Agria 3600 de handleiding

Type
de handleiding
3600 911, 921 compact 2 + 2
3600 931, 941 comfort 3 + 3
3600 961, 971 premium 3 + 3 + rem
Motor: EH 17 D
Lees voordat u de machine in gebruik neemt eerst de handleiding.
Volg veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen nauwkeurig op!
Handleiding nr.
998 862-A 04.12
&
Werktuigdrager
3600 Unihamster
- compact
- comfort
- premium
Handleiding
Vertaling van het oorspronkeijke handleiding
2 agria Werktuigdrager Unihamster
Symbolen, typeplaatje
Symbolen
waarschuwingsteken. Vindt u
bij passages die betrekking
hebben op uw veiligheid.
belangrijke informatie
choke
brandstof
olie
motor-start
motor-stop
motortoerental
motoroliepeil
luchtfilter
koeling met ventilator
transmissieolie-oliepeil
zichtcontrole
koppeling
maaiaandrijving
rijaandrijving
vooruit
achteruit
aftakas
rem
geopend (ontgrendeld)
gesloten (vergrendeld)
draaien met de klok mee
draaien tegen de klok in
Hier invullen:
Machine art. nr.: .........................
Identificatie/machine nr.:
................................................
Motor-type:
.........................................
Motor-nr.: ..................................
Datum aankoop:
........................................
Typeplaatje: zie blz. 3, afb.
A/11
Motortype en motornr. zie blz. 50,
afb. C/13.
Bij bestelling van reserveonderdelen
deze gegevens vermelden om fouten
bijlevering te vermijden.
Alleen originele agria-
reserveonderdelen gebruiken!
De technische gegevens, afbeeldin-
gen en maten in deze handleiding
zijn niet bindend. De fabrikant kan
niet aansprakelijk worden gesteld.
Wij behouden ons het recht voor
veranderingen aan tebrengen, zon-
der deze handleiding te wijzigen.
Levering:
l
handleiding
l
werktuigdrager
l
gereedschapsset
l
mesmeenemer
l
2 zeskantschroeven M 8
l
2 schroefborgingen M 8
è - Serviceç= Laat dit
uitvoeren door een agria-vakgarage!
agria Werktuigdrager Unihamster 3
A
Aanduiding van de onderdelen
B
Compact
Comfort, premium
4 agria Werktuigdrager Unihamster
Afbeelding B
2 Hendel voor motor-stop (dodemansschakeling)
3 Koppelingshendel
4 Blokkeerbeugel voor koppelingshendel
5 Excenterhendel voor werktuigvergrendeling – afstandsbediening
6 Schakelstang voor rijaandrijving vooruit en achteruit
7 Schakelstang voor werktuigaandrijving (maaiaandrijving)
8 Schakelstang voor aandrijving (schakelstang voor versnellingen)
9 Klemschroeven voor stuurstang-hoogteverstelling
10 Blokkeerhendel voor stuurstang-hoogteverstelling
11 Toerentalhendel
12 Schakelstang voor vooruit - achteruit
13 Hendel voor bedrijfsrem, blokkeerrem - uitv. premium
14 Blokkeerbeugel voor blokkeerrem - uitv. premium
Aanduiding van de onderdelen
Afbeelding A
1 Afdekkap voor maaiwerktuig
2 Stuurstang
3 Maaibalk
4 Maaiaandrijving
5 Olieaftapplug voor maaidrijfwerk
6 Olievulhals voor maaidrijfwerk
7 Transmissie
8 Wielnaaf met antiwikkelbuis
9 Olieaftapplug voor transmissie
10 Olievulhals en peilstok voor transmissie
11 Typeplaatje (in rijrichting rechts)
12 Motor
agria Werktuigdrager Unihamster 5
Inhoudsopgave
Symbolen, typeplaatje ...................... 2
Aanduiding van de onderdelen
Machine, stuurstang ......................... 3
Motor............................................... 50
1. Veiligheidstechnische
aanwijzingen ............................ 7
Gebruik conform de bestemming ..... 7
2. Technische gegevens
Transmissie compact, comfort ....... 14
Transmissie premium ..................... 14
Trillingsniveau ........................... 13, 14
Afmetingen ..................................... 15
Sporenplan ..................................... 15
Maaidrijfwerk .................................. 15
Motor............................................... 16
Gebruik op hellingen ...................... 16
Geluidsniveau ................................. 16
3. Machine- en
bedieningselementen
Motor............................................... 17
Veiligheidsschakeling ..................... 18
Koppeling ........................................ 18
Rem uitv. premium.......................... 18
Transmissie............................... 19, 20
Maaiaandrijving ........................ 19, 20
Stuurstangverstelling ................ 19, 20
Aankoppelen van
aanbouwwerktuigen........................ 21
Maai-inrichting ................................ 22
Aandrijfwielen ................................. 24
Sneeuwkettingen ............................ 24
Dubbellucht banden........................ 24
Kooiwielen....................................... 25
4. Ingebruikname en bediening
Eerste ingebruikname .................... 26
De motor starten............................. 28
De motor afzetten ........................... 29
Maaien ............................................ 30
5. Onderhoud en reparatie
Motor............................................... 33
Luchtfilter ........................................ 34
Machine .......................................... 37
Veiligheidsschakeling ..................... 38
Maaidrijfwerk .................................. 39
Maai-inrichting ................................ 40
Maaimessen slijpen........................ 41
Algemeen, reiniging...................... 412
De machine stallen ......................... 43
6. Storingen opsporen en
verhelpen .........................46 - 47
Lak,
slijtageonderdelen ................. 44
Elektrisch schakelschema .... 44
Smeerschema......................... 45
Onderhouds- en
inspectietabel ......................... 48
Conformiteitsverklaring ........ 51
Aanbevelingen ......................... 6
Let op uitklappagina’s!
Afb. A en B................................ 3
Afb. C....................................... 50
1
3
5
6
4
2
6 agria Werktuigdrager Unihamster
Smeermiddelen en
anticorrosiemiddelen:
Gebruik voor de motor en de trans-
missie de voorgeschreven smeer-
middelen (zie ‘Technische gege-
vens’).
Voor ‘open‘ smeerpunten en smeer-
nippels adviseren wij het gebruik
van biologisch afbreekbare olie
of smeervet (volgens de aanwijzin-
gen in de handleiding).
Voor het onderhoud van de machi-
nes en werktuigen adviseren wij
biologisch afbreekbare corrosie-
werende olie (niet gebruiken op
gelakte uitwendige bekledingen).
Het anticorrosiemiddel kan met een
kwast of met een spuitbus worden
aangebracht.
Biologische smeermiddelen en co-
rosiewerende olie zijn milieu-
vriendelijk omdat ze biologisch snel
afbreekbaar zijn.
Wanneer u biologisch afbreekbare
smeermiddelen en
corrosiewerende olie gebruikt, gaat
u bewust om met het milieu en le-
vert u een positieve bijdrage aan de
gezondheid van mens, fauna en
flora.
Brandstof:
Deze motor loopt zowel op gang-
bare loodvrije normale en super-
benzine (ook E10) en Super plus.
Voeg aan de benzine geen olie
toe.
Wanneer om milieutechnische rede-
nen loodvrije benzine gebruikt wordt,
dient u bij motoren die langer dan
30 dagen niet gebruikt worden de
brandstof af te tappen, om afzetting
van harsresidu’s in de carburateur,
het brandstoffilter en de brandstof-
tank te vermijden. U kunt de brand-
stof ook vermengen met een brand-
stofstabilisator.
Zie ook hoofdstuk ‘Motor in conditie
houden’.
Onderhoud en
reparatie:
Bij de agria-dealer werken gekwali-
ficeerde monteurs die de machine
vakkundig onderhouden en repare-
ren.
Voer grotere onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden alleen zelf
uit wanneer u beschikt over het juiste
gereedschap en de vereiste techni-
sche kennis van machines en
verbrandingsmotoren.
Klop nooit met harde voorwerpen of
metalen gereedschappen tegen het
vliegwiel. Het kan scheuren en tij-
dens gebruik uiteen springen, zodat
verwondingen of materiële schade
veroorzaakt wordt. Demonteer het
vliegwiel uitsluitend met passend ge-
reedschap.
Aanbevelingen
agria Werktuigdrager Unihamster 7
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
Lees deze handleiding aandachtig door
voordat u de machine in gebruik neemt
en volg de instructies nauwkeurig op:
Waarschuwingsteken
Dit symbool treft u aan bij alle passa-
ges die betrekking hebben op uw vei-
ligheid. Breng ook andere gebruikers
op de hoogte van deze veiligheids-
aanwijzingen.
Gebruik conform de
bestemming
De agria werktuigdrager is een zelfrijden-
de, eenassige werkmachine die met de
hand wordt bediend en die verschillende
door de fabrikant geautoriseerde aan-
bouwwerktuigen kan aandrijven en/of
trekken. Wordt toegepast voor bv. grond-
bewerking, maaien van gras of weiden,
winterzaamheden en vegen (gebruik
conform de bestemming).
Ledere andere toepassing geldt als niet
in overeenstemming zijnde met het
doel waarvoor de maaier gebouwd is.
Voor schade die door ondoelmatig ge-
bruik veroorzaakt wordt, kan de fabri-
kant niet aansprakelijk worden gesteld.
Dit risico is geheel en al voor de ge-
bruiker.
Tijdens het gebruik van de eenassige
tractor/de combiwerktuig op openbare
wegen dienen de bepalingen van de
nationale verkeersvoorschriften te wor-
den in acht genomen, bv. reflectoren,
verlichting.
De eenassige tractor/Het combiwerk-
tuig is niet voorzien om te worden ge-
bruikt met een aanhangwagen op open-
bare wegen of als trekmachine zonder
aanbouwwerktuig.
De door de fabrikant voorgeschreven
gebruiksvoorschriften, alsmede de
voorschriften met betrekking tot con-
trole, onderhoud en reparatie dienen in
acht te worden genomen.
De fabrikant kan niet aansprakelijk wor-
den gesteld voor schade die ontstaat
door eigenhandige wijzigingen aan de
machine.
Algemene
veiligheidsvoorschriften
Basisprincipe:
De gebruiker dient zich te houden aan
alle voorschriften ter voorkoming van
ongevallen, alsmede aan de algemeen
geldende regels wat betreft veiligheid,
arbeidsgeneeskunde en wegverkeer.
Bij gebruik van openbare wegen die-
nen de geldende verkeersbepalingen
in acht te worden genomen.
Controleer voor ingebruikname van de
werktuigdrager altijd eerst de verkeers-
en bedrijfsveiligheid.
De motormaaaier mag slechts gebruikt,
onderhouden en gerepareerd worden
door personen die over de benodigde
kennis beschikken en van de risico’s
op de hoogte zijn.
Personen beneden de 16 jaar mogen
de machine niet bedienen!
Werk alleen bij goed zicht en voldoende
licht.
De bestuurder moet goed aansluitende
werkkleding dragen. Wijde kledingstuk-
ken dienen vermeden te worden. Draag
altijd stevige schoenen!
De waarschuwings- en instructie-
bordjes op de machine geven belang-
rijke aanwijzingen voor veilig gebruik.
Volg deze aanwijzingen nauwkeurig op,
in het belang van uw eigen veiligheid!
1
8 agria Werktuigdrager Unihamster
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
Zet de motor af wanneer u de machine
transporteert van en naar de werkplek.
Blijf altijd op een veilige afstand van
draaiende werktuigen!
Voorzichtig met nalopende werktuigen.
Wachten tot het werktuig helemaal stil
staat!
Bij werkzaamheden met extern aange-
dreven machineonderdelen bestaat de
kans op beknellingen en andere
verwondingen!
Het is niet toegestaan tijdens de werk-
zaamheden mee te rijden op de maaier.
Aangebouwde werktuigen en ladingen
hebben invloed op het rijdrag en het
stuur- en remvermogen van de maaier.
Pas uw werksnelheid aan aan de om-
standigheden.
Instelling van het motortoerental niet
veranderen. Een verhoogd toerental
vergroot de kans op ongelukken.
Arbeids- en
gevarenbereik
De gebruiker is op de werkplek tegen-
over derden verantwoordelijk.
Blijf buiten het gevarenbereik van de
werktuigdrager.
Controleer voor het starten en wegrij-
den de omgeving van de maaier. Let
vooral op kinderen en dieren!
Voordat met de werkzaamheden be-
gonnen wordt, dienen obstakels uit de
weg te worden geruimd. Let ook tijdens
de werkzaamheden op obstakels en
haal ze tijdig weg.
Bij werkzaamheden op omheinde plaat-
sen dient de veiligheidsafstand tot de
omheining in acht genomen te worden,
zodat de machine niet beschadigd wordt.
Bediening en
veiligheidsmaatregelen
Voor de werkzaamheden
Zorg ervoor dat u op de hoogte bent
van alle installaties en bedienings-
componenten, alsmede van het func-
tioneren ervan. In het bijzonder dient u
te weten hoe u de motor in geval van
nood snel en veilig afzet!
Controleer of alle veiligheidsmaatrege-
len zijn getroffen en in de juiste positie
zijn gebracht!
Wanneer de aftakas niet gebruikt wordt,
dient deze met een beschermingskap
te zijn afgedekt.
Starten
Start de motor niet in afgesloten ruim-
tes. De uitlaatgassen bevatten koolmo-
noxyde, dat zeer giftig is wanneer het
ingeademd wordt!
Voor het starten van de motor dienen
alle bedieningselementen in stand ‘neu-
traal’ te worden gezet.
Voor het starten van de motor niet vóór
de werktuigdrager of het aanbouw-
werktuig gaan staan.
Gebruik geen starthulpvloeistof in com-
binatie met elektrische startkabels.
Explosiegevaar!
Tijdens de werkzaamheden
Tijdens de werkzaamheden mag de
stuurstang nooit worden losgelaten.
Bedieningsstang tijdens de werkzaam-
heden nooit verstellen – ongevalsrisico!
Neem bij alle werkzaamheden met de
werktuigdrager die afstand van de ma-
chine in acht, waartoe u door de stuurs-
tang gedwongen wordt, vooral bij het
nemen van bochten!
1
agria Werktuigdrager Unihamster 9
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
Het is niet toegestaan tijdens de werk-
zaamheden en het transport op de ma-
chine mee te rijden.
Wanneer het snijwerktuig of aanbouw-
werktuig vastzit moet de motor worden
afgezet en dient het snijwerktuig of
aanbouwwerktuig met passend gereed-
schap te worden schoongemaakt.
Indien de werktuigdrager of het
aanbouwwerktuig beschadigd is moet
de machine onmiddellijk worden ge-
stopt en de motor worden afgezet. Laat
de schade direct herstellen!
Bij een defect aan de stuurinrchting de
werktuigdrager meteen stoppen en de
motor afzetten. Laat het defect direct
repareren!
Wanneer op hellend terrein wordt ge-
werkt verdient het aanbeveling, de
werktuigdrager met een trekkabel of
een trekstang vast te houden, om te
voorkomen dat de machine wegschuift.
De bestuurder moet zich heuvel-
opwaarts van de machine bevinden en
dient voldoende afstand te houden tot
de werktuigen!
Werk indien mogelijk dwars op de hel-
ling!
Beëindigen van de
werkzaamheden
Laat de werktuigdrager nooit onbe-
heerd achter als de motor nog loopt.
Zet de motor af voordat u de maaier
verlaat.
Tref de nodige voorzorgsmaatregelen
om gebruik door onbevoegden te ver-
hinderen. Haal de contactsleutel uit het
contact of trek de bougiekap eruit.
Aanbouwwerktuigen
Koppel de aanbouwwerktuigen uitslui-
tend aan bij afgezette motor en uitge-
schakelde aandrijving.
Gebruik passend gereedschap en
draag altijd veiligheidshandschoenen
als u aanbouwwerktuigen of onderde-
len ervan vervangt.
Breng de steunen bij het monteren en
demonteren in de juiste positie en zorg
ervoor dat het werktuig niet kan weg-
kantelen.
Werktuigdrager en aanbouwwerktuigen
tegen wegrollen beveiligen (blokkeer-
rem, wielblokken).
Bij het aankoppelen van de werktuigen
is grote voorzichtigheid geboden.
Koppel aanbouwwerktuigen uitsluitend
aan de daarvoor bestemde inrichtin-
gen, volgens de voorschriften.
Indien u de werkplek verlaat, werktuig-
drager en aanbouwwerktuig beveiligen
tegen wegrollen. Voorkom gebruik door
onbevoegden. Monteer eventueel de
transport- of beschermingsinrichting en
zet deze in de veiligheidsstand.
Maai-inrichting
De scherpe kant van de maaibalk kan
bij onoplettendheid aanzienlijke ver-
won-ingen veroorzaken. Verwijder
daarom de schutlatten van de messen
alleen tijdens het maaien en plaats ze
na het maaien direct weer op de juiste
manier terug.
Tijdens transport en opslag dienen de
schutlatten altijd op de messen te zijn
gemonteerd; op de vingerbalk moeten
bovendien de spanveren worden inge-
haakt.
1
10 agria Werktuigdrager Unihamster
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
Transporteer de gedemonteerde maai-
balk niet zonder schutlat.
Bescherm de messen met de schutla-
ten voordat de maaibalk gemonteerd
en gedemonteerd wordt.
Let er bij het vervangen van de mes-
sen en het losmaken en vastdraaien
van de mesmeenemers op dat de
schroefbeweging van de richting van
de snijkanten af beweegt.
Draag bij het slijpen van de messen een
veiligheidsbril en handschoenen.
Gewichten
Breng de gewichten altijd volgens de
voorschriften aan aan de daarvoor be-
stemde bevestigingspunten.
Sneeuwschuiver
De sneeuwschuiver dient op de juiste
manier te worden aangebouwd! Draag
stevig schoeisel.
Bij het manouveren met de
sneeuwschuiver moet voorzichtig te
werk worden gegaan. Ongevalsrisico!
Pas de werksnelheid aan aan de om-
standigheden.
Onderhoud en reiniging
Pleeg geen onderhouds- en reinigings-
werkzaamheden aan de machine met
lopende motor.
Bij werkzaamheden aan de motor dient
de bougiekap altijd te worden verwij-
derd (alleen bij benzinemotoren).
Zijn bepaalde beschermingsin-
richtingen of werktuigen aan slijtage
onderhevig, dan moeten deze regelma-
tig gecontr-leerd en eventueel vervan-
gen worden!
Beschadigde messen moeten vervan-
gen worden!
Gebruik bij het vervangen van de mes-
sen passend gereedschap en
veiligheidshandschoenen.
Reparatiewerkzaamheden zoals las-
sen, slijpen, boren enz. mogen niet aan
dragende, veiligheidstechnische onder-
delen (bijv. stuurstang, aanhanginrich-
tingen) worden uitgevoerd!
Zorg ervoor dat de werktuigdrager en
de aanbouwwerktuigen schoon blijven,
om brandgevaar te vermijden.
Moeren en schroeven regelmatig con-
troleren of ze vast zitten en eventueel
aandraaien.
Na de onderhouds- en reinigingswerk-
zaamheden dienen de bescherming-
sinrichtingen weer te worden aange-
bracht en in oorspronkelijke positie te
worden teruggebracht.
Altijd originele agria-reserveonderdelen
gebruiken. Andere reserveonderde-len
moeten kwalitatief gelijkwaardig zijn en
overeenkomen met de door de firma
agria vastgelegde technische eisen.
Na gebruik wegzetten
Het parkeren van de werktuigdrager in
ruimtes met open kachels is verboden.
Parkeer de werktuigdrager niet in ge-
sloten ruimtes wanneer zich nog brand-
stof in de brandstoftank bevindt.
Benzinedampen zijn gevaarlijk.
Motor, brandstof en olie
Laat de motor niet in een gesloten
ruimte lopen vanwege verhoogde kans
op vergiftiging! Vervang defecte uitlaat-
onderdelen daarom ook altijd direct.
Opgelet met de hete onderdelen van
de motor!
1
agria Werktuigdrager Unihamster 11
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
De uitlaatdemper en andere motor-
onderdelen zijn zeer heet terwijl de mo-
tor draait en onmiddellijk na het afzet-
ten. Houd voldoende afstand van hete
oppervlakken en houd kinderen uit de
buurt van de draaiende motor.
Wees voorzichtig met brandstof van-
wege het brandgevaar. Vermijd open
vuur, vonken en hete motoronderdelen
tijdens het bijvullen van brandstof. Vul
geen brandstof bij in gesloten ruimtes.
Niet roken tijdens het tanken!
Tank alleen met uitgeschakelde en af-
gekoelde motor.
Zorg ervoor dat u geen brandstof morst,
gebruik een passende trechter.
Mocht er toch brandstof zijn gemorst,
schuif dan de werktuigdrager aan de
kant voordat u de motor start.
Gebruik alleen brandstof van voorge-
schreven kwaliteit.
Bewaar de brandstof alleen in daarvoor
bestemde blikken.
Vloeistoffen die onder hoge druk ont-
snappen zoals bijv. brandstof, kunnen
de huid binnendringen en ernstige ver-
wondingen veroorzaken. Waarschuw
direct een arts!
Om veiligheidsredenen dienen de ben-
zinetank en de benzinedop regelmatig
te worden vervangen.
Houd corrosiewerende middelen en
stabilisatoren altijd buiten het bereik
van kinderen. Bij misselijkheid en
braakneigingen direct een arts waar-
schuwen. In geval van contact met de
ogen meteen met veel water uit-
spoelen. Vermijd het inademen van de
dampen.
Lees de aanwijzingen op de verpak-
king!
Maak gebruikte spuitbussen (starthulp-
mengsel e.d.) helemaal leeg op een
vonk- en vlamvrije plaats voordat u
deze weggooit, eventueel als klein che-
misch afval behandelen.
Voorzichtig bij het aftappen van hete
olie, er bestaat verbrandingsgevaar.
Gebruik altijd olie van voorgeschreven
kwaliteit. Bewaar de olie alleen in daar-
voor bestemde kannetjes.
Olie, brandstof, vet en filters geschei-
den en volgens de voorschriften ver-
werken.
Banden en
bandenspanning
Bij werkzaamheden aan de wielen
dient u ervoor te zorgen dat de werk-
tuigdrager veilig geparkeerd is en te-
gen wegrollen beveiligd is.
Reparaties aan de wielen mogen alleen
door vakkundig personeel met passend
gereedschap worden uitgevoerd.
Controleer de bandenspanning regel-
matig. Bij een te hoge luchtdruk bestaat
explosiegevaar.
Let op de juiste bandenspanning bij
werkzaamheden met extra gewichten.
Schroeven en moeren van de wielen
dienen bij servicewerkzaamheden te
worden aangedraaid.
Elektrische installatie
Dragers van een pacemaker mogen de
stroomvoerende onderdelen van het
ontstekingssysteem niet aanraken
wanneer de motor loopt!
1
12 agria Werktuigdrager Unihamster
Beschrijving van de
waarschuwingssymbolen
Voor reinigings-, onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden motor afzet-
ten en bougiekap eruit trekken.
Bij lopende motor voldoende afstand
houden van de maaier.
Niet werken zonder beveiliging! Voor
het starten, de veiligheidsmaatregelen
in de juiste positie brengen.
Bij draaiende motor voldoende afstand
tot het maaimes houden!
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
Beweeglijke machineonderdelen niet
aanraken. Wacht tot ze volledig stil
staan.
Bij draaiende motor afstand houden.
Beschrijving van de
gebodstekens
Tijdens de werkzaamheden
met de machine dient indi-
viduele gehoorbescherming
te worden gedragen.
Veiligheidshandschoenen
gebruiken.
Draag altijd stevige schoenen.
agria Werktuigdrager Unihamster 13
2. Technische gegevens
2
Compact
Typeaanduiding:...............................
..........Unihamster compact 3600 911
met maaidrijfwerk
..........Unihamster compact 3600 921
zonder maaidrijfwerk
Banden: ............ 4.00-8 (akkerprofiel)
Bandenspanning: ..................1,2 bar
Gewicht: met maaidrijfwerk ca. 90 kg
(zonder maaibalk)
zonder maaidrijfwerk ca. 74 kg
Koppeling:
... meervoudige droge plaatkoppeling
Transmissie:.......... Tandwielschakel-
mechanisme,
2 versnellingen vooruit,
2 versnellingen achteruit.
Transmissieolie:
...........................reservoir ca. 1,5 liter
transmissieolie SAE 90-API GL5
(bijv. BP Energear Hypo)
Versnellingen:
Stuurstang: ....in hoogte verstellbaar
Trillingsniveau:
op stuurhendel: .......... a
hw
= 31,2 m/s
2
volgens 2002/44/EG; EN 12733:2001
1. 2. R 1. R 2.
km/h 1,93 3,82 1,21 2,37
4.00-8
1. 2. 3.
km/h 1,73 2,78 3,88
km/h 1,35 2,16 3,02
16 x 6.5-8
Comfort
Typeaanduiding: ...............................
........... Unihamster comfort 3600 931
met maaidrijfwerk
........... Unihamster comfort 3600 941
zonder maaidrijfwerk
Banden: ...... 16 x 6.5-8 (akkerprofiel)
Bandenspanning: ..................1,2 bar
Gewicht: met maaidrijfwerk ca. 99 kg
(zonder maaibalk)
zonder maaidrijfwerk ca. 83 kg
Koppeling:
... meervoudige droge plaatkoppeling
Transmissie:.......... Tandwielschakel-
mechanisme
VR-hendel
3 versnellingen vooruit,
3 versnellingen achteruit
Transmissieolie:
...........................reservoir ca. 1,5 liter
transmissieolie SAE 90-API GL5
(bijv. BP Energear Hypo)
Versnellingen:
Stuurstang: ...... met rubberen lagers
zonder gereedschap in hoogte
verstellbaar
Trillingsniveau:
op stuurhendel: ........ a
hw
= 13,68 m/s
2
volgens 2002/44/EG; EN 12733:2001
14 agria Werktuigdrager Unihamster
2. Technische gegevens
2
Premium
Typeaanduiding: ...............................
......... Unihamster premium 3600 961
met maaidrijfwerk
..........Unihamster premium 3600 971
zonder maaidrijfwerk
Banden: ...... 16 x 6.5-8 (akkerprofiel)
Bandenspanning: ..................1,2 bar
Gewicht: met maaidrijfwerk ca.102 kg
(zonder maaibalk)
zonder maaidrijfwerk ca. 86 kg
Koppeling:
... meervoudige droge plaatkoppeling
Transmissie:.......... Tandwielschakel-
mechanisme
VR-hendel
3 versnellingen vooruit,
3 versnellingen achteruit
bedrijfsre en blokkeerrem
Transmissieolie:
...........................reservoir ca. 1,5 liter
transmissieolie SAE 90-API GL5
(bijv. BP Energear Hypo)
Versnellingen:
Stuurstang: ...... met rubberen lagers
zonder gereedschap in hoogte
verstellbaar
Trillingsniveau:
op stuurhendel: ........ a
hw
= 13,68 m/s
2
volgens 2002/44/EG; EN 12733:2001
1. 2. 3.
km/h 1,73 2,78 3,88
km/h 1,35 2,16 3,02
16 x 6.5-8
agria Werktuigdrager Unihamster 15
2. Technische gegevens
Sporenplan
[mm]
a = 910
b = 570
e = 510
h = ca. 990
l = 1780
m = 1170
S =
A =
}
zie sporenplan
Maten [mm]
A S i A A
4.00-8
510 400 290 900 880
16 x 6.5-8
610 455 290 - -
Maaidrijfwerk
l
Centrale pendelaandrijving in
oliebad
voor universele maaibalk, maaibalk ge-
meente-uitvoering en vingermaaibalk
Slag:......................................... 76 mm
Cilindertoerental:................ 943 min
-1
Maaiwerktuig-transmissieolie:
................................ SAE 90-API GL5
hoeveelheid ca. 0,5 l.
16 agria Werktuigdrager Unihamster
2. Technische gegevens
2
Inhoud brandstoftank:....... ca. 3,6 l.
Brandstof: ............. loodvrije benzine
(zie brandstofadvies)
Luchtfilter:...........droog filterelement
met schuimstof voorfilter
Carburateur:.................... horizontale
valstroomcarburateur
Mengreguleerschroef:
basisinstelling ca. 1 3/8 omwenteling
open
hoofdsproeier: .............................. 105
stationair toerental: ........................ 50
Nominaal toerental: ....... 3600 min
-1
Maximaal toerental onbelast: .........
......................................... 4000 min
-1
Stationair toerental: ....... 1200 min
-1
Motorolie: ..... hoeveelheid ca. 0,65 l.
universele olie SAE 10 W-40 API-SC
(of hogere kwaliteit)
Gebruik op hellingen:
De motor is geschikt voor werkzaam-
heden op hellingen (bij motoroliepeil
“max” = bovenste vulmarkering):
langdurig gebruik op helling .. tot 45°
(100%)
Geluidsniveau:
Conform de EN 12733 en EN ISO
11201:
l
geluidsniveau ...............L
pA
84,5 dB
(waargenomen door de bestuurder)
l
geluidsvermogen....... L
WA
103,3 dB
Motor
Motorenfabrikant: ...................Robin
Type:..................................... EH 17 D
Bouwwijze:
geforceerd-luchtgekoelde eencilinder
viertaktmotor (benzine)
Boring: .................................... 67 mm
Slag: ........................................ 49 mm
Cilinderinhoud:................... 172 ccm
Vermogen: .........................................
........................ 4,0 kW bij 3600 min
-1
Koppel:
................ max. 11 Nm bij 2600 min
-1
Bougie: ................... BOSCH WR7AC
NGK BR 6 HS
elektrodenafstand: 0,6 - 0,7 mm
Ontsteking:
elektronische magneetontsteking,
zonder contact, ontstekingstijdstip
vast ingesteld radio-ontstoord
volgens VDE 0879
Klepspeling (bij koude motor)
inlaatklep ................... 0,08 - 0,11 mm
uitlaatklep .................. 0,08 - 0,11 mm
Startinrichting: .........repeteerstarter
agria Werktuigdrager Unihamster 17
3. Machine- en bedieningselementen
De agria werktuigdrager 3600 is een
basis-motormachine en wordt steeds
met een aanbouwwerktuig gebruikt.
Daarom is hij geschikt voor een gewoon
gebruik en voor werken in de tuinbouw,
landschapsverzorging, land- en bos-
bouw, bodembewerking, maaien van
gras en weiden, winterdienst en vegen.
Tijdens het gebruik van de eenassige
tractor/de combiwerktuig op openbare
wegen dienen de bepalingen van de
nationale verkeersvoorschriften te wor-
den in acht genomen, bv. reflectoren,
verlichting.
Als aanbouwwerktuigen zijn geschikt:
l
maaibalken in diverse uitvoeringen
en werkbreedten.
l
aanbouwwerktuigen zoals sikkel-
maaier, bandrooster, veegmachine,
sneeuwblazer, sneeuwschuivers; zie
ook prijslijst.
l
verschillend toebehoor bijv. tralie-
wielen, zie ook prijslijst.
Motor
l
De viertakt benzinemotor wordt aan-
gedreven met normaal verkrijgbare
benzine.
l
zie ook blz. 6: geadviseerde brand-
stof
Tijdens de eerste 20 bedrijfsuren
(inrijperiode) mag de motor niet tot het
maximum worden belast.
Ook na de inrijperiode mag u als re-
gel niet meer gas geven dan nodig is.
I
Hoge toerentallen kunnen
de motor beschadigen en de
levensduur aanzienlijk beperken. Dit
geldt vooral als de motor onbelast
draait! Laat de motor nooit over z’n
toeren draaien, daardoor kan de mo-
tor direct defect raken.
Koeling
De motor wordt gekoeld met een venti-
lator. Zorg ervoor dat geen vuil of
bladerresten in de koelluchtzeef op de
repeteerstarter en de koelribben van de
cilinder worden aangezogen.
Stationaire toerental
Het stationaire toerental van de motor
moet juist zijn afgesteld.
Wanneer de toerentalhendel tegen de
eindaanslag in stationaire positie staat
moet de motor bij laag toerental zon-
der problemen blijven lopen.
Luchtfilter
Het luchtfilter reinigt de aangezogen
lucht. Een vervuild luchtfilter kan het
motorvermogen ongunstig beïnvloe-
den.
Ontsteking
De motor is uitgerust met een contact-
loze elektronische ontsteking.
Wij adviseren de noodzakelijke contro-
les alleen door de vakman te laten uit-
voeren.
Toerentalhendel
Met de toerentalhendel (B/11) aan de
stuurstang kan het motortoerental van
min. = STATIONAIR tot max. = VOLGAS
traploos geregeld worden.
3
18 agria Werktuigdrager Unihamster
Veiligheidschakeling
STOP-positie: bij het loslaten van de hendel (B/2) wordt
de elektronische ontsteking ausgeschaltet (uitgeschakeld (mo-
tor wordt afgezet).
- Voorzichtig! motor loopt nog even door.
Startpositie: om de motor te starten en voor een werk-
pauze veiligheidshendel naar beneden drukken, koppelings-
hendel (B/3) aantrekken en met vergrendeling (B/4) vast-
zetten.
Bedrijfspositie: tijdens de werkzaamheden met de ma-
chine de veiligheidshendel (B/2) naar beneden drukken.
W
Veiligheidshendel niet vastzetten! Controleer de
veiligheidsschakeling voor iedere ingebruikname!
I
De veiligheidshendel moet in noodsituaties
worden losgelaten, deze komt dan automatisch
in de positie ‘STOP’!
Koppeling
De meervoudige droge plaatkoppeling wordt bediend
door de koppelingshendel (B/3).
Bij aangetrokken koppelingshendel tot stand "0" ontkoppelt
is, dat betekent dat de motor de werktuigdrager niet aan-
drijft.
Let op de koppelingsspeling, zodat tijdens de werkzaam-
heden de koppeling niet slipt.
I
Wanneer de motor loopt mag de maaier niet te
lang met aangetrokken koppeling worden neergezet,
dit kan schade aan de ontkoppelbare mof veroorzaken.
Bij stilstaande motor moet de machine echter altijd
met aangetrokken hendel (vergrendelingsbeugel
gearreteerd) worden neergezet, anders kunnen problemen
bij het koppelen als gevolg van roestvorming ontstaan.
Rem alleen uitv. premium
Rem geopend
Bedrijfsrem - Hendel (B/13) aantrekken
Blokkeerrem - Hendel (B/13) aantrekken
- met vergrendeling (B/14) vastzetten
3. Machine- en bedieningselementen
3
B/2
B/4 B/3
37
agria Werktuigdrager Unihamster 19
3
Transmissie compact
I
De transmissie mag alleen geschakeld worden
wanneer de machine stilstaat (en dus ontkoppeld is)!
De werktuigdrager is uitgerust met een tandwielschakel-
mechanisme met 2 versnellingen vooruit en 2 versnellingen
achteruit.
Versnelling
l
De versnellingen V1, V2 en R1, R2 worden met de
schakelstang (B/6) geschakeld!
l
Tussen de versnellingen bevindt zich steeds een stand neu-
traal.
Maaiaandrijving compact
(aftakasaandrijving)
De maaimesaandrijving gebeurt met de zwenkarmmaai-
aandrijving, via deaftakas aan de basismachine.
Aftakasschakeling
Het maaidrijfwerk of het aftakasaangedreven werktuig wordt
met de schakelstang (B/7) in- en uitgeschakeld.
l
Schakelstang naar voren geschoven = uitgeschakeld;
l
Schakelstang naar achteren getrokken = ingeschakeld
Stuurstang compact
Stuurstang in hoogte verstellen
Klemschroeven (B/9) losdraaien .
Breng de stuurstang op de gewenste hoogte
Klemschroeven vastzitten.
3. Machine- en bedieningselementen
B/6
B/7
20 agria Werktuigdrager Unihamster
3
Transmissie comfort en premium
I
De transmissie mag alleen geschakeld worden
wanneer de machine stilstaat (en dus ontkoppeld is)!
De werktuigdrager is uitgerust met een tandwielschakel-
mechanisme met 3 versnellingen vooruit en 3 versnellingen
achteruit.
Versnelling
l
De versnellingen 1-2-3 worden met de schakelstang (B/
8) geschakeld!
l
Tussen de versnellingen bevindt zich steeds een stand neu-
traal.
V-R-versnelling
De rijrichting vooruit/achteruit wordt met de schakelstang (B/
12) ingeschakeld.
Aftakasaandrijving comfort en premium
De aandrijving van de aanbouwwerktuigen gebeurt via de
aftakas aan de basismachine.
Aftakasschakeling
Het maaidrijfwerk of het aftakasaangedreven werktuig wordt
met de schakelstang (B/7) in- en uitgeschakeld.
l
Schakelstang naar voren geschoven = uitgeschakeld;
l
Schakelstang naar achteren getrokken = ingeschakeld.
Stuurstang comfort en premium
Stuurstang in hoogte verstellen
l
Druk de blokkeerhendel (B/10) zover naar be-
neden totdat de inkepingen vrij zijn.
l
Breng de stuurstang op de gewenste hoogte.
l
Laat de blokkeerhendel los en voer het stuur
in de gewenste inkeping zodat de blokkeerhendel
weer helemaal naar boven in de uitgangspositie
terugzwenkt.
3. Machine- en bedieningselementen
B/8
B/12
B/7
B/10
agria Werktuigdrager Unihamster 21
Aankoppelen van
werktuigen
De aanbouwwerktuigen worden met de
snel-aansluitkoppeling zonder gereed-
schap aan- en afgekoppeld.
De vergrendeling voor de werktuigaan-
sluitkoppeling wordt vanaf het stuur de
excenterhendel (B/5) bedient.
Aankoppelen van werktuigen:
l
Excenterhendel naar achteren bren-
gen (vergrendeling is geopend).
l
Afdekkap van de aansluitas verwij-
deren.
l
Aanbouwwerktuig in de opening
brengen.
l
Excenterhendel naar voren brengen
- de vergrendeling moet nu automatisch
inklikken (excenterhendel weer hele-
maal naar voren gezwenkt).
Als dit niet geval is: werktuig enigszins
heen en weer bewegen.
Afkoppelen van werktuigen:
l
Excenterhendel naar achteren bren-
gen (vergrendeling is geopend).
l
Aanbouwwerktuig uit de werktuig-
aansluiting trekken.
l
Afdekkap over de aansluitas van het
aanbouwwerktuig schuiven.
3. Machine- en bedieningselementen
3
B/5
22 agria Werktuigdrager Unihamster
Maaiinrichting
De volgende maaibalken kunnen als
toebehoor worden aangeschaft:
universele maaibalk 117 cm
maaibalk gemeente-uitvoering 117 cm
vingermaaibalk 125 cm
Aanbouw van de maaibalk
Bij het monteren en demon-
teren van de maaibalk moet de
beschermingslijst worden aange-
bracht en dient u beschermings-
handschoenen te dragen!
Eerste montage
I
Met de de basismachine wordt
een bevestigingsplaat (5) en een
mesmeenemer (16) geleverd.
Universele maaibalk
De aansluitingsplaat (5) met 2
centreerbussen (7) en met de langere
balkschroeven (11 = M8x30) aan de
maaibalk (9) monteren.
De mesmeenemer (16) aan het
maaimes monteren.
Verstelbare loopschoenen (21) aan
de maaibalk monteren.
Maaibalk gemeente-uitvoering
De aansluitingsplaat (5) met 2
centreerbussen (7) en de lijst (8) aan
de maaibalk monteren.
De mesmeenemer (16) aan het
maaimes monteren.
Vingermaaibalk
Bevestigingsplaat niet noodzakelijk.
De mesmeenemer met de geleverde
langere bevestigingsschroeven (14a)
aan het maaimes monteren.
3. Machine- en bedieningselementen
3
maaibalk gemeente-uitvoering
universele
maaibalk
vingermaaibalk
agria Werktuigdrager Unihamster 23
Aanbouw van de maaibalk
W
Veiligheidshandschoenen dragen!
Mesbeschermingslijst aanbrengen!
Klemschroef (17) aan de
mesmeenemer enigszins os-
draaien en mesmeenemer-
schroeven (18) ca. 2 omwente-
lingen uitschroeven.
aaibalk met mesmeenemer(16)
in de scharniertap(13) brengen.
Maaibalk aan de maai-
balkdrager(12) schroeven, gelijk-
matig vastdraaien en met de
contramoeren (6) vastschroeven.
Mesmeenemer
afstellen
Controleer of alle bevestigings-
schroeven goed zijn aangedraaid!
Demontage van de maaibalk
in omgekeerde volgorde van de
montage.
Maaimessen vervangen
Motor afzetten, bougiekap
verwijderen!
Veiligheids-handschoenen
dragen!
Maaimes in de bescher-
mingslijst opbergen!
Blijf op voldoende afstand van
het maaimes!
Demontage en montage
3. Machine- en bedieningselementen
3
maaibalk gemeente-
uitvoering
universele maaibalk
vingermaaibalk
1/2
2
3
39
40
24 agria Werktuigdrager Unihamster
Aandrijfwielen
De wielen moeten met de profielpunten
in de rijrichting (van boven af op de wie-
len gezien) gemonteerd worden, om de
trekkracht zo optimaal mogelijk te be-
nutten.
Sneeuwkettingen
Beim Bij het gebruik van sneeuw-
kettingen moeten de aanwijzingen van
de fabrikant worden opgevolgd. Let
erop dat de machineonderdelen vrij
kunnen bewe-en.
Dubbellucht banden
Tussenflens
Art. nr. 3616 011 (zonder wielen)
Aandrijfwielen 4.00-8
Art. nr. 3690 011
l
Voor de demontage van de dubbele
banden, de wielmoeren (3) en de sluit-
ringen (2) losschroeven.
l
De tussenflens (1) met de sluitringen
(2) en de wielmoeren (3) monteren.
l
Anti-wikkelbuis (4) over de
tussenflens schuiven.
l
Buitenste drijfwielen (5) met de sluit-
ringen (6) en de wielmoeren (7) mon-
teren.
W
Nach Na iedere verwisseling
van de wielen of montage van
de kooiwielen en dubbele wielnaven
moeten de wielschroeven of moeren
na de eerste 2 bedrijfsuren met ca.
50 Nm worden nagetrokken. Verder
altijd bij onderhoudswerkzaam-he-
den.
3. Machine- en bedieningselementen
3
50 Nm
50 Nm
agria Werktuigdrager Unihamster 25
50 Nm
3. Machine- en bedieningselementen
Kooiwielen
Art.nr. 3617 011 voor de montage aan
aandrijfwielen4.00-8
l
Monteren van de kooiwielen: wiel
moeren (3) en ringen (2) losschroeven.
l
De flens van de plantwielen met
grijpers (1) met de sluitringen en de
wielmoeren monteren - vastdraaien 50
Nm.
l
De plantwielen met grijpers op de
vierkantige tappen zetten en met de
knevelschroeven (5) aandraaien.
3
26 agria Werktuigdrager Unihamster
4. Ingebruikname en bediening
4
Eerste ingebruikname
De levensduur en de bedrijfsveiligheid van de motor hangt grotendeels af van
het rijgedrag tijdens de inrijperiode. Laat een koude motor altijd eerst een paar
minuten warm draaien en belast de motor niet direct tot het maximum.
Laat de motor tijdens de eerste 20 bedrijfsuren (inrijperiode) nooit op volle toe-
ren draaien.
I
Onderhoud het filter goed en zorg voor schone brandstof. Gebruik
alleen merkbenzine.
Gebruik alleen verse en schone brandstof (niet ouder dan drie maanden), al-
leen goedgekeurde, in de vakhandel verkrijgbare brandstofjerrycans gebruiken.
Verroeste jerrycans of nietbenzinedichte kunststof jerrycans mogen niet gebruikt
worden.
Om startproblemen te voorkomen moet de brandstoftank voor de eerste
ingebruikname of na een periode van langere stilstand volgetankt worden.
Wees voorzichtig met brandstof.
Benzine is licht ontvlambaar en onder bepaalde omstandigheden
explosief!
l
Tank nooit in afgesloten ruimtes.
l
Alleen tanken met afgezette en afgekoelde
motor.
l
Tank nooit in de omgevingvan open vuur, von-
ken of hete motoronderdelen.
l
Niet roken tijdens het tanken!
l
Mors geen brandstof, gebruik een passende
trechter.
De brandstoftank niet tot aan de rand voltanken
maar tot ca. 5 mm onder de rand, zodat de brand-
stof nog kan uitzetten.
l
Transmissieoliepeil controleren (blz. 36).
I
Let op: om transportredenen is de motor bij
levering niet helemaal met motorolie gevuld!
Voor de eerste ingebruikname moet motorolie
worden bijgevuld (zie blz. 32)!
agria Werktuigdrager Unihamster 27
Voor iedere ingebruikname, dus voordat
de motor gestart wordt:
Voldoende brandstof in de brandstof-
tank? (C/2).
Luchtfilter (C/4) schoon?
Motoroliepeil controleren (C/10).
Oliepeil stuurtransmissie controleren (A/
10).
Oliepeil maaitransmissie controleren. (in-
dien voorhanden)
W
Ga alleen met de werktuigdrager
aan het werk wanneer alle
beschermingsmaatregelen zijn getroffen
en in de juiste positie zijn gebracht.
Wees voorzichtig met het starten vande
motor in gesloten ruimtes!
Zorg voor goede ventilatie en een snelle
afvoer van de uitlaatgassen. De uitlaat-
gassen bevatten koolmonoxyde, dit is
zeer giftig wanneer het in-geademd
wordt.
Vermijd het aanraken van de warme mo-
tor – kans op brandwonden!
Raak bij lopende motor de ontste-
kingsleiding en de bougie-kap niet aan.
Deze ook niet verwijderen.
4. Ingebruikname en bediening
4
? ok
? ok
? ok
? ok
? ok
28 agria Werktuigdrager Unihamster
Starten van de
benzinemotor
Bougiekap (C/8) aanbrengen.
Brandstofkraan (C/3) opendraaien.
koude motor: CHOKE-hendel (C/5)
in positie ‘CHOKE’ brengen.
warme motor: CHOKE-hendel in nor-
male positie laten of in ‘halfpositie’ bren-
gen.
Toerentalhendel (B/11) op ca. 1/3
gas zetten.
Veiligheidshendel (B/2) en
koppelingshendel (B/3) aantrekken in
startpositie en vergrendeling (B/4) la-
ten vastklikken.
W
Controleer het veiligheids-
schakeling
Het trek-koord aan de start-hand-
greep (C/6) zover uittrekken totdat de
startkoppeling merkbaar gepakt wordt,
vervolgens trekkoord stevig en met
kracht aantrekken zodat de motor ge-
start wordt. Handgreep na het starten
voorzichtig loslaten.
Als de motor loopt, korte tijd laten
warm draaien en vervolgens de choke
langzaam in bedrijfspositie terugzetten
(indien hij gebruikt werd).
4. Ingebruikname en bediening
4
4
1/3
B/2
B/4
B/3
agria Werktuigdrager Unihamster 29
4. Ingebruikname en bediening
Afzetten van de
benzinemotor
Blokkeerrem aantrekken
- alleen uitv. premium
Versnelling en maaiaandrijfschake-
ling in positie ‘0’ zetten.
Toerentalhendel in positie neutraal
'min' zetten en de motor ca. 30 secon-
den stationair laten draaien.
Veiligheidsschakelhendel (B/2) los-
laten.
Brandstofkraan sluiten.
De werktuigdrager beveiligen te-
W
gen onbevoegd gebruik - de
bougiekap verwijderen.
I
De veiligheidsschakelaar (B/2)
dient ook als noodstop-
schakelaar. Indien nodig de hendel
loslaten, de motor springt af.
4
6 30 sec
è0 ç
alleen uitv. premium
B/2
è0 ç
min
I
Wanneer de motor voor langere tijd wordt afgezet is het beter niet
de motor-uit-schakelaar te gebruiken, maar de brandstofkraan te
sluiten en de motor zolang te laten lopen totdat deze vanzelf afspringt. De
carburateur is dan leeg en er kan geen verharsing optreden.
Transport (met maaibalk)
Vooraleer de machine te transporteren, de motor
afzetten, afwachten tot het snijgereedschap tot
stilstand komt en de mesbeschermingslijst erop
steken!
30 agria Werktuigdrager Unihamster
Maaien of werken
Mesbeschermingslijst verwijderen (slechts met maai-
balk).
Maaibalk smeren (slechts met maaibalk).
Motor starten èIngebruikname
W
Controleer het functioneren van de veiligheids-
schakeling - het machine enkel in gebruik nemen
wanneer de veiligheidsschakeling werkt!
Gehoorbescherming gebruiken en draag altijd ste-
vige schoenen.
Afhankelijk van de werkzaamheden: 1ste of 2de ver-
snelling inschakelen.
Aftakasaandrijving inschakelen.
Rem losmaken - alleen uitv. premium
Langzaam de koppeling inschakelen en tegelijkertijd
gas geven.
Verwisseling van rijrichting van vooruit naar
achteruit:
Motor in positie ‘neutraal’.
De koppeling uitschakelen en vasthouden.
In 'R' schakelen.
Langzaam de koppeling inschakelen en tegelijkertijd
gas geven.
Na het eerste gebruik en bij iedere verwisseling van de
messen van ca. 15 - 30 bedrijfsminuten en dan steeds na
4 bedrijfsuren alle schroeven en moeren
aan het maaiwerk en de maaibalk aanha-
len (vooral aan de maaibalkbevestiging en
de mesmeenemer).
4. Ingebruikname en bediening
4
4
1.2.
agria Werktuigdrager Unihamster 31
4. Ingebruikname en bediening
4
Opgelet met de hete onderdelen van de motor!
De uitlaatdemper en andere motoronderdelen zijn zeer
heet terwijl de motor draait en onmiddellijk na het afzet-
ten. Houd voldoende afstand van hete oppervlakken en
houd kinderen uit de buurt van de draaiende motor.
Gevarenbereik
W
Het is verboden in het gevarenbereik van
de maaier te vertoeven tijdens het starten
en tijdens de werkzaamheden.
è0 ç
è0 ç
Gevaren-
bereik
I
Na het beëindigen van de maai-
werkzaamheden of als de maai-
machine verstopt is:
Stuurtransmissie uitschakelen; de maaier
blijft staan, maar de maaimessen bewegen
nog: de maaibalk wordt vrijgeschud.
Aan de koppelingshendel trekken en de
sluitbeugel vergrendelen.
Maaitransmissie uitschakelen.
Motor afzetten.
Mesbeschermings-lijst anbrengen.
W
Wanneer tijdens het maaien de ma-
chine moet worden schoongemaakt,
dient de motor om veiligheids-
redenen te worden afgezet en de
bougiekap te worden verwijderd.
Maaibalk-loopschoenen
Afhankelijk van de uitvoering van de maaibalk
(of speciale uitvoering) kunnen aan de maai-
balk in hoogte verstelbare loopschoenen
worde gemonteerd zodat het maaimes tijdens
de maaiwerkzaamheden niet door stenen of
iets dergelijks kan worden beschadigd.
Hoogteverstelling:
l
Zeskantige moeren (1) losmaken.
l
Maaibalk iets optillen en de loopschoen (2)
verschuiven.
l
De zeskantige moeren (1) vastmaken
I
alle loopschoenen op gelijke
hoogte bevestigen.
32 agria Werktuigdrager Unihamster
Werken op hellingen
W
Wanneer op hellend terrein
wordt gewerkt verdient het de
aanbeveling, dat de werktuigdrager
door een begeleider met een trek-
kabel of een trekstang wordt vastge-
houden, om te voorkomen dat de
machine wegschuift. De begeleider
moet zich heuvelopwaarts van de
machine bevinden en dient vol-
doende afstand te houden tot de
werktuigen!
Werk indien mogelijk dwars op de
helling!
Bij uitv. premium: Gebruik de
bedrijfsrem om te stoppen en de
stoprem om de machine te stallen.
Motor starten op de helling
De aftakas en de stuurtransmissie
in de ingeschakelde positie laten; werkt
als rem,
Bij premium blokkeerrem aantrekken.
Koppelingshendel en veiligheids-
schakelaar in bedrijfspositie brengen.
Motor starten.
4. Ingebruikname en bediening
èIç
èIç
Maaien op vlak
terrein
Maaien op hellin-
gen
4
agria Werktuigdrager Unihamster 33
5. Onderhoud en reparatie
5
I
Behalve het opvolgen van de bedieningsvoorschriften is het bovendien
van groot belang dat u aandacht besteed aan de volgende aanwijzin-
gen omtrent onderhoud en reparatie:
Alle Let op: voer onderhouds- en reparatiewerkzaamheden alleen uit met
een afgezette motor en wanneer de bougiekap verwijderd is!
Draag bij werkzaamheden aan de maaimessen altijd beschermings-
handschoenen!
Motor
Motoroliepeil controleren
Voor iedere ingebruikname en
steeds na 8 bedrijfsuren.
l
Alleen bij afgezette en horizontaal
staande motor.
l
Oliepeilschroefdop en omgeving rei-
nigen.
l
Oliepeilschroefdop losschroeven, oliepeil-
stok met een schone doek afnemen, te-
rugsteken (niet aanschroeven) en opnieuw
uittrekken om het oliepeil te meten.
l
Is het oliepeil tot beneden de marke-
ring ‘min’ gedaald, motorolie (zie 'tech-
nische gegevens’) tot de rand van de
olievulhals ‘max’ bijvullen.
Motorolie verversen
Voor de eerste keer na 25 bedrijfs-
uren, dan om de 50 bedrijfsuren. Ver-
vers de olie zolang de motor nog warm
is, let op dat hij niet te heet is – kans
op brandwonden!
l
Olievuldop, aftapplug en omgeving
reinigen.
l
Olie bijvullen, olie op voorgeschre-
ven wijze verwerken.
I
Let op de conditie van de af
dichtring, eventueel vervangen.
Aftapplug vastdraaien!
- Voor kwaliteit van de olie zie 'techni-
sche gegevens’)
66
66
6 A; 8 h
66
66
6 25 h (50 h)
34 agria Werktuigdrager Unihamster
5
5. Onderhoud en reparatie
Droge luchtfilter
Voor iedere ingebruikname
luchtfilter (C/4) controleren op
vervuiling en eventueel schoon-
maken.
Reiningen het luchtfilter (C/3) ten
laateste om de 25 bedrijfsuren of
in elk geval iedere 3 maanden,
of in geval van zeer stoffige om-
standigheden na een paar uur.
Luchtfilter en omgeving reini-
gen.
Luchtfilterdeksel afnemen.
Schuimstofvoorfilter voorzichtig
losmaken.
Schuimstofvoorfilter in water
met schoonmaakmiddel uitwas-
sen (geen benzine gebruiken).
Schuimstofvoorfilter als een
spons uitknijpen en goed laten
drogen.
Filterelement uitnemen.
Filterelement op een gladde
ondergrond voorzichtig uitkloppen.
Schuimstofvoorfilter en filter-
element niet met perslucht
schoonblazen en niet met olie
doordrenken!
Filterelement en schuimstof-
voorfilter inzetten.
Luchtfilterdeksel terugzetten
I
Beschadigde filterelementen
direct vervangen.
Papier-
filterelement
Schuimstofvoorfilter
66
66
6 A (25 h)
Luchtfilter-
deksel
agria Werktuigdrager Unihamster 35
5. Onderhoud en reparatie
5
5
Reiniging van het koelsysteem
Het koelsystem kan door plantenresten en stof verstopt ra-
ken. Wanneer met een verstopt koelsysteem wordt doorge-
reden, wordt de motor te heet en kan deze defect raken.
l
Koelluchtzeef (C/7) regelmatig controleren en reinigen
van aangezogen vuil en delen van planten.
l
Ventilatorhuis minstens eens per jaar, het beste voor
het seizoen begint, afnemen, koelribben aan de cilinder
en cilinderkop, voor de luchtcirculatie noodzakelijke ge-
leideplaat en de koelluchtzeef reinigen.
è - Serviceç
Uitlaat
Uitlaat (C/9) regelmatig controleren op maai- en plan-
tenresten, en eventueel reinigen, anders
Brandgevaar!
Reinigen van de bougie en instellen van de
elektrodenafstand
Steeds na 100 bedrijfsuren of bij ontstekingsstoringen:
l
Roetafzettingen met een staalborstel van de elektro-
den van de bougie verwijderen.
l
Elektrodenaf-stand controleren en op 0,6 tot 0,7 mm
instellen.
Na ca. 200 bedrijfsuren bougie vervangen.
Reinigung van de brandstofzeef
De brandstofzeef die aan de brandstofkraan (C/3) moet
minstens eens per jaar op water en verontreinigingen ge-
controleerd worden.
l
Sluit de brand-stofkraan.
l
Verwijder de brandstofzeef en haal de verontreinigin-
gen weg. Bij beschadiging vervangen.
l
Filterzeefhouder in brandstof uitwassen.
l
Brandstofzeef volledig monteren, letten op de dichtheid.
Brandstofslangen
Na 2 jaar vervangen, lekke brandstofslangen direct vervangen.
6 J
6 A
6 A; 5 h
66
66
6 J
66
66
6 100 h
0,6 - 0,7 mm
36 agria Werktuigdrager Unihamster
5
Cilinderkop reinigen
Na iedere 400 bedrijfsuren cilinderkop
afnemen en de koolafzettingen aan ci-
linder, cilinderkop, zuigerbodem en
ventielen met een staalborstel verwij-
deren. Vervolgens met een zacht pen-
seeltje schoonvegen. Koppakking ver-
vangen en op de cilinderkop monteren.
Cilinderkopschroeven afwisselend met
25 Nm vastdraaien.
è - Serviceç
5. Onderhoud en reparatie
Klepspeling instellen
Na iedere 400 bedrijfsuren moet de
klepspeling worden ingesteld. Uitlaat-
klep en inlaatklep 0,08–0,11 mm bij
koude motor.
è - Serviceç
Reinigen van de carburateur
Reiniging van de carburateur na iedere
400 bedrijfsuren en stationair toeren-
tal afstellen.
è - Serviceç
Stationair toerental
Let erop dat het toerental van de mo-
tor juist is ingesteld. De motor moet bij
laag toerental zonder problemen
draaien als de toerentalhendel in posi-
tie neutraal aan de aanslag staat. Al-
leen instellen bij warmgedraaide mo-
tor, door afwisselend verstellen van de
schroef voor begrenzing stationair toe-
rental (2) en de mengsel regelschroef
voor stationair toerental (1). Daarna
moet het startkoord aan de klem-
schroef of de stelschroef zonder spe-
ling worden ingesteld. (Stationaire toe-
rentallen zie ‘technische gegevens’).
Afstelling è - Serviceç
Toerentalregelaar
Voor het juist functioneren van de
toerentalregelaar aan de motor en voor
deinstelling van het hoogste stationaire
toerental moet de regelveer zoals op
de afbeelding zijn gepositioneerd.
W
Wanneer hier eigenhandig
veranderingen worden doorge-
voerd, vervalt de aanspraak op ga-
rantie!
De regelveer, -hendel en -stang moe-
ten altijd vrij zijn van vuil, maai- en plan-
tenresten.
1 mengsel regelschroef voor stationair toerental
2 schroef voor begrenzing stationair toerental
3 stationair sproeier
Regelveer in gat 2
agria Werktuigdrager Unihamster 37
Machine
Transmissie
Het transmissieoliepeil moet voor iedere ingebrui-
kname en steeds na 50 bedrijfsuren gecontroleerd
worden (oliepeilstok en olievulopening A/10). Het
oliepeil moet tussen de kerven max. en min. staan,
bij horizontaal staande machine.
Oliepeilstok uittrekken, met een schone doek
afnemen en weer terugsteken.
Oliepeilstok opnieuw uittrekken om het oliepeil
te meten, eventueel transmissieolie bijvullen.
Transmissieolie verversen na de eerste 50
bedrijfsuren en vervolgens na iedere 300 bedrijfs-
uren, met warme motor.
Olievuldop (A/10), aftapplug (A/9) en hun om-
geving reinigen.
Transmissieolie bijvullen, afgewerkte olie opvan-
gen en volgens de voorschriften verwerken.
I
Afdichtring controleren, eventueel
vervangen.
Aftapplug vastzetten!
Voor hoeveelheden en kwaliteit van de olie zie
‘technische gegevens’.
Aandrijfwielen
l
Bij de eerste ingebruikname en bij iedere wis-
seling van de wielen moeten de wielschroeven en
-moeren na de eerste 2 bedrijfsuren met 50 Nm wor-
den nagetrokken of gecontroleerd worden. Anders
na 25 bedrijfsuren.
l
De bandenspanning van de banden moeten re-
gelmatig gecontroleerd worden. Let erop
dat de spanning in beide banden gelijk is
zodat probleemloos rijden gewaarborgd is.
Aankoppelen van werktuigen
Steeds na 50 bedrijfsuren moet de smeernippel met
biologisch afbreekbaar vet gesmeerd worden.
Bovendien de uitgangsas voor iedere montage in-
vetten.
5. Onderhoud en reparatie
66
66
6 50 h
66
66
6 (50) 300 h
66
66
6 A, 8 h
50 Nm
5
38 agria Werktuigdrager Unihamster
5
Instellingen van de hendels
Speling of instellingen "A" voor iedere
ingebruikname controleren en even-
tueel corrigeren (vooral tijdens de inrij-
periode na de eerste ingebruikname of
na het verwisselen van de koppelings-
of remvoering).
l
Contramoer (2) losmaken.
l
Instelschroef verstellen tot speling
A = 5 - 6 mm bereikt is.
l
Contramoer (2) weer vastdraaien.
Veiligheidsschakeling
Controleer de veiligheidsschakeling
voor iedere ingebruikname en bij iedere
onderhoudsbeurt op juist functioneren.
l
Wanneer de hendel (B/2) wordt los-
gelaten en de koppeling is geschakeld,
dient de motor automatisch tot stilstand
te komen.
l
Elektrische leidingen en stekkers
moeten eveneens gecontroleerd wor-
den, eventueel vervangen.
è
- Serviceç
5. Onderhoud en reparatie
B/2
B/3, B/13
66
66
6 A
66
66
6 A
agria Werktuigdrager Unihamster 39
5. Onderhoud en reparatie
Maaidrijfwerk
Maaidrijfwerk-
transmissieolie-oliepeil
Voor het eerste gebruik en na
steeds 25 bedrijfsuren contro-
leren:
l
Het maaiwerk demonteren
en verticaal op de maaibalk of
maaibalkdrager stellen.
l
De oliepeilschroefdop(2) los-
schroeven, het oliepeil dient te rei-
ken tot aan de rand van de olievul-
hals of minstens tot 1 cm onder de
olievulhals, eventueel bijvullen
(transmissieolie SAE 90-API-GL).
I
De afdichtringen contro-
leren, indien nodig ver-
vangen.
De oliepeilschroefdop vast-
schroeven!
Motorolie verversen
Voor de eerste keer na 50
bedrijfsuren dan om de 300
bedrijfsuren.
Vulschroef (1), aftapplug (2)
en omgeving reinigen en ope-
nen.
De olie verversen, afge-
werkte olie in een geschikte bak
opvangen en volgens de voor-
schriften verwerken.
I
De afdichtringen contro-
leren, indien nodig ver-
vangen.
De oliepeilschroefdop vast-
schroeven!
Zie technische gegevens voor de
kwaliteit van de transmissie-olie.
5
66
66
6 (50) 300 h
66
66
6 25 h
2
5
40 agria Werktuigdrager Unihamster
5
Maai-inrichting
I
De maaibalk is één van de
zwaarstbelaste landbouwwerk-
tuigen. Het is daarom vanzelfspre-
kend dat de maaibalk bijzonder zorg-
vuldig onderhouden en afgesteld
moet worden.
l
Voor iedere ingebruikneming en
steeds na 8 bedrijfsuren alle glijdende
delen aan het maaimes met biologisch
afbreekbaar smeervet invetten of met
biologisch afbreekbare smeerolie
inoliën.
l
Voor iedere ingebruikneming en
ten laatste na ongeveer 2 bedrijfsuren
alle schroeven en moeren van het
maaiwerk en van de maaibalk aan-
draaien, vooral aan de mesmeenemer.
I
Bij de vervanging van de
mesmeenemer–bevestigings-
schroeven, enkel en alleen agria-
schroeven gebruiken, anders zou
het mes kunnen breken.
Instelling van de
mesmeenemers
Voor iedere ingebruikname en steeds
na 8 bedrijfsuren de speling van 0,10
mm tussen de stelschroeven en de
kogelkop-aandrijfstift controleren:
Klemschroeven losmaken.
De speling instellen door de
meeneemtappen naar links of rechts te
draaien.
Klemschroeven weer vastzetten.
I
Controleren en instellen met
naar links, respectievelijk naar
rechts gedraaide zwenkarm.
5. Onderhoud en reparatie
66
66
6 A, 8 h, B
66
66
6 A, 2 h
agria Werktuigdrager Unihamster 41
5. Onderhoud en reparatie
Maaibalk
W
Motor afzetten
Bougiekap verwijderen
Veiligheidshandschoenen dragen
W
Maaimes enkel in de ingevoegde
mesbeschermingslijst opbergen!
Bovenmes
I
Voor de demontage en mon-
tage van de maaimessen en
voor het onderhoud en de reiniging
van de maaibalk zie
maaibalk- handleiding
Slijpen van de maaimessen
Veiligheidsbril en
-handschoenen dragen.
Afhankelijk van de intensiteit waarmee
de messen worden gebruikt, zijn de
messen na 4 - 20 bedrijfsuren zover
afgestompt dat ze moeten geslepen
worden.
Dat gebeurt met een handslijper met
ca. 15.000 tot 20.000 min
-1
in combi-
natie met een komvormige slijptol met
een doorsnede van Ø25 mm en een
lengte van ca. 35 mm of een speciaal
slijpapparaat.
I
Het slijpen van de messen is
van het grootste belang voor
schone en probleemloze maai-
werkzaamheden.
l
Er wordt alleen geslepen met de
voorkant van de slijptol, vanaf de ach-
terkant van het mes tot de mespunten.
l
De messen mogen niet warm wor-
den, ze zijn niet meer bruikbaar (uit-
gegloeid en zacht), wanneer ze blauw
verkleurd zijn.
l
Messen aan de voorkant niet afron-
den (P)
l
Snijvlak niet in bogen slijpen (P)
l
Slijpbraam met een handslijpsteen
verwijderen
è - Serviceç
Ondermes
ESM-universele
maaibalk en maaibalk
gemeente-uitvoering
fout
geslepen
goed
geslepen
5
42 agria Werktuigdrager Unihamster
5
5. Onderhoud en reparatie
èè
èè
è I
Algemeen
l
Voor iedere in-
gebruikname let
op het verliezen
van brandstof en
olie, indien nodig
opruimen.
l
Schroeven en
moeren regelmatig
controleren, even-
tueel natrekken.
l
Minstens eens
per jaar en na
een schoon-
maakbeurt alle
glijdende of be-
weeglijke onder-
delen (bijv. toerentalhendel, hendella-
ger) met biologischafbreekbaar vet of
olie vet houden.
Reiniging
Maaibalk
Na de maaiwerk-
zaamheden
moet de maai-
balk grondig met
water worden
schoongemaakt.
Daarvoor dient
het maaimes te
worden gedemonteerd, zodat het vuil
dat zich tussen de messen heeft ver-
zameld, gemakkelijk kan worden ver-
wijderd. Alle glijdende delen moeten
vervolgens met biologisch afbreekba-
re smeerolie geolied worden, of met
biologisch afbreekbaar smeervet wor-
den ingesmeerd.
Mesbeschermingslijst
aanbrengen!
Maaidrijfwerk en machine
Na een schoon-
maakbeurt met
een hogedruk-rei-
niger moet de
zwenkarmlagering
van de maai-instal-
latie en de andere
smeerplaatsen
aan de machine meteen worden ge-
smeerd, en de maai-installatie dient
kort te worden ingeschakeld, zodat het
binnengedrongen water eruit geslin-
gerd wordt. De lagers moeten voorzien
zijn van een vetkraag die de lagers
beschermt tegen het binnendringen
van vuil, plantensappen en vocht.
Motor
Reinig de motor
met een doekje.
Vermijd het afspui-
ten van de motor
met een sterke
waterstraal, vocht
in het ontstekings-
en brandstofsys-
teem kan leiden tot
storingen.
agria Werktuigdrager Unihamster 43
Stallen
Wanneer de machine gedurende
lan-gere tijd niet gebruikt wordt:
a) Reiniging uitvoeren
laklaag bijwerken
b) alle onbeschermde onderdelen,
met name de maaibalk met biologisch-
afbreekbare corrosiewerende olie
inoliën.
c) Motor in conditie houden
l
Brandstof volledig aftappen of
brandstoftank voltanken, stabilisator
(agria-nr. 799 09) in de brandstoftank
gieten
- Kijk in de gebruiksaanwijzing.
Motor ca. 1 minuut laten lopen.
l
Motorolie verversen.
l
In de bougieopening een theelepel
vol (ca. 0,03 l.) motorolie laten lopen.
Motor langzaam laten doordraaien.
l
Bougie weer inbouwen. De zuiger
met de omkeerbare starter op com-
pressie zetten (langzaam aan de cho-
ke trekken tot men weerstand voelt),
zodoende zijn de ventielen gesloten.
l
Laat de motor om de 2–3 weken lang-
zaam doordraaien (bougiekap verwij-
deren!) en de zuiger opnieuw op
compressie zetten.
5. Onderhoud en reparatie
d) Aandrijfwielen
Plaats deze op steunblokken zodat de
banden niet op de
vloer rusten. Lucht-
banden gaan snel
in kwaliteit achteruit
wanneer ze zonder
lucht onder belas-
ting staan.
e) Koppeling
Machine altijd met aangetrokken kop-
pelingshendel
(vergrendeling in-
geklikt) parkeren,
er kunnen anders
problemen met de
koppeling ont-
staan, als gevolg
van corrosievor-
ming.
f) Stallen
Om sterke corrosievorming te vermij-
den:
- beschermen tegen weersinvloeden
plaats de machine nooit in:
- vochtige ruimtes
- in ruimtes waar
kunstmest be-
waard wordt
- stallen of daar-
naast liggende
ruimten.
g) Dek de machine af
met een dekzeil of
iets dergelijks.
5
44 agria Werktuigdrager Unihamster
2
Elektrisch schakelschema
1 Motor
2 Magnetische ontsteking
3 Schakelaar in de
veiligheidsschakelaar
bl = blauw
agria-bestelnr.
799 09 brandstof stabilisator 5g
Kleefmiddelen (schroefbevestiging), afdichting:
559 94 Kleefmiddel (middel) Loctite 242 fles 50 ml
559 95 Kleefmiddel (sterk) Loctite 270 fles 50 ml
559 96 Kleefmiddel (extra sterk) Loctite 638 fles 50 ml
559 97 Afdichting (vloeibaar) Loctite 573 tube 250 ml
Bandenpechbescherming:
713 13 banden afdichtgel Terra-S fles 1 l.
Lak:
181 03 Spuitlak berkengroen spuitbus 400 ml
181 04 Spuitlak sinaasappeloranje spuitbus 400 ml
509 68 Spuitlak zwart spuitbus 400 ml
Slijtageonderdelen:
749 00 Luchtfilterset (papierelement + voorfilter)
671 87 Bougie Bosch WR7 AC
009 05 Afdichtring 14 x 20 x 1,5 (motorolieaftapplug)
684 16 Afdichtring (motoroliepeilstok)
009 25 Afdichtring 14 x 18 x 1,5 (transmissieolieaftapplug)
1
009 17 Afdichtring 16 x 22 x 1,5 (transmissieolieaftapplug)
1
Reserveonderdelenlijst:
997 075 Werktuigdrager 3600 Unihamster
997 077 Motoren Robin
Lak, slijtageonderdelen
1
6
agria Werktuigdrager Unihamster 45
Smeerschema
1
2
4
6
10
66
66
6 A, 50 h, B
66
66
6 (25 h)
50 h
66
66
6 A = voor iedere ingebruikname
B = jaarlijks, en na een
schoonmaakbeurt met een
hogedrukreiniger
J = jaarlijks
66
66
6 (50 h) 300 h
7
maaibalk gemeente-
uitvoering
66
66
6 50 h, B
66
66
6 A; 8 h; B
9
5
66
66
6 (50)300 h
3
66
66
6 A, 8 h
66
66
6 25 h
8
66
66
6 A;
8 h; B
66
66
6 A;
8 h
6
46 agria Werktuigdrager Unihamster
storing mogelijke oorzaak oplossing pagina
Motor -Bougiekap is niet aangesloten Bougiekap aansluiten
start niet -CHOKE niet uitgetrokken Chokehendel in juiste positie brengen 28
-Veiligheidsschakelaar niet Veiligheidsschakelaar in
in startpositie startpositie brengen 28
-Brandstoftank leeg of Brandstoftank vullen
slechte brandstof met schone brandstof 27
-Brandstofleiding verstopt Brandstofleiding reinigen 35
-Bougie defect Bougie schoonmaken,
afstellen of vervangen 35
-Motor teveel brandstof (verzopen) Bougie drogen, schoonmaken
en starten met volgas
-Motor-uit-leiding defect Leiding en verbindingen controleren
¬
-Valse lucht door losgelaten Bevestigingsschroeven natrekken
carburateur en aanzuigleiding
Motor hapert -Motor loopt op choke Chokehendel in positie
af en toe BEDRIJF brengen 28
-Contactkabel zit los Bougiekap op de bougie vastklemmen,
bougiekabel vastklemmen,
bougiekab op de bougiekabel vastklemmen
-Brandstofleiding verstopt Brandstofleiding schoonmaken,
¬
of slechte brandstof schone brandstof tanken
-Luchttoevoer in de Brandstoftankdop vervangen
brandstoftankdop verstopt
-Water of vuil in het Brandstof aftappen en
brandstofsysteem schone brandstof tanken
-Luchtfilter verontreinigd Luchtfilter schoonmaken of vervangen 34
-Carburateur verkeerd afgesteld Carburateur afstellen
¬
36
Motor -Te weinig motorolie Meteen motorolie bijvullen 33
wordt -Ventilatiesysteem functioneert niet Luchtrooster schoonmaken,
te heet koelribben schoonmaken 34
-Luchtfilter is verontreinigd Luchtfilter reinigen 34
-Carburateur verkeerd afgesteld Carburateur afstellen
¬
36
Motor haperingen -Ontsteking te krap afgesteld Bougie afstellen 35
bij hoge -Stationair toerental Carburateur afstellen
¬
36
toerentallen niet correct afgesteld
Motor slaat bij -Ontsteking te ruim afgesteld, Bougie afstellen of vervangen 35
stationair Bougie defect
toerental -Carburateur verkeerd afgesteld Carburateur afstellen
¬
36
vaak af -Luchtfilter is verontreinigd Luchtfilter reinigen 34
6. Storingen opsporen en verhelpen
6
6
6
agria Werktuigdrager Unihamster 47
storing mogelijke oorzaak oplossing pagina
Motor loopt -Regelstangen zijn verontreinigd, Regelstangen schoonmaken 36
onregelmatig klemmen
Motor springt in -Motor-stop-leiding defect, Leiding en verbinding controleren,
stoppositie massa ontbreekt massa controleren
niet af
Motor levert te -Cilinderkop los of Cilinderkop aandraaien,
¬
36
weinig vermogen afdichting beschadigd afdichting vervangen
-Te weinig compressie Motor laten controleren
¬
-Luchtfilter is verontreinigd Luchtfilter reinigen 34
Koppeling -Koppelingshendel niet Koppelingsspeling afstellen 38
komt niet los correct afgesteld
Koppeling -Koppelingshendel niet Koppelingsspeling afstellen 38
glijdt correct afgesteld
-Koppelingsplaat versleten Koppelingsplaat vervangen
¬
Teveel -Bevestigingsbouten zijn los Bevestigingsbouten natrekken 42
vibratie
Maaiprestaties -Messen zijn stomp Messen vervangen of slijpen, 41
nemen af slijpbraam met handsteen slijpen
Er blijft gras -Messen zijn stomp Messen vervangen of slijpen 41
tussen de -Messen zijn niet recht Messen demonteren en veranderen
messen zitten -Messen staan niet op één lijn Messen veranderen
¬
-Onderste armen verbogen Onderste armen terugbuigen
¬
Punten van het -Bovenste mes staat te ver voor Mesgeleidingen instellen BM
onderste mes het onderste mes
werken zich in
de punten van
het bovenste mes
Snijvlakken liggen -Snijvlekken of messen verbogen, Controleer of de messen recht zijn, evt.
veranderen,
niet op elkaar achterkant messen verdraaid tot ook de snijvlakken op één lijn staan
¬
¬
= Laat dit uitvoeren door een agria-vakgarage!
BM = zie maaibalk- handleiding
6. Storingen opsporen en verhelpen
6
48 agria Werktuigdrager Unihamster
Onderhouds- en inspectietabel
P = Positie in het smeerschema
A = voor iedere ingebruikname
B = na iedere reinigingsbeurt
J = jaarlijks
K = controle- en onderhoudswerkzaamheden kunnen door de bestuurder zelf worden uitgevoerd
W = servicewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een vakkundige garage
F = servicewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een agria-vakgarage
* = na 2 jaar
BM = zie maaibalk- handleiding
6
2 8 25 50 100 200 300 400
Controleer het veiligheidsschakeling K 38
Schroeven en moeren controleren K K 42
Luchtfilter controleren K 34
Hendel speling controleren K 38
Motoroliepeil controleren, eventueel bijvullen 1 K K 33
Koelluchtgrilgeleidingsplaten reinigen K 35
Transmissieoliepeil controleren 3 K K 37
Maaibalk: alle glijdende onderdelen smeren
– ook bij iedere vervanging van de messen
8, 9 K K K 40
Maaibalk: Mesgeleidingen speling controleren
– ook bij iedere vervanging van de messen
W W BM
Maai-installatie: transmissieoliepeil controleren,
transmissieolie bijvullen, eerste keer,
verdere keren
6
7
K K
W
W
39
39
Wielschroeven en -moeren natrekken K K 37
Regelstangen controleren of schoonmaken K 36
Maaibalk gemeente-uitvoering
neerlaatkracht van zw enkarm controleren
W BM
Maaibalk gemeente-uitvoering
zw enkarmlager smeren
K K BM
Maaibalk gemeente-uitvoering
meeneemas smeren
– ook bij iedere vervanging van de messen
K K BM
Motorolie verversen, eerste keer,
verdere keren
2
2
W
W
33
33
Luchtfilter schuimstofvoorfilter reinigen W W 34
Maaimessen slijpen, evt. eerder
F 41
Luchtfilter: papier-filterelement vervangen,
indien nodig eerder!
W W 34
Transmissieolie verversen, eerste keer,
verdere keren
4
4
W
W
37
37
Aanhangpunt smeren 5 K K 37
Algemene smeerplekken 10 K K K 42
Bougie reinigen,
elektrodenafstand afstellen
K 35
Bougie vervangen K 35
Cilinderkop reinigen
F 36
Carburateur reinigen en afstellen F 36
Klepspeling einstellen F 36
Brandstofzeef reinigen W 35
Koelribben reinigen F 35
Brandstofslangen vernieuw en W* 35
blz.
min.
3mnd
l. J BAP
Steeds na bedrijfsuren
agria Werktuigdrager Unihamster 49
Aanduiding van de onderdelen
Viertakt-benzinemotor,
Robin EH 17 D
Afb. C
1 Brandstoftankdeksel
2 Brandstoftank
3 Brandstofkraan
4 Luchtfilter
5 Choke-hendel
6 Starter-handgreep
7 Koelluchtzeef
8 Bougie / bougiekap
9 Uitlaat met beschermkap
10 Motorolievulschroef met oliepeilstok
12 Motorolie-aftapplug
13 Motor typeplaatje
14 Carburateur
50 agria Werktuigdrager Unihamster
Aanduiding van de onderdelen
Viertakt-benzinemotor,
Robin EH 17 D
Afb. C
agria Werktuigdrager Unihamster 51
6
Conformiteitsverklaring
agria-Werke GmbH
Bittelbronner Straße 42
D-74219 Möckmühl
Tel. +49/ (0)6298 /39-0
Fax +49/ (0)6298/39-111
Internet: www.agria.de
Uw agria dealer bij u in de omgeving:
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

Agria 3600 de handleiding

Type
de handleiding