Cebora 345 TIG Sound AC-DC 1530/M Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Cebora 345 TIG Sound AC-DC 1530/M Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
42
BELANGRIJK: LEES VOORDAT U MET DEZE MACHINE
BEGINT TE WERKEN DE GEBRUIKSAANWIJZING AANDA-
CHTIG DOOR EN BEWAAR ZE GEDURENDE DE VOLLEDI-
GE LEVENSDUUR VAN DE MACHINE OP EEN PLAATS DIE
DOOR ALLE GEBRUIKERS IS GEKEND. DEZE UITRU-
STING MAG UITSLUITEND WORDEN GEBRUIKT VOOR
LASWERKZAAMHEDEN.
1 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LASSEN EN VLAMBOOGSNIJDEN KAN SCHADELIJK ZIJN
VOOR UZELF EN VOOR ANDEREN. Daarom moet de
gebruiker worden gewezen op de gevaren, hierna opge-
somd, die met laswerkzaamheden gepaard gaan. Voor meer
gedetailleerde informatie, bestel het handboek met code
3.300.758
ELEKTRISCHE SCHOK - Kan dodelijk zijn.
· Installeer en aard de lasmachine volgens de gel-
dende voorschriften.
· Raak elektrische onderdelen of elektroden onder span-
ning niet aan met de blote huid, handschoenen of natte kledij.
· Zorg dat u zowel van de aarde als van het werkstuk geïsoleerd bent.
· Zorg voor een veilige werkpositie.
DAMPEN EN GASSEN - Kunnen schadelijk zijn voor uw
gezondheid.
· Houd uw hoofd uit de buurt van dampen.
· Werk in aanwezigheid van een goede ventilatie en
gebruik ventilatoren rondom de boog om gasvorming in de
werkzone te vermijden.
BOOGSTRALEN - Kunnen oogletsels en brandwonden
veroorzaken.
· Bescherm uw ogen met een lasmasker met gefilterd glas
en bescherm uw lichaam met aangepaste veiligheidskledij.
· Bescherm anderen door de installatie van geschikte scher-
men of gordijnen.
GEVAAR VOOR BRAND EN BRANDWONDEN
· Vonken (spatten) kunnen brand en brandwonden
veroorzaken; daarom dient u zich ervan te vergewis-
sen dat er geen brandbaar materiaal in de buurt is en
aangepaste beschermkledij te dragen.
GELUID
Deze machine produceert geen rechtstreeks geluid
van meer dan 80 dB. Het plasmasnij/lasprocédé kan
evenwel geluidsniveaus veroorzaken die deze limiet
overschrijden; daarom dienen gebruikers alle wettelijk verpli-
chte voorzorgsmaatregelen te treffen.
PACEMAKERS
· De magnetische velden die worden opgewekt door de
hoge stroom kunnen de werking van pacemakers beïnvloe-
den. Dragers van vitale elektronische apparaten (pace-
makers) dienen hun arts te raadplegen alvorens vlamboo-
glas-, snij-, guts- of puntlaswerkzaamheden uit te voeren.
ONTPLOFFINGEN
· Las niet in de nabijheid van houders onder druk of
in de aanwezigheid van explosief stof, gassen of
dampen. · Alle cilinders en drukregelaars die bij
laswerkzaamheden worden gebruik dienen met zorg te wor-
den behandeld.
ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT
Deze machine is vervaardigd in overeenstemming met de
voorschriften zoals bepaald in de geharmoniseerde norm
EN50199 en mag uitsluitend worden gebruikt voor pro-
fessionele doeleinden in een industriële omgeving. Het
garanderen van elektromagnetische compatibiliteit kan
problematisch zijn in niet-industriële omgevingen.
ROEP IN GEVAL VAN STORINGEN DE HULP IN VAN
BEKWAAM PERSONEEL.
2 ALGEMENE BESCHRIJVING
2.1. SPECIFICATIES
Dit lasapparaat is een constante gelijkstroom- en wissel-
stroombron die ontwikkeld is met INVERTER-technologie,
ontworpen voor het lassen van beklede elektroden (met uit-
zondering van cellulosebekleding) en voor TIG-processen
met ontsteken door contact en hoogfrequent ontsteking.
In de lasmodus TIG AC kunt u aluminium, alumi-
niumlegeringen, messing en magnesium lassen, terwijl TIG
DC geschikt is voor het lassen van roestvrij staal,
ijzer en koper.
2.2. UITLEG VAN DE TECHNISCHE GEGEVENS
N°. Serienummer, dat moet worden vermeld bij elk
verzoek betreffende de lasmachine.
Statische, eenfasige inverter
Neerwaarts.
TIG/MMA
Geschikt voor TIG/MMA-lassen.
U0. Secundaire nullastspanning (piekwaarde)
X. Werkcycluspercentage. % van 10 minuten gedu-
rende dewelke de lasmachine kan werken met
een bepaalde stroom zonder te oververhitten.
I2. Lasstroom
U2. Secundaire spanning met stroom I2
U1. Nominale toevoerspanning.
1~ 50/60Hz 50- of 60-Hz eenfasige voeding
I
1
Max Max. opgenomen stroom bij overeenkomstige
stroom I
2
en spanning U
2
.
I
1
eff Dit is de maximale waarde van de eigenlijke
opgenomen stroom, rekening houdend met de
inschakelduur. Deze waarde komt gewoonlijk
overeen met de capaciteit van de zekering
(trage type) die moet worden gebruikt als
bevei liging van het apparaat.
IP23 Beschermingsgraad van de behuizing, die de uitru
sting geschikt maakt voor gebruik buitenshuis in de
regen.
Geschikt voor gevaarlijke omgevingen.
OPMERKINGEN: De lasmachine is ook ontworpen voor
gebruik in omgevingen met vervuilingsgraad 3. (Zie IEC 664).
2.3. BESCHRIJVING VAN DE BEVEILIGINGEN
2.3.1. Thermische beveiliging
Dit apparaat wordt beschermd door een temperatuurvoeler
die de werking van het apparaat verhindert, als de toegesta-
ne temperaturen overschreden worden. In deze conditie blijft
de ventilator functioneren en gaat de led J branden.
2.3.2. Blokkeringsbeveiliging
Dit lasapparaat is voorzien van verschillende beschermingen
die de machine stoppen voordat zij beschadigd wordt.
S
GEBRUIKSAANWIJZING VOOR BOOGLASMACHINE
43
In het geval van slechte werking kan op het display Z de
letter E verschijnen, gevolgd door een knipperend getal:
52 = Startknop ingedrukt tijdens de ontsteking.
53 = Startknop ingedrukt tijdens de reset van de thermo-
staat.
In beide gevallen moet het startcommando worden gege-
ven.
De stopzetting van het apparaat wordt gesignaleerd doordat
de LED (J) gaat knipperen.
Als de LED gaat branden signaleert hij:
1) Tijdens de inschakelfase, dat de machine gevoed wordt.
2) Na de inschakelfase, een verkeerde voedingsspanning
3) Als het apparaat ingeschakeld is, dat de spanning onder
118V gedaald.
4) Als het apparaat ingeschakeld is, dat de voedingsspan-
ning hoger is dan 280V.
5) Tijdens het lassen, dat de spanning hoger is dan 300V.
Om de werking te hervatten dient u de spanning te contro-
leren. Schakel de AC-schakelaar uit en na 5 seconden weer
aan. Als het probleem verholpen is, zal het lasapparaat weer
beginnen te werken.
N.B. Als bij inschakeling de voedingsspanning lager is
dan 170V gaat geen enkele LED branden, en wordt de
ventilator gevoed.
Als het opschrift E2 op het display verschijnt, is een
technische ingreep vereist op het apparaat.
3 INSTALLATIE
Controleer of de voedingsspanning overeenkomt met de
spanning die vermeld wordt op het plaatje met technische
gegevens van het lasapparaat.
Verbind een stekker met een geschikt vermogen met de
voedingskabel, en zorg ervoor dat de geel/groene ader ver-
bonden is met het aardingsstekkertje.
3.1. INBEDRIJFSSTELLING
Het apparaat moet door ervaren personeel worden geïnstal-
leerd. Alle verbindingen moeten tot stand worden gebracht
in overeenstemming met de geldende voorschriften en met
volledige inachtneming van de wet op de ongevallenpreven-
tie (norm CEI 26-10- CENELEC HD 427).
3.2. BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
A - Keuzeschakelaar van proces
Met deze knop wordt het lasproces (Elektrode of TIG)
en de modus gekozen.
De selectie wordt duidelijk gemaakt doordat één van de
leds B, C,of D gaat branden.
Modustoets E.
De selectie wordt duidelijk gemaakt doordat één
van de leds F, G, H, L, M, N, gaat braden.
Bij het TIG-lassen branden er telkens twee leds, één die de
ontsteking met HF of contact aangeeft en de andere die de
continue of gepulseerde modus aangeeft met een 2-traps of
4-traps bediening. Bij elke druk op deze knop verandert de
instelling.
De leds die gaan branden in correspondentie met de sym-
bolen geven de keuze aan die u heeft gemaakt:
F - LED TIG-lassen met ontsteking van de
boog zonder hoogfrequent.
Druk op de toortsknop om de boog te ontsteken, raak het te
lassen werkstuk aan met de wolfraamelektrode en til hem
weer op. Doe dit in een snelle, directe beweging (0.3 sec).
L - LED TIG-lassen met hoogfrequent ont-
steking van de boog.
Druk op de toortsknop om de boog te ontsteken, een hoog-
frequent hulpboog zal de boog ontsteken.
G - LED TIG-lassen -continu-2-traps (hand-
matig).
Door op de toortsknop te drukken begint de stroom toe te
nemen en verstrijkt de tijd die correspondeert met de eerder
ingestelde "slope up", om de waarde te bereiken die is
ingesteld met knop AA. Als u de toortsknop loslaat begint de
stroom af te nemen en verstrijkt de tijd die correspondeert
met de eerder ingestelde "slope down" om terug te keren
naar nul.
In deze positie kan het accessoire pedaalbediening ART 193
worden aangesloten.
H - LED TIG-lassen-continu-4-traps (auto-
matisch).
Dit programma verschilt van het vorige omdat de inschake-
ling en de uitschakeling worden bediend door de toortsknop
in te drukken en weer los te laten
sec..
M - LED TIG-lassen-gepulseerd-2-traps
(handmatig).
Door op de toortsknop te drukken begint de stroom toe te
nemen en verstrijkt de tijd die correspondeert met de eerder
ingestelde "slope up", om de waarde te bereiken die is
ingesteld met knop AA. Als u de toortsknop loslaat begint de
stroom af te nemen en verstrijkt de tijd die correspondeert
met de eerder ingestelde "slope down" om terug te keren
naar nul.
In deze positie kan het accessoire pedaalbediening ART 193
worden aangesloten.
N - LED TIG-lassen-gepulseerd-4-traps
(automatisch).Dit programma verschilt van het vorige
omdat zowel de inschakeling als de uitschakeling worden
bediend door de toortsknop in te drukken en weer los te
laten
J - LED - THERMISCHE BEVEILIGING
Gaat branden als de bediener de inschakelduur of de pro-
centuele in- en uitschakelduur, die toegestaan zijn voor het
apparaat, overschrijdt, en blokkeert tegelijkertijd de stroom-
toevoer.
N.B. In deze conditie blijft de ventilator de stroombron
afkoelen.
Y - Led
Deze led moet altijd branden. Hij verzekert dat de
parameters bij het AC-lassen veilig zijn.
44
AA - KNOP
Regelt de lasstroom.
Bovendien is het mogelijk, in combinatie met de
knop P:
-het tweede stroomniveau V in te stellen
-de "slope up" S in te stellen
-de "slope down" W in te stellen
-de impulsfrequentie U in te stellen
-de gasnastroomtijd X in te stellen
- regel de stroomfrequentie bij het AC-lassen (Q)
- regel de uitbalancering van de golf bij het AC-lassen (R)
- stel de ontsteking van de vlamboog af overeenkomstig de
diameter van de gebruikte elektrode in de TIG AC-modus (U
- Led).
Z - DISPLAY
Geeft de lasstroom en de instellingen weer die
geselecteerd zijn met de knop P en ingesteld met de knop
AA.
P - KEUZESCHAKELAAR
Door op deze knop te drukken gaan de volgende
leds achtereenvolgens branden:
Q - Led
Stroomfrequentie bij AC-lassen (50÷150 Hz).
NML ZYJ AA
V
T
AE
X
W
U
S
AB
AD
F
G
B
C
D
H
A
P
E
Q
R
O
AC
45
R - Led
Golfbalans bij AC-lassen (balans = 0; reinigen = van
1 tot 8, knipperend; penetratie = van 1 tot 8, niet
knipperend).
O - Led
Geeft de elektrodediameter weer. De keuze van de elek-
trodediameter varieert van 1 mm tot 4 mm. Gebruik de
knop AA om de diameter te wijzigen. Deze functie is alleen
actief voor AC TIG-lassen.
S - Led
Slope up. Dit is de tijd waarin de stroom de
ingestelde stroomwaarde bereikt vanaf het
minimum (0-10 sec.).
T - Led
Hoofdlasstroom. (10-130A in MMA en van 5-
150A in TIG)
V - Led
Tweede niveau van de lasstroom of basis-
stroom. Deze stroom is altijd een percentage
van de hoofdstroom.
U - Led
Impulsfrequentie (0,16-250 Hz)
De piek- en basistijden zijn gelijk
W - Led
Slope down. Dit is de tijd waarin de stroom
het minimum bereikt en de boog wordt uitge-
schakeld (0-10 sec.).
X - Led
Post gas. Dit stelt de nastroomtijd van het gas na het
einde van het lassen in. (0-30 sec.)
Tussen het oplichten van de twee LED's R en S geeft het
display Z de aanbevolen elektrodediameter weer. De keuze
van de elektrodediameter varieert van 0,5 mm tot 4 mm.
Gebruik de knop AA om de diameter te wijzigen. Deze func-
tie is alleen actief voor AC TIG-lassen.
AE - 10-PINS CONNECTOR
Op deze connector kunnen de volgende afstand-
bedieningen worden aangesloten:
a) las voetpedaal
b) las toorts met startknop
c) las toorts met up/down regeling etc…
AD - GASAANSLUITING 1/4 GAS)
Hierop wordt de gasslang van de TIG-
lastoorts aangesloten.
AB - klem met negatieve uitgang (-)
AC - klem met positieve uitgang (+)
F - schakelaar
Schakelt het apparaat in en uit
AG - gasslangaansluiting
3.3. ALGEMENE OPMERKINGEN
Lees de normen CEI 26-23 / IEC-TS 62081, aandachtig door
voordat u dit apparaat gaat gebruiken, en controleer boven-
dien of de kabels, de elektrodeklemmen, de stopcontacten
en de stekkers onbeschadigd zijn, en of de doorsnede en de
lengte van de laskabels overeenkomen met het gebruikte
vermogen.
3.4. LASSEN VAN BEKLEDE ELEKTRODEN (MMA)
- Overtuig uzelf u ervan dat de schakelaar AF in de stand 0
staat, en sluit vervolgens de laskabels aan volgens de pola-
riteit die wordt vereist door de fabrikant van de elektroden
die u gaat gebruiken. Sluit de klem van de massakabel aan
op het werkstuk, zo dicht mogelijk bij de las, en overtuig
uzelf ervan dat er een goed elektrisch contact is.
- Raak niet tegelijkertijd de las-toorts of de elektrodehouder
en de massaklem aan.
- Zet het apparaat aan via de schakelaar AF.
Selecteer het MMA-proces door op de knop A te drukken,
led B brandt.
- Regel de stroom op grond van de elektrodediameter, de
laspositie en het type verbinding die moet worden gemaakt.
- Zet het apparaat na het lassen altijd uit en haal de elektro-
de uit de elektrodehouder.
AF
AG
46
3.5. TIG-LASSEN
In de lasmodus TIG AC kunt u aluminium, alumi-
niumlegeringen, messing en magnesium lassen, terwijl TIG
DC geschikt is voor het lassen van roestvrij staal,
ijzer en koper.
Sluit de connector van de massakabel aan op de positieve
pool (+) van het lasapparaat en de klem met het werkstuk op
een plaats zo dicht mogelijk bij het lassen, en overtuig uzelf
ervan of er een goed elektrisch contact is.
Sluit de hoofdstroomstekker van de toorts aan op de nega-
tieve pool (-) van het lasapparaat.
Sluit de stuurstroomstekker van de toorts aan op de con-
nector AE van het lasapparaat.
Sluit de verbinding van de gasslang van de toorts aan op de
verbinding AD van het apparaat en de gasslang die afkom-
stig is van het reduceerventiel van de gasfles op de verbin-
ding AG.
Het apparaat inschakelen.
Raak de stroomvoerende delen en de uitgangsklemmen niet
aan wanneer het apparaat ingeschakeld is.
Selecteer het proces en de modus bij de eerste inschakeling
van de machine met de knoppen A en E, en de lasparame-
ters door middel van de toets P en de knop AA, zoals besch-
reven in paragraaf 3.2.
Bepaal het type en de diameter van de te gebruiken elektro-
de aan de hand van tabel A:
Het gasverbruik moet worden ingesteld op een waarde (in
liters per minuut) van ongeveer 6 maal de diameter van de
elektrode.
Als er accessoires worden gebruikt, zoals bijvoorbeeld de
gas-lens, kan het gasverbruik worden teruggebracht tot
ongeveer 3 maal de elektrodediameter. De diameter van het
keramische gascup moet een diameter hebben van 4 tot 6
maal de elektrodediameter.
Gebruik beschermgas D.I.N. 10 tot 75A en D.I.N. 11 vanaf
75A.
4 AFSTANDSBEDIENINGEN EN ACCESSOIRES
De volgende afstandsbedieningen kunnen worden aange-
sloten voor het regelen van de lasstroom van dit lasappa-
raat:
Art. 193 Voetbediening (gebruikt voor TIG-lassen)
Art. 1260 BINZEL “ABITIG 200” toorts (200 A – 35%) –
m4
Art. 1262 BINZEL “ABITIG 200” Up/Down-toorts (200 A –
35%) – m4
Art. 1656 Verrijdbaar onderstel voor stroombron
Art. 1281.03 Accessoire voor MMA-lassen
Art 1192+ Art 187 (gebruikt bij elektrode-lassen)
ART. 1180 Aansluiting om de toorts en de pedaalbedie-
ning tijdelijk te verbinden.
Met dit accessoire kan ART 193 in elke
TIG-lasmodus worden gebruikt.
De bedieningen die een potentiometer omvatten regelen
de lasstroom van de minimum tot de maximum stroom
die is ingesteld met de knop AA.
De bedieningen met UP/DOWN-bediening regelen de
lasstroom van het minimum tot het maximum.
D.C
.
A.C. (frequentie 5o Hz)
Pos. max. penetratie Pos. nul gebalanceerd Pos. max. reiniging
Elektrode type
Wolfraam Wolfraam Wolfraam Wolfraam Wolfraam Wolfraam Wolfraam
Thorium 2% Zuiver Zr 0,8% Zuiver Zr 0,8% Zuiver Zr 0,8%
ø Rood Groen Wit Groen Wit Groen Wit
1,6 70A ÷ 150A 50A ÷ 100A 70A ÷ 150A 30A ÷ 60A 50A ÷ 80A 20A ÷ 40A 30A ÷ 60A
2,4 150A ÷ 250A 100A ÷ 160A 140A ÷ 235A 60A ÷ 120A 80A ÷ 140A 40A ÷ 100A 60A ÷ 120A
3,2 200A ÷ 350A 150A ÷ 210A 225A ÷ 325A 80A ÷ 160A 100A ÷ 180A 60A ÷ 140A 80A ÷ 160A
4 300A ÷ 400A 200A ÷ 275A 300A ÷ 400A 100A ÷ 240A 150A ÷ 280A 80A ÷ 200A 150A ÷ 250A
Tabel A
/