Waarschuwingen
•
De installatie, test en inbedrijfstelling van de automatismen voor deuren en hekken moe-
ten uitgevoerd worden door beroepsbekwaam en deskundig personeel, dat ook vast
moet stellen welke tests gedaan moeten worden op basis van de aanwezige gevaren en
moet controleren dat alle wettelijke bepalingen, regelgeving en regels in acht genomen zijn.
• MHOUSE acht zich niet aansprakelijk voor schade tengevolge van een oneigenlijk
gebruik van het artikel dat anders is dan aangegeven in deze handleiding.
• De afvalverwerking van het verpakkingsmateriaal moet plaatsvinden met volledige
inachtneming van de plaatselijke regelgeving.
•
Zorg dat de fotocellen niet onder water of andere vloeistoffen gedompeld raken. Sluit
onmiddellijk de elektrische stroomvoorziening uit indien er vloeistoffen de binnenkant van het
mechanisme binnengedrongen zijn en wend u tot de MHOUSE klantenservice; het gebruik
van het mechanisme in dergelijke omstandigheden kan gevaarlijke situaties veroorzaken.
•
Houd de fotocellen niet in de buurt van hittebronnen en stel ze niet bloot aan vlammen.
Dergelijke handelingen kunnen storingen, brand of gevaarlijke situaties veroorzaken.
Beschrijving en gebruiksbestemming
Het paar wandfotocellen PH1 (Fig.1) neemt aanwezigheden waar voor hekautoma-
tismen (type D volgens de norm EN 12453) en maakt het mogelijk obstakels waar te
nemen die zich op de optische as tussen zender (TX) en ontvanger (RX) bevinden.
Hij kan uitsluitend gebruikt worden in combinatie met MHOUSE besturingseenheden
voorzien van ECSBus verbindingen.
Installatie
Let op: alle installatiewerkzaamheden moeten zonder spanning naar de installatie uitge-
voerd worden. Indien de bufferbatterij PR1 aanwezig is, moet deze losgekoppeld worden.
Kies de plaats van de twee elementen die de fotocel samenstellen (TX en RX) met
inachtneming van de volgende voorschriften:
• Plaats ze op een hoogte van 40-60 cm boven de grond, aan de zijkanten van de te
beschermen zone en zo dichtbij de hekrand als mogelijk is, niet verder dan 15 cm.
• Op het vastgestelde punt moet een kabeldoorvoerbuis aanwezig zijn.
•Richt de zender TX op de ontvanger RX met een afwijking van ten hoogste 5°.
1. Verwijder het glaasje aan de voorkant [A] van Fig.2 door het met een schroeven-
draaier aan de onderkant naar buiten te drukken.
2. Druk met de wijsvinger op de lens om de twee helften van elkaar te scheiden (Fig. 3)
3. Plaats de fotocel op het punt waar de kabeldoorvoerbuis aankomt [D].
4. Breek met behulp van een schroevendraaier twee van de vier boorgaten op de
bodem door [B] van Fig.4 en geef de boorpunten aan met de bodem als referentie.
5. Maak een boorgat in de muur met een klopboor met een boorpunt van 5 mm en
breng de pluggen van 5 mm aan.
6.
Zet de bodem vast met de bijbehorende schroeven [C] van Fig.4 op zodanige wijze dat
het boorgat op de bodem [D] van Fig.4 samenvalt met de kabeluitgang uit de muur.
7. Verbind de elektrische kabel in de speciale klemmen van zowel de zender TX als
de ontvanger RX (Fig.5). Elektrisch gezien moeten TX en RX parallel verbonden
worden met elkaar (Fig.6) en met de lichtblauwe klem van de besturingskaart.
Er hoeft niet op de polen gelet te wor
den.
8. Zet de dekseldop [E] van Fig.7 vast met de twee schroeven [F] van Fig.7 en kruis-
schroevendraaier. Breng tenslotte het glaasje aan [G] van Fig.7 en sluit het door
er een lichte druk op uit te oefenen.
Aansturing
Voor een correcte herkenning van de fotocellen door de besturingseenheid, moeten
de fotocellen door speciale brugverbindingen aangestuurd worden. De aansturing
dient zowel om goed herkend te worden in de ECSBus als om de waarnemeings-
functie toe te wijzen. De aansturing moet zowel op de zender TX als op de ontvan-
ger RX plaatsvinden (en de brugverbindingen op dezelfde wijze) waarbij gecontro-
leerd moet worden of er geen andere paren fotocellen met dezelfde aansturing zijn.
•
Indien de fotocel in plaats van een reeds bestaande fotocel gebruikt wordt, moeten de brug-
verbindingen op precies dezelfde manier geplaatst zijn als in de fotocel die vervangen is
.
• Eventuele ongebruikte brugverbindingen moeten teruggelegd worden in het voor
hen bestemde vak voor gebruik op een later tijdstip (Fig.8).
• Elk type automatisme heeft zijn eigen kenmerken en de fotocellen kunnen op ver-
schillende plaatsen aangebracht worden voor diverse waarnemingsfuncties.
Controleer in Fig.9, Fig.10, Fig.11, de verschillende plaatsen en breng de brugver-
bindingen aan volgens tabel 1.
SCHUIFHEK: MhouseKit SL1 (Fig.9)
HEK MET VLEUGELDEUR: MhouseKit WU2; WK2; WG2 (Fig.10)
GARAGE: MhouseKit GD1; GD2 (Fig.11)
Opmerking: op automatismen met MhouseKit GD1 kan alleen fotocel “A” gebruikt
worden.
Tabel 1
Opmerking bij fotocel “G”: meestal is er geen enkele beperking wat de plaats van de
twee elementen die de fotocel samenstellen (TX-RX) betreft. Alleen indien fotocel G
samen met fotocel B gebruikt wordt, moet de plaats van de elementen aangehou-
den worden volgens de aanwijzingen op de afbeelding Fig. 9.
Herkenning van de mechanismen
Indien de fotocel gebruikt wordt ter vervanging van een reeds bestaande, is er geen her-
kenningsfase vereist. Wanneer met de ECS Bus verbonden mechanismen toegevoegd
of verwijderd worden, moet de herkenningsfase opnieuw gedaan worden als volgt:
1. Druk op toets P2 [H] van Fig.12 op de besturingseenheid en houd hem ten min-
ste drie seconden lang ingedrukt. Laat dan de toets los.
2. Wacht enkele seconden totdat de besturingseenheid de mechanismen herkent
3. Aan het eind van de herkenning moet LED P2 [I] van Fig.12 uitgaan. Indien de
LED knippert, is er ergens een fout.
Werkingscontrole
Controleer na de herkenningsfase of LED SAFE [L] van Fig.13 op de fotocel knip-
pert (zowel op zender TX als ontvanger RX). Controleer in tabel 2 de fotocelstatus op
basis van het type knipperen.
Tabel 2
Test
Let op: na toevoeging of vervanging van fotocellen moet de gehele automatisering
opnieuw getest worden volgens de aanwijzingen in de installatiehandleidingen in
hoofdstuk “Test en inbedrijfstelling”
• Om de fotocellen te controleren en vooral of er geen interferenties met andere
mechanismen zijn, laat u een 30 cm lange cilinder (Fig. 14) met een diameter van
5 cm over de optische as gaan, eerst dichtbij de Zender TX, vervolgens dichtbij de
ontvanger RX en tenslotte in het midden van de twee en controleert u of het
mechanisme in alle gevallen van de actieve status naar de alarmstatus overgaat
en vice versa en of de voorziene handeling in de besturingseenheid veroorzaakt,
bijvoorbeeld: bij de sluitbeweging omkering van de beweging veroorzaakt.
Technische kenmerken
PH1 is een artikel van NICE S.p.a. (TV) I, MHOUSE S.r.l.
is een vennootschap behorende tot de groep NICE S.p.a.
Ter verbetering van haar artikelen behoudt NICE S.p.a.
zich het recht voor op ieder moment en zonder voorbe-
richt wijzigingen aan te brengen aan de technische ken-
merken zonder afbreuk te doen aan de goede werking
en gebruiksbestemming daarvan.
Opmerking: alle technische kenmerken hebben
betrekking op een temperatuur van 20°C.
Fotocellen PH1
Type: Waarneming van aanwezigheden voor automatismen
van automatische hekken en deuren (type D volgens norm EN
12453) bestaande uit een paar “TX” zender en “RX” ontvanger”
Gebruikte technologie: Optisch, door middel van
directe TX-RX interpolatie met gemoduleerde infra-
roodstraal
Waarnemings-vermogen: Ondoorzichtige voorwerpen
geplaatst op de optische as tussen TX-RX met afmetin-
gen groter dan 50mm en snelheid minder dan 1,6m/s
Zendhoek TX: ongeveer 20°
Ontvangsthoek RX: ongeveer 20°
Nuttig bereik: Tot 10m met maximale TX-RX asafwijking
van ± 5° (het mechanisme kan ook in bijzonder ongunsti-
ge weersomstandigheden een obstakel signaleren)
Voeding/uitgang: Het mechanisme kan alleen aan
“ECSBus” net verbonden worden waaruit hij de elek-
trische stroom pakt en de uitgangssignalen stuurt.
Opgenomen vermogen: 1 ECSBus eenheid
Maximale kabellengte: Tot 20 m (houd u aan de
waarschuwingen voor minimum doorsnede en type
kabels)
Aansturingsmogelijk-heden: To t 7 detectors met
beschermfunctie en 2 met openingsfunctie. Dankzij
het automatische synchronisme zijn er geen interferen-
ties tussen de diverse detectors.
Bedrijfsomgevings-temperatuur: -20 ÷50°C
Gebruik in zure, zoute of potentieel explosieve
atmosfeer: No
Montage: Verticaal aan de wand
Beschermingsgraad: IP55
Afmetingen / gewicht: 95 x 65 h 25mm / 65 g
Fotocel
Brugverbindingen
A Fotocel “laag” met
inwerkingtreding bij
sluiting
B Fotocel “hoog” met
inwerkingtreding bij
sluiting
C Fotocel “laag” met
inwerkingtreding bij
opening en sluiting
D Fotocellula “hoog” met
inwerkingtreding bij
opening en sluiting
Fotocellula Ponticelli
E Fotocel “rechts” met
inwerkingtreding bij
opening
F Fotocel “links” met
inwerkingtreding bij
opening
G Alleen voor “schuif”
hekken
“Enige” fotocel die het
gehele automatisme dekt
met inwerkingtreding zowel bij
opening als sluiting
LED SAFE
Uit
3 keer snel
knipperen en 1
seconde pauze
Zeer langzaam
knipperlicht
Langzaam
knipperlicht
Snel knipperlicht
Zeer snel
knipperlicht
Altijd aan
Status
Fotocel niet gevoed of
defect
Mechanisme niet herkend
door besturingseenheid
TX zendt normaal. RX ont-
vangt een uitstekend signaal
RX ontvangt een goed
signaal
RX ontvangt een zwak
signaal
RX ontvangt een zeer
zwak signaal
RX ontvangt geen enkel
signaal
Handeling
Controleer of er op de fotocelklem-
men een spanning van ongeveer
8–12 Vdc is; indien de spanning goed
is, is de fotocel waarschijnlijk defect
herhaal de procedure van herkenning
door de besturingseenheid. Contro-
leer of alle fotocelparen verschillende
adressen hebben
Werking normaal
Werking normaal
Werking normaal maar het is beter
de TX-RX as en de goede reiniging
van de glaasjes te controleren
Werking bijna normaal, maar de TX-RX
as en de goede reiniging van de glaas-
jes moeten gecontroleerd worden
Controleer of de LED op de zender TX
zeer langzaam knippert. Controleer of
er een obstakel is tussen TX en X.
Controleer de TX-RX-as
Fotocellenpaar “PH1”
NL
PH1 IST 130 4862 Rev1 23-04-2003 11:09 Pagina 8