Schmalz SNG-AP 10 1.2 V 20 Handleiding

Type
Handleiding
www.schmalz.com
NL
VAKUUM-AUTOMATION
Bedieningsinstructies
Tang van de naald SNG-AP
30.30.01.00565/03 | 05.2019
www.schmalz.com
Aanwijzing
Deze bedieningsinstructies zijn oorspronkelijk in het Duits opgesteld en vertaald naar het Nederlands.
Bewaar deze bedieningsinstructies op een veilige plaats als naslagwerk voor op een later tijdstip!
Technische wijzigingen, drukfouten en vergissingen voorbehouden!
Uitgever
© J. Schmalz GmbH, 05.2019
Deze documentatie is auteursrechtelijk beschermd. De daarop gebaseerde rechten blijven bij de firma
J. Schmalz GmbH. Een vermenigvuldiging van de documentatie of delen van deze documentatie is
uitsluitend binnen de grenzen van de wet- en regelgeving conform de auteurswet toegestaan. Het
wijzigen of inkorten van de documentatie is zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming door de
firma J. Schmalz verboden.
Contact
J. Schmalz GmbH
Johannes-Schmalz-Str. 1
D-72293 Glatten
Tel. +49 (0)7443 2403-0
Fax +49 (0)7443 2403-259
schmalz@schmalz.de
www.schmalz.com
Contactinformatie voor de Schmalz bedrijven en handelspartners, zie
www.schmalz.com/vertriebsnetz
Inhoud
Tang van de naald SNG-AP
www.schmalz.com
1 Veiligheidsinstructies ........................................................................................... 4
1.1 Classificatie van de veiligheidsinstructies ......................................................................... 4
1.2 Waarschuwingen ............................................................................................................... 5
1.3 Gebodstekens ................................................................................................................... 5
1.4 Algemene veiligheidsinstructies ........................................................................................ 6
1.5 Reglementair gebruik ........................................................................................................ 6
1.6 Eis aan de gebruiker ......................................................................................................... 7
1.7 Emissies ............................................................................................................................ 7
1.8 Definitie van de gevarenzone ............................................................................................ 8
2 Productbeschrijving ............................................................................................. 9
2.1 Varianten ........................................................................................................................... 9
2.2 Opbouw van de naaldgrijper ...........................................................................................10
2.3 Algemene beschrijving van de werking ...........................................................................10
3 Technische gegevens ....................................................................................... 11
3.1 Mechanische gegevens ...................................................................................................11
3.1.1 Algemene parameters .....................................................................................................11
3.1.2 Mechanische parameters ................................................................................................11
3.1.3 Afmetingen ......................................................................................................................12
3.1.4 Toegepaste materialen ....................................................................................................12
4 Transport en montage ....................................................................................... 13
4.1 Transport .........................................................................................................................13
4.2 Montage ...........................................................................................................................13
4.3 Pneumatische aansluiting ...............................................................................................14
5 Inbedrijfstelling .................................................................................................. 15
6 Werken met de tang van de naald .................................................................... 16
6.1 Beschrijving van de werking ............................................................................................16
6.1.1 Naalden uitschuiven (opnemen van het werkstuk) .........................................................16
6.1.2 Naalden inschuiven (neerzetten van het werkstuk) ........................................................16
6.1.3 Afblazen (ondersteund neerzetten) .................................................................................17
7 Onderhoud en toebehoren ................................................................................ 18
7.1 Algemeen onderhoud ......................................................................................................18
7.1.1 Vervuiling aan de buitenkant ...........................................................................................18
7.1.2 Vervuiling aan de binnenkant ..........................................................................................18
7.1.3 Openen en sluiten van de onderhoudsopeningen ..........................................................18
7.2 Garantie, reserveonderdelen en slijtdelen ......................................................................22
7.2.1 Reserveonderdelen en aan slijtage onderhevige onderdelen .........................................22
7.3 Verhelpen van storingen .................................................................................................23
7.4 Toebehoren .....................................................................................................................24
7.4.1 Montage eindschakelaar .................................................................................................24
7.5 Buiten gebruik stellen ......................................................................................................25
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
4 | NL www.schmalz.com 30.30.01.00565/03
1 Veiligheidsinstructies
1.1 Classificatie van de veiligheidsinstructies
Gevaar
Deze waarschuwing duidt op een gevaar, welk tot de dood of zwaar lichamelijk letsel leidt, indien zij
niet wordt voorkomen.
GEVAAR
Soort en bron van het gevaar
Gevolg
Corrigerende actie
Waarschuwing
Deze waarschuwing duidt op een gevaar, welk tot de dood of zwaar lichamelijk letsel kan leiden,
indien zij niet wordt voorkomen.
WAARSCHUWING
Soort en bron van het gevaar
Gevolg
Corrigerende actie
Voorzichtig
Deze waarschuwing duidt op een gevaar, welk tot lichamelijk letsel kan leiden, indien zij niet wordt
voorkomen.
VOORZICHTIG
Soort en bron van het gevaar
Gevolg
Corrigerende actie
Attentie
Deze waarschuwing duidt op een gevaar, welk tot materiële schade kan leiden, indien zij niet wordt
voorkomen.
ATTENTIE
Soort en bron van het gevaar
Gevolg
Corrigerende actie
Algemene aanwijzing
Dit symbool wordt toegepast, indien belangrijke instructies en informatie over de omgang met de
machine / het systeem / het toestel worden verstrekt.
Aanwijzing / Informatie
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
30.30.01.00565/03 www.schmalz.com NL | 5
1.2 Waarschuwingen
Nadere uitleg over de in de bedieningsinstructies toegepaste waarschuwingstekens.
Waarschuwingsteken
Beschrijving
Waarschuwingsteken
Beschrijving
Algemeen
waarschuwingsteken
Waarschuwing voor
gehoorbeschadiging
Waarschuwing voor een
spits voorwerp
Waarschuwing voor
overdruk
Waarschuwing voor schade
aan het milieu
1.3 Gebodstekens
Nadere uitleg over de in de bedieningsinstructies toegepaste gebodstekens.
Gebodstekens
Beschrijving
Gebodstekens
Beschrijving
Gehoorbescherming
gebruiken
Oogbescherming gebruiken
Handbescherming gebruiken
Masker dragen
Bedieningsinstructies in acht
nemen
Voor onderhoud of reparatie
vrijschakelen
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
6 | NL www.schmalz.com 30.30.01.00565/03
1.4 Algemene veiligheidsinstructies
WAARSCHUWING
Niet-inachtneming van de algemene veiligheidsinstructies
Personenschade en schade aan installaties / systemen
Deze bedieningsinstructies bevatten belangrijke informatie over de omgang
met de vacuümgrijper. De bedieningsinstructies zorgvuldig doorlezen en
bewaren als naslagwerk voor op een later tijdstip.
Het aansluiten en de inbedrijfstelling van het systeem mag pas worden
uitgevoerd, nadat de bedieningsinstructies zijn gelezen en begrepen!
Gebruik uitsluitend de daartoe bedoelde aansluitmogelijkheden, tapgaten en
bevestigingsmiddelen.
De montage of demontage mag alleen worden verricht indien de installatie van
de voedingsspanning is gescheiden en niet onder druk staat.
De installatie mag uitsluitend door gekwalificeerd vakpersoneel,
werktuigkundigen en elektriciens worden uitgevoerd, indien zij op basis van
hun kennis en ervaring benevens de kennis van de van toepassing zijnde
bepalingen en voorschriften de aan hun opgedragen werkzaamheden kunnen
beoordelen, mogelijke gevaren kunnen herkennen en adequate
veiligheidsmaatregelen kunnen treffen! Bovenstaande geldt evenzeer voor het
onderhoud!
Algemene veiligheidsvoorschriften, EN-normen en VDE-richtlijnen dienen in
acht te worden genomen en te worden opgevolgd!
De aanwezigheid van personen of dieren binnen de transportzone is verboden!
Tijdens het automatisch bedrijf van de machine / installatie mogen er zich geen
personen in de gevarenzone bevinden!
Er mogen geen wijzigingen aan de onderdelen van het systeem worden
uitgevoerd!
Ga voorzichtig met de onderdelen om ter voorkoming van beschadigingen!
1.5 Reglementair gebruik
WAARSCHUWING
Uitschuivende naalden
Steek-, snij- en krasverwondingen
Snij- en steekbestendige handschoenen dragen
De naaldgrijper dient voor de handling (grijpen en transporteren) van buigzame, poreuze werkstukken
(bijv. stoffen, koolstofvezel versterkte kunststof matten, schuimsoorten...).
Door middel van perslucht worden grijp-naalden uit- en ingeschoven.
De grijper mag alleen met voldoende verzorgde perslucht worden gebruikt (lucht of neutraal gas
overeenkomstig EN 983, gefilterd 5µm, met olienevel of vrij van olie).
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
30.30.01.00565/03 www.schmalz.com NL | 7
Bij gebruikmaking van de afblaasfunctie komt het werkstuk in contact met perslucht.
1.6 Eis aan de gebruiker
Alle, op het product van toepassing zijnde, werkzaamheden vereisen fundamentele kennis van
mechanische en pneumatische technieken benevens kennis van de van toepassing zijnde
vakbegrippen.
Teneinde de bedrijfszekerheid en de bedrijfsveiligheid te waarborgen, mogen deze werkzaamheden
om die reden uitsluitend door een desbetreffende vakman of een geïnstrueerd persoon onder leiding
van een vakman worden uitgevoerd.
"Onder een vakman wordt verstaan, iemand die op basis van zijn beroepsopleiding, zijn kennis en
ervaring benevens de kennis van de van toepassing zijnde bepalingen en voorschriften de aan hem
opgedragen werkzaamheden kan beoordelen, mogelijke gevaren kan herkennen en adequate
veiligheidsmaatregelen kan treffen. Een vakman moet zich aan de van toepassing zijnde
vakspecifieke regels houden."
1.7 Emissies
Door middel van een afblaasimpuls wordt het neerzetten van het werkstuk ondersteund. Door dit
afblaasimpuls produceert de naaldgrijper geluid. De hoogte van het geluidsdrukniveau is in de
technische gegevens vermeld. (zie hoofdstuk Fehler! Verweisquelle konnte nicht gefunden
erden.).
VOORZICHTIG
Geluidsbelasting door werking van de grijper met perslucht
Op langere termijn kan gehoorbeschadiging optreden
Gehoorbescherming dragen
De handling van de materialen kan als gevolg hebben, dat in de loop van de bewerking / verdere
verwerking deeltjes van het betreffende materiaal in voor de longen en luchtwegen toegankelijke
vormen worden omgezet.
VOORZICHTIG
Emissie van voor de longen en ademwegen toegankelijke partikels
Schade aan longen en ademwegen
Gegevensbladen van de voor de handling bedoelde materialen in acht nemen
Adembescherming dragen
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
8 | NL www.schmalz.com 30.30.01.00565/03
1.8 Definitie van de gevarenzone
De gevarenzone is die zone, binnen of in de directe omgeving van een arbeidsmiddel, waarin de
veiligheid of de gezondheid van zich daarbinnen bevindende personen gevaar loopt of gevaar zou
kunnen lopen.
Bij het heffen van de last of bij het transport bestaat de mogelijkheid dat de last valt. Om deze reden is
de zone direct onder de grijper en de last principieel een gevarenzone.
Er mag zich zonder uitzondering nimmer een persoon onder de last bevinden. Dit geldt zowel voor
personen alsook reeds voor afzonderlijke lichaamsdelen, zonder uitzondering (hoofd, handen, armen,
benen,...).
Er mag zich geen persoon binnen de gedefinieerde gevarenzone ophouden.
De arbeidszone dient door de gebruiker / operator / exploitant zodanig te worden beveiligd, dat er
geen persoon in de gevarenzone kan komen.
PRODUCTBESCHRIJVING
30.30.01.00565/03 www.schmalz.com NL | 9
2 Productbeschrijving
2.1 Varianten
De naaldgrijper heeft een nauwkeurige artikelomschrijving, bijv. SNG-AP 10 0,8 V 3.
Deze codering van de artikelomschrijving is als volgt opgebouwd:
Type
Energievoorziening
Aantal naalden
Naalddiameter
Extra functie
Hefbereik
SNG
AP
Pneumatisch
aangedreven
10
10 stuks
0,8
0,8 mm
1.2
1,2 mm
V
Slag traploos in
te stellen
3
3 mm
10
10 mm
20
20 mm
De naaldgrijpers onderscheiden zich aan de hand van hun energievoorziening, en wel tussen AP
(pneumatische werking) en AE (elektrisch werking).
Deze documentatie beschrijft uitsluitend de AP-variant.
PRODUCTBESCHRIJVING
10 | NL www.schmalz.com 30.30.01.00565/03
2.2 Opbouw van de naaldgrijper
Positie
Beschrijving
1
Persluchtaansluiting M5 "Naalden inschuiven" (markering 1)
2
Persluchtaansluiting M5 "Naalden inschuiven" (markering 2)
3
Instelwiel voor de naaldslag
4
Bevestigingsschroefdraad M5
5
Schaalverdeling van de ingestelde naaldslag
6
Sensoropname
7
Persluchtaansluiting M5 "Afblazen" (markering 4)
8
Afdekkap onderhoudsopening
2.3 Algemene beschrijving van de werking
Naaldgrijpers zijn geconcipieerd voor de handling van onderdelen door middel van een vormgesloten
verbinding van de naalden met het werkstuk. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen pneumatisch
en elektrisch werkende naaldgrijpers. In deze bedieningsinstructies wordt alleen de pneumatische
uitvoering behandeld.
De pneumatische naaldgrijper werkt volgens het principe van de pneumatische cilinder. De standen
"Naald uitgeschoven" en "Naald ingeschoven" worden door middel van perslucht bereikt.
1
2
5
6
8
7
4
3
8
4
TECHNISCHE GEGEVENS
30.30.01.00565/03 www.schmalz.com NL | 11
3 Technische gegevens
ATTENTIE
Het niet aanhouden c.q. overschrijden van de capaciteitsgrenzen van de
grijper
Verkeerde werking en beschadiging van de grijper en de daarop aangesloten
componenten
Gebruik de grijper uitsluitend binnen de gespecificeerde capaciteitsgrenzen
3.1 Mechanische gegevens
3.1.1 Algemene parameters
Parameter
Symbool
Grenswaarden
Eenheid
Opmerking
min.
type
max.
Bedrijfstemperatuur
Tamb
5
75
°C
Opslagtemperatuur
TSto
-10
75
°C
Luchtvochtigheid
Hrel
10
90
%rv
condensaatvrij
Werkdruk
P
3
5
6
bar
Bedrijfsmedium
Lucht of neutraal gas, gefilterd 5 µm, met olienevel of vrij van olie,
persluchtkwaliteit klasse 3-3-3 overeenkomstig ISO 8573-1
3.1.2 Mechanische parameters
Type
Aantal
naalden
Naalddiameter
Maximale
slag
Geluidsdrukniveau1
bij het afblazen
Gewicht
Stuks
mm
mm
dB(A)
kg
SNG-AP 10 0.8 V 3
10
0.8
3
73
0.190
SNG-AP 10 1.2 V 3
10
1.2
3
73
0.190
SNG-AP 10 0.8 V 10
10
0.8
10
73
0.225
SNG-AP 10 1.2 V 10
10
1.2
10
73
0.225
SNG-AP 10 1.2 V 20
10
1.2
20
73
0.400
1) bij 5 bar
TECHNISCHE GEGEVENS
12 | NL www.schmalz.com 30.30.01.00565/03
3.1.3 Afmetingen
Type
L
B
H
L2
H2
X
1
Y1
Z
G1
G4
Lg4
W
SNG-AP 10 0.8 V 3
65
35
80,2
28
46,1
29
29
3
M5-bin.dr.
M5-bin.dr.
7
30°
SNG-AP 10 1.2 V 3
65
35
80,2
28
46,1
29
29
3
M5-bin.dr.
M5-bin.dr.
7
30°
SNG-AP 10 0.8 V 10
80
35
105
22
64
29
29
10
M5-bin.dr.
M5-bin.dr.
7
45°
SNG-AP 10 1.2 V 10
80
35
105
22
64
29
29
10
M5-bin.dr.
M5-bin.dr.
7
45°
SNG-AP 10 1.2 V 20
120
35
160
22
104
29
29
20
M5-bin.dr.
M5-bin.dr.
7
45°
Alle maten in mm
3.1.4 Toegepaste materialen
Onderdeel
Materiaal
Lichaam
PA6-GF10GK20
Interne
onderdelen
aluminiumlegering, aluminiumlegering geëloxeerd, messing, rood messing (machinebrons),
roestvast staal, PA, PU, POM, staal
Afdichtingen
NBR
Smering
siliconenvrij
Bouten
Staal verzinkt
TRANSPORT EN MONTAGE
30.30.01.00565/03 www.schmalz.com NL | 13
4 Transport en montage
4.1 Transport
De naaldgrijper wordt in een kartonnen verpakking geleverd. Teneinde een veilig transport te
waarborgen dient de grijper bij transporten op een later tijdstip in deze verpakking te worden
getransporteerd. Het transport van de naaldgrijper is alleen met ingeschoven naalden toegestaan.
WAARSCHUWING
Uitschuivende naalden
Steek-, snij- en krasverwondingen
Snij- en steekbestendige handschoenen dragen
Zorg ervoor dat de naalden zijn ingeschoven
4.2 Montage
Voor de montage van de naaldgrijper bevinden zich op de voor-, achter- en bovenzijde steeds twee
M5 tapgaten (aandraaimomenten zie onderstaande tabel). Voor het implementeren van de
naaldgrijper in een tooling-systeem kan de desbetreffende houder bij de firma Schmalz worden
besteld (zie "Toebehoren"). Voor de montage mogen uitsluitend de daartoe bedoelde tapgaten en
worden gebruikt.
Positie
Beschrijving
Max.
aandraaimomenten
1
Persluchtaansluiting M5 "Naalden inschuiven" (markering 1)
4 Nm
2
Persluchtaansluiting M5 "Naalden inschuiven" (markering 2)
4 Nm
4
Bevestigingsschroefdraad M5
2 Nm
7
Persluchtaansluiting M5 "Afblazen" (markering 4)
4 Nm
1
2
7
4
4
TRANSPORT EN MONTAGE
14 | NL www.schmalz.com 30.30.01.00565/03
ATTENTIE
Verkeerde bevestigingen en aansluitingen
Beschadiging van de grijper
Gebruik uitsluitend de daartoe bedoelde aansluitmogelijkheden, tapgaten en
bevestigingsmiddelen
Let op de diepte van de schroefdraad in de tapgaten, vgl. 3.1.3
Vastgelegde aandraaimomenten aanhouden
Gebruik bij de montage sluitringen!
De naaldgrijper kan op een willekeurige plaats worden gemonteerd.
4.3 Pneumatische aansluiting
Vóór het los- resp. aankoppelen van de naaldgrijper op de persluchttoevoer dient de leiding drukloos
te worden geschakeld. Voordat de naaldgrijper onder perslucht (werkdruk) wordt gezet, dient erop te
worden gelet dat de steekkoppelingen van de persluchtaansluitingen goed vastzitten, de
voedingsleidingen correct in de steekkoppelingen zijn vastgemaakt en de ruimte voor het uittreden
van de naalden vrij van allerlei voorwerpen is.
VOORZICHTIG
Installatie van de grijper onder perslucht
Personenschade en/of materiële schade
Grijper drukloos schakelen
Voedingsleidingen correct in de steekkoppelingen en aansluitingen
vastschroeven en/of vastzetten
Machine / installatie / systeem tegen opnieuw inschakelen beveiligen
Een hoge kwaliteit van de perslucht verlengt de technische levensduur van de
naaldgrijper.
Gebruik alleen voldoende verzorgde perslucht (lucht of neutraal gas
overeenkomstig EN 983, gefilterd 5µm, met olienevel of vrij van olie). Zie tevens
hoofdstuk 1.5
Bij gebruikmaking van de afblaasfunctie komt het werkstuk in contact met
perslucht.
Houd c.q. leg slang- en buisleidingen zo kort mogelijk benevens zonder knikken en
niet ingeklemd.
INBEDRIJFSTELLING
30.30.01.00565/03 www.schmalz.com NL | 15
5 Inbedrijfstelling
WAARSCHUWING
Uitschuivende naalden
Steek-, snij- en krasverwondingen
Snij- en steekbestendige handschoenen dragen
VOORZICHTIG
Door druk kunnen gesloten toestellen en apparaten exploderen
Personenschade en/of materiële schade
Veiligheidsbril dragen
Positie
Beschrijving
1
Instelwiel voor de naaldslag
2
Schaalverdeling van de ingestelde naaldslag
3
Schaalverdeling voor de naaldslag
De inbedrijfstelling mag pas na een succesvolle montage plaatsvinden (zie hoofdstuk 4.2).
De naaldgrijper wordt om veiligheidsredenen met een naaldslag van nul millimeter uitgeleverd. Met
behulp van het instelwiel wordt de naaldslag op het desbetreffende werkstuk ingesteld (van raster wijs
rasterpunt = 0,1 mm slag). De ingestelde naaldslag wordt op de schaalverdeling weergegeven. Eén
schaalstreepje komt overeen met 1 millimeter naaldslag.
ATTENTIE
Insteken van de naalden in harde oppervlakken
Beschadiging van de naalden
Naaldgrijper op zachte oppervlakken instellen. De materiaaldikte dient groter
dan de maximale slag van de grijper te zijn
2
3
1
WERKEN MET DE TANG VAN DE NAALD
16 | NL www.schmalz.com 30.30.01.00565/03
6 Werken met de tang van de naald
WAARSCHUWING
Uitschuivende naalden
Steek-, snij- en krasverwondingen
Snij- en steekbestendige handschoenen dragen
VOORZICHTIG
Door druk kunnen gesloten toestellen en apparaten exploderen
Personenschade en/of materiële schade
Veiligheidsbril dragen
ATTENTIE
Het niet aanhouden c.q. overschrijden van de capaciteitsgrenzen van de
grijper
Verkeerde werking en beschadiging van de grijper en de daarop aangesloten
componenten
Gebruik de grijper uitsluitend binnen de gespecificeerde capaciteitsgrenzen
6.1 Beschrijving van de werking
6.1.1 Naalden uitschuiven (opnemen van het werkstuk)
Wordt ingang 2 onder perslucht gezet en ingang 1 ontlucht, dan worden de naalden onder de
ingestelde hoek (afhankelijk van de variant) uitgeschoven. De slag van de naalden wordt met behulp
van het instelwiel op het voor de handling bedoelde werkstuk ingesteld. Voor een betere controle
wordt de ingestelde slag op de schaalverdeling weergegeven.
Voor een veilig transport van het werkstuk is het noodzakelijk dat de ingang 2
gedurende de totale periode van het transport onder perslucht (werkdruk) staat en
de ingang 1 ontlucht en drukloos is.
6.1.2 Naalden inschuiven (neerzetten van het werkstuk)
Voor het inschuiven van de naalden dient de ingang 2 ontlucht te zijn en de ingang 1 met de perslucht
(werkdruk) te worden aangestuurd. Nadat de naalden volledig in de behuizing zijn teruggetrokken kan
de naaldgrijper weer van het werkstuk worden verwijderd.
Opdat de naalden bij het verplaatsen van het systeem veilig in de behuizing van de
grijpen blijven zitten, dient de ingang 1 ook na het neerzetten onder perslucht
(werkdruk) te blijven staan.
WERKEN MET DE TANG VAN DE NAALD
30.30.01.00565/03 www.schmalz.com NL | 17
6.1.3 Afblazen (ondersteund neerzetten)
Teneinde vooral kleverige werkstukken procesveilig neer te zetten bestaat de mogelijkheid, als optie,
een persluchtstoot door de naalduittrede-openingen te genereren.
Met dit doel wordt de uitgang 4 op de grijper met perslucht aangestuurd.
VOORZICHTIG
Sterke persluchtstroom uit de luchtuittrede-openingen
Beschadiging van de ogen
Niet in de persluchtstroom kijken
Veiligheidsbril dragen
VOORZICHTIG
Geluidsbelasting door werking van de grijper met perslucht
Op langere termijn kan gehoorbeschadiging optreden
Gehoorbescherming dragen
De grijper mag alleen met voldoende verzorgde perslucht worden gebruikt (lucht of neutraal gas
overeenkomstig EN 983, gefilterd 5µm, met olienevel of vrij van olie).
Bij gebruikmaking van de afblaasfunctie komt het werkstuk in contact met perslucht.
ONDERHOUD EN TOEBEHOREN
18 | NL www.schmalz.com 30.30.01.00565/03
7 Onderhoud en toebehoren
7.1 Algemeen onderhoud
7.1.1 Vervuiling aan de buitenkant
Reinig de buitenkant van de module met een zachte doek en zeepsop (max. 60°C).
7.1.2 Vervuiling aan de binnenkant
Bij een vervuiling aan de binnenkant kunnen de onderhoudsopeningen op de grijpermodule, zoals
onder 7.1.3 is beschreven, worden geopend en kan vervolgens met een persluchtpistool de vervuiling
worden verwijderd.
VOORZICHTIG
Luchtstroming door uitblazen met perslucht
Beschadiging van de ogen
Niet in de persluchtstroom kijken
Veiligheidsbril dragen
VOORZICHTIG
Emissie van voor de longen en ademwegen toegankelijke partikels
Schade aan longen en ademwegen
Adembescherming dragen
7.1.3 Openen en sluiten van de onderhoudsopeningen
WAARSCHUWING
Vrijliggende naalden
Steek-, snij- en krasverwondingen
Snij- en steekbestendige handschoenen dragen
VOORZICHTIG
Vallende naaldopname
Beschadiging van de ogen
Veiligheidsbril dragen
ONDERHOUD EN TOEBEHOREN
30.30.01.00565/03 www.schmalz.com NL | 19
VOORZICHTIG
Onderhoud van de grijper onder perslucht
Personenschade en/of materiële schade
Grijper compleet van persluchtleidingen scheiden
Machine / installatie / systeem tegen opnieuw inschakelen beveiligen
Ontgrendelen en verwijderen van de afdekkap
Met een puntig voorwerp (bijv. balpen, schroevendraaier)
de verende drukstift uit het boorgat drukken
Tegelijkertijd met het indrukken van de verende drukstift
dient de afdekkap uit de behuizing te worden geschoven.
Het oppervlak (rode pijl) is geribbeld.
ONDERHOUD EN TOEBEHOREN
20 | NL www.schmalz.com 30.30.01.00565/03
Uitnemen van de naaldopname
Basisstand naaldopname
1. Stap voor het uitnemen
Naaldopname in de onderste stand schuiven.
Daardoor wordt de naaldopname uit de ineengrijping van
het wormwiel losgemaakt.
2. Stap voor het uitnemen
Naaldopname uit de behuizing trekken
Plaatsen van de naaldopname
Het (terug)plaatsen van de naaldopname wordt in omgekeerde volgorde van het uitnemen uitgevoerd.
ATTENTIE
Stand "Naalden ingeschoven" werd versteld
Verkeerde werking en beschadiging van de grijper mogelijk
Stand "Naalden ingeschoven" van de grijper dient te zijn bereikt voordat
naaldopnamen worden ingezet zie hoofdstuk 0
De stand van de wormwielen mag bij het inzetten van de naaldopnamen niet
meer worden gewijzigd
Houd bij het plaatsen van de naaldopname de tegenoverliggende naaldopname
vast. Daardoor wordt de stand "Naalden ingeschoven" vastgezet.
ONDERHOUD EN TOEBEHOREN
30.30.01.00565/03 www.schmalz.com NL | 21
Montage van de afdekkappen
Het (terug)plaatsen van de afdekkappen wordt in omgekeerde volgorde van de demontage
uitgevoerd.
Bij een juiste montage van de afdekkappen klikken de drukstiften hoorbaar vast.
ATTENTIE
Gebruikmaking van de grijper zonder afdekkappen
Verkeerde werking en beschadiging van de grijper
De afdekkappen van de naaldopname moeten geplaatst zijn
Gebruikmaking van de grijper zonder afdekkappen
Verkeerde werking en beschadiging van de grijper
De afdekkappen van de naaldopname moeten geplaatst zijn
Controle van de grijper na uitwisselen van de naaldopnamen
Indien de hierboven vermelde montagestappen correct en succesvol zijn uitgevoerd, dan
1.) steken de naalden niet uit het grijpoppervlak van de behuizing
2.) hebben beide naaldopnamen dezelfde slag
3.) komt de naaldslag met de ingestelde slag volgens de schaalverdeling overeen
Indien aan één van de punten niet is voldaan, dan dienen de volgende stappen te worden uitgevoerd:
1. Beide naaldopnamen uitnemen. Zie 7.1.3
2. Stand "Naalden ingeschoven" opnieuw benaderen
3 Beide naaldopnamen plaatsen. Zie 7.1.3
Wij adviseren vóór de inbedrijfstelling van de grijper een keer proef te draaien.
ONDERHOUD EN TOEBEHOREN
22 | NL www.schmalz.com 30.30.01.00565/03
7.2 Garantie, reserveonderdelen en slijtdelen
Op dit systeem verlenen wij garantie conform onze algemene verkoop- en leveringsvoorwaarden. Dat
geldt tevens voor reserveonderdelen, voor zover deze origineel en door ons zijn geleverd.
Voor schade die ontstaat door het gebruik van niet-originele reserveonderdelen of niet-originele
accessoires zijn wij niet aansprakelijk.
De garantie geldt niet voor aan slijtage onderhevige onderdelen.
De onderstaande lijst bevat de belangrijkste reserveonderdelen en slijtdelen.
7.2.1 Reserveonderdelen en aan slijtage onderhevige onderdelen
Type
Omschrijving
Inhoud
Artikel-nr.
Legenda
SNG-AP 10 0.8 V 3
Reserveonderdelenset
2 Opnameadapt. naald mont.
10.01.29.00405
R
SNG-AP 10 1.2 V 3
Reserveonderdelenset
2 Opnameadapt. naald mont.
10.01.29.00406
R
SNG-AP 10 0.8 V 10
Reserveonderdelenset
2 Opnameadapt. naald mont.
10.01.29.00407
R
SNG-AP 10 1.2 V 10
Reserveonderdelenset
2 Opnameadapt. naald mont.
10.01.29.00408
R
SNG-AP 10 1.2 V 20
Reserveonderdelenset
2 Opnameadapt. naald mont.
10.01.29.00409
R
SNG-AP 10 0.8 V 3
Reserveonderdelenset
Afdekkap
10.01.29.00419
R
SNG-AP 10 1.2 V 3
Reserveonderdelenset
Afdekkap
10.01.29.00419
R
SNG-AP 10 0.8 V 10
Reserveonderdelenset
Afdekkap
10.01.29.00420
R
SNG-AP 10 1.2 V 10
Reserveonderdelenset
Afdekkap
10.01.29.00420
R
SNG-AP 10 1.2 V 20
Reserveonderdelenset
Afdekkap
10.01.29.00421
R
Legenda: Reserveonderdeel = R Slijtdeel = S
ONDERHOUD EN TOEBEHOREN
30.30.01.00565/03 www.schmalz.com NL | 23
7.3 Verhelpen van storingen
Storing
Mogelijke oorzaak
Verhelpen
Naald schuift niet uit
Naaldslag op nul millimeter
ingesteld
Naaldslag op het werkstuk aanpassen
Lekkage in slang
Slangkoppelingen controleren
Werkdruk te laag
Werkdruk verhogen (max. grenswaarden in acht
nemen)
Naaldopnamen werden in de
uitgeschoven toestand geplaatst
1. Beide naaldopnamen uitnemen. Zie 7.1.3
2. Stand "Naalden ingeschoven" opnieuw
benaderen
3. Beide naaldopnamen plaatsen. Zie 7.1.3
Sterke vervuiling aan de
binnenkant van de grijpermodule
Zie "Algemeen onderhoud Vervuiling aan de
binnenkant"
Werkstuk kan niet
worden vastgehouden
Naaldslag te gering
Naaldslag vergroten
Naald buigt door
Naaldgrijper met grotere naalddiameter
selecteren
Naald gebroken
Naaldopname vervangen
Naaldopnamen
hebben verschillende
slag
Tussen het plaatsen van de eerste
en de tweede naaldopname werd
de stand van de wormwielen
gewijzigd
1. Beide naaldopnamen uitnemen. Zie 7.1.3
2. Stand "Naalden ingeschoven" opnieuw
benaderen
3. Beide naaldopnamen plaatsen. Zie 7.1.3
De totale slaglengte is
niet meer ter
beschikking
Sterke vervuiling aan de
binnenkant van de grijpermodule
Zie "Algemeen onderhoud Vervuiling aan de
binnenkant"
Voor het plaatsen van de
naaldopnamen werd de stand van
de wormwielen gewijzigd
1. Beide naaldopnamen uitnemen. Zie 7.1.3
2. Stand "Naalden ingeschoven" opnieuw
benaderen
3. Beide naaldopnamen plaatsen. Zie 7.1.3
De vooraf ingestelde
slag wordt na het
uitwisselen van de
naalden niet meer
bereikt
Voor het plaatsen van de
naaldopnamen werd de stand van
de wormwielen gewijzigd
1. Beide naaldopnamen uitnemen. Zie 7.1.3
2. Stand "Naalden ingeschoven" opnieuw
benaderen
3. Beide naaldopnamen plaatsen. Zie 7.1.3
ONDERHOUD EN TOEBEHOREN
24 | NL www.schmalz.com 30.30.01.00565/03
7.4 Toebehoren
Omschrijving
Omschrijving 2
Artikel-nr.
Houdersysteem
HTS-A2 AP SNG
10.01.29.00402
Houdersysteem
HTS-A3 AP SNG
10.01.29.00322
Retrofit kit Sensor
NAEH-SCHA SMAGN 24V-DC
10.01.29.00400
Montageplaat
BEF-PL 15x38x11.5 G1/4-IG SNG
10.01.29.00403
Insteekkoppeling haaks
STV-W M5-AG6
10.08.02.00296
7.4.1 Montage eindschakelaar
Positie
Beschrijving
1
Sensor S1
2
Sensor S2
3
Houder voor sensor
4
Bout M2,5
Ter bewaking van de eindstanden en teneinde zodoende de procesveiligheid te vergroten kunnen als
optie 2 sensoren worden aangebracht.
De sensoren detecteren de arbeidsstanden "Naald ingeschoven" en "Naald uitgeschoven" en geven
het signaal aan een overkoepelende besturing door.
Beide sensoren worden reeds in de fabriek op een M12-stekker samengevoegd en met de
desbetreffende montage- en gereedschapsset uitgeleverd.
Voor de montage wordt altijd de sensor S1, zoals in de meegeleverde montage-instructies is
beschreven, op de houder gemonteerd en vervolgens in de sensor-groef van de naaldgrijper met de
meegeleverde draadstift en het desbetreffende gereedschap vastgezet. Op de kabelmantel van de
sensor S1 is een markering geprint. Bovendien bevindt er zich een labeltje met de artikelomschrijving
aan de kabel van de sensor S1.
Sensor S2 wordt direct op de schaalverdeling van de naaldslag met de meegeleverde schroef
vastgeschroefd.
2
1
4
4
3
1)
2)
ONDERHOUD EN TOEBEHOREN
30.30.01.00565/03 www.schmalz.com NL | 25
Met de SET SNG AP-sensor voor de serie SNG-AP kunnen beide eindstanden van de ingestelde
naaldslag onafhankelijk van elkaar worden vastgesteld.
Afgezien van de 0 mm positie (naalden compleet ingeschoven) kunnen de volgende
eindpositiestanden voor de andere eindstand (naalden uitgeschoven) betrouwbaar worden herkend:
SNG-AP met max. 3 mm naaldslag: naaldeindstand van 0,75 mm t/m 3 mm slag
SNG-AP met max. 10 mm resp. 20 mm naaldslag: naaldeindstand van 1,3 mm t/m 10 mm
resp. t/m 20 mm slag
Bij een wijziging van de naaldslag is het instellen van de sensor niet nodig.
Bij de montage van de sensor dienen de maximale aandraaimomenten te worden
aangehouden zie montage-instructies van de montageset en de informatie op de
sensor
Pinbezetting van de M12-stekker
Stekker
Pin
Symbool
Functie
1
Us
Voedingsspanning sensor
2
S2
Signaal S2
3
Gnds
Massa sensor
4
S1
Signaal S1
7.5 Buiten gebruik stellen
De naaldgrijper, vervangen onderdelen of componenten dienen na het uitwisselen resp. na het
definitief buiten gebruik stellen overeenkomstig de landelijke, lokale richtlijnen te worden afgevoerd.
ATTENTIE
Verkeerde afvoer van de grijper
Schade aan het milieu
Afvoeren conform de landelijke of lokale richtlijnen
www.schmalz.com
30.30.01.00565/03 | 05.2019
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26

Schmalz SNG-AP 10 1.2 V 20 Handleiding

Type
Handleiding