3
FIGUUR 2
WAARSCHUWINGEN
Let er bij gevoerde leidingen goed op dat de klep
tijdens de slag de voering van de leiding niet raakt,
vooral bij monoflens en ringtype afsluiters. Deze
controle is zeer belangrijk om schade aan de
afsluiter te voorkomen.
BELANGRIJK
Het verdient aanbeveling de leiding door te
spoelen alvorens de afsluiter te installeren.
Alsditniet mogelijk is, moet de afsluiter met
de klep geheel open worden gezet voordat met
spoelen begonnen wordt.
VANESSA SERIE 30.000
HANDLEIDING VOOR INSTALLATIE EN ONDERHOUD
BELANGRIJK
De afwerking van de afsluiter is ontworpen
om bestand te zijn en te beschermen tegen de
differentieeldruk aangegeven op het typeplaatje
van de afsluiter, welke gegevens worden
meegeleverd met het onderhavige document.
Wanneer positieve isolatie vereist is (inclusief
isolatie voor onderhoudsdoeleinden of installatie
als eindafsluiter), moet de afsluiter op zijn minst
worden geïnstalleerd met de hoge druk naar
de voorkeurszijde voor isolatie van de afsluiter,
oftewel de "positieve isolatiezijde" of "aszijde",
gericht.
Eindgebruikers zullen ook andere
voorzorgsmaatregelen tegen drukgevaren in acht
nemen, gebaseerd op hun eigen risicobeoordeling
van de leidingen.
HOOFDSTUK 2 - INSTALLATIE
2.1 Inspectie van de afsluiter
1.
Haal de afsluiter zorgvuldig uit de
transportverpakking (kist of pallet),
waarbij schade aan de afsluiter, eventuele
elektrische of pneumatische/hydraulische
aandrijving of instrumentatie moet worden
voorkomen.
2. De afsluiters worden verzonden met beide
uiteinden beschermd door beschermkappen
en een dunne beschermende laag vet. Voor
installatie moeten de beschermkappen
worden verwijderd, waarna de
aansluitvlakken eerst zorgvuldig moeten
worden schoongemaakt en daarna ontvet
met een oplosmiddel. Het binnenwerk
van de afsluiter moet met lucht worden
schoongeblazen. Zorg ervoor dat geen
resten of deeltjes (zoals hout, kunststof,
verpakkingsmateriaal) in de afsluiter of op
de zitting achterblijven.
3. Controleer dat de afdichtring onbeschadigd
is gebleven tijdens transport. Dit is vooral
belangrijk voor afsluiters die zijn verzonden
met de klep in de open stand en voorzien
van een ‘fail-open’-aandrijving.
4.
Controleer of de constructiematerialen zoals
vermeld op het typeplaatje geschikt zijn voor
de beoogde toepassing en ook daadwerkelijk
overeenkomen met de specificatie.
5. Zorg ervoor dat de glandmoeren niet met de
hand verdraaid kunnen worden.
2.2 Installatie van de afsluiter
Vanessa beveelt aan de afsluiter te installeren met
de as horizontaal, en later met de as in een hoek te
installeren, om eventuele problemen veroorzaakt
door afzetting van vaste deeltjes uit het medium
rond het onderlager te minimaliseren.
OPMERKING
Vanessa afsluiters zijn ontworpen om differentieeldruk
in beide richtingen te weerstaan.
Isolatietoepassingen
Het bedieningsmoment van de afsluiter beïnvloedt de
afdichting. Op de bovenstroomse flens is een plaatje
ΔP (figuur 2) aangebracht dat de installatierichting
aangeeft.
De beste afdichting, ook bidirectioneel, wordt
verkregen wanneer de druk op de aszijde van de
afsluiter wordt uitgeoefend; dit wordt aanbevolen
wanneer de de afdichtingsvereisten in een specifieke
richting hoger zijn.
Regeltoepassingen (uni-directioneel, waarbij geen
perfecte afdichting vereist is)
Het plaatje dat de aanbevolen installatierichting
aangeeft, is aan een van beide flenzen bevestigd.
Neem deze installatierichting aangegeven op de
desbetreffende flens in acht. De selectie van de
aandrijving is gemaakt op basis van die specifieke
installatierichting.
Tenzij anders aanbevolen door Vanessa, moet
de afsluiter geïnstalleerd worden met de klep
in gesloten stand, om ervoor te zorgen dat
de afdichtring niet beschadigd raakt tijdens
installatie. Met ‘fail-open’ afsluiters moet zeer
zorgvuldig worden omgegaan.
Voor een bedrijfstemperatuur boven 200°C
(392°F) wordt thermische isolatie van het
afsluiterhuis aanbevolen.
Als de afsluiter is voorzien van getapte
draadgaten in de buurt van de naaf, beveelt
Vanessa aan hier bouten met een zeskantkop of
kortere tapeinden te gebruiken. Dedieptevan
de draadgaten in het huis van alle Serie 30.000
afsluiters staat vermeld in de technische
documentatie. Het gebruik van verkeerde
bouten of tapeinden kan leiden tot beschadiging
van de afsluiter.
Als de afsluiter is voorzien van laseinden,
moeten de delen die gelast moeten worden
(zowel van afsluiter als leiding) grondig worden
schoongemaakt en ontvet met een schone doek
met aceton of een soortgelijk product. Plaats de
afsluiter op de juiste wijze tussen de uiteinden
van de leiding waarin hij gelast moet worden; let
hierbij op het plaatje dat de voorkeursrichting
van de afdichting aangeeft. Zet de afsluiter
met enkele puntlassen vast en controleer de
juiste uitlijning van de rand en de hartlijn. Las
de rand nu geheel vast, aan beide zijden in
tegenovergestelde richting om spanningen
veroorzaakt door het lassen te verminderen.
Het is belangrijk dat de interpass-temperatuur
niet boven de 150°C(302°F) komt.
Verplaatsen en optillen van de afsluiter tijdens
installatie MOET gebeuren volgens de regels en
instructies zoals omschreven in de voorgaande
punten ‘1.2 Verplaatsingsvereisten’ en ‘1.3
Opslag en bescherming voor installatie’.