -uittreezijde vergroot
worden.
α
H
L
Vuistregel: rolafstand H = 0,2 m per meter zaaglengte L
Rule of thumb : Pulley clearance H= 0,2 m per meter sawing length L
Let erop dat het uitgezaagde of doorgezaag-
de object voldoende ondersteund en met wiggen vast-
gezet is, om te voorkomen dat de zaagdraad vastklemt
of dat inrichtingen of personen schade of letsel oplopen.
Werkzaamheden voor en na beëindiging van
het zaagproces
Zorg er vóór het doorzagen van het object voor dat
de vrijkomende draad veilig kan worden opgevangen
door de aan de zaagsnede gemonteerde geleidingsrol-
len.
Verlaag voor het doorzagen indien mogelijk (afhan-
kelijk van het gebruikte hydraulische aggregaat) de draad-
snelheid en schakel de aandrijving onmiddellijk uit zodra
het object doorgezaagd is.
Schakel de aandrijving van het hydraulische aggre-
gaat uit en breng de zuigerstang naar binnen. Zet ver-
volgens het pneumatische voortbewegingventiel op de
neutrale middelste stand en arrêteer dan de geleidings-
behuizing.
Koppel voor het ombouwen voor de volgende zaag-
snede de hydraulische leidingen en de pneumatische
slangen van de aandrijvings- resp. van de geleidings-
eenheid af.
Reinig de zaag en de rolbokken na elke keer zagen
grondig met veel water en een middelharde borstel.
7.5
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
38
7. Bediening en zaagproces
Voortbeweging bij einde van slag bijstellen
(met optionele opslaguitbreiding)
Als het slageinde bereikt is, schakelt u het hydraulische
aggregaat uit (motor en oliestroom) en arrêteert u de
voortbeweging aan de geleidingsbehuizing. Zet vervol-
gens de pneumatische voortbeweging op de neutrale
middelste stand. Daarna kunt u de vastklemming van
terugloopblokkering en zuigerstang los zetten en de zui-
gerstang met de hand naar binnen duwen.
7.6
Voortbewegingsarrêtering
1
Regelventiel voor voortbewegingsrichting
Zet de arrêtering van de voortbewegingeen-
heid en de vastklemming van de zuigerstang pas los
nadat u zich ervan hebt vergewist dat er bij de voortbe-
wegingscilinder geen druk is.
2
Zuigerstangvastklemming
Terugloopblokkering
3 4
Vervolgens de zuigerstang vastklemmen, terugloop-
blokkering instellen en voortbewegingsarrêtering los
zetten.
3 4
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
39
8. Onderhoud en reparaties
Onderhoud en reparaties
Regelmatige grondige reiniging en onderhoud van
de installatie zorgt ervoor dat alle bewegende onderde-
len en bedieningselementen licht lopen en voorkomt dat
de installatie door vervuiling schade oploopt.
Wij adviseren een grove reiniging van de draadzaag
en de rolbokken na elke zaagsnede. Let daarbij in het bij-
zonder op de loopvlakken en de tandstang van de gelei-
dingsrail en op alle bewegende delen en bedieningsele-
menten.
Reinig aan het eind van elke werkdag de hele instal-
latie met uitzondering van de elektrisch gevoede com-
ponenten zoals compressor en hydraulisch aggregaat
met veel water en een middelharde borstel. Neem de rei-
nigingswerkzaamheden in uw planning op!
Controleer na afloop van de reiniging of alle bewe-
gende delen licht lopen, correct werken en niet bescha-
digd zijn. Let erop dat de aandrijvingseenheid in onbe-
laste toestand met max. 1 bar luchtdruk zonder schok-
ken over de hele slaglengte bewogen kan worden. Bescha-
digde of slecht werkende onderdelen moeten voor het
verdere gebruik vervangen worden om ongevallen of
dure gevolgschade te voorkomen.
Het insprayen van de gereinigde machine met een
betonscheidingsmiddel vermindert het vastplakken van
vuil en vergemakkelijkt de volgende reiniging.
Leeg minstens één keer per maand de onderhouds-
eenheid aan het bedieningspaneel en het drukreservoir
van de drukluchtcompressor.
8.
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
40
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
41
9. Fouten zoeken
Fouten zoeken 9.1 Aandrijvingswiel / zaagdraad begint niet te draaien 42
9.2 Het aandrijvingswiel slipt door /
de draad wordt niet meegenomen 42
9.3 Bij het op gang komen springt de zaagdraad
van de aandrijvings- of geleidingsrol 42
9.4 Ongelijkmatig / eenzijdig afslijten van de zaagdraad 42
9.5 Draadbreuk direct voor of na de verbinder 42
9.6 De diamantdraad wordt uit de persing getrokken 43
9.7 De diamantdraad begint bij het gebruik sterk te trillen 43
9.8 Te grote slijtage van diamantdraad 43
9.9 Diamantdraad gaat in elkaar zitten /
diamantkralen naar elkaar toe verschoven 43
9.10 De drukluchtcompressor start niet 44
9.11 De drukluchtcompressor kan geen druk opbouwen 44
9.12 Het toerental van het aandrijvingswiel begint (hoorbaar)
te oscilleren 44
9.13 Geen of zeer geringe voortgang bij het zagen 44
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
42
9. Fouten zoeken
Aandrijvingswiel / zaagdraad begint niet te draaien
Mogelijke oorzaak Oplossing / maatregel
De draad wordt om scherpe randen geleid Draad met de hand doorhalen
Randen door beitelen breken of afronden
De draad is te sterk voorgespannen Voorspanning door drukverlaging verkleinen
De draad wordt door een te kleine lus in de Geleidingsrollen direct bij de draadintreezijde en
zaagsnede geperst -uittreezijde positioneren
Te grote zaagsnee- resp. contactlengte Zaagsnede in meerdere afzonderlijke sneden verdelen
Contactlengte door extra ontkoppelrol verkorten
Draad is tegen de voorgeschreven looprichting Looprichting controleren en zo nodig veranderen
in gemonteerd (smalle kant van kraal wijst tegen de looprichting in)
Een nieuwe draad klemt in reeds aanwezige zaagsnede Dunnere draad gebruiken
Het aandrijvingswiel slipt door / de draad wordt niet meegenomen
Mogelijke oorzaak Oplossing / maatregel
De diamantdraad is te los of te weinig voorgespannen Voorspanning door drukverhoging vergroten
Voortbewegingventiel op trekken zetten
Controleren of cilinder aan het slageinde en of de slede
tegen de eindstop staat
Het aandrijvingswiel is te sterk afgesleten Aandrijvingswiel vervangen
Bij het op gang komen springt de zaagdraad van de aandrijvings- of geleidingsrol
Mogelijke oorzaak Oplossing / maatregel
De terugloopblokkering is niet ingesteld Terugloopblokkering geheel in richting cilinder schui-
ven en klemmen
Geleidingsrollen hebben niet nauwkeurig de goede richting Geleidingsrollen nauwkeurig op elkaar uitrichten
Ongelijkmatig / eenzijdig afslijten van de zaagdraad
Mogelijke oorzaak Oplossing / maatregel
De draad is voor het verbinden niet gedraaid Draad voor het verbinden ca. 0,5 keer per meter
draadlengte tegen de klok in draaien
(gezien op het draadeinde)
Draadbreuk direct voor of na de verbinder
Mogelijke oorzaak Oplossing / maatregel
Te sterke belasting door wisseling van buiging Belasting verminderen door gebruik van een flexibele
verbinder
Nieuwe verbinder monteren
9.5
9.4
9.3
9.2
9.1
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
43
9. Fouten zoeken
De diamantdraad wordt uit de persing getrokken
Mogelijke oorzaak Oplossing / maatregel
Gebruik van een ongeschikte perstang Gebruik de door de verbinderfabrikant aanbevolen
perstang
De persbekken van de tang zijn versleten Persbekken vervangen
De perstang is verkeerd ingesteld Instelling volgens gebruiksaanwijzing van de
tangfabrikant controleren
De zaagdraad is niet diep genoeg in de verbinder geschoven Zaagdraad tot de voorste aanslag in de verbinder
schuiven
De verbinder te ver naar achteren of te ver naar Verbinder exact op de door de verbinderfabrikant
voren vastgeperst voorgeschreven plaats vastpersen
De diamantdraad begint bij het gebruik sterk te trillen
Mogelijke oorzaak Oplossing / maatregel
Te weinig draadspanning Voorspanning door drukverhoging vergroten
De geleidingsrollen hebben niet nauwkeurig de Geleidingsrollen nauwkeurig op elkaar uitrichten
goede richting
De afstand tussen de geleidingsrollen is te groot Vrije draadlengte door montage van extra rolbokken
(te grote vrije draadlengte) verkleinen
Draadzaag dichter bij zaagsneden plaatsen
Te grote slijtage van diamantdraad
Mogelijke oorzaak Oplossing / maatregel
Te lage zaagsnelheid / te laag toerental Aandrijvingstoerental / zaagsnelheid verhogen
(D-LP30/D-LP32)
Te weinig koel-/spoelwater Water nauwkeurig op de draad en in de zaagsnede
leiden
Watervolume vergroten
Zeer schurend materiaal Andere diamantdraad-specificatie gebruiken
Diamantdraad gaat in elkaar zitten / diamantkralen naar elkaar toe verschoven
Mogelijke oorzaak Oplossing / maatregel
Onvoldoende koeling van de zaagdraad Ervoor zorgen dat er altijd genoeg water in het
zaagpunt komt
Bij droog zagen koelpauzes inlassen
De diamantdraad wordt tijdens het zagen met een Object beveiligen tegen wegglijden
schok geblokkeerd Op volgorde van de zaagsneden letten
Los materiaal uit de zaagspleet verwijderen
Montagerichting van de verbinder controleren
9.6
9.9
9.8
9.7
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
44
9. Fouten zoeken
De drukluchtcompressor start niet
Mogelijke oorzaak Oplossing / maatregel
Stroomaansluiting ontbreekt Elektrische voeding aansluiten
Compressor is niet ingeschakeld Compressor inschakelen
De drukluchtcompressor kan geen druk opbouwen
Mogelijke oorzaak Oplossing / maatregel
Compressor is met lege tank aan het bedieningspaneel Drukluchtslang bij de compressor los maken en
aangesloten compressor laten lopen tot hij via het drukventiel
uitgeschakeld wordt daarna drukluchtslang weer
aansluiten
Het toerental van het aandrijvingswiel begint (hoorbaar) te oscilleren
Mogelijke oorzaak Oplossing / maatregel
Te grote oliedoorstroming (> 50 l/min) activeert de Oliestroom tot minder dan 50 l/min reduceren
volumebegrenzing
Geen of zeer geringe voortgang bij het zagen
Mogelijke oorzaak Oplossing / maatregel
Te weinig voortbewegingskracht / Zaagboog vergroten
draadaandrukkracht door te vlakke zaagboog
Te weinig voortbewegingskracht / draadaandrukkracht Voortbewegingsdruk verhogen
door te lage voortbewegingsdruk
Slede aan de geleidingseenheid loopt zwaar Controleren of slede licht loopt (zonder stoten < 1 bar
luchtdruk) en zo nodig geleidingsbaan, tandstang en
rollen reinigen
Zaagkralen zijn gepolijst geraakt of slecht voorgeslepen Zaagdraad scherp maken
De voortbewegingscilinder heeft de eindstand bereikt of Eindstop opnieuw positioneren
de slede staat tegen de eindstop Cilinder bijstellen
Te grote zaag- of draadcontactlengte Draadcontactlengte met ontkoppelrol reduceren
Zaaglengte verkleinen / zaagsnede in meerdere afzon-
derlijke sneden verdelen
9.13
9.12
9.11
9.10
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
45
10. Afvoer van de draadzaag DS-WS10
Hilti-apparaten zijn voor een groot percentage gefabriceerd uit herbruikbaar materiaal. Voor hergebruik is correc-
te materiaalscheiding noodzakelijk. In veel landen is Hilti er al op ingesteld om uw oude apparaat voor recycling
terug te nemen. Vraag informatie hierover bij uw verkoopadviseur of bij de klantenservice van Hilti.
Als u het apparaat zelf voor recycling gereed wilt maken, neemt u het uit elkaar voor zover dat zonder speciaal
gereedschap mogelijk is en voert u de delen als afval af.
Pos. Onderdeel/component Hoofdmateriaal Verwerking
1 Sjabloon staal en aluminium oud metaal
2 Grondplaat staal en aluminium oud metaal
3 Geleidingseenheid staal, aluminium oud metaal
kunststof kunststof-recycling
4 Zwenkwieldrager staal oud metaal
5 Aandrijvingseenheid staal, aluminium oud metaal
6 Draadrollen staal, aluminium oud metaal
rubber stortplaats voor overig afval
7 Drukluchtcompressor kunststof kunststof-recycling
en regelpaneel staal, aluminium oud metaal
8 Toebehorenkoffer kunststof kunststof-recycling
9 Beschermplaat aluminium oud metaal

Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
46
11. Fabrieksgarantie op de apparatuur
Hilti garandeert dat het geleverde apparaat geen mate-
riaal- of fabricagefouten heeft. Deze garantie geldt onder
de voorwaarde dat het apparaat in overeenstemming
met de handleiding van Hilti gebruikt, bediend, ver-
zorgd en schoongemaakt wordt, en dat de technische
uniformiteit gehandhaafd is, d.w.z. dat er alleen origi-
neel Hilti-verbuiksmateriaal en originele Hilti-toebeho-
ren en -reserveonderdelen voor het apparaat zijn gebruikt.
Deze garantie omvat de gratis reparatie of de gratis ver-
vanging van de defecte onderdelen tijdens de gehele
levensduur van het apparaat. Onderdelen die aan nor-
male slijtage onderhevig zijn, vallen niet onder deze
garantie.
Verdergaande aanspraak is uitgesloten voor zover er
geen dwingende nationale voorschriften zijn die hier-
van afwijken. Hilti is met name niet aansprakelijk
voor directe of indirecte schade als gevolg van gebre-
ken, verliezen of kosten in samenhang met het gebruik
of de onmogelijkheid van het gebruik van het appa-
raat voor welk doel dan ook. Stilzwijgende garantie
voor gebruik of geschiktheid voor een bepaald doel
is nadrukkelijk uitgesloten.
Voor reparatie of vervanging moeten het toestel of de
betreffende onderdelen onmiddellijk na vaststelling van
het defect naar de verantwoordelijke Hilti-marktorga-
nisatie worden gezonden.
Deze garantie omvat alle garantieverplichtingen van de
kant van Hilti en vervangt alle vroegere of gelijktijdige,
schriftelijke of mondelinge verklaringen betreffende
garanties.
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
47
12. EG-conformiteitsverklaring
EG-conformiteitsverklaring
Product kleine draadzaag
Serienummer tot 9999
Type DS-WS10
Bouwjaar 2003
Wij verklaren, op onze eigen verantwoording, dat dit product overeenkomt met de richtlijn 98/37/EG.
12
Hilti Corporation
Dr. Ivo Celi Dr. Heinz-Joachim Schneider
Senior Vice President Executive Vice President
Business Unit Diamond Business Area Electric Tools & Accessories
07 / 2004 07 / 2004
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
Hilti = registered trademark of Hilti Corp., Schaan W 2809 1108 1-nl 1 Printed in Liechtenstein © 2008
Right of technical and programme changes reserved S.E.&O.
Hilti Corporation
LI-9494 Schaan
Tel.: +423 / 234 2111
Fax: +423 / 234 29 65
www.hilti.com
304090 / C
*304090*
304090
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069728 / 000 / 00
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

Hilti DS WS10 Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding