Agria 3600 de handleiding

Type
de handleiding
Lees voordat u de machine in gebruik neemt eerst de handleiding.
Volg veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen nauwkeurig op!
Handleiding nr.
998 422NL 11.12
&
Eenassige tractorEenassige tractor
Eenassige tractorEenassige tractor
Eenassige tractor
36003600
36003600
3600
6089_01, 6089_2
Motor: EH17
HandleidungHandleidung
HandleidungHandleidung
Handleidung
Vertaling van het oorspronkeijke handleidingVertaling van het oorspronkeijke handleiding
Vertaling van het oorspronkeijke handleidingVertaling van het oorspronkeijke handleiding
Vertaling van het oorspronkeijke handleiding
2 agria Eenassige tractor 3600
Symbolen, typeplaatje
Hier invullen:
Machine art. nr.: ..........................
Identificatie/machine nr.:
.......................................................
Motor type: ...................................
Motor nr.: ......................................
Datum aankoop: ..........................
Typeplaatje: zie blz. 3, afb. A/16
Motortype en motornr. zie blz. 58,
afb. E/8.
Bij bestelling van reserveonderde-
len deze gegevens vermelden om
fouten bij levering te vermijden.
Alleen originele agria-
reserveonderdelen gebruiken!
De technische gegevens, afbeeldin-
gen en maten in deze handleiding zijn
niet bindend. De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld. Wij
behouden ons het recht voor veran-
deringen aan te brengen, zonder
deze handleiding te wijzigen.
Levering:
l
handleiding machine
l
handleiding motor
l
eenassige tractor
– basismachine
– stuurstang
l
gereedschapsset
Symbolen
è
- Serviceç
= Laat dit uitvoeren door een agria-vak-
garage!
waarschuwingsteken. Vindt u bij
passages die betrekking hebben
op uw veiligheid.
belangrijke informatie
opgelet
brandstof
motor-start motor-stop
motorolie
motoroliepeil
motortoerental
luchtfilter
koeling met ventilator
koppeling aftakas
rijaandrijving
vooruit achteruit
snel langzaam
differentieelslot
rem blokkeerrem
geopend (ontgrendeld)
gesloten (vergrendeld)
transmissieolie
transmissieolie-oliepeil
olie- smeerpunt
hijspunt
zichtcontrole
veiligheidshandschoenen dragen
veiligheidsschoenen dragen
agria Eenassige tractor 3600 3
Aanduiding van de onderdelen
A
B
Uitvoering 2V2R:
starre 6kt-wielas
C
Uitvoering 3V2R,
differentieel,
onafhankelijk werkende
stuurrem
6
1
2
3 8 4
7 13 9
5
11 12
10
4 agria Eenassige tractor 3600
Aanduiding van de onderdelen
Afb. A:
1 Brandstoftank
2 Dop brandstoftank
3 Gereedschapsset
4 Onderstuurstang
5 Stuur
6 Vergrendeling voor stuur, zijwaartse verstelling en draaien
7 Stekker
8 Trekhaak
9 Borgpen
10 Grendel voor aanbouwwerktuigaansluiting
11 Blokkeerbout achteruitrijversnelling
12 Aanbouwwerktuigaansluiting met geïntegreerde aftakas
13 Gewichtsdragers met motorbeschermingsbeugel
14 Motor
15 Transmissieolievulopening en peilstok
16 Typeplaatje (Identificatie/machine nr.) (rechts, in rijrichting)
17 Onafhankelijk werkende remtrommel
18 Wielflens
19 Transmissieolie-aftapplug
Afb. B en C:
1 Veiligheidsschakelhendel
2 Hendel voor differentieelslot
3 Blokkeerhendel voor hoogteverstelling stuurstang
4 Toerentalhendel
5 Motor-uit-schakelaar
6 Hendel voor motorkoppeling
7 Schakelstang voor aftakas = bij aanbouwwerktuigen achter
(Versnellingsschakelstang) = bij frontaanbouwwerktuigen
8 Hoge-versnellingsschakelstang
9 Versnellingsschakelstang = bij aanbouwwerktuigen achter
(Schakelstang voor aftakas) = bij frontaanbouwwerktuigen
10 Veiligheidsbeugel voor onafhankelijk
werkende wielrem (rijden met aanhanger)
11 Hendel voor onafhankelijk
werkende wielrem li. = bij aanbouwwerktuigen achter
(Hendel voor onafhankelijk
werkende wielrem re.) = bij frontaanbouwwerktuigen
12 Hendel voor onafhankelijk
werkende wielrem re. = bij aanbouwwerktuigen achter
(Hendel voor onafhankelijk
werkende wielrem li.) = bij frontaanbouwwerktuigen
13 Stang-draaihendel voor de zijwaartse verstelling en het draaien van het
stuur
agria Eenassige tractor 3600 5
Inhoudsopgave
Inhoud pakket ................................... 2
Aanduiding
van de onderdelen............... 3, 58
Aanwijzingen
voor de montage ................... 6 - 8
1. Veiligheidstechnische
aanwijzingen ........................ 9 - 15
Gebruik conform de bestemming ..... 9
2. Technische gegevens
Afmetingen ..................................... 16
Machine .......................................... 17
Trillingsniveau ................................. 17
Motor............................................... 18
Geluidsniveau ................................. 18
Gebruik op hellingen ...................... 18
3. Machine- en
bedieningselementen
Motor............................................... 19
Veiligheidsschakeling ..................... 20
Koppeling ........................................ 21
Transmissie..................................... 22
Onafhankelijk werkende wielrem.... 24
Differentieel..................................... 25
Aftakasaandrijving .......................... 25
Achteruitrijrem ................................ 25
Bevestigingsgordel,............................
bevestigingspunten ....................... 26
Stuurstang ................................ 26, 27
Aandrijfwielen ........................... 28, 29
Sneeuwkettingen ............................ 29
Wielbevestigingsschroeven ............ 29
Front- en wielverzwarings-
gewichten........................................ 30
Aan- en afkoppelen van
aanbouwwerktuigen........................ 31
4. Ingebruikname en bediening
Eerste ingebruikname .................... 35
De motor starten............................. 37
De motor afzetten ........................... 38
Werkzaamheden verrichten ........... 39
Gevarenbereik ................................ 40
Rijden met aanhanger .................... 41
Veiligheidsaanwijzingen, gebruik ... 42
5. Onderhoud en reparatie
Motor.......................................... 43-45
Luchtfilter ........................................ 44
Machine ..................................... 46-47
Transmissie..................................... 46
Aandrijfwielen ................................. 46
Aankoppelen van werktuigen ......... 47
Stuurstang ...................................... 47
Rem ................................................ 47
Speling voor koppeling ................... 48
Veiligheidsschakeling ..................... 48
Motor-uit-schakelaar....................... 48
Algemeen........................................ 49
De machine stallen ......................... 50
Aanbevelingen
Smeermiddelen .............................. 51
Onderhoud en reparatie ................. 51
Brandstof ........................................ 51
Lak, slijtageonderdelen .......... 52
6. Storingen opsporen
en verhelpen......................... 54-55
Schakelschema ......................... 56
Smeerschema......................... 56
Onderhouds- en
inspectietabel ............................ 57
Conformiteitsverklaring.......... 59
Let op uitklappagina’s!
Afb. A .............................................. 3
Afb. B + C .................................... 54
6 agria Eenassige tractor 3600
Œ Eenassige tractor uitpak-
ken, stuurstang moet in de
stuurkolom worden inge-
bouwd.
Tapeind en zeskantige
moer (contramoer) zover uit-
draaien tot de stuurstang in de
stuurkolom kan worden ge-
plaatst.
ŽStuurstang in de stuurko-
lom plaatsen – let op de
stangdraaivergrendeling.
Tapeind zover indraaien
totdat een lichte weerstand
merkbaar wordt – dan stel-
schroef ongeveer een kwart
slag terugdraaien en met de
zeskantige moer vastschroe-
ven.
De Bowdenkabels moeten
bij de op blz. 7 en 8 afgebeel-
de plaats van het stuur (hak-
freesinstelling) in rijrichting
langs de linkerkant geleid wor-
den.
l
Stuurstang moet nog
enigszins zwenkbaar zijn.
Schakelstangen monteren,
hiertoe de schakelstangen
voor versnelling en aftakas in
de scharnierstukken van de
schakelhendel aan de zijde
van het aandrijfhuis brengen
en met haarspeldveren
borgen.
Aanwijzingen voor de montage
tapeind en zeskantige moer
schakelstangen monteren
stuurkolom
stuurstang
borgen
Œ
Ž
stangdraaiver-
grendeling
1/4
agria Eenassige tractor 3600 7
Aanwijzingen voor de montage
Uitvoering 2V2R: starre 6kt-wielas
aandrijfwiel 4.00-8
met wielflens
borgklip
wielgewichten
aandrijfwiel 4.00-10
met wieladapterflens
tapeind en
zeskantige moer
stuurstang
l
Aandrijfwielen monteren:
-4.00-8: Aandrijfwielen aan de wielflens met
wielschroeven en ringen monteren, en op de
zeskantige wielassen schuiven, zo dat het pijl-
vormige bandenprofiel in de rijrichting wijst,
borgklip door de wielnaaf- en asboring steken
en borgveer omklappen.
-4.00-10: Wieladapterflens op de aandrijfwie-
len schroeven. Aandrijfwielen met wielschroe-
ven en ringen aan de wielflens monteren, en
op de zeskantige wielassen schuiven, zo dat
het pijlvormige bandenprofiel in de rijrichting
wijst, borgklip door de wielnaaf en asboring ste-
ken en borgveer omklappen.
Zo moeten de Bowdenkabels
geleid worden.
8 agria Eenassige tractor 3600
Aanwijzingen voor de montage
Uitvoering 3V2R,
differentieel, stuurrem
Stuurstang
Tapeind en
zeskantmoer
l
Aandrijfwielen monteren:
-4.00-8: Aandrijfwielen aan de wielflens met wiel-
schroeven en ringen monteren, zo dat het pijlvormige
bandenprofiel in de rijrichting wijst.
Aandrijfwiel 4.00-8
Wielgewichten
-4.00-10: Wieladapterflens op de aandrijfwielen schroeven. Aandrijfwielen
met wielschroeven en ringen aan de wielflens monteren, zo dat het pijlvor-
mige bandenprofiel in de rijrichting wijst.
l
Hoge-versnellingsschakelstang monteren:
Schakelstang van onderen in de schakelstanggeleiding brengen (I), kogel-
greep afschroeven (II), schakelstang op de transmissieschakelhendel (III)
steken en met borgveer borgen (IV).
Aandrijfwiel 4.00-10 met
wieladapterflens
Zo moeten de Bowden-
kabels geleid worden.
I II III IV
agria Eenassige tractor 3600 9
Lees deze handleiding aandachtig door
voordat u de machine in gebruik neemt
en volg de instructies nauwkeurig op.
Waarschuwingsteken
Dit symbool treft u aan bij alle passa-
ges die betrekking hebben op uw vei-
ligheid. Breng ook andere gebruikers op
de hoogte van deze veiligheidsaanwij-
zingen.
Gebruik conform de
bestemming
De eenassige tractor is een zelfrijden-
de, eenassige werkmachine die met de
hand wordt bediend en die verschillen-
de door de fabrikant geautoriseerde
aanbouwwerktuigen kan aandrijven en/
of trekken. Wordt toegepast voor bv.
grondbewerking, maaien van gras of
weiden, winterzaamheden en vegen
(gebruik conform de bestemming).
Iedere andere toepassing geldt als niet
in overeenstemming zijnde met het doel
waarvoor de tractor gebouwd is. Voor
schade die door ondoelmatig gebruik
veroorzaakt wordt, kan de fabrikant niet
aansprakelijk worden gesteld. Dit risico
is geheel en al voor de gebruiker.
Tijdens het gebruik van de eenassige
tractor/de combiwerktuig op openbare
wegen dienen de bepalingen van de
nationale verkeersvoorschriften te wor-
den in acht genomen, bv. reflectoren,
verlichting.
De eenassige tractor/Het combiwerktuig
is niet voorzien om te worden gebruikt
met een aanhangwagen op openbare
wegen of als trekmachine zonder aan-
bouwwerktuig.
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
De door de fabrikant voorgeschreven
gebruiksvoorschriften, alsmede de voor-
schriften met betrekking tot controle,
onderhoud en reparatie dienen in acht
te worden genomen.
De fabrikant kan niet aansprakelijk wor-
den gesteld voor schade die ontstaat
door eigenhandige wijzigingen aan de
machine.
Algemene
veiligheidsvoorschriften
Basisprincipe:
De gebruiker dient zich te houden aan
alle voorschriften ter voorkoming van
ongevallen, alsmede aan de algemeen
geldende regels wat betreft veiligheid,
arbeidsgeneeskunde en wegverkeer.
Bij gebruik van openbare wegen dienen
de geldende verkeersbepalingen in acht
te worden genomen.
Controleer voor ingebruikname van de
eenassige tractor altijd eerst de ver-
keers- en bedrijfsveiligheid.
De eenassige tractor mag slechts ge-
bruikt, onderhouden en gerepareerd
worden door personen die over de no-
dige kennis beschikken en van de risi-
co’s op de hoogte zijn.
Personen beneden de 16 jaar mogen
de machine niet bedienen!
Werk alleen bij goed zicht en voldoen-
de licht.
De bestuurder moet goed aansluitende
werkkleding dragen. Wijde kledingstuk-
ken dienen vermeden te worden. Draag
veiligheidsschoenen!
De waarschuwings- en instructiebord-
jes op de machine geven belangrijke
aanwijzingen voor veilig gebruik. Volg
1
10 agria Eenassige tractor 3600
deze aanwijzingen nauwkeurig op, in het
belang van uw eigen veiligheid!
Zet de motor af wanneer u de machine
transporteert van en naar de werkplek.
Blijf altijd op een veilige afstand van
draaiende werktuigen!
Voorzichtig met nalopende werktuigen.
Wachten tot het werktuig helemaal stil
staat!
Bij werkzaamheden met extern aange-
dreven machineonderdelen bestaat de
kans op beknellingen en andere verwon-
dingen!
Het is niet toegestaan tijdens de werk-
zaamheden mee te rijden op de tractor.
Aangebouwde werktuigen en ladingen
hebben invloed op het rijdrag en het
stuur- en remvermogen van de tractor.
Pas uw werksnelheid aan aan de om-
standigheden.
Instelling van het motortoerental niet
veranderen. Een verhoogd toerental
vergroot de kans op ongelukken.
Arbeids- en
gevarenbereik
De gebruiker is op de werkplek tegen-
over derden verantwoordelijk.
Blijf buiten het gevarenbereik van de
eenassige tractor.
Controleer voor het starten en wegrij-
den de omgeving van de tractor. Let
vooral op kinderen en dieren!
Voordat met de werkzaamheden begon-
nen wordt, dienen obstakels uit de weg
te worden geruimd. Let ook tijdens de
werkzaamheden op obstakels en haal
ze tijdig weg.
Bij werkzaamheden op omheinde plaat-
sen dient de veiligheidsafstand tot de
omheining in acht genomen te worden,
zodat de machine niet beschadigd
wordt.
Bediening en
veiligheidsmaatregelen
Voor de werkzaamheden
Zorg ervoor dat u op de hoogte bent van
alle installaties en bedieningscompo-
nenten, alsmede van het functioneren
ervan. In het bijzonder dient u te weten
hoe u de motor in geval van nood snel
en veilig afzet.
Controleer of alle veiligheidsmaatrege-
len zijn getroffen en in de juiste positie
zijn gebracht.
Wanneer de aftakas niet gebruikt wordt,
dient deze met een beschermingskap
te zijn afgedekt.
Starten
Start de motor niet in afgesloten ruim-
tes. De uitlaatgassen bevatten koolmo-
noxyde dat zeer giftig is wanneer het
ingeademd wordt.
Voor het starten van de motor dienen
alle bedieningselementen in stand ‘neu-
traal’ te worden gezet.
Voor het starten van de motor niet vóór
de tractor of het aanbouwwerktuig gaan
staan.
Gebruik geen starthulpvloeistof in com-
binatie met elektrische startkabels. Ex-
plosiegevaar!
Tijdens de werkzaamheden
Tijdens de werkzaamheden mag de
stuurstang nooit worden losgelaten.
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
agria Eenassige tractor 3600 11
Bedieningsstang tijdens de werkzaam-
heden nooit verstellen – ongevalsrisico!
Neem bij alle werkzaamheden met de
eenassige tractor die afstand van de
machine in acht, waartoe u door de
stuurstang gedwongen wordt, vooral bij
het nemen van bochten!
Het is niet toegestaan tijdens de werk-
zaamheden en het transport op de ma-
chine mee te rijden.
Wanneer het aanbouwwerktuig vast zit
moet de motor worden afgezet en dient
het aanbouwwerktuig met passend ge-
reedschap te worden schoongemaakt.
Indien de eenassige tractor of het aan-
bouwwerktuig beschadigd is moet de
machine onmiddellijk worden gestopt en
de motor worden afgezet. Laat de scha-
de direct herstellen!
Bij een defect aan de stuurinrchting de
eenasssige tractor meteen stoppen en
de motor afzetten. Laat het defect di-
rect repareren!
Wanneer op hellend terrein wordt ge-
werkt verdient het aanbeveling, de een-
assige tractor met een trekkabel of een
trekstang vast te houden, om te voor-
komen dat de machine wegschuift. De
bestuurder moet zich heuvelopwaarts
van de machine bevinden en dient vol-
doende afstand te houden tot de werk-
tuigen!
Werk indien mogelijk dwars op de hel-
ling!
Beëindigen van de
werkzaamheden
Laat de eenassige tractor nooit onbe-
heerd achter als de motor nog loopt.
Zet de motor af voordat u de tractor ver-
laat. Sluit daarna de brandstofkraan.
Tref de nodige voorzorgsmaatregelen
om gebruik door onbevoegden te ver-
hinderen. Haal de contactsleutel uit het
contact (indien aanwezig) of trek de bou-
giekap eruit.
Aanbouwwerktuigen
Koppel de aanbouwwerktuigen uitslui-
tend aan bij afgezette motor en uitge-
schakelde aandrijving.
Gebruik passend gereedschap en draag
altijd beschermhandschoenen als u
aanbouwwerktuigen of onderdelen er-
van vervangt.
Breng de steunen bij het monteren en
demonteren in de juiste positie en zorg
ervoor dat het werktuig niet kan weg-
kantelen.
Bij het aankoppelen van de werktuigen
is grote voorzichtigheid geboden.
Koppel aanbouwwerktuigen uitsluitend
aan de daarvoor bestemde inrichtingen,
volgens de voorschriften.
Indien u de werkplek verlaat, eenassi-
ge tractor en aanbouwwerktuig beveili-
gen tegen wegrollen. Voorkom gebruik
door onbevoegden. Monteer eventueel
de transport- of beschermingsinrichting
en zet deze in de veiligheidsstand.
Hakinrichting
Tijdens het hakken en frezen in moeilij-
ke bodems (steenachtig, hard enz.) kan
het zijn dat de machine met een ruk naar
voor en naar boven beweegt. Daarom
dient men bijzonder voorzichtig te zijn.
De schutlatten van het hakwerktuig die-
nen zo te worden ingesteld dat alleen
het gedeelte van het werktuig dat in de
bodem komt vrij is.
Let bij het frezen op de juiste instelling
van het freesspoor.
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
12 agria Eenassige tractor 3600
Maai-inrichting
De scherpe kant van de maaibalk kan
bij onoplettendheid aanzienlijke verwon-
dingen veroorzaken. Verwijder daarom
de schutlatten van de messen alleen tij-
dens het maaien en plaats ze na het
maaien direct weer op de juiste manier
terug.
Tijdens transport en opslag dienen de
schutlatten altijd op de messen te zijn
gemonteerd; aan de vingerbalk moeten
bovendien de spanveren worden inge-
haakt.
Transporteer de gedemonteerde maai-
balk niet zonder schutlat.
Bescherm de messen met de schutlat-
ten voordat de maaibalk gemonteerd en
gedemonteerd wordt.
Let er bij het vervangen van de messen
en het losmaken en vastdraaien van de
mesmeenemers op dat de schroefbe-
weging van de richting van de snijkan-
ten af beweegt.
Draag bij het slijpen van de messen een
veiligheidsbril en handschoenen.
Aanhangers
Maximaal toelaatbare belasting van de
trekhaak en hitch in acht nemen.
Let bij disselbevestiging op voldoende
beweeglijkheid rond het aanhangpunt.
Maximaal toegestane asbelasting en
totaalgewicht niet overschrijden.
Controleer voor iedere rit de rem en de
verlichting.
Inspecteer het remsysteem regelmatig
en nauwkeurig!
Het instellen en repareren van de rem-
men mag alleen worden uitgevoerd door
vakkundig geschoold technisch perso-
neel bij de garage.
Bij alle ritten met een aanhanger moet
de beremming van de wielen zijn uitge-
schakeld!
Bij uitvoeringen met onafhankelijke wiel-
schakeling mag de wielschakeling niet
aan beide kanten bediend worden, –
onafhankelijke wielschakeling moet uit-
geschakeld zijn!
Bij uitvoeringen met differentieel mag
het differentieelslot in de bochten niet
gebruikt worden.
Alleen wanneer er een speciaal daar-
voor bestemde bijrijderszitplaats voor-
handen is mag een bijrijder meerijden.
Ander personenvervoer is niet toege-
staan.
Schakel voor hellingen tijdig terug. Op
hellingen nooit ontkoppelen en schake-
len!
Gewichten
Breng de gewichten altijd aan volgens
de voorschriften aan aan de daarvoor
bestemde bevestigingspunten.
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
agria Eenassige tractor 3600 13
Onderhoud
Pleeg geen onderhouds- en reinigings-
werkzaamheden aan de machine met
lopende motor.
Bij werkzaamheden aan de motor dient
de bougiekap altijd te worden verwijderd
(alleen bij benzinemotoren).
Zijn bepaalde beschermingsinrichtingen
of werktuigen aan slijtage onderhevig
dan moeten deze regelmatig gecontro-
leerd en eventueel vervangen worden!
Beschadigde messen moeten vervan-
gen worden!
Gebruik bij het vervangen van de mes-
sen passend gereedschap en veilig-
heidshandschoenen.
Reparatiewerkzaamheden zoals lassen,
slijpen, boren enz. mogen niet aan dra-
gende, veiligheidstechnische onderde-
len (bijv. stuurstang, aanhanginrichtin-
gen) worden uitgevoerd!
Zorg ervoor dat de eenassige tractor en
de aanbouwwerktuigen schoon blijven,
om brandgevaar te vermijden.
Moeren en schroeven regelmatig con-
troleren of ze vast zitten en eventueel
aandraaien.
Na de onderhouds- en reinigingswerk-
zaamheden dienen de beschermingsin-
richtingen weer te worden aangebracht
en in oorspronkelijke positie te worden
teruggebracht.
Altijd originele agria-reserveonderdelen
gebruiken. Andere reserveonderdelen
moeten kwalitatief gelijkwaardig zijn en
overeenkomen met de door de Firma
agria vastgelegde technische eisen.
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
Na gebruik wegzetten
Het parkeren van de eenassige tractor
in ruimtes met open kachels is verbo-
den.
Parkeer de eenasssige tractor niet in
gesloten ruimtes wanneer zich nog
brandstof in de brandstoftank bevindt.
Benzinedampen zijn gevaarlijk.
Motor, brandstof en olie
Laat de motor niet in een gesloten ruim-
te lopen vanwege verhoogde kans op
vergiftiging! Vervang defecte uitlaaton-
derdelen daarom ook altijd direct.
Opgelet met de hete onderdelen van de
motor!
De uitlaatdemper en andere motoron-
derdelen zijn zeer heet terwijl de motor
draait en onmiddellijk na het afzetten.
Houd voldoende afstand van hete op-
pervlakken en houd kinderen uit de
buurt van de draaiende motor.
Wees voorzichtig met brandstof vanwe-
ge het brandgevaar. Vermijd open vuur,
vonken en hete motoronderdelen tijdens
het bijvullen van brandstof. Vul geen
brandstof bij in gesloten ruimtes. Niet
roken tijdens het tanken!
Tank alleen met uitgeschakelde en af-
gekoelde motor.
Zorg ervoor dat u geen brandstof morst,
gebruik een passende trechter.
Mocht er toch brandstof zijn gemorst,
schuif dan de eenassige tractor aan de
kant voordat u de motor start.
Gebruik alleen brandstof van voorge-
schreven kwaliteit.
Bewaar de brandstof alleen in daarvoor
bestemde blikken.
1
14 agria Eenassige tractor 3600
Om veiligheidsredenen dienen de ben-
zinetank en de benzinedop regelmatig
te worden vervangen.
Houd anticorrosiemiddelen en stabilisa-
toren altijd buiten het bereik van kinde-
ren. Bij misselijkheid en braakneigingen
direct een arts waarschuwen. In geval
van contact met de ogen meteen met
veel water uitspoelen. Vermijd het ina-
demen van de dampen.
Lees de aanwijzingen op de verpakking!
Maak gebruikte spuitbussen (starthulp-
mengsel e.d.) helemaal leeg op een
vonk- en vlamvrije plaats voordat u deze
weggooit, eventueel als klein chemisch
afval behandelen.
Voorzichtig bij het aftappen van hete
olie, er bestaat verbrandingsgevaar.
Gebruik altijd olie van voorgeschreven
kwaliteit. Bewaar de olie alleen in daar-
voor bestemde kannetjes.
Olie, brandstof, vet en filters geschei-
den en volgens de voorschriften verwer-
ken.
Banden en
bandenspanning
Bij werkzaamheden aan de wielen dient
u ervoor te zorgen dat de eenassige
tractor veilig geparkeerd is en tegen
wegrollen beveiligd is.
Reparaties aan de wielen mogen alleen
door vakkundig personeel met passend
gereedschap worden uitgevoerd.
Controleer de bandenspanning regel-
matig. Bij een te hoge luchtdruk bestaat
explosiegevaar.
Let op de juiste bandenspanning bij
werkzaamheden met extra gewichten.
Schroeven en moeren van de wielen
dienen bij servicewerkzaamheden te
worden aangedraaid.
Elektrische installatie
Dragers van een pacemaker mogen de
stroomvoerende onderdelen van het
ontstekingssysteem niet aanraken bij
lopende motor!
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
agria Eenassige tractor 3600 15
Beschrijving van de
waarschuwingssymbolen
Voor reinigings-, onderhouds- en reparatiewerkzaam-
heden motor afzetten en bougiekap eruit trekken.
Voor reinigings-, onderhouds- en reparatiewerkzaam-
heden motor afzetten en contactsleutel eruit trekken.
Bij lopende motor voldoende afstand houden van
het hakwerktuig of de maaier.
Niet zonder veiligheidsvoorzieningen werken! Voor het
starten voorzieningen in de juiste positie brengen.
Houd bij lopende motor voldoende afstand van de
maaimessen!
Tast nooit in bewegende machineonderdelen. Wacht
totdat ze tot stilstand gekomen zijn.
Bij lopende motor afstand houden.
Beschrijving van de
gebodssymbolen
Bij werkzaamheden met de machine moeten indi-
viduele gehoorbeschermingen worden gedragen.
Veiligheidshandschoenen dragen.
Veiligheidsschoenen dragen.
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
16 agria Eenassige tractor 3600
2. Technische gegevens
Eenassige tractor
Afmetingen van de machine: [mm]
maat uitvoering
2V2R 3V2R
A 605 605
A
1
1170 1170
B
4.00-8 450-730 395-495
4-00-10 480-710 440-550
C 800-1000 800-1000
C
1
760-1010 760-1010
D 1650 1650
D
1
1715 1715
E 790 790
E
1
575 575
F 595 595
F
1
755 755
Banden:
........................... 4.00-8 (akkerprofiel)
..................... of 4.00-10 (akkerprofiel)
Bandenspanning:..................... 1,2 bar
Spoorbreedte uitvoering 2V2R: [mm]
4.00-8.................................... 352–632
4.00-10.................................. 380–610
De spoorbreedte wordt ingesteld door
de wielnaaf op de zeskantige wielas te
verschuiven, en door de montage van
de aandrijfwielen (naar binnen of naar
buiten gedraaid).
A S i A S i A S i A S i A S i A S i
495 392 290 395 292 190 550 440 330 520 410 300 490 380 270 440 330 220
Spoorbreedte uitvoering 3V2R: [mm]
Banden: 4.00-8 Banden: 4.00-10
2
agria Eenassige tractor 3600 17
Koppeling: .........................................
meervoudige droge plaatkoppeling
Transmissie:
Uitvoering 2V2R .................. tandwiel-
schakeltransmissie,
2 versnellingen vooruit,
2 versnellingen achteruit.
Uitvoering 3V2R .................. tandwiel-
schakeltransmissie,
3 versnellingen vooruit,
2 versnellingen achteruit,
(3de versnelling alleen bij aanbouw-
werktuigen achter), onafhankelijk
werkende wielrem aan beide kanten,
differentieel, differentieelslot
Transmissieolie: reservoir ca. 1,5 liter
transmissieolie SAE 90 - API - GL5
(bijv. BP Energear Hypo)
2. Technische gegevens
Aftakas: ..............................1028 min
-1
versnellingsonafhankelijk
bij motortoerental 3600 min
-1
(geïntegreerd in de aansluitflens)
draairichting: rechtsdraaiend (met de
klok mee) op de aftakas gezien, bij
vooruit en achteruit rijden gelijkblij-
vend. Tandnaafprofiel Ø 20 mm.
Aanbouwwerktuigen-
aansluiting:......................... Ø 47 mm
Stuurstang:... zonder gereedschap in
hoogte en zijdelings verstelbaar
en 180° zwenkbaar voor het aan-
bouwen van frontwerktuigen
Trillingsniveau:
op stuurhendel: ............ a
hw
< 2,5 m/s
2
volgens ISO 5349 bij 85 %
van het nominale motortoerental
met ingeschakeld werktuig
Gewicht:
leeg: met wielen
Uitvoering 2V2R ......................61,5 kg
Uitvoering 3V2R ......................69,5 kg
maximaal toegelaten
totale gewicht:.......................... 150 kg
maximaal toegelaten
gewicht op de trekhaak: ............ 55 kg
2
1. 2. 1. 2.
4.00-8 vooruit 1,3 2,4 2,1 3,9
4.00-8 achteruit 2,1 3,9 1,3 2,4
4.00-10 vooruit 1,5 2,7 2,5 4,1
4.00-10 achteruit 2,5 4,1 1,5 2,7
Rijsnelheden: [km/u]
achteraanbouw frontaanbouw
verwsnellingversnelling
banden
1. 2. 3. 1. 2.
4.00-8 vooruit 1,3 2,4 7 2,1 3,9
4.00-8 achteruit 2,1 3,9 1,3 2,4
4.00-10 vooruit 1,5 2,7 7,8 2,5 4,1
4.00-10 achteruit 2,5 4,1 1,5 2,7
Rijsnelheden: [km/u]
frontaanbouw
verwsnelling
banden
achteraanbouw
versnelling
18 agria Eenassige tractor 3600
Motor
Motorenfabrikant: ....................Robin
Type:..................................... EH 17 D
Bouwwijze: geforceerd-luchtgekoelde
eencilinder viertaktmotor (benzine)
Boring: .................................... 67 mm
Slag: ........................................ 49 mm
Cilinderinhoud: .................. 172 ccm
Vermogen: ....... 4,0 kW bij 3600 min
-1
Koppel:.................... maximaal 11 Nm
bij 2600 min
-1
Bougie:.....................BOSCH WR7AC
NGK BR 6 HS,
elektrodenafstand 0,6–0,7 mm
Ontsteking: ................... elektronische
magneetontsteking,
zonder contact,
ontstekingstijdstip vast ingesteld,
radio-ontstoord volgens VDE 0879
Klepspeling (bij koude motor)
inlaatklep...................... 0,08–0,11 mm
uitlaatklep.....................0,08–0,11 mm
Startinrichting: .......... repeteerstarter
Inhoud brandstoftank: ... ca. 3,6 liter
Brandstof: ....... benzine (tankstation),
octaangetal minstens 90 RON
(zie brandstofadvies)
Luchtfilter: ........... droog filterelement
met schuimstof voorfilter
Carburateur: .....................horizontale
valstroomcarburateur
Meng-reguleerschroef:
basisinstelling ca. 1 3/8 omwenteling open
hoofdsproeier:............................... 105
stationair toerental .......................... 50
Nominaal toerental: ......... 3600 min
-1
Maximaal toerental
onbelast: ........................... 3800 min
-1
Stationair toerental:......... 1200 min
-1
Motorolie:........ hoeveelheid ca. 0,65 l
universele olie SAE 10W-40 API-SC
(of hogere kwaliteit)
Gebruik op hellingen:
De motor is geschikt voor werkzaam-
heden op hellingen (bij motoroliepeil
“max” = bovenste vulmarkering):
langdurig gebruik op helling ..... tot 45°
(100%)
Geluidsniveau:
Geluidsniveau waargenomen
door de bestuurder .............. 80 dB (A)
(conform de EN 709)
2. Technische gegevens
2
agria Eenassige tractor 3600 19
De eenassige tractor agria type
3600 is een basis-motormachine en
wordt steeds met een aanbouw-
werktuig gebruikt. Daarom is hij
geschikt voor een gewoon gebruik
en voor werken in de tuinbouw,
landschapsverzorging, land- en
bosbouw, bodembewerking,
maaien van gras en weiden, win-
terdienst en vegen.
Tijdens het gebruik van de eenas-
sige tractor/de combiwerktuig op
openbare wegen dienen de bepa-
lingen van de nationale verkeers-
voorschriften te worden in acht
genomen, bv. reflectoren, verlich-
ting.
Als aanbouwwerktuigen zijn be-
schikbaar:
l
aanbouwwerktuigen voor de
achterzijde, bijv.:
– hak- en freeswerktuigen
– getrokken bodembewer
kingsmachines
– eenassige aanhangers
– grind- en zoutstrooiers
l
frontaanbouwwerktuigen
– maaimachines
– schoonmaakmachines
– sneeuwschuivers en -frezen
– grind- en zoutstrooiers
en verschillende werktuigen, zie
ook prijslijst.
Motor
l
De viertakt benzinemotor wordt aange-
dreven met normaal verkrijgbare benzine (zie
ook blz. 51: geadviseerde brandstof).
Ontsteking
De motor is uitgerust met een contactloze
elektronische ontsteking. Wij adviseren de
noodzakelijke controles alleen door de vak-
man te laten uitvoeren.
Tijdens de eerste 20 bedrijfsuren (inrijperio-
de) mag de motor niet tot het maximum wor-
den belast.
Ook na de inrijperiode mag u als regel niet
meer gas geven dan nodig is.
I
Hoge toerentallen kunnen de
motor beschadigen en de le-
vensduur aanzienlijk beperken. Dit geldt
vooral als de motor onbelast draait! Laat
de motor nooit over z’n toeren draaien,
daardoor kan de motor direct defect ra-
ken.
Koeling
De motor wordt gekoeld met een ventilator.
Zorg ervoor dat geen vuil of bladerresten in
de koelluchtzeef op de repeteerstarter en de
koelribben van de cilinder worden aangezo-
gen.
Stationaire toerental
Het stationaire toerental van de motor moet
juist zijn afgesteld. Wanneer de toerentalhen-
del tegen de eindaanslag in stationaire po-
sitie staat moet de motor bij laag toerental
zonder problemen blijven lopen.
Luchtfilter
Het luchtfilter reinigt de aangezogen lucht.
Een vervuild luchtfilter kan het motorvermo-
gen ongunstig beïnvloeden.
3. Machine- en bedieningselementen
2
20 agria Eenassige tractor 3600
3. Machine- en bedieningselementen
Toerentalhendel
Met de toerentalhendel (B/4 of C/4) aan de stuurstang
kan het motortoerental van min. = STATIONAIR tot max.
= VOLGAS traploos geregeld worden.
Motor-uit-schakelaar
Uitv. benzinemotor
Met de elektrische motor-uit-schakelaar (B/5; C/5) wordt
de ontsteking in- en uitgeschakeld.
"O" = motor uit
"I" = in bedrijf
I
De motor-uit-schakelaar dient ook als
Nood-uit-schakelaar: in gevaarlijke
situaties in positie "O" brengen!
Veiligheidschakeling
De eenwielige frezen is uitgerust met een veiligheids-
schakeling.
Œ Stopstand: Bij niet geactiveerde veiligheidshendel
(A/24), is ontkoppeld. De motor blijft echter draaien.
Bedrijfsstand: voor het gebruik, de veiligheidshen-
del (A/24) naar beneden duwen, zodat tussen de mo-
tor en de transmissie een contact ontstaat.
l
De veiligheidsschakeling moet in twee stappen wor-
den bediend:
1. Vergrendeling duwen (uitklikken)
2. De veiligheidshendel naar beneden duwen.
Wanneer de wielaandrijving of aftakas-aandrijving
aan staat, beginnen de wielen of werktuigen
onmiddellijk te draaien. Daarom mag de
veiligheidshendel pas naar beneden worden
geduwd wanneer de aandrijvingen op 0 staan of
aan de koppelingshendel ontkoppeld is.
W
Veiligheidshendel niet vastzetten!
I
De veiligheidshendel dient ook als nood-
schakelaar: In gevaarlijke situaties loslaten, hij
draait dan automatisch in de „STOP“-positie!
3
B/5; C/5
1.
2.
I
B/1; C/1
Œ
max.
min.
B/4; C/4
agria Eenassige tractor 3600 21
3. Machine- en bedieningselementen
Koppeling
In de machine is een meervoudige droge plaatkoppe-
ling ingebouwd. Deze wordt met de koppelingshendel
(B/6 of C/6) bediend.
l
Bij ingetrokken koppelingshendel tot stand "O" ont-
koppelt is, dat betekent dat de motor de eenassige trac-
tor niet aandrijft.
l
Bij losgelaten koppelingshendel tot stand "I" gekop-
pelt is, dat betekent dat de motor de eenassige tractor
aandrijft.
De hendel heeft enige speling om te voorkomen dat de
koppeling tijdens de werkzaamheden in de ontkoppel-
de positie komt, zie blz. 48.
3
B/6; C/6
I
O
22 agria Eenassige tractor 3600
Transmissie
Uitvoering 2V2R
De machine is uitgerust met een tandwiel-schakeltrans-
missie met
l
2 versnellingen vooruit en 2 versnellingen achteruit
l
starre zeskantige wielas
Versnelling
De versnelling wordt met de schakelstang (B/9) ge-
schakeld.
Tussen de versnellingen bevindt zich positie ‘neutraal’.
De positie van de schakelhendel geeft weer welke ver-
snelling op de transmissie-schakelplaat is geschakeld.
3. Machine- en bedieningselementen
3
B/9
32
I
Transmissieschakelingen mogen alleen worden uitgevoerd
als de machine stilstaat (en dus ontkoppeld is)!
Wanneer de stuurstang 180° gedraaid is (voor front-
aanbouwwerktuigen) zijn de schakelstangen voor
versnelling en aftakasschakeling omgewisseld.
agria Eenassige tractor 3600 23
Uitvoering 3V2R
De machine is uitgerust met een tandwiel-schakeltrans-
missie met
l
3 versnellingen vooruit en 2 versnellingen achteruit
l
differentieel met differentieelslot
l
onafhankelijk werkende wielrem
Versnelling
De versnellingen 1–2 en R1–R2 worden geschakeld
met de schakelstang (C/9).
De positie ‘neutraal’ bevindt zich tussen de versnel-
lingen.
De 3de versnelling (hoge versnelling) wordt met de
hoge-versnellingsschakeling ingeschakeld.
De ‘hoge versnelling’ kan uit veiligheidstechnische
overwegingen alleen worden ingezet bij normaal voor-
uit rijden (aanbouwwerktuigen achter). Bij frontaan-
bouwwerktuigen wordt de hoge-versnellingsschakels-
tang gedemonteerd en de versnelling geblokkeerd.
De positie van de schakelhendel geeft weer welke ver-
snelling op de transmissie-schakelplaat is geschakeld.
3. Machine- en bedieningselementen
3
C/9
C/8
C/9
I
Transmissieschakelingen mogen alleen worden uitgevoerd
als de machine stilstaat (en dus ontkoppeld is)!
Wanneer de stuurstang 180° gedraaid is (voor front-
aanbouwwerktuigen) zijn de schakelstangen voor
versnelling en aftakasschakeling omgewisseld.
Hoge-versnellingsschakeling
bij uitvoering 3V2R
Voor transportritten kan de 3de versnelling (hoge ver-
snelling) worden geschakeld.
l
Hiervoor dient de hoge-versnellings-
schakelstang gemonteerd te zijn.
l
Versnellingsschakelstang in positie ‘0’ tussen 1ste
en R-1ste versnelling schakelen.
l
Hoge-versnellingsschakelstang in positie (SNEL)’
schakelen (schakelstang naar achteren trekken).
l
Versnellingsschakelstang in positie ‘3’ schakelen.
l
Terugschakelen volgt in omgekeerde volgorde.
l
Voor het omschakelen in een versnelling achteruit,
eerst versnellingsschakelstang in positie "0" en daar-
na de ‘hoge versnelling’ uitschakelen.
32
8
24 agria Eenassige tractor 3600
3. Machine- en bedieningselementen
Onafhankelijk werkende wielrem (draai-
stuurhulp)
bij uitvoering 3V2R
De machine is voorzien van een onafhankelijk werken-
de stuurrem, om het besturen en het draaien van de
eenassige tractor te vergemakkelijken.
De rem wordt met hendels bedient (C/11 of C/12).
W
Wanneer de stuurstang 180° gedraaid is
(voor frontaan-bouwwerktuigen) volgen
de handelingen omgekeerd!
Op hellingen altijd naar de helling toe keren!
Blokkeerrem bei
bij uitvoering 3V2R
De stuurrem handgrepen (C/11 en C/12) zijn met pal-
len
uitgerust , die bij aangetrokken hendel kunnen
worden ingeschakeld.
De handgrepen kunnen in de positie
met de pal
worden vastgezet = blokkeerrem .
Rijden met een aanhanger
Het is niet toegestaan op de openbare weg
met een aanhanger te rijden.
W
Tijdens het rijden met een aanhanger mogen de
enkele wielremmen niet bediend worden. De
handgrepen voor de enkele-wielremmen zijn daarom
uitgerust met blokkeerbeugels. De hendels moeten met
vergrendelbeugels
worden beveiligd.
3
C/12C/11
C/10
32
agria Eenassige tractor 3600 25
3. Machine- en bedieningselementen
Differentieel
bij uitvoering 3V2R
Het differentieel kan desgewenst worden uitgescha-
keld om de trekkracht te verhogen bij werkzaamheden
onder moeilijke omstandigheden. De hendel voor het
in- en uitschakelen bevindt zich rechts van het stuur.
I
Bij ritten met een aanhanger moet het
differentieelslot uitgeschakeld zijn, het stu-
ren wordt anders bemoeilijkt, vooral bij het nemen
van bochten.
Het differentieel slechts zo lang als nodig is blokkeren.
Inschakelen van het differentieelslot (starre wielas)
tijdens de rit:
Œ
Gas los
Hendel voor differentieelslot (C/2) naar voren
bewegen en tegelijkertijd gas geven
Differentieelslot uitschakelen
l
Hendel voor differentieelslot naar achteren bewe-
gen.
Aftakasaandrijving
De versnellingsonafhankelijke aftakasaandrijving (A/12)
is in de werktuigaanbouwflens geïntegreerd.
Met de aftakasschakelstang (B/7 of C/7) wordt de af-
takas in- en uitgeschakeld.
I
Bij met 180° gedraaide stuurstang is de aftakas-
schakelstang met de versnellingsschakelstang
verwisseld, en de schakelrichting is andersom!
3
Œ
C/2
B/7; C/7
32
Achteruitrijrem
De eenassige tractor is voorzien van een achteruitrijrem (blokkeerbout) voor
hakwerktuigen die moet voorkomen dat de aftakas van het hakwerktuig bij
achteruitversnelling wordt ingeschakeld, of dat de achteruitrijversnelling wordt
ingeschakeld op het moment dat de aftakas in functie is.
I
Bij het aanbouwen van het hakwerktuig moet de
blokkeerbout helemaal naar buiten worden geschoven.
Bij het aanbouwen van de frontwerktuigen (bv. maai-installatie)
moet de blokkeerbout naar binnen worden geschoven.
31
30
26 agria Eenassige tractor 3600
Bevestigingsgordel
Œ Voor het laden van de machine dient een
bevestigingsgordel rond de versnellingsbak
achter de motor te worden gelegd.
Voor het inhaken van het touw bij werken op
hellingen dient een bevestigingsgordel rond de
stuurkolom te worden gelegd.
Controleer de bevestigingsgordel op bescha-
digingen, evt. vervangen.
Geen lastopnamemiddelen met scherpe kan-
ten gebruiken (bv. scherpe haken, ogen enz.)!
Nooit onder hangende ladingen lopen of
blijven staan. Levensgevaar!
Bevestigingspunten
Voor het afslepen, opbergen en vastsjorren
voor een veilig transport, de bevestigingspun-
ten
aan de trekhaak en aan de gewicht-
dragers gebruiken.
Stuurstang
Stuurstang in hoogte verstellen
l
Druk de blokkeerhendel (B/3 of C/3) zover
naar beneden totdat de inkepingen vrij zijn.
l
Breng de stuurstang op de gewenste hoogte.
l
Laat de blokkeerhendel los en voer het stuur
in de gewenste inkeping zodat de blokkeerhen-
del weer helemaal naar boven in de uitgangs-
positie terugzwenkt.
Stuurstang zijwaarts verstellen
De stuurstang kan uit zijn normale positie (mid-
den positie) ca. 30° naar links of naar rechts
versteld worden.
l
Stuur-draaihendel (B/13 of C/13) naar ach-
teren draaien en daarbij de stuurstang naar links
of naar rechts in de gewenste positie brengen.
l
Stuur-draaihendel naar voren terugdraaien
en in de gewenste inkeping aan de stuurs-
tang laten klikken.
3. Machine- en bedieningselementen
3
B/3; C/3
B/13; C/13
Œ
Ž
agria Eenassige tractor 3600 27
Stuurstang draaien – 180°
Voor het aanbouwen van frontaanbouwwerktuigen:
W
Stuurstang alleen draaien bij afgezette
motor.
Œ Schakelstang aftrekken
l
Haarspeldveren uit de schakelstangen trekken.
l
Schakelstangen van de scharnierstukken trekken.
Hoge-versnellingsschakelstang demonteren:
(alleen bij uitvoering 3V2R)
1. Borgveer aan de schakelstang openen.
2. Schakelstang naar boven aftrekken.
3. Kogelgreep van de schakelstang afschroeven.
4. Schakelstang uit de schakelplaat trekken en bewaren.
ŽStuur-draaihendel (B/13 of C/13) opendraaien en te-
gelijkertijd de stuurstang met de klok mee 180° draaien.
Stuur-draaihendel naar voren terug-draaien en in
de gewenste inkeping aan de stuurstang laten klikken.
Beide schakelstangen opnieuw met de buitenste
schakelhendels verbinden en met de haarspeldveren
borgen.
Let er tijdens het draaien van de stuurstang op dat de Bow-
denkabels niet verdraaid zijn of strak gespannen staan.
Let op: de schakelstang voor de versnelling bevindt
zich nu links en de aftakasschakelstang rechts aan het
stuur.
De richting van de aftakasschakeling en de richting van
de onafhankelijk werkende wielrem is eveneens om-
gekeerd.
De zijwaartse verstelling van de stuurstang (ca. 30°)
kan ook in gedraaide positie uitgevoerd worden.
Stuurstang terugdraaien
De terugdraaien van de stuurstang volgt in dezelfde
volgorde, tegen de klok in. Bij uitvoering 3V2R hoge-
versnellingsschakelstang monteren.
3. Machine- en bedieningselementen
3
2.
3.
1.
4.
L
B/13;
C/13
Ž
3V2R
Œ
32
Het leiden van de bow-
denkabels bij gedraaide
stuurstang
28 agria Eenassige tractor 3600
1 zeskantige wielas
2 zeskantige wielflens
3 borgclip
4 wieladapterflens
5 ring
6 wielschroef
7 zeskantige schroef
8 aandrijfwiel
9 ring
10 wielmoer
11 wielschroef
2V2R met aandrijfwielen 4.00 - 8
2V2R met aandrijfwielen 4.00 - 10
Aandrijfwielen
Uitvoering 2V2R = zeskantige
wielas
Op de zeskantige wielassen (1)
zijn wielflenzen (2) gezet. Ze
worden met borgklips (3) die
door de naaf-wielasboring ge-
stoken zijn, op hun plaats ge-
houden.
De aandrijfwielen (8) worden
met wielschroeven (5) en ringen
(6) aan de wielflenzen gemon-
teerd.
De wielas is per kant voorzien
van 2 bevestigingsboringen, de
wielflens is voorzien van steeds
3 boringen (voor borgklips).
Door de wielnaven op de wielas
te verschuiven kan de gewens-
te spoorbreedte worden inge-
steld.
W
Veerbeugel van de borg-
clip in rijrichting naar
achteren wijzend monteren
en na het omklappen de
veerbeugel vast laten klikken.
Bovendien kunnen de wielen
naar binnen of naar buiten ge-
draaid gemonteerd worden, om
de benodigde spoorbreedte van
352 tot 632 mm te verkrijgen.
De wielen moeten met de pro-
fielpunten in de rijrichting (van
boven af op de wielen gezien)
gemonteerd worden, om de
trekkracht zo optimaal mogelijk
te benutten. Let hier ook op bij
de 180° gedraaide stuurstang bij
frontaanbouwwerktuigen.
3. Machine- en bedieningselementen
3
agria Eenassige tractor 3600 29
Aandrijfwielen Gebruik
maat profiel toepassing artikel nr.
4.00-8 akkerprofiel frezen, oppers 3690 011
maken, maaien,
schoonmaken,
winterdienst
4.00-10 akkerprofiel ploegen, frezen 3690 021
3. Machine- en bedieningselementen
Uitvoering 3V2R = trommelrem/wiel-
flens met stiftschroeven
De aandrijfwielen (6) worden met de
wielmoeren (8) aan de wielflens (1) ge-
schroefd.
Bij gebruik van aandrijfwielen 4.00-10
moeten eerst de wieladapterflenzen (2)
aan de aandrijfwielen gemonteerd wor-
den.
De benodigde spoorbreedte kan worden
ingesteld (zie sporenplan blz. 18) door
de aandrijfwielen aan de wielflenzen of
de aandrijfwielen aan de wieladapter-
flenzen te monteren (flenzen of wielen
naar binnen of naar buiten gedraaid en
van binnen of van buiten aan de wiel-
adapterflenzen gemonteerd).
De wielen moeten met de profielpunten
in de rijrichting (van boven af op de wie-
len gezien) gemonteerd worden, om de
trekkracht zo optimaal mogelijk te be-
nutten. Let hier ook op bij de 180° ge-
draaide stuurstang bij frontaanbouw-
werktuigen.
Wielbevestigingsschroeven
Uitvoering 2V2R: wielschroeven met
ringen
Uitvoering 3V2R: stiftschroeven met
ringen en wielmoeren
De wielschroeven en wielmoeren moe-
ten bij nieuwe machines en bij iedere
verwisseling van de wielen na de eer-
ste 2 bedrijfsuren met 50 Nm worden
nagetrokken. Verder bij alle onderhouds-
beurten.
Sneeuwkettingen
Bij het gebruik van sneeuwkettingen
moeten de aanwijzingen van de fabri-
kant worden opgevolgd. Let erop dat de
machineonderdelen vrij kunnen bewe-
gen.
3V2R met aandrijfwielen 4.00 - 8
3V2R met aandrijfwielen 4.00 - 10
1 wielflens
2 wieladapterflens
3 ring
4 wielmoer
5 zeskantige schroef
6 aandrijfwiel
7 ring
8 wielmoer
3
30 agria Eenassige tractor 3600
3. Machine- en bedieningselementen
Front- en wielverzwaringsgewichten
Voor betere trekprestaties van de tractor kunnen front- en wielgewichten worden
gemonteerd.
Montage
frontverzwarings-gewichten
art. nr. 3228 011
Montage
wielgewichten
art. nr. 3621 011
Uitvoering 2V2R zes-
kantige wielas:
l
Aandrijfwielen af-
schroeven.
l
Wielnaven (1) met
de zeskantschroef naar
de binnenzijde wijzend
monteren. Van tevoren
moeten de wielen echter
met de lange zeskant-
schroeven (2) (levering wielgewicht) steeds per twee diagonaal van de binnenzijde
aan de wielflens (1) worden geschroefd.
l
Steeds 2 wielschroeven (4) diagonaal aan de ongebruikte schroefgaten van
de wielflens van de binnenzijde aanschroeven.
l
Wielverzwaringsgewichten (5) met steeds 2 lange speciale moeren (7) en rin-
gen (6) diagonaal aan de van binnen ingeschroefde zeskantige schroeven (2)
vastmaken.
Wielschroeven en gewichtsbevestigingsmoeren met 50 Nm natrekken.
Uitvoering 3V2R wielflens met stift-
schroeven:
l
Diagonaal steeds 2 wielmoeren met
ringen verwijderen.
l
Wielverzwaringsgewichten met
steeds 2 lange speciale moeren (7) en
ringen (6) diagonaal aan de stiftschroe-
ven (2) vastmaken.
Wielschroeven en gewichtsbevesti-
gingsmoeren met 50 Nm natrekken.
3V2R
50 Nm
2V2R
50 Nm
3
agria Eenassige tractor 3600 31
Aan- en afkoppelen van
de aanbouwwerktuigen
Aanbouwwerktuigen achter
W
Aan- en afkoppelen alleen bij
afgezette motor!
Aankoppelen van de werktuigen
l
Kunststof beschermkap van de aan-
sluitas van het aanbouwwerktuig verwij-
deren.
l
De aansluitpunten aan de eenassi-
ge tractor en het aanbouwwerktuig moe-
ten schoon en ingevet zijn; eventueel
schoonmaken en invetten.
Œ
Versnelling in positie ‘0’.
Bij aftakasaangedreven werktuig:
schakelstang (B/7 of C/7) aan de een-
assige tractor op positie ‘0’ zetten.
Ž
Bij het aanbouwen van hak- en
freesvoorrichting:
– blokkeerbout achteruitrijversnelling
naar buiten schuiven.
Vergrendeling naar beneden druk-
ken en vasthouden.
Aanbouwwerktuig inschuiven – ver-
grendeling loslaten.
Arreteerbout klikt zich nu automatisch
vast. Indien dit niet het geval is: aan-
bouwwerktuig een beetje heen en weer
bewegen.
Afkoppelen van de werktuigen
Œ
Vergrendeling naar beneden druk-
ken en vasthouden.
Aanbouwwerktuig uit het werktuig-
aansluitpunt trekken.
l
Beschermkap weer op de aansluitas
van het werktuig terugplaatsen.
3. Machine- en bedieningselementen
Œ
Œ
"0"
"0"
Ž
3
32 agria Eenassige tractor 3600
Frontaanbouwwerktuigen
Om met frontaanbouwwerktuigen (bijv. maai-installa-
tie, sneeuwschuiver) te kunnen werken moet de stuurs-
tang 180° met de klok mee gedraaid worden:
W
Stuurstang alleen draaien bij afgestelde
motor!
Œ Stuurstang draaien
Blokkeerbout achteruitrijversnelling naar binnen
schuiven
I
De versnellingsschakelstang bevindt zich nu
links en de aftakasschakelstang rechts aan het
stuur. De aftakasschakelposities zijn omgewis-
seld.
Bij uitvoering 3V2R funktioneren de onafhanke-
lijk werkende wielremmen omgekeerd.
I
Wanneer de stuurstang voor de montage van een
frontaanbouwwerktuig 180° gedraaid wordt moe-
ten ook de wielen verwisseld worden om het banden-
profiel aan de nieuwe rijrichting aan te passen. De-
monteer de wielen en monteer ze andersom, dus het
rechter wiel aan de linkerkant en het linker wiel aan de
rechterkant.
Stuurstang terugdraaien
l
In dezelfde volgorde maar tegen de klok in.
l
Bij uitvoering 3V2R hoge-versnellingsschakelstang
weer monteren.
3. Machine- en bedieningselementen
27
33
3
2.
3.
1.
4.
3V2R
Œ
33
agria Eenassige tractor 3600 33
3. Machine- en bedieningselementen
Uitvoering
3V2R
Uitvoering
2V2R
R
S
3
34 agria Eenassige tractor 3600
3. Machine- en bedieningselementen
Aankoppelen van de frontwerktuigen
l
Kunststof beschermkap van de aan-
sluitas van het aanbouwwerktuig verwij-
deren.
l
De aansluitpunten aan de eenassi-
ge tractor en het aanbouwwerktuig moe-
ten schoon en ingevet zijn; eventueel
schoonmaken en invetten.
ŒVersnelling in positie ‘0’ schakelen.
Bij aftakasaangedreven werktuig: af-
takasschakelstang aan de eenassige
tractor op positie ‘0’ zetten.
ŽVergrendeling naar beneden drukken
en vasthouden.
Aanbouwwerktuig inschuiven – verg-
rendeling loslaten.
Arreteerbout klikt zich nu automatisch
vast. Indien dit niet het geval is: aan-
bouwwerktuig een beetje heen en weer
bewegen.
Afkoppelen van de werktuigen
ŒVergrendeling naar beneden drukken
en vasthouden.
Aanbouwwerktuig uit het werktuig-
aansluitpunt trekken en hendel loslaten.
l
Beschermkap weer op de aansluitas
van het werktuig terugplaatsen.
Ž
Œ
Œ
"0"
"0"
3
agria Eenassige tractor 3600 35
Eerste ingebruikname
De levensduur en de bedrijfsveiligheid van de motor hangt grotendeels af van het
rijgedrag tijdens de inrijperiode. Laat een koude motor altijd eerst een paar minu-
ten warm draaien en belast de motor niet direct tot het maximum.
Laat de motor tijdens de eerste 20 bedrijfsuren (inrijperiode) nooit op volle toeren
draaien.
Onderhoud het filter goed en zorg voor schone brandstof. Gebruik alleen
merkbenzine.
Gebruik alleen verse en schone brandstof (niet ouder dan drie maanden), alleen
goedgekeurde, in de vakhandel verkrijgbare brandstofjerrycans gebruiken. Verroeste
jerrycans of nietbenzinedichte kunststof jerrycans mogen niet gebruikt worden.
Om startproblemen te voorkomen moet de brandstoftank voor de eerste inge-
bruikname of na een periode van langere stilstand volgetankt worden.
Wees voorzichtig met brandstof.
Benzine is licht ontvlambaar en onder bepaalde omstandigheden
explosief!
l
Tank nooit in afgesloten ruimtes.
l
Alleen tanken met afgezette en afgekoelde
motor.
l
Tank nooit in de omgevingvan open vuur, von-
ken of hete motoronderdelen.
l
Niet roken tijdens het tanken !
l
Mors geen brandstof, gebruik een passende
trechter.
De brandstoftank niet tot aan de rand voltanken
maar tot ca. 5 mm onder de rand, zodat de brand-
stof nog kan uitzetten.
l
Transmissieoliepeil controleren
4. Ingebruikname en bediening
I
Let op: motor wordt vanuit de fabriek
zonder motorolie geleverd!
Vul motorolie bij voordat de machine in ge-
bruik wordt genomen
4
46
43
36 agria Eenassige tractor 3600
Voor iedere ingebruikname, dus
voordat de motor gestart wordt:
Œ
voldoende brandstof in de brand-
stoftank? (A/1)
Luchtfilter (D/3) schoon?
Ž Motoroliepeil controleren (E/10)
Transmissioliepeil controleren (A/5)
W
Ga alleen met de eenassige
tractor aan het werk wanneer
alle beschermingsmaatregelen zijn
getroffen en in de juiste positie zijn
gebracht.
Laat de motor niet draaien in geslo-
ten ruimten, waar gevaarlijke kool-
monoxide kan ophopen.
Vermijd het aanraken van de warme
motor – kans op brandwonden!
Raak bij lopende motor de ont-
stekingsleiding en de bougiekap niet
aan. Deze ook niet verwijderen.
4. Ingebruikname en bediening
Œ
? ok
? ok
Ž
? ok
? ok
46
43
4
44
agria Eenassige tractor 3600 37
Starten van de
benzinemotor
ŒBougiekap (E/13) aanbrengen
Brandstofkraan (E/11) opendraaien
Ž koude motor: CHOKE-hendel (D/4) in
positie ‘CHOKE’ brengen
warme motor: CHOKE-hendel in normale
positie laten of in ‘halfpositie’ brengen
Versnelling en aftakasschakeling in po-
sitie "O" schakelen
Motor-uit-schakelaar (B/5 of C/5) op "I"
zetten
Toerentalhendel (B/4 of C/4) op ca. 1/3
gas zetten
Het trekkoord aan de start-handgreep
(E/4) zover uittrekken totdat de startkoppe-
ling merkbaar gepakt wordt, vervolgens trek-
koord stevig en met kracht aantrekken
zodat de motor gestart wordt. Handgreep
na het starten voorzichtig loslaten.
Als de motor loopt, korte tijd laten warm
draaien en vervolgens de choke langzaam
in bedrijfspositie terugzetten (indien hij ge-
bruikt werd).
4. Ingebruikname en bediening
4
Œ
Ž
1/3
èOç
èOç
38 agria Eenassige tractor 3600
Afzetten van de
benzinemotor
Œ Versnelling in positie "O"schakelen
Aftakasschakeling in positie "O" scha-
kelen
Ž Toerentalhendel in positie neutraal zet-
ten en de motor ca. 30 seconden stationair
laten draaien
Motor-uit-schakelaar (B/5 of C/5) op "O"
zetten
Brandstofkraan sluiten
Eenassige tractor tegen onbevoegd
gebruik beveiligen – bougiekap ver-
wijderen.
I
Aanwijzing: De motor-uit-schakelaar
(B/5 of C/5) dient ook als noodstop-
schakelaar. Indien nodig schakelaar
in positie ‘0’ brengen, de motor springt af.
I
Wanneer de motor voor lange-
re tijd wordt afgezet is het beter
niet de motor-uit-schakelaar te gebruiken,
maar de brandstofkraan te sluiten en de
motor zolang te laten lopen totdat deze
vanzelf afspringt. De carburateur is dan leeg
en er kan geen verharsing optreden.
4. Ingebruikname en bediening
4
6 30 sec
èOç
Œ
Ž
èOç
min
agria Eenassige tractor 3600 39
4. Ingebruikname en bediening
Werken
Œ Motor starten è ingebruikname
W
Controleer het functioneren van de veilig-
heidsschakeling - het machine enkel in ge-
bruik nemen wanneer de veiligheids-
schakeling werkt!
Gehoorbescherming en veiligheidsschoenen
dragen
Ž Veiligheidshendel naar beneden duwen
Koppelingshendel aantrekken
Afhankeliijk von de werkzaamheden versnel-
ling inschakelen
Aftakasaandrijving inschakelen
Koppeling aantrekken en tegelijkertijd gas ge-
ven
Verwisseling van rijrichting van vooruit
naar achteruit:
ŒMotor in positie ‘neutraal’
De koppeling uitschakelen en vasthouden
Ž In 'R1 of R2' schakelen
Langzaam de koppeling inschakelen en tegelij-
kertijd gas geven.
4
Œ
Œ
Ž
Ž
1.2.
I
O
O
I
I
40 agria Eenassige tractor 3600
4. Ingebruikname en bediening
Opgelet met de hete onderdelen van de
motor!
De uitlaatdemper en andere motoronderdelen
zijn zeer heet terwijl de motor draait en onmid-
dellijk na het afzetten. Houd voldoende afstand
van hete oppervlakken en houd kinderen uit
de buurt van de draaiende motor.
W
Daat de eenassige tractor nooit onbe-
heerd achter zolang de motor loopt.
Gevarenbereik
W
Het is verboden in het gevarenbereik
van de machine te vertoeven tijdens
het starten en tijdens de werkzaam-
heden.
Wanneer zich personen of dieren binnen dit
bereik ophouden, moet de machine direct
worden uitgeschakeld. De machine mag
niet eerder weer worden gestart voordat het
bereik vrij is.
De gebruiker is op de werkplek tegenover
derden verantwoordelijk.
Werkzaamheden op hellingen
W
Wanneer op hellend terrein wordt ge-
werkt verdient het de aanbeveling, dat
de machine door een begeleider met een
trekkabel of een trekstang wordt vastge-
houden, om te voorkomen dat de machine
wegschuift. De begeleider moet zich heu-
velopwaarts van de machine bevinden en
dient voldoende afstand te houden tot de
werktuigen!
Werk dwars op de helling, nooit bergop of
bergaf.
Motor starten op de helling
l
Aftakas en transmissie aandrijving in de in-
geschakelde positie laten; werkt als rem.
l
Veiligheidsschakeling in stopstand brengen.
l
Motor starten.
4
Gevarenbereik
agria Eenassige tractor 3600 41
Aanwijzing bij het maaien
I
Na het beëindigen van de maaiwerk-
zaamheden of als de maaimachine
verstopt is:
ŒVersnellingsschakelstang in neutraal zetten.
De maaimachine blijft staan maar het mes blijft
in beweging; daardoor wordt de maaibalk vrij-
gemaakt.
Koppelingshendel uitschakelen
Ž Maaitransmissie uitschakelen
Motor afzetten
Mesbeschermingslijst aanbrengen.
W
Als tijdens de werkzaamheden de
machine moet worden schoonge-
maakt, moet de motor om veiligheidstech-
nische redenen worden afgezet en dienen
de bougiekap of de contactsleutel te wor-
den verwijderd.
Rijden met aanhanger
Wanneer de eenassige tractor op de openba-
re weg wordt gebruikt (ook zonder aanhanger)
dienen de plaatselijke bepalingen in acht te
worden genomen.
Het is niet toegestaan op de openbare weg met
een aanhanger te rijden.
W
Bij ritten met een aanhanger mogen de
onafhankelijk werkende wielremmen niet
worden gebruikt. De hendels voor de onafhan-
kelijk werkende wielremmen moeten met verg-
rendelbeugels (afb. F) worden beveiligd.
4. Ingebruikname en bediening
F
4
42 agria Eenassige tractor 3600
4
4. Ingebruikname en bediening
Veiligheidsaanwijzingen bij het gebruik
ll
ll
l
Laat de motor niet draaien in gesloten ruimten, waar gevaarlijke koolmonoxide
kan ophopen.
ll
ll
l
Tijdens de werkzaamheden dient altijd veiligheidsschoenen en een lange broek
te worden gedragen. Bedien de machine niet met blote voeten of sandalen.
ll
ll
l
Controleer de volledige werkplek waarop de machine gebruikt wordt en verwij-
der alle voorwerpen die door de machine kunnen worden weggegooid.
ll
ll
l
Werk alleen bij daglicht of met een goede verlichting.
ll
ll
l
Let op hellingen steeds op een goede stabiliteit.
ll
ll
l
Laat de machine alleen werken in loopsnelheid.
ll
ll
l
Werk dwars op de helling, nooit bergop of bergaf.
ll
ll
l
Wees bijzonder voorzichtig als u op de helling van richting veranderd.
ll
ll
l
Werk niet op te steile hellingen.
ll
ll
l
Wees bijzonder voorzichtig als u de machine draait of naar u toe trekt.
ll
ll
l
Tijdens het hakken en frezen in moeilijke bodems (steenachtig, hard enz.) kan
het zijn dat de machine met een ruk naar voor en naar boven beweegt. Daarom
dient men bijzonder voorzichtig te zijn.
ll
ll
l
Verander de basisinstellingen van de motor niet of jaag de motor niet over zijn
toeren.
ll
ll
l
Start de motor voorzichtig volgens de instructies van de fabrikant en zorg er-
voor dat er voldoende afstand is tussen de voeten en het werktuig.
ll
ll
l
Breng nooit handen of voeten aan of onder draaiende delen.
ll
ll
l
Hef de machine nooit op, of draag ze nooit, terwijl de motor draait.
ll
ll
l
De motor moet worden afgezet: - wanneer u de machine verlaat; - vooraleer u
tankt.
ll
ll
l
Na de werkzaamheden de brandstofkraan sluiten.
ll
ll
l
De machine nooit in een gebouw opbergen wanneer er nog benzine in de tank
zit, aangezien de benzinedampen met open vuur of vonken in contact kunnen
komen en kunnen ontbranden.
ll
ll
l
De tank altijd buiten leegmaken, in openlucht.
ll
ll
l
Laat de motor afkoelen alvorens de machine in een gesloten ruimte onder te
brengen.
ll
ll
l
Om veiligheidsredenen dienen versleten of beschadigde onderdelen te wor-
den vervangen.
agria Eenassige tractor 3600 43
Behalve het opvolgen van de bedieningsvoorschriften is het bovendien van groot
belang dat u aandacht besteed aan de volgende aanwijzingen omtrent onder-
houd en reparatie.
W
Let op: voer onderhouds- en reparatiewerkzaamheden alleen uit met
een afgezette motor en wanneer de bougiekap verwijderd is!
Draag bij werkzaamheden aan de maai- en hakmessen altijd bescher-
mingshandschoenen!
Motor
Motoroliepeil controleren
Voor iedere ingebruikname en steeds
na 8 bedrijfsuren.
l
Alleen bij afgezette en horizontaal
staande motor
l
Olievulschroef (E/10) en omgeving
reinigen
l
Olievulschroef losschroeven, oliepeil-
stok met een schone doek afnemen,
terugsteken (niet aanschroeven) en op-
nieuw uittrekken om het oliepeil te me-
ten.
l
Is het oliepeil tot beneden de marke-
ring gedaald, motorolie (zie ‘technische
gegevens’) tot de rand van de olievul-
hals bijvullen.
Motorolie verversen
Voor de eerste keer na 25 bedrijfsuren, dan om de 50 bedrijfsuren. Ververs de
olie zolang de motor nog warm is, let
op dat hij niet te heet is – kans op brand-
wonden!
l
Olievulschroef, olieaftapplug en om-
geving reinigen.
l
Olie bijvullen, olie op voorgeschreven
wijze verwerken.
I
Let op de conditie van de af
dichtring, eventueel vervan
gen
. Aftapplug vastdraaien!
- Voor kwaliteit van de olie zie 'techni-
sche gegevens’).
5. Onderhoud en reparatie
66
66
6 A; 8 h
66
66
6 25 h (50 h)
5
44 agria Eenassige tractor 3600
Droge luchtfilter EH 17
Voor iedere ingebruikname lucht-
filter (D/3) controleren op vervui-
ling en eventueel schoonmaken.
Reiningen het luchtfilter en laates-
te om de 25 bedrijfsuren of in elk
geval iedere 3 maanden, of in
geval van zeer stoffige omstandig-
heden na een paar uur.
Œ Luchtfilter en omgeving reini-
gen.
Luchtfilterdeksel afnemen.
Ž Schuimstofvoorfilter voorzich-
tig losmaken.
Schuimstofvoorfilter in water
met schoonmaakmiddel uitwas-
sen (geen benzine gebruiken).
Schuimstofvoorfilter als een
spons uitknijpen en goed laten
drogen.
Filterelement uitnemen.
Filterelement op een gladde
ondergrond voorzichtig uitklop-
pen.
Schuimstofvoorfilter en filter-
element niet met perslucht
schoonblazen en niet met olie
doordrenken!
Filterelement en schuimstof-
voorfilter inzetten.
Luchtfilterdeksel terugzetten.
I
Beschadigde filterelemen-
ten direct vervangen of
minimaal eens per jaar worden
vervangen.
5. Onderhoud en reparatie
Ž
Œ
Papier-
filterelement
66
66
6 A (25 h)
Luchtfilterdeksel
Schuimstofvoorfilter
5
agria Eenassige tractor 3600 45
Brandstofslangen
Na 2 jaar vervangen, lekke brandstofslangen direct
vervangen.
Reiniging van het koelsysteem
Het koelsystem kan door plantenresten en stof ver-
stopt raken. Wanneer met een verstopt koelsysteem
wordt doorgereden, wordt de motor te heet en kan
deze defect raken.
Œ Koelluchtzeef (E/6) regelmatig controleren en rei-
nigen van aangezogen vuil en delen van planten.
Ventilatorhuis minstens eens per jaar, het bes-
te voor het seizoen begint, afnemen, koelribben aan
de cilinder en cilinderkop, voor de luchtcirculatie nood-
zakelijke geleideplaat en de koelluchtzeef reinigen.
è
- Serviceç
Uitlaat
Uitlaat (D/5) regelmatig controleren op maai- en plan-
tenresten, en eventueel reinigen. Anders bestaat
Brandgevaar!
Voor iedere ingebruikname controleren. Beschadig-
de uitlaatdempers vervangen.
Opgelet met de hete onderdelen van de motor!
De uitlaatdemper en andere motoronderdelen zijn
zeer heet terwijl de motor draait en onmiddellijk na
het afzetten. Houd voldoende afstand van hete op-
pervlakken en houd kinderen uit de buurt van de
draaiende motor.
Toerentalregelaar
Voor het juist functioneren van de toerentalregelaar
aan de motor en voor de instelling van het hoogste
staionaire toerental moet de regelveer zoals op de
afbeelding zijn gepositioneerd.
W
Aangebrachte veranderingen verhogen het
ongevallenrisico en ontnemen het recht op
garantie!
De regelveer, -hendel en -stang moeten altijd vrij zijn
van vuil, maai- en plantenresten.
5. Onderhoud en reparatie
5
Regelveer in gat 2
6 J
6 A
6 A; 5 h
Œ
Al verdere onderhoud en reparatie bij de motor zie motor-handleiding.
46 agria Eenassige tractor 3600
Machine
Transmissie
Het transmissieoliepeil moet voor iedere inge-
bruikname en steeds na 50 bedrijfsuren gecontro-
leerd worden (oliepeilstok en olievulopening A/15).
Het oliepeil moet tussen de kerven max. en min.
staan, bij horizontaal staande machine.
ŒOliepeilstok uittrekken, met een schone doek af-
nemen en weer terugsteken.
Oliepeilstok opnieuw uittrekken om het oliepeil
te meten, eventueel transmissieolie bijvullen.
Transmissieolie verversen na de eerste 50 be-
drijfsuren en vervolgens na iedere 300 bedrijfsuren,
bij warme motor.
ŒOlievuldop (A/15), aftapplug (A/19) en hun om-
geving reinigen.
Transmissieolie bijvullen, afgewerkte olie opvan-
gen en volgens de voorschriften verwerken.
I
Afdichtring controleren, eventueel
vervangen. Aftapplug vastzetten!
Voor hoeveelheden en kwaliteit van de olie zie ‘tech-
nische gegevens’.
Aandrijfwielen
l
Bij de eerste ingebruikname en bij iedere wis-
seling van de wielen moeten de wielschroeven en -
moeren na de eerste 2 bedrijfsuren met 50 Nm wor-
den nagetrokken of gecontroleerd worden. Verder
bij alle servicewerkzaamheden.
l
De bandenspanning van de banden moet regel-
matig gecontroleerd worden. Let erop dat
de spanning in beide banden gelijk is zo-
dat probleemloos rijden gewaarborgd is.
66
66
6 (50) 300 h
66
66
6 A, 50 h
50 Nm
5. Onderhoud en reparatie
5
agria Eenassige tractor 3600 47
Aankoppelen van werktuigen
Steeds na 50 bedrijfsuren of na iedere reinigings-
beurt met een hogedrukreiniger moet de smeernip-
pel met biologisch afbreekbaar vet gesmeerd wor-
den.
De aftakas dient bovendien iedere keer dat een
werktuig wordt aangekoppeld, te worden ingevet.
Stuurstang
l
De smeernippels van de stuurstang en de aan-
hanginstallatie moeten eens per jaar en na iedere
reinigingsbeurt met een hogedrukreiniger met biolo-
gisch afbreekbaar vet gesmeerd worden.
Op de betreffende plaatsen moet een vetkraag aan-
wezig zijn, deze beschermt de onderdelen tegen
het binnendringen van water en vuil.
Rem
Functie van remblokken en rembediening steeds
na 200 bedrijfsuren of ten minste eens per jaar con-
troleren.
Het bijregelen gebeurt aan de hand van de bow-
denstelschroeven.
è
- Serviceç
66
66
6 50 h
66
66
6 B
5. Onderhoud en reparatie
5
48 agria Eenassige tractor 3600
5. Onderhoud en reparatie
5
Speling voor koppeling
Speling aan de hendel voor koppeling(B/6; C/6) voor
iedere ingebruikname controleren en eventueel corri-
geren (vooral tijdens de inrijperiode na de eerste inge-
bruikname of na het verwisselen van de koppeling) aan
de bowdenstelschroef
.
l
Contramoer losmaken.
l
Instelschroef verstellen tot speling
A = 5–6 mm bereikt is.
l
Contramoer weer aan het lager van de handgreep
vastdraaien.
Veiligheidsschakeling
Controleer de veiligheidsschakeling voor iedere inge-
bruikname en bij iedere onderhoudsbeurt .
l
Wanneer de hendel wordt losgelaten (B/1; C/1) moe-
ten de rij- en aftakasaandrijving vanzelf tot stilstand
komen (ontkoppelen) en de blokkeerbeugel moet vast-
zitten
l
Bij de hendelbediening (B/1), tot aanslag aan het
handvat, moet de koppeling inschakelen; de koppeling
mag niet glijden
Indien nodig, de bowdenkabel controleren en de
bowdenstelschroef
bijregelen
l
Contramoer losmaken.
l
Instelschroef overeenkomstig verstellen.
l
Contramoer weer aan het lager van de handgreep
vastdraaien.
è
- Serviceç
Motor-Aus-Schaltung
Controleer het functioneren voor iedere ingebruikma-
ne en bij iedere onderhouds- en reparatiebeurt.
Wanneer de uitschakelaar (B/5; C/5) op „O“ staat, moet
de motor tot stilstand komen, indien nodig de elektri-
sche leidingen en stekkers controleren.
è
- Serviceç
B/1; C/1
B/5; C/5
A =
5 - 6 mm
B/6; C/6
66
66
6 B
66
66
6 B
66
66
6 B
agria Eenassige tractor 3600 49
5. Onderhoud en reparatie
5
Algemeen
Œ Voor iedere ingebruikname let op het ver-
liezen van brandstof en olie, eventueel oprui-
men.
Schroeven en moeren regelmatig contro-
leren, eventueel natrekken.
Ž In ieder geval jaarlijks en na een reinigings-
beurt: Alle glijdende of beweeglijke onderde-
len (bijv. toerentalhendel, hendellager) met bio-
logisch-afbreekbaar vet of olie vet houden.
Reiniging
Motor
Reinig de motor alleen met een doekje. Ver-
mijd het spuiten met een sterke waterstraal; er
zou water in het ontstekingsmechanisme of in
het brandstofsysteem kunnen komen, dit kan
leiden tot mankementen.
Machine
Na iedere reinigingsbeurt (afspuiten met wa-
ter, vooral met de hogedrukreiniger) alle plaat-
sen die met vet zijn ingesmeerd, nasmeren en
inoliën, en de eenassige tractor kort laten
draaien zodat het water eruit loopt.
De lagers moeten voorzien zijn van een vet-
kraag. Deze beschermt de lager tegen het bin-
nendringen van plantensappen, water en vuil.
Pictogram
Versleten en ontbrekende stickers met bedie-
nings- en veiligheidsaanwijzingen dienen te
worden vernieuwd.
Ž
Œ
èI
50 agria Eenassige tractor 3600
5. Onderhoud en reparatie
Stallen
Wanneer de machine gedurende langere tijd niet
gebruikt wordt:
a) Reiniging uitvoeren
laklaag bijwerken
b) alle onbeschermde onderdelen, met name de maaibalk
met biologisch-afbreekbare corrosiewerende olie inoliën.
c) Motor in conditie houden
l
Brandstof volledig aftappen of brandstoftank voltanken,
stabilisator (agria-nr. 799 09) in de brandstoftank gieten.
- Kijk in de gebruiksaanwijzing.
Motor ca. 1 minuut laten lopen.
l
Motorolie verversen.
l
In de bougieopening een theelepel vol (ca. 0,03 l.) motor-
olie laten lopen. Motor langzaam laten doordraaien.
l
Bougie weer inbouwen. De zuiger met de omkeerbare
starter op compressie zetten (langzaam aan de choke trek-
ken tot men weerstand voelt), zodoende zijn de ventielen
gesloten.
l
Laat de motor om de 2–3 weken langzaam doordraaien
(bougiekap verwijderen!)
en de zuiger opnieuw op compres-
sie zetten.
d) Aandrijfwielen
Plaats deze op steunblokken zodat de banden niet op de
vloer rusten. Luchtbanden gaan snel in kwaliteit achteruit
wanneer ze zonder lucht onder belasting staan.
e) Stallen
Om sterke corrosievorming te vermijden:
- beschermen tegen weersinvloeden
plaats de machine nooit in:
- vochtige ruimtes
- in ruimtes waar kunstmest bewaard wordt
- stallen of daarnaast liggende ruimten.
f) Dek de machine af
met een dekzeil of iets dergelijks.
5
agria Eenassige tractor 3600 51
Smeermiddelen
en anticorrosie-
middelen:
Gebruik voor de motor en
de transmissie de voorge-
schreven smeermiddelen
(zie ‘Technische gege-
vens’).
Voor ‘open‘ smeerpunten
en smeernippels adviseren
wij het gebruik van biolo-
gisch afbreekbare olie of
smeervet (volgens de aan-
wijzingen in de handlei-
ding).
Voor het onderhoud van de
machines en werktuigen
adviseren wij biologisch
afbreekbare corrosiewe-
rende olie (niet gebruiken
op gelakte uitwendige be-
kledingen). Het anticorro-
siemiddel kan met een
kwast of met een spuitbus
worden aangebracht.
Biologische smeermidde-
len en corrosiewerende
olie zijn milieuvriendelijk
omdat ze biologisch snel
afbreekbaar zijn.
Wanneer u biologisch af-
breekbare smeermiddelen
en corrosiewerende olie
gebruikt, gaat u bewust om
met het milieu en levert u
een positieve bijdrage aan
de gezondheid van mens,
fauna en flora.
Aanbevelingen
Brandstof:
Deze motor loopt zowel
op gangbare loodvrije
normale en superbenzi-
ne (ook E10) en Super
plus.
Voeg aan de benzine
geen olie toe.
Wanneer om milieutech-
nische redenen loodvrije
benzine gebruikt wordt,
dient u bij motoren die
langer dan 30 dagen niet
gebruikt worden de
brandstof af te tappen,
om afzetting van harsre-
sidu’s in de carburateur,
het brandstoffilter en de
brandstoftank te vermij-
den. U kunt de brandstof
ook vermengen met een
brandstofstabilisator.
Zie ook hoofdstuk ‘Motor
in conditie houden’.
Onderhoud en
reparatie:
Bij de agria-dealer wer-
ken gekwalificeerde
monteurs die de machi-
ne vakkundig onderhou-
den en repareren.
Voer grotere onder-
houds- en reparatiewerk-
zaamheden alleen zelf uit
wanneer u beschikt over
het juiste gereedschap
en de vereiste technische
kennis van machines en
verbrandingsmotoren.
Klop nooit met harde
voorwerpen of metalen
gereedschappen tegen
het vliegwiel. Het kan
scheuren en tijdens ge-
bruik uiteen springen,
zodat het verwondingen
of materiële schade ver-
oorzaakt. Demonteer het
vliegwiel uitsluitend met
passend gereedschap.
5
52 agria Eenassige tractor 3600
Lak, slijtageonderdelen
agria-bestelnr.
799 09 Brandstofstabilisator 5 g
Lak:
181 03 Spuitlak berkengroen spuitbus 400 ml
712 98 Spuitlak rood, RAL 2002 spuitbus 400 ml
509 68 Spuitlak zwart spuitbus 400 ml
Bandenpechbescherming:
713 13 Banden afdichtgel Terra-S fles 1 l
Slijtageonderdelen:
749 00 Luchtfilterset (papierelement + voorfilter)
671 87 Bougie, Bosch WR7 AC
009 05 Afdichtring 14x20x1,5 (motorolieaftapplug)
684 16 Afdichtring (motoroliepeilstok)
009 25 Afdichtring 14x18x1,5 (transmissieolieaftapplug)
1
009 16 Afdichtring 16x22x1,5 (transmissieolieaftapplug)
1
692 56 Kunststof beschermingskap voor werktuigaftakas Ø 47 mm
Reserveonderdelenlijst:
997 075 Eenassige tractor 3600
997 077 Robin motor
)
1
= let op uitvoering
agria Eenassige tractor 3600 53
54 agria Eenassige tractor 3600
6. Storingen opsporen en verhelpen
W
Let op de veiligheidsaanwijzingen! Laat grotere problemen aan de machine of de motor altijd oplos-
sen door de agria-vakgararage, deze beschikken over het juiste gereedschap. Ondeskundige hulp
kan grote schade veroorzaken.
storing mogelijke oorzaak oplossing pagina
Benzinemotor -Bougiekap is niet aangesloten Bougiekap aansluiten
start niet -Choke niet uitgetrokken Chokehendel in juiste positie brengen 37
-Motor-uit-schakelaar niet Motor-uit-schakelaar in
in positie "I" positie "I" brengen 37
-Brandstofkraan gesloten Brandstofkraan openen 37
-Brandstoftank leeg of Brandstoftank vullen
slechte brandstof met schone brandstof
-Brandstofleiding verstopt Brandstofleiding reinigen BM
-Bougie defect Bougie schoonmaken,
afstellen of vervangen BM
-Motor teveel brandstof (verzopen) Bougie drogen, schoonmaken
en starten met volgas BM
-Motor-uit-leiding defect Leiding en verbindingen controleren
¬
48
-Valse lucht door losgelaten carburateur Bevestigingsschroeven natrekken
en aanzuigleiding
Benzinemotor -Motor loopt op choke Chokehendel in positie
hapert BEDRIJF brengen 37
af en toe - Bougiekabel zit los Bougiekap op de bougie vastklemmen,
Bougiekabel vastklemmen
-Brandstofleiding verstopt Brandstofleiding schoonmaken,
¬
of slechte brandstof schone brandstof tanken
-Luchttoevoer in de Brandstoftankdop vervangen
brandstoftankdop verstopt
-Water of vuil in het Brandstof aftappen en
brandstofsysteem schone brandstof tanken
-Luchtfilter verontreinigd Luchtfilter schoonmaken of vervangen 44
-Carburateur verkeerd afgesteld Carburateur afstellen
¬
BM
Benzinemotor -Te weinig motorolie Meteen motorolie bijvullen 43
wordt -Ventilatiesysteem functioneert niet Luchtrooster schoonmaken,
te heet koelribben schoonmaken 45
-Luchtfilter is verontreinigd Luchtfilter reinigen 44
-Carburateur is verkeerd afgesteld Carburateur afstellen
¬
BM
Benzinemotor -Ontsteking te krap afgesteld Bougie afstellen BM
haperingen -Stationair toerental Carburateur afstellen
¬
BM
bij hoge niet correct afgesteld
toerentallen
Benzinemotor -Ontsteking te ruim afgesteld, Bougie afstellen of vervangen BM
slaat bij bougie defect
stationair -Carburateur niet correct afgesteld Carburateur afstellen
¬
BM
toerental -Luchtfilter verontreinigd Luchtfilter reinigen 44
vaak af
6
agria Eenassige tractor 3600 55
6. Storingen opsporen en verhelpen
storing mogelijke oorzaak oplossing pagina
Benzinemotor -Regelstangen zijn verontreinigd, Regelstangen schoonmaken 45
loopt klemmen
onregelmatig
Benzinemotor -Motor-stop-leiding defect, Leiding en verbinding controleren, 48
springt in massa ontbreekt massa controleren
stoppositie
niet af
Benzinemotor -Luchtfilter is verontreinigd Luchtfilter reinigen 44
levert te -Cilinderkop los of Cilinderkop aandraaien,
¬
BM
weinig afdichting beschadigd afdichting vervangen
vermogen -Te weinig compressie Motor laten controleren
¬
Koppeling -Koppelingshendel niet Koppelingsspeling afstellen 48
komt niet los correct afgesteld
Koppeling -Koppelingshendel is niet Koppelingsspeling afstellen 48
glijdt correct afgesteld
-Veiligheidsschakeling is niet Veiligheidsschakeling afstellen 48
correct afgesteld
-Koppelingsplaat versleten Koppelingsplaat vervangen
¬
Teveel -Bevestigingsbouten zijn los Bevestigingsbouten natrekken 49
vibratie
¬
= Laat dit uitvoeren door een agria-vakgarage!
BM = Zie motor-handleiding
6
56 agria Eenassige tractor 3600
Elektrisch schema, Smeerschema
66
66
6 A = voor iedere ingebruikname
B = jaarlijks, en na een
schoonmaakbeurt met een
hogedrukrieniger
J = jaarlijks
Smeerschema
7
66
66
6 B; J
1
2
4
6
66
66
6 A; 8 h
66
66
6 (25 h) 50 h
66
66
6 (50 h) 300 h
66
66
6 50 h
5
3
66
66
6A; 50 h
66
66
6 B; J
Elektrisch schema
1 Motor-vliegwiel
2 Bobine-unit
3 Bougie
4 Motor-uit-schakelaar
sw = zwart
agria Eenassige tractor 3600 57
Onderhouds- en inspectietabel
A = voor iedere ingebruikname
B = na iedere reinigingsbeurt
K = controle- en onderhoudswerkzaamheden kunnen door de bestuurder zelf worden uitgevoerd
W = servicewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een vakkundige garage
F = servicewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een agria-vakgarage
* = na 2 jaar
P = posiitie in het smeerschema
BM = zie motor-handleiding
2 8 25 50 100 200 300 400
Veiligheidsschakeling controleren K 48
Motor-uit-schakeling controleren K 48
Speling voor koppeling controleren K 48
Luchtfilter controleren K 44
Koelluchtzeef reinigen K 45
Motoroliepeil controleren, eventueel bijvullen 1 K K 43
Transmissieoliepeil controleren 3 K K 46
Wielschroeven en -moeren natrekken K 46
Schroeven en moeren controleren K 48
Motorolie verversen, eerste keer,
verdere keren
2
2
W
W
43
43
Luchtfilter schuimstofvoorfilter reinigen W W 44
Luchtfilterinzet vervangen,
indien nodig eerder!
W W 44
Aanhangpunt smeren 5 K K 46
Transmissieolie verversen, eerste keer,
verdere keren
4
4
W
W
46
46
Bougie reinigen,
elektrodenafstand afstellen
K BM
Bougie vernieuwen K BM
Rem controleren W W 47
Cilinderkop reinigen
F BM
Carburateur reinigen en afstellen F BM
Klepspeling einstellen F BM
Stuurstang smeren 6 K K 47
Algemene smeerplekken 7 K K 49
Koelribben, geleideplaat, koelluchtzeef reinigen F 45
Brandstofzeef reinigen W BM
Brandstofslangen vernieuwen W* 45
blz.
min.
3mndl. J BAP
Steeds na bedrijfsuren
58 agria Eenassige tractor 3600
Aanduiding van de onderdelen
viertakt-benzinemotor, Robin EH 17 D
Afb. D
2 Carburateur
3 Luchtfilter
4 Choke-hendel
5 Uitlaat met beschermkap
Afb. E
1 Brandstoftank
4 Starter-handgreep
5 Repeteerstarter
6 Koelluchtzeef
8 Motor type aanduiding en motor nr.
9 Motorolieaftapplug
10 Motorolievulschroef met oliepeilstok
11 Brandstofkraan
13 Bougie / bougiekap
agria Eenassige tractor 3600 59
Conformiteitsverklaring
agria-Werke GmbH
Bittelbronner Straße 42
D-74219 Möckmühl
Tel. +49/ (0)6298 /39-0
Fax +49/ (0)6298/39-111
Internet: www.agria.de
Uw agria dealer bij u in de omgeving:
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60

Agria 3600 de handleiding

Type
de handleiding