Lissmac MULTICUT 450 / 500 de handleiding

Type
de handleiding
1/44
BEDRIJFSHANDLEIDING
VOEGENZAAGMACHINE
MULTICUT 450
MULTICUT 500
LISSMAC Maschinenbau GmbH
Lanzstrasse 4
D-88410 Bad Wurzach
Telefoon +49 (0) 7564 / 307 - 0
Fax +49 (0) 7564 / 307 - 500
lissmac@lissmac.com
www.lissmac.com
NL
2/44
3/44
Impressum De bedrijfshandleiding geldt voor:
LISSMAC voegenzaagmachine
MULTICUT 450
MULTICUT 500
Hoofdkantoor:
LISSMAC Maschinenbau GmbH
Lanzstraße 4
D - 88410 Bad Wurzach
Tel.: +49 (0) 7564 / 307 – 0
Fax: +49 (0) 7564 / 307 500
lissmac@lissmac.com
www.lissmac.com
Vertaling van de originele bedrijfshandleiding
Versie: 03-2021
Reproductie en verspreiding De reproductie, de verspreiding en het gebruik van deze handleiding,
alsmede het openbaar maken van de inhoud zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming is ten strengste verboden.
Overtreders worden aansprakelijk gesteld voor geleden schade. Alle rechten voorbehouden
in geval van toegekende patenten, geregistreerde gebruiksmodellen of industriële
modellen.
4/44
FUNDAMENTELE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Gevaar!
Voorzichtig!
Aanwijzing Wijst erop, dat veronachtzaming schade aan de machine of
andere goederen tot gevolg heeft.
Instructies betreffende de bediening, gericht aan de operator
De gedefinieerde opeenvolging van de handelingsstappen maakt het makkelijker om op een
juiste en veilige manier om te gaan met de machine.
Instructies voor de operator
Dit symbool markeert:
Elke verplaatsing van de machine buiten het bereik waarin zaagwerkzaamheden uitgevoerd
worden, moet met stilstaand gereedschap plaatsvinden.
5/44
BEDRIJFSHANDLEIDING
Voorwoord Deze bedrijfshandleiding maakt het makkelijker de machine te leren kennen en in te zetten volgens de
gebruiksmogelijkheden waar ze voor bedoeld is.
De bedrijfshandleiding bevat belangrijke aanwijzingen om de machine veilig, doelmatig en economisch
in bedrijf te hebben. Uw aandacht helpt om gevaren, reparatiekosten en uitvaltijden te vermijden,
alsmede de betrouwbaarheid en de levensduur van de machine te verlengen.
De bedrijfshandleiding dient als aanvulling op instructies die zijn gebaseerd op bestaande nationale
voorschrifen voor ongevallenpreventie en milieubescherming.
De bedrijfshandleiding moet voortdurend beschikbaar zijn op de plaats waar de machine in gebruik is.
De bedrijfshandleiding moet worden gelezen en gebruikt door iedereen die is belast met het werken
met de machine, zoals bijv.:
Bediening, inclusief bedrijfsgereed maken, bedrijfsstoringen opheffen, afvoeren van
productieafval, onderhoud, verwijdering van grondstoffen en hulpstoffen,
Onderhoud (onderhoud, inspectie, reparatie ) en/ of
Transport
Naast de bedrijfshandleiding en de in het land van de gebruiker en op de plek van inzet geldende
bindende bepalingen ter voorkoming van ongevallen dienen ook de erkende vaktechnische
voorschriften voor veiligheid en vaktechnische werkzaamheden te worden nageleefd.
Benodigd gereedschap Om de voegenzaagmachine te kunnen bedienen, zijn zaagbladen vereist. Deze kunnen via de fabrikant
verkregen worden.
Aanvullende documenten Als aanvulling op deze bedrijfshandleiding staan er verdere documenten van de desbetreffende
fabrikant van afzonderlijke componenten van de machine ter beschikking:
Bedrijfshandleiding DEUTZ dieselmotor
Voor de volledigheid van aanvullende documentatie is LISSMAC niet verantwoordelijk of aansprakelijk
te stellen.
Wijzigingen en voorbehoud Wij stellen alles in het werk om deze bedrijfshandleiding accuraat en actueel te houden. Om onze
technologische voorsprong te behouden, kan het noodzakelijk zijn zonder kennisgeving wijzigingen aan
het product en zijn bediening door te voeren. Voor storingen, uitval en daardoor ontstane schade
kunnen wij niet aansprakelijk gesteld worden.
6/44
Notities:
7/44
1. Eigenschappen & Voordelen ........................................................................................... 8
1.1. Beginsel „gebruik overeenkomstig de bestemming“ .........................................................9
1.2. Organisatorische maatregelen ..........................................................................................9
1.3. Keuze en kwalificatie van personeel; fundamentele plichten .........................................10
1.4. Veiligheidsinstructies voor de bedrijfstoestanden...........................................................11
1.4.1. Transport, montage en installatie ...........................................................................11
1.4.2. Inbedrijfstelling .......................................................................................................11
1.4.3. Bedrijf .....................................................................................................................12
1.4.4. Zagen met omhoog geklapte beschermkap van het zaagblad ................................12
1.4.5. Verplaatsen van de voegenzaagmachine ................................................................12
1.4.6. Bijzondere werkzaamheden in het kader van het gebruik van de machine .............13
1.5. Instructies voor bijzondere soorten gevaar ......................................................................13
1.5.1. Gevaren voor de operators door de machine ..........................................................13
1.5.2. Elektrische energie .................................................................................................13
1.5.3. Stof .........................................................................................................................14
1.5.4. Geluid .....................................................................................................................14
1.6. Transport .........................................................................................................................14
1.7. Verpakking en opslag ......................................................................................................15
1.8. Milieubescherming ..........................................................................................................15
1.9. Afvalverwerking ..............................................................................................................15
2. Beschrijving apparaat .................................................................................................... 16
2.1. Benaming van de machineonderdelen .............................................................................16
2.2. Beschermingsinrichtingen ...............................................................................................16
2.3. Technische gegevens ......................................................................................................17
2.4. Geluidsniveau ..................................................................................................................17
2.5. Hand-armvibratie .............................................................................................................18
3. Inbedrijfstelling ............................................................................................................... 19
3.1. Aansluitingen en brandstoffen ........................................................................................19
3.2. Toerentallen van het zaagblad ........................................................................................19
3.3. Bedieningspaneel van de voegenzaagmachine ...............................................................20
3.4. Vullen van de brandstoftank ............................................................................................21
3.5. Blokkeerremmen ..............................................................................................................22
3.6. Montage van het zaagblad ..............................................................................................23
3.7. Wisselen van rechtse naar linkse zaagsnede ..................................................................24
3.8. Aandrijfriemen .................................................................................................................25
3.9. Dieselkoeler (alleen MULTICUT 500) ...............................................................................26
3.10. Instelling van de besturingscorrectie .............................................................................27
4. Transport......................................................................................................................... 28
4.1. Transportstand ................................................................................................................28
4.2. Bevestiging voor transport ..............................................................................................29
4.3. Verplaatsen met de kraan ...............................................................................................29
5. Bedrijf .............................................................................................................................. 30
5.1. Startvoorbereidingen .......................................................................................................30
5.2. Zagen met de voegenzaagmachine .................................................................................31
5.3. Zaagdieptebegrenzing .....................................................................................................32
5.4. Voegenzaagmachine uitzetten .........................................................................................32
5.5. Zagen met omhoog geklapte beschermkap van het zaagblad .........................................33
6. Onderhoud ...................................................................................................................... 34
6.1. Onderhoud .......................................................................................................................34
6.2. Aandrijfriemen vervangen ...............................................................................................35
6.3. Motorolie aftappen..........................................................................................................36
6.4. Smeerpunten ...................................................................................................................37
6.5. Storingstabel ...................................................................................................................38
6.6. Aandraaimomenten van schroefverbindingen .................................................................39
6.7. Onderhoudsschema .........................................................................................................40
7. Gereedschappen ............................................................................................................ 41
8. Garantie .......................................................................................................................... 42
8/44
1.
EIGENSCHAPPEN & VOORDELEN
Bij de ontwikkeling van deze wendbare krachtpatsers is rekening gehouden met de eisen zoals die
bekend zijn uit de praktijk. De professioneel beproefde diesel-voegenzaagmachines overtuigen door
een uitstekende prijs-kwaliteitsverhouding, robuuste techniek en eenvoudige bediening.
Optimale krachtoverbrenging door 10 robuuste V-snaren voor hoog vermogen
Buigstijve frameconstructie van plaatstaal
Door de compacte constructie en het uitgebalanceerde chassis kan makkelijk
gemanoeuvreerd worden op de bouwplaats
Het extreem lage zwaartepunt zorgt voor een nauwkeurige zaagsnede
Zeer precies rechtuit zagen door verstelbare achteras
Het omhoog resp. omlaag bewegen van het zaagblad is elektrohydraulisch regelbaar
In hoogte verstelbare handgrepen
De zaagbladkap is standaard aan de voorkant opklapbaar voor zagen tot tegen obstakels
Zeer snel om te zetten van links- naar rechtszagend
Makkelijk toegankelijk voor gebruikelijke onderhoudswerkzaamheden (luchtfilter, accu, olie,
brandstoffilter)
Blokkeerrem, bedrijfsurenteller en free-wheel behoren tot de standaarduitrusting
9/44
1.1. Beginsel „gebruik overeenkomstig de bestemming“
De fabrikant en toeleverancier stellen zich niet aansprakelijk voor schade die ontstaat door een
toepassing die foutief of niet conform de bepalingen is. Elke wijziging aan de machine, die niet door
de fabrikant werd uitgevoerd, is verboden. Wijzigingen door aan- of ombouwen aan de
voegenzaagmachine mogen alleen met schriftelijke toestemming van de fabrikant uitgevoerd worden.
De machine is volgens de stand van de techniek en de erkende veiligheidstechnische regels gebouwd.
Toch kan bij toepassing ervan levensgevaar voor de gebruiker of derden resp. afbreuk aan de machine
en andere waardevolle goederen ontstaan.
Gebruik de machine alleen in technisch onberispelijke staat en ook overeenkomstig de bestemming,
bewust van veiligheid en gevaren met inachtneming van de bedrijfshandleiding. Met name storingen
die de veiligheid kunnen benadelen moet u onmiddellijk (laten) oplossen.
Toepassing volgens de
bepalingen
De LISSMAC voegenzaagmachine behoort toe de categorie vloerfreesmachines en is uitsluitend
bedoeld voor het nat zagen van voegen in beton of asfalt. Voor het zagen is een diamantzaagblad
vereist. De voegenzaagmachine mag slechts door één persoon bediend en enkel voor het zagen van
vloeren ingezet worden. De bediening wordt beperkt door de voorgeschreven positie aan het achterste
deel van de voegenzaagmachine. Een ander of verdergaand gebruik geldt als niet overeenkomstig de
bestemming.
Bij gebruik overeenkomstig de bestemming hoort ook het in acht nemen van de bedrijfshandleiding en
het opvolgen van de bepalingen voor inspectie en onderhoud.
Ondoelmatig gebruik Voorspelbaar misbruik / ondoelmatig gebruik:
Het zagen zonder beschermkap van het zaagblad
Het zagen zonder water
Machines met verbrandingsmotoren mogen niet in afgesloten ruimtes gebruikt worden
Het zagen van hout, kunststoffen of metaal (met uitzondering van bewapening of versterking in
beton)
Fysieke veranderingen, die de veiligheid of de werking van de voegenzaagmachine nadelig
beïnvloeden.
1.2. Organisatorische maatregelen
De bedrijfshandleiding moet op de plaats waar de voegenzaagmachine gebruikt wordt toegankelijk
voor iedere persoon bewaard worden.
Laat iedereen ter aanvulling op de bedrijfshandleiding letten op algemeen geldende wettelijke en
andere verbindende bepalingen voor ongevallenpreventie en milieubescherming! Zulke plichten
kunnen bijvoorbeeld ook het omgaan met gevaarlijke stoffen, het dragen van beschermende
uitrustingen of wettelijke regelingen voor het straatverkeer betreffen.
Het personeel dat is belast met handelingen aan de voegenzaagmachine, moet voor begin van het
werk de handleiding, en vooral het hoofdstuk ‘Veiligheidsinstructies’, gelezen en begrepen hebben.
Tijdens het gebruik is het hiervoor te laat. Dit geldt in het bijzonder voor personeel dat slechts
incidenteel, bijv. bij het bedrijfsgereed maken of voor onderhoud, aan de kraan werkt.
Controleer op zijn minst nu en dan of het personeel veilig en zich van gevaren bewust werkt met
inachtneming van de bedrijfshandleiding!
10/44
Voor zover noodzakelijk of door voorschriften vereist, persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken!
Alle voorschriften over veiligheid en gevaar aan de voegenzaagmachine in acht nemen en in leesbare
staat houden! Beschadigde of niet meer leesbare veiligheids- en gevarenaanduidingen vervangen.
Zet de machine onmiddellijk stop bij voor de veiligheid relevante veranderingen aan de machine of bij
verandering van zijn gedrag tijdens bedrijf en overeenkomstig kenmerken. Meld de storing op de
aangewezen plaats / bij de bevoegde persoon!
Verricht geen wijzigingen door aan- en ombouwwerkzaamheden zonder schriftelijke toestemming van
de fabrikant! De aanwijzingen van de gereedschapfabrikant moeten opgevolgd worden.
Houd u aan voorgeschreven of in de bedrijfshandleiding aangegeven termijnen voor inspecties.
1.3. Keuze en kwalificatie van personeel; fundamentele plichten
Met de zelfstandige bediening van de voegenzaagmachine mogen alleen gekwalificeerde personen
belast worden, die de leeftijd van 18 jaar al bereikt hebben. Alle personen moeten over de bediening
geïnstrueerd zijn en door de exploitant nadrukkelijk schriftelijk met het bedienen van de
voegenzaagmachine belast worden.
Leg de bevoegdheden van het personeel voor het bedienen, bedrijfsgereed maken, onderhouden en
repareren, helder vast.
Zorg ervoor, dat alleen daarmee belast personeel aan de machine werkzaam is.
De operator moet persoonlijke beschermingsmiddelen dragen, zoals veiligheidsschoenen,
werkhandschoenen en een veiligheidsbril die aan de veiligheidsvoorschriften voldoen.
Het onnodig oponthoud in het werkbereik van de voegenzaagmachine is verboden! Personen die niet
met de machine werken, moeten buiten het werkbereik gestuurd worden. Werkbereik event. afzetten.
De operator moet er bij alle bewegingen van de voegenzaagmachine op letten, dat hij zichzelf en
andere personen niet in gevaar brengt. Op de plaats van gebruik moeten alle hindernissen uit de weg
geruimd worden, die het arbeidsproces of het verplaatsen van de machine bemoeilijken.
Werkzaamheden aan elektrische onderdelen van de machine mogen alleen worden uitgevoerd door
een gekwalificeerde elektricien of door voldoende onderrichte personen onder leiding en toezicht van
een gekwalificeerde elektricien conform de elektrotechnische regels.
Laat op te leiden, te instrueren, in te werken of in algemene opleiding zijnd personeel alleen onder
voortdurend toezicht van een ervaren persoon aan de machine werken!
11/44
1.4. Veiligheidsinstructies voor de bedrijfstoestanden
1.4.1. Transport, montage en installatie
Transport, montage en installatiewerkzaamheden aan/met de voegenzaagmachine mogen alleen in de
transportstand plaatsvinden. De voegenzaagmachine moet tegen wegrollen gezekerd worden.
Transport, montage en installatiewerkzaamheden aan/met de voegenzaagmachine mogen alleen met
gedemonteerd zaagblad en uitgeschakelde motor plaatsvinden.
Transport van de voegenzaagmachine met inachtneming van het maximale bedrijfsgewicht dient
uitsluitend met behulp van een kraan plaats te vinden.
Transport mag pas plaatsvinden, als alle onderdelen van de machine vastgezet zijn en het eraf vallen
van losse onderdelen niet mogelijk is.
1.4.2. Inbedrijfstelling
De inbedrijfname van de voegenzaagmachine mag alleen in de transportstand plaatsvinden.
Bij het inzetten van het zaagblad moet er gelet worden op de draairichting. Er moet altijd parallel
gezaagd worden, anders wordt het materiaal meegetrokken en vliegen er kleine delen rond.
Bij het inzetten van het zaagblad tegen scherpe kanten beschermen.
Zorg ervoor dat de ondergrond waarop gezaagd wordt voldoet aan de vereiste draagkracht. Alle
obstakels moeten uit het zaagbereik verwijderd worden; zorg tevens voor goede verlichting.
Zichtcontrole van de volledige voegenzaagmachine op beschadigingen en mankementen. Speciale
controle van de beschermingsinrichtingen.
Bij het bijtanken van de dieselmotor geldt een absoluut rookverbod.
Men moet extra voorzichtig zijn bij het bijvullen van de brandstoftank. Motoronderdelen die door de
werking warm werden, leveren brandgevaar op.
De brandstof mag alleen in daarvoor goedgekeurde containers opgeslagen worden.
Er mag geen roterend gereedschap gebruikt worden, waarvan het maximale toerental kleiner is dan
de nominale snelheid van de machine.
Defecte of gescheurde gereedschappen moeten direct vervangen worden.
12/44
1.4.3. Bedrijf
Werk nooit zo, dat de veiligheid in gevaar komt!
Neem dusdanige maatregelen, dat de voegenzaagmachine alleen in veilige en bedrijfsgerede staat
wordt gebruikt!
Controleer de voegenzaagmachine tenminste eenmaal per dienst op uiterlijk zichtbare beschadigingen
en gebreken! Meld opgetreden veranderingen (inclusief het gedrag tijdens bedrijf) onmiddellijk op de
aangewezen plaats / bij de bevoegde persoon! Machine event. onmiddellijk stilzetten en tegen
herinschakelen beveiligen!
Zet de voegenzaagmachine bij functiestoringen onmiddellijk stop en op veilig! Laat storingen
onmiddellijk verhelpen! Elektrotechnische werkzaamheden mogen alleen door geschoolde elektriciens
uitgevoerd worden.
Enkel geschikte en goedgekeurde gereedschappen gebruiken.
Als bescherming tegen de versnelling, moet de diepteverstelling van het zaagblad langzaam en in
stappen in de ondergrond bewogen worden. Elk contact met het roterende gereedschap moet
vermeden worden.
Het zagen zonder beschermkap van het zaagblad of afdekking van de aandrijfriemen is verboden. De
operator moet tegen roterende delen beveiligd worden.
1.4.4. Zagen met omhoog geklapte beschermkap van het zaagblad
Het verwijderen of openen van de beschermkap van het zaagblad of het naar binnen reiken richting
het zaagblad tijdens het zagen is verboden. Deze werkzaamheden mogen alleen bij een stilstaand
zaagblad en met uitgeschakelde dieselmotor uitgevoerd worden.
Bij het zagen met omhoog geklapte beschermkap is het zaagblad aan de voorkant onbedekt. Wees
hier extra voorzichtig!
1.4.5. Verplaatsen van de voegenzaagmachine
Het verplaatsen van de voegenzaagmachine mag alleen met stilstaand zaagblad uitgevoerd worden.
Vóór het verlaten van de bedieningspositie aan de voegenzaagmachine, moet de dieselmotor
uitgeschakeld worden en mag het zaagblad niet meer draaien. Er bestaat gevaar voor verwonding
door een roterend zaagblad.
De operator mag de voegenzaagmachine pas verlaten als de blokkeerrem geactiveerd is. De
voegenzaagmachine moet tegen mogelijk wegrollen beveiligd worden.
13/44
1.4.6. Bijzondere werkzaamheden in het kader van het gebruik van de machine
Houd u aan in de bedrijfshandleiding voorgeschreven instel-, onderhouds- en inspectieactiviteiten en -
termijnen, inclusief opgaven over de vervanging van onderdelen/modulen! Deze activiteiten mogen
enkel door bevoegd vakkundig personeel uitgevoerd worden.
Informeer het bedieningspersoneel vóór de aanvang over bijzondere en onderhoudswerkzaamheden!
Benoem een toezichthouder!
Als de voegenzaagmachine bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden geheel is uitgeschakeld, dan
moet hij worden gemarkeerd tegen onverwacht opnieuw inschakelen.
Voor het reinigen van de machine moeten alle openingen afgedekt/dichtgetaped worden waar
omwille van de veiligheid en/of de werking geen reinigingsmiddel in mag doordringen. Bijzonder
kwetsbaar zijn elektromotoren, schakelaars en steekverbindingen. Na het reinigen moeten de
afdekkingen/stukken tape volledig verwijderd worden!
Schroefverbindingen die bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden zijn losgedraaid altijd vast
aantrekken!
Als demontage van veiligheidsinrichtingen bij het bedrijfsgereed maken, onderhouden en repareren
noodzakelijk is, dan moeten direct na afsluiting van de onderhouds- en reparatiewerkzaamheden de
veiligheidsinrichtingen weer worden gemonteerd en gecontroleerd!
Er mag geen roterend gereedschap gebruikt worden, waarvan het maximale toerental kleiner is dan
de nominale snelheid van de machine.
1.5. Instructies voor bijzondere soorten gevaar
1.5.1. Gevaren voor de operators door de machine
Vóór het verlaten van de bedieningspositie aan de voegenzaagmachine, moet de dieselmotor
uitgeschakeld worden en mag het zaagblad niet meer draaien. Er bestaat gevaar voor verwonding bij
het roterende zaagblad.
Werken aan de voegenzaagmachine en het verplaatsen met een nog draaiend zaagblad is verboden.
De dieselmotor van de voegenzaagmachine mag alleen voor het doelmatig zagen in bedrijf genomen
worden.
1.5.2. Elektrische energie
Gebruik alleen originele zekeringen met voorgeschreven stroomsterkte! Bij storingen moet de
voegenzaagmachine onmiddellijk uitgeschakeld worden! Elektrotechnische werkzaamheden mogen
enkel door bevoegd en gekwalificeerd vakkundig personeel uitgevoerd worden.
Onderhouds- of reparatiewerkzaamheden pas uitvoeren, als de motor van de voegenzaagmachine
uitgezet is en het zaagblad niet meer draait. De transportstand moet in acht worden genomen.
De elektrische uitrusting van een machine moet periodiek worden geïnspecteerd / gecontroleerd.
Gebreken, zoals losse verbindingen of beschadigde kabels, moeten onmiddellijk worden verholpen.
Om ervoor te zorgen dat de machine niet door andere personen in werking gezet wordt, moet de
machine gemarkeerd worden.
14/44
1.5.3. Stof
Houd u bij werkzaamheden in nauwe ruimtes aan eventueel geldende nationale voorschriften!
Om stofopeenhoping tijdens het zagen te beperken, moet het zaagblad met water gekoeld worden.
Droog zagen is verboden en beschadigt niet alleen het zaagblad.
1.5.4. Geluid
zie hoofdstuk 2.4 Geluidsniveau
1.6. Transport
Bij het verplaatsen met een kraan moeten hijsstroppen met voldoende draagvermogen gebruikt
worden. Hijsstroppen vooraf op beschadigingen controleren.
Wijs voor het hijswerk een ter zake deskundige instructeur aan.
Til de voegenzaagmachine alleen conform de aanduidingen in de bedrijfshandleiding op de juiste
wijze met een hefmiddel op!
Gebruik alleen een geschikt transportvoertuig met voldoende belastbaarheid!
Lading aan de hand van de voorschriften veilig zekeren. Gebruik geschikte hijsogen!
Ook bij een kleine verplaatsing moet de motor van de voegenzaagmachine uitgeschakeld worden. Bij
het direct weer inschakelen mag het zaagblad niet meer draaien!
Werk bij het opnieuw in bedrijf nemen alleen conform de bedrijfshandleiding!
15/44
1.7.
Verpakking en opslag
Om voldoende bescherming tijdens de verzending en het transport te waarborgen, werden de
machine en bijbehorende componenten zorgvuldig verpakt. Bij ontvangst van de machine moet deze
op beschadigingen gecontroleerd worden. De verpakking van het apparaat bestaat uit recycleerbare
materialen. Sorteer deze naar aard in de daarvoor bestemde containers, zodat ze voor hergebruik
afgevoerd kunnen worden.
In geval van beschadiging mag de machine niet in gebruik genomen worden. Ook beschadigde
kabels en steekverbindingen leveren een veiligheidsrisico op en mogen derhalve niet gebruikt
worden. Contacteer in dit geval de fabrikant.
Wordt de machine na het uitpakken niet direct in gebruik genomen, dan moet deze tegen vocht en
vuil beschermd worden.
1.8.
Milieubescherming
Verpakkingsmateriaal, reinigingsmiddelen, gebruikte of overgebleven hulpstoffen alsook uitgepakte
slijtdelen zoals aandrijfriemen of motoroliën moeten conform de lokaal geldende voorschriften ter
bescherming van het milieu voor recycling afgevoerd worden.
1.9.
Afvalverwerking
Wanneer het einde van de levensduur van het apparaat bereikt is, met name wanneer er
functiestoringen optreden, moet u het uitgediende apparaat onklaar maken.
Verwijder het apparaat conform de in uw land geldende milieuvoorschriften. Elektrische onderdelen
mogen niet samen met huishoudelijk afval afgevoerd worden. Deponeer het uitgediende apparaat
bij een centraal inzamelpunt.
16/44
2.
BESCHRIJVING APPARAAT
2.1. Benaming van de machineonderdelen
Pos. 1 Stuurstangen
Pos. 2 Ophangpunt voor de kraan
Pos. 3 Cycloonvoorafscheider van het luchtfilter
Pos. 4 Dieselmotor
Pos. 5 Peilstok
Pos. 6 Beschermkap van het zaagblad
Pos. 7 Onderstel (Basisframe)
Pos. 8 Aandrijfas (hydrostaat)
Pos. 9 Bevestigingsoog
Pos. 10 GEKA-wateraansluiting met kraan
2.2. Beschermingsinrichtingen
Pos. 6
Beschermkap van het zaagblad
1 2
4
10
6
7
5
8
9
3
17/44
2.3. Technische gegevens
MULTICUT 450 MULTICUT 500
Zaagdiepte max. 325 mm 400 mm
Max. Ø zaagblad 800 mm 1000 mm
Zaagbladopname 25,4 mm
Zaagbladflens Ø 150 mm
Nominaal toerental 1550 min-1
Aandrijfmotor Deutz 2-cilinder dieselmotor / EU II Deutz 3-cilinder dieselmotor / EU IIIA
Vermogen (kW/PS) 22,8 kW/31 PS 34,5 kW/47 PS
Brandstof Diesel
Capaciteit van de brandstoftank 30 liter
Aandrijfwielen Ø 300
Besturing Mechanisch
Rijaandrijving voorwaarts Hydrostaat traploos 0-50 m/min
Rijaandrijving achterwaarts Hydrostaat traploos 0-35 m/min
Zaagbladlift Elektrohydraulisch
Zaagbladaandrijving V-snaar (8 stk.) V-snaar (10 stk.)
Bedrijfsgewicht 675 kg 768 kg
2.4. Geluidsniveau
Gevaar! In een omgeving met een hoog geluidsniveau, zoals bij het werken in de nabijheid van luidruchtige
machines is het dragen van gehoorbescherming op de werkplek vanaf 85 dB(A) verplicht.
De aanduiding definieert de geluidssterkte van de geluidshinder met betrekking tot de werkplek van de
operator, en tot het geluidsniveau van de voegenzaagmachine.
Het gegarandeerde geluidsniveau bedraagt:
MULTICUT 450
113 dB(A)
MULTICUT 500
113 dB(A)
De waarden werden bepaald door de geluidsemissiemeting.
De controle vond plaats zonder last met het grootst toegestane zaagblad van de voegenzaagmachine.
Meettoleranties:
2,5 dB voor het A-gewogen geluidsniveau
4 dB voor het A-gewogen niveau van de geluidsemissiedruk
De geluidsemissiedruk werd conform de normen EN ISO 3744, EN 13862
en richtlijn 2000/14/EG uitgevoerd.
Het gemeten geluidsniveau LwA 113 dB(A)
De geluidsemissiedruk op de bedieningslocatie LpA 101 dB(A)
18/44
2.5. Hand-armvibratie
De aangegeven waarde werd met een maximale zaagbladdiameter van 1000 mm bij een zaagdiepte van 100
mm bepaald. De blootstelling kan omgekeerd evenredig zijn aan het gewicht van de operator.
Totale trillingswaarde:
MULTICUT 450 aHV 13,5 m/s2
MULTICUT 500 aHV 13,5 m/s2
Bij de metingen werden de volgende normen in acht genomen:
EN ISO 5349, VD, 2057 blad 2, richtlijn 2002/42/EG.
De aangegeven waarden werden bij het zagen in beton met een bladdiameter van 1000 mm, en een
zaagdiepte van 100 mm gemeten. Deze waarden worden in de praktijk door de volgende voorwaarden
beïnvloed:
- Kwaliteit van het zaagblad
- Aantal zaagbladen
- Gewicht van de bediener
- Aanvoersnelheid
- Conditie van de machine
- Gesteldheid van het beton
19/44
3.
INBEDRIJFSTELLING
3.1. Aansluitingen en brandstoffen
Hulpstof motorolie De dieselmotoren worden door de fabrikant met motorolie gevuld. Alleen door de fabrikant goedgekeurde
motorolie mag gebruikt worden. De voorschriften staan in de bedrijfshandleiding van de dieselmotor.
Brandstof De voegenzaagmachine moet met diesel gevuld worden. De voorschriften en kwaliteitseisen staan in de
bedrijfshandleiding van de dieselmotor.
Smeerpunten De bewegende delen moeten via de smeernippels van de voegenzaagmachine regelmatig gesmeerd
worden. De fabrikant gebruikt een goedgekeurd hittebestendig universeel vet.
3.2. Toerentallen van het zaagblad
Keuze van het zaagblad Zie hoofdstuk 7 Gereedschappen
Toerentallen van het
zaagblad
Om de optimale zaagprestatie van de voegenzaagmachine en het zaagblad te verkrijgen, moet het toerental
van het zaagblad kloppen. Het toerental van het zaagblad wordt via het toerental van de dieselmotor
aangestuurd:
208328
1/min 1/min
2750 1550
2570 1450
2390 1350
2200 1250
2000 1150
20/44
3.3.
Bedieningspaneel van de voegenzaagmachine
Pos. 1
Accubewaking (lamp mag tijdens werking niet branden!)
Pos. 2
Noodstopschakelaar
Pos. 3
Motoroliedruk (mag tijdens bedrijf niet branden!)
Pos. 4
Motorolietemperatuur van de dieselmotor
Pos. 5
Bedrijfsurenteller
Pos. 6
Toerentalmeter van de dieselmotor
Pos. 7
Stelhendel voor de koppeling (hydrostaat)
Pos. 8
Stelhendel voor de blokkeerrem
Pos. 9
Contactslot
Pos. 10
Bewegingshendel (voortbeweging: voorwaarts achterwaarts)
Pos. 11
Weergave van de zaagdiepte
Pos. 12
Gasklep voor de zaagbladlift
Pos. 13
Gashendel voor het regelen van het toerental van de dieselmotor
13
12
3
2
1
11
10
6
5
4
8
7 9
21/44
3.4. Vullen van de brandstoftank
Gevaar! Bij het tanken van de dieselmotor ontstaan zeer licht ontvlambare brandstofdampen.
Bij deze handeling is het absoluut verboden te roken; tevens moeten alle ontvlambare stoffen verwijderd
worden.
Aanwijzing De brandstof mag alleen in daarvoor goedgekeurde containers opgeslagen worden. De containers moeten
overeenkomstig gemarkeerd worden.
Voegenzaagmachine uitschakelen en wachten tot het zaagblad stilstaat
Draai de dop (pos. 1) van de brandstoftank open
Brandstof via de filterzeef in de opening gieten
Vul de brandstoftank tot aan de filterzeef
Draai de dop (pos. 1) van de brandstoftank dicht
1
22/44
3.5. Blokkeerremmen
Gevaar! Om de voegenzaagmachine tegen onbedoeld wegrollen te beveiligen, moet de blokkeerrem aangetrokken
worden.
De blokkeerrem wordt met de stelhendel (pos. 2) geactiveerd
Daarnaast moet de hydrostaat met de stelhendel (pos. 1) dichtgezet worden
2 1
23/44
3.6.
Montage van het zaagblad
Gevaar! Het verwijderen of openen van de beschermkap van het zaagblad (pos. 1) of het naar binnen reiken richting
het roterende zaagblad tijdens het zagen is verboden. Deze werkzaamheden mogen alleen bij een stilstaand
zaagblad en met uitgeschakelde dieselmotor uitgevoerd worden.
Aanwijzing Er mag geen roterend gereedschap gebruikt worden, waarvan het maximale toerental kleiner is dan de
nominale snelheid van de machine. Defecte of gescheurde gereedschappen moeten direct vervangen
worden.
Zaagblad verwisselen Zekeringshendel (pos. 2) van de voegenzaagmachine losmaken en de beschermkap van het zaagblad
(pos. 1) naar boven met de handgreep verwijderen
Flensschroef (pos. 3) met het boordgereedschap verwijderen en de drukschijf (pos. 4) verwijderen
Aanwijzing Bij het inbouwen van het zaagblad moet erop gelet worden dat de flensvlakken schoon zijn. Het zaagblad
moet tegen de flens liggen. Draairichting van het zaagblad met de looprichtingpijl (parallel zagen) op de
beschermkap van het zaagblad uitlijnen.
Zet het zaagblad er bij de flens in
Monteer de drukschijf (pos. 4) en zeker deze met de flensschroef (pos. 3)
Plaats de beschermkap van het zaagblad (pos. 1) terug en zeker deze met de zekeringshendel
(pos. 2)
2
1
4
3
24/44
3.7.
Wisselen van rechtse naar linkse zaagsnede
Gevaar! Het verwijderen of openen van de beschermkap van het zaagblad (pos. 1) of het naar binnen reiken richting
het roterende zaagblad tijdens het zagen is verboden. Deze werkzaamheden mogen alleen bij een stilstaand
zaagblad en met uitgeschakelde dieselmotor uitgevoerd worden.
Zaagblad
Verwisselen van kant
Dieselmotor van de voegenzaagmachine uitschakelen en het zaagblad in de hoogste positie brengen
Waterslang van de beschermkap van het zaagblad (pos. 1) ontkoppelen
Zekeringshendel (pos. 2) losmaken en de beschermkap van het zaagblad (pos. 1) naar boven met de
handgreep verwijderen
Zaagblad uit de zaagbladflens verwijderen
Flenskap (pos. 3) verwijderen
Zaagblad aan de andere kant op de zaagbladflens monteren en zekeren
Beschermkap van het zaagblad (pos. 1) aan de linkse kant erop zetten
Aanwijzing Zekeringshendel (pos. 2) moet met de beschermkap van het zaagblad (pos. 1) vastklikken!
Waterslang van de beschermkap van het zaagblad (pos. 1) aankoppelen
Dwarsstang van de peilstok draaien en parallel aan het zaagblad laten lopen
1
2
3
2
25/44
3.8. Aandrijfriemen
Gevaar! Deze werkzaamheden mogen alleen bij een stilstaand zaagblad en met uitgeschakelde motor uitgevoerd
worden.
Controle van de
aandrijfriemen
De aandrijfriemen kunnen gecontroleerd worden door deze met de duim in te drukken.
Verwijder de afdekking (pos. 1)
Controleer door met de duim in te drukken
Effecten door verkeerd
opgespannen
aandrijfriemen
Aandrijfriemen te los:
De aandrijfriemen slippen op de V-snaarschijf, geen of slechte krachtoverbrenging
Aandrijfriemen te strak gespannen:
Overmatige slijtage, sterke verhitting van de V-snaarschijven met gevolgschade
1
26/44
3.9.
Dieselkoeler (alleen MULTICUT 500)
Aanwijzing Bij kans op vorst moet de dieselkoeler (pos. 1) geleegd worden.
GEKA-wateraansluiting (pos. 3) uit de houder aan de zijkant (pos. 2) halen en met de slang uit de
voegenzaagmachine trekken
Waterkraan van de GEKA-wateraansluiting (pos. 3) volledig openen en het resterende water uit de
slang laten lopen
1
3
2
27/44
3.10.
Instelling van de besturingscorrectie
Aanwijzing Vóór het zagen moet de actuele positie gecontroleerd worden.
De voegenzaagmachine kan tijdens het normale zagen geen rechte zaagloop (pos. 2) behouden.
Met de schroef (pos. 1) kan een correctie van de besturing ingesteld worden:
De schroef wordt naar rechts gedraaid -> De voegenzaagmachine loop naar rechts
De schroef wordt naar links gedraaid -> De voegenzaagmachine loopt naar links
1
2
28/44
4.
TRANSPORT
4.1. Transportstand
Gevaar! Om de voegenzaagmachine tegen onbedoeld wegrollen te zekeren, mag de voegenzaagmachine alleen in de
transportstand getransporteerd worden.
Aanwijzing Bij het transporteren van de voegenzaagmachine moeten onbedoelde verplaatsingen vermeden worden.
Motorolie kan in de verbrandingskamer van de motor lopen en de dieselmotor beschadigen.
Transportstand Stuurstangen (pos. 1) zijn in het frame van de voegenzaagmachine geschoven
De hydrostaat is met de stelhendel (pos. 2) gekoppeld
De blokkeerrem is met de stelhendel (pos. 3) gekoppeld
De dieselmotor (pos. 4) is uitgezet
Het zaagblad is uit de beschermkap van het zaagblad (pos. 5) gedemonteerd
De peilstok (pos. 6) is tegen de voegenzaagmachine omhoog geklapt
2 3
1
6
5
4
29/44
4.2. Bevestiging voor transport
Gevaar! De voegenzaagmachine mag alleen in de transportstand getransporteerd worden.
Let op het totaalgewicht van het transportvoertuig
De blokkeerrem is met de stelhendel gekoppeld
Zet de lading secuur vast. Gebruik geschikte hijsogen
4.3. Verplaatsen met de kraan
Gevaar! De voegenzaagmachine mag alleen in de transportstand verplaatst worden.
Gevaar! Alleen onbeschadigde hijsstroppen met voldoende draagkracht gebruiken.
Onder zwevende lasten mogen zich geen personen ophouden.
De voegenzaagmachine met een hijsstrop met voldoende draagkracht in het hijsoog (pos. 1) hangen.
Wijs vóór het hijswerk een ter zake kundige instructeur aan
Gebruik alleen een geschikt transportvoertuig met voldoende belastbaarheid
Voorzichtig optillen en het zwaartepunt in het oog houden
Hou de voegenzaagmachine altijd in de gaten.
Werk bij het opnieuw in bedrijf nemen alleen conform de bedrijfshandleiding
1
30/44
5.
BEDRIJF
5.1. Startvoorbereidingen
Gevaar! Zorg ervoor dat de ondergrond waarop gezaagd wordt voldoet aan de vereiste draagkracht. Alle obstakels
moeten uit het zaagbereik verwijderd worden; zorg tevens voor goede verlichting.
Zaagloop markeren Markeer ter oriëntatie de zaagloop met een draad en een markeringsspray.
Voorwaarden Om de voegenzaagmachine veilig en doelmatig te gebruiken, moet aan de volgende vereisten zijn voldaan:
Controle van de voegenzaagmachine op beschadigingen, losse schroefverbindingen en op
volledigheid van de overige onderdelen
Controle van het motoroliepeil
De brandstoftank moet met voldoende brandstof gevuld zijn
Er moet een geschikt zaagblad gemonteerd zijn
Het waterkoelsysteem moet naar behoren werken en dicht zijn
31/44
5.2. Zagen met de voegenzaagmachine
Gevaar! Het oponthoud beperkt zich tijdens het zagen tot het achterste deel van de voegenzaagmachine, direct aan
de stuurstangen. De voegenzaagmachine mag maar door één persoon bediend worden. Andere personen
buiten het werkbereik sturen of het bereik afzetten.
Gevaar! De voegenzaagmachine mag pas in bedrijf genomen worden, als alle startvoorbereidingen (zie hoofdstuk 5.1
Startvoorbereidingen) voltooid zijn. Is dit niet mogelijk, dan is het gebruik van de voegenzaagmachine
verboden.
Aanwijzing Droog zagen zonder water is verboden!
Opstellen van de
voegenzaagmachine
Zet de voegenzaagmachine op zijn plaats
Klap de peilstok naar beneden
Zagen Start de dieselmotor met de sleutel in het contactslot (pos. 5)
Stel het toerental van het zaagblad in met de gashendel (pos. 1) van de dieselmotor
Draai de kraan van de GEKA-wateraansluiting open
Laat het zaagblad met de hendel (pos. 3) zakken en zet de zaagdieptemeter (pos. 2) op nul
Laat het zaagblad met de hendel (pos. 3) op de gewenste zaagdiepte, zie zaagdieptemeter (pos. 2),
zakken
Leid de voorwaartse beweging in met de bewegingshendel (pos. 4)
Voortbewegingssnelheid aanpassen aan de voortbewegingskracht
Verplaatsen van de
voegenzaagmachine
Breng het zaagblad met de hendel (pos. 3) in de hoogste zaagbladstand
Zet het toerental van het zaagblad met de gashendel (pos. 1) van de dieselmotor in de laagste
versnelling
Verplaats de voegenzaagmachine met de rijaandrijving en zet de machine op de gewenste plaats
Laat het zaagblad met de hendel (pos. 3) zakken naar de gewenste zaagdiepte
1
3
4
5
2
32/44
5.3.
Zaagdieptebegrenzing
Deze instelling is aan te raden in geval van meerdere snedes op dezelfde zaagdiepte
Aanslagschroef tot de aanslag eruit draaien (tegen de wijzers van de klok in)
Laat het zaagblad op de gewenste zaagdiepte zakken
Draai de aanslagschroef er tot de aanslag in (met de wijzers van de klok mee)
5.4. Voegenzaagmachine uitzetten
Breng het zaagblad in de hoogste zaagbladstand
Zet het toerental van het zaagblad met de gashendel van de dieselmotor in de laagste versnelling
Schakel de dieselmotor uit met de sleutel in het contactslot (pos. 5)
Zet de voegenzaagmachine in de transportstand (zie hoofdstuk 4.1 Transportstand)
33/44
5.5. Zagen met omhoog geklapte beschermkap van het zaagblad
Gevaar! Het verwijderen of openen van de beschermkap van het zaagblad of het naar binnen reiken richting het
roterende zaagblad tijdens het zagen is verboden. Deze werkzaamheden mogen alleen bij een stilstaand
zaagblad en met uitgeschakelde motor uitgevoerd worden.
Gevaar! Bij het zagen met omhoog geklapte beschermkap is het zaagblad aan de voorkant onbedekt. Wees hier extra
voorzichtig!
Deze functie is nodig voor het loszagen van hoeken bij een wand.
Zet de dieselmotor uit en wacht tot het zaagblad niet meer draait
Draai de schroeven aan de zijkant van de beschermkap van het zaagblad los
Klap de beschermkap van het zaagblad naar boven
Draai de schroeven vast om ze te zekeren
Start de dieselmotor volgens de bedrijfshandleiding
Gevaar! Na het zagen moet de beschermkap van het zaagblad onmiddellijk weer gesloten worden!
Zet de dieselmotor uit en wacht tot het zaagblad niet meer draait.
34/44
6.
ONDERHOUD
6.1. Onderhoud
Gevaar! Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door gekwalificeerd personeel uitgevoerd worden. De
voegenzaagmachine moet tegen het inschakelen door andere personen gezekerd worden. Het zaagblad mag
alleen gedemonteerd worden als hij stilstaat. Onderhoud en reparaties mogen alleen plaatsvinden bij een
uitgeschakelde machine.
Aanwijzing Controleer het motoroliepeil van de dieselmotor alleen in horizontale stand!
Reinigen Ter bescherming van het gelakte oppervlak mogen er geen scherpe reinigingsmiddelen gebruikt worden.
Motorolie Oude motorolie moet op deskundige, milieubewuste wijze bij een afvalverwerker aangeboden worden. Zie de
bedrijfshandleiding van de fabrikant van de motor, die als bijlage bij elke machine meegeleverd is. Vooral de
veiligheids- en onderhoudsvoorschriften moeten in acht genomen worden!
Smering Gebruik alleen kwaliteitsvet met de gewenste kenmerken aan de smeernippels. Het bij de
voegenzaagmachine gebruikte smeervet wordt „Energrease LS2 BP“ genoemd.
Gereedschap Voor het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden is beslist een werkplaatsuitrusting nodig, die in
overeenstemming met het werk is.
Reserveonderdelen Gebruik alleen goedgekeurde originele reserveonderdelen van de fabrikant.
Voor elk gebruik Dagelijks Per week Maandelijks
Zichtcontrole op herkenbare schade en
gebreken
Voegenzaagmachine grondig reinigen
(afhankelijk van het gebruik)
Smeerpunten smeren
Hydraulische slangen en
schroefverbindingen controleren
Controle van de
beschermingsinrichtingen
Spanning van de aandrijfriemen
controleren
Na de eerste 2 bedrijfsuren naspannen!
Motorolie controleren
Motorolie verversen zie bedrijfshandleiding van de dieselmotor
Schroefverbindingen Alle schroefverbindingen na 20 bedrijfsuren aandraaien
35/44
6.2. Aandrijfriemen vervangen
Gevaar! Deze werkzaamheden mogen alleen bij een stilstaand zaagblad en met uitgeschakelde motor uitgevoerd
worden.
Aandrijfriemen
vervangen
V-snaarkap (pos. 3) verwijderen
Borgschroef (pos. 4) losdraaien en de spanschroef (pos. 2) helemaal ontspannen
De aandrijfriemen kunnen van de v-snaarschijf genomen worden
Leg de nieuwe aandrijfriemen op de V-snaarschijf
Monteer de V-snaarkap (pos. 3)
Span de spanschroef (pos. 2) en controleer de spanning bij de uitsparing (pos. 1)
Draai de borgschroef (pos. 4) vast
1
4
2
3
36/44
6.3. Motorolie aftappen
Aanwijzing Voor het verversen van de motorolie moet de motor de bedrijfstemperatuur (smeerolietemperatuur
ca. 80°C) bereikt hebben.
Interval motorolie verversen
Aanwijzing Neem de bedrijfshandleiding van de motorenfabrikant in acht, en met name de veiligheids- en
onderhoudsvoorschriften met betrekking tot de specificatie over smeeroliekwaliteit.
Afwijkend van de originele Deutz bedrijfshandleiding, moet elke 250 bedrijfsuren of 1 keer per jaar (naar
gelang het tijdstip dat als eerste voorvalt) de motorolie ververst worden.
Zet de dieselmotor van de voegenzaagmachine uit
Aanwijzing Bij het aftappen van de motorolie moet er een opvangbak onder geplaatst worden. Oude motorolie op
deskundige, milieubewuste wijze bij uw afvalverwerker aanbieden. Zie de bedrijfshandleiding van de
fabrikant van de motor, die als bijlage bij elke machine meegeleverd is. Vooral de veiligheids- en
onderhoudsvoorschriften moeten in acht genomen worden!
Motorolie kan via de slang (pos. 1) afgetapt worden
1
37/44
6.4. Smeerpunten
38/44
6.5. Storingstabel
Gevaar! Er moeten maatregelen getroffen worden, zodat een onbedoeld herinschakelen door iemand anders niet mogelijk
is. Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door gekwalificeerd vakkundig personeel uitgevoerd
worden.
Fout Oorzaak Oplossing
Onvoldoende zaagprestatie Zaagblad is bot Zaagblad vervangen
Te weinig koelwater Reinig de waterzeef of spoel de
watertoevoer onder een druk van
max. 5 bar door
V-snaar slipt Aandrijfriemen naspannen
Dieselmotor presteert niet optimaal zie bedrijfshandleiding van de dieselmotor
De voegenzaagmachine start niet Brandstoftank leeg Brandstof bijvullen
Brandstoffilter vervuild Brandstoffilter demonteren en reinigen
Bewegingshendel in verkeerde stand Bewegingshendel in de middelste stand zetten
Het zaagblad van de
voegenzaagmachine kan niet omhoog
bewegen
Hydraulische pomp defect Hydraulische pomp vervangen
Hydraulische tank leeg Hydraulische tank vullen
Aanwijzing Bij een te grote voortbewegingskracht moeten de volgende punten bekeken worden:
Zaagblad bot of defect?
Te weinig water om het zaagblad te koelen?
Is voor het juiste zaagblad gekozen?
Vol vermogen resp. toerental van de motor?
39/44
6.6. Aandraaimomenten van schroefverbindingen
Sterkteklasse: 8.8 10.9 12.9
Afmeting max. Aandraaimoment in Nm max. Aandraaimoment in Nm max. Aandraaimoment in Nm
M4 3,3 4,8 5,6
M5 6,5 9,5 11,2
M6 11,3 16,5 19,3
M8 27,3 40,1 46,9
M10 54 79 93
M12 93 137 160
M14 148 218 255
M16 230 338 395
M18 329 469 549
M20 464 661 773
M22 634 904 1057
M24 798 1136 1329
M27 1176 1674 1959
M30 1597 2274 2662
40/44
6.7. Onderhoudsschema
Aanwijzing Deze paragraaf dient als logboek voor reeds uitgevoerde reparaties en als onderhoudsboek.
Alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moeten hier in opgetekend worden.
Machine/type: Serienummer/bouwjaar:
Datum Uitgevoerde onderhouds- of reparatiewerkzaamheden Datum/paraaf
41/44
7.
GEREEDSCHAPPEN
Rotatiesnelheid m/s
Toerental min-1
Diameter diamantslijpschijf mm
Kenmerking voor asfalt
Kenmerking voor beton
Alle werktuigen op het gebied van diamantwerktuigen worden in kleur aangeduid. De werktuigen
onderscheiden zich per gebruiksdoel en toepassingsgebied. Om de beste resultaten te behalen, moeten de
parameters kloppen. Met deze grafiek kan de optimale zaagprestatie bepaald worden.
Aanwijzing In de LISSMAC catalogus staan de prijzen van de gereedschappen vermeld. Deze catalogus is te allen tijde
bij de fabrikant verkrijgbaar.
Opslag van
gereedschappen
De gebruikte gereedschappen moeten tegen vocht beschermd worden. De aangebrachte segmenten rondom
het zaagblad moeten tegen beschadiging beschermd worden.
42/44
8.
GARANTIE
De garantieduur voor deze machine is 12 maanden. Op de hieronder opgesomde slijtdelen wordt alleen garantie
verleend, als de slijtage niet door normaal gebruik is veroorzaakt.
Slijtdelen zijn onderdelen, die bij gebruik van de machine volgens voorschrift, aan door het gebruik
onvermijdelijke slijtage onderhevig zijn. De slijtagesnelheid kan niet eenduidig gedefinieerd worden, ze varieert
met de intensiteit van gebruik. De slijtdelen moeten machinespecifiek in overeenstemming met de handleiding
van de fabrikant worden onderhouden, afgesteld en evt. vervangen.
Een door het gebruik onvermijdelijke slijtage is geen aanleiding tot reclamaties wegens gebreken.
aanvoer- en aandrijfelementen zoals tandheugels, tandwielen, rondsels, spindels, spindelmoeren,
spindellagers, kabels, kettingen, kettingwielen, band
pakkingen, kabels, slangen, manchetten, stekers, koppelingen en schakelaars voor pneumatiek,
hydrauliek, water, elektriciteit, brandstof
geleidingselementen zoals geleidingslijsten, geleidingsbussen, geleidingsrails, rollen, lagers,
antislipdeklagen
spanelementen van snelspansystemen
spoelkopafdichtingen
glij- en wentellagers, die niet in oliebad lopen
asafdichtringen en afdichtelementen
frictie- en overbelastingskoppelingen, reminrichtingen
koolborstels, collectoren
losringen
regelpotentiometers en handmatige schakelelementen
zekeringen en lampen
hulpstoffen en grondstoffen
bevestigingselementen zoals keilbouten, ankers en bouten
bowdenkabels
lamellen
membranen
bougies, gloeikaarsen
onderdelen van de trekstarter zoals starterkoord, starterklink, starterrol, starterveer
afdichtborstels, afdichtingsrubbers, spatschermen
alle soorten filters
aandrijfrollen, omkeerrollen en banden
elementen ter bescherming tegen kabelbreuk
loop- en aandrijfwielen
waterpompen
transportrollen voor het te snijden materiaal
boor-, ontkoppelings- en snijgereedschappen
transportband
rubberwissers
viltbescherming
energieopslag
43/44
Vertaling van de oorspronkelijke EC-conformiteitsverklaring
Deze EC-conformiteitsverklaring geldt voor de volgende machine:
LISSMAC voegenzaagmachine MULTICUT 450 en MULTICUT 500.
Deze verklaring is enkel van toepassing op de machine in de toestand, waarin ze in de handel
gebracht werd; achteraf door de eindgebruiker aangebrachte delen en/of achteraf uitgevoerde
ingrepen worden buiten beschouwing gelaten. Hierbij wordt bevestigd, dat de machine voldoet
aan de geldende bepalingen van richtlijn 2006/42/EG en 2000/14/EG.
Fabrikant: LISSMAC Maschinenbau GmbH
Lanzstrasse 4
D-88410 Bad Wurzach
Het bewaren van de technische documenten gebeurt door
LISSMAC Maschinenbau GmbH, D-88410 Bad Wurzach
Machinebeschrijving: De voegenzaagmachine is uitsluitend bedoeld voor het met een diamantzaagblad zagen van
voegen in beton of asfalt.
MULTICUT 450 MULTICUT 500
Zaagdiepte max. 325 mm 400 mm
Zaagblad max. 800 mm 1000 mm
Zaagbladopname 25,4 mm
Aandrijfmotor Deutz 2-cilinder
dieselmotor / EU II
Deutz 3-cilinder
dieselmotor / EU IIIA
Vermogen (kW/PS) 22,8 kW/31 PS 34,5 kW/47 PS
Toerental van het zaagblad 1550 min-1
Gewicht 675 kg 768 kg
Gegarandeerd geluidsniveau: 112 dB
Gemeten geluidsniveau LwA: 113 dB
Geharmoniseerde normen: EN 13862:2010-03
EN ISO 12100:2011-03
EN 60204-1; VDE 0113-1:2007-06
Wettelijk gevolmachtigde:
LISSMAC Maschinenbau GmbH
Lanzstrasse 4
88410 Bad Wurzach
Tel.: +49 (0) 7564 / 307 - 0
Fax: +49 (0) 7564 / 307 - 500
Mail: lissmac@lissmac.com
www.lissmac.com
Bad Wurzach den 01.03.2021
……………………………..
Dr. Hinrich Dohrmann
(Geschäftsführer)
44/44
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

Lissmac MULTICUT 450 / 500 de handleiding

Type
de handleiding