STIEBEL ELTRON GWS 1 2 Installatie gids

Type
Installatie gids

Deze handleiding is ook geschikt voor

NEDERLANDS
GWS | 31
INHOUD | INSTALLATIE
Veiligheid
INSTALLATIE
1. Veiligheid
Installatie, ingebruikneming, evenals onderhoud en reparatie
van het toestel mogen alleen door een gekwaliceerde instal-
lateur uitgevoerd worden.
1.1 Algemene veiligheidsaanwijzingen
Wij waarborgen de goede werking en de bedrijfsveiligheid
uitsluitend bij gebruik van originele accessoires en vervanging-
sonderdelen voor de apparatuur.
1.2 Overige documenten
Aanwijzing
Lees de bedienings- en installatiehandleidingen van
de componenten die een onderdeel vormen van de
installatie. Volg de instructies.
1.3 Voorschriften, normen en bepalingen
Aanwijzing
Neem alle nationale en regionale voorschriften en
bepalingen in acht.
2. Toestelbeschrijving
Het grondwaterstation is een module met een roestvrijstalen
plaatwarmtewisselaar in een tweeschalige behuizing van iso-
lerend kunststof.
Het grondwaterstation is bestemd voor gebruik van grond-
water als warmtebron en kan op brine|water-warmtepompen
worden aangesloten.
De aansluitingen voor het ontluchtingsventiel en de vul- en
aftapkraan zijn identiek. Het grondwaterstation kan dan ook
met 180 ° worden gedraaid en afhankelijk van de inbouwsitu-
atie links of rechts naast de brine|water-warmtepomp worden
geïnstalleerd.
Het grondwaterstation bestaat uit meerdere componenten die
in de volgende afbeeldingen worden beschreven.
INSTALLATIE
1. Veiligheid ��������������������������������� 31
1.1 Algemene veiligheidsaanwijzingen ������������� 31
1.2 Overige documenten ������������������������ 31
1.3 Voorschriften, normen en bepalingen ����������� 31
2. Toestelbeschrijving ������������������������� 31
2.1 Leveringsomvang ��������������������������� 32
2.2 Accessoires �������������������������������� 32
3. Montage ���������������������������������� 32
3.1 Grondwaterstation monteren ����������������� 33
3.2 Warmtedragercircuit installeren ��������������� 33
3.3 Installatie van de warmtebroninstallatie ��������� 35
3.4 Isolatie ������������������������������������ 35
4. Ingebruikname ���������������������������� 35
5. Overdracht van het toestel ������������������� 36
6. Reiniging, verzorging en onderhoud ���������� 36
6.1 Onderhoud �������������������������������� 36
7. Technische gegevens ����������������������� 37
7.1 Afmetingen en aansluitingen ������������������ 37
7.2 Standaardschakelingen ���������������������� 39
7.3 Ontwerptabel ������������������������������ 43
7.4 Gegevenstabel ����������������������������� 43
GARANTIE
MILIEU EN RECYCLING
32 | GWS
INSTALLATIE
Montage
Grondwaterstation GWS 1
1
2
2
34
6
5
6
26�03�14�0095�
1 Ontluchtingsventiel
2 Koppeling
3 Vul- en aftapkraan
4 Tussenstuk van EPP
5 Warmtewisselaar
6 3-weg-kogelkraan met spoelinrichting
Grondwaterstation GWS 2
1
2
2
3
5
4
5
26�03�14�0096�
1 Ontluchtingsventiel
2 Koppeling
3 Vul- en aftapkraan
4 Warmtewisselaar
5 3-weg-kogelkraan met spoelinrichting
2.1 Leveringsomvang
Bij het grondwaterstation wordt het volgende geleverd:
- 4 stokschroeven met pluggen, onderlegschijven en
moeren.
- 1 ontluchtingsventiel
- 1 vul- en aftapkraan
- 1 aanlegsensor AVF 6
2.2 Accessoires
Omschrijving Bestelnummer
Brinedrukbewaking 221382
3. Montage
Aanwijzing
Het is aan te bevelen het grondwaterstation niet in
vochtige ruimtes te installeren. Vochtige ruimtes zijn
ruimtes die bijv. worden gebruikt voor het wassen of
drogen van wasgoed.
Om het grondwaterstation tegen beschadigingen te bescher-
men dient dit tot aan de opstelruimte in de originele verpak-
king te worden vervoerd.
Monteer het grondwaterstation op een geschikte plaats naast
of boven de warmtepomp.
26�03�14�0097
Zorg ervoor dat de wandconstructie de gewichtskrach-
ten van het grondwaterstation kan dragen voordat u het
grondwaterstation op de wand bevestigt.
NEDERLANDS
GWS | 33
INSTALLATIE
Montage
3.1 Grondwaterstation monteren
26�03�14�0099�
Plaats de montagesjabloon horizontaal op de gewenste
montageplaats. De montagesjabloon bevindt zich op één
van de beugels van de verpakkingsdoos.
Markeer de boorgaten op de wand.
Boor de gaten.
Steek de juiste pluggen in de gaten.
Draai de stokschroeven in de pluggen.
Verwijder de bovenste schaal van de isolatie van het
grondwaterstation.
Steek het grondwaterstation op de stokschroeven en
plaats de meegeleverde onderlegschijven erop. Borg het
grondwaterstation met de bijbehorende moeren.
1
2
26�03�14�0096�
3
3
1 Ontluchtingsventiel
2 Vul- en aftapkraan
3 Hefboom
Monteer het ontluchtingsventiel en de vul- en aftapkraan
in het warmtedragercircuit.
Let erop dat de hefboom van de 3-weg-kogelkranen,
zoals in de afbeelding wordt getoond, in de geopende
stand staat.
3.2 Warmtedragercircuit installeren
Aanwijzing
Lees het hoofdstuk “Warmtebroninstallatie instal-
leren” in de installatiehandleiding van de brine|wa-
ter-warmtepomp en neem de instructies in acht.
Installeer een veiligheidsgroep in het
warmtedragercircuit.
Aanwijzing
Bij enkele brine|water-warmtepompen wordt de vei-
ligheidsgroep meegeleverd.
Aanwijzing
De warmtewisselaar mag uitsluitend worden gebruikt
in de tegenstroom (zie hoofdstuk “Technische gege-
vens/standaardschakelingen”).
Vul het warmtedragercircuit met een etyleenglycol water-
mengsel met ten minste 25 volumeprocent etyleenglycol.
Let op de dichtheid.
Ontlucht het warmtedragercircuit na het vullen!
3.2.1 Warmtebronsensor
Controleer of de warmtebronsensor al is gemonteerd
in de brine|water-warmtepomp. Als dat niet zo is, mon-
teert u de warmtebronsensor op de warmtepompre-
tour op het GWS (zie hoofdstuk “Technische gegevens/
standaardschakelingen”).
Gebruik aanlegsensor AVF 6 als warmtebronsensor voor het
registreren van de warmtedragertemperatuur.
26�03�011431
Maak de buis schoon.
Breng warmtegeleidende pasta aan.
Bevestig de sensor met de klemband.
Sluit de aanlegsensor aan op warmtepompmanager WPM
II op de aansluiting van de warmtebronsensor (WPMWII
klem X2/6 en massa; WPMSII klemmen X12/1 en 2).
34 | GWS
INSTALLATIE
Montage
3.2.2 Instellingen op de warmtepompmanager
!
Beschadiging van het toestel
Bij de warmtepompmanager WPMII moet u eerst
de parameter “QUELLE” (BRON) op ETHYLENGLY-
KOL (ETHYLEENGLYCOL) instellen en daarna de
parameter “QUELLEMIN” (BRON MIN) op 2 °C.
Als de warmtepompmanager in de warmtepomp is ingebou-
wd, dient u de volgende aanwijzing in acht te nemen.
!
Beschadiging van het toestel
Bij de brine|water-warmtepomp met een inge-
bouwde warmtepompmanager moet u parame-
ter “QUELLE” (BRON) instellen op “GWS.
3.2.3 Warmtedragerdrukbewaking DWS
Om bij een lekkage schade aan de warmtepomp te voorko-
men moet u een warmtedragerdrukbewaking installeren, voor
zover deze niet al vooraf op de brine|water-warmtepomp is
geïnstalleerd.
Sluit de warmtedragerdrukbewaking elektrisch aan
volgens het aansluitschema voor elektriciteit in hoofdstuk
Technische gegevens”.
Een geschikte warmtedragerdrukbewaking is als accessoire
verkrijgbaar via de vakhandel of via ons. Zie het hoofdstuk
Accessoires” voor het bestelnummer.
3.2.4 Koppelingen monteren
Voor een eenvoudige koppeling aan de warmtepomp zijn op
de aansluitingen van het warmtedragercircuit koppelingen
gemonteerd.
De koppelingen zijn uitgerust met een arret met roestvri-
jstalen tanden en een O-ring voor de afdichting. Daarnaast
beschikken ze over de functie “Draaien en borgen”. Door de
moer simpelweg met de hand te draaien, wordt de buis in de
koppeling gexeerd en wordt de O-ring voor het afdichten op
de buis geperst.
!
Beschadiging van het toestel
Bij gebruik van kunststofbuizen moeten steunhulzen
gebruikt worden.
Koppeling tot stand brengen
Voordat deze erin wordt gestoken moet de koppeling in de
ontgrendelde stand staan. In deze stand is er een smalle sleuf
aanwezig tussen de moer en het koppellichaam.
26�03�01�0693
1
1 Sleuf tussen moer en koppellichaam.
Kort de buis alleen in met een pijpsnijder.
Steek de ontbraamde buis voorbij de O-ring tot aan de
aanslag in het koppellichaam.
Draai de moer tot aan de aanslag op de behuizing vast.
Hierdoor wordt de O-ring op de buis geperst en is de kop-
peling geborgd.
26�03�01�0693
Buis-Ø 28 mm
Insteekdiepte A 44 mm
Koppeling losmaken
26�03�01�0693
Draai de moer los tot een kleine sleuf ontstaat.
Duw het arret met de vingers terug en houd het vast. Het
is nu mogelijk de ingestoken buis eruit te trekken.
NEDERLANDS
GWS | 35
INSTALLATIE
Ingebruikname
3.3 Installatie van de warmtebroninstallatie
Plaats de warmtebroncirculatiepomp (putpomp) van de
warmtebroninstallatie overeenkomstig de specieke situatie
van de installatie (zie het hoofdstuk “Technische gegevens/
ontwerptabel”).
!
Beschadiging van het toestel
Het grondwatertemperatuurverschil tussen de warm-
tebronaanvoer en de -retour moet ≤ 3 K zijn.
Aanwijzing
De warmtewisselaar mag uitsluitend worden gebruikt
in de tegenstroom (zie hoofdstuk “Technische gege-
vens/standaardschakelingen”).
Installeer een terugslagklep boven de
broncirculatiepomp.
Vul de warmtebroninstallatie. Let daarbij op de dichtheid.
Vereiste waterkwaliteit
De meest voorkomende problemen bij het gebruik van grond-
water als warmtebron zijn:
- erosie aan de warmtewisselaar en aan
watertoevoerleidingen.
- Corrosie van de warmtewisselaar.
- Dichtslibben of verstopt raken van de warmtewisselaar en
de toevoerleidingen.
- Dichtslaan van de retourput.
Om dergelijke problemen te vermijden moet de kwaliteit van
het als warmtebron gebruikte grondwater voldoen aan be-
paalde vereisten:
- er mogen geen afzetbare stoen in het water zitten.
- Gebruik geen oppervlaktewater of zouthoudend water.
- Het gehalte aan ijzer en mangaan moet lager zijn dan 0,5
mg/l.
In gemotiveerde speciale gevallen, bijv. put in de buurt van
zoutwinningsgebieden of regio’s met intensieve veeteelt,
moet ook rekening worden gehouden met de volgende stof-
fen in het water:
- Chloride < 300 mg/l
- Chloor < 0,5 mg/l
Als één van de vermelde grenswaarden wordt overschreden,
dan is het gebruik van het grondwaterstation niet toegestaan.
Om het verstopt raken van de warmtewisselaar door mee-
gevoerde vaste stoen (zand, jn slib) te voorkomen, moet u
op de warmtebronaanvoer op locatie een geschikte vuillter
installeren met een maasbreedte van 0,6mm. Een geschikte
vuillter is als vervangingsonderdeel verkrijgbaar via de vak-
handel of via ons. Als er een verhoogd gehalte aan vaste stof-
fen wordt meegevoerd in het grondwater, moet u bovendien
een geschikte voorlter en bezinkingsbassins installeren.
Ontlucht de warmtebroninstallatie na het vullen!
Stel het warmtebrondebiet zo in dat het warmtedragerdebiet
van de brine|water-warmtepomp altijd voldoet aan de vereiste
waarden.
Aanwijzing
Lees hiervoor de bedienings- en installatiehandleiding
van de brine|water-warmtepomp en de graeken in
hoofdstuk “Technische gegevens” en volg de aanwi-
jzingen op.
3.4 Isolatie
Om condenswater en daardoor schade aan de warmtebronins-
tallatie en het warmtedragercircuit te vermijden moet deze
diusiedicht worden geïsoleerd.
Isoleer ook de vul- en aftapkraan, het ontluchtingsventiel
en de warmtedragerdrukbewaking.
26�03�14�0101
Monteer de isolatieslangen in overeenstemming met bo-
venstaande afbeelding.
1
3
2
26�03�14�0098�
1 Onderste schaal
2 Bovenste schaal
3 Klemmen
Plaats de bovenste schaal op het grondwaterstation na dit
te hebben geïsoleerd.
Bevestig de bovenste schaal op de onderste schaal met de
meegeleverde klemmen.
4. Ingebruikname
Zet de hefboom van de 3-weg-kogelkranen in de
debietstand.
Controleer de installatiedruk in het warmtedragercircuit.
De installatiedruk moet ten minste 0,1 MPa overdruk zijn.
Controleer met de parameter “Relaistest” op de
warmtepompmanager de werking van de put- en
warmtedragercircuitpomp.
36 | GWS
INSTALLATIE
Overdracht van het toestel
Lees de warmtebrontemperatuur af op de warmtepomp-
manager bij de parameter “Info temperaturen” en contro-
leer of deze waarde aannemelijk is.
Controleer de instellingen “QUELLE-MIN” (minima-
le brontemperatuur) en “QUELLE” (BRON) op de
warmtepompmanager.
Stel de brine|water-warmtepomp in werking.
Het temperatuurverschil op het GWS tussen de warmtebro-
ningang en de warmtebronuitgang mag maximaal 3K zijn.
Temperatuurverschil ∆ϕ1 in het warmtebroncircuit moet gro-
ter zijn dan temperatuurverschil ∆ϕ2 in het warmtedrager-
circuit.
Voorbeelden:
7 °C
4 °C
4 °C
2 °C
Δϕ1
Δϕ2
26�03�14�0121�
10 °C
7 °C
7 °C
5 °C
Δϕ1
Δϕ2
26�03�14�0121�
Aanwijzing
Het is slechts toegestaan het grondwaterstation in
werking te stellen, wanneer aan warmtebronzijde
voldoende debiet beschikbaar is.
Houd hiervoor ook rekening met de graek Drukverlies debiet
in het hoofdstuk “Technische gegevens”.
Controleer of de hydraulische aansluiting op de juiste ma-
nier is uitgevoerd.
5. Overdracht van het toestel
Maak de gebruiker vertrouwd met het toestel en overhandig
hem deze handleiding, die zorgvuldig moet worden bewaard.
6. Reiniging, verzorging en
onderhoud
Voor de verzorging van de behuizing volstaat een vochtige
doek. Gebruik nooit schurende reinigingsmiddelen of reini-
gingsmiddelen met oplosmiddelen!
6.1 Onderhoud
Aanwijzing
Schakel bij onderhoudswerkzaamheden de warmte-
pomp uit.
De warmtewisselaar van het grondwaterstation moet naar be-
hoefte aan bronzijde worden gespoeld. Ga daarvoor als volgt
te werk:
Verwijder de bovenste schaal van de isolatie van het
grondwaterstation.
Voor het openen van de warmtewisselaar doet u het volgende:
1
3
2
1
3
2
26�03�14�0100�
1 Schroefdop
2 3-weg-kogelkraan met spoelinrichting
3 Hefboom
Verwijder de schroefdoppen van de aansluitstompen
Sluit de spoeleenheid aan.
Draai de hefboom van de 3-weg-kogelkraan met 90° naar
voren.
Spoel de warmtewisselaar met een mierenzuur-water-
mengsel met 5 volumeprocent mierenzuur.
Spoel de warmtewisselaar vervolgens met schoon water.
Gebruik hiervoor de 15-voudige hoeveelheid van de in-
houd aan warmtebronzijde.
Draai de hefboom van de 3-weg-kogelkraan weer met 9
naar rechts in de debietrichting.
Verwijder de spoeleenheid.
Sluit de aansluitstompen opnieuw met de schroefdoppen.
Plaats de bovenste schaal weer op het grondwaterstation.
Bevestig de bovenste schaal op de onderste schaal met de
meegeleverde klemmen.
Controleer de isolatie op diusiedichtheid.
NEDERLANDS
GWS | 37
INSTALLATIE
Technische gegevens
7. Technische gegevens
7.1 Afmetingen en aansluitingen
Warmtewisselaar met warmtebroningang links
630
644
188
442
73
110
534
82
548
68
82
548
68
145
145
68
225
d47
d46
f01
f02
d02
d01
D0000017273.ai
d01 Warmtepomp aanvoer
d02 Warmtepomp retour
d46 Ontluchting
d47 Aftappen
f01 Warmtebroningang
f02 Warmtebronuitgang
38 | GWS
INSTALLATIE
Technische gegevens
Warmtewisselaar met warmtebroningang rechts
630
644
188
442
73
110
534
82
548
68
82
548
68
145
145
68
225
d47
d46
f01
f02
d02
d01
D0000017274.ai
d01 Warmtepomp aanvoer
d02 Warmtepomp retour
d46 Ontluchting
d47 Aftappen
f01 Warmtebroningang
f02 Warmtebronuitgang
7.1.1 Graek Drukverlies debiet
De drukverliescurven in de graeken gelden op basis van klei-
ne afwijkingen zowel voor de warmtebronzijde als de warm-
tedragerzijde (ethyleenglycol watermengsel met 25 volume-
procent ethyleenglycol).
GWS 1
0 1 2 3 4
0
100
200
300
400
500
84�03�14�0008�
X Debiet [m³/u]
Y Drukverlies [hPa]
GWS 2
0 1 2 3 4 5 6 7
0
100
200
300
400
500
600
84�03�14�0009�
X Debiet [m³/u]
Y Drukverlies [hPa]
NEDERLANDS
GWS | 39
INSTALLATIE
Technische gegevens
7.2 Standaardschakelingen
Warmtepomp WPF M met vloerverwarming
WM1-0-1-0-0-0-1
1 Warmtepomp
2a Buitentemperatuursensor
2g Warmtebronsensor
3 Warmtedragercircuitpomp
3a Verwarmingscircuitpomp
3.1 Putpomp
5 Veiligheidsklep
6 Expansievat
8 Drukslang (schokbreker)
10 Vul- en aftapkraan
31 Overstortklep
36 Beschermingstemperatuursensor voor vloerverwarming
39 Vuillter
40 | GWS
INSTALLATIE
Technische gegevens
Elektrisch schakelschema voor warmtepomp WPF M met vloerverwarming
E-WM1-0-1-0-0-0-1
NEDERLANDS
GWS | 41
INSTALLATIE
Technische gegevens
Warmtepomp WPF E met vloerverwarming
WE1-0-1-0-0-0-1
2 Warmtepompmanager
2a Buitentemperatuursensor
3 Warmtedragercircuitpomp
3a Verwarmingscircuitpomp
3.1 Putpomp
5 Veiligheidsklep
6 Expansievat
8 Drukslang (schokbreker)
10 Vul- en aftapkraan
22 Omschakelventiel
23 Elektrische nood-/hulpverwarming.
31 Overstortklep
36 Beschermingstemperatuursensor voor vloerverwarming
39 Vuillter
42 | GWS
INSTALLATIE
Technische gegevens
Elektrisch schakelschema voor warmtepomp WPF E met vloerverwarming
E-WE1-0-1-0-0-0-1
NEDERLANDS
GWS | 43
INSTALLATIE | GARANTIE | MILIEU EN RECYCLING
Technische gegevens
7.3 Ontwerptabel
Warmtepomptype Ontwerpgegevens warmtewisselaar Grondwaterstation GWS Circulatiepomp
Temperatuur °C Debiet m³/u Koelvermogen kW* Δp [hPa]
Warmte-
broncircuit
Warmtedra-
gercircuit
Warmte-
broncircuit
Warmtedra-
gercircuit
Warmte-
broncircuit
Warmtedra-
gercircuit
TYPE Warmtedrager-
circuit
WPF 5 10 > 7 5 < 7 1,7 2,5 5,8 124 280 GWS 1 Geïntegreerd
WPF 7 10 > 7 5 < 7 2,1 3,1 7, 2 192 431 GWS 1 Geïntegreerd
WPF 10 10 > 7 5 < 7 2,9 4,3 10,0 370 832 GWS 1 Geïntegreerd
WPF 13 10 > 7 5 < 7 3,6 5,4 12,5 193 433 GWS 2 Geïntegreerd
WPF 16 10 > 7 5 < 7 4,6 6,9 16,1 319 719 GWS 2 Geïntegreerd
WPW 7 E SET 10 > 7 5 < 7 1,7 2,5 5,8 124 280 GWS 1 Geïntegreerd
WPW 10 E SET 10 > 7 5 < 7 2,1 3,1 7,2 192 431 GWS 1 Geïntegreerd
WPW 13 E SET 10 > 7 5 < 7 2,9 4,3 10,0 370 832 GWS 1 Geïntegreerd
WPW 18 E SET 10 > 7 5 < 7 3,6 5,4 12,5 193 433 GWS 2 Geïntegreerd
WPW 22 E SET 10 > 7 5 < 7 4,6 6,9 16,1 319 719 GWS 2 Geïntegreerd
WPF 5 basic 10 > 7 5 < 7 1,6 2,4 5,6 116 261 GWS 1 UP30/1-8E
WPF 7 basic 10 > 7 5 < 7 2,2 3,3 7,6 214 480 GWS 1 UP30/1-8E
WPF 10 basic 10 > 7 5 < 7 2,8 4,1 9,6 341 767 GWS 1 UP30/1-8E
WPF 13 basic 10 > 7 5 < 7 3,7 5,5 12,9 205 461 GWS 2 UPF40/1-8E
WPF 16 basic 10 > 7 5 < 7 4,5 6,8 15,8 308 692 GWS 2 UPF40/1-8E
WPW 7 basic SET 10 > 7 5 < 7 1,6 2,4 5,6 116 261 GWS 1 UP30/1-8E
WPW 10 basic SET 10 > 7 5 < 7 2,2 3,3 7,6 214 480 GWS 1 UP30/1-8E
WPW 13 basic SET 10 > 7 5 < 7 2,8 4,1 9,6 341 767 GWS 1 UP30/1-8E
WPW 18 basic SET 10 > 7 5 < 7 3,7 5,5 12,9 205 461 GWS 2 UPF40/1-8E
WPW 22 basic SET 10 > 7 5 < 7 4,5 6,8 15,8 308 692 GWS 2 UPF40/1-8E
WPF 10 M 10 > 7 5 < 7 2,8 4,1 9,6 341 767 GWS 1 UP30/1-8E
WPF 13 M 10 > 7 5 < 7 3,7 5,5 12,9 205 461 GWS 2 UPF40/1-8E
WPF 16 M 10 > 7 5 < 7 4,7 7,1 16,5 335 755 GWS 2 UPF40/1-8E
WPF 20 10 > 7 5 < 7 6,2 9,2 21,5 570 1282 GWS 2 UPF40/1-8E
WPF 20 SET 10 > 7 5 < 7 5,5 8,3 19,2 454 1022 GWS 2 UPF40/1-8E
* bij B+7/W+35
7.4 Gegevenstabel
GWS 1 GWS 2
230659 230660
Werkingsgebied
Werkingsgebied warmtebron max. °C 20 20
Werkingsgebied warmtebron min. °C 7 7
Max. toegelaten druk MPa 0,3 0,3
Afmetingen
Hoogte mm 630 630
Breedte mm 640 640
Diepte mm 230 230
Gewichten
Gewicht kg 20,5 26,5
Aansluitingen
Aansluiting warmtebronzijde G 1 1/4 G 1 1/4
Aansluiting warmtepomp 28 mm 28 mm
GARANTIE
MILIEU EN RECYCLING
Garantie
Voor toestellen die buiten Duitsland zijn gekocht, gelden de
garantievoorwaarden van onze Duitse ondernemingen niet.
Bovendien kan in landen waar één van onze dochtermaat-
schappijen verantwoordelijk is voor de verkoop van onze
producten, alleen garantie worden verleend door deze doch-
termaatschappij. Een dergelijk garantie wordt alleen verstrekt,
wanneer de dochtermaatschappij eigen garantievoorwaarden
heeft gepubliceerd. In andere situaties wordt er geen garantie
verleend.
Voor toestellen die in landen worden gekocht waar wij geen
dochtermaatschappijen hebben die onze producten verkopen,
verlenen wij geen garantie. Een eventueel door de importeur
verzekerde garantie blijft onverminderd van kracht.
Milieu en recycling
Wij verzoeken u ons te helpen ons milieu te beschermen. Doe
de materialen na het gebruik weg overeenkomstig de natio-
nale voorschriften.
STIEBEL ELTRON GmbH & Co. KG
Dr.-Stiebel-Str. 33 | 37603 Holzminden
Tel. 05531 702-0 | Fax 05531 702-480
www.stiebel-eltron.de
Irrtum und technische Änderungen vorbehalten! | Subject to errors and technical changes! | Sous réserve d‘erreurs et de modifications techniques! | Onder voorbehoud
van vergissingen en technische wijzigingen! | Salvo error o modificación técnica! | Rätt till misstag och tekniska ändringar förbehålls! | Excepto erro ou alteração técnica |
Zastrzeżone zmiany techniczne i ewentualne błędy | Omyly a technické změny jsou vyhrazeny! | A muszaki változtatások és tévedések jogát fenntartjuk! | Отсутствие ошибок
не гарантируется. Возможны технические изменения. | Chyby a technické zmeny sú vyhradené! Stand 8843
tecalor GmbH
Fürstenberger Str. 77 | 37603 Holzminden
Tel. 05531 99068-700 | Fax 05531 99068-712
info@tecalor.de
www.tecalor.de
A 291049-38731-9050
4<AMHCMN=jbaeji>

Documenttranscriptie

INHOUD | INSTALLATIE Veiligheid 1. 1.1 1.2 1.3 Veiligheid��������������������������������� Algemene veiligheidsaanwijzingen������������� Overige documenten������������������������ Voorschriften, normen en bepalingen����������� 2. 2.1 2.2 Toestelbeschrijving������������������������� 31 Leveringsomvang��������������������������� 32 Accessoires�������������������������������� 32 3. 3.1 3.2 3.3 3.4 Montage���������������������������������� Grondwaterstation monteren����������������� Warmtedragercircuit installeren��������������� Installatie van de warmtebroninstallatie��������� Isolatie������������������������������������ 4. Ingebruikname���������������������������� 35 5. Overdracht van het toestel������������������� 36 6. 6.1 Reiniging, verzorging en onderhoud���������� 36 Onderhoud�������������������������������� 36 7. 7.1 7.2 7.3 7.4 Technische gegevens����������������������� Afmetingen en aansluitingen������������������ Standaardschakelingen���������������������� Ontwerptabel������������������������������ Gegevenstabel����������������������������� GARANTIE MILIEU EN RECYCLING 31 31 31 31 32 33 33 35 35 37 37 39 43 43 INSTALLATIE 1. Veiligheid Installatie, ingebruikneming, evenals onderhoud en reparatie van het toestel mogen alleen door een gekwalificeerde installateur uitgevoerd worden. 1.1 Algemene veiligheidsaanwijzingen Wij waarborgen de goede werking en de bedrijfsveiligheid uitsluitend bij gebruik van originele accessoires en vervangingsonderdelen voor de apparatuur. 1.2 Overige documenten Aanwijzing Lees de bedienings- en installatiehandleidingen van de componenten die een onderdeel vormen van de installatie. Volg de instructies. 1.3 Voorschriften, normen en bepalingen Aanwijzing Neem alle nationale en regionale voorschriften en bepalingen in acht. 2. Toestelbeschrijving Het grondwaterstation is een module met een roestvrijstalen plaatwarmtewisselaar in een tweeschalige behuizing van isolerend kunststof. Het grondwaterstation is bestemd voor gebruik van grondwater als warmtebron en kan op brine|water-warmtepompen worden aangesloten. De aansluitingen voor het ontluchtingsventiel en de vul- en aftapkraan zijn identiek. Het grondwaterstation kan dan ook met 180 ° worden gedraaid en afhankelijk van de inbouwsituatie links of rechts naast de brine|water-warmtepomp worden geïnstalleerd. Het grondwaterstation bestaat uit meerdere componenten die in de volgende afbeeldingen worden beschreven. GWS | 31 NEDERLANDS INSTALLATIE INSTALLATIE Montage 2.1 Grondwaterstation GWS 1 6 Leveringsomvang Bij het grondwaterstation wordt het volgende geleverd: -- 4 stokschroeven met pluggen, onderlegschijven en moeren. -- 1 ontluchtingsventiel -- 1 vul- en aftapkraan -- 1 aanlegsensor AVF 6 1 2 2.2 Accessoires Omschrijving Brinedrukbewaking Bestelnummer 221382 3. Montage 6 1 2 3 4 5 6 5 4 26_03_14_0095_ 2 3 Aanwijzing Het is aan te bevelen het grondwaterstation niet in vochtige ruimtes te installeren. Vochtige ruimtes zijn ruimtes die bijv. worden gebruikt voor het wassen of drogen van wasgoed. Om het grondwaterstation tegen beschadigingen te beschermen dient dit tot aan de opstelruimte in de originele verpakking te worden vervoerd. Ontluchtingsventiel Koppeling Vul- en aftapkraan Tussenstuk van EPP Warmtewisselaar 3-weg-kogelkraan met spoelinrichting Monteer het grondwaterstation op een geschikte plaats naast of boven de warmtepomp. Grondwaterstation GWS 2 5 1 26_03_14_0097_ 2 ff Zorg ervoor dat de wandconstructie de gewichtskrachten van het grondwaterstation kan dragen voordat u het grondwaterstation op de wand bevestigt. 5 1 2 3 4 5 4 3 26_03_14_0096_ 2 Ontluchtingsventiel Koppeling Vul- en aftapkraan Warmtewisselaar 3-weg-kogelkraan met spoelinrichting 32 | GWS INSTALLATIE Montage 3.1 Grondwaterstation monteren 3.2 Warmtedragercircuit installeren Aanwijzing Lees het hoofdstuk “Warmtebroninstallatie installeren” in de installatiehandleiding van de brine|water-warmtepomp en neem de instructies in acht. 26_03_14_0099_ Aanwijzing Bij enkele brine|water-warmtepompen wordt de veiligheidsgroep meegeleverd. ff Plaats de montagesjabloon horizontaal op de gewenste montageplaats. De montagesjabloon bevindt zich op één van de beugels van de verpakkingsdoos. ff Markeer de boorgaten op de wand. ff Boor de gaten. ff Steek de juiste pluggen in de gaten. ff Draai de stokschroeven in de pluggen. ff Verwijder de bovenste schaal van de isolatie van het grondwaterstation. ff Steek het grondwaterstation op de stokschroeven en plaats de meegeleverde onderlegschijven erop. Borg het grondwaterstation met de bijbehorende moeren. 3 ff Vul het warmtedragercircuit met een etyleenglycol watermengsel met ten minste 25 volumeprocent etyleenglycol. Let op de dichtheid. ff Ontlucht het warmtedragercircuit na het vullen! 3.2.1 Warmtebronsensor ff Controleer of de warmtebronsensor al is gemonteerd in de brine|water-warmtepomp. Als dat niet zo is, monteert u de warmtebronsensor op de warmtepompretour op het GWS (zie hoofdstuk “Technische gegevens/ standaardschakelingen”). Gebruik aanlegsensor AVF 6 als warmtebronsensor voor het registreren van de warmtedragertemperatuur. 3 2 26_03_14_0096_ 26_03_01_1431 1 Aanwijzing De warmtewisselaar mag uitsluitend worden gebruikt in de tegenstroom (zie hoofdstuk “Technische gegevens/standaardschakelingen”). ff Maak de buis schoon. ff Breng warmtegeleidende pasta aan. ff Bevestig de sensor met de klemband. ff Sluit de aanlegsensor aan op warmtepompmanager WPM II op de aansluiting van de warmtebronsensor (WPMW II klem X2/6 en massa; WPMS II klemmen X12/1 en 2). 1 Ontluchtingsventiel 2 Vul- en aftapkraan 3 Hefboom ff Monteer het ontluchtingsventiel en de vul- en aftapkraan in het warmtedragercircuit. ff Let erop dat de hefboom van de 3-weg-kogelkranen, zoals in de afbeelding wordt getoond, in de geopende stand staat. GWS | 33 NEDERLANDS ff Installeer een veiligheidsgroep in het warmtedragercircuit. INSTALLATIE Montage ! Beschadiging van het toestel ff Bij de warmtepompmanager WPM II moet u eerst de parameter “QUELLE” (BRON) op ETHYLENGLYKOL (ETHYLEENGLYCOL) instellen en daarna de parameter “QUELLE MIN” (BRON MIN) op 2 °C. Koppeling tot stand brengen Voordat deze erin wordt gestoken moet de koppeling in de ontgrendelde stand staan. In deze stand is er een smalle sleuf aanwezig tussen de moer en het koppellichaam. 1 26_03_01_0693 3.2.2 Instellingen op de warmtepompmanager Als de warmtepompmanager in de warmtepomp is ingebouwd, dient u de volgende aanwijzing in acht te nemen. ! Beschadiging van het toestel ff Bij de brine|water-warmtepomp met een ingebouwde warmtepompmanager moet u parameter “QUELLE” (BRON) instellen op “GWS”. 3.2.3 Warmtedragerdrukbewaking DWS Om bij een lekkage schade aan de warmtepomp te voorkomen moet u een warmtedragerdrukbewaking installeren, voor zover deze niet al vooraf op de brine|water-warmtepomp is geïnstalleerd. ff Sluit de warmtedragerdrukbewaking elektrisch aan volgens het aansluitschema voor elektriciteit in hoofdstuk “Technische gegevens”. 1 Sleuf tussen moer en koppellichaam. ff Kort de buis alleen in met een pijpsnijder. ff Steek de ontbraamde buis voorbij de O-ring tot aan de aanslag in het koppellichaam. ff Draai de moer tot aan de aanslag op de behuizing vast. Hierdoor wordt de O-ring op de buis geperst en is de koppeling geborgd. 26_03_01_0693 Een geschikte warmtedragerdrukbewaking is als accessoire verkrijgbaar via de vakhandel of via ons. Zie het hoofdstuk “Accessoires” voor het bestelnummer. 3.2.4 Koppelingen monteren De koppelingen zijn uitgerust met een arret met roestvrijstalen tanden en een O-ring voor de afdichting. Daarnaast beschikken ze over de functie “Draaien en borgen”. Door de moer simpelweg met de hand te draaien, wordt de buis in de koppeling gefixeerd en wordt de O-ring voor het afdichten op de buis geperst. ! Beschadiging van het toestel Bij gebruik van kunststofbuizen moeten steunhulzen gebruikt worden. Buis-Ø Insteekdiepte A 28 mm 44 mm Koppeling losmaken 26_03_01_0693 Voor een eenvoudige koppeling aan de warmtepomp zijn op de aansluitingen van het warmtedragercircuit koppelingen gemonteerd. ff Draai de moer los tot een kleine sleuf ontstaat. ff Duw het arret met de vingers terug en houd het vast. Het is nu mogelijk de ingestoken buis eruit te trekken. 34 | GWS INSTALLATIE Ingebruikname Plaats de warmtebroncirculatiepomp (putpomp) van de warmtebroninstallatie overeenkomstig de specifieke situatie van de installatie (zie het hoofdstuk “Technische gegevens/ ontwerptabel”). ! Beschadiging van het toestel Het grondwatertemperatuurverschil tussen de warmtebronaanvoer en de -retour moet ≤ 3 K zijn. Aanwijzing De warmtewisselaar mag uitsluitend worden gebruikt in de tegenstroom (zie hoofdstuk “Technische gegevens/standaardschakelingen”). Aanwijzing Lees hiervoor de bedienings- en installatiehandleiding van de brine|water-warmtepomp en de grafieken in hoofdstuk “Technische gegevens” en volg de aanwijzingen op. 3.4 Isolatie Om condenswater en daardoor schade aan de warmtebroninstallatie en het warmtedragercircuit te vermijden moet deze diffusiedicht worden geïsoleerd. ff Isoleer ook de vul- en aftapkraan, het ontluchtingsventiel en de warmtedragerdrukbewaking. ff Installeer een terugslagklep boven de broncirculatiepomp. ff Vul de warmtebroninstallatie. Let daarbij op de dichtheid. Om dergelijke problemen te vermijden moet de kwaliteit van het als warmtebron gebruikte grondwater voldoen aan bepaalde vereisten: -- er mogen geen afzetbare stoffen in het water zitten. -- Gebruik geen oppervlaktewater of zouthoudend water. -- Het gehalte aan ijzer en mangaan moet lager zijn dan 0,5 mg/l. In gemotiveerde speciale gevallen, bijv. put in de buurt van zoutwinningsgebieden of regio’s met intensieve veeteelt, moet ook rekening worden gehouden met de volgende stoffen in het water: -- Chloride < 300 mg/l -- Chloor < 0,5 mg/l Als één van de vermelde grenswaarden wordt overschreden, dan is het gebruik van het grondwaterstation niet toegestaan. Om het verstopt raken van de warmtewisselaar door meegevoerde vaste stoffen (zand, fijn slib) te voorkomen, moet u op de warmtebronaanvoer op locatie een geschikte vuilfilter installeren met een maasbreedte van 0,6 mm. Een geschikte vuilfilter is als vervangingsonderdeel verkrijgbaar via de vakhandel of via ons. Als er een verhoogd gehalte aan vaste stoffen wordt meegevoerd in het grondwater, moet u bovendien een geschikte voorfilter en bezinkingsbassins installeren. ff Ontlucht de warmtebroninstallatie na het vullen! Stel het warmtebrondebiet zo in dat het warmtedragerdebiet van de brine|water-warmtepomp altijd voldoet aan de vereiste waarden. GWS ff Monteer de isolatieslangen in overeenstemming met bovenstaande afbeelding. 3 1 2 26_03_14_0098_ De meest voorkomende problemen bij het gebruik van grondwater als warmtebron zijn: -- erosie aan de warmtewisselaar en aan watertoevoerleidingen. -- Corrosie van de warmtewisselaar. -- Dichtslibben of verstopt raken van de warmtewisselaar en de toevoerleidingen. -- Dichtslaan van de retourput. 26_03_14_0101_ Vereiste waterkwaliteit 1 Onderste schaal 2 Bovenste schaal 3 Klemmen ff Plaats de bovenste schaal op het grondwaterstation na dit te hebben geïsoleerd. ff Bevestig de bovenste schaal op de onderste schaal met de meegeleverde klemmen. 4. Ingebruikname ff Zet de hefboom van de 3-weg-kogelkranen in de debietstand. ff Controleer de installatiedruk in het warmtedragercircuit. De installatiedruk moet ten minste 0,1 MPa overdruk zijn. ff Controleer met de parameter “Relaistest” op de warmtepompmanager de werking van de put- en warmtedragercircuitpomp. | 35 NEDERLANDS 3.3 Installatie van de warmtebroninstallatie INSTALLATIE Overdracht van het toestel ff Lees de warmtebrontemperatuur af op de warmtepompmanager bij de parameter “Info temperaturen” en controleer of deze waarde aannemelijk is. ff Controleer de instellingen “QUELLE-MIN” (minimale brontemperatuur) en “QUELLE” (BRON) op de warmtepompmanager. ff Stel de brine|water-warmtepomp in werking. Het temperatuurverschil op het GWS tussen de warmtebroningang en de warmtebronuitgang mag maximaal 3 K zijn. Temperatuurverschil ∆ϕ 1 in het warmtebroncircuit moet groter zijn dan temperatuurverschil ∆ϕ 2 in het warmtedragercircuit. Onderhoud Aanwijzing Schakel bij onderhoudswerkzaamheden de warmtepomp uit. De warmtewisselaar van het grondwaterstation moet naar behoefte aan bronzijde worden gespoeld. Ga daarvoor als volgt te werk: ff Verwijder de bovenste schaal van de isolatie van het grondwaterstation. Voor het openen van de warmtewisselaar doet u het volgende: 1 2 Voorbeelden: 7 °C 6.1 3 4 °C 4 °C 2 °C 10 °C 7 °C 26_03_14_0121_ Δϕ2 Δϕ1 5 °C Aanwijzing Het is slechts toegestaan het grondwaterstation in werking te stellen, wanneer aan warmtebronzijde voldoende debiet beschikbaar is. Houd hiervoor ook rekening met de grafiek Drukverlies debiet in het hoofdstuk “Technische gegevens”. ff Controleer of de hydraulische aansluiting op de juiste manier is uitgevoerd. 5. Overdracht van het toestel Maak de gebruiker vertrouwd met het toestel en overhandig hem deze handleiding, die zorgvuldig moet worden bewaard. 6. Reiniging, verzorging en onderhoud Voor de verzorging van de behuizing volstaat een vochtige doek. Gebruik nooit schurende reinigingsmiddelen of reinigingsmiddelen met oplosmiddelen! 1 2 3 26_03_14_0100_ 7 °C 26_03_14_0121_ Δϕ2 Δϕ1 1 Schroefdop 2 3-weg-kogelkraan met spoelinrichting 3 Hefboom ff Verwijder de schroefdoppen van de aansluitstompen ff Sluit de spoeleenheid aan. ff Draai de hefboom van de 3-weg-kogelkraan met 90° naar voren. ff Spoel de warmtewisselaar met een mierenzuur-watermengsel met 5 volumeprocent mierenzuur. ff Spoel de warmtewisselaar vervolgens met schoon water. Gebruik hiervoor de 15-voudige hoeveelheid van de inhoud aan warmtebronzijde. ff Draai de hefboom van de 3-weg-kogelkraan weer met 90° naar rechts in de debietrichting. ff Verwijder de spoeleenheid. ff Sluit de aansluitstompen opnieuw met de schroefdoppen. ff Plaats de bovenste schaal weer op het grondwaterstation. ff Bevestig de bovenste schaal op de onderste schaal met de meegeleverde klemmen. ff Controleer de isolatie op diffusiedichtheid. 36 | GWS INSTALLATIE Technische gegevens 7. Technische gegevens 7.1 Afmetingen en aansluitingen Warmtewisselaar met warmtebroningang links NEDERLANDS 68 d47 145 534 f01 225 68 110 D0000017273.ai 73 644 d46 145 GWS f02 188 82 d02 68 d01 d02 d46 d47 f01 f02 442 548 82 548 630 d01 Warmtepomp aanvoer Warmtepomp retour Ontluchting Aftappen Warmtebroningang Warmtebronuitgang | 37 INSTALLATIE Technische gegevens Warmtewisselaar met warmtebroningang rechts 68 d47 145 534 f01 442 548 d02 82 f02 73 644 188 82 548 630 d01 110 68 68 225 D0000017274.ai d46 145 d01 d02 d46 d47 f01 f02 Warmtepomp aanvoer Warmtepomp retour Ontluchting Aftappen Warmtebroningang Warmtebronuitgang GWS 2 7.1.1 Grafiek Drukverlies debiet De drukverliescurven in de grafieken gelden op basis van kleine afwijkingen zowel voor de warmtebronzijde als de warmtedragerzijde (ethyleenglycol watermengsel met 25 volumeprocent ethyleenglycol). 600 500 400 GWS 1 300 500 400 100 300 0 100 0 X Y 0 1 2 3 4 84_03_14_0008_ 200 X Y 0 1 2 3 4 5 6 7 84_03_14_0009_ 200 Debiet [m³/u] Drukverlies [hPa] Debiet [m³/u] Drukverlies [hPa] 38 | GWS INSTALLATIE Technische gegevens 7.2 Standaardschakelingen WM1-0-1-0-0-0-1 NEDERLANDS Warmtepomp WPF M met vloerverwarming 1 2a 2g 3 3a 3.1 5 6 8 10 31 36 39 GWS Warmtepomp Buitentemperatuursensor Warmtebronsensor Warmtedragercircuitpomp Verwarmingscircuitpomp Putpomp Veiligheidsklep Expansievat Drukslang (schokbreker) Vul- en aftapkraan Overstortklep Beschermingstemperatuursensor voor vloerverwarming Vuilfilter | 39 INSTALLATIE Technische gegevens E-WM1-0-1-0-0-0-1 Elektrisch schakelschema voor warmtepomp WPF M met vloerverwarming 40 | GWS INSTALLATIE Technische gegevens WE1-0-1-0-0-0-1 NEDERLANDS Warmtepomp WPF E met vloerverwarming 2 2a 3 3a 3.1 5 6 8 10 22 23 31 36 39 GWS Warmtepompmanager Buitentemperatuursensor Warmtedragercircuitpomp Verwarmingscircuitpomp Putpomp Veiligheidsklep Expansievat Drukslang (schokbreker) Vul- en aftapkraan Omschakelventiel Elektrische nood-/hulpverwarming. Overstortklep Beschermingstemperatuursensor voor vloerverwarming Vuilfilter | 41 INSTALLATIE Technische gegevens E-WE1-0-1-0-0-0-1 Elektrisch schakelschema voor warmtepomp WPF E met vloerverwarming 42 | GWS INSTALLATIE | GARANTIE | MILIEU EN RECYCLING Technische gegevens Ontwerptabel Warmtepomptype WPF 5 WPF 7 WPF 10 WPF 13 WPF 16 WPW 7 E SET WPW 10 E SET WPW 13 E SET WPW 18 E SET WPW 22 E SET WPF 5 basic WPF 7 basic WPF 10 basic WPF 13 basic WPF 16 basic WPW 7 basic SET WPW 10 basic SET WPW 13 basic SET WPW 18 basic SET WPW 22 basic SET WPF 10 M WPF 13 M WPF 16 M WPF 20 WPF 20 SET Ontwerpgegevens warmtewisselaar Temperatuur °C WarmteWarmtedrabroncircuit gercircuit 10 > 7 5<7 10 > 7 5<7 10 > 7 5<7 10 > 7 5<7 10 > 7 5<7 10 > 7 5<7 10 > 7 5<7 10 > 7 5<7 10 > 7 5<7 10 > 7 5<7 10 > 7 5<7 10 > 7 5<7 10 > 7 5<7 10 > 7 5<7 10 > 7 5<7 10 > 7 5<7 10 > 7 5<7 10 > 7 5<7 10 > 7 5<7 10 > 7 5<7 10 > 7 5<7 10 > 7 5<7 10 > 7 5<7 10 > 7 5<7 10 > 7 5<7 Debiet m³/u WarmteWarmtedrabroncircuit gercircuit 1,7 2,5 2,1 3,1 2,9 4,3 3,6 5,4 4,6 6,9 1,7 2,5 2,1 3,1 2,9 4,3 3,6 5,4 4,6 6,9 1,6 2,4 2,2 3,3 2,8 4,1 3,7 5,5 4,5 6,8 1,6 2,4 2,2 3,3 2,8 4,1 3,7 5,5 4,5 6,8 2,8 4,1 3,7 5,5 4,7 7,1 6,2 9,2 5,5 8,3 Grondwaterstation GWS Koelvermogen kW* 5,8 7,2 10,0 12,5 16,1 5,8 7,2 10,0 12,5 16,1 5,6 7,6 9,6 12,9 15,8 5,6 7,6 9,6 12,9 15,8 9,6 12,9 16,5 21,5 19,2 Δp [hPa] WarmteWarmtedrabroncircuit gercircuit 124 280 192 431 370 832 193 433 319 719 124 280 192 431 370 832 193 433 319 719 116 261 214 480 341 767 205 461 308 692 116 261 214 480 341 767 205 461 308 692 341 767 205 461 335 755 570 1282 454 1022 TYPE GWS 1 GWS 1 GWS 1 GWS 2 GWS 2 GWS 1 GWS 1 GWS 1 GWS 2 GWS 2 GWS 1 GWS 1 GWS 1 GWS 2 GWS 2 GWS 1 GWS 1 GWS 1 GWS 2 GWS 2 GWS 1 GWS 2 GWS 2 GWS 2 GWS 2 Circulatiepomp Warmtedragercircuit Geïntegreerd Geïntegreerd Geïntegreerd Geïntegreerd Geïntegreerd Geïntegreerd Geïntegreerd Geïntegreerd Geïntegreerd Geïntegreerd UP30/1-8E UP30/1-8E UP30/1-8E UPF40/1-8E UPF40/1-8E UP30/1-8E UP30/1-8E UP30/1-8E UPF40/1-8E UPF40/1-8E UP30/1-8E UPF40/1-8E UPF40/1-8E UPF40/1-8E UPF40/1-8E * bij B+7/W+35 7.4 Gegevenstabel GWS 1 230659 GWS 2 230660 °C °C MPa 20 7 0,3 20 7 0,3 mm mm mm 630 640 230 630 640 230 kg 20,5 26,5 G 1 1/4 28 mm G 1 1/4 28 mm Werkingsgebied Werkingsgebied warmtebron max. Werkingsgebied warmtebron min. Max. toegelaten druk Afmetingen Hoogte Breedte Diepte Gewichten Gewicht Aansluitingen Aansluiting warmtebronzijde Aansluiting warmtepomp Garantie Voor toestellen die buiten Duitsland zijn gekocht, gelden de garantievoorwaarden van onze Duitse ondernemingen niet. Bovendien kan in landen waar één van onze dochtermaatschappijen verantwoordelijk is voor de verkoop van onze producten, alleen garantie worden verleend door deze dochtermaatschappij. Een dergelijk garantie wordt alleen verstrekt, wanneer de dochtermaatschappij eigen garantievoorwaarden heeft gepubliceerd. In andere situaties wordt er geen garantie verleend. Voor toestellen die in landen worden gekocht waar wij geen dochtermaatschappijen hebben die onze producten verkopen, verlenen wij geen garantie. Een eventueel door de importeur verzekerde garantie blijft onverminderd van kracht. Milieu en recycling Wij verzoeken u ons te helpen ons milieu te beschermen. Doe de materialen na het gebruik weg overeenkomstig de nationale voorschriften. GWS | 43 NEDERLANDS 7.3 4<AMHCMN=jbaeji> tecalor GmbH Fürstenberger Str. 77 | 37603 Holzminden Tel. 05531 99068-700 | Fax 05531 99068-712 [email protected] www.tecalor.de Irrtum und technische Änderungen vorbehalten! | Subject to errors and technical changes! | Sous réserve d‘erreurs et de modifications techniques! | Onder voorbehoud van vergissingen en technische wijzigingen! | Salvo error o modificación técnica! | Rätt till misstag och tekniska ändringar förbehålls! | Excepto erro ou alteração técnica | Zastrzeżone zmiany techniczne i ewentualne błędy | Omyly a technické změny jsou vyhrazeny! | A muszaki változtatások és tévedések jogát fenntartjuk! | Отсутствие ошибок не гарантируется. Возможны технические изменения. | Chyby a technické zmeny sú vyhradené! Stand 8843 A 291049-38731-9050 STIEBEL ELTRON GmbH & Co. KG Dr.-Stiebel-Str. 33 | 37603 Holzminden Tel. 05531 702-0 | Fax 05531 702-480 [email protected] www.stiebel-eltron.de
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

STIEBEL ELTRON GWS 1 2 Installatie gids

Type
Installatie gids
Deze handleiding is ook geschikt voor