Duerkopp Adler H867 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

H867
Bedieningshandleiding
Alle rechten voorbehouden.
Het eigendom van Dürkopp Adler AG en het auteursrecht zijn
beschermd. Elk hergebruik van deze inhoud, geheel of gedeeltelijk,
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Dürkopp Adler AG
is verboden.
Copyright © Dürkopp Adler AG 2015
BELANGRIJK
VÓÓR GEBRUIK ZORGVULDIG LEZEN
BEWAREN VOOR LATERE NASLAG
Inhoudsopgave
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 1
1 Over deze handleiding ........................................................................ 3
1.1 Voor wie is deze handleiding bestemd?................................................3
1.2 Pictogrammen – Symbolen en tekens...................................................3
1.3 Overige documenten .............................................................................5
1.4 Aansprakelijkheid .................................................................................. 5
2 Veiligheid ............................................................................................. 7
2.1 Fundamentele veiligheidsinstructies ..................................................... 7
2.2 Signaalwoorden en symbolen bij waarschuwingen............................... 8
3 Beschrijving van de machine...........................................................13
3.1 Componenten van de machine ...........................................................13
3.2 Beoogd gebruik ................................................................................... 13
3.3 Conformiteitsverklaring........................................................................14
4 Bediening...........................................................................................15
4.1 Machine in - en uitschakelen............................................................... 15
4.2 Naald inzetten en wisselen.................................................................. 16
4.3 Bovendraad inrijgen ............................................................................18
4.4 Spoeldraad opwikkelen ....................................................................... 22
4.5 De onderdraadspoel vervangen ..........................................................25
4.6 Draadspanning instellen......................................................................27
4.6.1 Bovendraadspanning instellen ............................................................27
4.7 Onderdraadspanning instellen ............................................................30
4.8 Bovendraadregelaar instellen.............................................................. 30
4.9 Verhogen van de naaivoetstand..........................................................31
4.10 Naaivoeten in de hoge stand vergrendelen.........................................32
4.11 Naaivoetdruk instellen ......................................................................... 33
4.12 Verhoging van de naaivoetstand.........................................................34
4.12.1 Naaivoetstand instellen ....................................................................... 34
4.12.2 Naaivoetstand inschakelen .................................................................36
4.13 Steeklengte instellen ...........................................................................37
4.14 Toetsen op de machinearm.................................................................39
4.14.1 Toetsen inschakelen ........................................................................... 39
4.14.2 Toets Favorieten instellen ...................................................................40
4.15 Naaien .................................................................................................42
5 Onderhoud .........................................................................................45
5.1 Reinigen ..............................................................................................45
5.2 Smeren................................................................................................47
5.3 Pneumatische systeem onderhouden .................................................49
5.3.1 Controleer de bedrijfsdruk ................................
...................................49
5.
3.2 Controleer het waterniveau ................................................................. 50
5.4 Onderdelenlijst .................................................................................... 52
Inhoudsopgave
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/20152
6 Opstelling...........................................................................................53
6.1 De omvang van de levering controleren..............................................53
6.2 Transportbeveiligingen verwijderen.....................................................54
6.3 Onderdelen van het onderstel monteren.............................................55
6.4 Pedaal monteren ................................................................................. 56
6.5 Werktafelblad opstellen .......................................................................56
6.6 Werktafelblad op het onderstel bevestigen ......................................... 58
6.7 Besturing monteren .............................................................................59
6.8 Sensor gewenste waarde monteren.................................................... 60
6.9 Bovenste deel van de machine plaatsen............................................. 61
6.10 Montage van de demper .....................................................................61
6.11 Olieaanzuigleiding monteren...............................................................62
6.12 Kniehendel monteren .......................................................................... 63
6.12.1 Elektrische kniehendel monteren ........................................................ 63
6.12.2 Mechanische kniehendel monteren.....................................................64
6.13 Bedieningspaneel monteren................................................................ 64
6.14 Elektrische aansluiting.........................................................................66
6.14.1 Naailampje monteren ..........................................................................66
6.14.2 Transformator van het naailampje monteren ......................................66
6.14.3 Directe aandrijving aansluiten: ............................................................ 66
6.15 Pneumatische aansluiting ...................................................................67
6.15.1 Onderhoudseenheid monteren............................................................ 67
6.15.2 Werkdruk instellen...............................................................................68
6.16 Smering controleren ............................................................................69
6.17 Naaitest uitvoeren ...............................................................................69
7 Buitenbedrijfstelling..........................................................................71
8 Verwijdering....................................................................................... 73
9 Oplossen van storingen ................................................................... 75
9.1 Klantenservice.....................................................................................75
9.2 Fout tijdens het naaien ........................................................................75
10 Technische gegevens ....................................................................... 79
11 Bijlage................................................................................................. 81
Over deze handleiding
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 3
1 Over deze handleiding
Deze handleiding werd met grote zorg opgesteld. De handleiding
bevat informatie en aanwijzingen om een veilige en jarenlange
werking mogelijk te maken.
Mocht u inconsistenties vaststellen of wensen ter verbetering
hebben, dan verzoeken wij u ons hierover via de Klantendienst
( P. 75) te informeren.
Bezie de handleiding als onderdeel van het product en bewaar
deze op een goed bereikbare locatie.
1.1 Voor wie is deze handleiding bestemd?
Deze handleiding is bestemd voor:
het bedieningspersoneel:
de groep personen heeft instructies over de machine
gekregen en heeft toegang tot de handleiding. Voor het
bedieningspersoneel is met name het hoofdstuk
Bediening ( P. 1 5) belangrijk.
Gespecialiseerd personeel:
Dit personeel heeft een overeenkomstige vaktechnische
opleiding gevolgd die hen geschikt maakt voor het uitvoe-
ren van onderhoud en het verhelpen van storingen aan de
naai-eenheid. Voor het gespecialiseerde personeel is met
name het hoofdstuk Opstelling ( P. 5 3 ) belangrijk.
Een handleiding voor het uitvoeren van service wordt afzonderlijk
geleverd.
Neem ten aanzien van de minimale kwalificaties en overige eisen
aan het personeel ook het hoofdstuk Veiligheid ( P. 7) in acht.
1.2 Pictogrammen – Symbolen en tekens
Voor een gemakkelijk en snel begrip wordt diverse informatie
in deze handleiding door de volgende tekens weergegeven of
benadrukt.
Juiste instelling
Geeft aan hoe de juiste instelling eruit ziet.
Over deze handleiding
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/20154
Storing
Geeft de storingen aan die bij een onjuiste instelling kunnen
optreden.
Afdekking
Geeft aan welke afdekkingen verwijderd moeten worden om bij
de in te stellen modules resp. onderdelen te komen.
Stapsgewijze handeling bij het bedienen (naaien en het
voorbereiden)
Stapsgewijze handeling bij service, onderhoud en montage
Stapsgewijze handeling voor het inschakelen van de
software via het bedieningspaneel
De afzonderlijke stappen zijn genummerd:
Eerste stap
Tweede stap
Het is essentieel dat de volgorde van de stappen wordt
aangehouden.
Opsommingen worden gemarkeerd door een punt.
Resultaat van een handeling
Verandering aan de machine of de weergave/het
bedieningspaneel.
Belangrijk
Hier moet u tijdens een stapsgewijze handeling, bijzondere
aandacht aan geven.
Informatie
Additionele informatie, bijv. over andere bedieningsmogelijkheden.
Volgorde
Geeft aan welke werkzaamheden u vóór of na een instelling moet
uitvoeren.
1.
2.
...
Over deze handleiding
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 5
Verwijzingen
 Dit betreft een verwijzing naar een tekst die elders in de handlei-
ding is opgenomen.
Veiligheid Belangrijke waarschuwingen voor de gebruiker van de machine
worden op een speciale manier gemarkeerd. Omdat veiligheid
een bijzonder hoge prioriteit heeft, worden gevaarsymbolen,
gevaarniveaus en de hieraan gerelateerde signaalwoorden
afzonderlijk beschreven in het hoofdstuk Veiligheid ( P. 7).
Locaties Als in een afbeelding geen andere duidelijke locatie wordt
gegeven, dienen de locaties op basis van de termen rechts of
links steeds vanuit de positie van het bedienend personeel gezien
te worden.
1.3 Overige documenten
De machine bevat ingebouwde componenten van andere
fabrikanten. Voor deze aangekochte componenten hebben de
betreffende fabrikanten een gevarenanalyse uitgevoerd en de
overeenstemming van de constructie met de geldende Europese
en nationale voorschriften toegelicht. Het beoogde gebruik van
de ingebouwde componenten wordt beschreven in de betreffende
handleidingen van de fabrikant.
1.4 Aansprakelijkheid
Alle opgaven en verwijzingen in deze handleiding werden
rekening houdende met de stand van de techniek en de geldende
normen en voorschriften opgesteld.
Dürkopp Adler aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade als
gevolg van:
breuk- en transportschade
het niet opvolgen van de gegevens in de handleiding
gebruik niet conform het beoogde doeleinde
niet goedgekeurde veranderingen aan de machine
inzet van ongeschoold personeel
gebruik van niet vrijgegeven reserveonderdelen
Over deze handleiding
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/20156
Transport
Dürkopp Adler is niet aansprakelijk voor breuk- en transportscha-
de. Controleer de levering direct bij de ontvangst. Reclameer de
schade bij de transporteur die de goederen bij u heeft geleverd.
Dat is ook van toepassing als de verpakking niet werd beschadigd.
Laat de machines, apparatuur en het verpakkingsmateriaal in
dezelfde toestand als op het moment van het vaststellen van de
schade. Op deze manier kunt u uw claim op de transportorgani-
satie veiligstellen.
Alle overige opmerkingen direct na ontvangst van de levering,
melden bij Dürkopp Adler.
Veiligheid
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 7
2 Veiligheid
Dit hoofdstuk bevat fundamentele instructies voor uw veiligheid.
Voordat u de machine opstelt of bedient, dient u de instructies
zorgvuldig door te lezen. Het is essentieel dat u de opgaven in de
veiligheidsinstructies opvolgt. Het niet opvolgen van deze instruc-
ties kan tot ernstige verwondingen en/of materiële schade leiden.
2.1 Fundamentele veiligheidsinstructies
De machine uitsluitend gebruiken op de manier zoals in deze
handleiding is beschreven.
De handleiding dient te allen tijde bij de locatie van de machine
beschikbaar te zijn.
Werkzaamheden aan spanningvoerende delen en voorzieningen
zijn verboden. Uitzonderingen zijn geregeld in de voorschriften
van DIN VDE 0105.
Bij de volgende werkzaamheden dient de hoofdschakelaar van
de machine uitgeschakeld te worden of dient de stekker uit het
stopcontact verwijderd te worden:
Het vervangen van de naald of andere naaihulpmiddelen
Het verlaten van de werkplek
Het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden en
reparaties
Het insteken van de draad
Onjuiste of defecte reserveonderdelen kunnen de veiligheid
beïnvloeden en de machine beschadigen. Uitsluitend originele
reserveonderdelen van de fabrikant gebruiken.
Transport Bij het transport van de machine dient een hefwagen of transport-
werktuig gebruikt te worden. De machine maximaal 20 mm
opheffen en borgen tegen het verschuiven.
Opstelling De aansluitkabel dient voorzien te zijn van een toegestane,
landspecifieke stekker. De aansluitkabel mag uitsluitend door
gekwalificeerd en gespecialiseerd personeel worden gemonteerd.
Verplichtingen
van de exploitant
Landspecifieke veiligheids- en ongevallenpreventievoorschriften
en de wettelijke regelingen op het gebied van veiligheid en milieu
dienen opgevolgd te worden.
Veiligheid
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/20158
Alle verwijzingen naar waarschuwingen en veiligheidstekens op
de machine dienen goed leesbaar te zijn. Niet verwijderen!
Ontbrekende of beschadigde waarschuwing- en veiligheidsaan-
duidingen dienen direct vernieuwd te worden.
Eisen aan het
personeel
Uitsluitend gekwalificeerd en gespecialiseerd personeel mag:
De machine opstellen
Onderhoudswerkzaamheden en reparaties uitvoeren
Werkzaamheden aan de elektrische voorzieningen
uitvoeren
Alleen geautoriseerde personen mogen aan of met de machine
werken en dienen vooraf deze handleiding gelezen en begrepen
te hebben.
Werking De machine dient tijdens gebruik op visueel herkenbare schade
gecontroleerd te worden. De werkzaamheden dienen onderbro-
ken te worden als veranderingen aan de machine worden gede-
tecteerd. Alle veranderingen dienen aan de verantwoordelijke
leidinggevende gemeld te worden. Blijf een beschadigd apparaat
niet gebruiken.
Veiligheids-
voorzieningen
Veiligheidsvoorzieningen niet verwijderen of buiten gebruik
stellen. Als dit echter voor een reparatie onvermijdelijk is, dient de
veiligheidsvoorziening direct na de reparatie weer gemonteerd en
in werking gesteld te worden.
2.2 Signaalwoorden en symbolen bij
waarschuwingen
Waarschuwingen in de tekst worden door gekleurde balken
afgescheiden. De kleur is gebaseerd op de ernst van het gevaar.
Signaalwoorden benoemen de ernst van het gevaar.
Veiligheid
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 9
Signaalwoorden Signaalwoorden en het risico dat zij beschrijven:
Symbolen Bij gevaar voor personen geeft dit symbool het soort risico aan:
Signaalwoord Betekenis
GEVAAR (met gevaarsymbool)
Het niet opvolgen zal tot de dood of ernstige
verwondingen leiden
WAARSCHUWING (met gevaarsymbool)
Het niet opvolgen kan tot de dood of ernstige
verwondingen leiden
VOORZICHTIG (met gevaarsymbool)
Het niet opvolgen kan tot middelmatige of lichte
verwondingen leiden
LET OP (met gevaarsymbool)
Het niet opvolgen kan tot milieuschade leiden
AANWIJZING (zonder gevaarsymbool)
Het niet opvolgen kan tot materiële schade leiden
Symbool Soort risico
Algemeen
Elektrische schok
Inprikken
Beklemd raken
Milieuschade
Veiligheid
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/201510
Voorbeelden Voorbeelden van de manier waarop waarschuwingen in de tekst
worden weergegeven:
Zo wordt een waarschuwing weergegeven waarvan het niet
opvolgen tot de dood of ernstige verwondingen zal leiden.
Zo wordt een waarschuwing weergegeven waarvan het niet
opvolgen tot de dood of ernstige verwondingen kan leiden.
Zo wordt een waarschuwing weergegeven waarvan het niet
opvolgen tot middelmatige of lichte verwondingen kan leiden.
GEVAAR
Aard en bron van gevaar!
Gevolgen bij het niet opvolgen.
Maatregelen voor het voorkomen van gevaar.
WAARSCHUWING
Aard en bron van gevaar!
Gevolgen bij het niet opvolgen.
Maatregelen voor het voorkomen van gevaar.
VOORZICHTIG
Aard en bron van gevaar!
Gevolgen bij het niet opvolgen.
Maatregelen voor het voorkomen van gevaar.
Veiligheid
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 11
Zo wordt een waarschuwing weergegeven waarvan het niet
opvolgen tot materiële schade kan leiden.
Zo wordt een waarschuwing weergegeven waarvan het niet
opvolgen tot milieuschade kan leiden.
AANWIJZING
Aard en bron van gevaar!
Gevolgen bij het niet opvolgen.
Maatregelen voor het voorkomen van gevaar.
LET OP
Aard en bron van gevaar!
Gevolgen bij het niet opvolgen.
Maatregelen voor het voorkomen van gevaar.
Veiligheid
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/201512
Beschrijving van de machine
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 13
3 Beschrijving van de machine
3.1 Componenten van de machine
Afb. 1: Componenten van de machine
3.2 Beoogd gebruik
De machine mag uitsluitend voor naaimaterialen worden gebruikt,
waarvan de eisen overeenkomen met het beoogde toepassingsdoel.
De machine is alleen bestemd voor de verwerking van droog
naaimateriaal. Het naaimateriaal mag geen harde voorwerpen
bevatten.
De voor de machine toegestane naalddikten zijn opgenomen in
hoofdstuk Technische gegevens ( P. 79).
De machine is alleen bestemd voor de verwerking van droog
naaimateriaal. Het naaimateriaal mag geen harde voorwerpen
bevatten.
De naad moet met een draad worden gerealiseerd waarvan de
eisen overeenkomen met het betreffende toepassingsdoel.
De machine is bestemd voor industrieel gebruik.
(1) - Afwikkelarm met garenhouder
(2) - Hendel voor de steekinstelling
(3) - Handwiel
(4) - Indicatie oliepeil
(5) - Stelwieltjes voor steeklengte
(6) - Spoelhuis voor de onderdraad
(7) - Grijper (onder de steekplaatschui-
feenheid)
(8) - Naaivoeten en naald
(9) - Toetsenpaneel op de arm van
de machine
(10) - Draadspanningen
(11) - Stelwieltje voor de naaivoetdruk
(12) - Stelwieltjes voor de hoogte
van de naaivoetstand
q
w
r
t
y
u
i
o
a
s
d
e
Beschrijving van de machine
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/201514
De machine mag alleen in droge en verzorgde ruimten worden
opgesteld en gebruikt. Wordt de machine gebruikt in een ruimte
die niet droog en verzorgd is, kunnen meerdere maatregelen
vereist zijn, die overeenkomen met DIN EN 60204-31.
Alleen geautoriseerde personen mogen aan of met de machine
werken.
Voor schade als gevolg van gebruik dat niet conform het beoogde
gebruiksdoel is, zal Dürkopp Adler geen aansprakelijkheid
aanvaarden.
3.3 Conformiteitsverklaring
De machine komt overeen met de Europese voorschriften voor het
garanderen van de gezondheid, veiligheid en milieubescherming, die
in de conformiteit- resp. inbouwverklaring zijn opgenomen.
WAARSCHUWING
Risico op verwondingen als gevolg van
spanningvoerende, bewegende, snijdende
en spitse delen!
Onjuist gebruik kan een elektrische schok,
beklemming en snij- of prikwonden tot gevolg
hebben.
Alle aanwijzingen en instructies in de handleiding
dienen in acht genomen te worden.
AANWIJZING
Materiële schade als gevolg van het niet opvolgen van
de aanwijzingen resp. instructies!
Het niet beoogde gebruik kan tot schade aan de machine
leiden.
Alle aanwijzingen en instructies in de handleiding dienen
in acht genomen te worden.
Bediening
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 15
4 Bediening
4.1 Machine in - en uitschakelen
De hoofdschakelaar (2) op de besturing schakelt de machine in
of uit.
Afb. 2: Machine in - en uitschakelen
Machine inschakelen
Zo kunt u de machine inschakelen:
1. Duw de hoofdschakelaar (2) in stand I.
De leds (3) en (4) branden.
Machine uitschakelen
Zo kunt u de machine uitschakelen:
1. Duw de hoofdschakelaar (2) in stand 0.
De leds (3) en (4) gaan uit.
(1) - Schakelaar voor naailampje
(2) - Hoofdschakelaar
(3) - Led op de besturing
(4) - Led op het toetsenpaneel
+
q
r
w
e
Bediening
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/201516
4.2 Naald inzetten en wisselen
Afb. 3: Naald inzetten en wisselen
Zo kunt u de naald inzetten:
1. Handwiel draaien tot de naaldstang (1) de bovenste eindpo-
sitie heeft bereikt.
VOORZICHTIG
Risico op verwondingen als gevolg van spitse
delen!
Inprikken.
Wissel de naald alleen als de machine is
uitgeschakeld.
AANWIJZING
Risico op materiële schade!
Een beschadiging van de grijperpunt of naald is mogelijk
door een verkeerde afstand tot de grijper.
Als de nieuwe naald een andere naalddikte heeft, moet de
afstand van de grijper tot de naald worden aangepast.
Pas bij het wisselen naar een andere naaldsterkte de
grijperafstand aan. Zie de Servicehandleiding.
(1) - Naaldstang
(2) - Schroef
(3) - Grijper
(4) - Naaldgroef
q
e
r
w
Bediening
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 17
2. Schroef (2) losdraaien.
3. Naald naar beneden uitnemen.
4. Nieuwe naald inzetten.
Belangrijk
De naald zo uitlijnen dat de naaldgroef (4) in de richting van de
grijper (3) is gericht.
5. Schroef (2) vastdraaien.
Informatie
Voor naaimachines met tweelingnaald wordt de 2e naald op
precies dezelfde manier ingebracht als de 1e naald.
De naalden bij het inzetten zo uitlijnen dat de naaldgroeven ten
opzichte van elkaar in tegengestelde richting wijzen. Dan wijst
elke naaldgroef in de richting van de bijbehorende grijper.
Bediening
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/201518
4.3 Bovendraad inrijgen
Afb. 4: Bovendraad inrijgen I
Bij 1-naaldsmachines
Zo kunt u de bovendraad bij 1-naaldsmachines inrijgen:
1. Steek de klos op de garenhouder (2).
2. De draad van achteren naar voren door een opening van de
geleider op de afwikkelarm (1) trekken.
3. De draad van rechts naar links door een opening van de extra
geleider op de machinearm (3) trekken.
VOORZICHTIG
Risico op verwondingen als gevolg van spitse
delen!
Inprikken.
Rijg de bovendraad alleen in als de machine is
uitgeschakeld.
(1) - Geleider van de afwikkelarm
(2) - Garenhouder
(3) - Extra geleider op de machinearm
Bediening
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 19
Afb. 5: Bovendraad inrijgen II
4. De draad van achteren naar voren door de linker opening van
de eerste draadgeleider (1) trekken.
5. De draad zigzaggend door de 3 openingen van de
tweede draadgeleider (2) trekken: van boven naar beneden
door de rechter opening rijgen en vervolgens van beneden
naar boven door de middelste opening rijgen en van boven
naar beneden door de linker opening.
6. De draad rechtsom langs het voorspanelement (3) trekken.
7. De draad linksom langs het hulpspanelement (4) trekken.
8. De draad rechtsom langs het hoofdspanelement (5) trekken.
9. De draad over de extra bout voor draadgeleider (6) naar de
draadaanhaalveer trekken.
10. Rijg de draad door de draadrol.
11. Til de draadopnameveer (7) met de draad op.
12. Trek de draad onder de hendel van de geleideschijf (8).
(1) - 1. Draadgeleider
(2) - 2. Draadgeleider
(3) - Voorspanelement
(4) - Hulpspanelement
(5) - Hoofdspanelement
(6) - Extra bout voor draadgeleider
(7) - Draadaanhaalveer
(8) - Hendel van de geleideschijf
Bediening
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/201520
Afb. 6: Bovendraad inrijgen II
13. De draad onder de haak (16) door trekken.
14. De draad van beneden naar boven, door de opening van
de draadregelaar (11) trekken.
15. De draad van rechts naar links door de draadgever (10)
trekken.
16. De draad door de bovenste draadgeleider (15) trekken.
17. De draad door de opening van de onderste draadgeleider (14)
trekken.
18. De draad door de draadgeleider van de naaldstang (13)
trekken.
19. De draad zo door het oog van de naald (12) steken, dat het
losse draadeinde in de richting van de grijper wijst.
20. De draad zo ver door het oog van de naald (12) steken dat
wanneer de draadgever (10) in de hoogste stand staat, de
lengte van het losse draadeinde ca. 4 cm is.
(10) - Draadgever
(11) - Draadregelaar
(12) - Oog van de naald
(13) - Draadgeleider van de naaldstang
(14) - Onderste draadgeleider
(15) - Bovenste draadgeleider
(16) - Haak
+
1234
a
j
h
g
f
s
d
Bediening
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 21
Bij 2-naaldsmachines
Bij 2-naalds machines is er een tweede driehoek van spanschroe-
ven voor de tweede bovendraad.
Afb. 7: Bovendraad inrijgen III
Zo kunt u de bovendraad bij 2-naaldsmachines inrijgen:
1. Rijg de linker bovendraad in zoals hierboven beschreven
voor een 1-naaldsmachine ( P. 1 8)
Belangrijk
De linker bovendraad wordt door de achterste draadrol van de
draadaanhaalveer (7) geleid.
2. De rechter bovendraad van achteren naar voren door de
rechter opening van de eerste draadgeleider (1) trekken.
3. De draad zigzaggend door de 3 rechter openingen van de
tweede draadgeleider (2) trekken: van boven naar beneden
door de rechter opening rijgen en vervolgens van beneden
naar boven door de middelste opening rijgen en van boven
naar beneden door de linker opening.
4. De draad rechtsom langs het voorspanelement van de
tweede driehoek van spanschroeven trekken.
5. De draad linksom langs het hulpspanelement van de
tweede driehoek van spanschroeven trekken.
6. De draad rechtsom langs het hoofdspanelement van de
tweede driehoek van spanschroeven trekken.
(1) - Driehoek van spanschroeven
voor de eerste bovendraad.
(2) - Driehoek van spanschroeven
voor de tweede bovendraad.
(6) - Extra bout voor draadgeleider
Bediening
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/201522
7. De draad onder de extra bout voor de draadgeleider (6)
naar de draadaanhaalveer trekken.
8. Rijg de draad door de voorste draadrol.
9. Til de draadopnameveer (7) met de draad op.
10. Trek de draad onder de hendel van de geleideschijf (8).
Het verdere insteken van de draad is hetzelfde als
bij 1-naaldsmachines.
Informatie
Om de draadspanning bij zwaar materiaal te verhogen, zitten er
2 sterkere spanningsveren in de bijverpakking.
Om de draadspanning bij bijzonder zwaar materiaal verder te
verhogen, wikkelt u de bovendraad één keer met de klok mee
om de extra bout voor de draadgeleider (6).
4.4 Spoeldraad opwikkelen
VOORZICHTIG
Risico op verwondingen als gevolg van spitse
delen!
Inprikken.
Rijg de spoeldraad alleen in als de machine is
uitgeschakeld.
Bediening
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 23
Afb. 8: Spoeldraad opwikkelen I
Zo kunt u de spoeldraad opwikkelen:
1. Steek de klos op de garenhouder (1).
2. De draad van achteren naar voren door een opening van
de geleider op de afwikkelarm (2) trekken.
3. De draad van rechts naar links door een opening van de
extra geleider op de machinearm (3) trekken.
Afb. 9: Spoeldraad opwikkelen II
4. De draad van achteren naar voren door de rechter opening
van de eerste draadgeleider (1) trekken.
5. De draad zigzaggend door de 3 openingen van de tweede
draadgeleider (5) trekken: van boven naar beneden door de
linker opening rijgen en vervolgens van beneden naar boven
(1) - Geleider van de afwikkelarm
(2) - Garenhouder
(3) - Extra geleider op de machinearm
(1) - 1. Draadgeleider
(2) - Spoeldraadgeleider
(3) - Spoel
(4) - Wikkelspanning van de spoeldraad
(5) - 2. Draadgeleider
1234
+
+
+
+
5
6
4
1
2
9
q
w
e
r
t
Bediening
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/201524
door de middelste opening rijgen en van boven naar beneden
door de rechter opening.
6. De draad linksom langs de wikkelspanning van de
onderdraad (4) trekken.
7. De draad zigzag door de 2 openingen van de
onderdraadgeleider (2) trekken: van beneden naar
boven door de linker opening en vervolgens van boven
naar beneden door de rechter opening.
8. Draad naar de spoel (3) leiden.
Afb. 10: Spoeldraad opwikkelen III
9. De draad achter het mes (1) klemmen en het losse einde
daarachter afsnijden.
10. Plaats de spoel op het spoelhoofd (2).
11. Draai de spoel rechtsom tot deze vastklikt.
12. De spoelhendel (3) omhoog duwen.
Informatie
De spoeldraad zal zich normaal gesproken tijdens het naaien
opwikkelen. U kunt de spoeldraad echter ook opwikkelen zonder
daarbij het materiaal te naaien, bijv. als u een volle spoel nodig
hebt om met het naaien te beginnen.
Spoeldraad opwikkelen zonder te naaien
Zo kunt u de spoeldraad opwikkelen zonder daarbij materiaal te
naaien:
1. Schakel de naaimachine in.
(1) - Mes
(2) - Spoelhoofd
(3) - Spoelhendel
q
w
e
Bediening
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 25
2. Het pedaal naar voren intrappen.
De machine naait en wikkelt daarbij de onderdraad van de
klos op de spoel.
Als de spoel vol is, stopt de machine automatisch met het
opwikkelen. De spoelhendel beweegt omlaag.
Het mes wordt automatisch in de oorspronkelijke verticale
stand ingesteld.
3. Haal de volle spoel eraf.
4. De draad achter het mes klemmen en afsnijden.
5. Plaats de volle spoel in de grijper ( P. 2 5 ).
6. Herhaal het opwikkelen, zoals hierboven beschreven, met
een lege spoel.
4.5 De onderdraadspoel vervangen
Afb. 11: De onderdraadspoel vervangen I
Zo kunt u de onderdraadspoel vervangen:
1. Klap het klepje van het spoelhuis (1) omhoog.
VOORZICHTIG
Risico op verwondingen als gevolg van
spitse delen!
Inprikken.
Vervang de onderdraadspoel alleen als de
machine is uitgeschakeld.
(1) - Klepje van het spoelhuis
(2) - 1. Grijpersleuf
(3) - Grijperveer
(4) - Geleider voor grijperkleppen
(5) - 2. Grijpersleuf
w
e
r
t
q
Bediening
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/201526
2. Neem de lege spoel uit.
3. Plaats de volle spoel.
Belangrijk
Plaats de spoel zo dat de spoel tijdens de draadafvoer in de
tegengestelde richting van de grijper beweegt.
4. De onderdraad door de eerste grijpersleuf (2) trekken.
5. De onderdraad onder de grijperveer (3) door trekken.
6. De onderdraad door de tweede grijpersleuf (5) trekken.
7. Druk nogmaals het klepje van het spoelhuis (1) in.
8. De onderdraad door de geleider voor grijperkleppen (4)
trekken.
9. Draai het handwiel tot de onderdraad omhoog komt.
10. Trek de onder- en bovendraad naar achteren en houd ze
bij het begin van het naaien vast, zodat de draden niet vast
komen te zitten.
Voor machines met automatische restdraadmonitor
Afb. 12: De onderdraadspoel vervangen II
Als de onderdraad vervangen moet worden, gaan de controle-
lampjes resp. leds (1) op de machinearm branden. De linker led
is voor de linker grijper, de rechter led is voor de rechter grijper.
Zo kunt u de onderdraadspoel vervangen voor machines met
automatische restdraadmonitor:
1. De spoelen zo in de grijper plaatsen dat de kijkspleten (2)
naar boven gericht zijn. Anders functioneert de restdraadmo-
nitor niet.
(1) - Leds voor de restdraad-
monitor
(2) - Kijkspleten op de spoel
w
q
Bediening
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 27
4.6 Draadspanning instellen
De spanning van de boven- en onderdraad bepaalt waar de
draadverstrengeling zit.
Bij eenzelfde spanning van de boven- en onderdraad zal de
draadverstrengeling zich in het midden van het materiaal
bevinden.
Afb. 13: Draadspanning instellen
4.6.1 Bovendraadspanning instellen
De 3 stelwieltjes van de driehoek van spanschroeven zijn
bepalend voor de bovendraadspanning.
In de basisstand ligt de bovenkant van het stelwieltje gelijk met
de schroef in het midden.
(1) - Spanning van de boven- en onderdraad gelijk
(2) - Onderdraadspanning groter dan bovendraadspanning
(3) - Bovendraadspanning groter dan onderdraadspanning
Bediening
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/201528
Afb. 14: Bovendraadspanning instellen
Het hoofdspanelement (3) is tijdens het naaien bepalend voor
de normale spanning. Het hulpspanelement (2) verhoogt
tijdens het naaien de spanning, bijv. bij naadverdikkingen.
Het hulpspanelement (2) wordt op het toetsenpaneel in- en
uitgeschakeld.
Het voorspanelement (1) houdt de draad vast als het
hoofdspanelement (3) en het hulpspanelement (2) geheel
geopend zijn.
Belangrijk
De waarde van het hulpspanelement (2) altijd lager instellen
dan die van het hoofdspanelement (3).
Zo kunt u de bovendraadspanning instellen:
Spanning verhogen: Stelwieltje naar rechts draaien
Spanning verlagen: Stelwieltje naar links draaien
(1) - Voorspanelement
(2) - Hulpspanelement
(3) - Hoofdspanelement
(6) - Extra bout voor draadgeleider
Bediening
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 29
Informatie
Om de draadspanning bij zwaar materiaal te verhogen, zitten er
2 sterkere spanningsveren in de bijverpakking.
Om de draadspanning bij bijzonder zwaar materiaal verder te
verhogen, wikkelt u de bovendraad één keer met de klok mee om
de extra bout voor de draadgeleider (6).
Bij machines met automatische draadafsnijder
Het voorspanelement (1) is bepalend voor de lengte van de
begindraad voor de nieuwe naad.
Zo kunt u de bovendraadspanning instellen voor machines met
automatische draadafsnijder:
Kortere begindraad: Stelwieltje van het voorspanelement (1)
naar rechts draaien.
Langere begindraad: Draai het voorspanelement (1) naar
links.
(6) - Extra bout voor draadgeleider
Bediening
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/201530
4.7 Onderdraadspanning instellen
Afb. 15: Onderdraadspanning instellen
Zo kunt u de onderdraadspanning instellen:
1. Draai aan de schroef (1).
Spanning verhogen: Schroef (1) naar rechts draaien
Spanning verlagen: Schroef (1) naar links draaien
4.8 Bovendraadregelaar instellen
De draadregelaar is bepalend voor de spanning waarmee de
bovendraad om de grijper wordt geleid.
Juiste instelling
De bovendraadlus glijdt met geringe spanning over het dikste
punt van de grijper.
VOORZICHTIG
Risico op verwondingen als gevolg van spitse
delen!
Inprikken.
Stel de onderdraadspanning alleen in als de
machine is uitgeschakeld.
(1) - Schroef
q
Bediening
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 31
Afb. 16: Bovendraadregelaar instellen
Zo kunt u de draadregelaar instellen:
1. Schroef (2) losdraaien.
Spanning verhogen: Schuif de draadregelaar (1) naar
rechts.
Spanning verlagen: Schuif de raadregelaar (1) naar links.
2. Schroef (2) verder vastdraaien.
4.9 Verhogen van de naaivoetstand
Met het pedaal tilt u de naaivoeten tijdens het naaien op, bijv.om
het materiaal te verplaatsen.
Afb. 17: Verhogen van de naaivoetstand
(1) - Draadregelaar (2) - Schroef
+
1234
+
w
q
(1) - Pedaal
q
Bediening
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/201532
Zo tilt u de naaivoeten op:
1. Het pedaal (1) tot halverwege intrappen.
De machine stopt en de naaivoeten worden hoger ingesteld.
De naaivoeten blijven in de hoge stand zolang het
pedaal voor de helft wordt ingedrukt.
Informatie
Wanneer het pedaal volledig is ingedrukt, naait de machine een
afhechtsteek aan het einde en stopt dan het naaiproces.
Machines met automatische draadafsnijder knippen de draad
door.
4.10 Naaivoeten in de hoge stand vergrendelen
Aan de achterkant van de machine is een hendel aanwezig,
die de naaivoeten in de hoge stand vergrendelt.
Afb. 18: Naaivoeten in de hoge stand vergrendelen
VOORZICHTIG
Risico op verwondingen bij het laten zakken
van de naaivoeten!
Beklemming.
Plaats uw handen niet onder de naaivoeten
wanneer u het pedaal of de hendel loslaat.
(1) - Naaivoeten in de hoge stand (2) - Hoge stand opgeheven
q
w
Bediening
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 33
Zo kunt u de naaivoeten in de hoge stand vergrendelen:
1. Duw de hendel omlaag.
Zo kunt u de vergrendeling opheffen:
1. Duw de hendel omhoog.
OF
1. Het pedaal tot halverwege intrappen.
4.11 Naaivoetdruk instellen
De druk van de naaivoeten waarmee op het materiaal wordt
gedrukt, wordt bepaald door het stelwieltje linksboven op de
machinearm.
De druk kan door het draaien aan het stelwieltje traploos worden
versteld.
AANWIJZING
Risico op materiële schade!
Beschadiging van het materiaal door een verkeerd
ingestelde naaivoetdruk.
Als de druk van de naaivoet te hoog is, kan het materiaal
scheuren.
Als de druk van de naaivoet te laag is, kan het materiaal
wegglijden.
Stel de druk van de naaivoet zo in dat het materiaal
gemakkelijk over de onderlaag glijdt zonder weg te glijden.
Bediening
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/201534
Afb. 19: Naaivoetdruk instellen
Zo kunt u de naaivoetdruk instellen:
Naaivoetdruk verhogen: stelwieltje (1) naar rechts draaien
Naaivoetdruk verlagen: stelwieltje (1) naar links draaien
4.12 Verhoging van de naaivoetstand
4.12.1 Naaivoetstand instellen
De twee stelwieltjes in het midden van de machinearm bepalen
hoe hoog de naaivoeten tijdens het naaien worden geheven.
De hoogte kan door middel van een schaalverdeling van 1 tot 9 vrij
worden ingesteld. Bij 1 wordt de naaivoet het minst geheven, bij
9 het meest.
Het linker stelwieltje (1) bepaalt de normale naaivoetstand.
Het rechter stelwieltje (2) bepaalt de verhoogde naaivoetstand.
De verhoogde naaivoet wordt ingeschakeld, bijv. bij het innaaien
van verdikkingen in het materiaal.
(1) - Stelwieltjes voor de naaivoetdruk
+
q
Bediening
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 35
Afb. 20: Naaivoetstand instellen
Zo kunt u de naaivoetstand instellen:
Naaivoetstand verhogen: Stelwieltje naar rechts draaien
Naaivoetstand verlagen: Stelwieltje naar links draaien
Informatie
De machine past het aantal steken automatisch aan de
naaivoetstand aan: Wanneer de naaivoetstand wordt verhoogd,
zal het aantal steken worden verlaagd.
AANWIJZING
Risico op materiële schade!
Risico op beschadiging van de machine door het met
geweld draaien van het stelwieltje.
De machine is zo gebouwd dat met het rechter stelwieltje
geen lagere naaivoetstand kan worden ingesteld dan die
werd ingesteld met het linker stelwieltje.
Nooit met geweld proberen om met het rechter stelwieltje
een lagere naaivoetstand in te stellen.
(1) - Stelwieltje voor normale
naaivoetstand
(2) - Stelwieltje voor verhoogde
naaivoetstand
5
6
4
1
2
9
w
q
Bediening
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/201536
4.12.2 Naaivoetstand inschakelen
De verhoogde naaivoetstand wordt ingeschakeld met de
kniehendel (1). Op de achterkant van de kniehendel (1) zit een
schakelaar (2). De schakelaar bepaalt of de naaivoetstand
permanent is ingeschakeld, of alleen zolang de kniehendel wordt
ingedrukt.
Afb. 21: Naaivoetstand inschakelen
Permanent ingeschakeld
Zo kunt u de verhoogde naaivoetstand permanent inschakelen:
1. Duw de hendel (2) omhoog.
De verhoogde naaivoetstand inschakelen:
Duw de kniehendel (1) naar rechts.
De verhoogde naaivoetstand uitschakelen:
Duw de kniehendel (1) opnieuw naar rechts.
Korte inschakeling
Zo kunt u de verhoogde naaivoetstand kort inschakelen:
1. Duw de hendel (2) omlaag.
De verhoogde naaivoetstand inschakelen: Duw de
kniehendel (1) naar rechts en houd deze ingedrukt.
De verhoogde naaivoetstand blijft ingeschakeld zolang de
kniehendel naar rechts wordt geduwd.
(1) - Kniehendel (2) - Schakelaar
q
w
Bediening
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 37
4.13 Steeklengte instellen
De 2 stelwieltjes op de machinezuil bepalen de steeklengte. De
steeklengte is vrij instelbaar tussen 0 en 12 mm. Het instelpunt (3)
links bij het stelwieltje toont aan welke steeklengte werd ingesteld.
Afb. 22: Steeklengte instellen I
Zo kunt u de steeklengte instellen:
Steeklengte verlagen: Stelwieltje naar rechts draaien
Steeklengte verhogen: Stelwieltje naar links draaien
AANWIJZING
Risico op materiële schade!
Beschadiging van de machine door het met geweld draaien
van het stelwieltje.
De machine is zo gebouwd dat met het bovenste stelwieltje
geen kleinere steeklengte kan worden ingesteld dan die
werd ingesteld met het onderste stelwieltje.
Nooit met geweld proberen om met het bovenste stelwieltje
een kleinere steeklengte in te stellen.
(1) - Stelwieltje voor een langere
steeklengte
(2) - Stelwieltje voor een kortere
steeklengte
(3) - Instelpunt voor steeklengte
Display
(4) - Toets voor steeklengte
op het toetsenpaneel
0
1
2
4
3
5
6
7
8
9
10
11
12
0
1
2
4
3
5
6
7
8
9
10
11
12
mm
mm
MAX
MIN
q
w
e
r
+
+/–
+/–
Bediening
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/201538
Informatie
U kunt 2 verschillende steeklengtes instellen.
Het bovenste stelwieltje (1) is voor de langere kortere steeklengte,
het onderste stelwieltje (2) voor de kleinere steeklengte.
De langere steeklengte wordt ingeschakeld met de toets voor
steeklengte op het toetsenpaneel ( P. 39). Als de langere
steeklengte actief is, brandt de toets voor steeklengte (4) op het
toetsenpaneel.
Hendel voor de steekinstelling
Met de hendel voor de steekinstelling op de machinearm kan
de steeklengte worden verkort tot het achteruit naaien in de
laagste eindstand.
Afb. 23: Hendel voor de steekinstelling
Zo gebruikt u de hendel voor de steekinstelling:
1. De hendel voor de steekinstelling (1) langzaam omlaag
drukken.
De steeklengte wordt korter.
In de laagste eindstand naait de machine achteruit met de
ingestelde steeklengte.
(1) - Hendel voor de steekinstelling
1
2
q
Bediening
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 39
4.14 Toetsen op de machinearm
4.14.1 Toetsen inschakelen
De toetsen activeren bepaalde functies tijdens het naaien.
Afb. 24: Toetsen inschakelen
Zo activeert u een toets:
1. Toets indrukken.
De functie is geactiveerd. De toets licht op.
Zo deactiveert u een toets:
1. Druk de toets nogmaals in.
De functie is gedeactiveerd. De toets dooft.
Toets voor achteruit naaien (1)
Als toets (1) geactiveerd is, naait de machine achteruit.
Toets voor naaldpositie (2)
Bij een geactiveerde toets voor naaldpositie (2) beweegt de
naald naar een bepaalde stand.
Deze stand wordt via de parameterinstellingen ingesteld.
Lees daarvoor de Servicehandleiding. Bij levering is de
machine zo ingesteld dat de naald bij een geactiveerde toets voor
naaldpositie (2) naar de hoogste stand beweegt.
(1) - Achteruit naaien
(2) - Naaldpositie
(3) - Functie voor afhechtsteken
aan begin en einde
(4) - Steeklengte
(5) - Hulpdraadspanning
(6) - Schroeven voor het toewijzen
van de Toets Favorieten (7)
(7) - Toets Favorieten
+
+/–+/–
u
q w e r t
y
Bediening
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/201540
Toets voor afhechtsteken aan begin en einde (3)
Toets voor afhechtsteken aan begin en einde (3) heft de algemene
instellingen voor het naaien van afhechtsteken aan begin en einde
op. Als de functie voor afhechtsteken is ingeschakeld, wordt door
het drukken op de toets voor afhechtsteken aan begin en einde (3)
de volgende afhechtsteek onderdrukt.
Als er geen functie voor afhechtsteken is ingeschakeld, wordt door
het drukken op de toets voor afhechtsteken aan begin en einde (3)
de volgende afhechtsteek genaaid.
Lees voor de instellingen voor het naaien van afhechtsteken aan
begin en einde de Handleiding voor de DAC basic/classic.
Toets voor steeklengte (4)
Als de toets voor steeklengte (4) geactiveerd is, naait de machine
met een grotere steeklengte.
Toets voor hulpdraadspanning
Wanneer de toets voor hulpdraadspanning (5) geactiveerd is,
wordt de hulpdraadspanning ingeschakeld.
4.14.2 Toets Favorieten instellen
U kunt belangrijke functies aan de toets Favorieten toewijzen.
Wijs een functie die u vaak gebruikt toe aan de toets Favorieten
om deze snel te activeren tijdens het naaien.
Afb. 25: Toets Favorieten instellen
(1) - Achteruit naaien
(2) - Naaldpositie
(3) - Functie voor afhechtsteken
aan begin en einde
(4) - Steeklengte
(5) - Hulpdraadspanning
(6) - Schroef in uitgangspositie:
Horizontale gleuf
(7) - De schroef activeert de
favorietentoets: Verticale gleuf
(8) - Schroeven voor het toewijzen
van de Toets Favorieten (9)
(9) - Toets Favorieten
+
+/–+/–
o
q w e r t
i
u
y
Bediening
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 41
Volgorde
Om een nieuwe toetsfunctie over te brengen naar de toets
Favorieten, moeten alle schroeven onder de toetsen eerst in
horizontale positie (6) worden gebracht.
Zo wijst u de toets Favorieten toe:
1. Schroef (8) onder de knop met de gewenste functie
verticaal (7) plaatsen.
Informatie
De toets Favorieten kan slechts één toetsfunctie per keer
worden toegewezen.
Bediening
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/201542
4.15 Naaien
Afb. 26: Naaien
Het voetpedaal start en regelt het naaiproces.
Naaiproces
Startpositie van de machine voor het begin van het naaien:
De hoofdschakelaar staat aan.
Het pedaal staat in ruststand (2).
De machine staat stil.
De naald is in de hoogste stand.
De naaivoeten staan in de laagste stand.
De laatste naaiactie werd afgesloten met het afsnijden van
de draad.
VOORZICHTIG
Risico op verwondingen als gevolg van
spitse delen!
Inprikken.
Niet in het gebied van de naaldpunt grijpen.
(1) - Positie +1: Naaiproces actief
(2) - Positie 0: Ruststand
(3) - Positie -1: Verhogen van de
naaivoetstand
(4) - Positie -2: Afhechting naaien
en draad afsnijden
q
w
e
r
Bediening
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 43
Zo naait u:
1. Trap het pedaal in positie 0 (3):
Breng de naaivoeten omhoog.
2. Duw het materiaal naar de naald toe.
3. Trap het pedaal in positie +1 (1) en ingedrukt houden.
De machine naait. Naarmate het pedaal verder wordt
ingedrukt, zal de naaisnelheid hoger worden.
Opties tijdens het naaien
Zo verwijdert u het materiaal:
1. Trap het pedaal in positie -2 (4).
De machine naait de afhechtsteek.
De draad wordt afgesneden.
De machine stopt, de naald en naaivoeten staan in de
hoogste stand.
2. Laat het pedaal los en verwijder het materiaal.
Uitvoering Beschrijving Verwijzing
Naaien onderbreken Trap het pedaal in positie 0 (2).
De machine stopt. De naald
is in de laagstestand.
De naaivoeten staan in de
laagste stand.
Naaien voortzetten Trap het pedaal in positie +1 (1).
De machine naait.
De verhoogde naaivoet-
stand inschakelen
Toets op de machinearm
indrukken
P. 3 6
2. Steeklengte
inschakelen
Toets op de machinearm
indrukken
P. 4 0
Hulpdraadspanning
inschakelen
Toets op de machinearm
indrukken
P. 4 0
Achteruit naaien Toets P. 3 8
P. 3 9
Bediening
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/201544
Onderhoud
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 45
5 Onderhoud
In dit hoofdstuk worden de onderhoudswerkzaamheden beschre-
ven die regelmatig moeten worden uitgevoerd, om de levensduur
van de machine te verlengen en de kwaliteit van de naad te
behouden.
Verdere onderhoudswerkzaamheden mogen alleen door gekwa-
lificeerd personeel worden uitgevoerd ( Servicehandleiding).
5.1 Reinigen
Naaistof en draadresten moeten elke acht bedrijfsuren met
een persluchtpistool of borsteltje worden verwijderd.
Bij materiaal dat erg pluist, moet de machine vaker worden
gereinigd.
Uit te voeren werkzaamheden Bedrijfsuren
8 40 160 500
Naaistof en draadresten verwijderen
Controleer het oliepeil
Controleer de bedrijfsdruk
Controleer het waterniveau
WAARSCHUWING
Risico op verwondingen als gevolg van
rondvliegende deeltjes!
Reinigen met perslucht kan leiden tot
verwondingen aan de ogen of het
ademhalingssysteem.
Blaas NOOIT deeltjes in de richting van andere
mensen.
Let op dat geen deeltjes in het oliereservoir
terechtkomen
Onderhoud
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/201546
Afb. 27: Reinigen
Zo kunt u de machine reinigen:
1. Schakel de stroom via de hoofdschakelaar uit.
2. Verwijder naaistof en draadresten met een persluchtpistool
of borsteltje.
Speciaal om schoon te maken:
Mes van de spoel (1)
Gedeelte onder de steekplaat (2)
•Grijper (3)
Gedeelte rondom de naald (4)
AANWIJZING
Risico op materiële schade!
Naaistof en draadresten kunnen de functie van de machine
beïnvloeden.
Machine regelmatig reinigen.
AANWIJZING
Risico op materiële schade!
Oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen beschadigen
de lak van de machine.
Gebruik alleen oplosmiddelvrije reinigingsmiddelen.
(1) - Mes van de spoel
(2) - Gedeelte onder de steekplaat
(3) - Grijper
(4) - Gedeelte rondom de naald
e
r
q
w
Onderhoud
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 47
5.2 Smeren
WAARSCHUWING
Risico op verwondingen als gevolg van het
in contact komen met olie!
Contact met olie kan irritatie, huiduitslag,
allergieën of huidletsel veroorzaken.
Voorkom ALTIJD langer contact van de huid
met olie.
Reinig de huid ALTIJD na contact met olie.
AANWIJZING
Risico op materiële schade!
Risico op beschadigingen van de machine als gevolg
van een onjuist oliepeil.
Te veel of te weinig olie kan tot schade aan de machine
leiden.
Controleer het oliepeil dagelijks.
Het oliepeil moet altijd tussen de MAX- en MIN-instelpunten
liggen.
AANWIJZING
Risico op materiële schade!
Het gebruik van onjuiste oliesoorten kan tot schade aan
de machine leiden.
Gebruik alleen olie die overeenkomt met de specificaties
in de gebruiksaanwijzing.
Onderhoud
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/201548
Afb. 28: Smeren
Zo kunt u de machine smeren:
1. Controleer dagelijks het oliepeil.
Het oliepeil moet tussen het MIN-instelpunt (3) en het
MAX-instelpunt (2) liggen.
2. Vul eventueel olie bij via de vulopening (1):
Informatie
Voor machines met CLASSIC-apparatuur
Als het oliepeil onder de minimummarkering (3) daalt, licht bij
CLASSIC-machines het oliepeilglas rood op.
LET OP
Mogelijke milieuschade door afgewerkte olie!
Onjuiste behandeling van afgewerkte olie kan
leiden tot ernstige milieuschade.
Volg ALTIJD de wettelijke voorschriften in het
kader van verwijdering van afgewerkte olie op.
Let erop dat u NOOIT olie morst.
(1) - Bijvulopening
(2) - MAX-instelpunt
(3) - MIN-instelpunt
Onderhoud
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 49
1. Na het bijvullen van de olie de machine uitschakelen en
weer inschakelen.
De rode lamp dooft.
Te gebruiken olie
Gebruik voor het oliën uitsluitend smeerolie DA 10 of een
gelijkwaardige olie met de volgende specificaties:
Viscositeit bij 40 °C: 10 mm²/s
Vlampunt: 150 °C
DA 10 is verkrijgbaar bij de verkooppunten van DÜRKOPPP
ADLER AG onder het volgende artikelnummer:
5.3 Pneumatische systeem onderhouden
5.3.1 Controleer de bedrijfsdruk
Reservoir Artikelnummer
250 ml 9047 000011
1 l 9047 000012
2 l 9047 000013
5 l 9047 000014
AANWIJZING
Risico op materiële schade!
Mogelijke schade aan de machine door verkeerde druk.
Controleer de bedrijfsdruk dagelijks.
Laat de bedrijfsdruk door gespecialiseerd personeel
instellen als de bedrijfsdruk afwijkt van de referentiewaarde,
zie Servicehandleiding.
Onderhoud
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/201550
Afb. 29: Controleer de bedrijfsdruk
Zo kunt u de bedrijfsdruk controleren:
1. Controleer de bedrijfsdruk op de manometer (1).
Belangrijk
De bedrijfsdruk mag niet meer dan 1 bar van de referentiewaarde
( P. 79) afwijken.
5.3.2 Controleer het waterniveau
Het condenswater wordt in de waterafscheider van de drukmeter
opgevangen.
(1) - Manometer
AANWIJZING
Risico op materiële schade!
Mogelijke materiële schade als gevolg van te veel water.
Controleer het waterniveau dagelijks.
Condenswater aftappen indien er te veel water in de
waterafscheider zit.
Onderhoud
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 51
Afb. 30: Controleer het waterniveau
Zo kunt u de waterstand controleren:
1. Controleer dagelijks de waterstand in de waterafscheider (2).
Het condenswater mag niet tot aan het filterinzetstuk (1)
stijgen.
2. Indien nodig het water aftappen:
Machine uitschakelen
Plaats het opvangreservoir onder de schroef (3).
De schroef (3) volledig uitdraaien
Het condenswater in het opvangreservoir laten lopen
Schroef (3) vastdraaien
(1) - Filterinzetstuk
(2) - Waterafscheider
(3) - Schroef
②③
Onderhoud
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/201552
5.4 Onderdelenlijst
Een onderdelenlijst kan alleen bij Dürkopp Adler worden besteld.
Voor meer informatie kunt u ook onze website bezoeken via:
www.duerkopp-adler.com
Opstelling
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 53
6 Opstelling
6.1 De omvang van de levering controleren
De omvang van de levering is afhankelijk van de bestelling.
1. Controleer of alle onderdelen aanwezig zijn.
Afb. 31: De omvang van de levering controleren
WAARSCHUWING
Risico op verwondingen!
Beklemming.
De machine mag alleen door gespecialiseerd
personeel worden geïnstalleerd.
Veiligheidshandschoenen en
veiligheidsschoenen dragen.
(1) - Garenhouder
(2) - Bovenste deel van de machine
(3) - Oliereservoir
(4) - Besturing
(5) - Pneumatiek
(6) - Kniehendel
(7) - Pedaal
(8) - Onderstel
(9) - Lade
(10) - Werktafelblad
(11) - Bedieningspaneel
0
2
8
4
6
10
q
w
o
i
a
s
e
r
t
y
u
Opstelling
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/201554
Standaarduitrusting
Bovenste deel van de naaimachine (2)
Oliereservoir (3)
Garenhouder met afwikkelarm (1)
Besturing (4)
Bedieningspaneel voor de besturing (11)
Kniehendel (6)
Optionele uitrusting
Werktafelblad (10)
•Lade(9)
Onderstel (8)
Pedaal (7)
Pneumatiek (5)
Naailampje (zonder afbeelding)
6.2 Transportbeveiligingen verwijderen
Voor het opstellen dienen alle transportbeveiligingen verwijderd
te worden.
Zo verwijdert u de transportbeveiligingen:
1. Veiligheidsbanden en houten strips aan het bovenste deel
van de machine. Tafel en onderstel verwijderen.
2. Steunwig tussen de machinearm en steekplaat verwijderen.
Opstelling
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 55
6.3 Onderdelen van het onderstel monteren
Afb. 32: Onderdelen van het onderstel monteren
Zo kunt u de onderdelen van het onderstel monteren:
1. Dwarsbalken (4) aan de uitschuifbare poten van het
onderstel (3) vastschroeven.
2. Houder (8) aan de achterzijde van de bovenste dwarsbalk (4)
vastschroeven.
3. Dwarssteun (6) aan de voetsteunen (5) vastschroeven.
4. De uitschuifbare poten (2) zo plaatsen dat het langere uiteinde
van het hoofddeel (1) zich boven het langere deel van de
voetsteunen (5) bevindt.
5. De uitschuifbare poten (2) zo vastschroeven dat beide
hoofddelen (1) zich op gelijke hoogte bevinden.
6. De stelschroeven (7) zo draaien dat het onderstel waterpas
staat.
(1) - Bovenste deel van de
uitschuifbare poten
(2) - Uitschuifbare poten
(3) - Uitschuifbare poten van het
onderstel
(4) - Dwarsbalken
(5) - Voetsteunen van het onderstel
(6) - Dwarssteun
(7) - Stelschroef
(8) - Houder voor smeerolieflesje
q
q
i
w
w
e
e
r
r
t
t
y
u
Opstelling
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/201556
6.4 Pedaal monteren
Afb. 33: Pedaal monteren
Zo kunt u het pedaal monteren:
1. Pedaal (1) op de dwarssteun (2) plaatsen en zo uitlijnen dat
het midden van het pedaal zich onder de naald bevindt.
2. Pedaal (1) vastschroeven op de dwarssteun (2).
6.5 Werktafelblad opstellen
Informatie
Creëer uw eigen werktafelblad
Het werktafelblad hoort bij de optionele omvang van de levering.
Als u het tafelblad zelf maakt, vindt u in de bijlage tekeningen
met de afmetingen ( P. 81).
(1) - Pedaal (2) - Dwarssteun
q
w
Opstelling
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 57
Afb. 34: Werktafelblad opstellen
Zo kunt u het werktafelblad monteren:
1. lade (5) met de houder links, aan de onderkant van het
werktafelblad vastschroeven.
2. Oliereservoir (4) onder de uitsparing voor de machine
vastschroeven.
3. Kabelgoot (7) aan de onderkant van het werktafelblad
vastschroeven.
4. Garenhouder (1) in de opening plaatsen.
5. Garenhouder (1) bevestigen, inclusief gebruik van moer en
onderlegring.
(1) - Garenhouder
(2) - Boren in het werktafelblad
(3) - Hoekverdikkingen
(4) - Oliereservoir
(5) - Lade
(6) - Uitsparingen voor de rubberen
steunen van het scharnier
(7) - Kabelgoot
q
w
e
r
t
y
u
Opstelling
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/201558
6. De kloshouder en afwikkelarm zo aan de garenhouder (1)
vastschroeven, dat deze exact boven elkaar staan.
7. Stoppen in de opening (2) plaatsen.
8. De rubberen steunen in de uitsparingen (6) plaatsen.
9. Plaats de rubberen hoeken in de hoekverdikkingen (3) van
de uitsparing voor de machine.
6.6 Werktafelblad op het onderstel bevestigen
Afb. 35: Werktafelblad op het onderstel bevestigen
Zo kunt u het werktafelblad op het onderstel bevestigen:
1. werktafelblad boven op de uitschuifbare poten plaatsen.
2. Werktafelblad in de schroefgaten (1) vastschroeven.
(1) - Schroefgaten en schroeven
q
q
Opstelling
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 59
6.7 Besturing monteren
Afb. 36: Besturing monteren
Informatie
Als u een naailampje heeft dat als optionele uitrusting kan worden
gemonteerd: Monteer eerst het naailampje op de besturing.
Zo kunt u de besturing monteren:
1. De besturing (2) aan de 4 houders (1) onder het
werktafelblad vastschroeven.
2. De voedingskabel van de besturing (2) in de
ontlastingsklem (3) klemmen.
3. De ontlastingsklem (3) onder het werktafelblad
vastschroeven.
(1) - Houder
(2) - Besturing
(3) - Ontlastingsklem
w
q
e
Opstelling
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/201560
6.8 Sensor gewenste waarde monteren
Afb. 37: Sensor gewenste waarde monteren
Zo kunt u de sensor gewenste waarde monteren:
1. De hoek (1) onder het werktafelblad vastschroeven.
2. Sensor gewenste waarde (2) aan de hoeksteun (1)
schroeven.
3. Pedaalstang (3) op de gewenste lengte instellen:
Hellingshoek van 10° bij onbelast pedaal (4)
4. Pedaalstang (3) ophangen.
(1) - Hoeksteun
(2) - Sensor gewenste waarde
(3) - Pedaalstang
(4) - Pedaal
10°
q
w
e
r
Opstelling
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 61
6.9 Bovenste deel van de machine plaatsen
Afb. 38: Bovenste deel van de machine plaatsen
Zo kunt u het bovenste deel van de machine plaatsen:
1. De bovenste scharnieronderdelen (1) aan het bovenste
machineonderdeel vastschroeven.
2. De bovenste scharnieronderdelen (1) in de hiervoor
bestemde rubberen inzetstukken (2) plaatsen.
3. Vouw het bovenste machineonderdeel naar beneden en
plaats het in de uitsparing.
6.10 Montage van de demper
De demper absorbeert het machinegewicht bij het naar
beneden klappen.
Afb. 39: Montage van de demper
Zo kunt u de demper monteren:
1. Bovenste deel van de machine naar beneden klappen.
2. Demperveer (2) aan het oliereservoir bevestigen.
3. Sluit de onderdelen van de demper aan en leid ze door het
gat in de achterkant van het oliereservoir.
4. De inschroefhoek (1) onder het werktafelblad vastschroeven.
(1) - Bovenste scharnieronderdelen (2) - Rubberen steunen
q
w
(1) - Inschroefhoek (2) - Demperveer
q
w
Opstelling
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/201562
6.11 Olieaanzuigleiding monteren
Afb. 40: Olieaanzuigleiding monteren
Zo kunt u de olieaanzuigleiding monteren:
1. Bovenste deel van de machine naar beneden klappen.
2. Vilten mat (2) met de kunststof klem rechts in het oliereservoir
vastschroeven.
3. De slang van de olieaanzuigleiding (1) in de kunststof klem
plaatsen.
(1) - Slang van de olieaanzuigleiding (2) - Vilten mat
w
q
Opstelling
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 63
6.12 Kniehendel monteren
6.12.1 Elektrische kniehendel monteren
Afb. 41: Elektrische kniehendel monteren
Zo kunt u de elektrische kniehendel monteren:
1. De kniehendel (1) vóór het oliereservoir onder het
werktafelblad vastschroeven.
2. De aansluitkabel (2) tussen het oliereservoir en de
besturing door naar achteren trekken.
3. Steek de stekker (3) in de bus van de besturing.
(1) - Kniehendel
(2) - Aansluitkabel
(3) - Stekker
q
w
e
Opstelling
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/201564
6.12.2 Mechanische kniehendel monteren
Afb. 42: Mechanische kniehendel monteren
Zo kunt u de mechanische kniehendel monteren:
1. Bovenste deel van de machine naar beneden klappen.
2. Overbrengingsstang (1) aan het oliereservoir bevestigen.
3. Stang van de kniehendel (3) samen vastschroeven.
4. Stang (3) door de opening van het oliereservoir (2) trekken
en met de overbrengingsstang (1) verbinden.
6.13 Bedieningspaneel monteren
Afb. 43: Bedieningspaneel monteren I
(1) - Overbrengingsstang
(2) - Opening van het oliereservoir
(3) - Stang van de kniehendel
q
w
e
(1) - Bedieningspaneel
(2) - Hoekstuk voor het
bedieningspaneel
(3) - Kabelgoot
(4) - Ventilatiekap
(5) - Afdekking van het bovenste
deel van de machine
q
w
e
r
t
Opstelling
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 65
Zo kunt u het bedieningspaneel monteren:
1. Schroef de ventilatiekap (4) van het bovenste deel van de
machine (5) los.
2. Hoekstuk voor het bedieningspaneel (2) aan de machinearm
vastschroeven.
3. Bedieningspaneel (1) aan het hoekstuk voor het
bedieningspaneel (2) vastschroeven.
4. Aansluitkabel door de kabelgoot (3) trekken.
Afb. 44: Bedieningspaneel monteren II
5. Aansluitkabel (6) langs de machinearm trekken.
6. Kabel door de opening in het werktafelblad trekken.
7. Steek de stekker van de aansluitkabel in de bus van de
besturing.
Informatie
Voor machines met naailampje
Als u een naailampje heeft dat als optionele uitrusting kan
worden gemonteerd: Laat de afdekkingen openstaan totdat het
naailampje is gemonteerd en de naailichtkabel is gelegd.
8. Schroef de ventilatiekap (4) van het bovenste deel van de
machine (5) vast.
(6) - Aansluitkabel
y
Opstelling
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/201566
6.14 Elektrische aansluiting
6.14.1 Naailampje monteren
Het naailampje behoort tot de optionele uitrusting en behoort niet
tot de standaard levering.
Zo kunt u het naailampje monteren:
1. Monteer het naailampje volgens het aansluitschema.
6.14.2 Transformator van het naailampje monteren
Zo kunt u de transformator van het naailampje monteren:
1. Monteer het naailampje en sluit het aan volgens het
aansluitschema.
6.14.3 Directe aandrijving aansluiten:
Zie de Gebruiksaanwijzing DAC basic/classic.
Voor het aansluiten van de directe aandrijving dienen de
volgende handelingen uitgevoerd te worden:
1. De stekkers van alle aansluitkabels dienen in de bussen
aan de achterzijde van de besturing gestoken te worden.
2. Sluit de kabel voor de potentiaalvereffening aan.
3. De voedingskabel van de besturing aansluiten.
GEVAAR
Levensgevaar als gevolg van
spanningvoerende delen!
Als gevolg van onbeschermd contact met stroom
kunnen zeer ernstige gevolgen voor lijf en leden
ontstaan.
UITSLUITEND elektriciens of overeenkomstig
geschoolde personen mogen werkzaamheden
aan de elektrische uitrusting uitvoeren.
Trek STEEDS de stekker uit het stopcontact
wanneer aan de elektrische uitrusting wordt
gewerkt.
Opstelling
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 67
6.15 Pneumatische aansluiting
6.15.1 Onderhoudseenheid monteren
Het pneumatische systeem behoort tot de optionele uitrusting
en behoort niet tot de standaard levering.
Afb. 45: Onderhoudseenheid monteren
Zo kunt u de onderhoudseenheid monteren:
1. de onderhoudseenheid (2) met hoekstuk, schroeven en strip
aan de bovenste dwarsbalk (4) van het onderstel bevestigen.
AANWIJZING
Risico op materiële schade!
Mogelijke schade aan de machine door verkeerde druk.
De systeemdruk voor het pneumatische systeem bedraagt
8-10 bar.
Zorg ervoor dat de netdruk juist is ingesteld.
(1) - Machineslang
(2) - Onderhoudseenheid
(3) - Aansluitslang
(4) - Dwarsbalk
0
2
8
4
6
10
r
q
w
e
Opstelling
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/201568
2. De machineslang (1) die vanuit het bovenste deel komt, dient
rechtsboven aan de onderhoudseenheid (2) bevestigd te
worden.
3. De aansluitslang (3) aansluiten aan het pneumatische
systeem.
6.15.2 Werkdruk instellen
Afb. 46: Werkdruk instellen
Zo kunt u de werkdruk instellen:
1. De drukmeter (1) omhoog duwen.
2. Bedrijfsdruk zo instellen dat de manometer (2) 6 bar aangeeft.
Hogere bedrijfsdruk instellen: Drukmeter (1) naar rechts
draaien
Lagere bedrijfsdruk instellen: Drukmeter (1) naar links
draaien
3. Duw de drukmeter (1) verder omlaag.
AANWIJZING
Risico op materiële schade!
Mogelijke schade aan de machine door verkeerde druk.
De bedrijfsdruk is 6 bar.
Zorg ervoor dat de bedrijfsdruk juist is ingesteld.
(1) - Drukmeter (2) - Manometer
0
2
8
4
6
10
w
q
Opstelling
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 69
6.16 Smering controleren
Alle lekkatoentjes en stukjes vilt van het bovenste gedeelte werden
vóór de levering in olie gedrenkt. Deze olie wordt tijdens gebruik
teruggevoerd naar het voorraadreservoir. Bij de eerste olievulling
mag er niet te veel olie bijgevuld worden ( P. 47).
6.17 Naaitest uitvoeren
Voer voordat u de machine in bedrijf neemt een naaitest uit. Stel de
machine op basis van de eisen van het te verwerken materiaal in.
Zo kunt u een naaitest uitvoeren:
1. Naald inzetten ( P. 1 6 ).
2. Bovendraad inrijgen ( P. 1 8).
3. Spoeldraad opwikkelen ( P. 2 2).
4. De onderdraadspoel inzetten ( P. 2 5 ).
5. Bovendraadspanning voor het te verwerken materiaal
instellen ( P. 2 7 ).
6. Draadregelaar voor het te verwerken materiaal instellen
( P. 3 0 ).
VOORZICHTIG
Risico op verwondingen als gevolg van spitse
delen!
Inprikken.
Machine uitschakelen voor
Naald vervangen
Bovendraden inrijgen
De onderdraadspoelen vervangen
Onderdraadspanning instellen
Draadregelaar instellen
Opstelling
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/201570
7. Naaivoetdruk voor het te verwerken materiaal instellen
( P. 3 3 ).
8. Naaivoetstand voor het te verwerken materiaal instellen
( P. 3 4 ).
9. Steeklengte instellen ( P. 3 7).
10. Breng de gewenste snelfunctie over van de toetsen op de
machinearm naar de toets Favorieten ( P. 3 9).
11. Naaitest beginnen op lage snelheid.
12. Verhoog de snelheid geleidelijk tot de reguliere werksnelheid.
Buitenbedrijfstelling
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 71
7 Buitenbedrijfstelling
Als u de machine langere tijd of permanent buiten bedrijf wilt
stellen, moet u de volgende stappen uitvoeren.
Zo kunt u de machine buiten bedrijf stellen:
1. Schakel de hoofdschakelaar uit.
2. Stekker uit het stopcontact nemen.
3. Pneumatische aansluiting ontkoppelen.
4. Resterende olie met een doek uit het oliereservoir onder
de materiaaldrager verwijderen.
5. Bedieningspaneel afdekken.
6. Machine afdekken.
WAARSCHUWING
Risico op verwondingen als gevolg van
ontbrekende zorgvuldigheid!
Bij buitenbedrijfstelling van de machine kan een
gebrek aan zorgvuldigheid of onvoldoende
deskundigheid tot ernstig letsel leiden.
De machine alleen reinigen als deze
uitgeschakeld is.
Vermijd contact met olieresten.
De aansluitingen alleen laten ontkoppelen door
daarvoor geschoold personeel.
Buitenbedrijfstelling
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/201572
Verwijdering
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 73
8 Verwijdering
De machine mag niet met het normale huishoudelijk afval worden
verwijderd.
De machine moet in overeenstemming met de nationale voor-
schriften op gepaste wijze worden verwijderd.
Vergeet bij de verwijdering niet dat de machine uit verschillende
materialen bestaat (staal, kunststof, elektronische onderdelen...).
Volg voor de verwijdering de nationaal geldende voorschriften.
LET OP
Gevaar voor milieuschade bij onjuiste
verwijdering!
Bij een ondeskundige verwijdering van de
machine kan ernstige milieuschade ontstaan.
Volg ALTIJD de wettelijke voorschriften in het
kader van verwijdering op.
Verwijdering
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/201574
Oplossen van storingen
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 75
9 Oplossen van storingen
9.1 Klantenservice
Aanspreekpartner bij reparaties of problemen met de machine:
Dürkopp Adler AG
Potsdamer Str. 190
33719 Bielefeld
Tel. +49 (0) 180 5 383 756
Fax +49 (0) 521 925 2594
Internet: www.duerkopp-adler.com
9.2 Fout tijdens het naaien
Fout Mogelijke oorzaak Foutoplossing
Draad uit
naald bij
naadbegin
De bovendraadspanning is
te strak
Bovendraadspanning
controleren ( P. 27 )
Oplossen van storingen
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/201576
Draadbreuk De bovendraad is niet
correct ingeregen
Gehele traject van de
bovendraad ( P. 1 8)
Naald is
verbogen
scherpkantig
niet correct ingeregen
Nieuwe naald inzetten
( P. 1 6)
Garen is
geknoopt
hard
te dik
Gebruik aanbevolen garen
( P. 7 9)
De draadspanning is te
hoog ingesteld
Draadspanning
controleren ( P. 27 )
Draadvoerende delen zijn
scherpkantig
Draadpad controleren
De steekplaat of de grijper
is beschadigd door de
naald
Onderdelen laten
vervangen
Onjuiste steek Naald is
•stomp
verbogen
niet correct ingeregen
Nieuwe naald inzetten
( P. 1 6)
De bovendraad is niet
correct ingeregen
Gehele traject van de
bovendraad ( P. 1 8)
controleren
De draadspanning is te
hoog ingesteld
Draadspanning
controleren ( P. 27 )
Materiaal wordt niet
correct vastgehouden
Naaivoetdruk controleren
( P. 3 3)
Naaldsterkte is verkeerd Aanbevolen naalddikte
gebruiken ( P. 7 9 )
De steekplaat of de grijper
is beschadigd door de
naald
Onderdelen laten
vervangen
Grijper is verkeerd
ingesteld.
Servicehandleiding
Fout Mogelijke oorzaak Foutoplossing
Oplossen van storingen
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 77
Losse steek Draadspanning is niet
geschikt voor
Materiaal
Materiaaldikte
•Draad
Draadspanning
controleren ( P. 27 )
De bovendraad is niet
correct ingeregen
Gehele traject van de
bovendraad ( P. 1 8)
controleren
Naaldbreuk Naaldsterkte is niet
geschikt voor
Materiaal
Materiaaldikte
•Draad
Naaldsterkte aanpassen
( P. 7 9)
Fout Mogelijke oorzaak Foutoplossing
Oplossen van storingen
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/201578
Technische gegevens
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 79
10 Technische gegevens
Gegevens en kengetallen
Technische gegevens Eenheid H867
Type machine Langarm naaimachine
Type naaisteek Stiksteek 301
Grijpertype verticaal, oversized
(3XL)
Aantal naalden 1-2
Naaldsysteem 7x23,328,794 (met
naaldadapter)
Naaldsterkte [Nm] 140-230
Draadsterkte [Nm] 8/3
Steeklengte [mm] 12
Max. toerental
[min
-1
]
1800
Toerental bij uitlevering
[min
-1
]
1800
Netspanning [V] 230
Netfrequentie [Hz] 50/60
Bedrijfsdruk [bar] 6
Lengte [mm] 1090
Breedte [mm] 220
Hoogte [mm] 500
Gewicht [kg] 94
Nominaal vermogen [W] 375
Technische gegevens
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/201580
Productspecificaties
Extra grote 3XL-grijper met 40 mm spoeldiameter
Maximale doorvoerhoogte bij hoog ingestelde naaivoetstand:
25 mm
DC-aandrijving
Positionering aan het naaduiteinde
Elektropneumatische voetheffing via het naaipedaal
Restgarenlengte bij automatische draadafsnijder van
ca. 15 mm
Veiligheidskoppeling die bij een draadinslag verstel of
beschadiging van de grijper voorkomt
Automatische smering van het lekkatoentje van de machine
en grijper met oliepeilglas in de poot
Mogelijke naaldafstanden met draadafsnijder: 3 - 40 mm
Mogelijke naaldafstanden bij machines zonder draadafsnijder:
3- 50mm
De H867 is verkrijgbaar als 1-naalds- of 2-naaldsmachine en
met of zonder automatische draadafsnijder. Modellen met
draadafsnijders hebben een toetsenpaneel op de machinearm
voor snelfuncties. Een extra toets in het greepbereik kan
optioneel worden toegewezen aan een van de functies van het
toetsenpaneel.
Bijlage
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 81
11 Bijlage
Afmetingen van het werktafelblad
Bijlage
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/201582
Bijlage
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 83
Bedradingsschema voor de montage
Bijlage
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/201584
Schema voor het pneumatische systeem
Bijlage
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 85
Bijlage
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/201586
Bijlage
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 87
Bijlage
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/201588
Bijlage
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/2015 89
Bijlage
Bedieningshandleiding H867 - 01.0 - 11/201590
DÜRKOPP ADLER AG
Potsdamer Str. 190
33719 Bielefeld
Duitsland
Telefoon: +49 (0) 521 925 00
www.duerkopp-adler.com
Subject to design changes - Part of the machines shown with additional equipment - Printed in Germany
© Dürkopp Adler AG - Original Instructions - 0791 867760 NL - 01.0 - 11/2015
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94

Duerkopp Adler H867 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor