Nice Automation Moonbus MOFB & MOFOB de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

MOFB-MOFOB
photocells
Instructions and warnings for the fitter
Istruzioni ed avvertenze per l’installatore
Instructions et recommandations pour l’installateur
Anweisungen und Hinweise für den Installateur
Instrucciones y advertencias para el instalador
Instrukcje i ostrzeżenia dla instalatora
Aanwijzigen en aanbevelingen voor het installeren
Moonbus
14
Met het bijzondere communicatiesysteem “BlueBus” is het mogelijk door
adressering van de speciale jumpers de fotocellen door de bedieningseenheid
te laten herkennen en de juiste detectiefunctie toe te kennen. Deze adresse-
ring dient zowel op TX als op RX uitgevoerd te worden waarbij u de jumpers
op dezelfde manier moet positioneren. Ga hierbij na of er geen andere stellen
fotocellen met hetzelfde adres zijn.
1.Adresseer de fotocellen op basis van de gewenste functies door de jumpers
te positioneren volgens tabel 1. Leg de eventueel ongebruikte jumpers in het
vakje terug zodat u ze eventueel later nog kunt gebruiken (zie afbeelding 6).
N.B.: Voor een gedetailleerde beschrijving van de verschillende functies die bij
de verschillende soorten adressering worden uitgevoerd, verwijzen wij u naar
de gebruikshandleiding voor bedieningseenheden en interfaces voorzien van
de “BlueBus”-technologie.
N.B.: Om problemen van interferentie tussen de verschillende “BlueBus”-
inrichtingen te voorkomen, dient u de zenders en de ontvangers van de foto-
cellen, zo te plaatsen als op de afbeeldingen 2a en 2b te zien is.
2. Programmeer de inrichtingen op de besturingseenheid, zoals dat weerge-
geven is in de paragraaf “Herkennen van de aangesloten inrichtingen” van
de gebruikshandleiding van de verschillende bedieningsinterfaces of bedie-
ningseenheden “BlueBus”.
N.B.: Als de fotocel gebruikt wordt om een reeds bestaande fotocel te ver-
vangen, dienen de jumpers net zo gepositioneerd te worden als dat het geval
was bij de vervangen fotocel en is de herkenningsfase niet noodzakelijk.
3. Uitrichten:
Bij de richtbare fotocel MOFOB is het mogelijk deze uit te rich-
ten zodat u een perfecte uitlijning kunt verkrijgen, ook wanneer bevestiging
niet optimaal is. Voor het uitrichten handelt u zoals dat op afbeelding 8 is
aangegeven. Draai de schroef wat losser en laat het beweegbare deel lang-
zaam schommelen, draai de schroef daarna vast. Volg de signaleringen
van het lampje “L”: hoe langzamer dat knippert des te beter is de uitlijning.
Op beide uitvoeringen MOFB en MOFOB, is de uitlijning optimaal wanneer
het lampje heel langzaam knippert, in ieder geval acceptabel wanneer het
langzaam knippert, maar niet correct wanneer het lampje snel knippert.
Fotocel
FOTO
1) Aanbevelingen
Deze handleiding is uitsluitend bestemd voor technisch personeel
dat voor de installatie gekwalificeerd is. Geen enkele informatie in dit
dossier kan als interessant voor de eindgebruiker worden beschouwd!
Deze handleiding heeft betrekking op de fotocellen MOFB-MOFOB en
mag niet voor andere producten gebruikt worden.
Het is raadzaam deze aanwijzingen aandachtig door te lezen alvorens met het
installeren te beginnen: oneigenlijk gebruik of een fout in de aansluiting zou de vei-
ligheid of het correct functioneren van de inrichting nadelig kunnen beïnvloeden.
De fotocel dient uitsluitend te functioneren via rechtstreekse interpolatie TX-
RX; Het is verboden ze te gebruiken via reflectie.
De fotocel dient blijvend op een vaste ondergrond zonder trillingen beves-
tigd te worden.
Voor de elektrische aansluitingen dient u de juiste geleidingen te gebruiken
zoals dat in de handleidingen van de besturingseenheden staat aangegeven.
De fotocellen MOFB-MOFOB kunnen alleen aangesloten worden op bestu-
ringseenheden die met de “BlueBus”-technologie zijn uitgerust.
De fotocellen MOFB en MOFOB zijn obstakeldetectie-inrichtingen (type D vol-
gens de norm EN 12453) die gebruikt kunnen worden in automatiseringen
voor poorten en die obstakels op de optische as tussen zender (TX) en ont-
vanger (RX) kunnen constateren.
De fotocellen zijn uitgerust met het communicatiesysteem “BlueBus” waar-
mee alle inrichtingen gemakkelijk met slechts twee draden aangesloten kun-
nen worden. De fotocellen worden eenvoudigweg allemaal parallel aangeslo-
ten en de adresseringsjumpers worden op basis van de gewenste functie
geselecteerd (zie tabel 1).
De niet-richtbare uitvoering MOFB kan toegepast worden in al die gevallen
waarin de bevestigingsvlakken vlak zijn en waarop een correcte uitlijning TX-
RX mogelijk is; waar een dergelijke uitlijning niet rechtstreeks mogelijk is, is het
raadzaam de richtbare uitvoering MOFOB toe te passen.
De fotocellen MOFB en MOFOB kunnen gebruikt worden samen met de nieu-
we serie inrichtingen “FT210B” (zie afbeeldingen 2a en 2b). FT210B is een
inrichting met de technologie “BlueBUS” waarmee het mogelijk is het pro-
bleem van de elektrische aansluitingen van de contactlijsten op de bewegen-
de vleugels op te lossen (voor een gedetailleerde beschrijving verwijzen we u
naar de gebruikershandeling van de inrichting FT210B).
2) Beschrijving en gebruiksbestemming
3) Installeren
Alle installatiewerkzaamheden dienen uitgevoerd te worden ter-
wijl er geen stroom op de installatie staat; indien er een bufferbatterij
aanwezig is, dient deze losgekoppeld te worden.
Voer nu de installatie uit en controleer de onderstaande punten:
1. Bij toepassing van de vaste fotocel MOFB dient u na te gaan of de beves-
tigingsvlakken een correcte uitlijning TX-RX mogelijk maken, daar het niet
mogelijk ze uit te richten. Bevestig de fotocellen zoals dat op afb. 1a en 1b
is aangegeven.
2. Al naar gelang het type automatisering dient u de fotocellen op basis van
hun detectiefuncties te plaatsen. Controleer op de afbeeldingen 2, 3 en 4,
de plaats en zet de jumpers volgens de tabel 1.
Indien de fotocel als openingsinrichting moet werken (zie de afbeeldingen
2a,2b, 3, 4 en de adressen FA1 en FA2 in tabel 1), dient u het bruggetje
tussen de punten “A” zowel op de TX als op de RX, zoals afb. 5 laat zien,
te verkregen.
3. Sluit de elektriciteitskabel aan op de speciale klemmetjes zowel van de TX
als van de RX. Uit een elektrisch oogpunt bezien dienen zowel TX als RX
onderling parallel (zoals dat op afbeelding 5 is aangegeven) evenals op het
klemmetje “BlueBus” van de interfaces of bedieningseenheden verbonden
te worden. U behoeft geenszins op de polen te letten.
!
!
4) Adresseren en herkennen van de inrichtingen
Tabel 1
Jumpers
FOTO II
FOTO 1
FOTO 1 II
FOTO 2
FOTO 2 II
FOTO 3
FA1 (Verbreek het bruggetje
A op TX en RX, zoals dat op
afb. 5 te zien is)
FA2 (Verbreek het bruggetje
A op TX en RX, zoals dat op
afb. 5 te zien is)
NL
15
LED “L”
Uit
3 snelle knipperingen en
een pauze van 1 seconde
Zeer langzaam knipperen
Langzaam knipperen
Snel knipperen
Zeer snel knipperen
Altijd aan
Status
De fotocel wordt niet van stroom
voorzien of is defect
Inrichting niet door de
bedieningseenheid herkend
De TX zendt naar behoren uit.
De RX ontvangt een uitstekend signaal
De RX ontvangt een goed signaal
De RX ontvangt een slecht signaal
De RX ontvangt geen enkel signaal
De RX ontvangt geen enkel signaal
Handeling
Controleer of er op de klemmetjes van de fotocel een spanning van
ongeveer 8-12 Vdc staat; als de spanning juist is, is de fotocel waar-
schijnlijk defect
Voer de procedure voor de inprenting van de besturingseenheid nogmaals
uit. Controleer of alle stellen fotocellen een verschillend adres hebben
Normale werking
Normale werking
Normale werking maar het is raadzaam te controleren of de TX-RX goed
uitgelijnd zijn en de glaasjes goed schoon zijn
Op het randje van een normale werking, maar het is noodzakelijk te controle-
ren of de TX-RX goed uitgelijnd zijn en de glaasjes goed schoon zijn
Controleer of het ledlampje op de TX langzaam knippert. Controleer of er
tussen TX en RX een obstakel is; Controleer of TX-RX op één lijn liggen.
Tabel 2
Controleer na het inprenten of het ledlampje op de fotocel knippert (zowel op TX als RX). Controleer in tabel 2 de status van de fotocel op grond van de manier
waarop het ledlampje “L” knippert.
5) Eindtest en controle van de werking
Let op!: nadat u fotocellen erbij hebt gezet of vervangen hebt dient u de eind-
test van de gehele automatisering opnieuw uit te voeren volgens wat in de
desbetreffende handleidingen voor de installering is aangegeven.
Om te controleren of de fotocellen goed werken en vooral of er geen interfe-
renties met andere inrichtingen zijn, voert u een cilinder met een diameter van 5
cm en een lengte van 30cm op de optische as, eerst dicht bij de TX, vervolgens
dicht bij de RX en tenslotte in het midden van die twee (zoals dat op afbeelding
9 is aangegeven) en Ga dan na of de inrichting in alle gevallen in werking treedt
en van de actieve status op de alarmstatus overgaat, en omgekeerd; tenslotte
controleert u of dat de voorziene reactie in de besturingseenheid oproept, bij-
voorbeeld of de deur bij het sluiten de andere kant opgaat
Om te controleren of de fotocellen van de optische obstakeldetectie-inrichting
(type D) volgens de norm EN 12445; deze controle dient uitgevoerd te worden
volgens de eisen uit hoofdstuk 7 van de norm EN 12445:2000 (of bijlage A in
prEN 12445:2005) met het testblok 700x300x200mm waarvan 3 vlakken mat
zwart zijn en 3 glanzend wit of spiegelend).
L
De fotocellen vereisen geen bijzonder onderhoud, maar tenminste eens per
half jaar is het noodzakelijk een controle uit te voeren op de staat daarvan
(aanwezigheid van vocht, roestvorming, etc.); bovendien moet dan de buiten-
kant van het kastje schoongemaakt worden en de eindtest zoals die in de
vorige paragraaf beschreven is, uitgevoerd worden. De fotocellen zijn ontwor-
pen om onder normale omstandigheden tenminste 10 jaar te functioneren;
het is raadzaam na afloop van die periode de onderhoudsfrequentie op te
voeren.
6) Onderhoud
6.1) Afvalverwerking
Wanneer de levensduur van dit product ten einde is, dienen, zoals dit ook bij
de installatiewerkzaamheden het geval is, de ontmantelingswerkzaamheden
door gekwalificeerd personeel uitgevoerd te worden. Dit product bestaat uit
verschillende soorten materialen, waarvan sommige gerecycleerd kunnen
worden. Win inlichtingen over de methoden van hergebruik of afvalverwerking
in en houd u aan de plaatselijk van kracht zijnde voorschriften
Let op!: Sommige elektronische onderdelen zouden vervuilende of gevaarlij-
ke stoffen kunnen bevatten; als die in het milieu terecht zouden komen zou-
den ze schadelijke gevolgen voor het milieu en de menselijke gezondheid
kunnen veroorzaken.
Zoals u kunt zien aan het symbool op afbeelding 24
is het verboden dit product met het gewone huisvuil
weg te gooien Scheid uw afval voor verwerking op
een manier zoals die in de plaatselijke regelgeving
voorzien is; of lever het product bij uw leverancier in
wanneer u een nieuw gelijksoortig product koopt.
De plaatselijke regelgeving kan in zware straffen voorzien in geval van illegale
dumping van dit product.
7) Technische gegevens
Teneinde haar producten steeds meer te vervolmaken behoudt NICE S.p.a. zich het recht voor op elk gewenst moment en zonder voorbericht wijzigingen in haar produc-
ten aan te brengen, waarbij functionaliteit en gebruiksdoel echter gehandhaafd blijven. N.B.: alle technische gegevens hebben betrekking op een temperatuur van 20°C.
Type product Obstakeldetectie-inrichting voor automatiseringen van automatische poorten en deuren (type D
volgens de norm EN 12453) bestaande uit een samenstel van zender “TX” en ontvanger “RX”
Toegepaste technologie Rechtstreekse optische interpolatie TX-RX met gemoduleerde infrarood straal.
Stroomvoorziening/uitgang De inrichting kan alleen op een “BlueBus”-net aangesloten worden waarover ze van elektrische stroom
voorzien wordt en ze uitgangssignalen verzendt.
Opgenomen vermogen 1 eenheid Blue bus
Waarnemingsvermogen Ondoorzichtige voorwerpen op de optische as tussen TX-RX die groter dan 50mm zijn en een snelheid van
minder dan 1,6m/s hebben.
Zendhoek TX 20° +/- 25%
Ontvanghoek RX 20° circa
Richtbaarheid van de fotocel MOFOB 30° circa op de horizontale en verticale as
Nuttig bereik Max. 15m met asafwijking TX-RX van maximaal ±5° (de inrichting kan een obstakel ook onder bijzonder
slechte weersomstandigheden waarnemen )
Maximaal bereik (onder optimale omstandigheden)
Max. 30m met asafwijking TX-RX van maximaal ±5°
Maximumlengte kabels Tot 50 m
Mogelijkheid van adressering Max. 7 detectie-inrichtingen met beveiligingsfunctie en 2 met de bedieningsfunctie voor het openen.
De automati sche synchronisering voorkomt interferentie tussen de verschillende detectie-inrichtingen
Gebruik in zure, zoute of Nee
potentieel explosieve atmosfeer
Montage Verticaal aan de wand
Grado di protezione contenitore IP55
Bedrijfstemperatuur 20 ÷55°C
Afmetingen / gewicht voor MOFB 69 x 78 h 25mm / 50g
voor MOFOB 69 x 78 h 37mm / 75g
11

Documenttranscriptie

MOFB-MOFOB photocells Moonbus Instructions and warnings for the fitter Istruzioni ed avvertenze per l’installatore Instructions et recommandations pour l’installateur Anweisungen und Hinweise für den Installateur Instrucciones y advertencias para el instalador Instrukcje i ostrzeżenia dla instalatora Aanwijzigen en aanbevelingen voor het installeren 1) Aanbevelingen ! Deze handleiding is uitsluitend bestemd voor technisch personeel dat voor de installatie gekwalificeerd is. Geen enkele informatie in dit dossier kan als interessant voor de eindgebruiker worden beschouwd! Deze handleiding heeft betrekking op de fotocellen MOFB-MOFOB en mag niet voor andere producten gebruikt worden. Het is raadzaam deze aanwijzingen aandachtig door te lezen alvorens met het installeren te beginnen: oneigenlijk gebruik of een fout in de aansluiting zou de veiligheid of het correct functioneren van de inrichting nadelig kunnen beïnvloeden. • De fotocel dient uitsluitend te functioneren via rechtstreekse interpolatie TXRX; Het is verboden ze te gebruiken via reflectie. • De fotocel dient blijvend op een vaste ondergrond zonder trillingen bevestigd te worden. • Voor de elektrische aansluitingen dient u de juiste geleidingen te gebruiken zoals dat in de handleidingen van de besturingseenheden staat aangegeven. • De fotocellen MOFB-MOFOB kunnen alleen aangesloten worden op besturingseenheden die met de “BlueBus”-technologie zijn uitgerust. 2) Beschrijving en gebruiksbestemming De fotocellen MOFB en MOFOB zijn obstakeldetectie-inrichtingen (type D volgens de norm EN 12453) die gebruikt kunnen worden in automatiseringen voor poorten en die obstakels op de optische as tussen zender (TX) en ontvanger (RX) kunnen constateren. De fotocellen zijn uitgerust met het communicatiesysteem “BlueBus” waarmee alle inrichtingen gemakkelijk met slechts twee draden aangesloten kunnen worden. De fotocellen worden eenvoudigweg allemaal parallel aangesloten en de adresseringsjumpers worden op basis van de gewenste functie geselecteerd (zie tabel 1). De niet-richtbare uitvoering MOFB kan toegepast worden in al die gevallen waarin de bevestigingsvlakken vlak zijn en waarop een correcte uitlijning TXRX mogelijk is; waar een dergelijke uitlijning niet rechtstreeks mogelijk is, is het raadzaam de richtbare uitvoering MOFOB toe te passen. De fotocellen MOFB en MOFOB kunnen gebruikt worden samen met de nieuwe serie inrichtingen “FT210B” (zie afbeeldingen 2a en 2b). FT210B is een inrichting met de technologie “BlueBUS” waarmee het mogelijk is het probleem van de elektrische aansluitingen van de contactlijsten op de bewegende vleugels op te lossen (voor een gedetailleerde beschrijving verwijzen we u naar de gebruikershandeling van de inrichting FT210B). 3) Installeren ! Alle installatiewerkzaamheden dienen uitgevoerd te worden terwijl er geen stroom op de installatie staat; indien er een bufferbatterij aanwezig is, dient deze losgekoppeld te worden. Voer nu de installatie uit en controleer de onderstaande punten: 1. Bij toepassing van de vaste fotocel MOFB dient u na te gaan of de bevestigingsvlakken een correcte uitlijning TX-RX mogelijk maken, daar het niet mogelijk ze uit te richten. Bevestig de fotocellen zoals dat op afb. 1a en 1b is aangegeven. 2. Al naar gelang het type automatisering dient u de fotocellen op basis van hun detectiefuncties te plaatsen. Controleer op de afbeeldingen 2, 3 en 4, de plaats en zet de jumpers volgens de tabel 1. Indien de fotocel als openingsinrichting moet werken (zie de afbeeldingen 2a,2b, 3, 4 en de adressen FA1 en FA2 in tabel 1), dient u het bruggetje tussen de punten “A” zowel op de TX als op de RX, zoals afb. 5 laat zien, te verkregen. 3. Sluit de elektriciteitskabel aan op de speciale klemmetjes zowel van de TX als van de RX. Uit een elektrisch oogpunt bezien dienen zowel TX als RX onderling parallel (zoals dat op afbeelding 5 is aangegeven) evenals op het klemmetje “BlueBus” van de interfaces of bedieningseenheden verbonden te worden. U behoeft geenszins op de polen te letten. 4) Adresseren en herkennen van de inrichtingen Met het bijzondere communicatiesysteem “BlueBus” is het mogelijk door adressering van de speciale jumpers de fotocellen door de bedieningseenheid te laten herkennen en de juiste detectiefunctie toe te kennen. Deze adressering dient zowel op TX als op RX uitgevoerd te worden waarbij u de jumpers op dezelfde manier moet positioneren. Ga hierbij na of er geen andere stellen fotocellen met hetzelfde adres zijn. 1. Adresseer de fotocellen op basis van de gewenste functies door de jumpers te positioneren volgens tabel 1. Leg de eventueel ongebruikte jumpers in het vakje terug zodat u ze eventueel later nog kunt gebruiken (zie afbeelding 6). N.B.: Voor een gedetailleerde beschrijving van de verschillende functies die bij de verschillende soorten adressering worden uitgevoerd, verwijzen wij u naar de gebruikshandleiding voor bedieningseenheden en interfaces voorzien van de “BlueBus”-technologie. N.B.: Om problemen van interferentie tussen de verschillende “BlueBus”inrichtingen te voorkomen, dient u de zenders en de ontvangers van de fotocellen, zo te plaatsen als op de afbeeldingen 2a en 2b te zien is. 2. Programmeer de inrichtingen op de besturingseenheid, zoals dat weergegeven is in de paragraaf “Herkennen van de aangesloten inrichtingen” van de gebruikshandleiding van de verschillende bedieningsinterfaces of bedieningseenheden “BlueBus”. Tabel 1 Fotocel FOTO FOTO II FOTO 1 FOTO 1 II FOTO 2 FOTO 2 II N.B.: Als de fotocel gebruikt wordt om een reeds bestaande fotocel te vervangen, dienen de jumpers net zo gepositioneerd te worden als dat het geval was bij de vervangen fotocel en is de herkenningsfase niet noodzakelijk. 3. Uitrichten: Bij de richtbare fotocel MOFOB is het mogelijk deze uit te richten zodat u een perfecte uitlijning kunt verkrijgen, ook wanneer bevestiging niet optimaal is. Voor het uitrichten handelt u zoals dat op afbeelding 8 is aangegeven. Draai de schroef wat losser en laat het beweegbare deel langzaam schommelen, draai de schroef daarna vast. Volg de signaleringen van het lampje “L”: hoe langzamer dat knippert des te beter is de uitlijning. Op beide uitvoeringen MOFB en MOFOB, is de uitlijning optimaal wanneer het lampje heel langzaam knippert, in ieder geval acceptabel wanneer het langzaam knippert, maar niet correct wanneer het lampje snel knippert. 14 FOTO 3 FA1 (Verbreek het bruggetje A op TX en RX, zoals dat op afb. 5 te zien is) FA2 (Verbreek het bruggetje A op TX en RX, zoals dat op afb. 5 te zien is) Jumpers 5) Eindtest en controle van de werking Controleer na het inprenten of het ledlampje op de fotocel knippert (zowel op TX als RX). Controleer in tabel 2 de status van de fotocel op grond van de manier waarop het ledlampje “L” knippert. Tabel 2 L LED “L” Uit Status De fotocel wordt niet van stroom voorzien of is defect Handeling Controleer of er op de klemmetjes van de fotocel een spanning van ongeveer 8-12 Vdc staat; als de spanning juist is, is de fotocel waarschijnlijk defect Voer de procedure voor de inprenting van de besturingseenheid nogmaals uit. Controleer of alle stellen fotocellen een verschillend adres hebben Normale werking 3 snelle knipperingen en Inrichting niet door de een pauze van 1 seconde bedieningseenheid herkend Zeer langzaam knipperen De TX zendt naar behoren uit. De RX ontvangt een uitstekend signaal Langzaam knipperen De RX ontvangt een goed signaal Normale werking Snel knipperen De RX ontvangt een slecht signaal Normale werking maar het is raadzaam te controleren of de TX-RX goed uitgelijnd zijn en de glaasjes goed schoon zijn Zeer snel knipperen De RX ontvangt geen enkel signaal Op het randje van een normale werking, maar het is noodzakelijk te controleren of de TX-RX goed uitgelijnd zijn en de glaasjes goed schoon zijn Altijd aan De RX ontvangt geen enkel signaal Controleer of het ledlampje op de TX langzaam knippert. Controleer of er tussen TX en RX een obstakel is; Controleer of TX-RX op één lijn liggen. Let op!: nadat u fotocellen erbij hebt gezet of vervangen hebt dient u de eindtest van de gehele automatisering opnieuw uit te voeren volgens wat in de desbetreffende handleidingen voor de installering is aangegeven. en van de actieve status op de alarmstatus overgaat, en omgekeerd; tenslotte controleert u of dat de voorziene reactie in de besturingseenheid oproept, bijvoorbeeld of de deur bij het sluiten de andere kant opgaat Om te controleren of de fotocellen goed werken en vooral of er geen interferenties met andere inrichtingen zijn, voert u een cilinder met een diameter van 5 cm en een lengte van 30cm op de optische as, eerst dicht bij de TX, vervolgens dicht bij de RX en tenslotte in het midden van die twee (zoals dat op afbeelding 9 is aangegeven) en Ga dan na of de inrichting in alle gevallen in werking treedt Om te controleren of de fotocellen van de optische obstakeldetectie-inrichting (type D) volgens de norm EN 12445; deze controle dient uitgevoerd te worden volgens de eisen uit hoofdstuk 7 van de norm EN 12445:2000 (of bijlage A in prEN 12445:2005) met het testblok 700x300x200mm waarvan 3 vlakken mat zwart zijn en 3 glanzend wit of spiegelend). 6) Onderhoud De fotocellen vereisen geen bijzonder onderhoud, maar tenminste eens per half jaar is het noodzakelijk een controle uit te voeren op de staat daarvan (aanwezigheid van vocht, roestvorming, etc.); bovendien moet dan de buitenkant van het kastje schoongemaakt worden en de eindtest zoals die in de vorige paragraaf beschreven is, uitgevoerd worden. De fotocellen zijn ontworpen om onder normale omstandigheden tenminste 10 jaar te functioneren; het is raadzaam na afloop van die periode de onderhoudsfrequentie op te voeren. 6.1) Afvalverwerking Wanneer de levensduur van dit product ten einde is, dienen, zoals dit ook bij de installatiewerkzaamheden het geval is, de ontmantelingswerkzaamheden door gekwalificeerd personeel uitgevoerd te worden. Dit product bestaat uit verschillende soorten materialen, waarvan sommige gerecycleerd kunnen worden. Win inlichtingen over de methoden van hergebruik of afvalverwerking in en houd u aan de plaatselijk van kracht zijnde voorschriften Let op!: Sommige elektronische onderdelen zouden vervuilende of gevaarlijke stoffen kunnen bevatten; als die in het milieu terecht zouden komen zouden ze schadelijke gevolgen voor het milieu en de menselijke gezondheid kunnen veroorzaken. Zoals u kunt zien aan het symbool op afbeelding 24 is het verboden dit product met het gewone huisvuil weg te gooien Scheid uw afval voor verwerking op een manier zoals die in de plaatselijke regelgeving voorzien is; of lever het product bij uw leverancier in wanneer u een nieuw gelijksoortig product koopt. 11 NL De plaatselijke regelgeving kan in zware straffen voorzien in geval van illegale dumping van dit product. 7) Technische gegevens Teneinde haar producten steeds meer te vervolmaken behoudt NICE S.p.a. zich het recht voor op elk gewenst moment en zonder voorbericht wijzigingen in haar producten aan te brengen, waarbij functionaliteit en gebruiksdoel echter gehandhaafd blijven. N.B.: alle technische gegevens hebben betrekking op een temperatuur van 20°C. Type product Obstakeldetectie-inrichting voor automatiseringen van automatische poorten en deuren (type D volgens de norm EN 12453) bestaande uit een samenstel van zender “TX” en ontvanger “RX” Toegepaste technologie Rechtstreekse optische interpolatie TX-RX met gemoduleerde infrarood straal. Stroomvoorziening/uitgang De inrichting kan alleen op een “BlueBus”-net aangesloten worden waarover ze van elektrische stroom voorzien wordt en ze uitgangssignalen verzendt. Opgenomen vermogen 1 eenheid Blue bus Waarnemingsvermogen Ondoorzichtige voorwerpen op de optische as tussen TX-RX die groter dan 50mm zijn en een snelheid van minder dan 1,6m/s hebben. Zendhoek TX 20° +/- 25% Ontvanghoek RX 20° circa Richtbaarheid van de fotocel MOFOB 30° circa op de horizontale en verticale as Nuttig bereik Max. 15m met asafwijking TX-RX van maximaal ±5° (de inrichting kan een obstakel ook onder bijzonder slechte weersomstandigheden waarnemen ) Maximaal bereik (onder optimale omstandigheden) Max. 30m met asafwijking TX-RX van maximaal ±5° Maximumlengte kabels Tot 50 m Mogelijkheid van adressering Max. 7 detectie-inrichtingen met beveiligingsfunctie en 2 met de bedieningsfunctie voor het openen. De automati sche synchronisering voorkomt interferentie tussen de verschillende detectie-inrichtingen Gebruik in zure, zoute of Nee potentieel explosieve atmosfeer Montage Verticaal aan de wand Grado di protezione contenitore IP55 Bedrijfstemperatuur 20 ÷55°C Afmetingen / gewicht voor MOFB 69 x 78 h 25mm / 50g voor MOFOB 69 x 78 h 37mm / 75g 15
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20

Nice Automation Moonbus MOFB & MOFOB de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor