NEDERLANDS
1.1 - Veiligheidswaarschuwingen
• LET OP! – Deze handleiding bevat belangrijke instructies en waarschu-
wingen voor de veiligheid. Een verkeerde installatie kan ernstig letsel ver-
oorzaken. Voordat u met het werk begint, moet de handleiding aandachtig
helemaal worden doorgelezen. In geval van twijfel stopt u met installeren en
vraagt u de servicedienst van Nice om uitleg.
• LET OP! – Belangrijke aanwijzing: bewaar deze instructies voor eventu-
ele onderhoudswerkzaamheden en om het product af te danken.
Bijzondere aanbevelingen ten aanzien van de gebruiksgeschiktheid van dit pro-
duct met betrekking tot de Richtlijn “Machines” 98/37/CE (2006/42/CE):
• Dit product wordt op de markt gebracht als een “machine-onderdeel” en is er
dus voor gemaakt om in een machine ingebouwd te worden of met andere
machines geassembleerd te worden teneinde “een machine” op grond van
de Richtlijn 2006/42/CE te vormen alleen in combinatie met andere onderde-
len op de manier zoals dat in in deze handleiding met aanwijzingen beschre-
ven is. Zoals dat voorzien is in de Richtlijn 2006/42/CE wordt er gewaar-
schuwd dat het niet geoorloofd is dit product in bedrijf te stellen zolang de
fabrikant van de machine waarin dit product wordt opgenomen, deze niet
heeft geidentificeerd en verklaard als conform de Richtlijn 2006/95/CE.
Bijzondere aanbevelingen ten aanzien van de gebruiksgeschiktheid van dit pro-
duct met betrekking tot de Richtlijn “Laagspanning” 73/23/CEE en 2006/95/CE:
• Dit product voldoet aan de eisen van de Richtlijn “Laagspanning” indien het
gebruikt wordt voor de toepassing en in de configuratie zoals dat in deze
handleiding met aanwijzingen voorzien is en in combinatie met de artikelen uit
de productencatalogus van Nice S.p.a. Het zou kunnen zijn dat er niet aan
deze eisen voldaan wordt als het product gebruikt wordt in een configuratie
of met andere producten die niet voorzien zijn; het is verboden het product in
deze situaties te gebruiken zolang degene die de installatie verricht niet heeft
gecontroleerd of ze aan de in de Richtlijn gestelde eisen voldoen.
Bijzondere aanbevelingen ten aanzien van de gebruiksgeschiktheid van dit product
met betrekking tot de Richtlijn “Elektromagnetische Compatibiliteit” 2004/108/CE:
• Dit product is onderworpen aan tests met betrekking tot de elektromagneti-
sche compatibiliteit in de meest kritieke gebruiksituaties, in de configuratie
zoals die in deze handleiding met aanwijzingen voorzien is en in combinatie
met artikelen uit de productencatalogus van Nice S.p.a. Het zou kunnen zijn
dat de elektromagnetische compatibiliteit niet gegarandeerd is, als het pro-
duct gebruikt wordt in een configuratie of met andere producten die niet
voorzien zijn; het is verboden het product in deze situaties te gebruiken
zolang degene die de installatie verricht niet heeft gecontroleerd of ze aan de
in de Richtlijn gestelde eisen voldoen.
1.2 - Waarschuwingen voor de installatie
• Voordat u met de installatie begint, controleert u of het aanwezige product
geschikt is voor het gewenste gebruik (zie “Gebruiksbeperkingen” paragraaf
3.2 en de “Technische kenmerken van het product”). Ga NIET over tot de
installatie, als het niet geschikt is.
• Alle installatie- en onderhoudswerkzaamheden moeten worden verricht
bij van het elektriciteitsnet gekoppelde automatisering. Als de ontkop-
pelinrichting van de voeding niet zichtbaar is vanaf de plaats waar het auto-
matische systeem is geplaatst, moet er voordat met het werk begonnen
wordt een bord op de ontkoppelinrichting worden bevestigd met het
opschrift “LET OP! ONDERHOUD IN UITVOERING”.
• Behandel het product tijdens de installatie met zorg en voorkom dat het wordt
geplet, er tegen wordt gestoten, dat het valt, of in aanraking komt met welke
vloeistoffen dan ook. Zet het product niet in de buurt van warmtebronnen en
stel het niet bloot aan open vuur. Hierdoor kan het beschadigd worden, waar-
door storingen of gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. Als dit mocht gebeuren,
stopt u de installatie onmiddellijk en wendt u zich tot de Servicedienst van Nice.
• Wijzig geen enkel deel van het product. Niet toegestane werkzaamheden kun-
nen alleen storingen veroorzaken. De fabrikant wijst elke vorm van aansprakelijk-
heid af voor schade veroorzaakt door willekeurige wijzigingen aan het product.
• Als het hek of de poort, die moet worden geautomatiseerd, van een voetgan-
gersdeur is voorzien, moet de installatie een controlesysteem krijgen, dat de
werking van de motor blokkeert als de voetgangersdeur open is.
• U moet op het spanningsnet van de installatie een uitschakelapparaat aan-
sluiten (niet bijgeleverd) met een openingsafstand voor de contacten waarbij
volledige uitschakeling mogelijk is bij de condities die gelden voor overspan-
ningscategorie III.
• LET OP! - Het is strikt verboden om de stroomvoorziening voor de
motor in te schakelen voordat de installatie voltooid is.
• De sleutelschakelaar moet in het zicht van de automatisering worden
geplaatst, uit de buurt van de bewegende onderdelen, op een hoogte van
minimaal 1,5 m vanaf de grond en op een plek die niet voor iedereen toegan-
kelijk is. Als de sleutelschakelaar in de modus “Iemand aanwezig” wordt
gebruikt, moet ervoor worden gezorgd dat er niemand in de buurt van de
automatisering aanwezig is.
• Verzeker u ervan dat er nergens iets kan botsen tegen of bekneld kan komen
te zitten tussen vaste onderdelen, wanneer de vleugel van het hek zich in de
maximale stand van Openen en Sluiten bevindt; zorg zo nodig voor bescher-
ming van dergelijke onderdelen.
• Het product kan niet worden beschouwd als een systeem voor absolute
beveiliging tegen inbraak. Als u zich op efficiënte wijze wilt beschermen, moet
u andere beveiligingsmiddelen in de automatisering integreren.
• Controleer of er verdere inrichtingen nodig zijn om de automatisering met
NAKED op basis van de specifieke toepassingssituatie en aanwezige gevaren
te completeren; u dient daarbij bijvoorbeeld risico’s op het gebied van botsen,
ALGEMENE AANBEVELINGEN EN
VOORZORGSMAATREGELEN
1
Originele instructies
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 - ALGEMENE AANBEVELINGEN EN
VOORZORGSMAATREGELEN
1.1 - Aanbevelingen voor de veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
1.2 - Aanbevelingen voor de installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
1.3 - Aanbevelingen voor het gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Hoofdstuk 2 – BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT EN
GEBRUIKSBESTEMMING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
Hoofdstuk 3 - INSTALLATIE
3.1 - Controles voorafgaand aan de installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
3.2 - Gebruikslimieten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
3.2.1 - Levensduur van het product . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
3.3 - Werkzaamheden ter voorbereiding van de installatie . . . . . . . . . . . . . . . 3
3.4 - Aanwijzingen voor het gebruiksklaar maken van de zuil waarop de reduc-
tiemotor gemonteerd dient te worden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
3.5 - Installatie van de reductiemotor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
3.6 - Instelling van de mechanische eindaanslagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
3.7 - Handmatig ontgrendelen en vergrendelen van de reductiemotor . . . . . 4
Hoofdstuk 4 - ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
4.1 - Beschrijving van de elektrische aansluitingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Hoofdstuk 5 - EINDCONTROLES EN START
5.1 - Keuze van de richting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
5.2 - Aansluiting op de stroomvoorziening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
5.3 - Herkennen van de inrichtingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
5.4 - Herkennen van de vleugellengte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
5.5 - Controle van de manoeuvre van de poort . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
5.6 - Aansluiting van andere inrichtingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Hoofdstuk 6 - EINDTEST EN INBEDRIJFSTELLING
6.1 - Eindtest . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
6.2 - Inbedrijfstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
ONDERHOUD VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
AFDANKEN VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Hoofdstuk 7 - PROGRAMMERING
7.1 - Vooraf ingestelde functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
7.2 - Programmering eerste niveau (ON-OFF) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
7.3 - Programmering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
7.4 - Programmering eerste niveau (funzioni ON-OFF) . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
7.5 - Programmering tweede niveau (instelbare parameters) . . . . . . . . . . . . . 8
Hoofdstuk 8 - VERDERE DETAILS
8.1 - Bijplaatsen of wegnemen van inrichtingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
8.1.1 - Bluebus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
8.1.2 - Ingang STOP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
8.1.3 - Fotocellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
8.1.4 - Fotosensor FT210B . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
8.1.5 - NAKED in modus “Slave” . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
8.1.6 - Herkennen van andere inrichtingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
8.1.7 - Radio-ontvanger . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
8.1.8 - Aansluiting en installatie van de bufferbatterij . . . . . . . . . . . . . . . . 12
8.1.9 - Aansluiting van het externe ontgrendelingssysteem KA1 (afb. 19) . 12
8.1.10 - Aansluiting van de Oview-programmeur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
8.1.11 - Aansluiting van het Solemyo-zonne-energiesysteem . . . . . . . . . 12
8.2 - Speciale functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
8..2.1 - Functie “Open altijd” . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
8.2.2 - Functie “Beweeg in ieder geval” . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
8.2.3 - Onderhoudswaarschuwing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
8.2.4 - Controle van het aantal uitgevoerde manoeuvres . . . . . . . . . . . . . 13
8.2.5 - Terugstelling teller manoeuvres . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Hoofdstuk 9 - WAT TE DOEN ALS...
(handleiding voor het oplossen van problemen) . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
9.1 - Oplossen van problemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
9.2 - Lijst Historie anomalieën . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
9.3 - Signalering met het knipperlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
9.4 - Signalering op de besturingseenheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
TECHNISCHE GEGEVENS VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Verklaring van overeenstemming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Gebruikshandleiding (bijlage die uitgeknipt kan worden) . . . . . . . . . . . . . . 19
AFBEELDINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . I - VII
Nederlands – 1
NL