Uitgave 03.95 Communale werktuigdrager 5500 KL 9
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
van de machine in acht, waartoe u door
de stuurstang gedwongen wordt, vooral
bij het nemen van bochten!
Het is niet toegestaan tijdens de werk-
zaamheden en het transport op de ma-
chine mee te rijden.
Wanneer het aanbouwwerktuig vastzit
moet de motor worden afgezet en dient
het aanbouwwerktuig met passend ge-
reedschap te worden schoongemaakt.
Indien de communale werktuigdrager of
het aanbouwwerktuig beschadigd is moet
de machine onmiddellijk worden gestopt
en de motor worden afgezet. Laat de
schade direct herstellen!
Bij een defect aan de stuurinrchting de
communale werktuigdrager meteen stop-
pen en de motor afzetten. Laat het defect
direct repareren!
Wanneer op hellend terrein wordt gewerkt
verdient het aanbeveling, de communale
werktuigdrager met een trekkabel of een
trekstang vast te houden, om te
voorkomen dat de machine wegschuift.
De bestuurder moet zich heuvelopwaarts
van de machine bevinden en dient
voldoende afstand te houden tot de
werktuigen!
Werk indien mogelijk dwars op de helling!
Beëindigen van de
werkzaamheden
Laat de communale werktuigdrager nooit
onbeheerd achter als de motor nog loopt.
Zet de motor af voordat u de maaier
verlaat. Sluit daarna de brandstofkraan.
Tref de nodige voorzorgsmaatregelen om
gebruik door onbevoegden te verhinde-
ren. Haal de contactsleutel uit het contact
(indien aanwezig) of trek de bougiekap
eruit.
Aanbouwwerktuigen
Koppel de aanbouwwerktuigen uitslui-
tend aan bij afgezette motor en uitgescha-
kelde aandrijving.
Gebruik passend gereedschap en draag
altijd veiligheidshandschoenen als u
aanbouwwerktuigen of onderdelen ervan
vervangt.
Breng de steunen bij het monteren en
demonteren in de juiste positie en zorg
ervoor dat het werktuig niet kan wegkan-
telen.
Communale werktuigdrager en aanbouw-
werktuigen tegen wegrollen beveiligen
(blokkeerrem, wielblokken).
Bij het aankoppelen van de werktuigen
is grote voorzichtigheid geboden.
Koppel aanbouwwerktuigen uitsluitend
aan de daarvoor bestemde inrichtingen,
volgens de voorschriften.
Indien u de werkplek verlaat, communa-
le werktuigdrager en aanbouwwerktuig
beveiligen tegen wegrollen. Voorkom
gebruik door onbevoegden. Monteer
eventueel de transport- of bescherming-
sinrichting en zet deze in de veiligheids-
stand.
Maai-inrichting
De scherpe kant van de maaibalk kan bij
onoplettendheid aanzienlijke verwondin-
gen veroorzaken. Verwijder daarom de
schutlatten van de messen alleen tijdens
het maaien en plaats ze na het maaien
direct weer op de juiste manier terug.