BELANGRIJK
Let er goed op dat alle losse deeltjes
(lasdruppels, gruis, metaalspanen, enz.)
voor montage verwijderd worden, om
beschadiging van het klepblad en de
dichtingsvlakken te voorkomen.
2. Installatie
2.1 Voor installatie
• Controleer voor montage zorgvuldig of de terugslagklep schoon is. Verwijder alle vreemde
deeltjes uit de leiding en spoel deze schoon met water of perslucht, naar gelang de toepassing.
• Las de flenzen nooit aan de leiding met de CLASAR terugslagklep ertussen, aangezien dit het
klepblad kan beschadigen.
• Zorg voor een zeefrooster of ander middel om vaste deeltjes te verwijderen, als het mogelijk is
dat het medium in de leiding vaste deeltjes meevoert die het binnenwerk van de klep kunnen
vervuilen en zo een goede dichting verhinderen.
• Controleer dat de stroming gaat in de richting van de pijl op het huis van de terugslagklep.
• CLASAR terugslagkleppen types I en II voor ringtype-montage moeten perfect worden uitgelijnd
met de hartlijn van de leiding. Gebruik afstandsbussen op de trekstangen als dat nodig is.
3.3 Montage
• Plaats het klepblad zodanig in het huis dat de contactvlakken goed contact maken met elkaar.
• Plaats de veer.
• Breng ruim smeermiddel aan op de ringafdichting en de boring in het huis.
• Druk met de hand de tegenflens in het huis (CLASAR type I en II).
• Schroef in het andere geval het achterhuis vast (CLASAR type Ill met flenzen).
3.2 Demontage
Ringtype CLASAR
• Verwijder de terugslagklep uit de leiding en plaats hem op een schoon en vlak oppervlak, met de
bovenstroomse of huiszijde naar beneden en de benedenstroomse of tegenflenszijde naar boven.
Het klepblad en de veer moeten zichtbaar zijn. Maak de tegenflens los in de uitsparingen tussen
de tegenflens en het huis, kantel de tegenflens naar buiten en neem hem uit.
• Verwijder de veer en het klepblad.
CLASAR met flenzen
• Verwijder de terugslagklep uit de leiding en plaats hem op een schoon en vlak oppervlak, met de
het huis naar beneden en tegenflens naar boven, zodat het klepblad en de veer zichtbaar zijn.
Draai de trekstangen los die de mof tegen het huis houden en verwijder het achterhuis, gevolgd door
de veer en het klepblad.
• Als de demontage gereed is:
- Controleer de staat van de aansluitvlakken van het huis, er mogen geen corrosieputjes zichtbaar
zijn, of andere beschadigingen. Controleer de ruimte rond de geleiding van het klepblad extra
goed. Zonodig schoonmaken met polijstpapier.
- Controleer de staat van de ondersteuning waar deze in contact komen met het huis. Controleer
de staat van de ring die de vinnen verbindt. Vervang het klepblad indien noodzakelijk.
- Controleer de retourveer.
- Vervang de afdichtring.
3 Onderhoud
3.1 Reserveonderdelen
De volgende reserveonderdelen zijn leverbaar:
• Klepblad
• Retourveer
• Afdichtring tussen huis en tegenflens of achterhuis
Er is geen speciaal gereedschap nodig voor het onderhoud van CLASAR terugslagkleppen.
Wijzigingen voorbehouden pagina 2
CLASAR® terugslagkleppen
Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud