Cebora 364 TIG Sound AC-DC 1531/M Handleiding

Categorie
Lassysteem
Type
Handleiding
50
BELANGRIJK: LEES VOORDAT U MET DEZE MACHINE
BEGINT TE WERKEN DE GEBRUIKSAANWIJZING
AANDACHTIG DOOR EN BEWAAR ZE GEDURENDE
DE VOLLEDIGE LEVENSDUUR VAN DE MACHINE OP
EEN PLAATS DIE DOOR ALLE GEBRUIKERS IS
GEKEND. DEZE UITRUSTING MAG UITSLUITEND
WORDEN GEBRUIKT VOOR LASWERKZAAMHEDEN.
1 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LASSEN EN VLAMBOOGSNIJDEN KAN
SCHADELIJK ZIJN VOOR UZELF EN
VOOR ANDEREN. Daarom moet de
gebruiker worden gewezen op de gevaren, hierna opge-
somd, die met laswerkzaamheden gepaard gaan. Voor
meer gedetailleerde informatie, bestel het handboek met
code 3.300.758
GELUID
Deze machine produceert geen rechtstreeks
geluid van meer dan 80 dB. Het plasmasnij/las-
procédé kan evenwel geluidsniveaus veroorzaken
die deze limiet overschrijden; daarom dienen gebruikers
alle wettelijk verplichte voorzorgsmaatregelen te treffen.
ELEKTROMAGNETISCHE VELDEN-Kunnen schadelijk zijn.
• De elektrische stroom die door een wille-
keurige conductor stroomt produceert elek-
tromagnetische velden (EMF). De las- of
snijstroom produceert elektromagnetische
velden rondom de kabels en de generatoren.
• De magnetische velden veroorzaakt door een hoge
stroom kunnen een nadelige uitwerking hebben op pace-
makers. Personen die elektronische apparatuur (pacema-
kers) dragen moeten informatie bij een arts inwinnen voor
ze afvlam-, booglas-, puntlas- en snijwerkzaamheden
benaderen.
De blootstelling aan elektromagnetische velden, geprodu-
ceerd tijdens het lassen of snijden, kunnen de gezondheid
op onbekende manier beïnvloeden.
Elke operator moet zich aan de volgende procedure hou-
den om de gevaren geproduceerd door elektromagneti-
sche velden te beperken:
- Zorg ervoor dat de aardekabel en de kabel van de
elektrodeklem of de lastoorts naast elkaar blijven
liggen. Maak ze, indien mogelijk, met tape aan elkaar
vast.
- Voorkom dat u de aardekabel en de kabel van de
elektrodeklem of de lastoorts om uw lichaam wikkelt.
- Voorkom dat u tussen de aardekabel en de kabel van
de elektrodeklep of de lastoorts komt te staan. Als de
aardekabel zich rechts van de operator bevindt, moet
de kabel van de elektrodeklem of de lastoorts zich
tevens aan deze zijde bevinden.
- Sluit de aardeklem zo dicht mogelijk in de nabijheid
van het las- of snijpunt aan op het te bewerken stuk.
- Voorkom dat u in de nabijheid van de generator werk-
zaamheden verricht.
ONTPLOFFINGEN
· Las niet in de nabijheid van houders onder druk
of in de aanwezigheid van explosief stof, gassen of
dampen. · Alle cilinders en drukregelaars die bij
laswerkzaamheden worden gebruik dienen met zorg te
worden behandeld.
ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT
DDeze machine is vervaardigd in overeenstemming met
de voorschriften zoals bepaald in de geharmoniseerde
norm IEC 60974-10 (Cl. A) en mag uitsluitend worden
gebruikt voor professionele doeleinden in een indus-
triële omgeving. Het garanderen van elektromagneti-
sche compatibiliteit kan problematisch zijn in niet-
industriële omgevingen.
VERWIJDERING VAN ELEKTRISCHE EN ELEK-
TRONISCHE UITRUSTING
Behandel elektrische apparatuur niet als gewoon
afval!
Overeenkomstig de Europese richtlijn 2002/96/EC
betreffende de verwerking van elektrisch en elektronisch
afval en de toepassing van deze richtlijn conform de
nationale wetgeving, moet elektrische apparatuur die het
einde van zijn levensduur heeft bereikt gescheiden wor-
den ingezameld en ingeleverd bij een recyclingbedrijf
dat zich houdt aan de milieuvoorschriften. Als eigenaar
van de apparatuur dient u zich bij onze lokale vertegen-
woordiger te informeren over goedgekeurde inzame-
lingsmethoden. Door het toepassen van deze Europese
richtlijn draagt u bij aan een schoner milieu en een bete-
re volksgezondheid!
ROEP IN GEVAL VAN STORINGEN DE HULP IN VAN
BEKWAAM PERSONEEL.
1.1 PLAATJE MET WAARSCHUWINGEN
De genummerde tekst hieronder komt overeen met de
genummerde hokjes op het plaatje.
B. De draad sleeprollen kunnen de handen verwonden.
C. De lasdraad en de draad sleepgroep staan tijdens
het lassen onder spanning. Houd uw handen en
metalen voorwerpen op een afstand.
1. De elektrische schokken die door de laselektrode of
de kabel veroorzaakt worden, kunnen dodelijk zijn.
Zorg voor voldoende bescherming tegen elektrische
schokken.
1.1 Draag isolerende handschoenen. Raak de elektrode
nooit met blote handen aan. Draag nooit vochtige of
beschadigde handschoenen.
1.2 Controleer of u van het te lassen stuk en de vloer geï-
soleerd bent.
1.3 Haal de stekker van de voedingskabel uit het stop-
contact alvorens u werkzaamheden aan de machine
verricht.
2. De inhalatie van de dampen die tijdens het lassen
geproduceerd worden, kan schadelijk voor de
gezondheid zijn.
2.1 Houd uw hoofd buiten het bereik van de dampen.
2.2 Maak gebruik van een geforceerd ventilatie- of
afzuigsysteem om de dampen te verwijderen.
2.3 Maak gebruik van een afzuigventilator om de dam-
pen te verwijderen.
3. De vonken die door het lassen veroorzaakt worden,
kunnen ontploffingen of brand veroorzaken.
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR BOOGLASMACHINE
51
3.1 Houd brandbare materialen buiten het bereik van de
laszone.
3.2 De vonken die door het lassen veroorzaakt worden,
kunnen brand veroorzaken. Houd een blusapparaat
binnen handbereik en zorg ervoor dat iemand altijd
gereed is om het te gebruiken.
3.3 Voer nooit lassen uit op gesloten houders.
4. De stralen van de boog kunnen uw ogen en huid ver-
branden.
4.1 Draag een veiligheidshelm en -bril. Draag een pas-
sende gehoorbescherming en overalls met gesloten
kraag. Draag helmmaskers met filters met de juiste
filtergraad. Draag altijd een complete bescherming
voor uw lichaam.
5. Lees de aanwijzingen door alvorens u van de machi-
ne gebruik maakt of er werkzaamheden aan verricht.
6. Verwijder de waarschuwingsetiketten nooit en dek ze
nooit af
2 ALGEMENE BESCHRIJVING
2.1. SPECIFICATIES
Dit lasapparaat is een constante gelijkstroom- en wissel-
stroombron die ontwikkeld is met INVERTER-technologie,
ontworpen voor het lassen van beklede elektroden (met uit-
zondering van cellulosebekleding) en voor TIG-processen
met ontsteken door contact en hoogfrequent ontsteking.
In de lasmodus TIG AC kunt u aluminium, alumi-
niumlegeringen, messing en magnesium lassen, terwijl TIG
DC geschikt is voor het lassen van roestvrij staal,
ijzer en koper.
2.2 VERKLARING VAN DE OP DE KENPLAAT VER-
MELDE TECHNISCHE SPECIFICATIES.
Het apparaat is gebouwd in overeenstemming met de vol-
gende normen: IEC 60974.1 - IEC 60974.3 -IEC 60974.10
Cl. A - IEC 61000-3-12 - IEC 61000-3-11 (zie opmerking 2)
N°. Serienummer, dat moet worden vermeld bij elk
verzoek betreffende de lasmachine.
Statische monofase frequentieconverter transfor-
mator-gelijkrichter.
Neerwaarts.
SMAW. Geschikt voor lassen met beklede elektroden.
TIG Geschikt voor TIG-lassen.
U0. Secundaire nullastspanning
X. Werkcycluspercentage. % van 10 minuten gedu-
rende dewelke de lasmachine kan werken met
een bepaalde stroom zonder te oververhitten.
I2. Lasstroom
U2. Secundaire spanning met stroom I2
U1. Nominale toevoerspanning. De machine heeft een
automatische spanningsregelaar.
1~ 50/60Hz 50- of 60-Hz eenfasige voeding
I1 max. Dit is de maximumwaarde van de opgenomen
stroom.
I1 eff. Dit is de maximumwaarde van de werkelijk opge-
nomen stroom, afhankelijk van de inschakelduur.
IP23S Beschermingsgraad van de kast.
De Graad 3 als tweede cijfer geeft aan dat het
apparaat opgeslagen kan worden, maar dat het
bij neerslag niet buiten gebruikt kan worden,
tenzij in een beschermde omgeving.
Geschikt voor gevaarlijke omgevingen.
OPMERKINGEN:
1-Het apparaat is ontworpen om te functioneren in een
omgeving met een vervuilingsgraad 3 (Zie IEC 60664).
2-Deze apparatuur voldoet aan de norm IEC 61000-3-11,
mits de maximum toelaatbare impedantie Zmax van de
installatie lager of gelijk is aan 0,362 op het interfacepunt
tussen de installatie van de gebruiker en het lichtnet. De
installateur of de gebruiker van de apparatuur zijn verant-
woordelijk voor en moeten waarborgen dat de apparatuur
aangesloten is op een stroomvoorziening met een maxi-
mum toelaatbare impedantie Zmax lager of gelijk aan
0,362. Raadpleeg eventueel het elektriciteitsbedrijf.
2.3. BESCHRIJVING VAN DE BEVEILIGINGEN
2.3.1. Thermische beveiliging
Dit apparaat wordt beschermd door een temperatuurvoeler
die de werking van het apparaat verhindert, als de toegesta-
ne temperaturen overschreden worden. In deze conditie blijft
de ventilator functioneren en gaat de led J branden.
2.3.2. Blokkeringsbeveiliging
Dit lasapparaat is voorzien van verschillende beschermingen
die de machine stoppen voordat zij beschadigd wordt.
In het geval van slechte werking kan op het display Z de
letter E verschijnen, gevolgd door een knipperend getal:
52 = Startknop ingedrukt tijdens de ontsteking.
53 = Startknop ingedrukt tijdens de reset van de thermo-
staat.
In beide gevallen moet het startcommando worden gege-
ven.
De stopzetting van het apparaat wordt gesignaleerd doordat
de LED (J) gaat knipperen.
S
52
Als het opschrift E1÷E10 op het display verschijnt, is een
technische ingreep vereist op het apparaat.
3 INSTALLATIE
Controleer of de voedingsspanning overeenkomt met de
spanning die vermeld wordt op het plaatje met technische
gegevens van het lasapparaat.
Verbind een stekker met een geschikt vermogen met de
voedingskabel, en zorg ervoor dat de geel/groene ader ver-
bonden is met het aardingsstekkertje.
3.1. INBEDRIJFSSTELLING
Het apparaat moet door ervaren personeel worden geïnstal-
leerd. Alle verbindingen moeten tot stand worden gebracht
in overeenstemming met de geldende voorschriften en met
volledige inachtneming van de wet op de ongevallenpreven-
tie (norm CEI 26-23- IEC/TS 620817).
3.2. BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
A - Keuzeschakelaar van proces
Met deze knop wordt het lasproces (Elektrode of TIG)
en de modus gekozen.
NML ZYJ AA
V
T
AE
X
W
U
S
AB
AD
F
G
B
C
D
H
A
P
E
Q
R
O
AC
53
De selectie wordt duidelijk gemaakt doordat één van de
leds B, C,of D gaat branden.
Modustoets E.
De selectie wordt duidelijk gemaakt doordat één
van de leds F, G, H, L, M, N, gaat braden.
Bij het TIG-lassen branden er telkens twee leds, één die de
ontsteking met HF of contact aangeeft en de andere die de
continue of gepulseerde modus aangeeft met een 2-traps of
4-traps bediening. Bij elke druk op deze knop verandert de
instelling.
De leds die gaan branden in correspondentie met de sym-
bolen geven de keuze aan die u heeft gemaakt:
F - LED TIG-lassen met ontsteking van de
boog zonder hoogfrequent.
Druk op de toortsknop om de boog te ontsteken, raak het te
lassen werkstuk aan met de wolfraamelektrode en til hem
weer op. Doe dit in een snelle, directe beweging (0.3 sec).
L - LED TIG-lassen met hoogfrequent ont-
steking van de boog.
Druk op de toortsknop om de boog te ontsteken, een hoog-
frequent hulpboog zal de boog ontsteken.
G - LED TIG-lassen -continu-2-traps (hand-
matig).
Door op de toortsknop te drukken begint de stroom toe te
nemen en verstrijkt de tijd die correspondeert met de eerder
ingestelde "slope up", om de waarde te bereiken die is
ingesteld met knop AA. Als u de toortsknop loslaat begint de
stroom af te nemen en verstrijkt de tijd die correspondeert
met de eerder ingestelde "slope down" om terug te keren
naar nul.
In deze positie kan het accessoire pedaalbediening ART 193
worden aangesloten.
H - LED TIG-lassen-continu-4-traps (auto-
matisch).
Dit programma verschilt van het vorige omdat de inschake-
ling en de uitschakeling worden bediend door de toortsknop
in te drukken en weer los te laten
sec..
M - LED TIG-lassen-gepulseerd-2-traps
(handmatig).
Bij een impulsfrequentie van 0,16 tot 1,1Hz geeft het dis-
play Z afwisselend de piekstroom (hoofdstroom) en de
basisstroom weer. De leds T en V gaan afwisselend bran-
den; boven 1,1Hz geeft het display Z het gemiddelde van
de twee stromen weer, en blijven beide leds T en V bran-
den.
In deze positie kan het accessoire pedaalbediening ART
193 worden aangesloten.
N - LED TIG-lassen-gepulseerd-4-traps
(automatisch).Dit programma verschilt van het vorige
omdat zowel de inschakeling als de uitschakeling worden
bediend door de toortsknop in te drukken en weer los te
laten
J - LED - THERMISCHE BEVEILIGING
Gaat branden als de bediener de inschakelduur of de
procentuele in- en uitschakelduur, die toegestaan zijn voor
het apparaat, overschrijdt, en blokkeert tegelijkertijd de
stroomtoevoer.
N.B. In deze conditie blijft de ventilator de stroombron
afkoelen.
Y - Led
Deze led moet altijd branden. Hij verzekert dat de
parameters bij het AC-lassen veilig zijn.
AA - KNOP
Regelt de lasstroom.
Bovendien is het mogelijk, in combinatie met de
knop P:
-het tweede stroomniveau V in te stellen
-de "slope up" S in te stellen
-de "slope down" W in te stellen
-de impulsfrequentie U in te stellen
-de gasnastroomtijd X in te stellen
- regel de stroomfrequentie bij het AC-lassen (Q)
- regel de uitbalancering van de golf bij het AC-lassen (R)
- stel de ontsteking van de vlamboog af overeenkomstig de
diameter van de gebruikte elektrode in de TIG AC-modus (U
- Led).
Z - DISPLAY
Geeft de lasstroom en de instellingen weer die
geselecteerd zijn met de knop P en ingesteld met
de knop AA.
P - KEUZESCHAKELAAR
Door op deze knop te drukken gaan de volgende
leds achtereenvolgens branden:
Q - Led
Stroomfrequentie bij AC-lassen (50÷150 Hz).
R - Led
Golfbalans bij AC-lassen (balans = 0; reinigen = van
1 tot 8, knipperend; penetratie = van 0,5 tot 8, niet
knipperend).
O - Led
Geeft de elektrodediameter weer. De keuze van de elek-
trodediameter varieert van 1 mm tot 4 mm. Gebruik de
knop AA om de diameter te wijzigen.
Deze functie (Q-R-O) is alleen actief voor AC TIG-lassen.
S - Led
Slope up. Dit is de tijd waarin de stroom de
ingestelde stroomwaarde bereikt vanaf het
minimum (0-10 sec.).
T - Led
Hoofdlasstroom. (10-130A in MMA, 5-150A
in TIG DC en van 10-150A in TIG AC).
V - Led
Tweede niveau van de lasstroom of basis-
stroom. Deze stroom is altijd een percentage
van de hoofdstroom.
54
U - Led
Impulsfrequentie (0,16-250 Hz)
De piek- en basistijden zijn gelijk
W - Led
Slope down. Dit is de tijd waarin de stroom
het minimum bereikt en de boog wordt uitge-
schakeld (0-10 sec.).
X - Led
Post gas. Dit stelt de nastroomtijd van het gas na het
einde van het lassen in. (0-30 sec.)
Tussen het oplichten van de twee LED's R en S geeft het
display Z de aanbevolen elektrodediameter weer. De keuze
van de elektrodediameter varieert van 0,5 mm tot 4 mm.
Gebruik de knop AA om de diameter te wijzigen. Deze func-
tie is alleen actief voor AC TIG-lassen.
AE - 10-PINS CONNECTOR
Op deze connector kunnen de volgende afstand-
bedieningen worden aangesloten:
a) las voetpedaal
b) las toorts met startknop
c) las toorts met up/down regeling etc…
AD - GASAANSLUITING 1/4 GAS)
Hierop wordt de gasslang van de TIG-
lastoorts aangesloten.
AB - klem met negatieve uitgang (-)
AC - klem met positieve uitgang (+)
F - schakelaar
Schakelt het apparaat in en uit
AG - gasslangaansluiting
3.3. ALGEMENE OPMERKINGEN
Lees de normen CEI 26-23 / IEC-TS 62081, aandachtig door
voordat u dit apparaat gaat gebruiken, en controleer boven-
dien of de kabels, de elektrodeklemmen, de stopcontacten
en de stekkers onbeschadigd zijn, en of de doorsnede en de
lengte van de laskabels overeenkomen met het gebruikte
vermogen.
3.4. LASSEN VAN BEKLEDE ELEKTRODEN (MMA)
- Overtuig uzelf u ervan dat de schakelaar AF in de stand 0
staat, en sluit vervolgens de laskabels aan volgens de pola-
riteit die wordt vereist door de fabrikant van de elektroden
die u gaat gebruiken. Sluit de klem van de massakabel aan
op het werkstuk, zo dicht mogelijk bij de las, en overtuig
uzelf ervan dat er een goed elektrisch contact is.
- Raak niet tegelijkertijd de las-toorts of de elektrodehouder
en de massaklem aan.
- Zet het apparaat aan via de schakelaar AF.
Selecteer het MMA-proces door op de knop A te drukken,
led B brandt.
- Regel de stroom op grond van de elektrodediameter, de
laspositie en het type verbinding die moet worden gemaakt.
- Zet het apparaat na het lassen altijd uit en haal de elektro-
de uit de elektrodehouder.
3.5. TIG-LASSEN
In de lasmodus TIG AC kunt u aluminium, alumi-
niumlegeringen, messing en magnesium lassen, terwijl TIG
DC geschikt is voor het lassen van roestvrij staal,
ijzer en koper.
Sluit de connector van de massakabel aan op de positieve
pool (+) van het lasapparaat en de klem met het werkstuk op
een plaats zo dicht mogelijk bij het lassen, en overtuig uzelf
ervan of er een goed elektrisch contact is.
Sluit de hoofdstroomstekker van de toorts aan op de nega-
tieve pool (-) van het lasapparaat.
Sluit de stuurstroomstekker van de toorts aan op de con-
nector AE van het lasapparaat.
Sluit de verbinding van de gasslang van de toorts aan op de
verbinding AD van het apparaat en de gasslang die afkom-
stig is van het reduceerventiel van de gasfles op de verbin-
ding AG.
Het apparaat inschakelen.
Raak de stroomvoerende delen en de uitgangsklemmen niet
aan wanneer het apparaat ingeschakeld is.
Selecteer het proces en de modus bij de eerste inschakeling
van de machine met de knoppen A en E, en de lasparame-
AF
AG
55
D.C.
A.C.
(frequentie 5o Hz)
Pos. max. penetratie Pos. nul gebalanceerd Pos. max. reiniging
Elektrode type
Wolfraam Wolfraam Wolfraam Wolfraam Wolfraam Wolfraam Wolfraam
Thorium 2% Zuiver Zr 0,8% Zuiver Zr 0,8% Zuiver Zr 0,8%
ø Rood Groen Wit Groen Wit Groen Wit
1,6 70A ÷ 150A 50A ÷ 100A 70A ÷ 150A 30A ÷ 60A 50A ÷ 80A 20A ÷ 40A 30A ÷ 60A
2,4 150A ÷ 250A 100A ÷ 160A 140A ÷ 235A 60A ÷ 120A 80A ÷ 140A 40A ÷ 100A 60A ÷ 120A
3,2 200A ÷ 350A 150A ÷ 210A 225A ÷ 325A 80A ÷ 160A 100A ÷ 180A 60A ÷ 140A 80A ÷ 160A
4 300A ÷ 400A 200A ÷ 275A 300A ÷ 400A 100A ÷ 240A 150A ÷ 280A 80A ÷ 200A 150A ÷ 250A
Tabel A
ters door middel van de toets P en de knop AA, zoals besch-
reven in paragraaf 3.2.
Bepaal het type en de diameter van de te gebruiken elektro-
de aan de hand van tabel A:
Het gasverbruik moet worden ingesteld op een waarde (in
liters per minuut) van ongeveer 6 maal de diameter van de
elektrode.
Als er accessoires worden gebruikt, zoals bijvoorbeeld de
gas-lens, kan het gasverbruik worden teruggebracht tot
ongeveer 3 maal de elektrodediameter. De diameter van het
keramische gascup moet een diameter hebben van 4 tot 6
maal de elektrodediameter.
Gebruik beschermgas D.I.N. 10 tot 75A en D.I.N. 11 vanaf
75A.
4 AFSTANDSBEDIENINGEN EN ACCESSOIRES
De volgende afstandsbedieningen kunnen worden aange-
sloten voor het regelen van de lasstroom van dit lasappa-
raat:
Art. 193 Voetbediening (gebruikt voor TIG-lassen)
Art. 1260 BINZEL “ABITIG 200” toorts (200 A – 35%) –
m4
Art. 1262 BINZEL “ABITIG 200” Up/Down-toorts (200 A –
35%) – m4
Art. 1656 Verrijdbaar onderstel voor stroombron
Art. 1281.03 Accessoire voor MMA-lassen
Art 1192+ Art 187 (gebruikt bij elektrode-lassen)
ART. 1180 Aansluiting om de toorts en de pedaalbedie-
ning tijdelijk te verbinden.
Met dit accessoire kan ART 193 in elke
TIG-lasmodus worden gebruikt.
De bedieningen die een potentiometer omvatten regelen
de lasstroom van de minimum tot de maximum stroom
die is ingesteld met de knop AA.
De bedieningen met UP/DOWN-bediening regelen de
lasstroom van het minimum tot het maximum.
5 ONDERHOUD
Het onderhoud mag uitsluitend door gekwalificeerd per-
soneel worden uitgevoerd in overeenstemming met de
norm IEC 26-29 (IEC 60974-4).
5.1 DE GENERATOR ONDERHOUDEN
Controleer of de schakelaar AF op “O” staat en of de voe-
dingskabel van het lichtnet losgekoppeld is als u onderhoud
in het apparaat moet uitvoeren.
Reinig tevens regelmatig de binnenkant van het apparaat en
verwijder de opgehoopte metaalstof met behulp van perslu-
cht.
5.2 HANDELINGEN DIE U NA EEN REPARATIE MOET
VERRICHTEN.
Controleer na een reparatie of de bekabeling correct aange-
bracht is en of er sprake is van voldoende isolatie tussen de
primaire en secundaire zijde van de machine. Zorg ervoor
dat de draden niet in aanraking kunnen komen met de
onderdelen in beweging of de onderdelen die tijdens de
functionering verhit raken. Hermonteer alle klemringen op de
oorspronkelijke wijze om een verbinding tussen de primaire
en secundaire te voorkomen als een draad breekt of los-
schiet.
Hermonteer tevens de schroeven met de tandringen op de
oorspronkelijke wijze.

Documenttranscriptie

GEBRUIKSAANWIJZING VOOR BOOGLASMACHINE BELANGRIJK: LEES VOORDAT U MET DEZE MACHINE BEGINT TE WERKEN DE GEBRUIKSAANWIJZING AANDACHTIG DOOR EN BEWAAR ZE GEDURENDE DE VOLLEDIGE LEVENSDUUR VAN DE MACHINE OP EEN PLAATS DIE DOOR ALLE GEBRUIKERS IS GEKEND. DEZE UITRUSTING MAG UITSLUITEND WORDEN GEBRUIKT VOOR LASWERKZAAMHEDEN. 1 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN LASSEN EN VLAMBOOGSNIJDEN KAN SCHADELIJK ZIJN VOOR UZELF EN VOOR ANDEREN. Daarom moet de gebruiker worden gewezen op de gevaren, hierna opgesomd, die met laswerkzaamheden gepaard gaan. Voor meer gedetailleerde informatie, bestel het handboek met code 3.300.758 GELUID Deze machine produceert geen rechtstreeks geluid van meer dan 80 dB. Het plasmasnij/lasprocédé kan evenwel geluidsniveaus veroorzaken die deze limiet overschrijden; daarom dienen gebruikers alle wettelijk verplichte voorzorgsmaatregelen te treffen. ELEKTROMAGNETISCHE VELDEN-Kunnen schadelijk zijn. • De elektrische stroom die door een willekeurige conductor stroomt produceert elektromagnetische velden (EMF). De las- of snijstroom produceert elektromagnetische velden rondom de kabels en de generatoren. • De magnetische velden veroorzaakt door een hoge stroom kunnen een nadelige uitwerking hebben op pacemakers. Personen die elektronische apparatuur (pacemakers) dragen moeten informatie bij een arts inwinnen voor ze afvlam-, booglas-, puntlas- en snijwerkzaamheden benaderen. De blootstelling aan elektromagnetische velden, geproduceerd tijdens het lassen of snijden, kunnen de gezondheid op onbekende manier beïnvloeden. Elke operator moet zich aan de volgende procedure houden om de gevaren geproduceerd door elektromagnetische velden te beperken: - Zorg ervoor dat de aardekabel en de kabel van de elektrodeklem of de lastoorts naast elkaar blijven liggen. Maak ze, indien mogelijk, met tape aan elkaar vast. - Voorkom dat u de aardekabel en de kabel van de elektrodeklem of de lastoorts om uw lichaam wikkelt. - Voorkom dat u tussen de aardekabel en de kabel van de elektrodeklep of de lastoorts komt te staan. Als de aardekabel zich rechts van de operator bevindt, moet de kabel van de elektrodeklem of de lastoorts zich tevens aan deze zijde bevinden. - Sluit de aardeklem zo dicht mogelijk in de nabijheid van het las- of snijpunt aan op het te bewerken stuk. - Voorkom dat u in de nabijheid van de generator werkzaamheden verricht. ONTPLOFFINGEN · Las niet in de nabijheid van houders onder druk of in de aanwezigheid van explosief stof, gassen of dampen. · Alle cilinders en drukregelaars die bij 50 laswerkzaamheden worden gebruik dienen met zorg te worden behandeld. ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT DDeze machine is vervaardigd in overeenstemming met de voorschriften zoals bepaald in de geharmoniseerde norm IEC 60974-10 (Cl. A) en mag uitsluitend worden gebruikt voor professionele doeleinden in een industriële omgeving. Het garanderen van elektromagnetische compatibiliteit kan problematisch zijn in nietindustriële omgevingen. VERWIJDERING VAN ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE UITRUSTING Behandel elektrische apparatuur niet als gewoon afval! Overeenkomstig de Europese richtlijn 2002/96/EC betreffende de verwerking van elektrisch en elektronisch afval en de toepassing van deze richtlijn conform de nationale wetgeving, moet elektrische apparatuur die het einde van zijn levensduur heeft bereikt gescheiden worden ingezameld en ingeleverd bij een recyclingbedrijf dat zich houdt aan de milieuvoorschriften. Als eigenaar van de apparatuur dient u zich bij onze lokale vertegenwoordiger te informeren over goedgekeurde inzamelingsmethoden. Door het toepassen van deze Europese richtlijn draagt u bij aan een schoner milieu en een betere volksgezondheid! ROEP IN GEVAL VAN STORINGEN DE HULP IN VAN BEKWAAM PERSONEEL. 1.1 PLAATJE MET WAARSCHUWINGEN De genummerde tekst hieronder komt overeen met de genummerde hokjes op het plaatje. B. De draad sleeprollen kunnen de handen verwonden. C. De lasdraad en de draad sleepgroep staan tijdens het lassen onder spanning. Houd uw handen en metalen voorwerpen op een afstand. 1. De elektrische schokken die door de laselektrode of de kabel veroorzaakt worden, kunnen dodelijk zijn. Zorg voor voldoende bescherming tegen elektrische schokken. 1.1 Draag isolerende handschoenen. Raak de elektrode nooit met blote handen aan. Draag nooit vochtige of beschadigde handschoenen. 1.2 Controleer of u van het te lassen stuk en de vloer geïsoleerd bent. 1.3 Haal de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact alvorens u werkzaamheden aan de machine verricht. 2. De inhalatie van de dampen die tijdens het lassen geproduceerd worden, kan schadelijk voor de gezondheid zijn. 2.1 Houd uw hoofd buiten het bereik van de dampen. 2.2 Maak gebruik van een geforceerd ventilatie- of afzuigsysteem om de dampen te verwijderen. 2.3 Maak gebruik van een afzuigventilator om de dampen te verwijderen. 3. De vonken die door het lassen veroorzaakt worden, kunnen ontploffingen of brand veroorzaken. 2.2 VERKLARING VAN DE OP DE KENPLAAT VERMELDE TECHNISCHE SPECIFICATIES. 3.1 Houd brandbare materialen buiten het bereik van de laszone. 3.2 De vonken die door het lassen veroorzaakt worden, kunnen brand veroorzaken. Houd een blusapparaat binnen handbereik en zorg ervoor dat iemand altijd gereed is om het te gebruiken. 3.3 Voer nooit lassen uit op gesloten houders. 4. De stralen van de boog kunnen uw ogen en huid verbranden. 4.1 Draag een veiligheidshelm en -bril. Draag een passende gehoorbescherming en overalls met gesloten kraag. Draag helmmaskers met filters met de juiste filtergraad. Draag altijd een complete bescherming voor uw lichaam. 5. Lees de aanwijzingen door alvorens u van de machine gebruik maakt of er werkzaamheden aan verricht. 6. Verwijder de waarschuwingsetiketten nooit en dek ze nooit af 2 ALGEMENE BESCHRIJVING 2.1. SPECIFICATIES Dit lasapparaat is een constante gelijkstroom- en wisselstroombron die ontwikkeld is met INVERTER-technologie, ontworpen voor het lassen van beklede elektroden (met uitzondering van cellulosebekleding) en voor TIG-processen met ontsteken door contact en hoogfrequent ontsteking. In de lasmodus TIG AC kunt u aluminium, aluminiumlegeringen, messing en magnesium lassen, terwijl TIG DC geschikt is voor het lassen van roestvrij staal, ijzer en koper. Het apparaat is gebouwd in overeenstemming met de volgende normen: IEC 60974.1 - IEC 60974.3 -IEC 60974.10 Cl. A - IEC 61000-3-12 - IEC 61000-3-11 (zie opmerking 2) N°. Serienummer, dat moet worden vermeld bij elk verzoek betreffende de lasmachine. Statische monofase frequentieconverter transformator-gelijkrichter. Neerwaarts. SMAW. Geschikt voor lassen met beklede elektroden. TIG Geschikt voor TIG-lassen. U0. Secundaire nullastspanning X. Werkcycluspercentage. % van 10 minuten gedurende dewelke de lasmachine kan werken met een bepaalde stroom zonder te oververhitten. I2. Lasstroom U2. Secundaire spanning met stroom I2 U1. Nominale toevoerspanning. De machine heeft een automatische spanningsregelaar. 1~ 50/60Hz 50- of 60-Hz eenfasige voeding I1 max. Dit is de maximumwaarde van de opgenomen stroom. I1 eff. Dit is de maximumwaarde van de werkelijk opgenomen stroom, afhankelijk van de inschakelduur. IP23S Beschermingsgraad van de kast. De Graad 3 als tweede cijfer geeft aan dat het apparaat opgeslagen kan worden, maar dat het bij neerslag niet buiten gebruikt kan worden, tenzij in een beschermde omgeving. S Geschikt voor gevaarlijke omgevingen. OPMERKINGEN: 1-Het apparaat is ontworpen om te functioneren in een omgeving met een vervuilingsgraad 3 (Zie IEC 60664). 2-Deze apparatuur voldoet aan de norm IEC 61000-3-11, mits de maximum toelaatbare impedantie Zmax van de installatie lager of gelijk is aan 0,362 op het interfacepunt tussen de installatie van de gebruiker en het lichtnet. De installateur of de gebruiker van de apparatuur zijn verantwoordelijk voor en moeten waarborgen dat de apparatuur aangesloten is op een stroomvoorziening met een maximum toelaatbare impedantie Zmax lager of gelijk aan 0,362. Raadpleeg eventueel het elektriciteitsbedrijf. 2.3. BESCHRIJVING VAN DE BEVEILIGINGEN 2.3.1. Thermische beveiliging Dit apparaat wordt beschermd door een temperatuurvoeler die de werking van het apparaat verhindert, als de toegestane temperaturen overschreden worden. In deze conditie blijft de ventilator functioneren en gaat de led J branden. 2.3.2. Blokkeringsbeveiliging Dit lasapparaat is voorzien van verschillende beschermingen die de machine stoppen voordat zij beschadigd wordt. In het geval van slechte werking kan op het display Z de letter E verschijnen, gevolgd door een knipperend getal: 52 = Startknop ingedrukt tijdens de ontsteking. 53 = Startknop ingedrukt tijdens de reset van de thermostaat. In beide gevallen moet het startcommando worden gegeven. De stopzetting van het apparaat wordt gesignaleerd doordat de LED (J) gaat knipperen. 51 F N M L Z Y J AA G B C D AE H T A V P X E W Q U R S O AB AC AD Als het opschrift E1÷E10 op het display verschijnt, is een technische ingreep vereist op het apparaat. 3 INSTALLATIE Controleer of de voedingsspanning overeenkomt met de spanning die vermeld wordt op het plaatje met technische gegevens van het lasapparaat. Verbind een stekker met een geschikt vermogen met de voedingskabel, en zorg ervoor dat de geel/groene ader verbonden is met het aardingsstekkertje. 52 3.1. INBEDRIJFSSTELLING Het apparaat moet door ervaren personeel worden geïnstalleerd. Alle verbindingen moeten tot stand worden gebracht in overeenstemming met de geldende voorschriften en met volledige inachtneming van de wet op de ongevallenpreventie (norm CEI 26-23- IEC/TS 620817). 3.2. BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT A - Keuzeschakelaar van proces Met deze knop wordt het lasproces (Elektrode of TIG) en de modus gekozen. De selectie wordt duidelijk gemaakt doordat één van de leds B ,C ,of D gaat branden. Modustoets E. De selectie wordt duidelijk gemaakt doordat één van de leds F, G, H, L, M, N, gaat braden. Bij het TIG-lassen branden er telkens twee leds, één die de ontsteking met HF of contact aangeeft en de andere die de continue of gepulseerde modus aangeeft met een 2-traps of 4-traps bediening. Bij elke druk op deze knop verandert de instelling. De leds die gaan branden in correspondentie met de symbolen geven de keuze aan die u heeft gemaakt: F - LED TIG-lassen met ontsteking van de boog zonder hoogfrequent. Druk op de toortsknop om de boog te ontsteken, raak het te lassen werkstuk aan met de wolfraamelektrode en til hem weer op. Doe dit in een snelle, directe beweging (0.3 sec). L - LED TIG-lassen met hoogfrequent ontsteking van de boog. Druk op de toortsknop om de boog te ontsteken, een hoogfrequent hulpboog zal de boog ontsteken. G - LED TIG-lassen -continu-2-traps (handmatig). Door op de toortsknop te drukken begint de stroom toe te nemen en verstrijkt de tijd die correspondeert met de eerder ingestelde "slope up", om de waarde te bereiken die is ingesteld met knop AA. Als u de toortsknop loslaat begint de stroom af te nemen en verstrijkt de tijd die correspondeert met de eerder ingestelde "slope down" om terug te keren naar nul. In deze positie kan het accessoire pedaalbediening ART 193 worden aangesloten. H - LED TIG-lassen-continu-4-traps (automatisch). Dit programma verschilt van het vorige omdat de inschakeling en de uitschakeling worden bediend door de toortsknop in te drukken en weer los te laten sec.. M - LED TIG-lassen-gepulseerd-2-traps (handmatig). Bij een impulsfrequentie van 0,16 tot 1,1Hz geeft het display Z afwisselend de piekstroom (hoofdstroom) en de basisstroom weer. De leds T en V gaan afwisselend branden; boven 1,1Hz geeft het display Z het gemiddelde van de twee stromen weer, en blijven beide leds T en V branden. In deze positie kan het accessoire pedaalbediening ART 193 worden aangesloten. N - LED TIG-lassen-gepulseerd-4-traps (automatisch).Dit programma verschilt van het vorige omdat zowel de inschakeling als de uitschakeling worden bediend door de toortsknop in te drukken en weer los te laten J - LED - THERMISCHE BEVEILIGING Gaat branden als de bediener de inschakelduur of de procentuele in- en uitschakelduur, die toegestaan zijn voor het apparaat, overschrijdt, en blokkeert tegelijkertijd de stroomtoevoer. N.B. In deze conditie blijft de ventilator de stroombron afkoelen. Y - Led Deze led moet altijd branden. Hij verzekert dat de parameters bij het AC-lassen veilig zijn. AA - KNOP Regelt de lasstroom. Bovendien is het mogelijk, in combinatie met de knop P: -het tweede stroomniveau V in te stellen -de "slope up" S in te stellen -de "slope down" W in te stellen -de impulsfrequentie U in te stellen -de gasnastroomtijd X in te stellen - regel de stroomfrequentie bij het AC-lassen (Q) - regel de uitbalancering van de golf bij het AC-lassen (R) - stel de ontsteking van de vlamboog af overeenkomstig de diameter van de gebruikte elektrode in de TIG AC-modus (U - Led). Z - DISPLAY Geeft de lasstroom en de instellingen weer die geselecteerd zijn met de knop P en ingesteld met de knop AA. P - KEUZESCHAKELAAR Door op deze knop te drukken gaan de volgende leds achtereenvolgens branden: Q - Led Stroomfrequentie bij AC-lassen (50÷150 Hz). R - Led Golfbalans bij AC-lassen (balans = 0; reinigen = van 1 tot 8, knipperend; penetratie = van 0,5 tot 8, niet knipperend). O - Led Geeft de elektrodediameter weer. De keuze van de elektrodediameter varieert van 1 mm tot 4 mm. Gebruik de knop AA om de diameter te wijzigen. Deze functie (Q-R-O) is alleen actief voor AC TIG-lassen. S - Led Slope up. Dit is de tijd waarin de stroom de ingestelde stroomwaarde bereikt vanaf het minimum (0-10 sec.). T - Led Hoofdlasstroom. (10-130A in MMA, 5-150A in TIG DC en van 10-150A in TIG AC). V - Led Tweede niveau van de lasstroom of basisstroom. Deze stroom is altijd een percentage van de hoofdstroom. 53 U - Led Impulsfrequentie (0,16-250 Hz) De piek- en basistijden zijn gelijk AC - klem met positieve uitgang (+) W - Led Slope down. Dit is de tijd waarin de stroom het minimum bereikt en de boog wordt uitgeschakeld (0-10 sec.). X - Led Post gas. Dit stelt de nastroomtijd van het gas na het einde van het lassen in. (0-30 sec.) Tussen het oplichten van de twee LED's R en S geeft het display Z de aanbevolen elektrodediameter weer. De keuze van de elektrodediameter varieert van 0,5 mm tot 4 mm. Gebruik de knop AA om de diameter te wijzigen. Deze functie is alleen actief voor AC TIG-lassen. AE - 10-PINS CONNECTOR Op deze connector kunnen de volgende afstandbedieningen worden aangesloten: a) las voetpedaal b) las toorts met startknop c) las toorts met up/down regeling etc… AD - GASAANSLUITING 1/4 GAS) Hierop wordt de gasslang van de TIGlastoorts aangesloten. AB - klem met negatieve uitgang (-) AF AG - gasslangaansluiting 3.3. ALGEMENE OPMERKINGEN Lees de normen CEI 26-23 / IEC-TS 62081, aandachtig door voordat u dit apparaat gaat gebruiken, en controleer bovendien of de kabels, de elektrodeklemmen, de stopcontacten en de stekkers onbeschadigd zijn, en of de doorsnede en de lengte van de laskabels overeenkomen met het gebruikte vermogen. 3.4. LASSEN VAN BEKLEDE ELEKTRODEN (MMA) - Overtuig uzelf u ervan dat de schakelaar AF in de stand 0 staat, en sluit vervolgens de laskabels aan volgens de polariteit die wordt vereist door de fabrikant van de elektroden die u gaat gebruiken. Sluit de klem van de massakabel aan op het werkstuk, zo dicht mogelijk bij de las, en overtuig uzelf ervan dat er een goed elektrisch contact is. - Raak niet tegelijkertijd de las-toorts of de elektrodehouder en de massaklem aan. - Zet het apparaat aan via de schakelaar AF. Selecteer het MMA-proces door op de knop A te drukken, led B brandt. - Regel de stroom op grond van de elektrodediameter, de laspositie en het type verbinding die moet worden gemaakt. - Zet het apparaat na het lassen altijd uit en haal de elektrode uit de elektrodehouder. 3.5. TIG-LASSEN AG 54 F - schakelaar Schakelt het apparaat in en uit In de lasmodus TIG AC kunt u aluminium, aluminiumlegeringen, messing en magnesium lassen, terwijl TIG DC geschikt is voor het lassen van roestvrij staal, ijzer en koper. Sluit de connector van de massakabel aan op de positieve pool (+) van het lasapparaat en de klem met het werkstuk op een plaats zo dicht mogelijk bij het lassen, en overtuig uzelf ervan of er een goed elektrisch contact is. Sluit de hoofdstroomstekker van de toorts aan op de negatieve pool (-) van het lasapparaat. Sluit de stuurstroomstekker van de toorts aan op de connector AE van het lasapparaat. Sluit de verbinding van de gasslang van de toorts aan op de verbinding AD van het apparaat en de gasslang die afkomstig is van het reduceerventiel van de gasfles op de verbinding AG. Het apparaat inschakelen. Raak de stroomvoerende delen en de uitgangsklemmen niet aan wanneer het apparaat ingeschakeld is. Selecteer het proces en de modus bij de eerste inschakeling van de machine met de knoppen A en E, en de lasparame- D.C. A.C. (frequentie 5o Hz) Pos. max. penetratie Pos. nul gebalanceerd Pos. max. reiniging ø Wolfraam Thorium 2% Rood Wolfraam Zuiver Groen Wolfraam Zr 0,8% Wit Wolfraam Zuiver Groen Wolfraam Zr 0,8% Wit Wolfraam Zuiver Groen Wolfraam Zr 0,8% Wit 1,6 70A ÷ 150A 50A ÷ 100A 70A ÷ 150A 30A ÷ 60A 50A ÷ 80A 20A ÷ 40A 30A ÷ 60A 2,4 150A ÷ 250A 100A ÷ 160A 140A ÷ 235A 60A ÷ 120A 80A ÷ 140A 40A ÷ 100A 60A ÷ 120A 3,2 200A ÷ 350A 150A ÷ 210A 225A ÷ 325A 80A ÷ 160A 100A ÷ 180A 60A ÷ 140A 80A ÷ 160A 300A ÷ 400A 200A ÷ 275A 300A ÷ 400A 100A ÷ 240A 150A ÷ 280A 80A ÷ 200A 150A ÷ 250A Elektrode type 4 Tabel A ters door middel van de toets P en de knop AA, zoals beschreven in paragraaf 3.2. Bepaal het type en de diameter van de te gebruiken elektrode aan de hand van tabel A: Het gasverbruik moet worden ingesteld op een waarde (in liters per minuut) van ongeveer 6 maal de diameter van de elektrode. Als er accessoires worden gebruikt, zoals bijvoorbeeld de gas-lens, kan het gasverbruik worden teruggebracht tot ongeveer 3 maal de elektrodediameter. De diameter van het keramische gascup moet een diameter hebben van 4 tot 6 maal de elektrodediameter. Gebruik beschermgas D.I.N. 10 tot 75A en D.I.N. 11 vanaf 75A. 4 AFSTANDSBEDIENINGEN EN ACCESSOIRES De volgende afstandsbedieningen kunnen worden aangesloten voor het regelen van de lasstroom van dit lasapparaat: Art. 193 Voetbediening (gebruikt voor TIG-lassen) Art. 1260 BINZEL “ABITIG 200” toorts (200 A – 35%) – m4 Art. 1262 BINZEL “ABITIG 200” Up/Down-toorts (200 A – 35%) – m4 Art. 1656 Verrijdbaar onderstel voor stroombron Art. 1281.03 Accessoire voor MMA-lassen Art 1192+ Art 187 (gebruikt bij elektrode-lassen) ART. 1180 Aansluiting om de toorts en de pedaalbediening tijdelijk te verbinden. Met dit accessoire kan ART 193 in elke TIG-lasmodus worden gebruikt. De bedieningen die een potentiometer omvatten regelen de lasstroom van de minimum tot de maximum stroom die is ingesteld met de knop AA. De bedieningen met UP/DOWN-bediening regelen de lasstroom van het minimum tot het maximum. 5.1 DE GENERATOR ONDERHOUDEN Controleer of de schakelaar AF op “O” staat en of de voedingskabel van het lichtnet losgekoppeld is als u onderhoud in het apparaat moet uitvoeren. Reinig tevens regelmatig de binnenkant van het apparaat en verwijder de opgehoopte metaalstof met behulp van perslucht. 5.2 HANDELINGEN DIE U NA EEN REPARATIE MOET VERRICHTEN. Controleer na een reparatie of de bekabeling correct aangebracht is en of er sprake is van voldoende isolatie tussen de primaire en secundaire zijde van de machine. Zorg ervoor dat de draden niet in aanraking kunnen komen met de onderdelen in beweging of de onderdelen die tijdens de functionering verhit raken. Hermonteer alle klemringen op de oorspronkelijke wijze om een verbinding tussen de primaire en secundaire te voorkomen als een draad breekt of losschiet. Hermonteer tevens de schroeven met de tandringen op de oorspronkelijke wijze. 5 ONDERHOUD Het onderhoud mag uitsluitend door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd in overeenstemming met de norm IEC 26-29 (IEC 60974-4). 55
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72

Cebora 364 TIG Sound AC-DC 1531/M Handleiding

Categorie
Lassysteem
Type
Handleiding