25
NL
Nederlands
C
Het apparaat gebruiken
Dit apparaat is ontwor-
pen om na 15 minuten
van inactiviteit automa-
tisch te worden uitge-
schakeld.
Druk op de knop STAND
-
BY om het apparaat op-
nieuw in te schakelen.
Bluetooth-koppeling
1.
Plaats het Bluetooth-toestel (bijv. een
smartphone) binnen een bereik van
10meter (maximaal Bluetoothbereik).
2.
Activeer de Bluetoothfunctie op de te
-
lefoon.
3.
Druk op de knop SOURCE om de
Bluetoothmodus te kiezen. Het contro-
lelampje knippert snel.
4.
Open het Bluetooth zoekmenu op de
telefoon.
5.
Selecteer de naam van het apparaat
EDENWOOD DIN03 in de zoeklijst.
6.
Eenmaal de koppeling tot stand is ge-
bracht, hoort u een geluidssignaal en
brandt het controlelampje blauw.
7.
Voor bepaalde apparaten moet u OK/YES/
PAIR selecteren of «0000» invoeren om
de telefoon met het apparaat te koppelen.
8.
Om het apparaat te ontkoppelen en een
verbinding met een ander toestel te ma-
ken: deactiveer de Bluetoothfunctie op uw
apparaat en maak een koppeling tussen
uw apparaat en het ander Bluetooth-toe-
stel. Voer de bovenstaande koppelings-
stappen met het nieuwe toestel uit.
Opmerking:
1.
Dit apparaat kan tegelijkertijd slechts
met één toestel worden verbonden. Al-
leen het laatst gekoppelde toestel wordt
in het geheugen opgeslagen en wordt
tijdens de volgende inschakeling van de
Bluetoothmodus opnieuw met het ap-
paraat verbonden.
2.
3.
Als het toestel zich op meer dan 10m
(Bluetoothbereik) bevindt, plaats het op-
nieuw binnen het zoeksignaalbereik en
voer een handmatige koppeling uit.
NFC-functionaliteit
1.
De technologie Near Field Communica-
tion (NFC) maakt een snelle Bluetooth
-
verbinding mogelijk tussen uw apparaat
en een ander Bluetooth-toestel dat met
de NFC-functie is uitgerust.
2. Schakel de functie in. Raadpleeg de ge-
bruiksaanwijzing van uw apparaat.
3. Schakel het apparaat in en selecteer de
Bluetoothmodus. Plaats uw NFC-toestel
(bijv. een NFC-smartphone) gedurende
3seconden op de NFC-sensor.
4.
U hoort een geluidssignaal eenmaal de
twee apparaten met elkaar zijn gekop-
peld.
5.
Om het apparaat van de NFC-functie te
ontkoppelen, plaats de telefoon nogmaals
3seconden op de NFC-sensor.
Raadpleeg het hoofdstuk BASISWERKING om
het afspelen in de Bluetoothmodus te regelen.
Opmerking:
1.
Dit apparaat kan tegelijkertijd slechts met
één toestel worden verbonden. Alleen het
laatste gekoppelde toestel wordt in het
geheugen opgeslagen en wordt tijdens
de volgende inschakeling van de Blu-
etoothmodus opnieuw met het apparaat
verbonden.
2.
Niet alle Bluetooth-toestellen zijn met
de NFC-functie uitgerust. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van uw toestel.
3. Op bepaalde NFC-toestellen moet «NFC
APK» worden geïnstalleerd om deze func-
tie te kunnen activeren.
4. Plaats het NFC-toestel altijd in de juiste
positie op de NFC-sensor.