tor gedrukt, aan de onderkant ten opzichte van de klemmen en op de
tegenoverliggende zijde.
03. Na de twee draden te hebben vastgezet, dient u de connector in zijn
bescherming (afb. 10) te plaatsen.
Belangrijk – De correcte positie van de connector is met het sym-
bool van de aardverbinding naar beneden toe (zie afb. 10);
04. Trek vervolgens de kabel naar de buitenkant van de aansluiting toe en
installeer de afdichting en de ring (afb. 11-a-b). Schroef tot slot de
kabeldoorvoer (afb. 11-c) vast met behulp van een sleutel, zodat er een
compleet hermetische sluiting wordt verkregen.
05. Na de aansluiting gemonteerd te hebben, plaatst u de bijgeleverde
afdichting op het aansluitvlak van de aansluiting (afb. 12).
STAP 6 – Montage van de “pipet” aansluiting op de voedingskabel
Als de kabel te lang is, kunt u hem inkorten, waarbij u de draden zoveel
afstript dat de lengte ervan gelijk
is aan de lengte die is aangegeven op de
afb. A (let op! – afwijkende lengtes leveren problemen op bij de latere mon-
tage van de aansluiting).
Ga daarna als volgt te werk om de ZWARTE
“pipet” aansluiting op het uit-
einde van de voedingskabel te monteren:
01. Schuif de verschillende elementen van de aansluiting op de kabel, in de
volgorde die is aangegeven op afb. 7;
LET OP! – De elektrische geleidingsbrug op de connector (afb. 8) mag
niet gewijzigd worden.
02. Bevestig met behulp van een rechte schroevendraaier de blauwe
draad op klem nr. 1 en de bruine draad op de klem van de aardver-
binding (4) (afb. 9) op de connector:
Opmerking – De referentienummers en –symbolen zijn op de connec-
tor gedrukt, aan de onderkant ten opzichte van de klemmen en op de
tegenoverliggende zijde.
03. Na de twee draden te hebben vastgezet, dient u de connector in zijn
bescherming (afb. 10) te plaatsen.
Belangrijk – De correcte positie van de connector is met het sym-
bool van de aardverbinding naar beneden toe (zie afb. 10);
04. Trek vervolgens de kabel naar de buitenkant van de aansluiting toe en
installeer de afdichting en de ring (afb. 11-a-b). Schroef tot slot de
kabeldoorvoer (afb. 11-c) vast met behulp van een sleutel, zodat er een
compleet hermetische sluiting wordt verkregen.
05. Na de aansluiting gemonteerd te hebben, plaatst u de bijgeleverde
afdichting op het aansluitvlak van de aansluiting (afb. 12).
STAP 7 – Aansluiting van het zonnepaneel SYP op de accumulator
PSY24
Om het paneel aan te sluiten op de accumulator gaat u als volgt te werk:
01. Sluit de GRIJZE
“pipet” aansluiting aan op de “IN” aansluiting op de
accumulator (afb. 14);
02. Zet de aansluiting vast met de bijgeleverde veiligheidsschroef, zie afb.
15. Opmerking – Als u voorziet dat de aansluiting vaak van de accu-
mulator zal worden losgemaakt, gebruikt u de schroef van afb. 16-a. In
het andere geval gebruikt u de schroef van afb. 16-b.
STAP 8 – Aansluiting van de accumulator PSY24 op de
automatisering
LET OP! – Om veiligheidsredenen mogen de handelingen die wor-
den beschreven in deze Stap 8 uitsluitend door een ge kwa li -
ficeerd en vakbekwame technicus worden verricht.
Om de accumulator aan te sluiten op de automatisering gaat u als volgt te
werk:
01. Open de besturingseenheid van de automatisering en steek de con-
nector van de voedingskabel in de aansluiting die bestemd is voor de
bufferbatterij, op de eenheid. Om deze aansluiting te vinden, raadpleegt
u de instructiehandleiding van de automatisering die van stroom voor-
zien moet worden.
02. Sluit de ZWARTE
“pipet” aansluiting aan op de “OUT” aansluiting op
de accumulator (afb. 17);
03. Zet de aansluiting vast met de bijgeleverde veiligheidsschroef, zie afb.
18. Opmerking – Als u voorziet dat de aansluiting vaak van de accu-
mulator zal worden losgemaakt, gebruikt u de schroef van afb. 16-a. In
het andere geval gebruikt u de schroef van afb. 16-b.
Nederlands – 3
NL
• Bepaal de juiste richting van het paneel op het horizontale vlak door
als volgt te werk te gaan:
a) Bepaal op de plaats van installatie met behulp van een kompas of een
landkaart waar het NOORDEN en het ZUIDEN liggen.
b) Richt het paneel vervolgens naar het NOORDEN of het ZUIDEN, op basis
van de volgende overwegingen:
– als de plaats van installatie zich in een land ten noorden van de eve-
naar (Verenigde Staten; Europa; Rusland etc.) bevindt, moet het paneel
exact in ZUIDELIJKE richting worden gedraaid;
– als de plaats van installatie zich in een land ten zuiden van de eve-
naar (Latijns Amerika; Australië; Indonesië etc.) bevindt, moet het paneel
exact in NOORDELIJKE richting
worden gedraaid.
Zie voor meer duidelijkheid afb. 4.
• Bepaal de juiste richting van het paneel op het verticale vlak
door als
volgt te werk te gaan:
Er rekening mee houdend dat het maximale rendement van het paneel bij
voorkeur verkregen moet worden in de winterperiode, wanneer er minder
zonuren per dag zijn dan in de zomer, dient het paneel in een zodanige hoek
te worden gericht dat het de zonnestralen loodrecht (frontaal) op het gevoe-
lige oppervlak ontvangt.
Deze hoek correspondeert met de breedtegraad van de plaats
en kan op
een willekeurige landkaart worden afgelezen: zo is de breedtegraad van
Madrid bijvoorbeeld 40°; die van Venetië 45°; die van Londen circa 50° etc.
Zie voor meer duidelijkheid afb. 5.
STAP 2 – Bevestiging van het zonnepaneel SYP op het gekozen punt
Na de positie van het paneel exact te hebben bepaald, assembleert u alle
componenten van de draagbeugel aan de hand van de aanwijzingen van
afb. 3.
Tot slot bevestigt u de beugel van het paneel op het gekozen oppervlak,
zoals te zien is op afb. 6.
STAP 3 – Bevestiging van de accumulator PSY24 op het
gekozen punt
Na de controles uit hoofdstuk 2 te hebben uitgevoerd en de plaats van instal-
latie van de accumulator exact te hebben bepaald, de accumulator op het
gekozen oppervlak bevestigen, zoals te zien is op afb. 13. Opmerking –
Gebruik voor de bevestiging de 2 schroeven aan de onderkant alleen als u
de accumulator vast wilt verankeren (niet verplaatsbaar).
STAP 4 – Doorvoer van de kabels
Na het paneel en de accumulator te hebben bevestigd, voert u de kabel van
het paneel door de buis of het beschermkanaal tot aan de accu mulator.
Raadpleeg de instructiehandleiding van de automatisering die van stroom
voorzien moet worden en verwijder het beschermdeksel van de besturings-
eenheid. Voer vervolgens het uiteinde van de voedingskabel met gestripte
draden door de automatisering (waar de andere kabels lopen) en laat hem uit
de automatisering komen via de hiervoor bestemde kabeldoorvoer. Voer de
kabel tot slot door de eventuele beschermgoot tot aan de accumulator.
Let op! – Sluit de voedingskabel niet aan op de besturingseenheid; laat de
toegang tot de besturingseenheid open en laat de kabeldoorvoer los.
STAP 5 – Montage van de ”pipet” aansluiting op de kabel van het
zonnepaneel SYP
Als de kabel te lang is, kunt u hem inkorten, waarbij u de draden zoveel
afstript dat de lengte ervan gelijk is aan de lengte die is aangegeven op de
afb. A (let op! – afwijkende lengtes leveren problemen op bij de latere mon-
tage van de aansluiting).
Ga daarna als volgt te werk om de GRIJZE “pipet” aansluiting op het uitein-
de van de kabel van het paneel te monteren:
01. Schuif de verschillende elementen van de aansluiting op de kabel, in de
volgorde die is aangegeven op afb. 7;
LET OP! – De elektrische geleidingsbrug op de connector (afb. 8) mag
niet gewijzigd worden.
02. Bevestig met behulp van een rechte schroevendraaier de blauwe
draad op klem nr. 1 en de bruine draad op de klem van de aardver-
binding (4) (afb. 9) op de connector:
Opmerking – De referentienummers en –symbolen zijn op de connec-
BELANGRIJK! – Als de voedingskabel die in de verpakking
zit buitenshuis gebruikt zal worden, is het verplicht deze
over de volle lengte
te beschermen met een specifieke
beschermbuis voor elektriciteitskabels.