Agria 3600 de handleiding

Type
de handleiding
3507
Motor: EH 17 D
Lees voordat u de machine in gebruik neemt eerst de handleiding.
Volg veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen nauwkeurig op!
Handleiding nr.
998 824-B10.10
&
Eenassige tractorEenassige tractor
Eenassige tractorEenassige tractor
Eenassige tractor
36003600
36003600
3600
OriginalOriginal
OriginalOriginal
Original
HandleidingHandleiding
HandleidingHandleiding
Handleiding
2 agria Eenassige tractor 3600
Symbolen, typeplaatje
Hier invullen:
Machine art. nr.:............................
Identificatie/machine nr.:
.......................................................
Motor type:....................................
Motor nr.:.......................................
Datum aankoop:...........................
Typeplaatje: zie blz. 3, afb. A/16
Motortype en motornr. zie blz. 54,
afb. E/8 of E/13.
Bij bestelling van reserveonderde-
len deze gegevens vermelden om
fouten bij levering te vermijden.
Alleen originele agria-
reserveonderdelen gebruiken!
De technische gegevens, afbeeldin-
gen en maten in deze handleiding zijn
niet bindend. De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld. Wij
behouden ons het recht voor veran-
deringen aan te brengen, zonder
deze handleiding te wijzigen.
Levering:
l
handleiding
l
eenassige tractor
– basismachine
– stuurstang
l
gereedschapsset
Symbolen
waarschuwingsteken. Vindt u
bij passages die betrekking
hebben op uw veiligheid.
belangrijke informatie
choke
brandstof
olie
motor-start
motor-stop
motoroliepeil
luchtfilter
koeling met ventilator
transmissieolie-oliepeil
zichtcontrole
koppeling
maaiaandrijving
rijaandrijving
vooruit
achteruit
aftakas
rem
geopend (ontgrendeld)
gesloten (vergrendeld)
draaien met de klok mee
draaien tegen de klok in
è - Serviceç
= Laat dit uitvoeren door een agria-
vakgarage!
agria Eenassige tractor 3600 3
Aanduiding van de onderdelen
A
B
Uitvoering 2V2R:
starre 6kt-wielas
C
Uitvoering 3V2R,
differentieel,
onafhankelijk werkende
stuurrem
4 agria Eenassige tractor 3600
Aanduiding van de onderdelen
Afb. A:
1 Brandstoftank
2 Dop brandstoftank
3 Gereedschapsset
4 Onderstuurstang
5 Stuur
6 Vergrendeling voor stuur, zijwaartse verstelling en draaien
7 Stekker
8 Trekhaak
9 Borgpen
10 Grendel voor aanbouwwerktuigaansluiting
11 Blokkeerbout achteruitrijversnelling
12 Aanbouwwerktuigaansluiting met geïntegreerde aftakas
13 Gewichtsdragers met motorbeschermingsbeugel
14 Motor
15 Transmissieolievulopening en peilstok
16 Typeplaatje (Identificatie/machine nr.) (rechts, in rijrichting)
17 Onafhankelijk werkende remtrommel
18 Wielflens
19 Transmissieolie-aftapplug
Afb. B en C:
1 Veiligheidsschakelhendel
2 Hendel voor differentieelslot
3 Blokkeerhendel voor hoogteverstelling stuurstang
4 Toerentalhendel
5 Hendel voor motorkoppeling
6 Vergrendeling voor motorkoppeling
7 Schakelstang voor aftakas = bij aanbouwwerktuigen achter
(Versnellingsschakelstang) = bij frontaanbouwwerktuigen
8 Hoge-versnellingsschakelstang
9 Versnellingsschakelstang = bij aanbouwwerktuigen achter
(Schakelstang voor aftakas) = bij frontaanbouwwerktuigen
10 Veiligheidsbeugel voor onafhankelijk
werkende wielrem (rijden met aanhanger)
11 Hendel voor onafhankelijk
werkende wielrem li. = bij aanbouwwerktuigen achter
(Hendel voor onafhankelijk
werkende wielrem re.) = bij frontaanbouwwerktuigen
12 Hendel voor onafhankelijk
werkende wielrem re. = bij aanbouwwerktuigen achter
(Hendel voor onafhankelijk
werkende wielrem li.) = bij frontaanbouwwerktuigen
13 Stang-draaihendel voor de zijwaartse verstelling en het draaien van het
stuur
agria Eenassige tractor 3600 5
Inhoudsopgave
Inhoud pakket ................................... 2
Aanduiding
van de onderdelen ................3, 54
Aanwijzingen
voor de montage ................... 6 - 8
1. Veiligheidstechnische
aanwijzingen ........................ 9 - 15
2. Technische gegevens
Afmetingen...................................... 16
Machine .......................................... 17
Trillingsniveau ................................. 17
Motor............................................... 18
Geluidsniveau ................................. 18
Gebruik op hellingen....................... 18
3. Machine- en
bedieningselementen
Motor............................................... 19
Veiligheidsschakeling ..................... 20
Koppeling ........................................ 20
Transmissie..................................... 21
Onafhankelijk werkende wielrem.... 22
Differentieel..................................... 23
Aftakas............................................ 23
Achteruitrijrem ................................ 23
Stuurstang ................................ 24, 25
Aandrijfwielen ........................... 26, 27
Sneeuwkettingen ............................ 27
Wielbevestigingsschroeven ............ 27
Front- en wielverzwarings-
gewichten........................................ 28
Aan- en afkoppelen van
aanbouwwerktuigen........................ 29
4. Ingebruikname en bediening
Eerste ingebruikname .................... 33
De motor starten............................. 35
De motor afzetten ........................... 36
Werkzaamheden verrichten............ 37
Gevarenbereik ......................... 37 - 38
Rijden met aanhanger .................... 38
5. Onderhoud en reparatie
Motor........................................ 39 - 42
Luchtfilter ........................................ 40
Bougie............................................. 41
Machine .......................................... 43
Afstelling van de hendels ............... 45
Algemeen........................................ 45
De machine stallen ......................... 46
Aanbevelingen
Smeermiddelen .............................. 47
Onderhoud en reparatie ................. 47
Brandstof ........................................ 47
6. Storingen opsporen
en verhelpen.......................48 - 49
Lak, slijtageonderdelen........... 50
Schakelschema ......................... 51
Smeerschema......................... 51
Onderhouds- en
inspectietabel............................. 52
Conformiteitsverklaring .......... 55
Let op uitklappagina’s!
Afb. A .............................................. 3
Afb. B + C..................................... 54
6 agria Eenassige tractor 3600
Eenassige tractor uitpak-
ken, stuurstang moet in de
stuurkolom worden inge-
bouwd.
Tapeind en zeskantige
moer (contramoer) zover uit-
draaien tot de stuurstang in de
stuurkolom kan worden ge-
plaatst.
Stuurstang in de stuurko-
lom plaatsen – let op de
stangdraaivergrendeling.
Tapeind zover indraaien
totdat een lichte weerstand
merkbaar wordt – dan stel-
schroef ongeveer een kwart
slag terugdraaien en met de
zeskantige moer vastschroe-
ven.
De Bowdenkabels moeten
bij de op blz. 7 en 8 afgebeel-
de plaats van het stuur (hak-
freesinstelling) in rijrichting
langs de linkerkant geleid wor-
den.
l
Stuurstang moet nog
enigszins zwenkbaar zijn.
Schakelstangen monteren,
hiertoe de schakelstangen
voor versnelling en aftakas in
de scharnierstukken van de
schakelhendel aan de zijde
van het aandrijfhuis brengen
en met haarspeldveren
borgen.
Aanwijzingen voor de montage
tapeind en zeskantige moer
schakelstangen monteren
stuurkolom
stuurstang
borgen
stangdraaiver-
grendeling
1/4
agria Eenassige tractor 3600 7
Aanwijzingen voor de montage
Uitvoering 2V2R: starre 6kt-wielas
aandrijfwiel 4.00-8
met wielflens
borgklip
wielgewichten
aandrijfwiel 4.00-10
met wieladapterflens
tapeind en
zeskantige moer
stuurstang
l
Aandrijfwielen monteren:
-4.00-8: Aandrijfwielen aan de wielflens met
wielschroeven en ringen monteren, en op de
zeskantige wielassen schuiven, zo dat het pijl-
vormige bandenprofiel in de rijrichting wijst,
borgklip door de wielnaaf- en asboring steken
en borgveer omklappen.
-4.00-10: Wieladapterflens op de aandrijfwie-
len schroeven. Aandrijfwielen met wielschroe-
ven en ringen aan de wielflens monteren, en
op de zeskantige wielassen schuiven, zo dat
het pijlvormige bandenprofiel in de rijrichting
wijst, borgklip door de wielnaaf en asboring ste-
ken en borgveer omklappen.
Zo moeten de Bowdenkabels
geleid worden.
8 agria Eenassige tractor 3600
Aanwijzingen voor de montage
Uitvoering 3V2R,
differentieel, stuurrem
Stuurstang
Tapeind en
zeskantmoer
l
Aandrijfwielen monteren:
-4.00-8: Aandrijfwielen aan de wielflens met wiel-
schroeven en ringen monteren, zo dat het pijlvormige
bandenprofiel in de rijrichting wijst.
Aandrijfwiel 4.00-8
Wielgewichten
-4.00-10: Wieladapterflens op de aandrijfwielen schroeven. Aandrijfwielen
met wielschroeven en ringen aan de wielflens monteren, zo dat het pijlvormi-
ge bandenprofiel in de rijrichting wijst.
l
Hoge-versnellingsschakelstang monteren:
Schakelstang van onderen in de schakelstanggeleiding brengen (I), kogel-
greep afschroeven (II), schakelstang op de transmissieschakelhendel (III)
steken en met borgveer borgen (IV).
Aandrijfwiel 4.00-10 met
wieladapterflens
Zo moeten de Bowden-
kabels geleid worden.
I II III IV
agria Eenassige tractor 3600 9
Lees deze handleiding aandachtig door
voordat u de machine in gebruik neemt
en volg de instructies nauwkeurig op.
Waarschuwingsteken
Dit symbool treft u aan bij alle passa-
ges die betrekking hebben op uw veilig-
heid. Breng ook andere gebruikers op
de hoogte van deze veiligheidsaanwij-
zingen.
Gebruik conform de
bestemming
De eenassige tractor is een zelfrijden-
de, eenassige werkmachine die met de
hand wordt bediend en die verschillen-
de door de fabrikant geautoriseerde
aanbouwwerktuigen kan aandrijven en/
of trekken. Wordt toegepast voor bv.
grondbewerking, maaien van gras of
weiden, winterzaamheden en vegen
(gebruik conform de bestemming).
Iedere andere toepassing geldt als niet
in overeenstemming zijnde met het doel
waarvoor de tractor gebouwd is. Voor
schade die door ondoelmatig gebruik
veroorzaakt wordt, kan de fabrikant niet
aansprakelijk worden gesteld. Dit risico
is geheel en al voor de gebruiker.
Tijdens het gebruik van de eenassige
tractor/de combiwerktuig op openbare
wegen dienen de bepalingen van de
nationale verkeersvoorschriften te wor-
den in acht genomen, bv. reflectoren,
verlichting.
De eenassige tractor/Het combiwerktuig
is niet voorzien om te worden gebruikt
met een aanhangwagen op openbare
wegen of als trekmachine zonder aan-
bouwwerktuig.
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
De door de fabrikant voorgeschreven
gebruiksvoorschriften, alsmede de voor-
schriften met betrekking tot controle,
onderhoud en reparatie dienen in acht
te worden genomen.
De fabrikant kan niet aansprakelijk wor-
den gesteld voor schade die ontstaat
door eigenhandige wijzigingen aan de
machine.
Algemene
veiligheidsvoorschriften
Basisprincipe:
De gebruiker dient zich te houden aan
alle voorschriften ter voorkoming van
ongevallen, alsmede aan de algemeen
geldende regels wat betreft veiligheid,
arbeidsgeneeskunde en wegverkeer.
Bij gebruik van openbare wegen dienen
de geldende verkeersbepalingen in acht
te worden genomen.
Controleer voor ingebruikname van de
eenassige tractor altijd eerst de ver-
keers- en bedrijfsveiligheid.
De eenassige tractor mag slechts ge-
bruikt, onderhouden en gerepareerd
worden door personen die over de no-
dige kennis beschikken en van de risi-
co’s op de hoogte zijn.
Personen beneden de 16 jaar mogen
de machine niet bedienen!
Werk alleen bij goed zicht en voldoen-
de licht.
De bestuurder moet goed aansluitende
werkkleding dragen. Wijde kledingstuk-
ken dienen vermeden te worden. Draag
altijd stevige schoenen!
De waarschuwings- en instructiebord-
jes op de machine geven belangrijke
aanwijzingen voor veilig gebruik. Volg
1
10 agria Eenassige tractor 3600
deze aanwijzingen nauwkeurig op, in het
belang van uw eigen veiligheid!
Zet de motor af wanneer u de machine
transporteert van en naar de werkplek.
Blijf altijd op een veilige afstand van
draaiende werktuigen!
Voorzichtig met nalopende werktuigen.
Wachten tot het werktuig helemaal stil
staat!
Bij werkzaamheden met extern aange-
dreven machineonderdelen bestaat de
kans op beknellingen en andere verwon-
dingen!
Het is niet toegestaan tijdens de werk-
zaamheden mee te rijden op de tractor.
Aangebouwde werktuigen en ladingen
hebben invloed op het rijdrag en het
stuur- en remvermogen van de tractor.
Pas uw werksnelheid aan aan de om-
standigheden.
Instelling van het motortoerental niet
veranderen. Een verhoogd toerental
vergroot de kans op ongelukken.
Arbeids- en
gevarenbereik
De gebruiker is op de werkplek tegen-
over derden verantwoordelijk.
Blijf buiten het gevarenbereik van de
eenassige tractor.
Controleer voor het starten en wegrij-
den de omgeving van de tractor. Let
vooral op kinderen en dieren!
Voordat met de werkzaamheden begon-
nen wordt, dienen obstakels uit de weg
te worden geruimd. Let ook tijdens de
werkzaamheden op obstakels en haal
ze tijdig weg.
Bij werkzaamheden op omheinde plaat-
sen dient de veiligheidsafstand tot de
omheining in acht genomen te worden,
zodat de machine niet beschadigd
wordt.
Bediening en
veiligheidsmaatregelen
Voor de werkzaamheden
Zorg ervoor dat u op de hoogte bent van
alle installaties en bedieningscompo-
nenten, alsmede van het functioneren
ervan. In het bijzonder dient u te weten
hoe u de motor in geval van nood snel
en veilig afzet.
Controleer of alle veiligheidsmaatrege-
len zijn getroffen en in de juiste positie
zijn gebracht.
Wanneer de aftakas niet gebruikt wordt,
dient deze met een beschermingskap
te zijn afgedekt.
Starten
Start de motor niet in afgesloten ruim-
tes. De uitlaatgassen bevatten koolmo-
noxyde dat zeer giftig is wanneer het
ingeademd wordt.
Voor het starten van de motor dienen
alle bedieningselementen in stand ‘neu-
traal’ te worden gezet.
Voor het starten van de motor niet vóór
de tractor of het aanbouwwerktuig gaan
staan.
Gebruik geen starthulpvloeistof in com-
binatie met elektrische startkabels. Ex-
plosiegevaar!
Tijdens de werkzaamheden
Tijdens de werkzaamheden mag de
stuurstang nooit worden losgelaten.
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
agria Eenassige tractor 3600 11
Bedieningsstang tijdens de werkzaam-
heden nooit verstellen – ongevalsrisico!
Neem bij alle werkzaamheden met de
eenassige tractor die afstand van de
machine in acht, waartoe u door de
stuurstang gedwongen wordt, vooral bij
het nemen van bochten!
Het is niet toegestaan tijdens de werk-
zaamheden en het transport op de ma-
chine mee te rijden.
Wanneer het aanbouwwerktuig vast zit
moet de motor worden afgezet en dient
het aanbouwwerktuig met passend ge-
reedschap te worden schoongemaakt.
Indien de eenassige tractor of het aan-
bouwwerktuig beschadigd is moet de
machine onmiddellijk worden gestopt en
de motor worden afgezet. Laat de scha-
de direct herstellen!
Bij een defect aan de stuurinrchting de
eenasssige tractor meteen stoppen en
de motor afzetten. Laat het defect direct
repareren!
Wanneer op hellend terrein wordt ge-
werkt verdient het aanbeveling, de een-
assige tractor met een trekkabel of een
trekstang vast te houden, om te voor-
komen dat de machine wegschuift. De
bestuurder moet zich heuvelopwaarts
van de machine bevinden en dient vol-
doende afstand te houden tot de werk-
tuigen!
Werk indien mogelijk dwars op de hel-
ling!
Beëindigen van de
werkzaamheden
Laat de eenassige tractor nooit onbe-
heerd achter als de motor nog loopt.
Zet de motor af voordat u de tractor ver-
laat. Sluit daarna de brandstofkraan.
Tref de nodige voorzorgsmaatregelen
om gebruik door onbevoegden te ver-
hinderen. Haal de contactsleutel uit het
contact (indien aanwezig) of trek de bou-
giekap eruit.
Aanbouwwerktuigen
Koppel de aanbouwwerktuigen uitslui-
tend aan bij afgezette motor en uitge-
schakelde aandrijving.
Gebruik passend gereedschap en draag
altijd beschermhandschoenen als u
aanbouwwerktuigen of onderdelen er-
van vervangt.
Breng de steunen bij het monteren en
demonteren in de juiste positie en zorg
ervoor dat het werktuig niet kan weg-
kantelen.
Bij het aankoppelen van de werktuigen
is grote voorzichtigheid geboden.
Koppel aanbouwwerktuigen uitsluitend
aan de daarvoor bestemde inrichtingen,
volgens de voorschriften.
Indien u de werkplek verlaat, eenassi-
ge tractor en aanbouwwerktuig beveili-
gen tegen wegrollen. Voorkom gebruik
door onbevoegden. Monteer eventueel
de transport- of beschermingsinrichting
en zet deze in de veiligheidsstand.
Hakinrichting
De schutlatten van het hakwerktuig die-
nen zo te worden ingesteld dat alleen
het gedeelte van het werktuig dat in de
bodem komt vrij is.
Let bij het frezen op de juiste instelling
van het freesspoor.
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
12 agria Eenassige tractor 3600
Maai-inrichting
De scherpe kant van de maaibalk kan
bij onoplettendheid aanzienlijke verwon-
dingen veroorzaken. Verwijder daarom
de schutlatten van de messen alleen tij-
dens het maaien en plaats ze na het
maaien direct weer op de juiste manier
terug.
Tijdens transport en opslag dienen de
schutlatten altijd op de messen te zijn
gemonteerd; aan de vingerbalk moeten
bovendien de spanveren worden inge-
haakt.
Transporteer de gedemonteerde maai-
balk niet zonder schutlat.
Bescherm de messen met de schutlat-
ten voordat de maaibalk gemonteerd en
gedemonteerd wordt.
Let er bij het vervangen van de messen
en het losmaken en vastdraaien van de
mesmeenemers op dat de schroefbe-
weging van de richting van de snijkan-
ten af beweegt.
Draag bij het slijpen van de messen een
veiligheidsbril en handschoenen.
Aanhangers
Maximaal toelaatbare belasting van de
trekhaak en hitch in acht nemen.
Let bij disselbevestiging op voldoende
beweeglijkheid rond het aanhangpunt.
Maximaal toegestane asbelasting en
totaalgewicht niet overschrijden.
Controleer voor iedere rit de rem en de
verlichting.
Inspecteer het remsysteem regelmatig
en nauwkeurig!
Het instellen en repareren van de rem-
men mag alleen worden uitgevoerd door
vakkundig geschoold technisch perso-
neel bij de garage.
Bij alle ritten met een aanhanger moet
de beremming van de wielen zijn uitge-
schakeld!
Bij uitvoeringen met onafhankelijke wiel-
schakeling mag de wielschakeling niet
aan beide kanten bediend worden, –
onafhankelijke wielschakeling moet uit-
geschakeld zijn!
Bij uitvoeringen met differentieel mag
het differentieelslot in de bochten niet
gebruikt worden.
Alleen wanneer er een speciaal daar-
voor bestemde bijrijderszitplaats voor-
handen is mag een bijrijder meerijden.
Ander personenvervoer is niet toege-
staan.
Schakel voor hellingen tijdig terug. Op
hellingen nooit ontkoppelen en schake-
len!
Gewichten
Breng de gewichten altijd aan volgens
de voorschriften aan aan de daarvoor
bestemde bevestigingspunten.
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
agria Eenassige tractor 3600 13
Onderhoud
Pleeg geen onderhouds- en reinigings-
werkzaamheden aan de machine met
lopende motor.
Bij werkzaamheden aan de motor dient
de bougiekap altijd te worden verwijderd
(alleen bij benzinemotoren).
Zijn bepaalde beschermingsinrichtingen
of werktuigen aan slijtage onderhevig
dan moeten deze regelmatig gecontro-
leerd en eventueel vervangen worden!
Beschadigde messen moeten vervan-
gen worden!
Gebruik bij het vervangen van de mes-
sen passend gereedschap en veilig-
heidshandschoenen.
Reparatiewerkzaamheden zoals lassen,
slijpen, boren enz. mogen niet aan dra-
gende, veiligheidstechnische onderde-
len (bijv. stuurstang, aanhanginrichtin-
gen) worden uitgevoerd!
Zorg ervoor dat de eenassige tractor en
de aanbouwwerktuigen schoon blijven,
om brandgevaar te vermijden.
Moeren en schroeven regelmatig con-
troleren of ze vast zitten en eventueel
aandraaien.
Na de onderhouds- en reinigingswerk-
zaamheden dienen de beschermingsin-
richtingen weer te worden aangebracht
en in oorspronkelijke positie te worden
teruggebracht.
Altijd originele agria-reserveonderdelen
gebruiken. Andere reserveonderdelen
moeten kwalitatief gelijkwaardig zijn en
overeenkomen met de door de Firma
agria vastgelegde technische eisen.
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
Na gebruik wegzetten
Het parkeren van de eenassige tractor
in ruimtes met open kachels is verbo-
den.
Parkeer de eenasssige tractor niet in
gesloten ruimtes wanneer zich nog
brandstof in de brandstoftank bevindt.
Benzinedampen zijn gevaarlijk.
Motor, brandstof en olie
Laat de motor niet in een gesloten ruim-
te lopen vanwege verhoogde kans op
vergiftiging! Vervang defecte uitlaatpij-
pen daarom ook altijd direct.
Wees voorzichtig met brandstof vanwe-
ge het brandgevaar. Vermijd open vuur,
vonken en hete motoronderdelen tijdens
het bijvullen van brandstof. Vul geen
brandstof bij in gesloten ruimtes. Niet
roken tijdens het tanken!
Tank alleen met uitgeschakelde en af-
gekoelde motor.
Zorg ervoor dat u geen brandstof morst,
gebruik een passende trechter.
Mocht er toch brandstof zijn gemorst,
schuif dan de eenassige tractor aan de
kant voordat u de motor start.
Gebruik alleen brandstof van voorge-
schreven kwaliteit.
Bewaar de brandstof alleen in daarvoor
bestemde blikken.
1
14 agria Eenassige tractor 3600
Vloeistoffen die onder hoge druk ont-
snappen zoals bijv. brandstof, kunnen
de huid binnendringen en ernstige ver-
wondingen veroorzaken. Waarschuw
direct een arts!
Houd anticorrosiemiddelen en stabilisa-
toren altijd buiten het bereik van kinde-
ren. Bij misselijkheid en braakneigingen
direct een arts waarschuwen. In geval
van contact met de ogen meteen met
veel water uitspoelen. Vermijd het ina-
demen van de dampen.
Lees de aanwijzingen op de verpakking!
Maak gebruikte spuitbussen (starthulp-
mengsel e.d.) helemaal leeg op een
vonk- en vlamvrije plaats voordat u deze
weggooit, eventueel als klein chemisch
afval behandelen.
Voorzichtig bij het aftappen van hete
olie, er bestaat verbrandingsgevaar.
Gebruik altijd olie van voorgeschreven
kwaliteit. Bewaar de olie alleen in daar-
voor bestemde kannetjes.
Olie, brandstof, vet en filters geschei-
den en volgens de voorschriften verwer-
ken.
Banden en
bandenspanning
Bij werkzaamheden aan de wielen dient
u ervoor te zorgen dat de eenassige
tractor veilig geparkeerd is en tegen
wegrollen beveiligd is.
Reparaties aan de wielen mogen alleen
door vakkundig personeel met passend
gereedschap worden uitgevoerd.
Controleer de bandenspanning regel-
matig. Bij een te hoge luchtdruk bestaat
explosiegevaar.
Let op de juiste bandenspanning bij
werkzaamheden met extra gewichten.
Schroeven en moeren van de wielen
dienen bij servicewerkzaamheden te
worden aangedraaid.
Elektrische installatie
Bij werkzaamheden aan de elektrische
installatie moet altijd de accu worden
losgemaakt (indien voorhanden).
Let op de juiste volgorde bij het aanslui-
ten – eerst de pluspool en dan de min-
pool! Het losmaken van de accu gebeurt
in omgekeerde volgorde.
Voorzichtig met accugassen – explosie-
gevaar!
Vermijd vonken en open vuur in de buurt
van de accu.
Verwijder de kunststof bekleding (indien
voorhanden) voor het laden van de accu
zodat concentratie van explosieve gas-
sen vermeden wordt.
Voorzichtig met accuzuur – agressief!
Gebruik alleen voorgeschreven zekerin-
gen. Bij het gebruik van te zware zeke-
ringen raakt de elektrische installatie
defect – brandgevaar!
Pluspool altijd voorzien van bescherm-
kapje.
Dragers van een pacemaker mogen de
stroomvoerende onderdelen van het
ontstekingssysteem niet aanraken bij
lopende motor!
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
agria Eenassige tractor 3600 15
Beschrijving van de
waarschuwingssymbolen
Voor reinigings-, onderhouds- en repa-
ratiewerkzaamheden motor afzetten en
bougiekap eruit trekken.
Bij lopende motor voldoende afstand
houden van het freeswerktuig of de
maaier.
Niet zonder veiligheidsvoorzieningen
werken! Voor het starten voorzieningen
in de juiste positie brengen.
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
Houd bij lopende motor voldoende af-
stand van de maaimessen!
Tast nooit in bewegende machineonder-
delen. Wacht totdat ze tot stilstand ge-
komen zijn.
Bij lopende motor afstand houden.
Beschrijving van
de gebodstekens
Tijdens de werkzaamheden
met de machine dient indivi-
duele gehoorbescherming te
worden gedragen.
Veiligheidshandschoenen ge-
bruiken.
Draag altijd stevige schoe-
nen.
16 agria Eenassige tractor 3600
2. Technische gegevens
Eenassige tractor
Afmetingen van de machine: [mm]
maat uitvoering
2V2R 3V2R
A 605 605
A
1
1170 1170
B
4.00-8 450-730 395-495
4-00-10 480-710 440-550
C 800-1000 800-1000
C
1
760-1010 760-1010
D 1650 1650
D
1
1715 1715
E 790 790
E
1
575 575
F 595 595
F
1
755 755
Banden:
............................4.00-8 (akkerprofiel)
......................of 4.00-10 (akkerprofiel)
Bandenspanning:..................... 1,2 bar
Spoorbreedte uitvoering 2V2R: [mm]
4.00-8.................................... 352–632
4.00-10.................................. 380–610
De spoorbreedte wordt ingesteld door
de wielnaaf op de zeskantige wielas te
verschuiven, en door de montage van
de aandrijfwielen (naar binnen of naar
buiten gedraaid).
A S i A S i A S i A S i A S i A S i
495 392 290 395 292 190 550 440 330 520 410 300 490 380 270 440 330 220
Spoorbreedte uitvoering 3V2R: [mm]
Banden: 4.00-8 Banden: 4.00-10
2
agria Eenassige tractor 3600 17
Koppeling: .........................................
meervoudige droge plaatkoppeling
Transmissie:
Uitvoering 2V2R .................. tandwiel-
schakeltransmissie,
2 versnellingen vooruit,
2 versnellingen achteruit.
Uitvoering 3V2R .................. tandwiel-
schakeltransmissie,
3 versnellingen vooruit,
2 versnellingen achteruit,
(3de versnelling alleen bij aanbouw-
werktuigen achter), onafhankelijk
werkende wielrem aan beide kanten,
differentieel, differentieelslot
Transmissieolie: reservoir ca. 1,5 liter
transmissieolie SAE 90 - API - GL5
(bijv. BP Energear Hypo)
2. Technische gegevens
Aftakas: ..............................1028 min
-1
versnellingsonafhankelijk
bij motortoerental 3600 min
-1
(geïntegreerd in de aansluitflens)
draairichting: rechtsdraaiend (met de
klok mee) op de aftakas gezien, bij
vooruit en achteruit rijden gelijkblij-
vend. Tandnaafprofiel Ø 20 mm.
Aanbouwwerktuigen-
aansluiting: ......................... Ø 47 mm
Stuurstang: ....zonder gereedschap in
hoogte en zijdelings verstelbaar
en 180° zw enkbaar voor het aan-
bouwen van frontwerktuigen
Trillingsniveau:
op stuurhendel: ............ a
hw
< 2,5 m/s
2
volgens ISO 5349 bij 85 %
van het nominale motortoerental
met ingeschakeld werktuig
Gewicht:
leeg: met wielen
Uitvoering 2V2R.......................61,5 kg
Uitvoering 3V2R.......................69,5 kg
maximaal toegelaten
totale gewicht:.......................... 150 kg
maximaal toegelaten
gewicht op de trekhaak:............. 55 kg
2
1. 2. 1. 2.
4.00-8 vooruit 1,3 2,4 2,1 3,9
4.00-8 achteruit 2,1 3,9 1,3 2,4
4.00-10 vooruit 1,5 2,7 2,5 4,1
4.00-10 achteruit 2,5 4,1 1,5 2,7
Rijsnelheden: [km/u]
achteraanbouw frontaanbouw
verwsnellingversnelling
banden
1. 2. 3. 1. 2.
4.00-8 vooruit 1,3 2,4 7 2,1 3,9
4.00-8 achteruit 2,1 3,9 1,3 2,4
4.00-10 vooruit 1,5 2,7 7,8 2,5 4,1
4.00-10 achteruit 2,5 4,1 1,5 2,7
Rijsnelheden: [km/u]
frontaanbouw
verwsnelling
banden
achteraanbouw
versnelling
18 agria Eenassige tractor 3600
Motor
Motorenfabrikant: ....................Robin
Type: ..................................... EH 17 D
Bouwwijze: geforceerd-luchtgekoelde
eencilinder viertaktmotor (benzine)
Boring: .................................... 67 mm
Slag: ........................................ 49 mm
Cilinderinhoud: .................. 172 ccm
Vermogen: ....... 4,0 kW bij 3600 min
-1
Koppel: .................... maximaal 11 Nm
bij 2600 min
-1
Bougie:.....................BOSCH WR7AC
NGK BR 6 HS,
elektrodenafstand 0,6–0,7 mm
Ontsteking: ................... elektronische
magneetontsteking,
zonder contact,
ontstekingstijdstip vast ingesteld,
radio-ontstoord volgens VDE 0879
Klepspeling (bij koude motor)
inlaatklep...................... 0,08–0,11 mm
uitlaatklep..................... 0,08–0,11 mm
Startinrichting: .......... repeteerstarter
Inhoud brandstoftank:.....ca. 3,6 liter
Brandstof: ........benzine (tankstation),
octaangetal minstens 90 RON
(zie brandstofadvies)
Luchtfilter: ........... droog filterelement
met schuimstof voorfilter
Carburateur: .....................horizontale
valstroomcarburateur
Meng-reguleerschroef:
basisinstelling ca. 1 3/8 omwenteling open
hoofdsproeier:............................... 105
stationair toerental .......................... 50
Nominaal toerental: ......... 3600 min
-1
Maximaal toerental
onbelast: ........................... 3800 min
-1
Stationair toerental: ......... 1200 min
-1
Motorolie:........ hoeveelheid ca. 0,65 l
universele olie SAE 10W-40 API-SC
(of hogere kwaliteit)
Gebruik op hellingen:
De motor is geschikt voor werkzaam-
heden op hellingen (bij motoroliepeil
“max” = bovenste vulmarkering):
langdurig gebruik op helling ..... tot 45°
(100%)
Geluidsniveau:
Geluidsniveau waargenomen
door de bestuurder .............. 80 dB (A)
(conform de EN 709)
2. Technische gegevens
2
agria Eenassige tractor 3600 19
De eenassige tractor agria type 3600 is
een basis-motormachine en wordt steeds
met een aanbouwwerktuig gebruikt.
Daarom is hij geschikt voor een gewoon
gebruik en voor werken in de tuinbouw,
landschapsverzorging, land- en bos-
bouw, bodembewerking, maaien van
gras en weiden, winterdienst en vegen.
Tijdens het gebruik van de eenassige
tractor/de combiwerktuig op openbare
wegen dienen de bepalingen van de
nationale verkeersvoorschriften te wor-
den in acht genomen, bv. reflectoren,
verlichting.
Als aanbouwwerktuigen zijn beschik-
baar:
l
aanbouwwerktuigen voor de
achterzijde, bijv.:
– hak- en freeswerktuigen
– getrokken bodembewerkings-
machines
– eenassige aanhangers
– grind- en zoutstrooiers
l
frontaanbouwwerktuigen
– maaimachines
– schoonmaakmachines
– sneeuwschuivers en -frezen
– grind- en zoutstrooiers
en verschillende werktuigen, zie ook
prijslijst.
Motor
l
De viertakt benzinemotor wordt aan-
gedreven met normaal verkrijgbare ben-
zine (zie ook blz. 47: geadviseerde
brandstof).
Ontsteking
De motor is uitgerust met een contact-
loze elektronische ontsteking. Wij advi-
seren de noodzakelijke controles alleen
door de vakman te laten uitvoeren.
Tijdens de eerste 20 bedrijfsuren (inrij-
periode) mag de motor niet tot het maxi-
mum worden belast.
Ook na de inrijperiode mag u als regel
niet meer gas geven dan nodig is.
I
Hoge toerentallen kunnen de
motor beschadigen en de le-
vensduur aanzienlijk beperken. Dit
geldt vooral als de motor onbelast
draait! Laat de motor nooit over z’n
toeren draaien, daardoor kan de mo-
tor direct defect raken.
Koeling
De motor wordt gekoeld met een venti-
lator. Zorg ervoor dat geen vuil of bla-
derresten in de koelluchtzeef op de re-
peteerstarter en de koelribben van de
cilinder worden aangezogen.
Stationaire toerental
Het stationaire toerental van de motor
moet juist zijn afgesteld. Wanneer de
toerentalhendel tegen de eindaanslag
in stationaire positie staat moet de mo-
tor bij laag toerental zonder problemen
blijven lopen.
Luchtfilter
Het luchtfilter reinigt de aangezogen
lucht. Een vervuild luchtfilter kan het mo-
torvermogen ongunstig beïnvloeden.
Toerentalhendel
Met de toerentalhendel (B/4 of C/4) aan
de stuurstang kan het motortoerental
van min. = STATIONAIR tot max. = VOL-
GAS traploos geregeld worden.
3. Machine- en bedieningselementen
2
20 agria Eenassige tractor 3600
3. Machine- en bedieningselementen
44
B/1;
C/1
B/6;
C/6
B/5;
C/5
B/5;
C/5
Veiligheidschakeling
De eenassige tractor is uitgerust met een veiligheids-
schakelaar (hendel B/1 of C/1).
STOP-positie: bij het loslaten van de hendel wordt
de elektronische ontsteking uitgeschakeld (motor
wordt afgezet).
Voorzichtig! motor loopt nog even door!
Startpositie: (om de motor te starten en voor een
werkpauze) veiligheidshendel (B/1 of C/1) naar bene-
den drukken, koppelingshendel (B/5 of C/5) aantrek-
ken en met vergrendeling (B/6 of C/6) vastzetten.
Bedrijfspositie: tijdens de werkzaamheden met de
machine de veiligheidshendel (B/1 of C/1) naar bene-
den drukken.
W
Veiligheidshendel niet vastzetten!
I
De veiligheidshendel dient ook als noodschake-
laar. De veiligheidshendel moet in noodsituaties
die om een snel handelen vragen, worden losgelaten,
deze komt dan automatisch in de positie ‘STOP’!
Koppeling
In de machine is een meervoudige droge plaatkoppe-
ling ingebouwd. Deze wordt met de koppelingshendel
(B/5 of C/5) bediend. Bij ingetrokken koppelingshendel
tot stand "0" ontkoppelt is, dat betekent dat de motor
de eenassige tractor niet aandrijft.
De hendel heeft enige speling “A” om te voorkomen dat
de koppeling tijdens de werkzaamheden in de ontkop-
pelde positie komt.
I
Wanneer de motor loopt mag de eenassige trac-
tor niet te lang met aangetrokken koppeling
worden neergezet, dit kan schade aan de ontkoppelbare
mof veroorzaken.
Bij stilstaande motor moet de eenassige tractor ech-
ter altijd met aangetrokken hendel (vergrendelingsbeu-
gel gearreteerd) worden neergezet, anders kunnen pro-
blemen bij het koppelen als gevolg van roestvorming
ontstaan.
3
agria Eenassige tractor 3600 21
3. Machine- en bedieningselementen
Transmissie
Uitvoering 2V2R
De machine is uitgerust met een tandwiel-schakeltransmissie met
l
2 versnellingen vooruit en 2 versnellingen achteruit
l
starre zeskantige wielas
Versnelling
De versnelling wordt met de schakelstang (B/9)
geschakeld.
Tussen de versnellingen bevindt zich positie ‘neu-
traal’.
De positie van de schakelhendel geeft weer welke
versnelling op de transmissie-schakelplaat is ge-
schakeld.
Uitvoering 3V2R
De machine is uitgerust met een tandwiel-schakeltransmissie met
l
3 versnellingen vooruit en 2 versnellingen achteruit
l
differentieel met differentieelslot
l
onafhankelijk werkende wielrem
Versnelling
De versnellingen 1–2 en R1–R2 worden gescha-
keld met de schakelstang (C/9).
De positie ‘neutraal’ bevindt zich tussen de ver-
snellingen.
De 3de versnelling (hoge versnelling) wordt met
de speciale schakelgroep (schakelstang C/8) in-
geschakeld.
De ‘hoge versnelling’ kan uit veiligheidstechnische overwegingen alleen worden
ingezet bij normaal vooruit rijden (aanbouwwerktuigen achter). Bij frontaanbouw-
werktuigen wordt de hoge-versnellingsschakelstang gedemonteerd en de ver-
snelling geblokkeerd.
De positie van de schakelhendel geeft weer welke versnelling op de transmissie-
schakelplaat is geschakeld.
I
Transmissieschakelingen mogen alleen worden uitgevoerd als de machine
stilstaat (en dus ontkoppeld is)!
Wanneer de stuurstang 180° gedr aaid is (voor frontaanbouwwerktuigen) zijn de
schakelstangen voor versnelling en aftakasschakeling omgewisseld.
31
22
3
22 agria Eenassige tractor 3600
Hoge-versnellingsschakeling
bij uitvoering 3V2R
Voor transportritten kan de 3de versnelling (hoge versnelling) worden gescha-
keld.
l
Hier voor dient de hoge-versnellingsschakelstang
gemonteerd te zijn (zie blz. 8).
l
Versnellingsschakelstang in positie ‘0’ tus-
sen 1ste en R-1ste versnelling schakelen.
l
Hoge-versnellingsschakelstang in positie
(SNEL)’ schakelen (schakelstang naar ach-
teren trekken).
l
Versnellingsschakelstang in positie ‘3’ scha-
kelen.
l
Terugschakelen volgt in omgekeerde volgor-
de.
l
Voor het omschakelen in een versnelling achteruit, eerst versnellingsschakels-
tang in NEUTRAAL en daarna de ‘hoge versnelling’ uitschakelen.
Onafhankelijk werkende wielrem (draai-stuurhulp)
bij uitvoering 3V2R
De machine is voorzien van een onafhankelijk
werkende stuurrem, om het besturen en het
draaien van de eenassige tractor te vergemak-
kelijken.
De rem wordt met hendels bedient (1 of 2).
W
Wanneer de stuurstang 180° g edraaid is
(voor frontaan-bouwwerktuigen) volgen
de handelingen omgekeerd!
Op hellingen altijd naar de helling toe keren!
W
Tijdens het rijden met een aanhanger mag
de onafhankelijk werkende wielrem niet
gebruikt worden. De hendels voor de onafhan-
kelijk werkende wielremmen moeten met de verg-
rendelbeugels (afb. F) worden geblokkeerd.
3. Machine- en bedieningselementen
F
C/8
C/9
31
3
agria Eenassige tractor 3600 23
Differentieel
bij uitvoering 3V2R
Het differentieel kan desgewenst worden uit-
geschakeld om de trekkracht te verhogen bij
werkzaamheden onder moeilijke omstandighe-
den. De hendel voor het in- en uitschakelen
bevindt zich rechts van het stuur.
I
Bij ritten met een aanhanger moet het
differentieelslot uitgeschakeld zijn, het
sturen wordt anders bemoeilijkt, vooral bij
het nemen van bochten.
Het differentieel slechts zo lang als nodig is
blokkeren.
Inschakelen van het differentieelslot
(starre wielas)
tijdens de rit:
Gas los
Hendel voor differentieelslot (C/2) naar
voren bewegen en tegelijkertijd gas geven
Differentieelslot uitschakelen
l
Hendel voor differentieelslot naar achteren
bewegen.
Aftakasaandrijving
De versnellingsonafhankelijke aftakasaandrijving (A/12) is
in de werktuigaanbouwflens geïntegreerd.
Met de aftakasschakelstang (B/7 of C/7) wordt de aftakas
in- en uitgeschakeld.
I
Bij met 180° gedraaide stuurstang is de aftakasschakel-
stang met de versnellingsschakelstang verwisseld, en
de schakelrichting is andersom!
Achteruitrijrem
De eenassige tractor is voorzien van een achteruitrijrem (blokkeerbout) voor
hakwerktuigen die moet voorkomen dat de aftakas van het hakwerktuig bij
achteruitversnelling wordt ingeschakeld, of dat de achteruitrijversnelling wordt
ingeschakeld op het moment dat de aftakas in functie is.
I
Bij het aanbouwen van het hak-werktuig moet de blokkeerbout
helemaal naar buiten worden geschoven.
Bij het aanbouwen van de maai-installatie moet de blokkeerbout naar binnen
worden geschoven.
3. Machine- en bedieningselementen
31
29
30
3
24 agria Eenassige tractor 3600
3. Machine- en bedieningselementen
Stuurstang
Stuurstang in hoogte verstellen
l
Druk de blokkeerhendel (B/3 of C/3)
zover naar beneden totdat de inkepin-
gen vrij zijn.
l
Breng de stuurstang op de gewens-
te hoogte.
l
Laat de blokkeerhendel los en voer
het stuur in de gewenste inkeping zo-
dat de blokkeerhendel weer helemaal
naar boven in de uitgangspositie terug-
zwenkt.
Stuurstang zijwaarts verstellen
De stuurstang kan uit zijn normale po-
sitie (midden positie) ca. 30° naar links
of naar rechts versteld worden.
l
Stuur-draaihendel (B/13 of C/13)
naar achteren draaien en daarbij de
stuurstang naar links of naar rechts in
de gewenste positie brengen.
l
Stuur-draaihendel naar voren terug-
draaien en in de gewenste inkeping aan
de stuurstang laten klikken.
Stuurstang draaien – 180°
Voor het aanbouwen van frontaanbouw-
werktuigen:
W
Stuurstang alleen draaien bij
afgezette motor.
Schakelstang aftrekken
l
Haarspeldveren (J ) uit de scha-
kelstangen trekken.
l
Schakelstangen van de scharnier-
stukken trekken.
B/3;
C/3
B/13;
C/13
3
agria Eenassige tractor 3600 25
3. Machine- en bedieningselementen
2.
3.
1.
4.
L
Het leiden van de
bowdenkabels bij
gedraaide stuurstang
B/13;
C/13
3V2R
Hoge-versnellingsschakelstang de-
monteren:
(alleen bij uitvoering 3V2R)
1. borgveer aan de schakelstang ope-
nen.
2. schakelstang naar boven aftrekken.
3. kogelgreep van de schakelstang af-
schroeven.
4. Schakelstang uit de schakelplaat trek-
ken en bewaren.
Stuur-draaihendel (B/13 of C/13)
opendraaien en tegelijkertijd de stuurs-
tang met de klok mee 180° draaien.
Stuur-draaihendel naar voren terug-
draaien en in de gewenste inkeping aan
de stuurstang laten klikken.
Beide schakelstangen opnieuw met
de buitenste schakelhendels verbinden
en met de haarspeldveren borgen.
Let er tijdens het draaien van de stuurs-
tang op dat de Bowdenkabels niet verdraaid
zijn of strak gespannen staan (afb. L).
Let op: de schakelstang voor de ver-
snelling bevindt zich nu links en de af-
takasschakelstang rechts aan het stuur.
De richting van de aftakasschakeling en
de richting van de onafhankelijk werken-
de wielrem is eveneens omgekeerd.
De zijwaartse verstelling van de stuur-
stang (ca. 30°) kan ook in gedr aaide
positie uitgevoerd worden.
Stuurstang terugdraaien
De terugdraaien van de stuurstang volgt
in dezelfde volgorde, tegen de klok in.
Bij uitvoering 3V2R hoge-versnellings-
schakelstang monteren.
3
26 agria Eenassige tractor 3600
Aandrijfwielen
Uitvoering 2V2R = zeskantige
wielas
Op de zeskantige wielassen (1)
zijn wielflenzen (2) gezet. Ze
worden met borgklips (3) die
door de naaf-wielasboring ge-
stoken zijn, op hun plaats ge-
houden.
De aandrijfwielen (8) worden
met wielschroeven (5) en ringen
(6) aan de wielflenzen gemon-
teerd.
De wielas is per kant voorzien
van 2 bevestigingsboringen, de
wielflens is voorzien van steeds
3 boringen (voor borgklips).
Door de wielnaven op de wielas
te verschuiven kan de gewens-
te spoorbreedte worden inge-
steld.
W
Veerbeugel van de borg-
clip in rijrichting naar
achteren wijzend monteren en
na het omklappen de
veerbeugel vast laten klikken.
Bovendien kunnen de wielen
naar binnen of naar buiten ge-
draaid gemonteerd worden, om
de benodigde spoorbreedte van
352 tot 632 mm te verkrijgen.
De wielen moeten met de pro-
fielpunten in de rijrichting (van
boven af op de wielen gezien)
gemonteerd worden, om de
trekkracht zo optimaal mogelijk
te benutten. Let hier ook op bij
de 180° gedraaide stuurstang bij
frontaanbouwwerktuigen.
3. Machine- en bedieningselementen
1 zeskantige wielas
2 zeskantige wielflens
3 borgclip
4 wieladapterflens
5 ring
6 wielschroef
7 zeskantige schroef
8 aandrijfwiel
9 ring
10 wielmoer
11 wielschroef
2V2R met aandrijfwielen 4.00 - 8
2V2R met aandrijfwielen 4.00 - 10
3
agria Eenassige tractor 3600 27
Aandrijfwielen Gebruik
maat profiel toepassing artikel nr.
4.00-8 akkerprofiel frezen, oppers 3690 011
maken, maaien,
schoonmaken,
winterdienst
4.00-10 akkerprofiel ploegen, frezen 3690 021
Uitvoering 3V2R = trommelrem/wiel-
flens met stiftschroeven
De aandrijfwielen (6) worden met de
wielmoeren (8) aan de wielflens (1) ge-
schroefd.
Bij gebruik van aandrijfwielen 4.00-10
moeten eerst de wieladapterflenzen (2)
aan de aandrijfwielen gemonteerd wor-
den.
De benodigde spoorbreedte kan worden
ingesteld (zie sporenplan blz. 18) door
de aandrijfwielen aan de wielflenzen of
de aandrijfwielen aan de wieladapter-
flenzen te monteren (flenzen of wielen
naar binnen of naar buiten gedraaid en
van binnen of van buiten aan de wiel-
adapterflenzen gemonteerd).
De wielen moeten met de profielpunten
in de rijrichting (van boven af op de wie-
len gezien) gemonteerd worden, om de
trekkracht zo optimaal mogelijk te be-
nutten. Let hier ook op bij de 180° ge-
draaide stuurstang bij frontaanbouw-
werktuigen.
Wielbevestigingsschroeven
Uitvoering 2V2R: wielschroeven met
ringen
Uitvoering 3V2R: stiftschroeven met
ringen en wielmoeren
De wielschroeven en wielmoeren moe-
ten bij nieuwe machines en bij iedere
verwisseling van de wielen na de eer-
ste 2 bedrijfsuren met 50 Nm worden
nagetrokken. Verder bij alle onderhouds-
beurten.
Sneeuwkettingen
Bij het gebruik van sneeuwkettingen
moeten de aanwijzingen van de fabri-
kant worden opgevolgd. Let erop dat de
machineonderdelen vrij kunnen bewe-
gen.
3. Machine- en bedieningselementen
3V2R met aandrijfwielen 4.00 - 8
3V2R met aandrijfwielen 4.00 - 10
1 wielflens
2 wieladapterflens
3 ring
4 wielmoer
5 zeskantige schroef
6 aandrijfwiel
7 ring
8 wielmoer
3
28 agria Eenassige tractor 3600
3. Machine- en bedieningselementen
Front- en wielverzwaringsgewichten
Voor betere trekprestaties van de tractor kunnen front- en wielgewichten worden
gemonteerd.
Montage
frontverzwarings-gewichten
art. nr. 3228 011
Montage
wielgewichten
art. nr. 3621 011
Uitvoering 2V2R zes-
kantige wielas:
l
Aandrijfwielen af-
schroeven.
l
Wielnaven (1) met
de zeskantschroef naar
de binnenzijde wijzend
monteren. Van tevoren
moeten de wielen echter
met de lange zeskant-
schroeven (2) (levering wielgewicht) steeds per twee diagonaal van de binnenzijde
aan de wielflens (1) worden geschroefd.
l
Steeds 2 wielschroeven (4) diagonaal aan de ongebruikte schroefgaten van
de wielflens van de binnenzijde aanschroeven.
l
Wielverzwaringsgewichten (5) met steeds 2 lange speciale moeren (7) en rin-
gen (6) diagonaal aan de van binnen ingeschroefde zeskantige schroeven (2)
vastmaken.
Wielschroeven en gewichtsbevestigingsmoeren met 50 Nm natrekken.
Uitvoering 3V2R wielflens met stift-
schroeven:
l
Diagonaal steeds 2 wielmoeren met
ringen verwijderen.
l
Wielverzwaringsgewichten met
steeds 2 lange speciale moeren (7) en
ringen (6) diagonaal aan de stiftschroe-
ven (2) vastmaken.
Wielschroeven en gewichtsbevesti-
gingsmoeren met 50 Nm natrekken.
3V2R
50 Nm
2V2R
50 Nm
3
agria Eenassige tractor 3600 29
Aan- en afkoppelen van
de aanbouwwerktuigen
Aanbouwwerktuigen achter
W
Aan- en afkoppelen alleen bij
afgezette motor!
Aankoppelen van de werktuigen
l
Kunststof beschermkap van de aan-
sluitas van het aanbouwwerktuig verwij-
deren.
l
De aansluitpunten aan de eenassi-
ge tractor en het aanbouwwerktuig moe-
ten schoon en ingevet zijn; eventueel
schoonmaken en invetten.
Versnelling in positie ‘0’.
Bij aftakasaangedreven werktuig:
schakelstang (B/7 of C/7) aan de een-
assige tractor op positie ‘0’ zetten.
Bij het aanbouwen van hak- en
freesvoorrichting:
– blokkeerbout achteruitrijversnelling
naar buiten schuiven.
Vergrendeling naar beneden druk-
ken en vasthouden.
Aanbouwwerktuig inschuiven – ver-
grendeling loslaten.
Arreteerbout klikt zich nu automatisch
vast. Indien dit niet het geval is: aan-
bouwwerktuig een beetje heen en weer
bewegen.
Afkoppelen van de werktuigen
Vergrendeling naar beneden druk-
ken en vasthouden.
Aanbouwwerktuig uit het werktuig-
aansluitpunt trekken.
l
Beschermkap weer op de aansluitas
van het werktuig terugplaatsen.
3. Machine- en bedieningselementen
"0"
"0"
3
30 agria Eenassige tractor 3600
Frontaanbouwwerktuigen
Om met frontaanbouwwerktuigen (bijv.
maai-installatie, sneeuwschuiver) te
kunnen werken moet de stuurstang 180°
met de klok mee gedraaid worden:
W
Stuurstang alleen draaien bij
afgestelde motor!
Stuurstang draaien
Blokkeerbout achteruitrijversnel-
ling naar binnen schuiven
I
De versnellingsschakelstang
bevindt zich nu links en de af-
takasschakelstang rechts aan het stuur.
De aftakasschakelposities zijn omge-
wisseld.
Bij uitvoering 3V2R funktioneren de
onafhankelijk werkende wielremmen
omgekeerd.
I
Wanneer de stuurstang voor de
montage van een frontaan-
bouwwerktuig 180° gedr aaid wordt
moeten ook de wielen verwisseld wor-
den om het bandenprofiel aan de nieu-
we rijrichting aan te passen. Demonteer
de wielen en monteer ze andersom, dus
het rechter wiel aan de linkerkant en het
linker wiel aan de rechterkant.
Stuurstang terugdraaien
l
In dezelfde volgorde maar tegen de
klok in.
l
Bij uitvoering 3V2R hoge-versnel-
lingsschakelstang weer monteren.
3. Machine- en bedieningselementen
Uitvoering 3V2R
2.
1.
3.
4.
31
31
31
3
agria Eenassige tractor 3600 31
3. Machine- en bedieningselementen
Uitvoering
3V2R
Uitvoering
2V2R
R
S
3
32 agria Eenassige tractor 3600
3. Machine- en bedieningselementen
Aankoppelen van de frontwerktuigen
l
Kunststof beschermkap van de aan-
sluitas van het aanbouwwerktuig verwij-
deren.
l
De aansluitpunten aan de eenassi-
ge tractor en het aanbouwwerktuig moe-
ten schoon en ingevet zijn; eventueel
schoonmaken en invetten.
Versnelling in positie ‘0’ schakelen.
Bij aftakasaangedreven werktuig: af-
takasschakelstang aan de eenassige
tractor op positie ‘0’ zetten.
Vergrendeling naar beneden drukken
en vasthouden.
Aanbouwwerktuig inschuiven – verg-
rendeling loslaten.
Arreteerbout klikt zich nu automatisch
vast. Indien dit niet het geval is: aan-
bouwwerktuig een beetje heen en weer
bewegen.
Afkoppelen van de werktuigen
Vergrendeling naar beneden drukken
en vasthouden.
Aanbouwwerktuig uit het werktuig-
aansluitpunt trekken en hendel loslaten.
l
Beschermkap weer op de aansluitas
van het werktuig terugplaatsen.
"0"
"0"
3
agria Eenassige tractor 3600 33
Eerste ingebruikname
De levensduur en de bedrijfsveiligheid van de motor hangt grotendeels af van het
rijgedrag tijdens de inrijperiode. Laat een koude motor altijd eerst een paar minu-
ten warm draaien en belast de motor niet direct tot het maximum.
Laat de motor tijdens de eerste 20 bedrijfsuren (inrijperiode) nooit op volle toeren
draaien.
Onderhoud het filter goed en zorg voor schone brandstof. Gebruik alleen
merkbenzine.
Gebruik alleen verse en schone brandstof (niet ouder dan drie maanden), alleen
goedgekeurde, in de vakhandel verkrijgbare brandstofjerrycans gebruiken. Verroeste
jerrycans of nietbenzinedichte kunststof jerrycans mogen niet gebruikt worden.
Om startproblemen te voorkomen moet de brandstoftank voor de eerste ingebrui-
kname of na een periode van langere stilstand volgetankt worden.
Wees voorzichtig met brandstof.
Benzine is licht ontvlambaar en onder bepaalde omstandigheden
explosief!
l
Tank nooit in afgesloten ruimtes.
l
Alleen tanken met afgezette en afgekoelde
motor.
l
Tank nooit in de omgevingvan open vuur, von-
ken of hete motoronderdelen.
l
Niet roken tijdens het tanken !
l
Mors geen brandstof, gebruik een passende
trechter.
De brandstoftank niet tot aan de rand voltanken
maar tot ca. 5 mm onder de rand, zodat de brand-
stof nog kan uitzetten.
l
Transmissieoliepeil controleren
4. Ingebruikname en bediening
I
Let op: motor wordt vanuit de fabriek
zonder motorolie geleverd!
Vul motorolie bij voordat de machine in ge-
bruik wordt genomen
4
43
39
34 agria Eenassige tractor 3600
Voor iedere ingebruikname, dus voor-
dat de motor gestart wordt:
voldoende brandstof in de brand-
stoftank? (A/1)
Luchtfilter (D/3) schoon?
Motoroliepeil controleren (E/10)
Transmissioliepeil controleren (A/5)
W
Ga alleen met de eenassige
tractor aan het werk wanneer
alle beschermingsmaatregelen zijn
getroffen en in de juiste positie zijn
gebracht.
Wees voorzichtig met het starten van
de motor in gesloten ruimtes.
Zorg voor goede ventilatie en een
snelle afvoer van de uitlaatgassen. De
uitlaatgassen bevatten koolmonoxy-
de, dit is zeer giftig wanneer het in-
geademd wordt.
Vermijd het aanraken van de warme
motor – kans op brandwonden!
Raak bij lopende motor de ont-
stekingsleiding en de bougiekap niet
aan. Deze ook niet verwijderen.
4. Ingebruikname en bediening
? ok
? ok
? ok
? ok
43
40
39
4
agria Eenassige tractor 3600 35
Starten van de
benzinemotor
Bougiekap (E/13) aanbrengen
Brandstofkraan (E/11) opendraaien
koude motor: CHOKE-hendel (D/4)
in positie ‘CHOKE’ brengen
warme motor: CHOKE-hendel in nor-
male positie laten of in ‘halfpositie’ bren-
gen
Toerentalhendel (B/4 of C/4) op ca.
1/3 gas zetten
Veiligheidshendel (B/1 of C/1)en
koppelingshendel (B/5 of C/5) in start-
positie en vergrendeling (B/4 of D/4) la-
ten vastklikken
Het trekkoord aan de start-hand-
greep (E/4) zover uittrekken totdat de
startkoppeling merkbaar gepakt wordt,
vervolgens trekkoord stevig en met
kracht aantrekken zodat de motor ge-
start wordt. Handgreep na het starten
voorzichtig loslaten
Als de motor loopt, korte tijd laten
warm draaien en vervolgens de choke
langzaam in bedrijfspositie terugzetten
(indien hij gebruikt werd).
4. Ingebruikname en bediening
1/3
B/1;
C/1
B/6;
C/6
B/5;
C/5
4
36 agria Eenassige tractor 3600
Afzetten van de
benzinemotor
Versnelling in positie ‘0’ schakelen
Maaiaandrijfschakeling in positie ‘0’
schakelen
Toerentalhendel in positie neutraal
zetten en de motor ca. 30 seconden sta-
tionair laten draaien
Veiligheidsschakelhendel (B/1 of
C/1) loslaten
Brandstofkraan sluiten
Eenassige tractor tegen on-
W
bevoegd gebruik beveiligen –
bougiekap verwijderen.
I
Aanwijzing: De veiligheids-
schakelaar (B/1 of C/1) dient
ook als noodstopschakelaar. Indien
nodig schakelaar in positie ‘0’ brengen,
de motor springt af.
I
Wanneer de motor voor lange-
re tijd wordt afgezet is het beter
niet de veiligheidsschakelhendel te ge-
bruiken, maar de brandstofkraan te slui-
ten en de motor zolang te laten lopen
totdat deze vanzelf afspringt. De carbu-
rateur is dan leeg en er kan geen ver-
harsing optreden.
4. Ingebruikname en bediening
6 30 sec
è0 ç
B/1;
C/1
è0 ç
min
STOP
4
agria Eenassige tractor 3600 37
4. Ingebruikname en bediening
Werken
Motor starten
è ingebruikname
W
Controleer het
functioneren
van de veiligheids-
schakeling - het ma-
chine enkel in ge-
bruik nemen wan-
neer de veiligheids-
schakeling werkt!
Gehoorbescher-
ming en altijd stevige
schoenen dragen
Afhankeliijk von de
werkzaamheden ver-
snelling inschakelen
Aftakasaandrijving
inschakelen
Koppeling aantrek-
ken en tegelijkertijd
gas geven
Verwisseling van
rijrichting van
vooruit naar
achteruit:
Motor in positie
‘neutraal’
De koppeling uit-
schakelen en vasthou-
den
In 'R' schakelen en
vasthouden
Langzaam de kop-
peling inschakelen en
tegelijkertijd gas ge-
ven
1.2.
4334
Gevarenbereik
W
Het is verboden in het ge-
varenbereik van de machine
te vertoeven tijdens het starten en
tijdens de werk-zaamheden.
I
Na het beëindigen van de
maaiwerkzaamheden of als
de maaimachine verstopt is:
Versnellingsschakelstang in
neutraal zetten. De maaimachine
blijft staan maar het mes blijft in be-
weging; daardoor wordt de maai-
balk vrijgemaakt.
Koppelingshendel uitschakelen
en vergrendeling laten vastklikken
Maaitransmissie uitschakelen.
Motor afzetten.
Mesbescherm-
ingslijst aanbrengen
W
Als tijdens de werkzaam-
heden de machine moet
worden schoongemaakt, moet
de motor om veiligheidstechni-
sche redenen worden afgezet en
dienen de bougiekap of de con-
tactsleutel te worden verwijderd.
4
Gevarenbereik
38 agria Eenassige tractor 3600
4. Ingebruikname en bediening
Maaien op hellingen
W
Wanneer op hellend terrein
wordt gewerkt verdient het de
aanbeveling, dat de eenassige trac-
tordoor een begeleider met een trek-
kabel of een trekstang wordt vastge-
houden, om te voorkomen dat de
machine wegschuift. De begeleider
moet zich heuvelopwaarts van de
machine bevinden en dient voldoen-
de afstand te houden tot de werktui-
gen!
Werk indien mogelijk dwars op de
helling!
Motor starten op de helling
Aftakas en transmissie aandrijving
in de ingeschakelde positie laten; werkt
als rem.
Koppelingshendel en veiligheids-
schakelaar in bedrijfspositie brengen.
Motor starten.
Rijden met aanhanger
Wanneer de eenassige tractor op de
openbare weg wordt gebruikt (ook zon-
der aanhanger) dienen de plaatselijke
bepalingen in acht te worden genomen.
Het is niet toegestaan op de openbare
weg met een aanhanger te rijden.
W
Bij ritten met een aanhanger
mogen de onafhankelijk wer-
kende wielremmen niet worden gebruikt.
De hendels voor de onafhankelijk wer-
kende wielremmen moeten met vergren-
delbeugels (afb. F) worden beveiligd.
4
F
èI ç
1.
2.
maaien op
vlak terrein
maaien op
hellingen
agria Eenassige tractor 3600 39
Behalve het opvolgen van de bedieningsvoorschriften is het bovendien van groot
belang dat u aandacht besteed aan de volgende aanwijzingen omtrent onder-
houd en reparatie.
W
Let op: voer onderhouds- en reparatiewerkzaamheden alleen uit met
een afgezette motor en wanneer de bougiekap verwijderd is!
Draag bij werkzaamheden aan de maai- en hakmessen altijd bescher-
mingshandschoenen!
Motor
Motoroliepeil controleren
Voor iedere ingebruikname en steeds
na 8 bedrijfsuren.
l
Alleen bij afgezette en horizontaal
staande motor
l
Olievulschroef (E/10) en omgeving
reinigen
l
Olievulschroef losschroeven, oliepeil-
stok met een schone doek afnemen,
terugsteken (niet aanschroeven) en op-
nieuw uittrekken om het oliepeil te me-
ten.
l
Is het oliepeil tot beneden de marke-
ring gedaald, motorolie (zie ‘technische
gegevens’) tot de rand van de olievul-
hals bijvullen.
Motorolie verversen
Voor de eerste keer na 25 bedrijfsuren, dan om de 50 bedrijfsuren. Ververs de
olie zolang de motor nog warm is, let op
dat hij niet te heet is – kans op brand-
wonden!
l
Olievulschroef, olieaftapplug en om-
geving reinigen.
l
Olie bijvullen, olie op voorgeschreven
wijze verwerken.
I
Let op de conditie van de af
dichtring, eventueel vervan
gen. Aftapplug vastdraaien!
- Voor kwaliteit van de olie zie 'techni-
sche gegevens’).
5. Onderhoud en reparatie
66
66
6 A; 8 h
66
66
6 25 h (50 h)
5
40 agria Eenassige tractor 3600
Droge luchtfilter EH 17
Voor iedere ingebruikname lucht-
filter (
D/3) controleren op vervui-
ling en eventueel schoonmaken.
Reiningen het luchtfilter en laates-
te om de 25 bedrijfsuren of in elk
geval iedere 3 maanden, of in
geval van zeer stoffige omstandig-
heden na een paar uur.
Luchtfilter en omgeving reini-
gen.
Luchtfilterdeksel afnemen.
Schuimstofvoorfilter voorzich-
tig losmaken.
Schuimstofvoorfilter in water
met schoonmaakmiddel uitwas-
sen (geen benzine gebruiken).
Schuimstofvoorfilter als een
spons uitknijpen en goed laten
drogen.
Filterelement uitnemen.
Filterelement op een gladde
ondergrond voorzichtig uitklop-
pen.
Schuimstofvoorfilter en filter-
element niet met perslucht
schoonblazen en niet met olie
doordrenken!
Filterelement en schuimstof-
voorfilter inzetten.
Luchtfilterdeksel terugzetten.
I
Beschadigde filterelemen-
ten direct vervangen of
minimaal eens per jaar worden
vervangen.
5. Onderhoud en reparatie
Papier-
filterelement
66
66
6 A (25 h)
Luchtfilterdeksel
Schuimstofvoorfilter
5
agria Eenassige tractor 3600 41
Reinigen van de bougie en instellen van de
elektrodenafstand
Steeds na 100 bedrijfsuren of bij ontstekingsstoringen:
l
Roetafzettingen met een staalborstel van de elektroden
van de bougie verwijderen.
l
Elektrodenafstand controleren en instellen.
Na ca. 200 bedrijfsuren bougie vervangen.
Reiniging van de brandstofzeef
De brandstofzeef die aan de brandstofkraan (E/11) moet min-
stens eens per jaar op water en verontreinigingen gecon-
troleerd worden.
l
Sluit de brandstofkraan.
l
Verwijder de brandstofzeef en haal de verontreinigingen
weg. Bij beschadiging vervangen.
l
Filterzeefhouder in brandstof uitwassen.
l
Brandstofzeef volledig monteren, letten op de dichtheid.
Brandstofslangen
Na 2 jaar vervangen, lekke brandstofslangen direct vervan-
gen.
Reiniging van het koelsysteem
Het koelsystem kan door plantenresten en stof verstopt ra-
ken. Wanneer met een verstopt koelsysteem wordt doorge-
reden, wordt de motor te heet en kan deze defect raken.
Koelluchtzeef (E/6) regelmatig controleren en reinigen
van aangezogen vuil en delen van planten.
Ventilatorhuis minstens eens per jaar, het beste voor
het seizoen begint, afnemen, koelribben aan de cilinder en
cilinderkop, voor de luchtcirculatie noodzakelijke geleideplaat
en de koelluchtzeef reinigen.
è - Serviceç
Uitlaat
Uitlaat (D/5) regelmatig controleren op maai- en plantenres-
ten, en eventueel reinigen. Anders bestaat
Brandgevaar!
5. Onderhoud en reparatie
6 J
6 A
6 A; 5 h
66
66
6 J
66
66
6 100 h
0,6 - 0,7 mm
5
42 agria Eenassige tractor 3600
Cilinderkop reinigen
Na iedere 400 bedrijfsuren cilinderkop
afnemen en de koolafzettingen aan ci-
linder, cilinderkop, zuigerbodem en ven-
tielen met een staalborstel verwijderen.
Vervolgens met een zacht penseeltje
schoonvegen. Koppakking vervangen
en op de cilinderkop monteren. Cilinder-
kopschroeven afwisselend met 25 Nm
vastdraaien.
è - Serviceç
5. Onderhoud en reparatie
1 mengsel regelschroef voor stationair toerental
2 schroef voor begrenzing stationair toerental
3 stationair sproeier
Regelveer in gat 2
Klepspeling afstellen
Na iedere 400 bedrijfsuren moet de
klepspeling worden afgesteld. Uitlaat-
klep en inlaatklep 0,8–0,11 mm bij kou-
de motor.
è - Serviceç
Reinigen van de carburateur
Reiniging van de carburateur na iedere
400 bedrijfsuren en stationair toerental
afstellen.
è - Serviceç
Stationair toerental
Let erop dat het toerental van de motor
juist is afgesteld. De motor moet bij laag
toerental zonder problemen draaien als
de toerentalhendel in positie neutraal
aan de aanslag staat.
Alleen instellen bij warmgedraaide mo-
tor, door afwisselend verstellen van de
schroef voor begrenzing stationair toe-
rental (2) en de mengsel regelschroef
voor stationair toerental (1). Daarna
moet het startkoord aan de klemschroef
of de stelschroef zonder speling worden
ingesteld. (Stationaire toerentallen zie
‘technische gegevens’).
Afstellen è - Serviceç
Toerentalregelaar
Voor het juist functioneren van de toe-
rentalregelaar aan de motor en voor de
instelling van het hoogste staionaire toe-
rental moet de regelveer zoals op de
afbeelding zijn gepositioneerd.
W
Aangebrachte veranderingen
verhogen het ongevallenrisico
en ontnemen het recht op garantie!
De regelveer, -hendel en -stang moe-
ten altijd vrij zijn van vuil, maai- en plan-
tenresten.
5
agria Eenassige tractor 3600 43
5. Onderhoud en reparatie
Machine
Transmissie
Het transmissieoliepeil moet voor iedere ingebrui-
kname en steeds na 50 bedrijfsuren gecontroleerd
worden (oliepeilstok en olievulopening A/15). Het
oliepeil moet tussen de kerven max. en min. staan,
bij horizontaal staande machine.
Oliepeilstok uittrekken, met een schone doek af-
nemen en weer terugsteken.
Oliepeilstok opnieuw uittrekken om het oliepeil te
meten, eventueel transmissieolie bijvullen.
Transmissieolie verversen na de eerste 50 bedrijfs-
uren en vervolgens na iedere 300 bedrijfsuren, bij
warme motor.
Olievuldop (A/15), aftapplug (A/19) en hun om-
geving reinigen.
Transmissieolie bijvullen, afgewerkte olie opvan-
gen en volgens de voorschriften verwerken.
I
Afdichtring controleren, eventueel
vervangen. Aftapplug vastzetten!
Voor hoeveelheden en kwaliteit van de olie zie ‘tech-
nische gegevens’.
Aandrijfwielen
l
Bij de eerste ingebruikname en bij iedere wisse-
ling van de wielen moeten de wielschroeven en -
moeren na de eerste 2 bedrijfsuren met 50 Nm wor-
den nagetrokken of gecontroleerd worden. Verder bij
alle servicewerkzaamheden.
l
De bandenspanning van de banden moet
regelmatig gecontroleerd worden. Let erop
dat de spanning in beide banden gelijk is
zodat probleemloos rijden gewaarborgd is.
Aankoppelen van werktuigen
Steeds na 50 bedrijfsuren of na iedere reinigings-
beurt met een hogedrukreiniger moet de smeernip-
pel met biologisch afbreekbaar vet gesmeerd wor-
den.
De aftakas dient bovendien iedere keer dat een werk-
tuig wordt aangekoppeld, te worden ingevet.
66
66
6
50 h
66
66
6
(50) 300 h
66
66
6
A, 50 h
50 Nm
5
44 agria Eenassige tractor 3600
5. Onderhoud en reparatie
Stuurstang
l
De smeernippels van de stuurstang
en de aanhanginstallatie moeten eens
per jaar en na iedere reinigingsbeurt met
een hogedrukreiniger met biologisch af-
breekbaar vet gesmeerd worden.
Op de betreffende plaatsen moet een
vetkraag aanwezig zijn, deze beschermt
de onderdelen tegen het binnendringen
van water en vuil.
Instellingen van de hendels
Speling voor iedere ingebruikname con-
troleren en eventueel corrigeren (voor-
al tijdens de inrijperiode na de eerste
ingebruikname of na het verwisselen
van de koppeling).
l
Contramoer (2) losmaken.
l
Instelschroef verstellen tot speling
A = 5–6 mm bereikt is.
l
Contramoer vastdraaien.
Veiligheidsschakeling
Controleer de veiligheidsschakeling voor
iedere ingebruikname en bij iedere on-
derhoudsbeurt .
l
Wanneer de hendel (B/1 of C/1) wordt
losgelaten en de koppeling is gescha-
keld, dient de motor automatisch tot stil-
stand te komen.
l
Elektrische leidingen en stekkers
moeten eveneens gecontroleerd wor-
den, eventueel vervangen.
è - Serviceç
66
66
6
B
B/1;
C/1
STOP
66
66
6
A
5
agria Eenassige tractor 3600 45
5. Onderhoud en reparatie
Algemeen
Voor iedere ingebruikname let op het ver-
liezen van brandstof en olie, eventueel op-
ruimen.
Schroeven en moeren regelmatig con-
troleren, eventueel natrekken.
In ieder geval jaarlijks en na een reini-
gingsbeurt: Alle glijdende of beweeglijke on-
derdelen (bijv. toerentalhendel, hendellager)
met biologisch-afbreekbaar vet of olie vet
houden.
Reiniging
Motor
Reinig de motor alleen met een doekje. Ver-
mijd het spuiten met een sterke waterstraal;
er zou water in het ontstekingsmechanisme
of in het brandstofsysteem kunnen komen,
dit kan leiden tot mankementen.
Machine
Na iedere reinigingsbeurt (afspuiten met
water, vooral met de hogedrukreiniger) alle
plaatsen die met vet zijn ingesmeerd, nasme-
ren en inoliën, en de eenassige tractor kort
laten draaien zodat het water eruit loopt.
De lagers moeten voorzien zijn van een vet-
kraag. Deze beschermt de lager tegen het
binnendringen van plantensappen, water en
vuil.
èI
5
46 agria Eenassige tractor 3600
5. Onderhoud en reparatie
Stallen
Wanneer de machine gedurende
langere tijd niet gebruikt wordt:
a) Reiniging uitvoeren
laklaag bijwerken
b) alle onbeschermde onderdelen,
met name de maaibalk met biologisch-
afbreekbare corrosiewerende olie inoli-
ën.
c) Motor in conditie houden
l
Brandstof volledig aftappen of brand-
stoftank voltanken, stabilisator (agria-nr.
799 09) in de brandstoftank gieten.
- Kijk in de gebruiksaanwijzing.
Motor ca. 1 minuut laten lopen.
l
Motorolie verversen.
l
In de bougieopening een theelepel
vol (ca. 0,03 l.) motorolie laten lopen.
Motor langzaam laten doordraaien.
l
Bougie weer inbouwen. De zuiger
met de omkeerbare starter op compres-
sie zetten (langzaam aan de choke trek-
ken tot men weerstand voelt), zodoen-
de zijn de ventielen gesloten.
l
Laat de motor om de 2–3 weken lang-
zaam doordraaien (bougiekap verwijde-
ren!) en de zuiger opnieuw op compres-
sie zetten.
d) Aandrijfwielen
Plaats deze op steunblokken zodat de
banden niet op de
vloer rusten. Lucht-
banden gaan snel
in kwaliteit achteruit
wanneer ze zonder
lucht onder belas-
ting staan.
e) Koppeling
Machine altijd met aangetrokken
koppelingshendel
(vergrendeling in-
geklikt) parkeren,
er kunnen anders
problemen met de
koppeling ontstaan,
als gevolg van
corrosievorming.
f) Stallen
Om sterke corrosievorming te vermij-
den:
- beschermen tegen weersinvloeden
plaats de machine
nooit in:
- vochtige ruimtes
- in ruimtes waar
kunstmest bewaard
wordt
- stallen of daar-
naast liggende
ruimten.
g) Dek de machine af
met een dekzeil of
iets dergelijks.
5
agria Eenassige tractor 3600 47
Smeermiddelen en anti-
corrosiemiddelen:
Gebruik voor de motor en de transmis-
sie de voorgeschreven smeermiddelen
(zie ‘Technische gegevens’).
Voor ‘open‘ smeerpunten en smeernip-
pels adviseren wij het gebruik van bio-
logisch afbreekbare olie of smeervet
(volgens de aanwijzingen in de hand-
leiding).
Voor het onderhoud van de machines
en werktuigen adviseren wij biologisch
afbreekbare corrosiewerende olie
(niet gebruiken op gelakte uitwendige
bekledingen). Het anticorrosiemiddel
kan met een kwast of met een spuitbus
worden aangebracht.
Biologische smeermiddelen en corrosie-
werende olie zijn milieuvriendelijk om-
dat ze biologisch snel afbreekbaar zijn.
Wanneer u biologisch afbreekbare
smeermiddelen en corrosiewerende olie
gebruikt, gaat u bewust om met het mi-
lieu en levert u een positieve bijdrage
aan de gezondheid van mens, fauna en
flora.
Brandstof:
Deze 4-takt-motor loopt zowel op lood-
vrije normale en superbenzine als op
gelode superbenzine.
Voeg aan de benzine geen olie toe.
Wanneer om milieutechnische rede-
nen loodvrije benzine gebruikt wordt,
dient u bij motoren die langer dan 30
dagen niet gebruikt worden de brand-
stof af te tappen, om afzetting van
harsresidu’s in de carburateur, het
brandstoffilter en de brandstoftank te
vermijden. U kunt de brandstof ook
vermengen met een brandstofstabili-
sator.
Zie ook hoofdstuk ‘Motor in conditie
houden’.
Onderhoud en reparatie:
Bij de agria-dealer werken gekwalifi-
ceerde monteurs die de machine vak-
kundig onderhouden en repareren.
Voer grotere onderhouds- en repara-
tiewerkzaamheden alleen zelf uit
wanneer u beschikt over het juiste
gereedschap en de vereiste techni-
sche kennis van machines en ver-
brandingsmotoren.
Klop nooit met harde voorwerpen of
metalen gereedschappen tegen het
vliegwiel. Het kan scheuren en tijdens
gebruik uiteen springen, zodat het
verwondingen of materiële schade
veroorzaakt. Demonteer het vliegwiel
uitsluitend met passend gereed-
schap.
Aanbevelingen
48 agria Eenassige tractor 3600
6. Storingen opsporen en verhelpen
W
Let op de veiligheidsaanwijzingen! Laat grotere problemen aan de machine of de motor altijd oplos-
sen door de agria-vakgararage, deze beschikken over het juiste gereedschap. Ondeskundige hulp
kan grote schade veroorzaken.
storing mogelijke oorzaak oplossing pagina
Benzinemotor -Bougiekap is niet aangesloten Bougiekap aansluiten
start niet -Choke niet uitgetrokken Chokehendel in juiste positie brengen 35
-Veiligheidsschakelaar niet Veiligheidsschakelaar in
in startpositie startpositie brengen 20
-Brandstoftank leeg of Brandstoftank vullen
slechte brandstof met schone brandstof
-Brandstofleiding verstopt Brandstofleiding reinigen 41
-Bougie defect Bougie schoonmaken,
afstellen of vervangen 41
-Motor teveel brandstof (verzopen) Bougie drogen, schoonmaken
en starten met volgas 41
-Motor-uit-leiding defect Leiding en verbindingen controleren
¬
44
-Valse lucht door losgelaten carburateur Bevestigingsschroeven natrekken
en aanzuigleiding
Benzinemotor -Motor loopt op choke Chokehendel in positie
hapert BEDRIJF brengen 35
af en toe - Bougiekabel zit los Bougiekap op de bougie vastklemmen,
Bougiekabel vastklemmen
-Brandstofleiding verstopt Brandstofleiding schoonmaken,
¬
of slechte brandstof schone brandstof tanken
-Luchttoevoer in de Brandstoftankdop vervangen
brandstoftankdop verstopt
-Water of vuil in het Brandstof aftappen en
brandstofsysteem schone brandstof tanken
-Luchtfilter verontreinigd Luchtfilter schoonmaken of vervangen 40
-Carburateur verkeerd afgesteld Carburateur afstellen
¬
42
Benzinemotor -Te weinig motorolie Meteen motorolie bijvullen 39
wordt -Ventilatiesysteem functioneert niet Luchtrooster schoonmaken,
te heet koelribben schoonmaken 41
-Luchtfilter is verontreinigd Luchtfilter reinigen 41
-Carburateur is verkeerd afgesteld Carburateur afstellen
¬
42
Benzinemotor -Ontsteking te krap afgesteld Bougie afstellen 41
haperingen -Stationair toerental Carburateur afstellen
¬
42
bij hoge niet correct afgesteld
toerentallen
Benzinemotor -Ontsteking te ruim afgesteld, Bougie afstellen of vervangen 41
slaat bij bougie defect
stationair -Carburateur niet correct afgesteld Carburateur afstellen
¬
42
toerental -Luchtfilter verontreinigd Luchtfilter reinigen 40
vaak af
6
6
agria Eenassige tractor 3600 49
6. Storingen opsporen en verhelpen
storing mogelijke oorzaak oplossing pagina
Benzinemotor -Regelstangen zijn verontreinigd, Regelstangen schoonmaken 42
loopt klemmen
onregelmatig
Benzinemotor -Motor-stop-leiding defect, Leiding en verbinding controleren, 44
springt in massa ontbreekt massa controleren
stoppositie
niet af
Benzinemotor -Luchtfilter is verontreinigd Luchtfilter reinigen 40
levert te -Cilinderkop los of Cilinderkop aandraaien,
¬
42
weinig afdichting beschadigd afdichting vervangen
vermogen -Te weinig compressie Motor laten controleren
¬
Koppeling -Koppelingshendel niet Koppelingsspeling afstellen 44
komt niet los correct afgesteld
Koppeling -Koppelingshendel is niet Koppelingsspeling afstellen 44
glijdt correct afgesteld
-Koppelingsplaat versleten Koppelingsplaat vervangen
¬
Teveel -Bevestigingsbouten zijn los Bevestigingsbouten natrekken 45
vibratie
¬
= Laat dit uitvoeren door een agria-vakgarage!
6
50 agria Eenassige tractor 3600
Lak, slijtageonderdelen
agria-bestelnr.
799 09 Brandstofstabilisator 5 g
Lak:
181 03 Spuitlak berkengroen spuitbus 400 ml
712 98 Spuitlak rood, RAL 2002 spuitbus 400 ml
509 68 Spuitlak zwart spuitbus 400 ml
Bandenpechbescherming:
713 13 Banden afdichtgel Terra-S fles 1 l
Slijtageonderdelen:
749 00 Luchtfilterset (papierelement + voorfilter)
671 87 Bougie, Bosch WR7 AC
009 05 Afdichtring 14x20x1,5 (motorolieaftapplug)
684 16 Afdichtring (motoroliepeilstok)
009 25 Afdichtring 14x18x1,5 (transmissieolieaftapplug)
1
009 16 Afdichtring 16x22x1,5 (transmissieolieaftapplug)
1
692 56 Kunststof beschermingskap voor werktuigaftakas Ø 47 mm
Reserveonderdelenlijst:
997 075 Eenassige tractor 3600
997 077 Robin motor
)
1
= let op uitvoering
agria Eenassige tractor 3600 51
Elektrisch schakelschema/
1 Motor
2 Magneetontstekingssysteem
3 Schakelaar in de veiligheids-
hendel
bl = blauw
66
66
6 A = voor iedere ingebruikname
B = jaarlijks, en na een
schoonmaakbeurt met een
hogedrukrieniger
J = jaarlijks
Smeerschema
Smeerschema
7
66
66
6 B; J
1
2
4
6
66
66
6 A; 8 h
66
66
6 (25 h) 50 h
66
66
6 (50 h) 300 h
66
66
6 50 h
5
3
66
66
6A; 50 h
66
66
6 B; J
52 agria Eenassige tractor 3600
Onderhouds- en inspectietabel
A = voor iedere ingebruikname
B = na iedere reinigingsbeurt
K = controle- en onderhoudswerkzaamheden kunnen door de bestuurder zelf worden uitgevoerd
W = servicewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een vakkundige garage
F = servicewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een agria-vakgarage
* = na 2 jaar
P = posiitie in het smeerschema
2 8 25 50 100 200 300 400
Schroeven en moeren controleren K 45
Luchtfilter controleren K 40
Hendel speling controleren K 44
Veiligheidsschakeling controleren K K 44
Koelluchtzeef reinigen K 41
Motoroliepeil controleren, eventueel bijvullen 1 K K 39
Transmissieoliepeil controleren 3 K K 43
Wielschroeven en -moeren natrekken K 43
Motorolie verversen, eerste keer,
verdere keren
2
2
W
W
39
Luchtfilter schuimstofvoorfilter reinigen W W 40
Luchtfilterinzet vervangen,
indien nodig eerder!
W W 40
Aanhangpunt smeren 5 K K 43
Transmissieolie verversen, eerste keer,
verdere keren
4
4
W
W
43
Bougie reinigen,
elektrodenafstand afstellen
K 41
Bougie vernieuwen K 41
Cilinderkop reinigen
F 42
Carburateur reinigen en afstellen F 42
Klepspeling einstellen F 42
Stuurstang smeren 6 K K 44
Algemene smeerplekken 7 K K 45
Koelribben, geleideplaat, koelluchtzeef reinigen F 41
Brandstofzeef reinigen W 41
Brandstofslangen vernieuwen W* 41
blz.
min.
3mndl. J BAP
Steeds na bedrijfsuren
agria Eenassige tractor 3600 53
Aanduiding van de onderdelen
viertakt-benzinemotor,
Robin EH 17 D
Afb. D
2 Carburateur
3 Luchtfilter
4 Choke-hendel
5 Uitlaat met beschermkap
Afb. E
1 Brandstoftank
4 Starter-handgreep
5 Repeteerstarter
6 Koelluchtzeef
8 Motor type aanduiding en motor nr.
9 Motorolieaftapplug
10 Motorolievulschroef met oliepeilstok
11 Brandstofkraan
13 Bougie / bougiekap
54 agria Eenassige tractor 3600
Aanduiding van de onderdelen
viertakt-benzinemotor,
Robin EH 17 D
D
E
agria Eenassige tractor 3600 55
Conformiteitsverklaring
agria-Werke GmbH
Bittelbronner Straße 42
D-7421
9 Möckmühl
Tel. +49/ (0)6298 /39-0
Fax +49/ (0)6298/39-111
Internet: www.agria.de
Uw agria dealer bij u in de omgeving:
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56

Agria 3600 de handleiding

Type
de handleiding