2
Wigpenaansluitingen van de klep met de as
verwijderen
1. Zet de klep in de geheel open stand.
Opmerking: op afsluitermaten DN 250 (NPS 10)
en groter, wordt aanbevolen de wigpennen (5)
met zijn tweeën te verwijderen.
2. Plaats de klep in een bankschroef; zie
Figuur 1.
3. Zet een stalen drevel op de wigpennen en
sla met een hamer op de drevel.
Opmerking: het is mogelijk dat sommige
laspunten op de drie wigpennen moeten
worden weggeslepen.
DEMONTAGE
Raadpleeg voor aanvang van de demontage het
onderdelenoverzicht (Figuur 2) en ga als volgt
te werk:
WAARSCHUWING
Maak de afsluiter en bijbehorende leidingen
drukloos, voordat wordt aangevangen met de
demontage. Niet nakomen hiervan kan leiden tot
ernstig persoonlijk letsel en/of materiële schade.
1. Verwijder de afsluiter uit het leidingwerk.
Reinig de afsluiter volgens de juiste
procedure zoals ter plaatse voorgeschreven
of volgens een algemeen voorgeschreven
procedure.
2. Verwijder de aandrijving en de
desbetreffende verbindingsspie. Let op de
positie van de aandrijving ten opzichte van
de afsluiter.
WAARSCHUWING
Gebruik tijdens de gehele demontage- en
montageprocedure altijd karton of messing
ringen om beschadiging van het afsluiterhuis, de
klep, de flens en de afdichtingsoppervlakken te
voorkomen. Niet nakomen hiervan kan leiden tot
ernstige schade aan de afsluiter.
BEDIENING
De H-serie K-LOK is ontworpen voor minimaal
onderhoud. Over het algemeen hoeft alleen de
pakkingbus te worden onderhouden.
ONDERHOUD
Als lekkage van de as langs de pakkingbus
wordt waargenomen, haal dan de glandmoeren
aan.
Opmerking: draai de glandmoeren van de
pakkingbus niet te vast. Door te vast aanhalen,
zal het bedieningsmoment van de afsluiter
toenemen. Haal de glandmoeren met een halve
slag per keer aan, tot de lekkage is gestopt.
EINDCONTROLE AFSLUITER
1. Haal de bouten van de pakkinggland
precies genoeg aan om lekkage van de as
te voorkomen. Te vast nastellen bekort de
levensduur van de pakking en verhoogt het
bedieningsmoment.
2. Controleer de werking van de afsluiter
door de afsluiter naar de "geheel open" en
"geheel gesloten" stand te sturen. Om de
oriëntatie van de afsluiter te bepalen, zijn
dubbele D's en spiebanen uitgelijnd met de
klep. De klep van de afsluiter sluit met de
klok mee.
INSTALLATIE
De afsluiters worden verzonden met een
bescherming van de oppervlakken van de
flenspakkingen. Verwijder vóór installatie
van de afsluiter de bescherming, en reinig en
ontvet beide oppervlakken zorgvuldig met een
oplosmiddel.
Series H1L en H2L - Monoflenstype
1. Richt de afsluiter met de pijl van de
stroomrichting (voorkeursrichting) naar de
juiste kant gericht.
2. Plaats de afsluiter tussen de flenzen totdat
de twee onderste gaten in de afsluiter
overeenkomen met de twee onderste gaten
in de flens.
3. Breng een bout of een draadeind in de
flens aan en draai die in de gaten in het
afsluiterhuis. Op die manier wordt de
afsluiter correct gecentreerd voor de
montage van de flenspakkingen.
4. Monteer de flenspakkingen en de overige
bouten van de flens.
5. Haal alle bouten van de flens kruislings aan.
Series H1W en H2W - Ringtype
1. Richt de afsluiter met de pijl van de
stroomrichting (voorkeursrichting) naar de
juiste kant gericht.
2. Plaats de afsluiter tussen de flenzen tot de
pasgaten aan beide zijden van de afsluiter
overeenkomen met de bijbehorende gaten
in de flenzen.
3. Breng een lange bout of draadeind in de
flens aan en draai die door het pasgat.
Op die manier wordt de afsluiter correct
gecentreerd voor de montage van de
flenspakkingen.
4. Monteer de flenspakkingen en de overige
bouten van de flens.
5. Verwijder de lange bouten/draadeinden uit
de onderste pasgaten en vervang die door
bouten van de correcte maat.
6. Haal alle bouten van de flens kruislings aan.
KEYSTONE K-LOK SERIE HIGH-PERFORMANCE H-VLINDERKLEPPEN
InstallatIe-, bedIenIngs- en onderhoudsInstructIes
FIGUUR 1
Afsluiter correct op zijn plaats geklemd
3. Stel de luchtdruk/elektrische spanning
voor geautomatiseerde afsluiters in op ten
minste de minimumwaarde die is opgegeven
voor de bediening van de aandrijving. Pas
voor pneumatische aandrijvingen niet meer
toe dan 1,25keer de druk waarvoor de
aandrijving werd ontworpen.
Opmerking: op veersluitende aandrijvingen
met standstellers veroorzaakt overdruk een
te grote tijdvertraging in de beweging van de
veer om de klep van de afsluiter uit de zitting te
laten komen.