Documenttranscriptie
ML-375x Series
Gebruikershandleiding
Basis
imagine the possibilities
Deze handleiding geeft informatie met betrekking tot de installatie, normaal gebruik en het
oplossen van problemen in Windows.
Inhoud
1. Inleiding
3. Onderhoud
5
Belangrijkste voordelen
51 Verbruiksartikelen en toebehoren bestellen
8
Functies per model
52 Beschikbare verbruiksartikelen
9
Nuttig om te weten
53 Beschikbare accessoires
10 Informatie over deze gebruikershandleiding
55 Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud
11 Veiligheidsinformatie
56 Toner herverdelen
17 Apparaatoverzicht
58 De tonercassette vervangen
20 Overzicht van het bedieningspaneel
60 Een geheugenmodule upgraden
21 Het apparaat inschakelen
62 De gebruiksduur van de verbruiksartikelen
controleren
22 Lokaal installeren van het stuurprogramma
24 Het stuurprogramma opnieuw installeren
2
2. De basisfuncties leren kennen
63 Instellen van de waarschuwing "Toner bijna
op"
64 Het apparaat reinigen
26 Menuoverzicht
4. Problemen oplossen
28 Tekens invoeren met behulp van het
numerieke toestenblok
68 Tips om papierstoringen te voorkomen
29 Een testpagina afdrukken
69 Papierstoringen verhelpen
30 De taal op het display wijzigen
76 Informatie over de status-LED
31 Afdrukmateriaal en lade
79 Informatie over displaymeldingen
44 Eenvoudige afdruktaken
Inhoud
5. Bijlage
86 Specificaties
96 Informatie over wettelijke voorschriften
104 Copyright
3
1. Inleiding
In dit hoofdstuk staat informatie die u nodig heeft om het apparaat te
gebruiken.
• Belangrijkste voordelen
5
• Functies per model
8
• Nuttig om te weten
9
• Informatie over deze gebruikershandleiding
10
• Veiligheidsinformatie
11
• Apparaatoverzicht
17
• Overzicht van het bedieningspaneel
20
• Het apparaat inschakelen
21
• Lokaal installeren van het stuurprogramma
22
• Het stuurprogramma opnieuw installeren
24
Belangrijkste voordelen
Milieuvriendelijk
• Dit apparaat beschikt over een Eco-functie waarmee u toner en
papier kunt sparen.
• U kunt meerdere pagina’s op één vel afdrukken om papier te
besparen (zie handleiding Geavanceerd).
• Om papier te besparen kunt u op beide zijden van het papier
afdrukken (dubbelzijdig afdrukken) (zie handleiding
Geavanceerd).
• Dit apparaat bespaart automatisch elektriciteit door het
stroomverbruik aanzienlijk te beperken wanneer het apparaat
niet wordt gebruikt.
Afdrukken met hoge snelheid en uitstekende
kwaliteit
• U kunt afdrukken met een resolutie tot 1.200 x 1.200 dpi
effectieve uitvoer.
• Snel on-demand afdrukken.
- Voor enkelzijdig afdrukken, 35 ppm (A4) of 37 ppm (Letter).
- Voor dubbelzijdig afdrukken, 17 ppm (A4) of 18 ppm (Letter).
Belangrijkste voordelen
Gemak
• Samsung Easy Printer Manager en Samsung-printerstatus (of Smart Panel) zijn programma's die de status van het apparaat
controleren en u deze doorgeven, en waarmee u de instellingen van het apparaat kunt aanpassen (zie handleiding Geavanceerd).
• Met AnyWeb Print kunt u van een scherm in Windows Internet Explorer een schermopname of afdrukvoorbeeld maken en afdrukken
op een veel eenvoudigere manier dan in het gebruikelijke programma (zie handleiding Geavanceerd).
Grote functionaliteit en brede ondersteuning van toepassingen.
• Ondersteuning voor verschillende papierformaten (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 88).
• Watermerken afdrukken: U kunt uw documenten voorzien van een watermerk zoals "Vertrouwelijk" (zie handleiding Geavanceerd).
• Posters afdrukken: De tekst en afbeeldingen op elke pagina van uw document worden vergroot en afgedrukt over verschillende vellen
papier die u kunt samenvoegen tot een poster (zie handleiding Geavanceerd).
• U kunt in verschillende besturingssystemen afdrukken (zie "Systeemvereisten" op pagina 91).
• Het apparaat is uitgerust met een USB- en/of een netwerkinterface.
Belangrijkste voordelen
De capaciteit van uw apparaat uitbreiden
• Dit apparaat heeft een extra geheugensleuf om het geheugen uit te breiden (zie "Beschikbare accessoires" op pagina 53).
• Emulation, compatibel met PostScript 3 (PS3) maakt PS-afdrukken mogelijk.
Functies per model
Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land.
functies
Hi-Speed USB 2.0-poort 1
ML-3750ND
ML-3753ND
●
●
●
Hi-Speed USB 2.0-poort 2
IEEE 1284 parallelstekker
○
○
Netwerkinterface Ethernet 10/100/1000 Base TX bedraad LAN
●
●
IPv6
●
●
Eco-afdrukken
●
●
Dubbelzijdig afdrukken
●
●
Samsung Easy Printer Manager
●
●
○
○
Lade 2 (520 vellen)
SyncThru™ Web Service
○
○
●
●
PCL-printerstuurprogramma
●
●
PS-printerstuurprogramma
●
●
XPS-printerstuurprogramma
●
●
Geheugen
( ●: inclusief, ○: optioneel, leeg: niet beschikbaar)
Nuttig om te weten
Het apparaat drukt niet af.
Er is papier vastgelopen.
• Open de afdruklijst en verwijder het document uit de
lijst (zie "Een afdruktaak annuleren" op pagina 45).
• Open de klep aan de voorzijde en sluit ze weer.
• Verwijder het stuurprogramma en installeer deze
opnieuw (zie "Lokaal installeren van het
stuurprogramma" op pagina 22).
• Selecteer uw printer als de standaardprinter in
Windows.
• Zoek de instructies voor het verwijderen van
vastgelopen papier in deze handleiding en los het
probleem op (zie "Papierstoringen verhelpen" op
pagina 69).
De afdrukken zijn vaag.
Waar kan ik accessoires of verbruiksartikelen
kopen?
• Het toner is mogelijk op of ongelijk verdeeld. Schud de
tonercassette heen en weer.
• Vraag na bij een Samsung-distributeur of uw
detailhandelaar.
• Probeer een andere instelling voor de resolutie.
• Kijk op www.samsung.com/supplies. Kies uw land of
regio voor productinformatie.
De status-LED knippert of blijft branden.
• Schakel het apparaat uit en weer in.
• Zoek de betekenis van de LED-indicatorlampjes in
deze handleiding en los het probleem op (zie
"Informatie over de status-LED" op pagina 76).
• Vervang de tonercassette.
Waar kan ik het stuurprogramma van de printer
downloaden?
• Kijk op www.samsung.com/printer voor de laaste
versie van het stuurprogramma van de printer en
installeer deze op uw systeem.
Informatie over deze gebruikershandleiding
Deze gebruikershandleiding bevat basisinformatie over het
apparaat en biedt tevens gedetailleerde informatie over de
verschillende procedures die doorlopen moeten worden bij het
gebruik van het apparaat.
•
Lees de veiligheidsinformatie voor u het apparaat in gebruik
neemt.
•
Raadpleeg het hoofdstuk over probleemoplossing als u
problemen ondervindt bij gebruik van het apparaat.
•
De termen die in deze gebruikershandleiding worden
gebruikt, worden uitgelegd in het hoofdstuk met de
woordenlijst.
•
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn
afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk
niet helemaal overeen met het door u gekochte apparaat.
•
De schermafbeeldingen in deze gebruikershandleiding
kunnen afwijken van de schermweergave van uw apparaat
afhankelijk van de firmware-/stuurprogrammaversie.
•
De procedures in deze gebruikershandleiding zijn
voornamelijk gebaseerd op Windows 7.
1. Inleiding
10
1
Afspraken
Sommige in deze gebruikershandleiding gebruikte termen zijn
verwisselbaar:
•
Document is synoniem met origineel.
•
Papier is synoniem met materiaal of afdrukmateriaal.
•
Apparaat verwijst naar printer of multifunctionele printer.
2
Algemene pictogrammen
Pictogram
Tekst
Omschrijving
Biedt gebruikers informatie om het
Opgepa apparaat te beschermen tegen
st
mogelijke mechanische schade of
defecten.
Biedt aanvullende informatie of
Opmerki
gedetailleerde uitleg over een functie of
ng
voorziening van het apparaat.
Veiligheidsinformatie
Deze waarschuwingen en voorzorgen moeten eventuele
beschadigingen aan uw apparaat en verwondingen aan uzelf of
anderen voorkomen. Lees deze instructies aandachtig voor u
het apparaat in gebruik neemt. Bewaar dit document goed nadat
u het hebt gelezen.
1. Inleiding
11
4
Bedrijfsomgeving
Waarschuwing
3
Belangrijke veiligheidssymbolen
Niet gebruiken als de stekker beschadigd is of als het
stopcontact niet geaard is.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Verklaring van alle pictogrammen en symbolen in
dit hoofdstuk
Waarsch
uwing
Gevaren of onveilige praktijken die ernstig
letsel of de dood kunnen veroorzaken.
Gevaren of onveilige praktijken die een
Opgepast klein letsel of eigendomsschade kunnen
veroorzaken.
NIET proberen.
Plaats niets op het apparaat (water, kleine metalen of
zware voorwerpen, kaarsen, brandende sigaretten,
enzovoort).
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
• Als het apparaat oververhit raakt, komt er rook uit,
maakt het vreemde geluiden of verspreidt het
vreemde geuren. Schakel onmiddellijk de
stroomschakelaar uit en koppel het apparaat los.
• De gebruiker moet bij het stopcontact kunnen om in
geval van nood de stekker uit het stopcontact te
kunnen trekken.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Veiligheidsinformatie
1. Inleiding
12
Buig het netsnoer niet en plaats er geen zware
voorwerpen op.
Probeer de stekker niet in het stopcontact te forceren
als hij er moeilijk ingaat.
Het trappen op of beknellen van het netsnoer door
een zwaar voorwerp kan een elektrische schok of
brand veroorzaken.
U riskeert een elektrische schok. Neem contact op
met een elektricien om het stopcontact te vervangen.
Voorkom dat huisdieren op het netsnoer, de
telefoonkabel of de kabel naar de computer bijten.
Haal de stekker niet uit het stopcontact door aan het
netsnoer te trekken; trek de stekker er niet uit met
natte handen.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken
en/of uw huisdier verwonden.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Als het apparaat niet goed werkt nadat u deze
instructies hebt uitgevoerd, koppelt u het apparaat
volledig los en roept u de hulp in van een
gekwalificeerd technicus.
Opgepast
Zo niet kan dit een elektrische schok of brand
veroorzaken.
Haal de stekker uit het stopcontact tijdens onweer of
als u het apparaat niet gebruikt.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Opgelet, het papieruitvoergebied is heet.
5
Bedieningswijze
U kunt brandwonden oplopen.
Als het apparaat is gevallen of als de behuizing
beschadigd lijkt, koppelt u het apparaat volledig los
en roept u de hulp in van een gekwalificeerd
technicus.
Zo niet kan dit een elektrische schok of brand
veroorzaken.
Opgepast
Trek het papier niet uit de printer tijdens het
afdrukken.
Dit kan het apparaat beschadigen.
Veiligheidsinformatie
1. Inleiding
Houd uw hand niet tussen het apparaat en de
papierlade.
Het apparaat wordt gevoed via het netsnoer.
Om de stroom uit te schakelen, trekt u het netsnoer uit
het stopcontact.
U kunt letsel oplopen.
Blokkeer de ventilatieopening niet of duw er geen
voorwerpen in.
Hierdoor kunnen onderdelen warm worden en kan er
brand ontstaan of kan het apparaat beschadigd
raken.
Wees voorzichtig wanneer u papier vervangt of
vastgelopen papier verwijdert.
13
6
Installatie/verplaatsen
Waarschuwing
Nieuw papier heeft scherpe randen die snijwonden
kunnen veroorzaken.
Plaats het apparaat niet in een stoffige of vochtige
ruimte of op een plek waar water lekt.
Bij het afdrukken van grote hoeveelheden kan de
onderzijde van het uitvoergebied heet worden. Houd
kinderen uit de buurt.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Zij kunnen brandwonden oplopen.
Gebruik geen tang of scherpe metalen voorwerpen
om vastgelopen papier te verwijderen.
Dit kan het apparaat beschadigen.
Vermijd het stapelen van te veel papier in de
papieruitvoerlade.
Dit kan het apparaat beschadigen.
Veiligheidsinformatie
Opgepast
Schakel de stroom uit en maak alle kabels los
voordat u het apparaat verplaatst.
1. Inleiding
14
Gebruik alleen telefoondraad van Nr. 26 AWGa of,
indien nodig, een grotere telefoondraad.
Zo niet kan het apparaat beschadigd raken.
Til vervolgens het apparaat op deze wijze op:
Dek het apparaat niet af en plaats het niet in een
slecht geventileerde ruimte, zoals een kast.
• Een apparaat dat minder dan 20 kg weegt, mag
door één persoon worden opgetild.
Als het apparaat niet voldoende wordt geventileerd,
kan er brand ontstaan.
• een apparaat dat 20 - 40 kg weegt, moet door twee
personen worden opgetild.
Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact.
• een apparaat dat meer dan 40 kg weegt, moet
door vier of meer personen worden opgetild.
Het apparaat zou kunnen vallen en verwondingen of
schade veroorzaken.
Plaats het apparaat niet op een onstabiel of schuin
oppervlak.
Het apparaat zou kunnen vallen en verwondingen of
schade veroorzaken.
Het apparaat moet aangesloten worden op een
spanningsbron met hetzelfde energieniveau als op
het label.
Als u niet zeker bent en het spanningsniveau wilt
controleren, neemt u contact op met de
elektriciteitsmaatschappij.
Zo niet kan dit een elektrische schok of brand
veroorzaken.
Sluit niet te veel apparaten op hetzelfde stopcontact
of verlengsnoer aan.
Dit kan de prestaties verminderen en een elektrische
schok of brand veroorzaken.
Gebruik voor een veilige bediening het netsnoer dat
met uw apparaat werd meegeleverd. Als u een snoer
gebruikt dat langer is dan 2 meter voor een apparaat
van 110 V, moet het snoer minstens 16 AWG dik zijn.
Zo niet kan het apparaat beschadigd raken en een
elektrische schok of brand veroorzaken.
a. AWG: American Wire Gauge
Veiligheidsinformatie
1. Inleiding
15
7
Onderhoud/controle
Opgepast
Trek het netsnoer van het apparaat uit het
stopcontact als u de binnenkant van het apparaat
wilt reinigen. Reinig uw apparaat niet met benzeen,
verdunningsmiddel of alcohol, en spuit geen water
in het apparaat.
• Verwijder geen kleppen of beveiligingselementen
die vastgeschroefd zijn.
• Fixeereenheden mogen alleen worden hersteld
door een gekwalificeerde servicemedewerker.
Reparatie door niet-gekwalificeerde technici kan
brand of elektrische schokken veroorzaken.
Dit apparaat mag alleen worden hersteld door een
medewerker van de technische dienst van
Samsung.
Houd reinigingsproducten uit de buurt van kinderen.
Kinderen kunnen letsel oplopen.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Zorg ervoor dat het apparaat niet werkt als u
verbruiksartikelen in het apparaat vervangt of de
binnenkant schoonmaakt.
U kunt letsel oplopen.
Houd het netsnoer en het contactoppervlak van de
stekker stof- en watervrij.
Zo niet kan dit een elektrische schok of brand
veroorzaken.
U mag het apparaat niet zelf demonteren, herstellen
of weer in elkaar steken.
Dit kan het apparaat beschadigen. Neem contact op
met een professioneel technicus als het apparaat
gerepareerd moet worden.
Volg de richtlijnen uit de gebruikershandleiding die
met het apparaat werd meegeleverd om het
apparaat te reinigen en te bedienen.
Zo niet, dan kunt u het apparaat beschadigen.
Veiligheidsinformatie
1. Inleiding
16
8
Gebruik van verbruiksartikelen
Opgepast
Het gebruik van gerecycleerde verbruiksartikelen,
zoals toner, kan het apparaat beschadigen.
Bij schade als gevolg van het gebruik van
gerecyclede verbruiksartikelen zullen
reparatiekosten in rekening worden gebracht.
Haal de tonercassette niet uit elkaar.
Als er tonerstof op uw kleding terechtkomt, moet u
geen warm water gebruiken.
Tonerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of
opname.
Door warm water hecht de toner zich aan de stof.
Gebruik altijd koud water.
Verbrand geen verbruiksartikelen zoals een
tonercassette of fixeereenheid.
Dit kan een explosie of onbeheersbare brand
veroorzaken.
Zorg ervoor dat er geen tonerstof op uw lichaam of
kledij terechtkomt bij het vervangen van de
tonercassette of het verwijderen van vastgelopen
papier.
Tonerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of
opname.
Houd kinderen uit de buurt van de plaats waar u
verbruiksartikelen (bijvoorbeeld tonercassettes)
bewaart.
Tonerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of
opname.
Apparaatoverzicht
1. Inleiding
9
Toebehoren
Netsnoer
Beknopte installatiehandleiding
Software-cda
Div. accessoiresb
a. De software-cd bevat het stuurprogramma van de printer en programma´s.
b. Diverse, bij uw printer geleverde accessoires kunnen verschillen per land van aankoop en specifiek model.
17
Apparaatoverzicht
1. Inleiding
10
Voorkant
1
9
2
10
8
3
7
4
11
6
5
1
2
3
Uitvoerlade
Bedieningspaneel
Klep moederbord
4
Voorklep
7
5 Indicator
papierniveau
8
6
9
Lade 2
Lade 1
Multifunctionele lade
Extensie voor
multifunctionele lade
10
11
Papierbreedtegeleiders op de
multifunctionele lade
Papieruitvoersteun
18
Apparaatoverzicht
1. Inleiding
19
11
Achterkant
• Deze afbeelding kan afhankelijk van het model afwijken van uw apparaat.
• Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land.
9
8
7
1
6
2
3
5
4
1 Netwerkpoort
4 IEEE 1284 stroomaansluiting met parallelstekker
7
Duplex-eenheid
2 USB-poort 1
5 Stroomschakelaar
8
Achterklep
3 USB-poort 2a (alleen ML-3753ND)
6 Aansluiting netsnoer
9
Achterklep lade
a. Dankzij de twee USB-poorten kunt u een printer op twee verschillende computers aansluiten. Hiervoor moet u op beide computers
printerstuurprogramma's installeren. Verbind nooit één computer dubbel, via de twee USB-poorten, met de printer. Dit kan ernstige schade veroorzaken
aan de printer en computer.
Overzicht van het bedieningspaneel
3
1
2
1. Inleiding
20
Hiermee bevestigt u het op het
display geselecteerde item.
OK
4
(Achterkant)
Hiermee keert u terug naar het
bovenliggende menu.
3
10
4
5
Numeriek
toetsenblok
5
6
9
6
(Annuleren)
7
(aan/uit)
7
8
8
(StatusLED)
Weergave
2
(Menu)
Toont de huidige status en geeft
meldingen weer tijdens het gebruik.
Hiermee opent u de menumodus en
bladert u door de beschikbare
menu’s.
Hiermee kunt u op elk moment een
taak onderbreken.
Met deze knop kunt u de stroom inen uitschakelen.
Toont de status van uw printer (zie
"Status LED" op pagina 77).
Eco
Gaat naar de eco-modus voor het
besparen van toner en papier (zie
"Eco-opties" op pagina 49).
Pijltoetsen
Door beschikbare waarden bladeren
door naar vorige of volgende opties te
gaan.
9
1
U kunt cijfers en tekens invoeren met
behulp van het toetsenblok. Dit is
handig wanneer u IP-adressen moet
invoeren. (zie "Tekens invoeren met
behulp van het numerieke
toestenblok" op pagina 28).
10
Het apparaat inschakelen
1
Sluit de printer eerst op de netvoeding aan.
Zet de aan/uit-schakelaar aan.
2
Druk op de knop
(aan/uit) en laat deze los.
1. Inleiding
21
Lokaal installeren van het stuurprogramma
Een lokale printer is een printer die via een kabel rechtstreeks op
uw computer is aangesloten. Als uw apparaat met een netwerk
is verbonden, slaat u de onderstaande stappen over en gaat u
naar het deel over de installatie van het stuurprogramma voor
een apparaat dat met een netwerk is verbonden (zie handleiding
Geavanceerd).
• Door Aangepaste installatie te selecteren kunt u
kiezen welke programma's u wilt installeren.
• Gebruik alleen een USB-kabel die korter is dan 3
meter.
22
12
1
Windows
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
Als tijdens de installatie het venster "Wizard Nieuwe
hardware gevonden" verschijnt, klikt u op Annuleren
om het venster te sluiten.
• Zie de handleiding Geavanceerd als u een Macintosh,
Linux of Unix OS-gebruiker bent.
• Het installatievenster in deze gebruikershandleiding
kan verschillen afhankelijk van het apparaat en de
gebruikte interface.
1. Inleiding
2
Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
De cd-rom start automatisch op en er verschijnt een
installatievenster.
Lokaal installeren van het stuurprogramma
3
Selecteer Nu installeren.
4
Lees de Gebruiksrechtovereenkomst en schakel het
selectievakje Ik aanvaard de bepalingen van de
gebruiksrechtovereenkomst in. Klik daarna op
Volgende.
5
Volg de instructies in het installatievenster.
1. Inleiding
23
Het stuurprogramma opnieuw installeren
Als het printerstuurprogramma niet naar behoren werkt, volg dan
de onderstaande stappen om het stuurprogramma opnieuw te
installeren.
13
Windows
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
Selecteer in het menu Start achtereenvolgens
Programma’s of Alle programma’s > Samsung Printers
> naam van uw printerstuurprogramma >
Deïnstalleren.
3
4
Volg de instructies in het installatievenster.
Plaats de software-cd in uw cd-rom-station in installeer het
stuurprogramma opnieuw (zie "Lokaal installeren van het
stuurprogramma" op pagina 22).
1. Inleiding
24
2. De basisfuncties leren
kennen
Nadat de installatie is voltooid, kunt u de standaardinstellingen van het
apparaat opgeven. Raadpleeg het volgende hoofdstuk om waarden in
te stellen of te wijzigen. Dit hoofdstuk levert informatie over de
algemene menustructuur en de opties voor de basisinstellingen.
• Menuoverzicht
26
• Tekens invoeren met behulp van het numerieke
toestenblok
28
• Een testpagina afdrukken
29
• De taal op het display wijzigen
30
• Afdrukmateriaal en lade
31
• Eenvoudige afdruktaken
44
2. De basisfuncties leren
kennen
Menuoverzicht
Het bedieningspaneel biedt toegang tot verschillende menu’s
voor de instelling van het apparaat en het gebruik van de functies
van het apparaat.
Items
Opties
Menuoverzicht
Configuratie
• Druk op de knop
(Menu) om toegang te krijgen tot
deze menu's. Druk op de pijl-links/rechts tot het
gewenste menuonderdeel verschijnt en druk op OK.
• Naast het gekozen menu verschijnt een sterretje (*).
Info verb.art.
Demopagina
Informatie
PCL-lettertype
PS-lettertype
• Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige
menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit
het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw
apparaat.
EPSON-lettert.
Gebruiksteller
Account
• Afhankelijk van het model kunnen sommige menuonderdelen op uw apparaat een andere naam hebben.
Afdrukstand
Algemene marge
Lay-out
MP-lade
Lade X
Emulatiemarge
Duplex
Exemplaren
Papier
MF-lade/ [Lade <x>]
Papierinvoer
Ladekoppeling
26
2. De basisfuncties leren
kennen
Menuoverzicht
Items
Grafisch
Opties
TCP/IP (IPv4)
Tkst dnk. mk.
TCP/IP (IPv6)
Taal
Ethernet-snel.
Netwerk
802.1x
Ontw.gebeurt.
Instel. wissen
Aut. doorgaan
Netwerkconf.
Verv. papier
Net. activeren
Verk. pap.frm.
Http activeren
Luchtdrukcorr.
Aangepasta
Auto CR
Time-out taak
Onderhoud
Tonerbesparing
Eco-inst.
Instel. wissen
Emulatie
Opties
Resolutie
Energ.spaarst.
Systeeminst.
Items
Type emulatie
Instellingen
27
Actieve taak
Taakbeheer
Opgesl. taak
Best.beleid
a. U kunt de toepassingsprogramma´s starten. U moet het
toepassingsprogramma registreren via SyncThru™ Web Service voordat
u het programma start.
Tekens invoeren met behulp van het numerieke toestenblok
U zult voor verschillende taken namen en nummers moeten
invoeren.
1
Als u wordt gevraagd een letter in te voeren, zoekt u de
cijfertoets met de letter van uw keuze erop. Druk een
aantal keren op deze toets tot de gewenste letter op het
display verschijnt.
Wilt u bijvoorbeeld de letter O invoeren, druk dan op
cijfertoets 6 met opschrift MNO. Iedere keer dat u op
cijfertoets 6 drukt, verschijnt er een andere letter op het
display, M, N, O, m, n, o en ten slotte 6.
2
Wilt u extra letters invoeren, herhaal dan stap 1.
Als de volgende letter op dezelfde toets staat, beweeg dan
de cursor door op de pijl-links/rechts te drukken en druk
vervolgens op de toets met het opschrift van uw keuze. De
cursor beweegt naar rechts en de volgende letter
verschijnt op het display. U kunt een spatie invoeren door
op de pijl-toets te drukken.
3
Als u klaar bent met het invoeren van letters drukt u op OK.
Als u tijdens het invoeren van een nummer of naam een
fout maakt, drukt u op de pijl-links/rechts om het laatste
cijfer of de laatste letter te wissen.
2. De basisfuncties leren
kennen
28
Een testpagina afdrukken
Om te controleren of het apparaat juist werkt, kunt u een
testpagina afdrukken.
1
2
3
Druk op
de knop (Menu) op het bedieningspaneel.
Druk op Informatie > OK > Demopagina > OK.
Druk op Afdrukken? > Ja > OK.
Er wordt een testpagina afgedrukt.
2. De basisfuncties leren
kennen
29
De taal op het display wijzigen
Volg onderstaande stappen om de taal op het bedieningspaneel
te wijzigen:
1
2
3
Druk op
de knop (Menu) op het bedieningspaneel.
Druk op Systeeminst. > OK > Taal > OK.
Druk op de toets OK om de gewenste taal te selecteren.
2. De basisfuncties leren
kennen
30
2. De basisfuncties leren
kennen
Afdrukmateriaal en lade
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u afdrukmedia in uw
apparaat plaatst.
• Wanneer u afdrukmateriaal gebruikt dat niet voldoet
aan deze specificaties, kan dit problemen veroorzaken
waarvoor reparatie vereist is. Zulke reparaties worden
niet gedekt door de garantie of serviceovereenkomst
van Samsung.
• Zorg ervoor dat u geen fotopapier voor inkjetprinters
gebruikt. Dit kan uw apparaat beschadigen.
31
1
Lade overzicht
Om het formaat te wijzigen, moet u de papiergeleiders
aanpassen.
2
3
1
• Gebruik van ontvlambaar afdrukmateriaal kan brand
veroorzaken.
• Gebruik aangegeven afdrukmateriaal (zie
"Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 88).
Het gebruik van ontvlambaar materiaal of het
achterblijven van vreemde materialen in de printen kan
oververhitting veroorzaken en in zeldzame gevallen
brand.
1 Geleider voor ladeuitbreiding
2 Papierlengtegeleide
r
3 Papierbreedtegelei
der
De duplexeenheid is standaard ingesteld op het papierformaat
Letter/LGL of A4, afhankelijk van het land waar u de printer hebt
gekocht. Stel de papiergeleider als volgt in om het papierformaat
te wijzigen.
2. De basisfuncties leren
kennen
Afdrukmateriaal en lade
Als u de geleiders niet aanpast, kan dit tot gevolg hebben
dat de afdruk scheef of op de verkeerde plaats afgedrukt
wordt, of dat het papier vastloopt.
32
De papierniveau-indicator geeft aan hoeveel papier er in
de lade ligt.
1
1 Vol
2 Leeg
2
4
A
2. De basisfuncties leren
kennen
Afdrukmateriaal en lade
2
1
2
3
Plaats papier in de lade/optionele lade
33
4
Verschuif de lengtegeleider tot deze lichtjes de stapel
papier raakt.
5
Houd de breedtegeleider ingedrukt en schuif deze zonder
deze te buigen tegen de stapel papier.
Trek de lade uit.
Buig de papierstapel om of waaier het papier uit om de
pagina’s van elkaar te scheiden voordat u het papier in de
lade plaatst.
Leg het papier met de zijde die u wilt bedrukken naar
onder.
2. De basisfuncties leren
kennen
Afdrukmateriaal en lade
• Druk de papierbreedtegeleider niet te hard tegen de
rand van het papier, aangezien het papier hierdoor kan
buigen.
De instellingen die via het apparaatstuurprogramma zijn
opgegeven krijgen voorrang op de instellingen die via het
bedieningspaneel werden opgegeven.
a Als u afdrukt vanuit een toepassing, opent u de
toepassing en het afdrukmenu.
b Open Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie
"Voorkeursinstellingen openen" op pagina 46).
c Klik op het tabblad Papier in Voorkeursinstellingen
voor afdrukken en selecteer een passend papiertype.
• Als u de breedtegeleider niet aanpast, kan het papier
vastlopen.
• Gebruik geen papier waarvan de voorste rand
opgekruld is. Hierdoor kan het papier vastlopen of
kreukelen.
34
3
Papier vullen multifunctionele lade
De multifunctionele lade kan speciale types en formaten van
afdrukmedia bevatten, zoals postkaarten, notitiekaarten en
enveloppen.
6
7
Plaats de lade terug in het apparaat.
Tips voor het gebruik van de multifunctionele lade
Stel de papiersoort en het -formaat in voor lade 1 (zie
"Papierformaat en -type instellen" op pagina 42).
• Voeg geen papier toe als er nog papier in de
multifunctionele lade ligt. Dit kan papierstoringen
veroorzaken.
• Afdrukmedia moeten met de voorzijde naar boven en
de bovenkant eerst in het midden van de
multifunctionele lade worden geplaatst.
2. De basisfuncties leren
kennen
Afdrukmateriaal en lade
• Let voor optimale adrukkwaliteit en ter voorkoming van
vastlopend papier (zie "Specificaties van de
afdrukmedia" op pagina 88) op de volgende
aanwijzingen.
1
35
Open de multifunctionele lade en trek het verlengstuk van
de multifunctionele lade uit zoals afgebeeld.
• Maak gekrulde briefkaarten, enveloppen en etiketten
eerst vlak voor u ze in de multifunctionele lade plaatst.
• Volg bij het afdrukken op speciaal afdrukmedia de
richtlijnen voor het plaatsen van afdrukmateriaal (zie
"Afdrukken op speciale afdrukmedia" op pagina 36).
• Als vellen overlappen bij het afdrukken via de
multifunctionele lade, opent u lade 1, verwijdert u de
overlappende vellen en probeert u opnieuw af te
drukken.
• Als het papier niet goed wordt doorgevoerd bij het
afdrukken, duwt u het papier met de hand tot het
automatisch wordt doorgevoerd.
2
1
2
Pas de multifunctionele lade met de papiergeleiders aan
op de breedte van het papier.
2. De basisfuncties leren
kennen
Afdrukmateriaal en lade
3
Buig de papierstapel of waaier het papier uit om de
pagina’s van elkaar te scheiden voordat u het papier in de
lade plaatst.
4
Plaats het papier in de lade. Druk de
papierbreedtegeleiders van de multifunctionele lade in en
stel ze in op de breedte van het papier.
36
De instellingen die via het stuurprogramma zijn
opgegeven krijgen voorrang op de instellingen via het
bedieningspaneel.
a Als u afdrukt vanuit een toepassing, opent u de
toepassing en het afdrukmenu.
b Open Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie
"Voorkeursinstellingen openen" op pagina 46).
c Klik op het tabblad Papier in Voorkeursinstellingen
voor afdrukken en selecteer het juiste papiertype.
Als u bijvoorbeeld op een etiket wilt afdrukken, stelt u
het papiertype in op Etiketten.
d Selecteer Multifunctionele lade bij papierbron en
druk vervolgens op OK.
e Start het afdrukken vanuit de toepassing.
4
Afdrukken op speciale afdrukmedia
De onderstaande tabel toont de te gebruiken speciale
afdrukmedia in elke lade.
5
Stel de papiersoort en het -formaat in op het
bedieningspaneel (zie "Papierformaat en -type instellen"
op pagina 42).
De mediatypes worden getoond in de Voorkeursinstellingen
voor afdrukken. Kies het correcte mediatype voor de beste
afdrukkwaliteit.
2. De basisfuncties leren
kennen
Afdrukmateriaal en lade
• Voor het gebruik van speciale afdrukmedia raden wij u
aan om telkens een vel per keer in te voeren (zie
"Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 88).
• Afdrukken op speciale media (voorzijde naar
boven)
Als de speciale media kreuken, vouwen of dikke zwarte
lijnen vertonen, opent u de achterklep, duwt u de
hendel naar beneden en probeert u opnieuw af te
drukken. Houd de achterklep tijdens het afdrukken
geopend.
Lade 1
Optionele
lade
Multifunctionele
lade
Normaal
papier
●
●
●
Dik papier
●
●
●
Types
●
Dikker
Dun papier
●
●
●
Bankpost
●
●
●
●
Gekleurd
papier
Kartonpapier
Zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 88 voor
papiergewicht per vel.
37
●
●
●
Etiketten
●
Transparanten
●
Envelop
●
Voorbedrukt
●
Katoen
●
Kringlooppapi
er
●
●
●
Archiefpapier
●
●
●
( ●: beschikbaar. Leeg: niet beschikbaar)
2. De basisfuncties leren
kennen
Afdrukmateriaal en lade
38
Enveloppen
Of enveloppen goed worden bedrukt, is afhankelijk van de
kwaliteit.
Plaats een envelop op de volgende manier om deze te
bedrukken.
1
•
Als de afgedrukte enveloppen kreuken, vouwen of dikke zwarte
lijnen vertonen, opent u de achterklep, verschuift u de achterste
geleider aan de rechterkant ongeveer 90° graden en probeert u
opnieuw af te drukken. Houd de achterklep tijdens het afdrukken
geopend.
1 Hendel
Houd bij de keuze van enveloppen rekening met de volgende
factoren:
-
Gewicht: niet zwaarder dan 90 g/m2, anders kunnen de
enveloppen vastlopen.
-
Samenstelling: plat liggend met minder dan 6 mm
opkrullende rand, zonder lucht.
-
Toestand: geen gekrulde, verkreukelde of beschadigde
enveloppen.
-
Temperatuur: dienen tegen de warmte en druk van het
apparaat in werking te kunnen.
•
Gebruik alleen goed gevormde enveloppen met scherpe
vouwen.
•
Gebruik geen afgestempelde enveloppen.
2. De basisfuncties leren
kennen
Afdrukmateriaal en lade
•
Gebruik geen enveloppen met sluithaakjes, knipsluitingen,
vensters, gecoate binnenbekleding, zelfklevende sluitingen
of andere synthetische materialen.
•
Gebruik geen beschadigde enveloppen of enveloppen van
slechte kwaliteit.
•
Controleer of de naad aan beide uiteinden van de envelop
helemaal doorloopt tot in de hoek.
1
39
Transparanten
Om beschadigingen aan het apparaat te voorkomen mag u
uitsluitend transparanten gebruiken die speciaal zijn ontworpen
voor laserprinters.
2
1 Aanvaardbaar
2 Onaanvaardbaar
•
Enveloppen met een verwijderbare strip of met meer dan één
zelfklevende vouwbare klep moeten van een kleefmiddel zijn
voorzien dat gedurende 0,1 seconde bestand is tegen de
fixeertemperatuur van het apparaat (ongeveer 170 C). De
extra kleppen en strips kunnen kreuken, scheuren en
papierstoringen veroorzaken, en kunnen zelfs de
fixeereenheid beschadigen.
•
Bestand tegen de fixeertemperatuur in het apparaat.
•
Plaats transparanten op een vlak oppervlak nadat u ze uit het
apparaat hebt gehaald.
•
Laat transparanten niet te lang in de papierlade liggen. Er kan
zich dan stof en vuil op afzetten, wat leidt tot vlekken bij het
afdrukken.
•
Voor de beste afdrukkwaliteit plaatst u de marges best niet
dichter dan 15 mm van de rand van de envelop.
•
Let op dat u geen vingerafdrukken op de transparanten
maakt. Dit veroorzaakt vlekken tijdens het afdrukken.
•
Druk niet af op de plaats waar de naden van de envelop
samenkomen.
•
Bescherm transparanten na het afdrukken tegen langdurige
blootstelling aan zonlicht om te voorkomen dat ze gaan
vervagen.
2. De basisfuncties leren
kennen
Afdrukmateriaal en lade
40
•
Zorg dat de transparanten niet kreukelen, krullen of
gescheurde hoeken hebben.
Etiketten
•
Gebruik geen transparanten die loskomen van de
achterzijde.
Om beschadigingen aan het apparaat te voorkomen, gebruikt u
uitsluitend etiketten die speciaal zijn ontworpen voor
laserprinters.
•
Om te vermijden dat afgedrukte transparanten aan elkaar
gaan kleven, mag u ze tijdens het afdrukken niet laten
opstapelen in de uitvoerlade.
•
Bij de keuze van etiketten dient u rekening te houden met de
volgende factoren:
-
Kleefstoffen: Bestand tegen de fixeertemperatuur van
het apparaat. Controleer de specificaties van uw apparaat
voor informatie over de fixeertemperatuur (ongeveer
170 °C).
-
Schikking: gebruik uitsluitend etiketvellen waarvan het
rugvel tussen de etiketten niet blootligt. Bij etiketvellen
met ruimte tussen de etiketten kunnen de etiketten
loskomen van het rugvel. Dit kan ernstige papierstoringen
tot gevolg hebben.
2. De basisfuncties leren
kennen
Afdrukmateriaal en lade
-
Krullen: Moet plat liggen en in geen enkele richting meer
dan 13 mm omkrullen.
-
Toestand: gebruik geen etiketten die gekreukt zijn,
blaasjes vertonen of loskomen van het rugvel.
•
Let op dat er tussen de etiketten geen zelfklevend materiaal
blootligt. Blootliggende delen kunnen ervoor zorgen dat
etiketten tijdens het afdrukken loskomen, waardoor het
papier kan vastlopen. Ook kunnen hierdoor onderdelen van
het apparaat beschadigd raken.
•
Plaats geen gebruikte etiketvellen in het apparaat. De
klevende achterzijde mag slechts een keer door het apparaat
worden gevoerd.
•
Gebruik geen etiketten die loskomen van het rugvel, blaasjes
vertonen, gekreukt of anderszins beschadigd zijn.
41
Kartonpapier/papier van een aangepast formaat
•
Stel de marges in de softwaretoepassing in op ten minste
6,4 mm van de zijkanten van het afdrukmedia.
2. De basisfuncties leren
kennen
Afdrukmateriaal en lade
Voorbedrukt papier
5
Bij het plaatsen van voorbedrukt papier moet de bedrukte zijde
bovenaan liggen en mag de voorzijde niet gekruld zijn. Bij
invoerproblemen draait u het papier om. Er zijn geen garanties
wat de afdrukkwaliteit betreft.
42
Papierformaat en -type instellen
Nadat u het papier in de lade hebt geplaatst moet u het
papierformaat en -type instellen met behulp van de knoppen op
het bedieningspaneel.
• De instellingen die via het stuurprogramma zijn
opgegeven krijgen voorrang op de instellingen via het
bedieningspaneel.
• Deze functie is niet van toepassing op modellen zonder
displayscherm op het bedieningspaneel.
•
•
•
Briefhoofden moeten afgedrukt worden met hittebestendige
inkt die niet smelt, verdampt of schadelijke gassen uitstoot als
ze gedurende 0,1 seconde worden blootgesteld aan de
fixeertemperatuur (ongeveer 170 °C) van het apparaat.
De inkt op het briefhoofd mag niet ontvlambaar zijn en mag
de printerrollen niet beschadigen.
Voor u voorbedrukt papier in de lade plaatst, controleert u of
de inkt op het papier droog is. Natte inkt kan tijdens het
fixeerproces loskomen van het voorbedrukt papier, waardoor
de afdrukkwaliteit afneemt.
1
2
3
Druk op
4
Druk op Type papier > OK > Kies de gewenste optie >
OK.
5
Druk op
bymodus.
de knop (Menu) op het bedieningspaneel.
Druk op Papier > OK > Kies de gewenste lade > OK.
Druk op Papierformaat > OK > Kies de gewenste optie >
OK.
(Annuleren) om terug te keren naar stand-
Afdrukmateriaal en lade
Als u een speciaal papierformaat wilt gebruiken, zoals
factuurpapier, selecteert u Aangepast op het tabblad
Papier in Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie
"Voorkeursinstellingen openen" op pagina 46).
2. De basisfuncties leren
kennen
43
2. De basisfuncties leren
kennen
Eenvoudige afdruktaken
6
Tijdens het afdrukken
4
Zie de handleiding Geavanceerd als u een Macintosh,
Linux of Unix OS-gebruiker bent.
1
2
3
Selecteer Afdrukken in het menu Bestand.
Selecteer uw printer in de lijst Printer selecteren.
De basisafdrukinstellingen, inclusief het aantal kopieën en
het afdrukbereik, worden geselecteerd in het venster
Afdrukken.
Klik op Eigenschappen of Voorkeuren in het venster
Afdrukken om gebruik te maken van de geavanceerde
afdrukopties. (zie "Voorkeursinstellingen openen" op
pagina 46).
Het volgende venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken
is voor Notepad in Windows 7.
Open het document dat u wilt afdrukken.
44
5
Klik in het venster Afdrukken op OK of Afdrukken om de
afdruktaak te starten.
2. De basisfuncties leren
kennen
Eenvoudige afdruktaken
7
Een afdruktaak annuleren
Een afdruktaak die in een afdrukrij of afdrukspooler wacht om
afgedrukt te worden, annuleert u op de volgende manier:
•
U kunt toegang krijgen tot dit venster door te dubbelklikken op
het pictogram van het apparaat (
Windows.
•
) in de taakbalk van
U kunt de huidige taak ook annuleren door te drukken op
(Annuleren) op het bedieningspaneel.
45
2. De basisfuncties leren
kennen
Eenvoudige afdruktaken
8
Voorkeursinstellingen openen
4
46
Klik op Eigenschappen of op Voorkeuren.
• Het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken
in deze gebruikshandleiding verschilt mogelijk van het
venster dat u ziet omdat dit afhankelijk is van de
gebruikte printer.
• Als u een optie selecteert in Voorkeursinstellingen
voor afdrukken verschijnt er mogelijk een
waarschuwingsteken,
of
. Een uitroepteken ( )
wil zeggen dat u deze optie wel kunt selecteren maar
dat dit niet wordt aanbevolen. Het teken
wil zeggen
dat u deze optie niet kunt selecteren vanwege de
instellingen of omgeving van het apparaat.
1
2
3
Open het document dat u wilt afdrukken.
U kunt de huidige status van het apparaat controleren
met de knop printerstatus (zie handleiding
Geavanceerd).
Kies Afdrukken in het menu Bestand.
Selecteer uw printer in de lijst Printer selecteren.
Voorkeursinstellingen gebruiken
Met de optie Vooraf ingest. die op elk tabblad maar niet op het
tabblad Samsung verschijnt kunt u de huidige
voorkeurinstellingen opslaan voor toekomstig gebruik.
Volg deze stappen om een Vooraf ingest.-item op te slaan.
2. De basisfuncties leren
kennen
Eenvoudige afdruktaken
1
2
Stel op elk tabblad de gewenste instellingen in.
Selecteer meer opties en klik op
(Wijzigen). De
instellingen worden toegevoegd aan de voorinstellingen
die u hebt opgegeven. Om de bewaarde instelling te
gebruiken kiest u deze in de vervolgkeuzelijst Vooraf
ingest.. Het apparaat is nu ingesteld om afdrukken te
maken met de geselecteerde instellingen. U kunt de
opgeslagen instellingen verwijderen door deze te
selecteren in de vervolgkeuzelijst Vooraf ingest. en te
Typ in het invoervak Vooraf ingest. een naam voor deze
instellingen.
klikken op
3
47
(Wissen).
U kunt de standaardinstellingen van het
printerstuurprogramma ook herstellen door Vooraf
ingest. stand. te selecteren in de vervolgkeuzelijst
Vooraf ingest.
Klik op
(Toevoegen). Als u instellingen opslaat onder
Vooraf ingest. worden alle huidige stuurprogrammainstellingen opgeslagen.
9
Help gebruiken
Klik op de optie waarover u meer wilt weten op het venster
Voorkeursinstellingen voor afdrukken en druk op F1 op uw
toetsenbord.
2. De basisfuncties leren
kennen
Eenvoudige afdruktaken
48
10
Eco-afdruk
Als u de eco-modus instelt met een wachtwoord via de
SyncThru™ Web Service (tabblad Settings > Machine
Settings > System > Eco > Settings), de melding
Geforc. verschijnt. U moet het wachtwoord invoeren om
de eco-modus te wijzigen.
Met de functie Eco spaart u toner en papier uit. De functie Eco
spaart natuurlijke hulpbronnen en helpt u milieuvriendelijke
afdrukken te maken.
Als u op het bedieningspaneel op de knop Eco drukt, staat deze
modus aan. De standaardinstelling in de eco-modus is
dubbelzijdig afdrukken (lange zijde), 2 op 1 veel, blanco pagina´s
overslaan en tonerbesparing.
Instellen van eco-modus op het
bedieningspaneel.
1
2
3
Druk op
de knop (Menu) op het bedieningspaneel.
Druk op Systeeminst. > OK > Eco-inst. > OK.
Druk op de toetsen OK om de gewenste modus te
selecteren.
•
Standaardmodus: In deze modus is de eco-modus
uitgeschakeld. (Dubbelzijdig (lange zijde)/
tonerbesparing/2 op 1 vel/blanco pagina´s overslaan)
-
Uit: Zet de eco-modus uit.
-
Aan: Zet de eco-modus aan.
•
Sjabloon wijzigen.: Kies het eco-sjabloon.
-
Stand.-Eco: De standaardinstelling in de ecomodus is dubbelzijdig afdrukken, 2 op 1 veel, blanco
pagina´s overslaan en tonerbesparing.
-
Aang Eco: Volg de instellingen van de Syncthru™
Web Service. Voordat u dit onderdeel selecteert,
moet u de eco-functie instellen de SyncThru™ Web
Service> tabblad Settings > Machine Settings >
System > Eco > Settings.
Eco-modus in het stuurprogramma instellen
Open het tabblad Eco om de eco-modus in te stellen. Als u de
eco-afbeelding ziet (
), betekent dit dat de eco-modus
momenteel is ingeschakeld.
2. De basisfuncties leren
kennen
Eenvoudige afdruktaken
► Eco-opties
•
Standaardinstelling printer: Volg de instellingen op het
bedieningspaneel van de printer.
•
Geen: Schakelt eco-modus uit.
•
Eco-afdruk: Schakelt eco-modus in. Activeert de
verschillende te gebruiken eco-onderdelen.
•
Wachtwoord: Als de beheerder heeft vastgesteld de ecomodus te gebruiken, moet u een wachtwoord invoeren om de
status te wijzigen.
► Resultaatsimulator
De Resultaatsimulator toont de resultaten van verlaagde
kooldioxide-emissies, elektriciteitsverbruik en de hoeveelheid
uitgespaard papier, naargelang de door u gekozen instellingen.
•
De resultaten worden berekend op basis van een totaal
aantal van honderd pagina´s zonder blanco pagina, als de
eco-modus is uitgeschakeld.
•
Zie voor de berekeningscoëfficient met betrekking tot CO2,
energie en papier het IEA, het kengetal van het Japanse
ministerie van Binnenlandse Zaken en Communicatie, en
www.remanufacturing.org.uk. Elk model gebruikt een ander
kengetal.
•
Het elektriciteitsverbruik in afdrukmodus betreft bij dit
apparaat het gemiddelde elektriciteitsverbruik bij afdrukken.
•
49
De werkelijke bespaarde of verlaagde hoeveelheden kan
verschillen naargelang het gebruikte besturingssysteem,
computerkracht, programma´s, aansluitmethode, mediatype,
mediaformaat, complexiteit van de afdruktaak, enz.
3. Onderhoud
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u verbruiksartikelen,
accessoires en onderdelen voor het onderhoud van uw apparaat kunt
aankopen.
• Verbruiksartikelen en toebehoren bestellen
51
• Beschikbare verbruiksartikelen
52
• Beschikbare accessoires
53
• Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud
55
• Toner herverdelen
56
• De tonercassette vervangen
58
• Een geheugenmodule upgraden
60
• De gebruiksduur van de verbruiksartikelen
controleren
62
• Instellen van de waarschuwing "Toner bijna op" 63
• Het apparaat reinigen
64
Verbruiksartikelen en toebehoren bestellen
3. Onderhoud
51
De verkrijgbare accessoires kunnen verschillen van land tot land. Neem contact op met uw verkoper voor de lijst met
beschikbare verbruiksartikelen en onderdelen.
Als u door Samsung goedgekeurde verbruiksartikelen, accessoires of reserveonderdelen wilt bestellen, neemt u contact op met de
lokale Samsung-dealer of de winkel waar u het apparaat hebt gekocht. Of ga naar www.samsung.com/supplies en selecteer uw
land/regio voor de contactgegevens van de klantenservice.
Beschikbare verbruiksartikelen
Als de verbruiksartikelen het einde van hun gebruiksduur
naderen, kunt u de volgende verbruiksartikelen voor uw
apparaat bestellen:
Tüüp
Gemiddeld aantal
afdrukkena
Benaming van
onderdeel
Tonercassette met Ong. 15.000 pagina’s MLT-D305L
hoge capaciteit
a. Opgegeven gebruiksduur overeenkomstig ISO/IEC 19752.
De gebruiksduur van de tonercassette kan variëren
afhankelijk van de opties en de taakmodus.
Als u nieuwe tonercassettes of verbruiksartikelen
aanschaft, doet u dit best in het land waar u het apparaat
hebt gekocht. Nieuwe tonercassettes of andere
verbruiksartikelen zijn mogelijk niet compatibel met het
apparaat omdat de configuratie van tonercassettes en
andere verbruiksartikelen per land kunnen verschillen.
3. Onderhoud
52
Samsung raadt gebruik van niet-originele Samsungtonercassettes (bijv. hervulde of gereviseerde
tonercassettes) af. Samsung kan de kwaliteit van nietoriginele Samsung-tonercassettes niet garanderen.
Onderhoud en herstellingen die vereist zijn als gevolg
van het gebruik van andere tonercassettes dan die van
Samsung vallen niet onder de garantie van het apparaat.
Beschikbare accessoires
3. Onderhoud
53
U kunt accessoires aanschaffen en installeren om de prestaties en capaciteit van uw apparaat te verbeteren.
Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model"
op pagina 8).
Optie
Functie
Hiermee breidt u de geheugencapaciteit van uw apparaat uit.
Geheugenmodule
Lade 2
Benaming van onderdeel
• ML-MEM370 : 512MB (Alleen ML3750ND)
• CLP-MEM202: 256MB (Alleen
ML-3753ND)
Als u regelmatig papiertoevoerproblemen ondervindt, kunt u een extra
papierlade plaatsen.
ML-S3710A
Beschikbare accessoires
Optie
3. Onderhoud
Functie
Maakt het gebruik van verschillende interfaces mogelijk.
IEEE 1284
parallelstekker
• Als het printerstuurprogramma met een IEEE1284parallelstekker geïnstalleerd wordt, kan het apparaat mogelijk
niet gevonden worden en zijn na installatie van het
stuurprogramma alleen de basisfuncties voor het afdrukken
beschikbaar.
• Als u de status van het apparaat wilt controleren of de
instellingen wijzigen, moet u de machine met een USB-kabel
of een netwerk op een computer aansluiten.
• Als u de IEEE1284-parallelstekker gebruikt, kunt u niet
tegelijkertijd een USB-kabel aansluiten.
Benaming van onderdeel
ML-PAR100
54
Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud
3. Onderhoud
55
Neem contact op met de winkel waar u het apparaat hebt gekocht om reserveonderdelen te bestellen. Laat onderhoudsonderdelen
alleen vervangen door een erkende servicemedewerker, de leverancier of personeel van de winkel waar u het apparaat hebt gekocht.
De vervanging van onderdelen waarvan de gemiddelde levensduur is verstreken, valt niet onder de garantie.
Onderhoudsonderdelen worden op gezette tijdstippen vervangen om te verhinderen dat de afdrukkwaliteit verslechtert en er
papierinvoerstoringen optreden als gevolg van versleten onderdelen (zie onderstaande tabel). Uw apparaat moet op elk moment
perfect functioneren. De te vervangen onderdelen moeten worden vervangen wanneer de levensduur van het desbetreffende
onderdeel is verstreken.
Gemiddeld aantal afdrukkena
Onderdelen
Transportrol
Ong. 100.000 pagina’s
fixeereenheid
Ong. 90.000 pagina’s
Opneemrol
Ong. 90.000 pagina’s
Vertragingsrol
Ong. 60.000 pagina’s
a. De afdruksnelheid is afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem, de snelheid van de computer, de gebruikte toepassing, de verbindingsmethode,
het type en formaat van de afdrukmedia en de complexiteit van de taak.
Toner herverdelen
Als de tonercassette bijna leeg is:
•
Witte strepen, onduidelijke afdruk en/of verschillende
dichtheid aan beide kanten.
•
knippert de Status-LED rood.
3. Onderhoud
2
56
Schud de cassette vijf tot zes keer heen en weer om de
toner in de cassette gelijkmatig te verdelen.
In dat geval kunt u de afdrukkwaliteit tijdelijk verbeteren door de
resterende toner in de tonercassette opnieuw te verdelen. Soms
blijven die witte strepen of lichtere gebieden voorkomen, ook
nadat de toner opnieuw is verdeeld.
1
Open de klep aan de voorkant en verwijder de
tonercassette.
Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, veeg de toner
dan af met een droge doek en was de kleding in koud
water. Met warm water hecht de toner zich aan de stof.
Raak de groene onderzijde van de tonercassette niet
aan. Neem de cassette vast bij de handgreep om te
vermijden dat u de onderkant aanraakt.
3
Toner herverdelen
3
Houd de tonercassette bij de handgreep vast en plaats de
cassette voorzichtig in de opening van het apparaat.
4
Sluit de voorklep. Controleer of de klep goed dicht is.
3. Onderhoud
57
De tonercassette vervangen
Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over
hoe u vastgelopen papier kunt verwijderen.
3. Onderhoud
58
3
Verwijder het etiket van de tonercassette, zoals hieronder
getoond.
4
Schud de cassette vijf tot zes keer heen en weer om de
toner in de cassette gelijkmatig te verdelen.
Als een tonercassette het eind van de levensduur bereikt heeft,
stopt de printer met afdrukken.
1
Open de klep aan de voorkant en verwijder de
tonercassette.
3
2
Haal de nieuwe tonercassette uit de verpakking.
Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, veeg de toner
dan af met een droge doek en was de kleding in koud
water. Met warm water hecht de toner zich aan de stof.
De tonercassette vervangen
Raak de groene onderzijde van de tonercassette niet
aan. Neem de cassette vast bij de handgreep om te
vermijden dat u de onderkant aanraakt.
5
Houd de tonercassette bij de handgreep vast en plaats de
cassette voorzichtig in de opening van het apparaat.
6
Sluit de voorklep. Controleer of de klep goed dicht is.
3. Onderhoud
59
Een geheugenmodule upgraden
Gebruik deze geheugenmodule om extra geheugen te
installeren.
3. Onderhoud
60
3
Verwijder de geheugenmodule uit de sleuf. ( Alleen ML3750ND)
4
5
Haal de nieuwe geheugenmodule uit de verpakking.
Raadpleeg de bestelgegevens voor een bijkomende
geheugenmodule. (zie "Beschikbare accessoires" op pagina
53).
1
Een geheugenmodule installeren
1
Schakel het apparaat uit en koppel alle kabels van het
apparaat los.
2
Verwijder de klep van het moederbord.
Houd de geheugenmodule vast bij de rand en breng de
geheugenmodule op één lijn met de sleuf in een hoek van
ongeveer 30 graden. Zorg dat de inkepingen van de
module en de openingen van de sleuf in elkaar passen.
De hierboven getoonde inkepingen en openingen kunnen
afwijken van de geplaatste geheugenmodule en de sleuf.
Een geheugenmodule upgraden
6
Druk de geheugenmodule voorzichtig in de sleuf tot u een
klikgeluid hoort.
Duw de geheugenmodule niet met te veel kracht in de
sleuf om te vermijden dat u ze beschadigt. Als de module
niet goed in de sleuf lijkt te passen, voert u de procedure
nogmaals voorzichtig uit.
7
8
Plaats het toegangspaneel van het moederbord terug.
Sluit het netsnoer en de apparaatkabel opnieuw aan en zet
het apparaat aan.
3. Onderhoud
61
De gebruiksduur van de verbruiksartikelen controleren
Volg de onderstaande stappen om de indicatoren van de levensduur van de verbruiksartikelen weer te geven.
1
2
3
4
Druk op
(Menu) op het bedieningspaneel.
Druk op Systeeminst. > OK > Onderhoud > OK.
Druk op Info verb.art. > OK.
Druk op de toetsen OK om de gewenste optie te selecteren.
3. Onderhoud
62
Instellen van de waarschuwing "Toner bijna op"
3. Onderhoud
Als de tonercassette bijna leeg is, verschijnt een bericht of gaat er een LED branden die aangeeft dat u de tonercassette moet
vervangen. U kunt instellen of u wenst dat dit bericht of deze LED verschijnt of niet.
1
2
3
4
Druk op
(Menu) op het bedieningspaneel.
Druk op Systeeminst. > OK > Onderhoud > OK.
Klik op Toner bijna op > OK.
Kies de gewenste optie en druk op OK.
63
Het apparaat reinigen
Als er zich problemen voordoen met de afdrukkwaliteit of als u
uw apparaat in een stofrijke omgeving gebruikt, moet u uw
apparaat regelmatig schoonmaken om de beste afdrukkwaliteit
te blijven garanderen en de gebruiksduur van uw apparaat te
verlengen.
• Als u de behuizing van het apparaat reinigt met
reinigingsmiddelen die veel alcohol, oplosmiddelen of
andere agressieve substanties bevatten, kan de
behuizing verkleuren of vervormen.
• Als er toner in het apparaat of in de directe omgeving
ervan is terecht gekomen, raden wij u aan om de toner
te verwijderen met een zachte, met water bevochtigde
doek of tissue. Als u een stofzuiger gebruikt, wordt de
toner in de lucht geblazen. Dit kan schadelijk voor u
zijn.
2
De buitenkant reinigen
Maak het apparaat aan de buitenkant schoon met een zachte,
pluisvrije doek. U kunt de doek enigszins bevochtigen met water,
maar let erop dat er geen water op of in het apparaat
terechtkomt.
3. Onderhoud
64
3
De binnenkant reinigen
Tijdens het afdrukken kunnen zich in het apparaat papierresten,
toner en stof verzamelen. Dit kan op een gegeven moment
problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken, zoals
tonervlekken of vegen. Deze problemen kunnen worden
gereduceerd en verholpen door de binnenkant van het apparaat
te reinigen.
Het apparaat reinigen
1
Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het
stopcontact. Wacht totdat het apparaat is afgekoeld.
2
Open de klep aan de voorkant en verwijder de
tonercassette. Plaats de tonercassette op een schoon,
horizontaal oppervlak.
3. Onderhoud
3
65
Verwijder met een droge, niet-pluizende doek eventueel
stof en gemorste toner in en rond de ruimte voor de
tonercassette.
3
Zorg dat u bij het reinigen van de binnenkant van het
apparaat de transportrol of andere onderdelen niet
beschadigt. Gebruik geen oplosmiddelen, zoals benzeen
of verdunner. Er kunnen zich problemen voordoen met
de afdrukkwaliteit en het apparaat kan worden
beschadigd.
• Om schade aan de tonercassette te voorkomen, moet
u ervoor zorgen dat deze niet langer dan enkele
minuten wordt blootgesteld aan licht. Dek de cassette
zo nodig af met een stuk papier.
• Raak de groene onderkant van de tonercassette niet
aan. Neem de cassette vast bij de handgreep om te
vermijden dat u de onderkant aanraakt.
4
Steek de tonercassette er opnieuw in en sluit de voorklep.
Het apparaat reinigen
4
Reinigen van de opneemrol
1
Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het
stopcontact. Wacht totdat het apparaat is afgekoeld.
2
Open lade 1.
3. Onderhoud
3
Maak de opneemrol schoon met een zachte, pluisvrije
doek.
4
Plaats de lade terug in het apparaat.
66
4. Problemen oplossen
In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er
een probleem optreedt.
• Tips om papierstoringen te voorkomen
68
• Papierstoringen verhelpen
69
• Informatie over de status-LED
76
• Informatie over displaymeldingen
79
In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen
als er een probleem optreedt. Lees eerst het bericht op het
displayscherm om het probleem op te lossen. Als u in dit
hoofdstuk geen oplossing voor uw probleem kunt vinden,
raadpleegt u het hoofdstuk Problemen oplossen in de
Gebruikershandleiding Geavanceerd. Als u geen oplossing
kunt vinden in de Gebruikershandleiding of als het probleem
blijft optreden, kunt u contact opnemen met de klantenservice.
Tips om papierstoringen te voorkomen
4. Problemen oplossen
68
U kunt de meeste papierstoringen voorkomen door het juiste type afdrukmedia te gebruiken. Zie de volgende tips om storingen met
vastzittend papier te voorkomen:
•
Zorg ervoor dat de verstelbare geleiders correct zijn ingesteld (zie "Lade overzicht" op pagina 31).
•
Plaats niet te veel papier in de lade. Zorg dat de papierstapel niet boven de maximummarkering aan de binnenzijde van de lade
uitkomt.
•
Verwijder geen papier uit de papierlade tijdens het afdrukken.
•
Buig het papier, waaier het uit en maak er een rechte stapel van voordat u het in de lade plaatst.
•
Gebruik geen gekreukt, vochtig of sterk gekruld papier.
•
Plaats geen verschillende soorten papier in een lade.
•
Gebruik alleen aanbevolen afdrukmateriaal (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 88).
Papierstoringen verhelpen
Trek het vastgelopen papier voorzichtig en langzaam
naar buiten om te voorkomen dat het scheurt.
4. Problemen oplossen
1
Open de klep aan de voorzijde en sluit deze weer. Het
vastgelopen papier wordt automatisch uitgevoerd.
Ga naar de volgende stap als het papier niet wordt
uitgeworpen.
1
In lade 1
Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over
hoe u vastgelopen papier moet verwijderen.
2
Open lade 1.
69
Papierstoringen verhelpen
3
Verwijder het vastgelopen papier door het voorzichtig in
een rechte lijn naar buiten te trekken.
4. Problemen oplossen
70
2
In de optionele lade 2
Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over
hoe u vastgelopen papier moet verwijderen.
1
2
Als het papier niet beweegt als u eraan trekt, of als er geen
papier te zien is in dit deel van de printer, controleert u de
fixeereenheid rond de tonercassette (zie "Binnenin het
apparaat" op pagina 72).
4
Schuif lade 1 terug in het apparaat tot ze vastklikt. De
printer gaat automatisch door met afdrukken.
Trek de optionele lade 2 naar buiten.
Verwijder het vastgelopen papier uit het apparaat.
Papierstoringen verhelpen
Stop als het papier niet beweegt als u eraan trekt of als u
het papier niet kunt zien in dit deel van de printer, en ga
door met de volgende stap.
3
4
5
4. Problemen oplossen
71
3
In de multifunctionele lade
Trek lade 1 half uit de printer.
Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over
hoe u vastgelopen papier moet verwijderen.
rek het papier recht naar boven en verwijder het.
Plaats de laden weer in het apparaat. De printer gaat
automatisch door met afdrukken.
1
Als het papier niet op de juiste wijze werd ingevoerd, trekt
u het uit het apparaat.
2
Open en sluit de klep aan de voorzijde om door te gaan
met afdrukken.
Papierstoringen verhelpen
4
Binnenin het apparaat
4. Problemen oplossen
72
2
Verwijder het vastgelopen papier door het voorzichtig in
een rechte lijn naar buiten te trekken.
3
Plaats de tonercassette terug en sluit de klep aan de
voorzijde. De printer gaat automatisch door met afdrukken.
Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over
hoe u vastgelopen papier moet verwijderen.
Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wees
voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert.
1
Open de klep aan de voorkant en verwijder de
tonercassette.
3
Papierstoringen verhelpen
4. Problemen oplossen
Stop als u het vastgelopen papier niet kunt zien of als u
weerstand ervaart als u eraan trekt en ga door met de
volgende stap.
5
In het uitvoergebied
Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over
hoe u vastgelopen papier moet verwijderen.
1
3
4
Open de achterklep.
Verwijder het vastgelopen papier zoals op de volgende
afbeelding wordt getoond.
Open de klep aan de voorzijde en sluit deze weer. Het
vastgelopen papier wordt automatisch uitgevoerd.
2
Wanneer u geen vastgelopen papier ziet, gaat u door met
de volgende stap.
2
73
Trek het papier voorzichtig uit de uitvoerlade.
1
1
3
3
5
Sluit de achterklep. De printer gaat automatisch door met
afdrukken.
Papierstoringen verhelpen
6
Rond de duplexeenheid
4. Problemen oplossen
2
74
Verwijder het vastgelopen papier uit de duplexeenheid.
Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over
hoe u vastgelopen papier moet verwijderen.
1
Haal de duplex-eenheid uit het apparaat.
Als het papier er niet samen met de duplex-eenheid
uitkomt, verwijdert u het papier onderaan in het apparaat.
Ga door met de volgende stap als u het papier niet kunt
zien.
Papierstoringen verhelpen
3
Schuif de duplexeenheid in het apparaat.
4
5
Open de achterklep.
Verwijder het vastgelopen papier zoals op de volgende
afbeelding wordt getoond.
2
1
1
3
3
4. Problemen oplossen
6
75
Sluit de achterklep. De printer gaat automatisch door met
afdrukken.
Informatie over de status-LED
4. Problemen oplossen
De kleur van de LED geeft de huidige status van het apparaat aan.
• Afhankelijk van het model of land zijn enkele LED´s mogelijk niet beschikbaar.
• Zie de foutmelding en de bijbehorende instructies om de fout op te lossen.
• U kunt de fout ook oplossen met de tips in het programmavenster Samsung-printerstatus of Smart Panel.
• Neem contact op met een medewerker van de klantenservice als het probleem zich blijft voordoen.
76
Informatie over de status-LED
4. Problemen oplossen
77
7
Status LED
Status
Omschrijving
Off
Het apparaat is offline.
Knippert
Het apparaat ontvangt gegevens van de computer of het apparaat drukt gegevens af.
Aan
• Het apparaat is online en klaar voor gebruik.
Groen
Knippert
(StatusLED)
Rood
• Er is een kleine storing opgetreden en het apparaat wacht tot het probleem is verholpen.
Bekijk het bericht op het display. Als het probleem is opgelost, gaat de printer door met
afdrukken. Deze functie is niet van toepassing op enkele modellen zonder displayscherm op
het bedieningspaneel.
• De tonercassette is bijna leeg. Het einde van de geschatte levensduur van de cassette is
bijna bereikt. Bereid een nieuwe cassette voor ter vervanging van de oude. U kunt de
afdrukkwaliteit tijdelijk verhogen door de toner te herverdelen (zie "Toner herverdelen" op
pagina 56).
• De tonercassette heeft de geschatte levensduur aHet verdient aanbeveling de tonercassette
te vervangen (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 58).
• De klep is geopend. Sluit de klep.
Aan
• De papierlade is leeg. Plaats papier in de lade.
• Het apparaat is gestopt als gevolg van een ernstige fout. Bekijk de melding op het display
(zie "Informatie over displaymeldingen" op pagina 79).
• Er is een papierstoring opgetreden (zie "Papierstoringen verhelpen" op pagina 69).
Informatie over de status-LED
4. Problemen oplossen
78
a. De geschatte levensduur verwijst naar de verwachte of geschatte gebruiksduur van een tonercassette. Het geeft aan hoeveel afdrukken er gemiddeld
kunnen worden gemaakt met de cassette volgens ISO/IEC 19752. Het aantal pagina’s kan worden beïnvloed door de omgevingsomstandigheden, de
tijd tussen afdruktaken en het type en formaat van het afdrukmateriaal. Er kan wat toner achterblijven in de cassette, ook als de rode LED brandt en de
printer stopt met afdrukken.
Informatie over displaymeldingen
Er verschijnen berichten op het display van het
bedieningspaneel om de status van het apparaat of fouten te
melden. Raadpleeg de onderstaande tabellen voor de betekenis
van de berichten en verhelp indien nodig het probleem.
4. Problemen oplossen
Foutmeldingen gerelateerd aan vastgelopen
papier
Melding
Betekenis
8
Berichten op het display controleren
Pap.st.
in lade 1
• Als het bericht niet in de tabel voorkomt, schakelt u het
apparaat uit en weer in en probeert u de afdruktaak
opnieuw uit te voeren. Neem contact op met een
medewerker van de klantenservice als het probleem
zich blijft voordoen.
• Als u contact opneemt met de klantenservice, is het
nuttig dat u het bericht op het display doorgeeft aan
een medewerker van de klantenservice.
• Afhankelijk van de opties of het model verschijnen
sommige meldingen mogelijk niet op het display.
79
Pap.st.
in lade 2
Pap.st.
in MF-lade
• [foutnummer] geeft het foutnummer aan.
Pap.st.
in app.
Voorgestelde
oplossing
Er is papier
vastgelopen bij de
papierinvoer.
Verwijder het
vastgelopen papier
(zie "In lade 1" op
pagina 69).
Er is papier
vastgelopen in de
optionele lade.
Verwijder het
vastgelopen papier
(zie "In de optionele
lade 2" op pagina 70).
Er is papier
Verwijder het
vastgelopen in de
vastgelopen papier
multifunctionele lade. (zie "In de
multifunctionele lade"
op pagina 71).
Er is papier
vastgelopen in het
apparaat.
Verwijder het
vastgelopen papier
(zie "Binnenin het
apparaat" op pagina
72).
Informatie over displaymeldingen
Melding
Pap.st.
in uitv.gebied
Pap.st.
in DE
Betekenis
Voorgestelde
oplossing
Er is papier
vastgelopen in het
papieruitvoergebied.
Verwijder het
vastgelopen papier
(zie "In het
uitvoergebied" op
pagina 73).
Er is papier
vastgelopen in het
duplex-gebied.
Verwijder het
vastgelopen papier
(zie "Rond de
duplexeenheid" op
pagina 74).
4. Problemen oplossen
80
Informatie over displaymeldingen
4. Problemen oplossen
81
Meldingen over de tonercassette
Melding
Betekenis
Voorgestelde oplossing
Plaats
tonercas.
Er is geen tonercassette geplaatst.
Plaats een tonercassette.
TC niet
De tonercassette die u hebt geplaatst, is niet
geschikt voor uw apparaat.
Installeer tonercassettes van Samsung die speciaal bedoeld zijn voor
uw apparaat.
comp.
Informatie over displaymeldingen
Melding
Betekenis
De aangegeven tonercassette is bijna aan het
einde van haar geschatte levensduur. Het
apparaat stopt mogelijk met afdrukken.
Plaats
nieuwe cass.
4. Problemen oplossen
82
Voorgestelde oplossing
• U kunt kiezen tussen Stop of Doorgaan, zoals weergegeven op het
bedieningspaneel. Als u Stop selecteert, stopt de printer met
afdrukken en kunt u niet meer afdrukken zolang u de cassette niet
hebt vervangen. Als u Doorgaan kiest, gaat de printer door met
afdrukken maar kan de afdrukkwaliteit niet worden gegarandeerd.
De geschatte gebruiksduur van een
• Als u van een optimale afdrukkwaliteit wilt blijven genieten, dient u
cassette verwijst naar de verwachte of
de tonercassette te vervangen wanneer dit bericht verschijnt. Als u
geschatte gebruiksduur van een
de cassette verder blijft gebruiken kunnen er problemen optreden
tonercassette. Het geeft aan hoeveel
met de afdrukkwaliteit (zie "De tonercassette vervangen" op pagina
afdrukken er met de cassette
58).
gemiddeld kunnen worden gemaakt
conform ISO/IEC 19752 (zie
Samsung raadt gebruik van niet-originele Samsung"Beschikbare verbruiksartikelen" op
tonercassettes (bijv. hervulde of gereviseerde
pagina 52). Het aantal pagina’s kan
tonercassettes) af. Samsung kan de kwaliteit van nietafhankelijk zijn van de
originele Samsung-tonercassettes niet garanderen.
omgevingsvoorwaarden, de tijd tussen
Onderhoud en herstellingen die vereist zijn als gevolg van
de afdruktaken, het type media, het
het gebruik van andere tonercassettes dan die van Samsung
percentage afbeeldingen en het
worden niet gedekt door de garantie van het apparaat.
mediaformaat. Het is mogelijk dat de
cassette nog wat toner bevat wanneer
de desbetreffende melding verschijnt • Als het apparaat stopt met afdrukken, vervangt u de tonercassette
en de printer stopt met afdrukken.
(zie "De tonercassette vervangen" op pagina 58).
Bereid
De tonercassette bevat nog een kleine
nieuwe cass. hoeveelheid toner. Het einde van de geschatte
Voor
levensduur van de cassette is bijna bereikt.
Houd een nieuwe cassette gereed om de oude cassette te vervangen.
U kunt de afdrukkwaliteit tijdelijk verhogen door de toner te
herverdelen (zie "Toner herverdelen" op pagina 56).
Informatie over displaymeldingen
Meldingen over de papierlade
Melding
Lade 1
Betekenis
Er zit geen papier in
lade 1.
leeg
Lade 2
Er zit geen papier in
lade 2.
leeg
MF-lade
leeg
Uitvoervak vol
Verw. pap.
Er is geen papier in
de multifunctionele
lade.
4. Problemen oplossen
83
Meldingen over het netwerk
Voorgestelde
oplossing
Plaats papier in lade 1
(zie "Plaats papier in
de lade/optionele lade"
op pagina 33).
Plaats papier in lade 2
(zie "Plaats papier in
de lade/optionele lade"
op pagina 33).
Plaats papier in de
multifunctionele lade
(zie "Papier vullen
multifunctionele lade"
op pagina 34).
De uitvoerlade is vol. Zodra het papier uit de
uitvoerlade is
verwijderd, gaat de
printer door met
afdrukken.
Voorgestelde
oplossing
Melding
Betekenis
Netwerkprobl.
Het door u ingestelde
IP-adres wordt al
door iemand anders
gebruikt.
Controleer het IP-adres
en stel het zonodig
opnieuw in (zie
handleiding
Geavanceerd).
Verificatie mislukt.
Controleer het
netwerkverificatieproto
col. Neem contact op
met uw
netwerkbeheerder als
dit probleem zich blijft
voordoen.
IP-conflict
802.1x
Netwerkfout
Informatie over displaymeldingen
Div. meldingen
Melding
Klep open
Sluit klep.
Betekenis
De voor- of
achterklep is niet
goed gesloten.
Voorgestelde
oplossing
Sluit de klep goed.
Deze moet vastklikken.
Er is een systeemfout Start het apparaat
opgetreden.
opnieuw op en probeer
nogmaals af te
Fout
drukken. Als het
[foutnummer]
probleem zich blijft
Cont. klantend.
voordoen, neem dan
contact op met een
servicecentrum.
Fout
[foutnummer]
Zet uit en aan
Het apparaat kan niet Start het apparaat
bestuurd worden.
opnieuw op en probeer
nogmaals af te
drukken. Als het
probleem zich blijft
voordoen, neem dan
contact op met een
servicecentrum.
4. Problemen oplossen
84
5. Bijlage
In dit hoofdstuk staan productspecificaties en informatie met
betrekking tot toepasbare regelgeving.
• Specificaties
86
• Informatie over wettelijke voorschriften
96
• Copyright
104
Specificaties
5. Bijlage
86
1
Algemene specificaties
De specificaties hieronder kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. zie www.samsung.com/printer voor
mogelijke wijzigingen.
Items
Omschrijving
Afmetingen
Breedte x Lengte x
Hoogte
366 x 368 x 272,9mm (14,40 x 14,48 x 10,74 inches) zonder optionele
papierlade
Gewicht
Apparaat inclusief
verbruiksartikelen
10,28 kg
Stand-bymodus
26 dB (A)
Afdrukmodus
52 dB (A)
Gebruik
10 tot 32 °C
Opslag (in verpakking)
-20 tot 40 °C
Gebruik
20 tot 80% RV
Geluidsniveaua
Temperatuur
Relatieve
luchtvochtigheid
Opslag (in verpakking)
Nominaal vermogenb
10 tot 90% RV
Modellen op 110 volt
AC 110 – 127 V
Modellen op 220 volt
AC 220 – 240 V
Specificaties
5. Bijlage
Items
Stroomverbruik
Omschrijving
Gemiddeld vermogen
Minder dan 550 Watt
Stand-bymodus
Minder dan 60 Watt
Energiebesparende
modus
Minder dan 1,9 W(Normaal), 1,4 W(EEE)
Uitgeschakelde toestand
Minder dan 0,1 Watt
a. Geluidsdrukniveau, ISO 7779. Geteste configuratie: basisinstallatie apparaat, A4-papierformaat, enkelzijdig afdrukken.
b. Zie het typeplaatje op het apparaat voor het juiste voltage (V), de frequentie (Hertz) en de stroomsterkte (A) voor uw apparaat.
87
Specificaties
5. Bijlage
2
Specificaties van de afdrukmedia
Tüüp
Formaat
Afmetingen
Gewicht/capaciteit afdrukmediaa
Lade 1/Optionele lade
Normaal
papier
Letter
216 x 279 mm
Legal
216 x 356 mm
US Folio
216 x 330 mm
A4
210 x 297 mm
Oficio
216 x 343 mm
JIS B5
182 x 257 mm
ISO B5
176 x 250 mm
Executive
184 x 267 mm
A5
148 x 210 mm
A6
105 x 148 mm
Multifunctionele lade
70 tot 90 g/m2 (bankpostpapier) 70 tot 90 g/m2
(bankpostpapier)
• 250 vellen van 80 g/m2
(bankpostpapier) voor lade1 • 50 vellen van 80 g/m2
• 520 vellen van 80 g/m2
(bankpostpapier) voor de
optionele lade.
• 150 vellen van 75 g/m2
(bankpostpapier).
88
Specificaties
Tüüp
Formaat
5. Bijlage
Afmetingen
Gewicht/capaciteit afdrukmediaa
Lade 1/Optionele lade
Monarchenvelop
98 x 191 mm
Multifunctionele lade
Niet beschikbaar in lade1/
optionele lade.
75 tot 90 g/m2
(bankpostpapier).
Envelop Nr. 10 105 x 241 mm
Enveloppen
Envelop DL
110 x 220 mm
Envelop C5
162 x 229 mm
Envelop C6
114 x 162 mm
Dik papier
Zie Normaal
papier
Zie Normaal papier
91 tot 105 g/m2
(bankpostpapier).
91 tot 105 g/m2
(bankpostpapier).
Dikker papier
Zie Normaal
papier
Zie Normaal papier
Niet beschikbaar in lade1/
optionele lade.
164 tot 220 g/m2
(bankpostpapier).
Dun papier
Zie Normaal
papier
Zie Normaal papier
60 tot 70 g/m2
(bankpostpapier).
60 tot 70 g/m2
(bankpostpapier).
Zie Normaal papier
Niet beschikbaar in lade1/
optionele lade.
138 tot 146 g/m2
(bankpostpapier).
Letter, Legal,
Zie Normaal papier
US Folio, A4,
JIS B5, ISO B5,
Executive, A5
Niet beschikbaar in lade1/
optionele lade.
120 tot 150 g/m2
(bankpostpapier).
Transparanten Letter, A4
Etikettenb
89
Specificaties
Tüüp
Formaat
5. Bijlage
Afmetingen
Gewicht/capaciteit afdrukmediaa
Lade 1/Optionele lade
Multifunctionele lade
Kartonpapier
Letter, Legal,
Zie Normaal papier
US Folio, A4,
JIS B5, ISO B5,
Executive, A5
121 tot 163 g/m2
(bankpostpapier).
121 tot 163 g/m2
(bankpostpapier).
bankpost;
Zie Normaal
papier
Zie Normaal papier
106 tot 120 g/m2
(bankpostpapier).
106 tot 120 g/m2
(bankpostpapier).
• Multifunctionele lade: 76 x 127
mm
60 tot 163 g/m2 (bankpostpapier)
Minimaal formaat (aangepast)
• Lade 1: 98 x 148,5 mm
Maximaal formaat (aangepast)
Niet beschikbaar in de optionele lade.
216 x 356 mm
a. De maximumcapaciteit kan verschillen en is afhankelijk van het gewicht en de dikte van afdrukmedia en de omgevingsomstandigheden.
b. De zachtheid van de voor dit apparaat gebruikte etiketten moet tussen 100 tot 250 (sheffield) bedragen. Deze getallen verwijzen naar het
gladheidsniveau.
90
Specificaties
5. Bijlage
91
3
Systeemvereisten
Microsoft® Windows®
Vereisten (aanbevolen)
Besturingssysteem
Processor
RAM
Vrije
schijfruimte
Windows® 2000
Intel® Pentium® II 400 MHz (Pentium III 933 MHz)
64 MB (128 MB)
Windows® XP
Intel® Pentium® III 933 MHz (Pentium IV 1 GHz)
128 MB (256 MB) 1,5 GB
Windows Server® 2003
Intel® Pentium® III 933 MHz (Pentium IV 1 GHz)
128 MB (512 MB) 1,25 GB tot 2 GB
Windows Server® 2008
Intel® Pentium® IV 1 GHz (Pentium IV 2 GHz)
512 MB (2 GB)
10 GB
Windows Vista®
Intel® Pentium® IV 3 GHz
512 MB (1 GB)
15 GB
Intel® Pentium® IV 1 GHz 32-bit of 64-bit-processor of hoger
1 GB (2 GB)
16 GB
Windows® 7
600 MB
• Ondersteuning voor DirectX® 9 graphics met 128 MB geheugen (om het Aero-thema in te schakelen).
• DVD-R/W-station
Windows Server® 2008
R2
Intel® Pentium® IV 1 GHz- (x86) of 1,4 GHz- (x64) processoren (2
GHz of sneller)
512 MB (2 GB)
10 GB
Specificaties
5. Bijlage
• Internet Explorer 6.0 of hoger is minimum vereist voor alle Windows-besturingssystemen.
• Gebruikers kunnen de software installeren als ze beheerdersrechten hebben.
• Windows Terminal Services is compatibel met uw apparaat.
• Voor Windows 2000 is Services Pack 4 of hoger vereist.
Macintosh
Vereisten (aanbevolen)
Besturingssysteem
Processor
• Intel®-processoren
Mac OS X 10.3 ~ 10.4
• PowerPC G4/G5
RAM
• 128 MB voor Mac met PowerPC
(512 MB)
Vrije schijfruimte
1 GB
• 512 MB voor een Mac op basis van
Intel (1 GB)
• Intel®-processoren
512 MB (1 GB)
1 GB
Mac OS X 10.5
• 867 MHz of sneller Power PC
G4/G5
Mac OS X 10.6
• Intel®-processoren
1 GB (2 GB)
1 GB
Mac OS X 10,7
• Intel®-processoren
2 GB
4 GB
92
Specificaties
5. Bijlage
Linux
Items
Vereisten
Fedora 5 ~ 13 (32/ 64 bit)
OpenSuSE® 10.2, 10.3, 11.0, 11.1, 11.2 (32/64 bit)
SuSE 10.1 (32 bit)
Besturingssysteem
Ubuntu 6.06, 6.10, 7.04, 7.10, 8.04, 8.10, 9.04, 9.10, 10.04 (32/64 bit)
Mandriva 2007, 2008, 2009, 2009.1, 2010 (32/64 bit)
Debian 4.0, 5.0 (32/64 bits)
Redhat® Enterprise Linux WS 4, 5 (32/64 bit)
SuSE Linux Enterprise Desktop 10, 11 (32/64 bits)
Processor
Pentium IV 2,4GHz (Intel Core™2)
RAM
512 MB (1 GB)
Vrije schijfruimte
1 GB (2 GB)
93
Specificaties
5. Bijlage
Unix
Items
Vereisten
Sun Solaris 9, 10 (x86, SPARC)
Besturingssysteem
HP-UX 11.0, 11i v1, 11i v2, 11i v3 (PA-RISC, Itanium)
IBM AIX 5.1, 5.2, 5,3, 5.4
Vrije schijfruimte
Tot 100 MB
94
Specificaties
5. Bijlage
4
Netwerkomgeving
Alleen voor netwerkmodellen (zie "Functies per model" op pagina 8).
U moet de netwerkprotocollen installeren op het apparaat om het als netwerkprinter te kunnen gebruiken. In de volgende tabel
worden de netwerkomgevingen vermeld die door het apparaat worden ondersteund.
Items
Netwerkinterface
Specificaties
• Ethernet 10/100/1000 Base-TX
• Windows 2000/Server 2003/Server 2008/XP/Vista/7/Server 2008 R2
Netwerkbesturingssysteem
• Diverse Linux-besturingssystemen
• Mac OS X 10.3 ~ 10.7
• Unix
• TCP/IPv4
• DHCP, BOOTP
Netwerkprotocollen
• DNS, WINS, Bonjour, SLP, UPnP
• Standard TCP/IP Printing(RAW), LPR, IPP, WSD
• SNMPv 1/2/3, HTTP(S), IPSec
• TCP/IPv6 (DHCP, DNS, RAW, LPR, SNMPv 1/2/3, HTTP(S), IPSec)
95
Informatie over wettelijke voorschriften
Dit apparaat is ontworpen voor een normale werkomgeving en is
gecertificeerd conform verschillende veiligheidsvoorschriften.
Neem bij het gebruik van dit apparaat altijd deze elementaire
veiligheidsmaatregelen in acht om het risico op brand,
elektrische schokken en letsels te beperken.
5
Verklaring inzake laserveiligheid
De printer is in de Verenigde Staten gecertificeerd als zijnde in
overeenstemming met de vereisten van DHHS 21 CFR,
hoofdstuk 1, subhoofdstuk J voor laserproducten van klasse I(1),
en is elders gecertificeerd als een laserproduct van klasse I dat
voldoet aan de vereisten van IEC 60825-1: 2007.
Laserproducten van klasse I worden niet als gevaarlijk
beschouwd. Het lasersysteem en de printer zijn zo ontworpen
dat bij normaal gebruik, gebruiksonderhoud of onder de
voorgeschreven servicevoorwaarden personen niet worden
blootgesteld aan laserstralen hoger dan Klasse I.
6
Alleen voor Taiwan
Waarschuwing
De printer mag nooit worden gebruikt of nagekeken als de
beschermkap van de laser/scanner is verwijderd. Hoewel ze
onzichtbaar is, kan de gereflecteerde laserstraal uw ogen
beschadigen.
5. Bijlage
96
Informatie over wettelijke voorschriften
7
5. Bijlage
9
Veiligheid in verband met ozon
Recycleren
De ozonemissie van dit apparaat ligt onder 0,1
ppm. Ozon is zwaarder dan lucht. Zet dit apparaat
dus op een plaats met goede ventilatie.
Recycle de verpakkingsmaterialen van dit product, of
verwijder ze op een milieuvriendelijke wijze.
8
10
Energiebesparingsmodus
Deze printer is uitgerust met een geavanceerde
energiebesparende technologie die het
stroomverbruik vermindert wanneer het apparaat
niet wordt gebruikt.
Als de printer gedurende enige tijd geen gegevens
ontvangt, wordt het stroomverbruik automatisch
verlaagd.
ENERGY STAR en het ENERGY STAR-merk zijn
gedeponeerde Amerikaanse handelsmerken.
Meer informatie over het ENERGY STARprogramma vindt u op http://www.energystar.gov
Alleen voor China
97
Informatie over wettelijke voorschriften
5. Bijlage
98
Alleen voor de Verenigde Staten
11
Correcte verwijdering van dit product (afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur)
(Van toepassing in de Europese Unie en andere
Europese landen met gescheiden
inzamelingssystemen voor batterijen)
Verwijder elektronica door deze naar een goedgekeurd
recyclingbedrijf te brengen. Vind recyclingbedrijven bij u in de
buurt op onze website:www.samsung.com/recyclingdirect Of bel
(877) 278 - 0799
12
Alleen voor Taiwan
Deze aanduiding op het product, op de accessoires of in
de documentatie geeft aan dat het product en zijn
elektronische accessoires (bijv. lader, hoofdtelefoon,
USB-kabel) aan het eind van hun levensduur niet met
ander huishoudelijk afval mogen worden weggegooid.
Gelieve deze items te scheiden van andere soorten afval
en ze op een verantwoorde wijze te recyclen met het oog
op een duurzaam hergebruik van materialen en ter
voorkoming van eventuele schade aan het milieu of de
gezondheid als gevolg van een ongecontroleerde
afvalverwijdering.
Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met
de winkel waar ze dit product hebben gekocht of met de
gemeente waar ze wonen om te vernemen waar en hoe
ze deze artikelen milieuvriendelijk kunnen laten recyclen.
Zakelijke gebruikers dienen contact op te nemen met hun
leverancier en dienen de voorwaarden en bepalingen van
de verkoopovereenkomst te controleren. Dit product en
zijn elektronische accessoires mogen niet met ander
bedrijfsafval voor verwijdering worden gemengd.
13
Alleen voor Rusland
Informatie over wettelijke voorschriften
14
5. Bijlage
99
16
Alleen Duitsland
De stekker van het netsnoer vervangen
(alleen voor het VK)
Belangrijk
15
Alleen voor Turkije
Het netsnoer van dit apparaat is voorzien van een
standaardstekker (BS 1363) van 13 ampère en een zekering
van 13 ampère. Als u de zekering vervangt, moet u het juiste
type van 13 ampère gebruiken. Nadat u de zekering hebt
gecontroleerd of vervangen, moet u de afdekkap van de
zekering weer sluiten. Als u de afdekkap van de zekering
verloren bent, mag u de stekker niet gebruiken totdat u er een
nieuwe afdekkap hebt op gezet.
Neem contact op met de leverancier bij wie u het apparaat hebt
gekocht.
Stekkers van 13 ampère zijn het meest voorkomende type in het
Verenigd Koninkrijk en kunnen in de meeste gevallen worden
gebruikt. Sommige (vooral oudere) gebouwen hebben echter
geen normale stopcontacten van 13 ampère. U moet een
geschikt verloopstuk (adapter) kopen. Verwijder nooit de
aangegoten stekker van het netsnoer.
Informatie over wettelijke voorschriften
Als u de aangegoten stekker afsnijdt of weggooit, kunt u
hem er niet meer op bevestigen en riskeert u een
elektrische schok te krijgen als u hem in het stopcontact
steekt.
5. Bijlage
100
Sluit de blauwe draad aan op de pool die gemarkeerd is met de
letter "L" of de kleur zwart.
In de stekker, adapter of verdeelkast moet een zekering van
13 ampère zijn aangebracht.
17
Belangrijke waarschuwing:
Dit apparaat moet op een geaard stopcontact worden
aangesloten.
De aders van het netsnoer hebben de volgende
kleurcodering:
• Groen/geel: aarding
• Blauw: neutraal
• Bruin: fase
Ga als volgt te werk als de kleuren van de aders in het netsnoer
niet overeenstemmen met die van de stekker.
Sluit de geel-groene aardedraad aan op de pool die gemarkeerd
is met de letter "E", het aardingssymbool, en geel-groen of groen
is gekleurd.
Sluit de blauwe draad aan op de pool die gemarkeerd is met de
letter "N" of zwart is gekleurd.
Verklaring van overeenstemming
(Europese landen)
Goedkeuringen en certificeringen
Samsung Electronics verklaart hierbij dat deze [ML-375x
Series] voldoet aan de essentiële vereisten en andere
regelgeving van de laagspanningsrichtlijn (2006/95/EC)
en de EMC-richtlijn (2004/108/EC).
De conformiteitsverklaring kan worden geraadpleegd op
www.samsung.com/printer. Ga naar Support >
Download center en voer de naam van uw printer (MFP)
in om te bladeren door de EuDoC.
1 januari 1995: Richtlijn 2006/95/EG van het Europees
Parlement en de Raad betreffende de onderlinge aanpassing
van de wettelijke voorschriften der lidstaten inzake elektrisch
materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde
spanningsgrenzen.
Informatie over wettelijke voorschriften
1 januari 1996: Richtlijn 2004/108/EC van de Raad inzake de
harmonisatie van de wetgevingen in de lidstaten betreffende
elektromagnetische compatibiliteit.
9 maart 1999: Richtlijn 1999/5/EG van de Raad inzake
radioapparatuur en eindapparatuur voor telecommunicatie en de
onderlinge herkenning van hun conformiteit. U kunt bij uw
vertegenwoordiger van Samsung Electronics Co., Ltd. een
volledige verklaring krijgen waarin de relevante richtlijnen en de
normen waarnaar wordt verwezen, zijn gedefinieerd.
EC-certificering
Certificering voor Richtlijn 1999/5/EC inzake radioapparatuur en
eindapparatuur voor telecommunicatie (FAX)
Dit product van Samsung is gecertificeerd door Samsung zelf
voor enkele-terminalverbindingen in heel Europa met het
openbare telefoonnet (PSTN), in overeenstemming met richtlijn
1999/5/EC. Het product is ontworpen voor gebruik met de
nationale openbare telefoonnetten en compatibele PBX-en van
de Europese landen:
Indien er problemen optreden, moet u in eerste instantie contact
opnemen met het Euro QA Lab van Samsung Electronics Co.,
Ltd.
5. Bijlage
101
Het product is getest op TBR21. Het European
Telecommunication Standards Institute (ETSI) heeft voor
gebruik en toepassing in overeenstemming met deze norm een
adviesdocument gepubliceerd (EG 201 121), waarin
opmerkingen en extra voorwaarden staan voor
netwerkcompatibiliteit van TBR21-terminals. Het product is
getest op, en voldoet aan, alle relevante adviezen in dit
document.
Informatie over wettelijke voorschriften
18
Alleen voor China
5. Bijlage
102
Informatie over wettelijke voorschriften
19
Alleen voor Israël
5. Bijlage
103
Copyright
5. Bijlage
104
© 2011 Samsung Electronics Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
Deze gebruikershandleiding dient uitsluitend ter informatie. Alle informatie in deze gebruikershandleiding kan zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
Samsung Electronics kan niet aansprakelijk worden gesteld voor directe of indirecte schade als gevolg van of in verband met het
gebruik van deze gebruikershandleiding.
•
Samsung en het Samsung-logo zijn handelsmerken van Samsung Electronics Co., Ltd.
•
Microsoft, Windows, Windows Vista, Windows 7 en Windows Server 2008 R2 zijn gedeponeerde handelsmerken of
handelsmerken van Microsoft Corporation.
•
TrueType, LaserWriter en Macintosh zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc.
•
Alle andere merk- of productnamen zijn handelsmerken van hun respectievelijke bedrijven of organisaties.
Raadpleeg het bestand "LICENSE.txt" op de meegeleverde cd-rom voor open-sourcelicentiegegevens.
REV. 1.00
Index
105
A
E
accessoires
ecoafdruk
48
ecoknop
20
bestellen
53
achterkant
19
afdrukken
een document afdrukken
Windows
L
F
foutmelding
44
lade
afdrukmedia
31
de grootte van de lade aanpassen
31
een optionele lade bestellen
53
papier in de multifunctionele lade plaatsen
34
79
functies
breedte en lengte instellen
5
papierformaat en type instellen
eigenschappen van afdrukmateriaal 88
42
Linux
enveloppen
38
etiketten
40
het papierformaat instellen
42
het papiertype instellen
42
geheugen uitbreiden
60
stuurprogramma opnieuw installeren 24
kartonpapier
41
geheugenmodule installeren
60
stuurprogrammainstallatie
speciale media
36
transparanten
39
uitvoersteun gebruiken
88
voorbedrukt papier
42
algemene pictogrammen
10
G
systeemvereisten
bedieningspaneel
20
C
conventie
10
22
M
H
47
Macintosh
systeemvereisten
I
informatie over de statusLED
B
Lokaal
geheugen
help gebruiken
94
menuoverzicht
76
92
26
Multifunctionele lade
informatie over wettelijke voorschriften
gebruikstips
34
96
plaatsen
34
instellingen voor favorieten voor
afdrukken
speciale afdrukmedia gebruiken
36
46
N
netwerk
Index
installatieomgeving
106
95
S
specificaties
O
onderdelen voor onderhoud
55
optionele lade
53
bestellen
53
papier plaatsen
33
afdrukmedia
de gebruiksduur van de verbruiksartikelen
controleren
62
86
88
standaardinstellingen
instellingen voor lade
stoptoets
W
20
weergavescherm
papier verwijderen
69
Paralleelne
bestellen
54
plaatsen
papier in de multifunctionele lade plaatsen
34
de cassette vervangen
58
systeemvereisten
toner herverdelen
56
U
Unix
systeemvereisten
93
64
33
uw apparaat reinigen
speciale media
36
V
veiligheid
reinigen
binnenkant
64
buitenkant
64
opneemrol
66
20
stuurprogramma van een met een
USBkabel verbonden apparaat installeren
22, 24
plaatsen in lade 1
R
18
44
tonercassette
tips om papierstoringen te voorkomen 68
58
Windows
Tijdens
papierstoring
voorkant
42
T
P
tonercassette vervangen
info
11
symbolen
11
verbruiksartikelen
beschikbare verbruiksartikelen
52
bestellen
52
91
ML-375x Series
Gebruikershandleiding
Geavanceerd
imagine the possibilities
Deze handleiding geeft informatie over de installatie, geavanceerde instelling, gebruik en het
oplossen van problemen in verschillende besturingssystemen.
Afhankelijk van het model of land zijn enkele functies mogelijk niet beschikbaar.
Inhoud
2
34 Grafisch
1. Installatie van de software
5
Installatie voor de Macintosh
7
Opnieuw installeren voor Macintosh
8
Installatie voor Linux
10 Opnieuw installeren voor Linux
2. Een via een netwerk aangesloten
apparaat gebruiken
35 Systeeminstallatie
39 Emulatie
40 Netwerk
41 Beheerinstellingen
4. Speciale functies
43 Aanpassing aan luchtdruk of hoogte
44 De lettertype-instelling wijzigen
45 De standaardafdrukinstellingen wijzigen
12 Nuttige netwerkprogramma’s
46 Uw apparaat instellen als standaardprinter
13 Instelling bekabeld netwerk
47 Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken
17 Installeren van een stuurprogramma over
het netwerk
55 Afdrukken in Macintosh
25 IPv6-configuratie
3. Menu´s met nuttige instellingen
29 Voordat u een hoofdstuk gaat lezen
30 Informatie
58 Afdrukken in Linux
61 Afdrukken in Unix
5. Onderhoud
64 De tonercassette bewaren
31 Lay-out
66 Tips voor het verplaatsen en opbergen van
uw apparaat
33 Papier
67 Nuttige beheerprogramma´s
Inhoud
6. Problemen oplossen
80 Problemen met papierinvoer
82 Problemen met de voeding en het netsnoer
83 Afdrukproblemen
88 Problemen met de afdrukkwaliteit
96 Problemen met het besturingssysteem
Contact SAMSUNG worldwide
Verklarende woordenlijst
3
1. Installatie van de software
Dit hoofdstuk levert instructies voor het installeren van essentiële en nuttige
software voor gebruik in een opstelling waarbij het apparaat via een kabel
aangesloten is. Een lokale printer is een printer die via een kabel
rechtstreeks op uw computer is aangesloten. Als uw apparaat op een
netwerk is verbonden, slaat u de onderstaande stappen over en gaat u
verder met de installatie van het stuurprogramma voor een
netwerkapparaat (zie Installeren van een stuurprogramma over het
netwerk17).
• Installatie voor de Macintosh
5
• Opnieuw installeren voor Macintosh
7
• Installatie voor Linux
8
• Opnieuw installeren voor Linux
10
• Als u gebruik maakt van het besturingsysteem Windows, kijkt u
in de basishandleiding voor installatie van het stuurprogramma.
• Gebruik alleen een USB-kabel die korter is dan 3 meter.
Installatie voor de Macintosh
1. Installatie van de software
5
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
het computerscherm verschijnt een waarschuwing dat
10 Op
alle toepassingen worden afgesloten. Klik op Ga door.
2
3
Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
Typische installatie voor een lokale printer
11 Selecteer
en klik vervolgens op OK.
4
Dubbelklik in de map MAC_Installer op het pictogram
Installer OS X.
5
6
7
8
Voer het wachtwoord in en klik op OK.
9
Dubbelklik op het pictogram in de vorm van een cd-rom op
het bureaublad van uw Macintosh-computer.
Klik op Ga door.
12 Klik op Ga door in het venster Leesmij.
13 Nadat de installatie is voltooid, klikt u op Afsluiten.
de map Toepassingen > Hulpprogramma's >
14 Open
Printerconfiguratie.
•
Lees de gebruiksrechtovereenkomst en klik op Ga door.
Klik op Akkoord als u akkoord gaat met de
gebruiksrechtovereenkomst.
Selecteer Eenvoudige installatie en klik op Installeer.
Eenvoudige installatie wordt aanbevolen voor de meeste
gebruikers. Alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor
apparaatbewerkingen worden geïnstalleerd.
Als u Aangepaste installatie selecteert, kunt u aangeven
welke afzonderlijke onderdelen u wilt installeren.
Voor Mac OS X 10.5-10.7 opent u de map
Toepassingen > Systeemvoorkeuren en klikt u op
Afdrukken en faxen.
15 Klik op Voeg toe op de Printerlijst.
•
Voor Mac OS X 10.5-10.7 klikt u op het pictogram +,
waarna een venster verschijnt.
16 In Mac OS X 10.3 selecteert u het tabblad USB.
•
In Mac OS X10.4 klikt u op Standaardkiezer en zoekt
u de USB-verbinding.
•
In Mac OS X 10.5-10.7 klikt u op Standaard en zoekt u
de USB-verbinding.
Installatie voor de Macintosh
automatisch selecteren in Mac OS X 10.3 niet goed
17 Als
werkt, selecteert u Samsung in Printermodel en de naam
van uw apparaat in Modelnaam.
•
Als automatisch selecteren in Mac OS X 10.4 niet goed
werkt, selecteert u Samsung in Druk af via en de
naam van uw apparaat in Model.
•
Voor Mac OS X 10.5-10.7: als Automatisch selecteren
niet goed werkt, selecteert u Selecteer
besturingsbestand… en de naam van uw apparaat in
Druk af via.
Uw apparaat verschijnt in Printerlijst en wordt ingesteld
als standaardapparaat.
18 Klik op Voeg toe.
1. Installatie van de software
6
Opnieuw installeren voor Macintosh
Als het printerbesturingsbestand niet correct werkt, maakt u de
installatie van het besturingsbestand ongedaan en installeert u
het opnieuw.
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
3
Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
4
Dubbelklik in de map MAC_Installer op het pictogram
Installer OS X.
5
6
7
8
Voer het wachtwoord in en klik op OK.
Klik op Akkoord als u akkoord gaat met de
gebruiksrechtovereenkomst.
9
Selecteer Installatie ongedaan maken en klik op
Installatie ongedaan maken.
Dubbelklik op het pictogram in de vorm van een cd-rom op
het bureaublad van uw Macintosh-computer.
Klik op Ga door.
Lees de gebruiksrechtovereenkomst en klik op Ga door.
1. Installatie van de software
7
het computerscherm verschijnt een waarschuwing dat
10 Op
alle programma´s worden afgesloten. Klik op Ga door.
de installatie ongedaan is gemaakt, klikt u op
11 Nadat
Afsluiten.
Als een apparaat al is toegevoegd, kunt u het verwijderen
via Printerconfiguratie of Afdrukken en faxen.
Installatie voor Linux
1. Installatie van de software
5
6
7
U moet Linux-softwarepakketten downloaden van de website
van Samsung om de printersoftware te installeren (http://
www.samsung.com/printer).
1
Het Unified Linux-stuurprogramma
installeren
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
Wanneer het venster Administrator Login verschijnt, typt
u "root" in het veld Login en voert u het
systeemwachtwoord in.
8
Dubbelklik op cdroot > autorun.
Klik op Next zodra het welkomstscherm verschijnt.
Zodra de installatie is voltooid, klikt u op Finish.
Het installatieprogramma heeft het pictogram Unified Driver
Configurator op het bureaublad geplaatst en de groep Unified
Driver aan het systeemmenu toegevoegd. Als u problemen
ondervindt, raadpleegt u de schermhulp die u kunt openen via
het systeemmenu of vanuit het stuurprogrammapakket van
Windows-toepassingen, zoals Unified Driver Configurator of
Image Manager.
2
Smart Panel installeren
U moet zich aanmelden als supergebruiker (root) om de
printersoftware te installeren. Als u geen supergebruiker
bent, neemt u contact op met uw systeembeheerder.
3
Download het Unified Linux Driver-pakket van de website
van Samsung.
4
Klik met de rechtermuisknop op het Unified Linux Driverpakket en pak het uit.
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
Wanneer het venster Administrator Login verschijnt, typt
u root in het veld Login en voert u het systeemwachtwoord
in.
Installatie voor Linux
1. Installatie van de software
U moet zich aanmelden als supergebruiker (root) om de
printersoftware te installeren. Als u geen supergebruiker
bent, neemt u contact op met uw systeembeheerder.
U moet zich aanmelden als supergebruiker (root) om de
printersoftware te installeren. Als u geen supergebruiker
bent, neemt u contact op met uw systeembeheerder.
3
Download het Smart Panel-pakket van de website van
Samsung en plaats het op uw computer.
3
Download het pakket Printer Settings Utility vanaf de
website van Samsung.
4
Klik met uw rechtermuisknop op het Smart Panel-pakket
en pak het uit.
4
Klik met de rechtermuisknop op het pakket Printer
Settings Utility en decomprimeer het.
5
Dubbelklik op cdroot > Linux > smartpanel > install.sh.
5
Dubbelklik op cdroot > Linux > psu > install.sh.
3
Printer Settings Utility installeren
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
Wanneer het venster Administrator Login verschijnt, typt
u "root" in het veld Login en voert u het
systeemwachtwoord in.
9
Opnieuw installeren voor Linux
Als het printerstuurprogramma niet correct werkt, maakt u de
installatie van het stuurprogramma ongedaan en installeert u het
opnieuw.
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
Wanneer het venster Administrator Login verschijnt, typt
u "root" in het veld Login en voert u het
systeemwachtwoord in.
U moet zich aanmelden als supergebruiker (root) om de
installatie van het printerstuurprogramma ongedaan te
maken. Als u geen supergebruiker bent, neemt u contact
op met uw systeembeheerder.
3
Klik op het pictogram onderaan op het bureaublad.
Wanneer het venster Terminal verschijnt, typt u het
volgende:
[root@localhost root]#cd /opt/Samsung/mfp/uninstall/
[root@localhost uninstall]#./uninstall.sh
4
5
6
Klik op Uninstall.
Klik op Next.
Klik op Finish.
1. Installatie van de software
10
2. Een via een netwerk
aangesloten apparaat
gebruiken
In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u een apparaat instelt
dat via het netwerk aangesloten is en hoe u de software instelt.
• Nuttige netwerkprogramma’s
12
• Instelling bekabeld netwerk
13
• Installeren van een stuurprogramma over het netwerk 17
• IPv6-configuratie
25
Nuttige netwerkprogramma’s
Er zijn verschillende programma’s voorhanden om in een
netwerkomgeving de netwerkinstellingen op een eenvoudige
manier in te voeren. Zo kan de netwerkbeheerder diverse
apparaten in het netwerk beheren.
Voordat u onderstaande programma’s gaat gebruiken
moet u het IP-adres instellen.
2. Een via een netwerk
aangesloten apparaat gebruiken
12
2
SyncThru™ Web Admin Service
Een webgebaseerd apparaatbeheersysteem voor
netwerkbeheerders. Met SyncThru™ Web Admin Service kunt u
netwerkapparatuur op een efficiënte manier beheren en op
afstand controleren. U kunt bovendien problemen oplossen
vanaf iedere plek waar u via het internet toegang hebt tot het
bedrijfsnetwerk. U kunt dit programma downloaden via http://
solution.samsungprinter.com.
1
3
SyncThru™ Web Service
SetIP
Met de in de netwerkapparaat geïntegreerde webserver kunt u
het volgende doen (zie "SyncThru™ Web Service gebruiken" op
pagina 27):
Met dit hulpprogramma kunt u een netwerkinterface selecteren
en handmatig IP-adressen configureren voor gebruik met het
TCP/IP-protocol.
•
Informatie over en status van verbruiksartikelen opvragen.
•
•
Apparaatinstellingen aanpassen.
zie "IPv4-configuratie met het programma SetIP (Windows)"
op pagina 14.
•
E-mail-meldingsopties instellen. Als u deze optie instelt,
wordt de apparaatstatus (als de tonercassette leeg is of als er
een foutmelding is) automatisch naar het e-mailadres van
een bepaalde persoon gestuurd.
•
zie "IPv4-configuratie met het programma SetIP (Macintosh)"
op pagina 15.
•
zie "IPv4-configuratie met het programma SetIP (Linux)" op
pagina 15.
•
De noodzakelijke netwerkparameters voor het apparaat
instellen, zodat u een verbinding kunt maken met diverse
netwerkomgevingen.
TCP/IPv6 wordt door dit programma niet ondersteund.
Instelling bekabeld netwerk
U moet de netwerkprotocollen op uw apparaat instellen om het
apparaat in uw netwerk te kunnen gebruiken.
U kunt het netwerk gebruiken nadat u een netwerkkabel hebt
aangesloten op de desbetreffende poort op uw computer.
•
•
Gebruik het programma SyncThru™ Web Service of SetIP bij
modellen zonder displayscherm op het bedieningspaneel.
-
zie "SyncThru™ Web Service gebruiken" op pagina 67.
-
zie "Het IP-adres instellen" op pagina 14.
Modellen met een display op het bedieningspaneel moeten
de netwerkinstellingen ingesteld worden door op het
bedieningspaneel op de knop
(Menu) > Netwerk te
2. Een via een netwerk
aangesloten apparaat gebruiken
13
4
Een netwerkconfiguratierapport afdrukken
U kunt een netwerkconfiguratierapport afdrukken vanaf het
bedieningspaneel van het apparaat, waarin de huidige
netwerkinstellingen van uw apparaat worden weergegeven. Dit
zal u helpen bij de installatie van een netwerk.
•
De machine heeft een displayscherm: Druk op de knop
(Menu) op het bedieningpaneel en kies Netwerk >
Netwerkinst. (Netwerkconfiguratie)> Ja.
•
De printer heeft geen display: Houd de knop
(Annuleren of Stoppen/Wissen) op het bedieningspaneel
langer dan vijf seconden ingedrukt.
drukken (zie "Netwerk" op pagina 40).
In dit netwerkconfiguratierapport kunt u het MAC-adres en IPadres van uw apparaat vinden.
Voorbeeld:
•
MAC-adres: 00:15:99:41:A2:78
•
IP-adres: 192.0.0.192
Instelling bekabeld netwerk
5
Het IP-adres instellen
Eerst moet u een IP-adres instellen voor het beheren van en
afdrukken via het netwerk. In de meeste gevallen wordt een IPadres automatisch toegewezen via een DHCP-server (Dynamic
Host Configuration Protocol Server) die zich in het netwerk
bevindt.
IPv4-configuratie met het programma SetIP
(Windows)
2. Een via een netwerk
aangesloten apparaat gebruiken
14
5
In het menu Start van Windows selecteert u Alle
programma’s > Samsung Printers > SetIP > SetIP.
6
Klik op het pictogram
(derde van links) in het scherm
SetIP om het TCP/IP-configuratievenster te openen.
7
Voer als volgt de nieuwe apparaatgegevens in in het
configuratievenster. In een bedrijfsintranet moeten deze
gegevens mogelijk worden toegewezen door een
netwerkbeheerder voordat u verder kunt gaan.
Voordat u het programma SetIP gebruikt, moet u de firewall van
de computer uitschakelen via Configuratiescherm >
Beveiligingscentrum > Windows Firewall.
1
Installeer dit programma vanaf de meegeleverde cd-rom
door te dubbelklikken op Application > SetIP >
Setup.exe.
2
3
Volg de instructies in het installatievenster.
4
Schakel het apparaat in.
Sluit het apparaat op het netwerk aan met een
netwerkkabel.
Zoek het MAC-adres in het netwerkconfiguratierapport
en voer het hier in (zonder dubbele punten) (zie "Een
netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 13).
Bijvoorbeeld: 00:15:99:29:51:A8 wordt dus
0015992951A8.
Instelling bekabeld netwerk
8
Klik op Toepassen en vervolgens op OK. Het
Netwerkconfiguratierapport wordt automatisch op het
apparaat afgedrukt. Bevestig dat alle instellingen juist zijn.
IPv4-configuratie met het programma SetIP
(Macintosh)
2. Een via een netwerk
aangesloten apparaat gebruiken
4
Klik op het pictogram
(derde van links) in het scherm
SetIP om het TCP/IP-configuratievenster te openen.
5
Voer de nieuwe apparaatgegevens in het
configuratievenster in. In een bedrijfsintranet moeten deze
gegevens mogelijk worden toegewezen door een
netwerkbeheerder voordat u verder kunt gaan.
Voordat u het programma SetIP gebruikt, moet u de firewall van
de computer uitschakelen via Systeemvoorkeuren >
Beveiliging > Firewall.
Zoek het MAC-adres in het netwerkconfiguratierapport
en voer het hier in (zonder dubbele punten) (zie "Een
netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 13).
Bijvoorbeeld: 00:15:99:29:51:A8 wordt dus
0015992951A8.
De volgende instructies kunnen verschillen per model.
1
Sluit het apparaat op het netwerk aan met een
netwerkkabel.
2
Plaats de installatie-cd en open het schijfvenster.
Selecteer vervolgens MAC_Installer > MAC_Printer >
SetIP > SetIPapplet.html.
3
Dubbelklik op het bestand en Safari zal automatisch
worden geopend. Selecteer vervolgens Vertrouw. De
pagina SetIPApplet.html wordt geopend in de browser.
Hier vindt u de naam en het IP-adres van de printer.
15
6
7
Selecteer Apply, OK en opnieuw OK.
Sluit Safari af.
IPv4-configuratie met het programma SetIP
(Linux)
Voordat u het programma SetIP gebruikt, moet u de firewall van
de computer uitschakelen via System Preferences or
Administrator.
Instelling bekabeld netwerk
De volgende instructies kunnen verschillen per model of
besturingssysteem.
1
2
3
4
Open /opt/Samsung/mfp/share/utils/.
Dubbelklik op het bestand SetIPApplet.html.
Klik hier om het venster TCP/IP Configuration te openen.
Voer de nieuwe apparaatgegevens in het
configuratievenster in. In een bedrijfsintranet moeten deze
gegevens mogelijk worden toegewezen door een
netwerkbeheerder voordat u verder kunt gaan.
Zoek het MAC-adres in het netwerkconfiguratierapport
en voer het hier in (zonder dubbele punten) (zie "Een
netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 13).
Bijvoorbeeld: 00:15:99:29:51:A8 wordt dus
0015992951A8.
5
Het Netwerkconfiguratierapport wordt automatisch op
het apparaat afgedrukt.
2. Een via een netwerk
aangesloten apparaat gebruiken
16
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk
6
1
Windows
Controleer of het apparaat met het netwerk is verbonden
en ingeschakeld is. Het IP-adres van uw apparaat moet
reeds ingesteld zijn (zie "Het IP-adres instellen" op pagina
14).
Als tijdens de installatie het venster "Wizard Nieuwe
hardware gevonden" verschijnt, klikt u op Annuleren
om het venster te sluiten.
2
3
Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
De cd-rom start automatisch op en er verschijnt een
installatievenster.
Selecteer Nu installeren.
Aangepaste installatie laat u toe om de verbinding van
het apparaat te selecteren en aan te geven welke
individuele onderdelen u wilt installeren. Volg de
aanwijzingen op het scherm.
4
2. Een via een netwerk
aangesloten apparaat gebruiken
17
Lees de Gebruiksrechtovereenkomst en vink het
selectievakje Ik aanvaard de bepalingen van de
gebruiksrechtovereenkomst aan. Klik daarna op
Volgende.
Het programma zoekt het apparaat.
Als het apparaat niet in het netwerk of lokaal wordt
gevonden, verschijnt er een foutbericht.
• Schakel deze optie in als u de software wilt
installeren zonder de printer aan te sluiten.
- Schakel deze optie in als u dit programma wilt
installeren zonder dat er een apparaat is
aangesloten. In dit geval wordt het venster voor het
afdrukken van een testpagina overgeslagen en
wordt de installatie voltooid.
• Opnieuw zoeken
Wanneer u op deze knop klikt, verschijnt er een
venster met een firewall-waarschuwing.
- Schakel de firewall uit en klik op Opnieuw zoeken.
In Windows klikt u op Start > Configuratiescherm
> Windows Firewall en schakelt u deze optie uit.
- Schakel naast de firewall van het besturingssysteem
ook die van andere programma’s uit. Raadpleeg de
handleiding van de desbetreffende programma’s.
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk
• Directe invoer
Directe invoer laat u toe om een specifiek apparaat te
zoeken op het netwerk.
- Zoeken op IP-adres: voer hier het IP-adres of de
hostnaam in. Klik vervolgens op Volgende.
Druk een netwerkconfiguratierapport af om het IPadres van uw apparaat te controleren (zie "Een
netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina
13).
- Zoeken op netwerkpad: U kunt een gedeelde
printer (UNC-pad) opgeven door de gedeelde naam
handmatig in te voeren of door te klikken op
Bladeren en de gedeelde printer te zoeken. Klik
vervolgens op Volgende.
• Help
Als uw printer niet op de computer of het netwerk is
aangesloten kunt u met deze Help-knop gedetailleerde
informatie over de aansluiting van het apparaat
weergeven.
• SNMP-community-naam
Als uw systeembeheerder de nieuwe SNMPcommunity-naam op het apparaat heeft ingesteld,
vindt u het apparaat terug in het netwerk. Neem
contact op met uw systeembeheerder voor de nieuwe
SNMP-community-naam.
5
2. Een via een netwerk
aangesloten apparaat gebruiken
18
De gevonden apparaten worden op het scherm
weergegeven. Selecteer het gewenste apparaat en klik op
OK.
Als er slechts één apparaat is gevonden, verschijnt het
bevestigingsvenster.
6
Volg de instructies in het installatievenster.
7
Macintosh
1
Controleer of het apparaat met uw netwerk is verbonden
en ingeschakeld is. Het IP-adres van uw apparaat moet
reeds ingesteld zijn (zie "Het IP-adres instellen" op pagina
14).
2
3
Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
4
Dubbelklik in de map MAC_Installer op het pictogram
Installer OS X.
Dubbelklik op het pictogram in de vorm van een cd-rom op
het bureaublad van uw Macintosh-computer.
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk
5
6
7
8
9
Voer het wachtwoord in en klik op OK.
Klik op Ga door.
Lees de gebruiksrechtovereenkomst en klik op Ga door.
Als u Aangepaste installatie selecteert, kunt u aangeven
welke afzonderlijke onderdelen u wilt installeren.
het computerscherm verschijnt een waarschuwing dat
10 Op
alle programma´s worden afgesloten. Klik op Ga door.
Typische installatie voor een netwerkprinter
11 Selecteer
en klik op OK.
12 Het programma SetIP wordt automatisch uitgevoerd.
13 Klik op OK om door te gaan met de installatie.
14 Klik op Ga door in het venster Leesmij.
19
15 Nadat de installatie is voltooid klikt u op OK.
de map Toepassingen > Hulpprogramma’s >
16 Open
Printerconfiguratie.
•
Klik op Akkoord als u akkoord gaat met de
gebruiksrechtovereenkomst.
Selecteer Eenvoudige installatie en klik op Installeer.
Eenvoudige installatie wordt aanbevolen voor de meeste
gebruikers. Alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor
apparaatbewerkingen worden geïnstalleerd.
2. Een via een netwerk
aangesloten apparaat gebruiken
Voor Mac OS X 10.5-10.7 opent u de map
Toepassingen > Systeemvoorkeuren en klikt u op
Afdrukken en faxen.
17 Klik op Voeg toe op de Printerlijst.
•
In Mac OS X 10.5 -10.7 klikt u op het pictogram "+". Er
verschijnt een weergavevenster.
In Mac OS X 10.3 selecteert u het tabblad Afdrukken via
18 IP.
•
In Mac OS X 10.4 klikt u op IP-printer.
•
In Mac OS X 10.5-10.7 klikt u op IP.
19 Selecteer HP Jetdirect - Socket in Protocol.
Als u een document van vele pagina’s afdrukt, kunt u de
prestaties van de printer verbeteren door Socket te
kiezen in de opties bij Printertype.
20 Typ het IP-adres van uw printer in het invoerveld Adres.
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk
de wachtrijnaam in het invoerveld Wachtrij. Als u de
21 Typ
wachtrijnaam voor uw apparaatserver niet kunt bepalen,
22
•
•
Als automatisch selecteren in Mac OS X 10.4 niet goed
werkt, selecteert u Samsung in Druk af via en de
naam van uw apparaat in Model.
Als bij Mac OS X 10.5-10.7 Automatisch selecteren niet
goed werkt, kiest u Printersoftware selecteren en de
naam van uw apparaat in Druk af via.
23 Klik op Voeg toe.
Uw printer verschijnt op de Printerlijst en wordt ingesteld
als standaardprinter.
8
Linux
U moet Linux-softwarepakketten downloaden van de website
van Samsung om de printersoftware te installeren (http://
www.samsung.com/printer).
20
Om andere software te installeren:
probeert u eerst de standaardwachtrij.
Als automatisch selecteren in Mac OS X 10.3 niet goed
werkt, selecteert u Samsung in Printermodel en de naam
van uw apparaat in Modelnaam.
2. Een via een netwerk
aangesloten apparaat gebruiken
• zie "Smart Panel installeren" op pagina 8.
• zie "Printer Settings Utility installeren" op pagina 9.
Het Linux-stuurprogramma installeren en een
netwerkprinter toevoegen
1
Controleer of het apparaat met uw netwerk is verbonden
en ingeschakeld is. Het IP-adres van uw apparaat moet
bovendien zijn ingesteld.
2
Download het Unified Linux Driver-pakket van de website
van Samsung.
3
Extraheer het bestand UnifiedLinuxDriver.tar.gz en open
de nieuwe map.
4
5
Dubbelklik op de map Linux > het pictogram install.sh.
6
Het venster "Add printer wizard" gaat open. Klik op Next.
Het venster Samsung Installer wordt geopend. Klik op
Continue.
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk
7
8
6
7
8
Selecteer Netwerkprinter en klik op de knop Search.
Het IP-adres en het model van de printer verschijnen in de
lijst.
9 Selecteer uw apparaat en klik op Next.
10 Voer de beschrijving van de printer in en klik op Next.
11 Nadat de software is toegevoegd klikt u op Finish.
12 Nadat de installatie is voltooid, klikt u op Finish.
Een netwerkprinter toevoegen
1
2
3
Dubbelklik op Unified Driver Configurator.
4
5
Selecteer Network printer en klik op de knop Search.
Klik op Add Printer..
Het venster Add printer wizard wordt geopend. Klik op
Next.
Het IP-adres en de modelnaam van de printer worden in
de lijst weergegeven.
2. Een via een netwerk
aangesloten apparaat gebruiken
21
Selecteer uw apparaat en klik op Next.
Voer de beschrijving van de printer in en klik op Next.
Nadat de software is toegevoegd klikt u op Finish.
9
UNIX
• Controleer of uw printer het besturingssysteem UNIX
ondersteunt, voordat u het UNIX-stuurprogramma
installeert (zie basishandleiding).
• De commando's zijn gemarkeerd met "". Wanneer u de
commando's invoert, moet u geen "" typen.
Om het UNIX-printerstuurprogramma te gebruiken moet u eerst
het UNIX-printerstuurprogrammapakket installeren en
vervolgens de printer instellen. U kunt het UNIXprinterstuurprogrammapakket downloaden van de website van
Samsung.
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk
Het UNIX-printerstuurprogrammapakket
installeren
6
Download het UNIX-stuurprogrammapakket van de
website van Samsung en pak het uit op uw computer.
2
Zorg dat u machtigingen voor de hoofdmap heeft.
3
Kopieer het juiste stuurprogrammabestand naar de UNIXcomputer.
su -
Raadpleeg de handleiding van uw UNIXbesturingssysteem voor meer informatie.
4
Pak het UNIX-printerstuurprogrammabestand uit.
Op IBM AIX gebruikt u bijvoorbeeld de volgende
commando’s:
“gzip -d < voor de pakketnaam in | tar xf -"
5
Ga naar de uitgepakte map.
22
Voer het installatiescript uit.
“./install"
install is het installatiescriptbestand dat wordt gebruikt om
het UNIX-printerstuurprogrammapakket te installeren/
deïnstalleren.
De installatieprocedure is identiek voor alle varianten van het
bovengenoemde UNIX-besturingssysteem.
1
2. Een via een netwerk
aangesloten apparaat gebruiken
Gebruik de opdracht "chmod 755 install" om de
uitvoering van het installatiescript te machtigen.
7
Voer de opdracht ". /install –c" uit om de resultaten van de
installatie te controleren.
8
Voer "installprinter" uit vanaf de opdrachtregel. Hiermee
wordt het venster van de wizard Add Printer Wizard
geopend. Stel in dit venster de printer op de volgende
manier in:
In sommige UNIX-besturingssystemen, zoals Solaris 10,
zijn zojuist toegevoegde printers mogelijk niet
ingeschakeld en/of kunnen geen taken ontvangen. In dat
geval moet u de volgende twee opdrachten uitvoeren in
de root-terminal:
“accept <printer_name>"
“enable <printer_name>"
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk
De installatie van het
printerstuurprogrammapakket ongedaan maken
Het hulpprogramma moet gebruikt worden om de
geïnstalleerde printer uit het systeem te verwijderen.
a Voer de opdracht "uninstallprinter" uit vanaf de
terminal.
Hierdoor wordt Uninstall Printer Wizard geopend.
De geïnstalleerde printers verschijnen in de
vervolgkeuzelijst.
b Selecteer de printer die u wilt verwijderen.
c Klik op Delete om de printer uit het systeem te
verwijderen.
d Voer de opdracht ". /install –d" uit om de installatie van
het volledige pakket ongedaan te maken.
e Voer de opdracht ". /install –c" uit om de resultaten
van de deïnstallatie te controleren.
Gebruik de opdracht ". /install" om de binaire gegevens opnieuw
te installeren.
2. Een via een netwerk
aangesloten apparaat gebruiken
23
De printer instellen
Voer "installprinter" uit vanaf de opdrachtregel om de printer toe
te voegen aan uw UNIX-systeem. Hiermee wordt het venster
van de wizard Printer toevoegen geopend. Stel in dit venster de
printer op de volgende manier in:
1
2
3
Typ de naam van de printer.
4
Geef in het veld Description een beschrijving van de
printer op. Dit is optioneel.
5
Geef in het veld Location een beschrijving van de printer
op.
6
Typ het IP-adres of de DNS-naam van de printer in het
tekstvak Device voor netwerkprinters. Op IBM AIX met
jetdirect kunt u alleen Queue type invoeren. U kunt geen
numeriek IP-adres invoeren.
Selecteer het juiste printermodel uit de lijst van modellen.
Voer een beschrijving in voor het type van uw printer in het
veld Type. Dit is optioneel.
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk
7
Queue type toont de verbinding als lpd of jetdirect in de
overeenkomstige keuzelijst. Op Sun Solaris OS is
bovendien een usb type beschikbaar.
8
9
Selecteer Copies om het aantal exemplaren in te stellen.
Schakel de optie Collate in om exemplaren gesorteerd af
te drukken.
Schakel de optie Reverse Order in om exemplaren in
10 omgekeerde
volgorde af te drukken.
Schakel de optie Make Default in om deze printer in te
11 stellen
als standaardprinter.
12 Klik op OK om de printer toe te voegen.
2. Een via een netwerk
aangesloten apparaat gebruiken
24
IPv6-configuratie
2. Een via een netwerk
aangesloten apparaat gebruiken
IPv6 wordt alleen juist ondersteund in Windows Vista of
latere versies.
Als het IPv6-netwerk niet lijkt te werken, zet u alle
netwerkinstellingen terug naar de fabrieksinstellingen en
probeert u het opnieuw met behulp van Instel. wissen
(zie "Netwerk" op pagina 40).
5
Klik op Een printer toevoegen in het linkerdeelvenster
van Printers en faxapparaten.
6
Kies Een lokale printer toevoegen op het venster Printer
toevoegen.
7
Het venster Wizard Printer toevoegen wordt geopend.
Volg de instructies in het venster.
Als het apparaat niet in een netwerkomgeving wordt
gebruikt, activeert u IPv6. Raadpleeg de volgende sectie.
Volg in een IPv6-netwerkomgeving de volgende procedure om
het IPv6-adres te gebruiken.
10
1
2
3
4
Sluit het apparaat op het netwerk aan met een
netwerkkabel.
Schakel het apparaat in.
Druk een netwerkconfiguratierappor af om de IPv6adressen te controleren (zie "Een
netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 13).
Selecteer Start > Configuratiescherm > Printers en
faxapparaten.
25
1
2
3
4
5
IPv6 activeren
Druk op
de knop (Menu) op het bedieningspaneel.
Druk op Netwerk > TCP/IP (IPv6) > IPv6 activeren.
Selecteer Aan en druk op OK.
Zet het apparaat uit en weer aan.
Installeer het printerstuurprogramma opnieuw.
IPv6-configuratie
11
IPv6-adressen instellen
2. Een via een netwerk
aangesloten apparaat gebruiken
3
Het apparaat ondersteunt de volgende IPv6-adressen voor het
afdrukken vanaf het netwerk en voor netwerkbeheer.
•
Link-local Address: zelfgeconfigureerde lokale IPv6adressen (adres begint met FE80).
•
Stateless Address: automatisch door een netwerkrouter
geconfigureerd IPv6-adres.
•
Stateful Address: Door een DHCPv6-server geconfigureerd
IPv6-adres.
•
Manual Address: Door de gebruiker handmatig
geconfigureerd IPv6-adres.
DHCPv6-adresconfiguratie (Stateful)
Als uw netwerk gebruikmaakt van een DHCPv6-server kunt u
een van de volgende opties instellen voor standaard
dynamische host-configuratie.
1
2
Druk op
de knop (Menu) op het bedieningspaneel.
Klik op Netwerk > OK > TCP/IP (IPv6) > OK > DHCPv6
config.
26
Druk op de toets OK om de gewenste waarde te
selecteren.
•
DHCPv6 Addr: gebruik DHCPv6 altijd, ook als de
router er niet om vraagt.
•
DHCPv6 uit: gebruik DHCPv6 nooit, ook niet als een
router erom vraagt.
•
Router: Gebruik DHCPv6 alleen als een router erom
vraagt.
Handmatige adresconfiguratie
1
Start een webbrowser zoals Internet Explorer die IPv6adressering als URL ondersteunt.
2
Wanneer het venster SyncThru™ Web Service wordt
geopend, plaatst u de muisaanwijzer op Settings
bovenaan in de menublak en klikt u op Network Settings.
3
4
Klik op TCP/IPv6 in het linkerdeelvenster van de website.
Schakel het selectievakje voor Manual Address in.
Vervolgens wordt het tekstvak Address/Prefix
geactiveerd.
IPv6-configuratie
5
Voer de rest van het adres in (bijv.
3FFE:10:88:194::AAAA. "A" is de hexadecimaal 0 tot 9, A
tot F).
6
Klik op de knop Apply.
12
SyncThru™ Web Service gebruiken
1
Start een webbrowser zoals Internet Explorer die IPv6adressering als URL ondersteunt.
2
Selecteer een van de IPv6-adressen (Link-local
Address, Stateless Address, Stateful Address, Manual
Address) uit het netwerkconfiguratierapport (zie "Een
netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 13).
3
Voer de IPv6-adressen in (bijv. http://
[FE80::215:99FF:FE66:7701]).
De adressen moeten tussen vierkante haakjes ("[
]")worden geplaatst.
2. Een via een netwerk
aangesloten apparaat gebruiken
27
3. Menu´s met nuttige
instellingen
In dit hoofdstuk leest u hoe u de huidige status van het apparaat controleert
en hoe u geavanceerde apparaatinstellingen instelt.
• Voordat u een hoofdstuk gaat lezen
29
• Informatie
30
• Lay-out
31
• Papier
33
• Grafisch
34
• Systeeminstallatie
35
• Emulatie
39
• Netwerk
40
• Beheerinstellingen
41
Voordat u een hoofdstuk gaat lezen
3. Menu´s met nuttige instellingen
29
In dit hoofdstuk worden alle beschikbare functies voor dit model beschreven om gebruikers te helpen deze functies te begrijpen. U
kunt controleren welke functies beschikbaar zijn voor ieder model in de Basishandleiding. Hier volgen een aantal tips voor het
gebruiken van dit hoofdstuk
•
Het bedieningspaneel biedt toegang tot verschillende menu’s voor de instelling van het apparaat en het gebruik van de functies
van het apparaat. Druk op
(Menu) om toegang te krijgen tot deze menu’s.
•
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn
deze opties niet van toepassing op uw apparaat.
•
Deze functie is niet van toepassing op modellen zonder
•
Afhankelijk van het model kunnen sommige menu-onderdelen op uw apparaat een andere naam hebben.
(Menu) op het configuratiescherm.
Informatie
3. Menu´s met nuttige instellingen
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen
sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het
geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw
apparaat.
Item
Omschrijving
Menuoverzicht
Drukt het menuoverzicht met de lay-out en
de huidige instellingen van dit apparaat af.
Configuratie
Drukt een overzicht van de globale
instellingen van het apparaat af.
Info verb.art.
Demopagina
Drukt een pagina met gegevens over
verbruiksartikelen af.
Druk de demopagina af om te controleren of
uw apparaat goed werkt.
PCL-lettertype
(PCL-lettert.)
De lijst met PCL-lettertypen afdrukken.
PS-lettertype
(Lijst met PSlettert.)
De lijst met PS-lettertypen afdrukken.
EPSON-lettert.
(Lijst met
EPSON-lettert.)
De lijst met EPSON-lettertypen afdrukken.
Item
30
Omschrijving
KSC5843letteryp.
De lijst met KS-lettertypen afdrukken.
KSC5895lettertyp.
De lijst met KS5895-lettertypen afdrukken.
KSSM-lettert.
De lijst met KSSM-lettertypen afdrukken.
Opgeslagen
taken
Drukt de momenteel in het geheugen of op
een harde schijf (HDD) opgeslagen
afdruktaken af.
Gebruiksteller
Drukt een verbruikspagina af. De pagina met
informatie over het verbruik bevat het totaal
aantal afgedrukte pagina’s.
Taak voltooid
Drukt de lijst met voltooide afdruktaken af.
Account
Deze functie is alleen beschikbaar als Job
Accounting is ingeschakeld in het
programma SyncThru™ Web Admin
Service. Voor elke gebruiker kunt u een
rapport met aantal afdrukken printen.
Lay-out
3. Menu´s met nuttige instellingen
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen
sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het
geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw
apparaat.
Item
Omschrijving
Stelt de papiermarges in de laden in.
Lade X
• Enkelzijdig: Stelt de marge voor
enkelzijdig afdrukken in.
• Dubbelzijdig: Stelt de marges voor
dubbelzijdig afdrukken in.
Item
Afdrukstand
Omschrijving
Selecteert de richting waarin informatie wordt
afgedrukt op een pagina.
Emulatiemarge Stelt de papiermarge voor de emulatie(Emulatiemarge) afdrukpagina in.
Als u op beide zijden van het papier wilt
afdrukken kiest u de bindrand.
• Marge enkelz.: Stelt de marge voor
enkelzijdig afdrukken in.
• Uit: Hiermee schakelt u deze optie uit.
• Dubbelzijdig: Stelt de marge voor
dubbelzijdig afdrukken in.
Algemene
marge
• Binding: Bij het afdrukken op beide zijden
van het papier is de marge op kant A het
dichtst bij de bindrand evengroot als de
smalste marge op zijde B. De marges aan
de andere kant van de bindrind zijn in beide
gevallen ook hetzelfde.
Stelt de papiermarge in de multifunctionele
lade in.
MP-lade
• Enkelzijdig: Stelt de marge voor
enkelzijdig afdrukken in.
• Dubbelzijdig: Stelt de marges voor
dubbelzijdig afdrukken in.
• Lange zijde: Deze bindrand is de
conventionele lay-out voor boekbinden.
Duplex
• Korte zijde: Deze bindrand is de
conventionele lay-out voor kalenders.
31
Lay-out
Item
Nietpositie bij
afdrukstand
Liggend
3. Menu´s met nuttige instellingen
Omschrijving
Stelt de plaats van de nietjes in.
32
Papier
3. Menu´s met nuttige instellingen
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen
sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het
geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw
apparaat.
Item
Exemplaren
MF-lade / [Lade
<x>]
Papierinvoer
Ladekoppeling
(Aut.
Ladekeuze)
Omschrijving
Hiermee kunt u het aantal kopieën selecteren.
• Papierformaat: Selecteert het standaard
papierformaat.
• Type papier: Selecteert het type papier dat
zich momenteel in de lade bevindt.
Stelt in uit welke lade papier gebruikt moet
worden.
Als u onder Auto een andere waarde dan
Papierinvoer kiest en de geselecteerde lade
is leeg, kunt u instellen dat het apparaat
automatisch vanuit een andere lade afdrukt.
Als u bij Papierinvoer de optie Auto
kies, zal deze melding niet getoond
worden.
Item
Lade
bevestigen
33
Omschrijving
Activeert de melding ter bevestiging van de
lade. Als u een lade opent en sluit, wordt een
venster geopend met de vraag om het
papierformaat en -type van de zojuist
geopende lade in te stellen.
Grafisch
3. Menu´s met nuttige instellingen
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen
sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het
geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw
apparaat.
Item
Omschrijving
Resolutie
Specificeert het aantal afgedrukte punten per
inch (dpi - dots per inch). Hoe hoger de
instelling, hoe scherper de tekens en
afbeeldingen worden afgedrukt.
Tkst dnk. mk.
(Tkst. lcht. mk.)
Drukt de tekst donkerder af dan op een
normaal document.
Tonersterkte
Maakt de afdrukk op de pagina helderder of
donkerder. De instelling Normaal levert
doorgaans het beste resultaat. Gebruik de
instelling Licht om toner te besparen.
34
Systeeminstallatie
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen
sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het
geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw
apparaat.
Item
Omschrijving
Datum en tijd
Stelt de datum en tijd in.
Klokmodus
Stelt de indeling voor het weergeven van de
tijd in, 12-uur of 24-uur.
3. Menu´s met nuttige instellingen
Item
• Double form: hiermee wordt het voorblad
afgedrukt met het eerste formulier, en de
achterpagina met het tweede formulier.
Form. select.
Formulier-overlay zijn afbeeldingen die op de
harde schijf van de printer zijn opgeslagen in
een speciale bestandsindeling en die in een
willekeurig document in lagen kunnen worden
afgedrukt.
Taal
Stelt de taal van de tekst op het display in.
Omschrijving
Standaardpapie Hiermee kunt u het standaard papierformaat
rformaat
selecteren.
Energ.spaarst.
Stel in na welke wachttijd de printer
overschakelt naar de energiebesparende
modus.
Wanneer het apparaat gedurende langere tijd
geen gegevens ontvangt wordt het
energiegebruik automatisch verlaagd.
U kunt instellen in welke situaties de printer
moet ontwaken uit sluimerstand. Zet het
onderdeel aan.
• Uit: hiermee kunt u afdrukken in modus
Normaal.
• Enkel form: Hiermee worden alle pagina’s
afgedrukt met het eerste formulier.
Menu Formulier
35
Ontw.gebeurt.
• Druk op knop: Als u op een willekeurige
knop drukt, uitgezonderd de aan/uitknop,
wordt het apparaat wakker uit sluimerstand.
• Printer: Als u de papierlade opent of sluit,
ontwaakt het apparaat uit de sluimerstand.
Systeeminstallatie
Item
Omschrijving
Bepaalt of de printer door moet gaan met
afdrukken als waargenomen wordt dat het
gebruikte papier niet overeenkomt met de
instellingen.
Aut. doorgaan
• Uit: Als het type of formaat papier niet
overeenkomt, wacht het apparaat tot u de
juiste papiersoort invoert.
• Aan: Als er een papierstoring optreedt,
wordt er een foutbericht getoond. De printer
zal ongeveer 30 seconden wachten, het
bericht automatisch wissen en doorgaan
met afdrukken.
Verv. papier
Hiermee wordt het ingestelde papierformaat
in het printerstuurprogramma automatisch
vervangen om inconsistenties tussen A4- en
Letter-papier te voorkomen. Als u
bijvoorbeeld A4-papier in de lade hebt
geplaatst, maar u het papierformaat in het
printerstuurprogramma op Letter hebt
ingesteld, zal het apparaat afdrukken op A4papier en omgekeerd.
3. Menu´s met nuttige instellingen
Item
36
Omschrijving
Verk. pap.frm.
Hiermee wordt bepaald of de foutmelding
Verkeerd papier wordt genegeerd of niet.
Wanneer u Uit selecteert, stopt het apparaat
niet met afdrukken, zelfs niet wanneer het
papier verkeerd is.
Luchtdrukcorr.
Afdrukkwaliteit optimaliseren naargelang de
hoogte boven zeeniveau.
Auto CR
Met deze optie kunt u een harde return
plaatsen aan het einde van een regel, zeer
handig voor Unix- of DOS-gebruikers.
Time-out taak
Als er gedurende een bepaalde periode geen
gegevens worden ontvangen, wordt een taak
afgesloten. U kunt instellen hoe lang het
apparaat moet wachten voordat de taak wordt
afgesloten.
Meerdere
vakken
• Modus: Selecteert de te gebruiken modus
met meerdere vakken.
• Standaardlade: Selecteert de te gebruiken
lade als standaardlade.
Systeeminstallatie
Item
Omschrijving
Item
37
Omschrijving
Inst. import.
Importeert gegevens opgeslagen op een
USB-geheugenstick naar het apparaat.
• Fuser reinig.: Reinigt de fixeereenheid
door middel van het afdrukken van een vel.
Inst. export.
Exporteert de op het apparaat opgeslagen
instellingen naar een geheugenstick.
• Toner Op wis.: Deze optie verschijnt
alleen als de tonercassette leeg is.
Als u deze modus activeert, gaat uw
tonercassette langer mee en zijn de kosten
Tonerbesparing per pagina lager dan wanneer u in de normale
modus afdrukt. Dit gaat echter wel ten koste
van de afdrukkwaliteit.
• Drum reinigen: Reinigt de OPC-drum van
de cassette door middel van het afdrukken
van een vel.
• Info verb.art.: Via dit menu-item kunt u
zien hoeveel afdrukken er zijn gemaakt en
hoeveel toner er nog in de cassette zit.
Onderhoud
3. Menu´s met nuttige instellingen
• Ws tr bijna op: Als er geen toner meer in
de tonercassette zit, verschijnt een bericht
waarin de gebruiker wordt gevraagd om de
tonercassette te vervangen. U kunt de
weergave van dit bericht in- en
uitschakelen.
• Papier stapel.: Als u het apparaat in een
vochtige omgeving gebruikt of
afdrukmaterialen gebruikt die vochtig zijn
als gevolg van een hoge luchtvochtigheid,
kunnen de afgedrukte vellen krullen
vertonen en worden ze mogelijk niet goed
gestapeld. In dit geval kunt u het apparaat
instellen om de functie te gebruiken
waarmee de afdrukken goed gestapeld
worden. Deze functie zal de afdruksnelheid
echter verlagen.
Stille modus
Met dit menu kan de hoeveelheid lawaai
tijdens het afdrukken verminderd worden. De
snelheid en de kwaliteit van de afdruk kan
echter lager worden.
Systeeminstallatie
Item
Omschrijving
Met deze optie kunt u hulpbronnen besparen
en milieuvriendelijke afdrukken maken.
• Standaardmodus: Selecteert of de Ecomodus in- of uitgeschakeld wordt.
Eco-inst.
Geforc.: Schakelt de Eco-modus in
en beveiligt de instelling met een
wachtwoord. Als een gebruiker de
Eco-modus wil wijzigen, moet deze
het wachtwoord invoeren.
• Sjabloon wijzigen: Kiest het ingetelde
eco-sjabloon via de SyncThru™ Web
Service.
Instel. wissen
Herstelt de standaardinstellingen vanuit de
fabriek.
3. Menu´s met nuttige instellingen
38
Emulatie
3. Menu´s met nuttige instellingen
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen
sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het
geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw
apparaat.
Item
Omschrijving
Type emulatie
De apparaattaal definieert hoe de computer
met het apparaat communiceert.
Instellingen
Stelt de gedetailleerde instelllingen voor het
geselecteerde emulatietype in.
39
Netwerk
3. Menu´s met nuttige instellingen
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen
sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het
geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw
apparaat.
Optie
Omschrijving
Selecteer het passende protocol en de
configuratieparameters voor gebruik in de
netwerkomgeving.
TCP/IP (IPv4)
Er moeten heel wat parameters
ingesteld worden. Als u niet zeker
bent, laat u ze ongemoeid of
raadpleeg u de netwerkbeheerder.
TCP/IP (IPv6)
Selecteer deze optie om gebruik te maken
van een IPv6-netwerkomgeving (zie "IPv6configuratie" op pagina 25).
Ethernet-snel.
Hiermee kunt u de transmissiesnelheid van
het netwerk configureren.
802.1x
U kunt de gebruikersverificatie voor
netwerkcommunicatie instellen. Raadpleeg
uw netwerkbeheerder voor details.
Optie
40
Omschrijving
Instel. wissen
Hiermee zet u de standaard
netwerkinstellingen terug.
Netwerkconf.
(Netwerkconfig
uratie)
Deze lijst toont informatie over de
netwerkverbinding en -configuratie van uw
apparaat.
Net. activeren
U kunt instellen of u Ethernet aan of uit wilt
zetten.
Http activeren
U kunt selecteren of u al dan niet gebruik wilt
maken van de functie SyncThru™ Web
Service.
Beheerinstellingen
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen
sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het
geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw
apparaat.
Item
Wacht
bescherming
Wachtw.
wijzigen
3. Menu´s met nuttige instellingen
Item
Wijzigt het wachtwoord voor toegang tot de
Beheerinstellingen van het apparaat.
Omschrijving
• Fixeereenheid reinigen: Reinigt de
fixeereenheid door middel van het afdrukken
van een vel. Het afgedrukte vel bevat
tonerresten.
• Toner Op wissen: Voorkomt dat het bericht
Ws tr bijna op op het display wordt
weergegeven.
Omschrijving
Stelt het wachtwoord in voor toegang tot het
menu Beheerinstellingen. Kies Aan om
gebruik te maken van deze optie en om het
wachtwoord in te voeren.
41
• Info verb.art.: Via dit menu-item kunt u zien
hoeveel afdrukken er zijn gemaakt en hoeveel
toner er nog in de cassette zit.
Onderhoud
• Ws tr bijna op: Als er geen toner meer in de
tonercassette zit, verschijnt een bericht
waarin de gebruiker wordt gevraagd om de
tonercassette te vervangen. U kunt de
weergave van dit bericht in- en uitschakelen.
• Ramschijf: Schakelt de Ramschijf in of uit
voor het beheren van afdruktaken. Afhankelijk
van de grootte van het geïnstalleerde
optionele geheugen, kunt u de grootte van de
Ramschijf instellen tussen 32 en 64 MB. Deze
optie verschijnt niet als u een harde schijf
geïnstalleerd heeft.
4. Speciale functies
In dit hoofdstuk worden speciale afdrukfuncties verklaard.
• Aanpassing aan luchtdruk of hoogte
43
• De lettertype-instelling wijzigen
44
• De standaardafdrukinstellingen wijzigen
45
• Uw apparaat instellen als standaardprinter
46
• Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken
47
• Afdrukken in Macintosh
55
• Afdrukken in Linux
58
• Afdrukken in Unix
61
De procedures in dit hoofdstuk zijn voornamelijk gebaseerd op
Windows 7.
Aanpassing aan luchtdruk of hoogte
De afdrukkwaliteit wordt beïnvloed door de atmosferische druk,
die wordt bepaald door de hoogte boven zeeniveau waar het
apparaat staat. De volgende informatie zal u helpen bij de
instelling van uw apparaat voor de beste afdrukkwaliteit.
Ga na op welke hoogte u zich bevindt en stel de juiste luchtdruk
in.
4,000 m
(13,123 ft)
1
3,000 m
(9,842 ft)
2
2,000 m
(6,561 ft)
3
1,000 m
(3,280 ft)
4
0
1
2
3
4
Hoog 3
Hoog 2
Hoog 1
Normaal
•
Zie "Apparaatinstellingen" op pagina 72 als u Windows
gebruikt.
•
Zie "Gebruiken van Smart Panel (alleen voor Macintosh en
Linux)" op pagina 74 als u Macintosh, Linux of UNIX OS
gebruikt.
4. Speciale functies
43
• Als uw computer is verbonden met internet, kunt u de
hoogte instellen via SyncThru™ Web Service.
• U kunt de hoogte ook instellen via de optie
Systeeminst. op het display van het apparaat.
De lettertype-instelling wijzigen
Het apparaat is standaard ingesteld op het lettertype dat in uw
regio of land wordt gebruikt.
Als u het lettertype wilt wijzigen of een lettertype wilt instellen
voor een speciale omgeving (bijvoorbeeld DOS), kunt u de
lettertype-instelling wijzigen in het gedeelte
Apparaatinstellingen of Emulatie.
•
Zie "Apparaatinstellingen" op pagina 72 als u Windows
gebruikt.
•
Zie "Gebruiken van Smart Panel (alleen voor Macintosh en
Linux)" op pagina 74 als u Macintosh, Linux of UNIX OS
gebruikt.
• Als uw computer is verbonden met internet is
verbonden, kunt u de lettertypen instellen via
SyncThru™ Web Service.
• U kunt het lettertype ook wijzigen via de optie Emulatie
op het display van het apparaat.
• Hieronder vindt u de lijst met lettertypen voor de
overeenkomstige talen.
- Russisch: CP866, ISO 8859/5 Latin Cyrillic
- Hebreeuws: Hebrew 15Q, Hebrew-8, Hebrew-7
(alleen voor Israël)
- Grieks: ISO 8859/7 Latin Greek, PC-8 Latin/Greek
4. Speciale functies
44
- Arabisch & Farsi: HP Arabic-8, Windows Arabic,
Code Page 864, Farsi, ISO 8859/6 Latin Arabic
- OCR: OCR-A, OCR-B
De standaardafdrukinstellingen wijzigen
1
2
45
Klik op het menu Start van Windows.
Als bij het item Voorkeursinstellingen voor afdrukken
het teken ► staat, kunt u andere
printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde printer
selecteren.
In Windows Server 2000 selecteert u Instellingen >
Printers.
•
Als u Windows XP/Server 2003 gebruikt, selecteert u
Printers en faxapparaten.
•
Als u Windows Server 2008/Vista gebruikt, selecteert u
Configuratiescherm > Hardware en geluiden >
Printers.
•
•
3
4
4. Speciale functies
In Windows 7 selecteert u Configuratiescherm >
Apparaten en Printers.
In Windows Server 2008 R2 selecteert u
Configuratiescherm > Hardware > Apparaten en
printers.
Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat.
In Windows XP/Server 2003/Server 2008/Vista kiest u
Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
In Windows 7 en Windows Server 2008 R2 selecteert u
Voorkeursinstellingen voor afdrukken in de
contextmenu’s.
5
6
Wijzig de instellingen op elk tabblad.
Klik op OK.
In Voorkeursinstellingen voor afdrukken kunt u de
instellingen voor elke afdruktaak wijzigen.
Uw apparaat instellen als standaardprinter
1
2
3
4
Klik op het menu Start van Windows.
In Windows Server 2000 selecteert u Instellingen >
Printers.
•
Als u Windows XP/Server 2003 gebruikt, selecteert u
Printers en faxapparaten.
•
Als u Windows Server 2008/Vista gebruikt, selecteert u
Configuratiescherm > Hardware en geluiden >
Printers.
•
In Windows 7 selecteert u Configuratiescherm >
Apparaten en Printers.
•
In Windows Server 2008 R2 selecteert u
Configuratiescherm > Hardware > Apparaten en
printers.
Selecteer uw apparaat.
Klik met uw rechtermuisknop op uw apparaat en selecteer
Als standaard instellen.
Als bij het item Als standaard instellen voor Windows 7
of Windows Server 2008 R2 het teken ► staat, kunt u
andere printerstuurprogramma’s selecteren die met de
geselecteerde printer verbonden zijn.
4. Speciale functies
46
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken
XPS-printerstuurprogramma: wordt gebruikt om af te
drukken in een XPS-bestandsindeling.
4. Speciale functies
1
Kruis het selectievak Afdrukken naar bestand in het
venster Afdrukken aan.
2
3
Klik op Afdrukken.
47
• Het XPS-printerstuurprogramma kan alleen
geïnstalleerd worden op Windows Vista OS of een
recentere versie.
• U kunt het XPS-stuurprogramma installeren wanneer u
de software-cd in het cd-rom-station plaatst.
• Installeer extra geheugen wanneer een XPS-taak niet
wordt afgedrukt omdat de printer onvoldoende
geheugen heeft.
1
Afdrukken naar een bestand (PRN)
Het kan soms handig zijn om de af te drukken gegevens op te
slaan als een bestand.
Voer het doelpad en de bestandsnaam in en klik
vervolgens op OK.
Bijvoorbeeld c:\Temp\bestandsnaam.
Als u enkel de bestandsnaam invoert wordt het bestand
automatisch opgeslagen in Mijn documenten,
Documents and Settings of Gebruikers. De opslagmap
kan verschillen, afhankelijk van uw besturingssysteem of
het gebruikte programma.
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken
4. Speciale functies
48
2
Speciale afdrukfuncties verklaard
U kunt geavanceerde afdrukfuncties gebruiken voor uw printer.
Om de printerfuncties van uw printerstuurprogramma te gebruiken, klikt u op Eigenschappen of Voorkeuren in het venster
Afdrukken van de toepassing om de afdrukinstellingen te wijzigen. De apparaatnaam die in het printereigenschappenvenster wordt
weergegeven is afhankelijk van het gebruikte apparaat.
Item
Omschrijving
Meerdere pagina's per U kunt het aantal pagina’s selecteren dat u op één vel wilt afdrukken. Als u meer dan één pagina per vel afdrukt
zijde
worden de pagina’s verkleind en in de door u opgegeven volgorde gerangschikt. U kunt op één vel tot 16
pagina’s afdrukken.
Poster afdrukken
U kunt een document van één enkele pagina op 4 (poster van 2x2), 9 (poster van 3x3) of 16 vellen (poster van
4x4) papier drukken om ze aan elkaar te plakken en er een poster van te maken.
Selecteer de waarde Posteroverlap. Geef de Posteroverlap op in millimeters of inches door het keuzerondje
bovenaan rechts op het tabblad Basis te selecteren om de vellen gemakkelijker aan elkaar te kunnen plakken.
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken
Item
4. Speciale functies
49
Omschrijving
Met deze functie kunt u een document op beide zijden van het papier afdrukken en worden de pagina’s zo
gerangschikt dat u het afgedrukte papier dubbel kunt vouwen om een boekje te maken.
Boekje afdrukken
8
9
Als u een boekje wilt maken, moet u afdrukken op afdrukmateriaal van het formaat Letter, Legal, A4, US Folio
of Oficio.
De optie Boekje afdrukken is niet beschikbaar voor alle papierformaten. Kies de Formaat-optie
onder het tabblad Papier om te kijken welke papierformaten beschikbaar zijn.
Als u een onbeschikbaar papierformaat selecteert, wordt deze optie mogelijk automatisch
geannuleerd. Selecteer alleen beschikbaar papier (papier waarbij geen
of staat).
U kunt op beide zijden van een vel papier afdrukken (dubbelzijdig). Voor u afdrukt, moet u de gewenste
afdrukstand van het document opgeven.
Dubbelzijdig
afdrukken
• U kunt deze functie gebruiken met papier van het formaat Letter, Legal, A4, US Folio of Oficio.
• Als uw printer geen duplexeenheid heeft, moet u de afdruktaak handmatig uitvoeren. De printer
drukt eerst elke andere pagina van het document af. Hierna verschijnt er een bericht op uw
computer.
• De functie Blanco pagina's overslaan werkt niet als u de dubbelzijdige optie heeft ingeschakeld.
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken
Item
4. Speciale functies
50
Omschrijving
• Standaardinstelling printer: Als u deze optie selecteert, wordt deze functie bepaald door de instelling die
u hebt opgegeven op het bedieningspaneel van de printer. Deze optie is alleen beschikbaar bij gebruik van
het PCL/XPS-printerstuurprogramma.
• Geen: Hiermee schakelt u deze functie uit.
• Lange zijde: Deze optie is de conventionele lay-out die bij boekbinden wordt gebruikt.
Dubbelzijdig
afdrukken
(Optie)
• Korte zijde: Deze optie is de conventionele lay-out die voor kalenders wordt gebruikt.
• Omgekeerd dubbelzijdig afdrukken: Schakel deze optie in om de afdrukvolgorde om te keren bij het
dubbelzijdig afdrukken.
Papieropties
Wijzigt de afmetingen van een document zodat deze kleiner of groter op het vel afgedrukt wordt, door een
percentage in te voeren waarmee het document vergroot of verkleind wordt.
Watermerk
Met de optie Watermerk kunt u tekst afdrukken over een bestaand document, U gebruikt het bijvoorbeeld om
in grote grijze letters "CONCEPT" of "VERTROUWELIJK" diagonaal op de eerste pagina of op alle pagina’s
afdrukken.
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken
Item
Watermerk
(Een watermerk
maken)
Watermerk
(Een watermerk
bewerken)
Watermerk
(Een watermerk
verwijderen)
4. Speciale functies
51
Omschrijving
a Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor
afdrukken.
b Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Watermerk. Het venster
Watermerken bewerken wordt geopend.
c Voer een tekst in het vak Tekst watermerk in.
U kunt maximaal 256 tekens invoeren. De tekst wordt in het voorbeeldvenster weergegeven.
a Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor
afdrukken
b Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Watermerk. Het venster
Watermerken bewerken wordt geopend.
c Selecteer in het vak Huidige watermerken het watermerk dat u wilt bewerken en wijzig de tekst van het
watermerk en de opties.
d Klik op Wijzigen als u de wijzigingen wilt opslaan.
e Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
a Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor
afdrukken.
b Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Watermerk. Het venster
Watermerken bewerken wordt geopend.
c Selecteer in het vak Huidige watermerken het watermerk dat u wilt verwijderen en klik op de knop Wissen.
d Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken
Item
4. Speciale functies
52
Omschrijving
Deze optie is alleen beschikbaar bij gebruik van het PCL-stuurprogramma.
Overlay
Een overlay is tekst en/of een afbeelding die op de harde schijf van de computer is opgeslagen in een speciale
bestandsindeling en die in een willekeurig document kan worden afgedrukt. Overlays worden vaak gebruikt in
plaats van voorgedrukte formulieren en papier met een briefhoofd. In plaats van een voorgedrukt briefhoofd
kunt u een overlay samenstellen die precies dezelfde informatie bevat. Als u een brief met het briefhoofd van
uw bedrijf wilt afdrukken, hoeft u geen voorbedrukt briefhoofdpapier in het apparaat te plaatsen. U drukt het
briefhoofd gewoon als overlay op uw document af.
Als u een paginaoverlay wilt gebruiken, moet u een nieuwe paginaoverlay maken met uw logo of afbeelding.
• Het formaat van het overlaydocument moet hetzelfde zijn als dat van de documenten die u met de
overlay afdrukt. Maak geen overlay met een watermerk.
• De resolutie van het overlaydocument moet dezelfde zijn als die van het document waarop u de
overlay wilt afdrukken.
a Ga naar de Voorkeursinstellingen voor afdrukken als u het document als een overlay wilt opslaan.
b Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Tekst. Het venster
Overlay bewerken verschijnt.
Overlay
c Klik in het venster Overlay bewerken op Maken.
d Typ een naam van maximaal acht tekens in het vak Opslaan als in het venster Bestandsnaam. Selecteer
(Een nieuwe
indien nodig de map waarin u het overlaybestand wilt opslaan. Standaard is dit de map C:\Formover.
paginaoverlay maken)
e Klik op Opslaan. De naam verschijnt in Overzicht overlays.
f Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
Het bestand wordt niet afgedrukt. Het wordt opgeslagen op de harde schijf van uw computer.
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken
Item
Overlay
(Een paginaoverlay
gebruiken)
Overlay
(Een paginaoverlay
verwijderen)
4. Speciale functies
53
Omschrijving
a Klik op het tabblad Geavanceerd.
b Selecteer de gewenste overlay in de vervolgkeuzelijst Tekst.
c Als het overlaybestand dat u zoekt niet in de vervolgkeuzelijst Tekst voorkomt, selecteert u Bewerken... in
de lijst en klikt u op Laden. Selecteer het overlaybestand dat u wilt gebruiken.
Als u het gewenste overlaybestand op een externe bron hebt opgeslagen, kunt u het bestand ook laden
vanuit het venster Openen.
Klik op Openen als u het bestand hebt geladen. Het bestand verschijnt in het vak Overzicht overlays en
kan worden afgedrukt. Selecteer de overlay in de vervolgkeuzelijst Overzicht overlays.
d Schakel indien nodig het selectievakje Overlay bevestigen voor afdrukken in. Als dit selectievakje is
ingeschakeld, verschijnt telkens als u een document naar de printer verzendt een berichtvenster waarin u
gevraagd wordt om te bevestigen of u een overlay op uw document wilt afdrukken.
Als dit selectievakje niet is ingeschakeld en er een overlay is geselecteerd, wordt de overlay automatisch
op uw document afgedrukt.
e Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
a
b
c
d
e
f
Klik in het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken op het tabblad Geavanceerd.
Selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Tekst.
Selecteer in het vak Overzicht overlays de overlay die u wilt verwijderen.
Klik op Wissen.
Als er een venster verschijnt waarin u om bevestiging wordt gevraagd, klikt u op Ja.
Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten. Paginaoverlays die u niet meer
gebruikt, kunt u verwijderen.
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken
Item
4. Speciale functies
54
Omschrijving
• Deze functie is alleen beschikbaar als u de optionele harde schijf hebt geïnstalleerd of de
Ramschijf hebt ingesteld. Om de Ramschijf in te stellen moet u deze inschakelen via SyncThru™
Web Service > Settings > Machine Settings > Ram Disk.
• Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display
verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat.
Afdrukmodus
• Afdrukmodus: De standaard Afdrukmodus is Normaal, en is bedoeld om af te drukken zonder het
afdrukbestand op te slaan in het geheugen.
- Normaal: in deze modus wordt uw document afgedrukt zonder het op te slaan in het optioneel geheugen.
- Proefafdruk: deze modus is handig als u meer dan een exemplaar wilt afdrukken. U kunt eerst een
exemplaar afdrukken om te controleren en daarna de andere exemplaren afdrukken.
- Vertrouwelijk: deze modus wordt gebruikt voor het afdrukken van vertrouwelijke documenten. U moet
een wachtwoord invoeren om af te drukken.
- Opslaan: selecteer deze instelling om een document op de harde schijf op te slaan zonder het af te
drukken.
- Opslaan en afdrukken: Deze modus wordt gebruikt wanneer een document tegelijkertijd wordt
opgeslagen en afgedrukt.
- Wachtrij: deze optie is handig om een grote hoeveelheid gegevens te verwerken. Als u deze instelling
selecteert, wordt het document op de harde schijf in een afdrukwachtrij geplaatst en vervolgens van
daaruit afgedrukt. Op die manier wordt de belasting van de computer lager.
- Afdrukschema: selecteer deze instelling om het document op een opgegeven tijdstip af te drukken.
• Gebruikersnaam: deze optie wordt gebruikt als u een opgeslagen bestand wilt vinden via het
bedieningspaneel.
• Taaknaam: deze optie wordt gebruikt als u een opgeslagen bestand wilt vinden via het bedieningspaneel.
Afdrukken in Macintosh
4. Speciale functies
Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies
mogelijk niet beschikbaar. Dit betekent dat de functies
niet worden ondersteund.
55
5
Kies het aantal exemplaren en geef aan welke pagina’s u
wilt afdrukken.
6
Klik op Druk af.
4
3
Printerinstellingen wijzigen
Een document afdrukken
Als u afdrukt met een Macintosh-computer moet u in elke
toepassing die u gebruikt de instellingen van het
printerstuurprogramma controleren. Volg de onderstaande
stappen om af te drukken vanaf een Macintosh-computer:
1
2
3
4
Open het af te drukken document.
Open het menu Bestand en klik op Pagina-instelling
(Documentinstellingen in enkele toepassingen).
Selecteer papierformaat, -oriëntatie, -schaal en andere
opties, en zorg ervoor dat uw apparaat is geselecteerd.
Klik op OK.
Open het menu Bestand en klik op Druk af.
U kunt geavanceerde afdrukfuncties gebruiken voor uw printer.
Open een toepassing en selecteer Druk af in het menu
Bestand. De printernaam die in het
printereigenschappenvenster wordt weergegeven is afhankelijk
van de gebruikte printer. Het printereigenschappenvenster is
afgezien van de naam vergelijkbaar met het onderstaande
venster.
5
Afdrukken meerdere pagina's op één blad
U kunt meer dan één pagina afdrukken op één vel papier. Dit is
een goedkope manier om conceptpagina's af te drukken.
Afdrukken in Macintosh
1
Open een toepassing en selecteer Druk af uit het menu
Bestand.
2
Selecteer Lay-out in de vervolgkeuzelijst Afdrukstand.
Selecteer in de vervolgkeuzelijst Pagina's per vel het
aantal pagina's dat u op één vel papier wilt afdrukken.
3
4
Kies de andere te gebruiken opties.
Klik op Druk af.
Het apparaat drukt het gekozen aantal pagina's op één vel
papier af.
6
Dubbelzijdig afdrukken
Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies
mogelijk niet beschikbaar. Dit betekent dat de functies
niet worden ondersteund.
4. Speciale functies
56
Voordat u dubbelzijdig afdrukt, moet u aangeven langs welke
rand u de pagina's wilt inbinden. De bindopties zijn:
•
Lange kant binden: dit is de klassieke opmaak die bij het
boekbinden wordt gebruikt.
•
Korte kant binden: deze optie wordt vaak gebruikt voor
kalenders.
1
Selecteer Druk af in het menu Bestand van uw
Macintosh-toepassing.
2
3
4
5
Selecteer Lay-out in de vervolgkeuzelijst Afdrukstand.
Selecteer een bindrichting in de optie Dubblezijdig.
Kies de andere te gebruiken opties.
Als u op Druk af klikt, drukt de printer op beide zijden van
het papier af.
Als u meer dan 2 kopieën afdrukt, kunnen de eerste en
de tweede kopie op hetzelfde vel papier worden
afgedrukt. Vermijd op beide zijden van het papier af te
drukken als u meer dan 1 kopie afdrukt.
Afdrukken in Macintosh
7
Help gebruiken
Klik op het vraagteken in de linkeronderhoek van het venster en
klik op het onderwerp waarover u meer wilt weten. Er verschijnt
een pop-upvenster met informatie over de functie van die optie
waarover het stuurprogramma beschikt.
4. Speciale functies
57
Afdrukken in Linux
4. Speciale functies
•
Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies
mogelijk niet beschikbaar. Dit betekent dat de functies
niet worden ondersteund.
58
General: Wijzigt het papierformaat, papiertype en de
afdrukstand van de documenten. Hiermee kunt u de
functie dubbelzijdig afdrukken inschakelen, start- en
eindvaandels toevoegen en het aantal pagina’s per vel
wijzigen.
8
Afhankelijk van het model is automatisch/handmatig
dubbelzijdig afdrukken mogelijk niet beschikbaar. Als
alternatief kunt u het lpr-afdruksysteem of andere
programma's gebruiken voor het afdrukken van even en
oneven pagina's.
Afdrukken vanuit een toepassing
Vanuit een groot aantal Linux-toepassingen kunt u afdrukken
met Common UNIX Printing System (CUPS). U kunt vanuit al
deze toepassingen met uw printer afdrukken.
1
2
3
4
•
Text: Stelt de paginamarges en tekstopties, zoals
regelafstand en kolommen in.
•
Graphics: Op dit tabblad kunt u afbeeldingsopties
instellen voor het afdrukken van
afbeeldingsbestanden, zoals kleuropties en grootte of
positie van de afbeelding.
•
Advanced: Afdrukresolutie, papierbron en
bestemming instellen.
Open een toepassing en selecteer Print in het menu File.
Selecteer rechtstreeks Print via lpr.
Selecteer uw model uit de lijst met printers in het venster
LPR GUI en klik op Properties.
Wijzig de eigenschappen van de afdruktaak met behulp
van de volgende vier tabbladen die bovenaan in het
venster worden weergegeven.
5
Klik op Apply om de wijzigingen toe te passen en sluit het
venster Properties.
Afdrukken in Linux
4. Speciale functies
59
6
Klik op OK in het venster LPR GUI om met afdrukken te
beginnen.
2
In het venster LPR GUI selecteert u uw apparaat uit de lijst
en wijzigt u de eigenschappen van de afdruktaak.
7
Het venster Printing verschijnt. Hierin kunt u de status van
de afdruktaak controleren.
3
Klik op OK om met afdrukken te beginnen.
Klik op Cancel als u de huidige afdruktaak wilt annuleren.
10
Printereigenschappen configureren
9
Bestanden afdrukken
U kunt een groot aantal bestandstypen afdrukken op dit
apparaat door de standaard-CUPS-methode direct vanaf de
opdrachtregel toe te passen. Met het CUPS-lpr-hulpgramma
kunt u dat doen, maar het programma uit het besturingsbestand
vervang het standaard lpr-hulpprogramma door een veel
gebruiksvriendelijker LPR GUI-programma.
Zo drukt u elk bestand af:
1
Typ lpr <bestandsnaam> op de commandoregel van de
Linux-shell en druk op Enter. Het venster LPR GUI wordt
geopend.
Wanneer u enkel lpr typt en op Enter drukt, verschijnt
eerst het venster Select file(s) to print. Selecteer de
bestanden die u wilt afdrukken en klik op Open.
In Printer Properties dat u kunt openen in het venster Printers
configuration kunt u de verschillende eigenschappen van uw
printer wijzigen.
1
2
Open Unified Driver Configurator.
Schakel indien nodig over naar Printers configuration.
Selecteer uw apparaat in de lijst met beschikbare printers
en klik op Properties.
Afdrukken in Linux
3
Het venster Printer Properties wordt geopend.
Dit venster bestaat uit de volgende vijf tabbladen:
•
General: locatie en naam van de printer wijzigen. De
naam die u op dit tabblad invoert, wordt weergegeven
in de printerlijst in Printers configuration.
•
Connection: een andere poort bekijken of selecteren.
Als u de poort van het apparaat van USB wijzigt in
parallel of omgekeerd terwijl de printer in gebruik is,
moet u de poort van het apparaat op dit tabblad
opnieuw configureren.
•
Driver: Hiermee kunt u een ander
printerstuurprogramma bekijken of selecteren. Klik op
Options als u de standaardopties van het apparaat wilt
instellen.
•
Jobs: de lijst met afdruktaken weergeven. Klik op
Cancel job om de geselecteerde taak te annuleren.
Schakel het selectievakje Show completed jobs in om
een lijst met vorige afdruktaken weer te geven.
•
Classes: Hier ziet u de klasse waartoe uw apparaat
behoort. Klik op Add to Class om uw apparaat toe te
voegen aan een bepaalde klasse of klik op Remove
from Class als u het apparaat wilt verwijderen uit een
geselecteerde klasse.
4. Speciale functies
4
60
Klik op OK om de wijzigingen toe te passen en sluit het
venster Printer Properties.
Afdrukken in Unix
4. Speciale functies
Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies
mogelijk niet beschikbaar. Dit betekent dat de functies
niet worden ondersteund.
61
Druk op Properties om gebruik te maken van de
printerfuncties die uw printerstuurprogramma biedt (zie
"Printerinstellingen wijzigen" op pagina 55).
5
11
Doorgaan met de afdruktaak
Druk op OK om te beginnen met de afdruktaak.
12
Printerinstellingen wijzigen
Kies na de installatie van de printer een afbeelding, tekst, PS- of
HPGL-bestand om af te drukken.
1
Voer de opdracht "printui <file_name_to_print>" uit.
U wilt bijvoorbeeld "document1" afdrukken.
printui document1
Hiermee wordt Print Job Manager van het UNIXprinterstuurprogramma geopend waarin de gebruiker
verschillende afdrukopties kan instellen.
Het UNIX-printerstuurprogramma Print Job Manager waarin de
gebruiker verschillende afdrukopties kan selecteren in printer
Properties.
De volgende sneltoetsen kunnen worden gebruikt: "H" voor
Help, "O" voor OK, "A" voor Apply en "C" voor Cancel.
Het tabblad General
•
Paper Size: Hiermee kunt u naar eigen keuze het
papierformaat instellen op A4, Letter of andere
papierformaten.
2
3
Selecteer een printer die reeds is toegevoegd.
Selecteer de afdrukopties uit het venster, zoals Page
Selection.
•
Paper Type: hiermee kiest u het type papier. Beschikbare
opties uit de keuzelijst zijn: Printer Default, Plain en Thick.
4
Selecteer in Number of Copies hoeveel exemplaren u
nodig hebt.
•
Paper Source: Kiest uit welke lade het papier gehaald moet
worden. De standaardinstelling is Auto Selection.
Afdrukken in Unix
4. Speciale functies
•
Orientation: hiermee selecteert u de richting waarin
informatie wordt afgedrukt op een pagina.
Het tabblad HPGL/2
•
Duplex: hiermee worden beide zijden van het papier bedrukt
om papier te besparen.
•
Use only black pen: Hiermee worden alle grafische
elementen in zwart/wit afgedrukt.
•
Fit plot to page: Hiermee wordt de volledige afbeelding
aangepast zodat ze op een enkele pagina past.
•
Pen Width: Hiermee kunt u de waarde voor de pendikte
wijzigen. De standaardwaarde is 1.000.
Afhankelijk van het model is automatisch/handmatig
dubbelzijdig afdrukken mogelijk niet beschikbaar. Als
alternatief kunt u het lpr-afdruksysteem of andere
programma's gebruiken voor het afdrukken van even en
oneven pagina's.
•
Multiple pages: Hiermee worden meerdere pagina’s
afgedrukt op één vel papier.
•
Page Border: Hiermee kunt een van de randstijlen kiezen
(bv.: Single-line hairline, Double-line hairline).
62
Het tabblad Margins
•
Use Margins: Hiermee stelt u de marges van het document
in. De marges zijn standaard uitgeschakeld. De gebruiker kan
de marges instellen door de waarde in de respectieve velden
aan te passen. Standaard worden deze waarden bepaald
door het geselecteerde papierformaat.
Het tabblad Image
•
Unit: Hiermee kunt u de eenheden wijzigen in points, inches
of centimeters.
Op dit tabblad kunt u de helderheid, resolutie of de positie van
een afbeelding op uw document wijzigen.
Het tabblad Printer-Specific Settings
Het tabblad Text
Stel de tekenafstand, regelafstand of de kolommen op de afdruk
in.
Selecteer verschillende opties in de JCL en General frames om
verschillende instellingen aan te passen. Deze opties zijn
specifiek voor de printer en afhankelijk van het PPD-bestand.
5. Onderhoud
Dit hoofdstuk introduceert beheerprogramma’s waarmee u de
mogelijkheden van uw apparaat maximaal kunt benutten. Er wordt ook
informatie gegeven over het onderhoud van de tonercassette.
• De tonercassette bewaren
64
• Tips voor het verplaatsen en opbergen van uw
apparaat
66
• Nuttige beheerprogramma´s
67
De tonercassette bewaren
5. Onderhoud
Tonercassettes bevatten componenten die gevoelig zijn voor
licht, temperatuur en vochtigheid. Samsung raadt u aan deze
aanbevelingen te volgen met het oog op optimale prestaties, de
hoogste kwaliteit en de langste gebruiksduur van uw nieuwe
Samsung-tonercassette.
Bewaar deze cassette op de plaats waar de printer wordt
gebruikt; idealiter in een omgeving met gecontroleerde
temperatuur en vochtigheid. Haal de tonercassette pas uit haar
originele, ongeopende verpakking op het moment dat u de
cassette gaat installeren. Als de originele verpakking ontbreekt,
moet u de bovenste opening van de cassette bedekken met
papier en moet u de cassette in een donkere kast bewaren.
64
-
in een omgeving met een luchtvochtigheid lager dan 20%
of hoger dan 80%.
-
in een omgeving met extreme temperatuur- of
vochtigheidsschommelingen.
-
in direct zon- of kunstlicht.
-
op stoffige plaatsen.
-
in een auto gedurende een lange periode.
-
in een omgeving met corrosieve gassen.
-
in een omgeving met zilte lucht.
1
Door de verpakking van de cassette te openen voor u de
cassette in gebruik neemt, zal de levensduur en bewaartijd van
de cassette aanzienlijk verkorten. Plaats ze niet op de vloer. Volg
de onderstaande procedures om een tonercassette die u uit de
printer hebt verwijderd te bewaren.
Behandelingsrichtlijnen
•
Raak het oppervlak van de fotogeleidende drum in de
cassette niet aan.
•
Bewaar de cassette in de beschermhoes van de originele
verpakking.
•
Stel de cassette niet nodeloos bloot aan schokken of
trillingen.
•
Bewaar de tonercassette liggend (niet staand) met dezelfde
kant boven als bij de installatie.
•
Roteer de drum niet handmatig, vooral in de tegengestelde
richting. Dit kan interne schade en een tonerlek veroorzaken.
•
Bewaar geen verbruiksartikelen onder de volgende
omstandigheden:
-
bij temperaturen boven 40 °C.
De tonercassette bewaren
2
Gebruik tonercassette
Samsung Electronics raadt het gebruik van tonercassettes van
andere merken dan Samsung af, met inbegrip van generische,
hervulde of gerecycleerde tonercassettes of tonercassettes van
witte producten.
De printergarantie van Samsung dekt geen schade aan
het apparaat die ontstaan is door het gebruik van een
bijgevulde cassette, gerecyclede cassette of een
tonercassette van een ander merk dan Samsung.
3
Geschatte levensduur van cassette
De geschatte levensduur van een cassette is afhankelijk van de
hoeveelheid toner die afdruktaken vereisen. Het werkelijk aantal
pagina’s kan variëren afhankelijk van de afdrukdichtheid van de
pagina’s waarop u afdrukt, het besturingssysteem, de tijd tussen
de afdruktaken, het type media en het mediaformaat. Als u
bijvoorbeeld veel afbeeldingen afdrukt, wordt er meer toner
verbruikt en moet de cassette waarschijnlijk vaker worden
vervangen.
5. Onderhoud
65
Tips voor het verplaatsen en opbergen van uw apparaat
•
U mag het apparaat bij het verplaatsen niet ondersteboven of
op zijn kant houden. Er kan hierbij toner vrijkomen in het
apparaat waardoor er schade aan het apparaat kan ontstaan
of de afdrukkwaliteit kan verslechteren.
•
Als u het apparaat verplaatst, moet u ervoor zorgen dat ten
minste twee mensen het apparaat goed vasthouden.
5. Onderhoud
66
Nuttige beheerprogramma´s
4
Samsung AnyWeb Print
Met dit hulpprogramma kunt u van schermen in Windows
Internet Explorer een schermopname of afdrukvoorbeeld maken
en afdrukken, op een veel eenvoudigere manier dan in het
gebruikelijke programma. Klik op Start > Alle programma’s >
Samsung Printers > Samsung AnyWeb Print > Download
the latest version om naar de website te gaan waar u het
hulpprogramma kunt downloaden.
5. Onderhoud
67
SyncThru™ Web Service weergeven
1
Open een webbrowser in Windows, zoals Internet
Explorer.
Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx)
in het adresveld en druk op de Enter-toets of klik op Ga
naar.
2
De in het apparaat geïntegreerde website wordt geopend.
► Aanmelden bij SyncThru™ Web Service
5
SyncThru™ Web Service gebruiken
• Voor SyncThru™ Web Service is minimaal Internet
Explorer 6.0 of hoger vereist.
• De uitleg over SyncThru™ Web Service in deze
gebruikershandleiding kan afhankelijk zijn van de
opties en het model, en komt mogelijk niet helemaal
overeen met uw apparaat.
• Alleen voor netwerkmodel.
Voor u de opties in SyncThru™ Web Service kunt instellen, moet
u zich aanmelden als beheerder. U kunt SyncThru™ Web
Service nog altijd gebruiken zonder u aan te melden, maar u zult
geen toegang hebben tot het tabblad Settings en het tabblad
Security.
1
Klik op Login in de rechterbovbenhoek van de
SyncThru™ Web Service-website.
2
Typ de juiste gegevens bij ID en Password en klik
vervolgens op Login.
•
ID: admin
•
Password: sec00000
Nuttige beheerprogramma´s
SyncThru™ Web Service overzicht
5. Onderhoud
68
► Het tabblad Settings
Op dit tabblad kunt u de configuratie van uw apparaat en netwerk
instellen. U moet zich aanmelden als beheerder om dit tabblad
weer te geven.
Afhankelijk van uw model zullen sommige menu’s
mogelijk niet verschijnen.
•
Het tabblad Machine Settings: Stelt de door uw machine
geleverde opties in.
•
Het tabblad Network Settings: Toont opties voor de
netwerkomgeving. Stelt opties in zoals TCP/IP en
netwerkprotocollen.
► Het tabblad Information
Op dit tabblad wordt algemene informatie over het apparaat
weergegeven. U kunt diverse gegevens controleren, waaronder
de resterende hoeveelheid toner. U kunt ook rapporten
afdrukken, zoals een foutenrapport.
► Het tabblad Security
•
Active Alerts: Toont de waarschuwingen die in het apparaat
zijn gegenereerd en hun ernst.
•
•
Supplies: Toont hoeveel pagina´s zijn afgedrukt en hoeveel
toner er nog in de cassette zit.
System Security: Stelt de gegevens van de
systeembeheerder in en schakelt tevens de apparaatfuncties
in- of uit.
•
Network Security: Stelt instellingen voor HTTPs, IPSec,
IPv4/IPv6 filtering en 802.1x in.
•
Usage Counters: Toont het tellers van het aantal vellen per
type afdruk: enkelzijdig en dubbelzijdig.
•
Current Settings: Toont informatie of het apparaat en het
netwerk.
•
Print information: Drukt rapporten af zoals
systeemgerelateerde rapporten en lettertyperapporten.
Op dit tabblad kunt u de beveiligingsgegevens van uw systeem
en van het netwerk instellen. U moet zich aanmelden als
beheerder om dit tabblad weer te geven.
Nuttige beheerprogramma´s
5. Onderhoud
► Het tabblad Maintenance
Op dit tabblad kunt u uw apparaat onderhouden door de
firmware te upgraden en contactgegevens voor het versturen
van e-mails in te stellen. U kunt ook verbinding maken met de
website van Samsung of stuurprogramma's downloaden door
het menu Link te selecteren.
•
Firmware Upgrade: Bijwerken van de firmware van uw
apparaat.
•
Contact Information: Contactgegevens tonen.
•
Link: Toont koppelingen naar nuttige sites waar u informatie
kunt downloaden of lezen.
Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx)
in het adresveld en druk op de Enter-toets of klik op Ga
naar.
2
3
1
De in het apparaat geïntegreerde website wordt geopend.
Selecteer Machine Settings > E-mail Notification op het
tabblad Settings.
Als u de server voor uitgaande e-mail nog niet hebt
geconfigureerd, gaat u naar Settings > Network
Settings > Outgoing Mail Server(SMTP) om de
netwerkomgeving te configureren voor u e-mailmelding
instelt.
E-mailmelding instellen
U kunt e-mails ontvangen over de status van uw apparaat door
deze optie in te stellen. Door gegevens, zoals IP-adressen,
hostnaam, e-mailadressen en SMTP-servergegevens in te
stellen zal de apparaatstatus (tonercassette leeg of
machinefout) automatisch naar het e-mailadres van een bepaald
persoon worden verzonden. Deze optie wordt mogelijk vaker
gebruikt door een apparaatbeheerder.
69
4
Schakel het selectievakje voor Enable in om E-mail
Notification te gebruiken.
5
Klik op de knop Add om een gebruiker van e-mailmelding
in te stellen.
Stel de naam van de ontvanger in en het (de) emailadres(sen) met meldingsitems waarvoor u een
waarschuwing wilt ontvangen.
Open een webbrowser in Windows, zoals Internet
Explorer.
6
Klik op Apply.
Nuttige beheerprogramma´s
5. Onderhoud
70
6
Als de firewall is ingeschakeld, zal de e-mail mogelijk niet
verzonden kunnen worden. Neem in dat geval contact op
met de netwerkbeheerder.
Informatie over de systeembeheerder instellen
Deze instelling is nodig om gebruik te kunnen maken van de
optie e-mailmelding.
1
Open een webbrowser in Windows, zoals Internet
Explorer.
Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx)
in het adresveld en druk op de Enter-toets of klik op Ga
naar.
Gebruiken van Samsung Easy Printer
Manager (alleen voor Windows)
Samsung Easy Printer Manager is een Windows-programma
waarbinnen alle printerinstellingen van Samsung op een enkele
plaats samengebracht zijn. Samsung Easy Printer Manager
combineert printerinstellingen met omgevingsfactoren,
instellingen/taakopties en startopties. Met al deze functies heeft
overzichtelijk toegang tot alle functies van uw Samsung-printer.
Samsung Easy Printer Manager biedt twee verschillende
interfaces waaruit de gebruiker kan kiezen: een basisinterface
en een interface voor gevorderde gebruikers. Overschakelen
tussen de twee interfaces is eenvoudig: klik gewoon op een
knop.
Voor Samsung Easy Printer Manager is minimaal
Internet Explorer 6.0 of hoger vereist.
2
3
De in het apparaat geïntegreerde website wordt geopend.
4
Voer de naam, het telefoonnummer, locatie en emailadres van de beheerder in.
Openen van het programma:
Klik op Apply.
Kies Start > Programma's or Alle programma's > Samsung
Printers > Samsung Easy Printer Manager > Samsung Easy
Printer Manager.
5
Selecteer op het tabblad Security System Security >
System Administrator.
Informatie over Samsung Easy Printer Manager
Nuttige beheerprogramma´s
5. Onderhoud
De Samsung Easy Printer Manager-interface bestaat uit
verschillende kaders die in de onderstaande tabel worden
beschreven:
71
Printerinfor In dit kader staat algemene informatie over uw
matie
apparaat. U kunt deze informatie controleren,
zoals de naam van het printermodel, het IPadres (of poortnummer) en de printerstatus.
2
Knop Handleiding: Deze knop
verandert in
Probleemoplossingsgids als er een
fout optreedt. U kunt direct naar het
desbetreffende deel in de
gebruikershandleiding gaan.
Programma Bevat koppelingen voor overschakelen naar
-informatie geavanceerde instellingen,
voorkeursinstellingen, hulp en informatie over
het programma.
Printerlijst
1
In de printerlijst worden pictogrammen
weergegeven van de printers die op uw
computer zijn geïnstalleerd.
3
Met de knop
kunt u de interface
wijzigen in de interface voor
gevorderde gebruikers.
Snelkoppeli Toont Snelkoppelingen naar printerspecifieke
ngen
functies. Dit gedeelte bevat ook koppelingen
4
naar toepassingen in de geavanceerde
instellingen.
Nuttige beheerprogramma´s
Inhoud
5
Benodighe
6 den
bestellen
Toont informatie over de geselecteede printer,
het niveau van de toner en het papier. De
informatie wijzigt naargelang de gekozen
printer. Niet alle apparaten beschikken over
deze functie.
Klik op de knop Bestellen in het deelvenster
om verbruiksartikelen te bestellen. U kunt
online reservetonercassette(s) bestellen.
5. Onderhoud
72
► Waarschuwingsinstellingen
Dit menu bevat instellingen gerelateerd aan de waarschuwingen
over fouten en storingen.
•
Printerwaarschuwing: Levert instellingen met betrekking tot
wanneer waarschuwingen ontvangen worden.
•
E-mailwaarschuwing: Levert opties met betrekking tot het
ontvangen van waarschuwingen via e-mail.
•
Overzicht van waarschuwingen: Levert een geschiedenis
met betrekking tot waarschuwingen gerelateerd aan het
apparaat en de toner.
Klik achtereenvolgens op de knop Help ( ) rechtsboven
in het venster en de optie waarover u meer wilt weten.
► Taakaccountbeheer
Overzicht interface instellingen voor gevorderde
gebruikers
De interface voor gevorderde gebruikers is bedoeld voor de
beheerder van het netwerk en de printers.
Levert een overzicht van informatie over de verdeling van
afdruktaken per specifieke gebruiker. Deze verdeling kan
aangemaakt en toegepast worden op op apparaten via
taakaccountancysoftware zoals SyncThru™ of de CounThru™
administratiesoftware.
7
► Apparaatinstellingen
U kunt verschillende apparaatinstellingen zoals papier, indeling,
emulatie, netwerk en afdrukinformatie instellen.
Gebruiken van Samsung-printerstatus
(alleen voor Windows)
Samsung-printerstatus is een programma dat de status van de
printer controleert en u daarvan op de hoogte houdt.
Nuttige beheerprogramma´s
• Het venster Samsung-printerstatus en de inhoud die in
deze gebruikershandleiding worden getoond, kunnen
verschillen afhankelijk van de gebruikte printer of het
gebruikte besturingssysteem.
• Controleer welke besturingssystemen compatibel zijn
met uw apparaat (zie basishandleiding).
Overzicht Samsung-printerstatus
5. Onderhoud
Picto
gram
betekent
Normaal
U kunt Samsung-printerstatus ook handmatig opstarten. Ga
naar Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het
tabblad Basis > de knop Printerstatus.
Deze pictogrammen verschijnen op de Windows-taakbalk:
Omschrijving
Het apparaat staat klaar voor gebruik en er
zijn geen fouten of waarschuwingen.
Waarschu Het apparaat is in een toestand waarin er in
wing
de toekomst een fout kan optreden. Dit is
bijvoorbeeld als het niveau van de toner laag
is, wat kan leiden tot de toner-leegstatus.
Fout
Als er een fout optreedt tijdens het gebruik van het apparaat,
kunt u de fout controleren in Samsung-printerstatus. Samsungprinterstatus wordt automatisch geïnstalleerd wanneer u de
apparaatsoftware installeert.
73
Er is minstens één fout in het apparaat.
Nuttige beheerprogramma´s
5. Onderhoud
74
8
Tonerniveau
1
Hier wordt het resterende tonerniveau in de
cassette(s) weergegeven. Het apparaat en
het aantal tonercassette(s) in het
bovenstaande venster kunnen verschillen
afhankelijk van de gebruikte printer. Niet
alle apparaten beschikken over deze
functie.
2
Waarschuw.inst Selecteer de gewenste instellingen in het
elling
venster Opties.
3
Benod.
bestellen
U kunt reservetonercassette(s) online
bestellen.
Problemen
4 oplossen
U kunt direct naar het deel met de
probleemoplossing gaan in de
gebruikershandleiding.
5 Sluiten
Sluit het venster.
Gebruiken van Smart Panel (alleen voor
Macintosh en Linux)
Smart Panel is een programma waarmee de status van het
apparaat wordt bewaakt. U kunt de status bekijken en de
apparaatinstellingen aanpassen. Bij Macintosh wordt Smart
Panel automatisch geïnstalleerd op het moment dat u de
apparaatsoftware installeert. Voor Linux kunt u Smart Panel
downloaden van de website van Samsung (zie "Smart Panel
installeren" op pagina 8).
• Het venster Smart Panel en de inhoud die in deze
gebruikershandleiding worden getoond, kunnen
verschillen afhankelijk van de gebruikte printer of het
gebruikte besturingssysteem.
• Controleer welke besturingssystemen compatibel zijn
met uw apparaat (zie basishandleiding).
Overzicht Smart Panel
Als er een fout optreedt tijdens het gebruik, kunt u de fout
controleren in Smart Panel. U kunt Smart Panel ook handmatig
starten.
Nuttige beheerprogramma´s
Macintosh
Klik op het Smart Panel-pictogram op de
menubalk.
Linux
Dubbelklik op het Smart Panel-pictogram in
het berichtenkader.
5. Onderhoud
Gebruikershan U kunt de Gebruikershandleiding bekijken.
dleiding
Deze knop verandert in
Probleemoplossingsgids als er
een fout optreedt. U kunt direct
naar het deel met de
probleemoplossing gaan in de
gebruikershandleiding.
3
Instelling
printer
Tonerniveau
1
2
Nu kopen
Hier wordt het resterende tonerniveau in de
cassette(s) weergegeven. Het apparaat en
het aantal tonercassette(s) in het
bovenstaande venster kunnen verschillen
afhankelijk van de gebruikte printer. Niet
alle apparaten beschikken over deze
functie.
U kunt online reservetonercassette(s)
bestellen.
75
4
U kunt diverse apparaatinstellingen
configureren in het venster Hulpprogramma
Printerinstellingen. Niet alle apparaten
beschikken over deze functie.
Als u uw apparaat op een netwerk
aansluit, verschijnt het venster
SyncThru™ Web Service in
plaats van Hulpprogramma
Printerinstellingen.
Wijzigen van de instellingen van Smart Panel
Klik met de rechtermuisknop in Linux of Mac OS X op het
pictogram voor Smart Panel en selecteer Opties. Selecteer de
gewenste instellingen in het venster Opties.
Nuttige beheerprogramma´s
5. Onderhoud
76
9
De Linux Unified Driver Configurator
gebruiken
Unified Linux Driver Configurator is een hulpprogramma dat
hoofdzakelijk bestemd is voor de configuratie van apparaten. U
moet Unified Linux Driver installeren om Unified Driver
Configurator te kunnen gebruiken (zie "Installatie voor Linux" op
pagina 8).
Na de installatie van het stuurprogramma op uw Linux-systeem
wordt automatisch het pictogram voor Unified Driver
Configurator op uw bureaublad geplaatst.
1 Printer Configuration
2 Port Configuration
Klik op Help voor schermhulp.
Unified Driver Configurator openen
1
2
Dubbelklik op Unified Driver Configurator op het
bureaublad.
3
Breng de wijzigingen aan in de configuratie en klik op Exit
om Unified Driver Configurator te sluiten.
U kunt ook op pictogram van het menu Startup klikken en
Samsung Unified Driver > Unified Driver Configurator
selecteren.
Printers configuration
Klik op de knoppen links om het overeenkomstige
configuratievenster te openen.
Printers configuration bevat twee tabbladen: Printers en
Classes.
Nuttige beheerprogramma´s
5. Onderhoud
77
► Het tabblad Printers
•
Klik op het pictogram van het apparaat links in het venster
Unified Driver Configurator om de printerconfiguratie van het
huidige systeem weer te geven.
Remove Printer: hiermee verwijdert u het geselecteerde
apparaat.
•
Set as Default: hiermee stelt u het geselecteerde apparaat
in als standaardapparaat.
•
Stop/Start: hiermee kunt u het apparaat stoppen/starten.
•
Test: hiermee kunt u een testpagina afdrukken om te
controleren of de printer goed werkt.
•
Properties: Hiermee kunt u de eigenschappen van de printer
weergeven en wijzigen.
► Het tabblad Classes
Op het tabblad Classes wordt een lijst met beschikbare
apparaatklassen weergegeven.
1
Schakelt naar Printers configuration.
2
Hier worden alle geïnstalleerde apparaten weergegeven.
3
Hiermee worden de status, modelnaam en URI van uw
apparaat weergegeven.
1
De bedieningsknoppen van de printer zijn:
•
Refresh: hiermee vernieuwt u de lijst met beschikbare
apparaten.
•
Add Printer: hiermee voegt u een nieuw apparaat toe.
2
Nuttige beheerprogramma´s
1
Hiermee geeft u alle apparaatklassen weer.
2
Hiermee geeft u de status van de klasse en het aantal
apparaten in de klasse aan.
•
Refresh: vernieuwt de lijst met klassen.
•
Add Class: hiermee kunt u een nieuwe apparaatklasse
toevoegen.
•
Remove Class: hiermee verwijdert u de geselecteerde
apparaatklasse.
5. Onderhoud
78
Ports configuration
In dit venster kunt u de lijst met beschikbare poorten weergeven,
de status van elke poort controleren en een poort vrijgeven die
bezet wordt door een afgebroken taak.
2
1
3
1
Schakelt naar Ports configuration.
2
Alle beschikbare poorten.
3
Hiermee geeft u het poorttype, het op de poort aangesloten
apparaat en de status weer.
•
Refresh: hiermee vernieuwt u de lijst met beschikbare
poorten.
•
Release port: hiermee kunt u de geselecteerde poort
vrijgeven.
6. Problemen oplossen
In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een
probleem optreedt.
• Problemen met papierinvoer
80
• Problemen met de voeding en het netsnoer
82
• Afdrukproblemen
83
• Problemen met de afdrukkwaliteit
88
• Problemen met het besturingssysteem
96
Problemen met papierinvoer
Toestand
6. Problemen oplossen
80
Voorgestelde oplossing
Het papier loopt vast tijdens het
afdrukken.
Verwijder het vastgelopen papier.
Papier kleeft aan elkaar.
• Controleer de maximale papiercapaciteit van de lade.
• Zorg dat u een geschikte papiersoort gebruikt.
• Haal het papier uit de lade en buig het of waaier het uit.
• In vochtige omstandigheden kunnen bepaalde papiersoorten aan elkaar blijven kleven.
Invoerprobleem met een aantal
vellen tegelijk.
Er kan niet meer dan één papiersoort tegelijk in de lade worden geplaatst. Plaats alleen papier
van hetzelfde soort en hetzelfde formaat en gewicht.
Afdrukpapier wordt niet
ingevoerd.
• Verwijder vastgelopen papier in het apparaat.
• Het papier werd niet goed in de lade gelegd. Verwijder het papier en plaats het op de juiste
manier in de lade.
• Er ligt te veel papier in de lade. Verwijder het teveel aan papier.
• Het papier is te dik. Gebruik alleen papier dat voldoet aan de specificaties van het apparaat.
Het papier blijft vastlopen.
• Er ligt te veel papier in de lade. Verwijder het teveel aan papier. Gebruik de multifunctionele
lade (of de handmatige papierinvoer) om af te drukken op speciale materialen.
• U gebruikt een verkeerde papiersoort. Gebruik alleen papier dat voldoet aan de specificaties
van het apparaat.
• Misschien zitten er materiaalresten in het apparaat. Open de voorklep en verwijder de resten.
Transparanten plakken aan elkaar Gebruik alleen transparanten die speciaal zijn bedoeld voor laserprinters. Verwijder elk
in de papieruitvoerlade.
transparant zodra het is uitgevoerd.
Problemen met papierinvoer
Toestand
Enveloppen trekken scheef of
worden niet goed ingevoerd.
6. Problemen oplossen
81
Voorgestelde oplossing
Zorg dat de papiergeleiders aan beide kanten van de envelop goed zijn ingesteld (ze moeten de
envelop net raken).
Problemen met de voeding en het netsnoer
6. Problemen oplossen
82
Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over het oplossen van problemen met de netvoeding.
Toestand
Het apparaat krijgt geen stroom,
of de verbindingskabel tussen de
computer en het apparaat is niet
goed aangesloten.
Voorgestelde oplossing
• Sluit het apparaat eerst aan op het stopcontact en schakel vervolgens de aan/uit-schakelaar in.
Druk op de knop
(aan/uit) op het configuratiescherm.
• Maak de kabel van het apparaat los en sluit deze opnieuw aan.
Afdrukproblemen
Toestand
Het apparaat drukt
niet af.
6. Problemen oplossen
Mogelijke oorzaak
83
Voorgestelde oplossing
Het apparaat krijgt geen stroom.
Controleer of het netsnoer is aangesloten. Controleer de aan/uitschakelaar en het stopcontact.
Het apparaat is niet als
standaardprinter geselecteerd.
Selecteer uw printer als standaardprinter in Windows.
Controleer het volgende:
• De klep aan de voorzijde is niet gesloten. Sluit de voorklep.
• Er is een papierstoring opgetreden. Verwijder het vastgelopen papier.
• De papierlade is leeg. Vul papier bij.
• Er is geen tonercassette geplaatst. Plaats een tonercassette.
Neem contact op met een medewerker van de klantenservice als er een systeemfout optreedt.
De verbindingskabel tussen de
computer en het apparaat is niet goed
aangesloten.
Maak de kabel van het apparaat los en sluit hem opnieuw aan.
De verbindingskabel tussen de
computer en het apparaat is mogelijk
defect.
Sluit de kabel indien mogelijk aan op een andere computer die naar
behoren werkt en druk een document af. U kunt ook proberen om een
andere kabel voor uw apparaat te gebruiken.
De poortinstelling is niet juist.
Controleer de printerinstellingen in Windows om vast te stellen of de
afdruktaak naar de juiste poort wordt gestuurd. Als uw computer
meerdere poorten heeft, controleert u of het apparaat op de juiste poort
is aangesloten.
Het apparaat is mogelijk niet goed
geconfigureerd.
Controleer de Voorkeursinstellingen voor afdrukken om na te gaan
of alle afdrukinstellingen correct zijn.
Afdrukproblemen
Toestand
Het apparaat drukt
niet af.
Mogelijke oorzaak
6. Problemen oplossen
84
Voorgestelde oplossing
Mogelijk is het printerstuurprogramma
niet goed geïnstalleerd.
Deïnstalleer het stuurprogramma van uw printer en installeer het
programma opnieuw.
Het apparaat werkt niet goed.
Kijk of het display van het bedieningspaneel een systeemfout
aangeeft. Neem contact op met een medewerker van de
klantenservice.
Het document is zo groot dat er niet
Maak extra ruimte op de harde schijf vrij en druk het document
voldoende ruimte op de harde schijf van opnieuw af.
de computer is om toegang te krijgen
tot de afdruktaak.
Het apparaat haalt
papier uit de
verkeerde invoer.
De uitvoerlade is vol.
Wanneer het papier uit de uitvoerlade is verwijderd, gaat het apparaat
door met afdrukken.
De papieroptie die in
Voorkeursinstellingen voor
afdrukken is geselecteerd is mogelijk
onjuist.
In veel softwaretoepassingen kunt u de papierbron instellen op het
tabblad Papier in Voorkeursinstellingen voor afdrukken. Selecteer
de juiste papierbron. Raadpleeg de help bij het
printerstuurprogramma.
Een afdruktaak
Mogelijk is de afdruktaak zeer complex. Maak de pagina minder complex of wijzig de instellingen voor de
wordt uiterst
afdrukkwaliteit.
langzaam afgedrukt.
De helft van de
pagina is blanco.
Mogelijk is de afdrukstand verkeerd
ingesteld.
Wijzig de afdrukstand in het desbetreffende programma. Raadpleeg
de help bij het printerstuurprogramma.
Het ingestelde papierformaat stemt niet Controleer of het papierformaat in de printerinstellingen overeenstemt
overeen met het formaat van het papier met het papier in de lade of met de papierselectie in de instellingen van
in de lade.
de softwaretoepassing die u gebruikt.
Afdrukproblemen
Toestand
Mogelijke oorzaak
6. Problemen oplossen
85
Voorgestelde oplossing
Het apparaat drukt
De kabel van het apparaat zit los of is
wel af, maar de tekst defect.
is niet correct,
vervormd of niet
volledig.
Maak de kabel van het apparaat los en sluit hem opnieuw aan. Druk
een document af dat u eerder wel correct hebt kunnen afdrukken. Sluit
de kabel en het apparaat indien mogelijk aan op een andere computer
en druk een document af dat u eerder wel correct hebt kunnen
afdrukken. Als dit alles niet helpt, probeert u een nieuwe printerkabel.
Het verkeerde printerstuurprogramma
is geselecteerd.
Controleer in het afdrukmenu van de toepassing of u de juiste printer
hebt geselecteerd.
De softwaretoepassing werkt niet naar
behoren.
Probeer een document af te drukken vanuit een andere toepassing.
Het besturingssysteem werkt niet naar
behoren.
Sluit Windows af en start de computer opnieuw op. Schakel het
apparaat uit en weer in.
Als u in een DOS-omgeving werkt, is
het mogelijk dat het lettertype voor uw
apparaat verkeerd is ingesteld.
zie "De lettertype-instelling wijzigen" op pagina 44.
Er worden blanco
pagina’s afgedrukt.
De tonercassette is leeg of beschadigd. Herverdeel indien nodig het tonerpoeder. Vervang indien nodig de
tonercassette.
Mogelijk bevat het bestand blanco
pagina’s.
Controleer of het bestand blanco pagina’s bevat.
Mogelijk is een onderdeel van het
apparaat defect (bijvoorbeeld de
controller of het moederbord).
Neem contact op met een medewerker van de klantenservice.
Afdrukproblemen
Toestand
Mogelijke oorzaak
6. Problemen oplossen
86
Voorgestelde oplossing
Het apparaat drukt
het PDF-bestand
niet juist af.
Sommige delen van
afbeeldingen, tekst
of illustraties
ontbreken.
Incompatibiliteit tussen het PDFbestand en de Acrobat-producten.
Het bestand kan worden afgedrukt door het PDF-bestand af te drukken
als een afbeelding. Schakel Afdrukken als afbeelding uit de
afdrukopties van Acrobat in.
De afdrukkwaliteit
van foto’s is niet
goed. De
afbeeldingen zijn
niet duidelijk.
De resolutie van de foto is zeer laag.
Verklein de afmetingen van de foto. Als u de afmetingen van de foto in
het programma vergroot, wordt de resolutie verlaagd.
Er komt voor het
afdrukken ter
hoogte van de
uitvoerlade stoom
uit het apparaat.
Het gebruik van geperforeerd papier
kan damp veroorzaken tijdens het
afdrukken.
Dit is geen probleem. Ga gewoon door met afdrukken.
Een PDF-bestand als afbeelding afdrukken neemt meer tijd
in beslag.
Het apparaat drukt
Het papierformaat en de
geen speciaal papier papierformaatinstelling komen niet
zoals
overeen.
rekeningpapier af.
Stel het juiste papierformaat in onder Aangepast in het tabblad Papier
in Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Afdrukproblemen
Toestand
Het afgedrukte
papier krult op.
6. Problemen oplossen
87
Mogelijke oorzaak
Voorgestelde oplossing
De instelling voor de papiersoort klopt
niet.
Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar de
Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het tabblad Papier
en stel het type in op Dik papier.
Problemen met de afdrukkwaliteit
6. Problemen oplossen
88
Vuil aan de binnenkant van het apparaat of verkeerd geplaatst papier kan leiden tot een verminderde afdrukkwaliteit. Raadpleeg de
onderstaande tabel om het probleem te verhelpen.
Toestand
Voorgestelde oplossing
Lichte of vage afdrukken • Als u een verticale witte strook of vaag gedeelte op de afdruk ziet, is de toner bijna op. Plaats een nieuwe
tonercassette.
• Mogelijk voldoet het papier niet aan de papierspecificaties. Het papier kan bijvoorbeeld te vochtig of te
ruw zijn.
• Als de hele pagina te licht is, is de afdrukresolutie te laag ingesteld of staat het apparaat in de
tonerspaarstand. Wijzig de afdrukresolutie en schakel de energiebesparende modus uit. Raadpleeg de
Help bij het printerstuurprogramma.
• Een combinatie van vage plekken en vegen kan erop wijzen dat de tonercassette moet worden gereinigd.
Reinig de binnenkant van het apparaat.
• Het oppervlak van het LSU-gedeelte in het apparaat kan vuil zijn. Reinig de binnenkant van het apparaat.
Als het probleem hiermee niet kan worden opgelost, neemt u contact op met een medewerker van de
klantenservice.
De bovenste helft van het De toner hecht mogelijk niet aan dit papiertype.
papier is lichter bedrukt • Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar Voorkeursinstellingen voor
dan de rest van het
afdrukken, klik op het tabblad Papier en stel het papiertype in op Kringlooppapier.
papier.
Problemen met de afdrukkwaliteit
Toestand
Tonervlekken
6. Problemen oplossen
89
Voorgestelde oplossing
• Mogelijk voldoet het papier niet aan de specificaties. Het papier kan bijvoorbeeld te vochtig of te ruw zijn.
• Mogelijk is de transportrol vuil. Reinig de binnenkant van het apparaat.
A aB bC c
A aB bC c
A aB bC c
A aB bC c
A aB bC c
• Het papierpad is mogelijk aan een reinigingsbeurt toe. Neem contact op met een medewerker van de
klantenservice.
Onregelmatigheden
Als op willekeurige plaatsen vage, doorgaans ronde, plekken verschijnen:
A aBb C
A aBb C
A aBb C
A aBb C
A aBb C
• Er zit mogelijk een slecht vel tussen het papier. Druk het document opnieuw af.
• Het vochtgehalte van het papier is niet op alle plaatsen gelijk of het papier bevat vochtplekken. Probeer
papier van een ander merk.
• Een hele partij papier is niet in orde. Problemen tijdens de productie kunnen ertoe leiden dat sommige
delen toner afstoten. Probeer een ander soort of merk papier.
• Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar Voorkeursinstellingen voor
afdrukken, klik op het tabblad Papier en stel het type in op Dik papier of Dikker (zie de Basishandleiding
voor papiergewicht per vel).
Als het probleem hiermee niet kan worden opgelost, neemt u contact op met een medewerker van de
klantenservice.
Witte vlekken
Er verschijnen witte vlekken op de pagina:
• Het papier is te ruw en er valt veel papierstof op de interne onderdelen van het apparaat, wat erop wijst
dat de rol vuil kan zijn. Reinig de binnenkant van het apparaat.
• Het papierpad is mogelijk aan een reinigingsbeurt toe. Reinig de binnenkant van het apparaat.
Als het probleem hiermee niet kan worden opgelost, neemt u contact op met een medewerker van de
klantenservice.
Problemen met de afdrukkwaliteit
Toestand
Verticale strepen
6. Problemen oplossen
90
Voorgestelde oplossing
Als de pagina zwarte, verticale strepen vertoont:
• Er zitten mogelijk krassen op het oppervlak (drumgedeelte) van de tonercassette in het apparaat.
Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe.
Als de pagina witte verticale strepen vertoont:
• Het oppervlak van het LSU-gedeelte in het apparaat kan vuil zijn. Reinig de binnenkant van het apparaat.
Als het probleem hiermee niet kan worden opgelost, neemt u contact op met een medewerker van de
klantenservice.
Zwarte achtergrond
Als er in lichte gedeelten te veel toner wordt gebruikt (grijze achtergrond):
• Gebruik papier met een lager gewicht.
• Controleer de omgevingsvoorwaarden: bijzonder droge omstandigheden of een hoge luchtvochtigheid
(meer dan 80% RV) kunnen aanleiding geven tot een grijzere achtergrond.
• Verwijder de oude tonercassette en plaats een nieuwe.
Tonervegen
• Reinig de binnenkant van het apparaat.
• Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier.
• Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe.
Problemen met de afdrukkwaliteit
Toestand
Verticaal terugkerende
afwijkingen
6. Problemen oplossen
91
Voorgestelde oplossing
Als de bedrukte zijde van de pagina met gelijke intervallen afwijkingen vertoont:
• De tonercassette is mogelijk beschadigd. Als u nog steeds dezelfde problemen ondervindt, verwijdert u
de tonercassette en plaatst u een nieuwe.
• Er zit mogelijk toner op sommige onderdelen van het apparaat. Als de afwijkingen zich op de achterkant
van de pagina bevinden zal het probleem waarschijnlijk na enkele pagina’s vanzelf verdwijnen.
• De fixeereenheid is mogelijk beschadigd. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice.
Schaduwvlekken
A
Schaduwvlekken worden veroorzaakt door kleine hoeveelheden toner die willekeurig verspreid op de
afdruk voorkomen.
• Misschien is het papier te vochtig. Probeer af te drukken op papier van een andere partij. Maak een pak
papier pas open op het moment dat u het gaat gebruiken zodat het papier niet te veel vocht opneemt.
• Wijzig de afdruklay-out als er schaduwvlekken verschijnen op een envelop om te voorkomen dat wordt
afgedrukt op een gebied met overlappende naden aan de rugzijde. Afdrukken op naden kan problemen
veroorzaken.
• Als het gehele oppervlak van een afgedrukte pagina wordt bedekt met schaduwvlekken kiest u een
andere afdrukresolutie in het softwareprogramma of in de Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Controleer of u het juiste papiertype hebt geselecteerd. Voorbeeld: Als Dikker papier wordt geselecteerd,
maar als er momenteel Normaal papier gebruikt wordt, kan het papier verzadigen met inkt en dit
probleem tot gevolg hebben.
Problemen met de afdrukkwaliteit
Toestand
6. Problemen oplossen
92
Voorgestelde oplossing
Er blijven tonerdeeltjes
De toner hecht mogelijk niet aan dit papiertype.
hangen rond vetgedrukte • Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar Voorkeursinstellingen voor
tekens of donkere foto’s.
afdrukken, klik op het tabblad Papier en stel het papiertype in op Kringlooppapier. Controleer of u het
juiste papiertype hebt geselecteerd. Voorbeeld: Als Dikker papier wordt geselecteerd, maar als er
momenteel Normaal papier gebruikt wordt, kan het papier verzadigen met inkt en dit probleem tot gevolg
hebben.
Misvormde tekst
• Als tekst er vervormd uitziet ("uitgehold" effect) is het papier mogelijk te glad. Probeer een ander soort
papier.
Papier schuin
• Plaats het papier op de juiste manier in de lade.
• Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier.
• Let erop dat de geleiders niet te dicht en niet te ver af staan van de stapel papier.
Problemen met de afdrukkwaliteit
Toestand
Gekruld of gegolfd
6. Problemen oplossen
Voorgestelde oplossing
• Plaats het papier op de juiste manier in de lade.
• Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier. Papier kan krullen als de temperatuur of de
vochtigheid te hoog is.
• Draai de stapel papier in de lade om. Probeer ook eens om het papier 180° te draaien in de lade.
Vouwen of kreuken
• Plaats het papier op de juiste manier in de lade.
• Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier.
• Draai de stapel papier in de lade om. Probeer ook eens om het papier 180° te draaien in de lade.
Achterkant van
afdrukken is vuil
• Mogelijk lekt een tonercassette. Reinig de binnenkant van het apparaat.
93
Problemen met de afdrukkwaliteit
Toestand
Volledig gekleurde of
zwarte pagina’s
A
Losse toner
6. Problemen oplossen
94
Voorgestelde oplossing
• Mogelijk is de tonercassette niet goed geplaatst. Verwijder de cassette en plaats deze opnieuw.
• Mogelijk is de tonercassette defect. Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe.
• Het apparaat moet mogelijk worden gerepareerd. Neem contact op met een medewerker van de
klantenservice.
• Reinig de binnenkant van het apparaat.
• Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier.
• Verwijder de tonercassette en installeer een nieuwe.
Lost dit het probleem niet op, dan moet het apparaat mogelijk worden hersteld. Neem contact op met een
medewerker van de klantenservice.
Openingen in tekens
A
Letters worden onvolledig afgedrukt omdat er witte plekken verschijnen op plaatsen die zwart zouden
moeten zijn:
• Als dit probleem optreedt bij transparanten, probeert u een ander soort transparant. Als gevolg van de
samenstelling van de transparanten kunnen onvolledige tekens voorkomen.
• Misschien drukt u af op de verkeerde kant van het papier. Verwijder het papier en draai het om.
• Mogelijk voldoet het papier niet aan de papierspecificaties.
Problemen met de afdrukkwaliteit
Toestand
Horizontale strepen
6. Problemen oplossen
95
Voorgestelde oplossing
Controleer bij horizontale zwarte strepen of vegen het volgende:
• De tonercassette is mogelijk verkeerd geplaatst. Verwijder de cassette en plaats deze opnieuw.
• Mogelijk is de tonercassette defect. Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe.
Lost dit het probleem niet op, dan moet het apparaat waarschijnlijk worden hersteld. Neem contact op met
een medewerker van de klantenservice.
Krullen
Als het afgedrukte papier opkrult of als het papier niet wordt ingevoerd, doet u het volgende:
• Draai de stapel papier in de lade om. Probeer ook eens om het papier 180° te draaien in de lade.
• Wijzig de papierinstelling op de printer en probeer het opnieuw. Ga naar de Voorkeursinstellingen voor
afdrukken, klik op het tabblad Papier en stel het type in op Dun papier.
Uw apparaat wordt mogelijk gebruikt op een hoogte van 1.000 m of hoger. Een dergelijke hoogte kan de
• Op enkele vellen
verschijnt
afdrukkwaliteit beïnvloeden (bijv. losse toner of een vage afdruk). Stel uw apparaat in op de juiste hoogte
herhaaldelijk een
(zie "Aanpassing aan luchtdruk of hoogte" op pagina 43).
onbekende afbeelding.
• Losse toner
• Vage afdruk of
vervuiling
Problemen met het besturingssysteem
6. Problemen oplossen
96
1
Algemene Windows-problemen
Toestand
Tijdens de installatie
verschijnt het bericht
"Bestand in gebruik".
Voorgestelde oplossing
Sluit alle softwaretoepassingen af. Verwijder alle software uit de opstartgroep en start vervolgens Windows
weer op. Installeer het printerstuurprogramma opnieuw.
Het bericht "Algemene
Sluit alle andere toepassingen af, start Windows opnieuw op en probeer opnieuw af te drukken.
beschermingsfout",
"OE-uitzondering",
"Spool 32" of "Ongeldige
bewerking" verschijnt.
De berichten "Kan niet
Deze meldingen kunnen tijdens het afdrukken verschijnen. Wacht gewoon even tot het apparaat klaar is
afdrukken" of "Er is een met afdrukken. Als het bericht verschijnt als de printer klaar staat voor gebruik of nadat de afdruk is voltooid,
time-outfout in de printer controleert u de aansluiting en gaat u na of er een fout is opgetreden.
opgetreden"
verschijnen.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van Microsoft Windows 2000/XP/2003/Vista die met uw pc werd meegeleverd voor meer
informatie over foutmeldingen in Windows.
Problemen met het besturingssysteem
6. Problemen oplossen
97
2
Algemene Macintosh-problemen
Toestand
Voorgestelde oplossing
Het apparaat drukt het PDFHet bestand kan worden afgedrukt door het PDF-bestand af te drukken als een afbeelding. Schakel
bestand niet juist af. Sommige
Afdrukken als afbeelding uit de afdrukopties van Acrobat in.
delen van afbeeldingen, tekst of
illustraties ontbreken.
Een PDF-bestand als afbeelding afdrukken neemt meer tijd in beslag.
Het document is afgedrukt, maar Werk uw Mac OS-versie bij tot MAC OS X 10.3.3. of hoger.
de afdruktaak blijft in de wachtrij
van Mac OS X 10.3.2 staan.
Bepaalde letters worden niet
Mac OS kan bij het afdrukken van het voorblad het gebruikte lettertype niet maken . Normale letters
normaal weergegeven tijdens
en cijfers worden normaal weergegeven op het voorblad.
het afdrukken van het voorblad.
Als u op een MacintoshControleer of de resolutie-instelling in uw printerstuurprogramma overeenkomt met de resolutiecomputer een document afdrukt instelling in Acrobat Reader.
met Acrobat Reader 6.0 of hoger
worden de kleuren niet op de
juiste wijze afgedrukt.
Problemen met het besturingssysteem
6. Problemen oplossen
98
Raadpleeg de gebruikershandleiding van Macintosh die met uw computer is meegeleverd voor meer informatie over Macintoshfoutmeldingen.
3
Algemene Linux-problemen
Toestand
Het apparaat drukt niet
af.
Voorgestelde oplossing
• Controleer of het printerstuurprogramma is geïnstalleerd. Open Unified Driver Configurator en selecteer
het tabblad Printers in Printers configuration om de lijst met beschikbare printers weer te geven.
Controleer of uw apparaat in de lijst staat. Als dit niet zo is, opent u Add new printer wizard om uw
apparaat in te stellen.
• Controleer of het apparaat is ingeschakeld. Open Printers configuration en selecteer uw apparaat uit
de lijst met printers. Bekijk de omschrijving in het deelvenster Selected printer. Druk op de knop Start
als tussen de status de tekenreeks Stopped voorkomt. Hierna zou de printer weer normaal moeten
werken. De status "stopped" is mogelijk geactiveerd wanneer zich problemen met het afdrukken
voordoen.
• Controleer of er speciale afdrukopties zijn ingesteld voor de toepassing, zoals "-oraw". Als de parameter
"-oraw" is opgegeven in de opdrachtregel verwijdert u deze om het afdrukprobleem op te lossen. Voor
Gimp front-end kiest u “print” -> “Setup printer” en bewerkt u de opdrachtregelparameter in de
menuoptie.
Problemen met het besturingssysteem
6. Problemen oplossen
99
Toestand
Voorgestelde oplossing
Het apparaat drukt geen
volledige pagina’s af.
Slechts de helft van de
pagina wordt afgedrukt.
Dit is een bekend probleem dat zich voordoet bij gebruik van een kleurenprinter met versie 8.51 of een
oudere versie van Ghostscript, 64-bits Linux OS. Dit probleem is bij bugs.ghostscript.com gemeld als
Ghostscript Bug 688252. Het probleem is opgelost in AFPL Ghostscript versie 8.52 en hoger. Download
de meest recente versie van AFPL Ghostscript van http://sourceforge.net/projects/ghostscript/ en
installeer deze om dit probleem op te lossen.
Tijdens het afdrukken
van een document wordt
de foutmelding "Cannot
open port device file"
getoond.
Wijzig nooit de parameters van een afdruktaak (bijvoorbeeld met LPR GUI) terwijl er een afdruktaak wordt
uitgevoerd. Diverse versies van CUPS-server breken de afdruktaak af als de afdrukopties worden
gewijzigd en proberen vervolgens de taak vanaf het begin opnieuw uit te voeren. Aangezien Unified Linux
Driver de poort tijdens het afdrukken wordt vergrendelt, blijft deze vergrendeld door het abrupte afbreken
van het stuurprogramma zodat de poort niet beschikbaar is voor volgende afdruktaken. Als deze situatie
zich voordoet, probeert u de poort vrij te geven door Release port te selecteren in Port configuration.
Problemen met het besturingssysteem
6. Problemen oplossen
100
Raadpleeg de gebruikershandleiding van Linux die bij uw computer werd geleverd voor meer informatie over Linuxfoutberichten.
4
Veelvoorkomende PostScript-problemen
De volgende problemen hebben specifiek betrekking op de PS-taal en kunnen optreden als er meerdere printertalen worden gebruikt.
Probleem
Het PostScript-bestand
kan niet worden
afgedrukt.
Mogelijke oorzaak
Mogelijk is het PostScriptstuurprogramma niet correct
geïnstalleerd.
Oplossing
• Installeer het PostScript-stuurprogramma (zie "Installatie van
de software" op pagina 4).
• Druk een configuratiepagina af en controleer of u kunt
afdrukken in PS.
• Neem contact op met de klantenservice als het probleem zich
blijft voordoen.
Het rapport Fout
limietcontrole wordt
afgedrukt.
De afdruktaak is te complex.
Er wordt een PostScript- De afdruktaak is mogelijk geen
foutenpagina afgedrukt. PostScript-taak.
Maak de pagina minder complex of breid het geheugen uit.
Controleer of de afdruktaak een PostScript-taak is. Controleer of
de softwaretoepassing verwacht dat er een installatiebestand of
PostScript-headerbestand naar het apparaat wordt gestuurd.
Problemen met het besturingssysteem
Probleem
De optionele lade is niet
geselecteerd in het
stuurprogramma.
Mogelijke oorzaak
6. Problemen oplossen
Oplossing
Het printerstuurprogramma is niet
Open de eigenschappen van het PostScript-stuurprogramma,
geconfigureerd om de optionele lade te selecteer het tabblad Apparaatopties en stel de ladeoptie in.
herkennen.
101
Contact SAMSUNG worldwide
If you have any comments or questions regarding Samsung
products, contact the Samsung customer care center.
Country/Region Customer Care Center
42 27 5755
ARGENTINE
0800-333-3733
ARMENIA
0-800-05-555
AUSTRALIA
1300 362 603
www.samsung.com
AUSTRIA
0810-SAMSUNG
(7267864, € 0.07/min)
www.samsung.com
AZERBAIJAN
088-55-55-555
BAHRAIN
8000-4726
BELARUS
810-800-500-55-500
02-201-24-18
BELGIUM
BOSNIA
BRAZIL
BULGARIA
www.samsung.com
www.samsung.com
05 133 1999
www.samsung.com
4004-0000
07001 33 11
www.samsung.com
Web Site
CANADA
1-800-SAMSUNG
(726-7864)
www.samsung.com
CHILE
800-SAMSUNG
(726-7864)
www.samsung.com
CHINA
400-810-5858
www.samsung.com
COLOMBIA
01-8000112112
www.samsung.com
COSTA RICA
0-800-507-7267
www.samsung.com
CROATIA
062 SAMSUNG
(062 726 7864)
www.samsung.com
800-SAMSUNG
(800-726786)
www.samsung.com
CZECH
REPUBLIC
www.samsung.com
/be (Dutch)
www.samsung.com
/be_fr (French)
0800-124-421
Country/Region Customer Care Center
Web Site
ALBANIA
102
Samsung Zrt., česká organizační složka,
Oasis Florenc, Sokolovská394/17, 180 00,
Praha 8
DENMARK
70 70 19 70
www.samsung.com
DOMINICA
1-800-751-2676
www.samsung.com
ECUADOR
1-800-10-7267
www.samsung.com
EGYPT
0800-726786
www.samsung.com
EIRE
0818 717100
www.samsung.com
EL SALVADOR
800-6225
www.samsung.com
Contact SAMSUNG worldwide
Country/Region Customer Care Center
Web Site
ESTONIA
800-7267
www.samsung.com
FINLAND
030-6227 515
www.samsung.com
FRANCE
01 48 63 00 00
www.samsung.com
GERMANY
01805 - SAMSUNG
(726-7864 € 0,14/min)
www.samsung.com
Country/Region Customer Care Center
HUNGARY
INDIA
INDONESIA
GEORGIA
8-800-555-555
GREECE
IT and Mobile : 80111www.samsung.com
SAMSUNG (80111
7267864) from land line,
local charge/ from
mobile, 210 6897691
Cameras, Camcorders,
Televisions and
Household
AppliancesFrom mobile
and fixed 2106293100
103
Web Site
06-80-SAMSUNG
(726-7864)
www.samsung.com
3030 8282
www.samsung.com
1800 3000 8282
0800-112-8888
www.samsung.com
021-5699-7777
IRAN
021-8255
www.samsung.com
ITALY
800-SAMSUNG
(726-7864)
www.samsung.com
JAMAICA
1-800-234-7267
www.samsung.com
JAPAN
0120-327-527
www.samsung.com
JORDAN
800-22273
www.samsung.com
KAZAKHSTAN
8-10-800-500-55-500
(GSM:7799)
www.samsung.com
GUATEMALA
1-800-299-0013
www.samsung.com
KOSOVO
+381 0113216899
HONDURAS
800-27919267
www.samsung.com
KUWAIT
183-2255
www.samsung.com
(852) 3698-4698
www.samsung.com
/hk
KYRGYZSTAN
00-800-500-55-500
www.samsung.com
LATVIA
8000-7267
www.samsung.com
LITHUANIA
8-800-77777
www.samsung.com
HONG KONG
www.samsung.com
/hk_en/
Contact SAMSUNG worldwide
Country/Region Customer Care Center
Web Site
LUXEMBURG
261 03 710
www.samsung.com
MALAYSIA
1800-88-9999
www.samsung.com
MACEDONIA
023 207 777
MEXICO
01-800-SAMSUNG
(726-7864)
www.samsung.com
104
Country/Region Customer Care Center
PERU
PHILIPPINES
0-800-777-08
www.samsung.com
1800-10-SAMSUNG
(726-7864)
www.samsung.com
1-800-3-SAMSUNG
(726-7864)
MOLDOVA
00-800-500-55-500
1-800-8-SAMSUNG
(726-7864)
MONTENEGRO
020 405 888
02-5805777
MOROCCO
080 100 2255
www.samsung.com
NIGERIA
080-SAMSUNG
(726-7864)
www.samsung.com
0900-SAMSUNG (0900- www.samsung.com
NETHERLANDS
7267864) (€ 0,10/min)
NEW ZEALAND
0800 SAMSUNG
(0800 726 786)
www.samsung.com
NICARAGUA
00-1800-5077267
www.samsung.com
NORWAY
815-56 480
www.samsung.com
OMAN
800-SAMSUNG
(726-7864)
www.samsung.com
PANAMA
800-7267
www.samsung.com
POLAND
Web Site
0 801 1SAMSUNG
(172678)
www.samsung.com
022-607-93-33
PORTUGAL
80820-SAMSUNG
(726-7864)
www.samsung.com
PUERTO RICO
1-800-682-3180
www.samsung.com
www.samsung.com
RUMANIA
08010 SAMSUNG
(08010 726 7864) only
from landline, local
network Romtelecom local tariff /021 206 01
10 for landline and
mobile, normal tariff.
RUSSIA
8-800-555-55-55
www.samsung.com
Contact SAMSUNG worldwide
Country/Region Customer Care Center
Web Site
SAUDI ARABIA
9200-21230
www.samsung.com
SERBIA
0700 SAMSUNG
(0700 726 7864)
www.samsung.com
SINGAPORE
1800-SAMSUNG
(726-7864)
www.samsung.com
SLOVAKIA
0800-SAMSUNG
(726-7864)
www.samsung.com
SOUTH AFRICA
0860 SAMSUNG
(726-7864)
www.samsung.com
SPAIN
902-1-SAMSUNG
(902 172 678)
www.samsung.com
0771 726 7864
(SAMSUNG)
www.samsung.com
0848-SAMSUNG
(7267864, CHF 0.08/
min)
www.samsung.com
/ch
TADJIKISTAN
8-10-800-500-55-500
www.samsung.com
TAIWAN
0800-329-999
www.samsung.com
1800-29-3232
www.samsung.com
SWEDEN
SWITZERLAND
THAILAND
02-689-3232
105
Country/Region Customer Care Center
TRINIDAD &
TOBAGO
1-800-SAMSUNG
(726-7864)
www.samsung.com
TURKEY
444 77 11
www.samsung.com
U.A.E
800-SAMSUNG
(726-7864)
www.samsung.com
U.K
0330 SAMSUNG
(726-7864)
www.samsung.com
U.S.A
1-800-SAMSUNG
(726-7864)
www.samsung.com
0-800-502-000
www.samsung.com
/ua
UKRAINE
www.samsung.com
/ch_fr/
Web Site
www.samsung.com
/ua_ru
UZBEKISTAN
8-10-800-500-55-500
www.samsung.com
VENEZUELA
0-800-100-5303
www.samsung.com
VIETNAM
1 800 588 889
www.samsung.com
Verklarende woordenlijst
106
Toegangspunt
De onderstaande woordenlijst helpt u vertrouwd te raken
met het product en de terminologie die in deze
gebruikershandleiding wordt gebruikt en verband houdt
met afdrukken.
Een toegangspunt of draadloos toegangspunt (AP of WAP) is
een apparaat dat draadlozecommunicatieapparaten verbindt in
een draadloos netwerk (WLAN) en dienst doet als een centrale
zender en ontvanger van WLAN-radiosignalen.
802.11
ADF
802.11 bevat een reeks standaarden voor draadlozenetwerkcommunicatie (WLAN) ontwikkeld door het IEEE LAN/
MAN-Standards Committee (IEEE 802).
De automatische documentinvoer (ADF) is een mechanisme dat
automatisch een origineel vel papier invoert zodat het apparaat
een gedeelte van het papier in één keer kan scannen.
802.11b/g/n
AppleTalk
802.11b/g/n kan dezelfde hardware delen over een bandbreedte
van 2,4 GHz. 802.11b ondersteunt een bandbreedte tot
maximaal 11 Mbps, 802.11n ondersteunt een bandbreedte tot
150 Mbps. 802.11b/g/n-apparaten kunnen interferentie
ondervinden van magnetrons, draadloze telefoons en Bluetoothapparaten.
AppleTalk is een octrooirechtelijk beschermde suite van door
Apple Inc ontwikkelde protocollen voor computernetwerken.
Deze suite was opgenomen in de oorspronkelijke Macintosh
(1984) en wordt nu door Apple ingezet voor TCP/IP-netwerken.
Verklarende woordenlijst
107
Bitdiepte
CCD
Een grafische computerterm die beschrijft hoeveel bits er nodig
zijn om de kleur van één pixel in een bitmapafbeelding te
vertegenwoordigen. Een hogere kleurdiepte geeft een breder
scala van te onderscheiden kleuren. Naarmate het aantal bits
toeneemt, wordt het aantal mogelijke kleuren te groot voor een
kleurtabel. Een 1-bits kleur wordt doorgaans monochroom of
zwart-wit genoemd.
CCD (Charge Coupled Device) is hardware die de scantaak
mogelijk maakt. Het CCD-vergrendelingsmechanisme wordt ook
gebruikt om de CCD-module te blokkeren en schade te
voorkomen wanneer u het apparaat verplaatst.
BMP
Een grafische bitmapindeling die intern wordt gebruikt door het
grafische subsysteem van Microsoft Windows (GDI) en
algemeen wordt gebruikt als een eenvoudige grafische
bestandsindeling op dat platform.
BOOTP
Bootstrap-protocol. Een netwerkprotocol dat wordt gebruikt door
een netwerkclient om automatisch het IP-adres op te halen. Dit
gebeurt doorgaans in het bootstrapproces van computers of de
daarop uitgevoerde besturingssystemen. De BOOTP-servers
wijzen aan iedere client een IP-adres toe uit een pool van
adressen. Met BOOTP kunnen computers met een "schijfloos
werkstation" een IP-adres ophalen voordat een geavanceerd
besturingssysteem wordt geladen.
Sorteren
Sorteren is een proces waarbij een kopieertaak bestaande uit
meerdere exemplaren in sets wordt afgedrukt. Wanneer de optie
Sorteren is ingeschakeld, wordt eerst een volledige set afgedrukt
voordat de overige kopieën worden gemaakt.
Configuratiescherm
Een bedieningspaneel is het platte, doorgaans verticale,
gedeelte waarop de bedienings- of controle-instrumenten
worden weergegeven. Deze bevinden zich doorgaans aan de
voorzijde van het apparaat.
Verklarende woordenlijst
108
Dekkingsgraad
Standaard
Dit is de afdrukterm die wordt gebruikt om het tonergebruik bij
het afdrukken te meten. Een dekkingsgraad van 5% betekent
bijvoorbeeld dat een vel A4-papier 5% aan afbeeldingen of tekst
bevat. Dus als het papier of origineel ingewikkelde afbeeldingen
of veel tekst bevat, is de dekkingsgraad en daarmee het
tonergebruik hoger.
De waarde of instelling die van kracht is wanneer de printer uit
de verpakking wordt gehaald, opnieuw wordt ingesteld of wordt
geïnitialiseerd.
CSV
Kommagescheiden waarden (CSV). CSV is een type
bestandsindeling. CSV wordt gebruikt om gegevens uit te
wisselen tussen verschillende toepassingen. Deze
bestandsindeling wordt in Microsoft Excel gebruikt en is min of
meer de norm geworden in de IT-sector, ook op nietMicrosoftplatformen.
DHCP
Een DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) is een client/
servernetwerkprotocol. Een DHCP-server stuurt
configuratieparameters naar de DHCP-clienthost die deze
gegevens opvraagt om deel te kunnen uitmaken van een IPnetwerk. DHCP biedt ook een mechanisme voor de toewijzing
van IP-adressen aan clienthosts.
DIMM
DADF
De DIMM (Dual In-line Memory Module) is een kleine printplaat
met geheugen. DIMM slaat alle gegevens in het apparaat op,
zoals afdrukgegevens of ontvangen faxgegevens.
De dubbelzijdige automatische documentinvoer (DADF) is een
scanmechanisme waarmee een origineel automatisch wordt
ingevoerd en omgedraaid, zodat het apparaat beide zijden van
het papier kan inscannen.
DLNA
DLNA (Digital Living Network Alliance) is een standaard
waarmee apparaten in een thuisnetwerk gegevens met elkaar
kunnen uitwisselen via het netwerk.
Verklarende woordenlijst
109
DNS
Duplex
DNS (Domain Name Server) is een systeem dat
domeinnaaminformatie opslaat in een gedistribueerde database
op netwerken, zoals het internet.
Een mechanisme dat een vel papier automatisch omkeert zodat
het apparaat beide zijden van het vel kan bedrukken (of
scannen). Een printer met een duplexeenheid kan afdrukken op
beide zijden van een vel papier tijdens één printcyclus.
Matrixprinter
Een matrixprinter is een printer met een printerkop die heen en
weer loopt over de pagina en afdrukt door middel van aanslagen,
waarbij een van inkt voorzien lint tegen het papier wordt
geslagen, zoals bij een typemachine.
DPI
DPI (Dots Per Inch) is een maateenheid voor resolutie die wordt
gebruikt voor scannen en afdrukken. Over het algemeen leidt
een hogere DPI tot een hogere resolutie, meer zichtbare details
in de afbeelding en een groter bestandsformaat.
DRPD
Distinctieve belpatroondetectie. Distinctieve belpatroondetectie
is een dienst van de telefoonmaatschappij waarmee een
gebruiker met een enkele telefoonlijn oproepen naar
verschillende telefoonnummers kan ontvangen.
Afdrukvolume
Het afdrukvolume bestaat uit de hoeveelheid afgedrukte
pagina’s per maand die de printerprestaties niet beïnvloedt.
Doorgaans heeft de printer een beperkte levensduur, zoals een
bepaald aantal pagina’s per jaar. De levensduur duidt de
gemiddelde afdrukcapaciteit aan, meestal binnen de
garantieperiode. Als het afdrukvolume bijvoorbeeld 48 000
pagina’s per maand (20 werkdagen) bedraagt, beperkt de printer
het aantal pagina’s tot 2 400 per dag.
ECM
Foutcorrectiemodus (ECM) is een optionele verzendmodus voor
foutcorrectie die is opgenomen in faxapparaten of faxmodems
van Klasse 1. Hiermee worden fouten tijdens de verzending van
faxen, die soms worden veroorzaakt door ruis op de telefoonlijn,
automatisch opgespoord en gecorrigeerd.
Verklarende woordenlijst
110
Emulatie
EtherTalk
Emulatie is een techniek waarbij met één apparaat dezelfde
resultaten worden behaald als met een ander.
Een protocolsuite die Apple Computer ontwikkelde voor
computernetwerken. Deze suite was opgenomen in de
oorspronkelijke Macintosh (1984) en wordt nu door Apple
ingezet voor TCP/IP-netwerken.
Een emulator kopieert de functies van één systeem naar een
ander systeem, zodat het tweede systeem zich als het eerste
gedraagt. Emulatie is gericht op de exacte reproductie van
extern gedrag, in tegenstelling tot simulatie; dit houdt verband
met een abstract model van het systeem dat wordt gesimuleerd,
vaak met betrekking tot de interne staat.
Ethernet
Ethernet is een op frames gebaseerde
computernetwerktechnologie voor LAN’s. Hiermee worden de
bedrading en de signalen gedefinieerd voor de fysieke laag en
frameformaten en protocollen voor de MAC/
gegevenskoppelingslaag van het OSI-model. Ethernet wordt
meestal gestandaardiseerd als IEEE 802.3. Het is sedert de
jaren ’90 van afgelopen eeuw de meest gebruikte LANtechnologie.
FDI
Interface extern apparaat (FDI) is een kaart die in het apparaat
is geïnstalleerd zodat andere apparaten van derden,
bijvoorbeeld een muntautomaat of een kaartlezer, kunnen
worden aangesloten. Met deze apparaten kunt u laten betalen
voor afdrukservices die worden uitgevoerd met uw apparaat.
FTP
Protocol voor bestandsuitwisseling (FTP) is een algemeen
gebruikt protocol voor de uitwisseling van bestanden via een
willekeurig netwerk dat het TCP/IP-protocol ondersteunt (zoals
internet of een intranet).
Verklarende woordenlijst
111
Fixeereenheid
Halftoon
Het onderdeel van een laserprinter dat de toner op het
afdrukmateriaal fixeert. De eenheid bestaat uit een rol die het
papier verwarmt en een rol die druk uitoefent. Nadat toner op het
papier is aangebracht, maakt de fixeereenheid gebruik van hitte
en druk om ervoor te zorgen dat de toner aan het papier hecht.
Dat verklaart ook waarom het papier warm is als het uit een
laserprinter komt.
Een type afbeelding dat grijswaarden simuleert door het aantal
punten te variëren. Kleurrijke gebieden bestaan uit een groot
aantal punten, terwijl lichtere gebieden uit een kleiner aantal
punten bestaan.
Gateway
Een verbinding tussen computernetwerken of tussen
computernetwerken en een telefoonlijn. Gateways worden veel
gebruikt omdat het computers of netwerken zijn die toegang
bieden tot andere computers of netwerken.
HDD
De HDD (Hard Disk Drive), doorgaans een harde of vaste schijf
genoemd, is een niet-vluchtig opslagapparaat dat digitaal
gecodeerde gegevens opslaat op sneldraaiende platen met een
magnetisch oppervlak.
IEEE
Grijswaarden
Het IEEE (Institute of Electrical and Electronics Engineers) is
een internationale professionele non-profitorganisatie voor de
bevordering van elektrische technologie.
Grijstinten die de lichte en donkere delen van een afbeelding
weergeven worden omgezet in grijswaarden; kleuren worden
door verschillende grijstinten weergegeven.
IEEE 1284
De 1284-norm voor de parallelle poort is ontwikkeld door het
IEEE (Institute of Electrical and Electronics Engineers). De term
"1284-B" verwijst naar een bepaald type connector aan het
uiteinde van de parallelle kabel die kan worden aangesloten op
het randapparaat (bijvoorbeeld een printer).
Verklarende woordenlijst
112
Intranet
IPP
Een besloten netwerk dat gebruikmaakt van internetprotocollen,
netwerkconnectiviteit en eventueel het openbaar
telecommunicatiesysteem om werknemers op een veilige
manier bedrijfsgegevens te laten uitwisselen of verrichtingen te
laten uitvoeren. De term kan nu en dan ook enkel verwijzen naar
de meest zichtbare dienst, de interne website.
IPP (Internet Printing Protocol) is een standaardprotocol voor
zowel afdrukken als het beheren van afdruktaken,
mediaformaat, resolutie, enzovoort. IPP kan lokaal of via het
internet voor honderden printers worden gebruikt en ondersteunt
tevens toegangsbeheer, verificatie en codering, waardoor het
een veel effectievere en veiligere afdrukoplossing is dan eerdere
oplossingen.
IP-adres
Een Internet Protocol-adres (IP-adres) is een uniek nummer dat
apparaten gebruiken om elkaar te identificeren en informatie uit
te wisselen in een netwerk met behulp van de Internet Protocolstandaard.
IPM
IPM (Afbeeldingen per minuut) is een eenheid waarmee de
snelheid van een printer wordt gemeten. Het IPM-cijfer geeft het
aantal vellen papier aan dat een printer binnen één minuut
eenzijdig kan bedrukken.
IPX/SPX
IPX/SPX staat voor Internet Packet Exchange/Sequenced
Packet Exchange. Het is een netwerkprotocol dat wordt gebruikt
door de besturingssystemen van Novell NetWare. IPX en SPX
bieden beide verbindingsservices aan die vergelijkbaar zijn met
TCP/IP, waarbij het IPX-protocol vergelijkbaar is met IP en SPX
vergelijkbaar is met TCP. IPX/SPX was in eerste instantie
bedoeld voor LAN’s (lokale netwerken) en is een bijzonder
efficiënt protocol voor dit doel (doorgaans overtreffen de
prestaties die van TCP/IP in een LAN).
Verklarende woordenlijst
113
ISO
JBIG
De Internationale organisatie voor standaardisatie (ISO) is een
internationale organisatie die normen vastlegt en samengesteld
is uit vertegenwoordigers van nationale
standaardiseringsorganisaties. De ISO produceert wereldwijd
industriële en commerciële normen.
JBIG (Joint Bi-level Image Experts Group) is een norm voor de
compressie van afbeeldingen zonder verlies van
nauwkeurigheid of kwaliteit, die ontworpen is voor de
compressie van binaire afbeeldingen, in het bijzonder voor
faxen, maar ook voor andere afbeeldingen.
ITU-T
JPEG
De Internationale Telecommunicatie Unie is een internationale
organisatie die is opgericht voor de standaardisering en
regulering van internationale radio- en telecommunicatie. De
belangrijkste taken omvatten standaardisering, de toewijzing
van het radiospectrum en de organisatie van onderlinge
verbindingen tussen verschillende landen waarmee
internationale telefoongesprekken mogelijk worden gemaakt. De
-T in ITU-T duidt op telecommunicatie.
JPEG (Joint Photographic Experts Group) is de meest gebruikte
standaardcompressiemethode voor foto’s. Deze indeling wordt
gebruikt voor het opslaan en verzenden van foto’s over het
internet.
ITU-T No. 1 chart
Gestandaardiseerd testdiagram dat is gepubliceerd door ITU-T
voor het verzenden van faxdocumenten.
LDAP
LDAP (Lightweight Directory Access Protocol) is een
netwerkprotocol voor het zoeken in en aanpassen van
directoryservices via TCP/IP.
LED
Een LED (Light-Emitting Diode) is een halfgeleider die de status
van een apparaat aangeeft.
Verklarende woordenlijst
114
MAC-adres
MH
Het MAC-adres (Media Access Control) is een uniek adres dat
aan een netwerkadapter is gekoppeld. Het MAC-adres is een
unieke naam van 48 bits die gewoonlijk wordt genoteerd als 12
hexadecimale tekens die telkens per twee worden gegroepeerd
(bijvoorbeeld 00-00-0c-34-11-4e). Dit adres wordt doorgaans
door de fabrikant in een netwerkinterfacekaart (NIC)
geprogrammeerd en gebruikt als een hulpmiddel aan de hand
waarvan routers apparaten kunnen vinden in grote netwerken.
MH (Modified Huffman) is een compressiemethode voor het
beperken van de hoeveelheid gegevens die tussen
faxapparaten worden verzonden om een afbeelding te
versturen. MH wordt aanbevolen door ITU-T T.4. MH is een op
een codeboek gebaseerd lengtecoderingsschema dat
geoptimaliseerd werd om op een doeltreffende wijze witruimtes
te comprimeren. Aangezien de meeste faxen voornamelijk uit
witruimte bestaan, kan hiermee de verzendtijd van de meeste
faxen tot een minimum worden teruggebracht.
MFP
Een MFP (Multi Function Peripheral) is een kantoorapparaat dat
verschillende functies in één fysieke behuizing combineert,
bijvoorbeeld een printer, kopieerapparaat, faxapparaat en
scanner.
MMR
MMR (Modified Modified READ) is een compressiemethode die
wordt aanbevolen door ITU-T T.6.
Modem
Een apparaat dat een draaggolfsignaal moduleert om digitale
informatie te coderen en een dergelijk signaal demoduleert om
de verzonden informatie te decoderen.
Verklarende woordenlijst
MR
MR (Modified READ) is een compressiemethode die wordt
aanbevolen door ITU-T T.4. MR codeert de eerst gescande lijn
met behulp van MH. De volgende regel wordt vergeleken met de
eerste, het verschil wordt vastgesteld en vervolgens worden de
verschillen gecodeerd en verzonden.
NetWare
Een netwerkbesturingssysteem dat is ontwikkeld door Novell,
Inc. Aanvankelijk maakte dit systeem gebruik van coöperatieve
multi-tasking om verschillende services op een pc te kunnen
uitvoeren en waren de netwerkprotocollen gebaseerd op de
klassieke Xerox XNS-stack. Tegenwoordig ondersteunt
NetWare zowel TCP/IP als IPX/SPX.
OPC
Organische fotogeleider (OPC) is een mechanisme dat een
virtuele afbeelding maakt om af te drukken met behulp van een
laserstraal uit een laserprinter. Het is meestal groen of grijs en
cilindervormig.
115
Indien een beeldeenheid een drum bevat, wordt het oppervlak
van de drum op den duur aangetast door het gebruik in de
printer. De drum moet dan ook regelmatig worden vervangen,
omdat deze slijt door het contact met de ontwikkelborstel van de
cassette, het reinigingsmechanisme en het papier.
Originelen
Het eerste exemplaar van bijvoorbeeld een document, foto of
tekst, dat wordt gekopieerd, gereproduceerd of omgezet om
volgende exemplaren te verkrijgen, maar dat zelf niet van iets
anders is gekopieerd of afgeleid.
OSI
OSI (Open Systems Interconnection) is een communicatiemodel
dat is ontwikkeld door de ISO (International Organization for
Standardization). OSI biedt een standaard modulaire
benadering van netwerkontwerp waarmee de vereiste set
complexe functies wordt opgesplitst in hanteerbare, op zichzelf
staande, functionele lagen. De lagen zijn van boven naar onder:
applicatie, presentatie, sessie, transport, netwerk,
gegevenskoppeling en fysiek.
Verklarende woordenlijst
116
PABX
Printerstuurprogramma
PABX (Private Automatic Branch Exchange) is een automatisch
telefoonschakelsysteem in een besloten onderneming.
Een programma dat wordt gebruikt om opdrachten te verzenden
en gegevens over te brengen van de computer naar de printer.
PCL
Afdrukmedia
Printeropdrachttaal (PCL) is een paginabeschrijvingstaal (PDL)
die ontwikkeld is door HP als printerprotocol en inmiddels is
uitgegroeid tot een norm in de branche. PCL werd aanvankelijk
ontwikkeld voor de eerste inkjetprinters en is in verschillende
versies verschenen voor thermische printers, matrix- en
laserprinters.
Het materiaal, zoals papier, enveloppen, etiketten en
transparanten, dat in een printer, scanner, fax of
kopieerapparaat kan worden gebruikt.
PPM
PDF
Pagina’s per minuut (PPM) is een methode voor het meten van
de snelheid van een printer en verwijst naar het aantal pagina’s
dat een printer in één minuut kan afdrukken.
PDF (Portable Document Format) is een door Adobe Systems
ontwikkelde bestandsindeling voor het weergeven van
tweedimensionale documenten in een apparaat- en
resolutieonafhankelijke indeling.
PRN-bestand
PostScript
PS (PostScript) is een paginabeschrijvings- en programmeertaal
die voornamelijk gebruikt wordt voor e-publishing en desktop
publishing. - die in een interpreter wordt uitgevoerd om een
afbeelding te produceren.
Een interface voor een apparaatstuurprogramma waarlangs
software kan communiceren met het apparaatstuurprogramma
via standaard invoer-/uitvoeraanroepen, waardoor veel taken
worden vereenvoudigd.
Verklarende woordenlijst
117
Protocol
Resolutie
Een conventie of standaard die de verbinding, communicatie en
het gegevensverkeer tussen twee computers inschakelt of
controleert.
De scherpte van een afbeelding, gemeten in dpi (punten per
inch). Hoe hoger de dpi, hoe hoger de resolutie.
PS
Zie PostScript.
PSTN
Openbaar telefoonnet (PSTN) is het netwerk van openbare
circuitgeschakelde telefoonnetwerken wereldwijd dat in een
bedrijfsomgeving doorgaans via een schakelbord wordt
gerouteerd.
RADIUS
RADIUS (Remote Authentication Dial In User Service) is een
protocol voor gebruikersidentificatie en accounting op afstand.
RADIUS laat toe om verificatiegegevens zoals gebruikersnamen
en wachtwoorden met behulp van een AAA-concept
(authentication, authorization en accounting) voor het beheer
van de netwerktoegang.
SMB
SMB (Server Message Block) is een netwerkprotocol dat
hoofdzakelijk wordt toegepast op gedeelde bestanden, printers,
seriële poorten en diverse verbindingen tussen de knooppunten
in een netwerk. Het biedt tevens een geverifieerd
communicatiemechanisme voor processen onderling.
SMTP
SMTP (Simple Mail Transfer Protocol) is de standaard voor emailverkeer over het internet. SMTP is een relatief eenvoudig op
tekst gebaseerd protocol waarbij één of meer ontvangers van
een bericht worden aangegeven, waarna de berichttekst wordt
verzonden. Het is een client-serverprotocol, waarbij de client een
e-mailbericht verzendt naar de server.
Verklarende woordenlijst
118
SSID
TIFF
SSID (Service Set Identifier) is een benaming van een draadloos
netwerk (WLAN). Alle draadloze apparaten in een draadloos
netwerk gebruiken dezelfde SSID om met elkaar te
communiceren. De SSID’s zijn hoofdlettergevoelig en kunnen tot
32 tekens lang zijn.
TIFF (Tagged Image File Format) is een bestandsindeling voor
bitmapafbeeldingen met een variabele resolutie. TIFF beschrijft
de afbeeldingsgegevens die doorgaans afkomstig zijn van de
scanner. TIFF-afbeeldingen maken gebruik van tags:
trefwoorden die de kenmerken definiëren van de in het bestand
opgenomen afbeelding. Deze flexibele en
platformonafhankelijke indeling kan worden gebruikt voor
illustraties die met diverse beeldverwerkingstoepassingen zijn
gemaakt.
Subnetmasker
Het subnetmasker wordt gebruikt in samenhang met het
netwerkadres om te bepalen welk deel van het adres het
netwerkadres is en welk deel het hostadres.
TCP/IP
TCP (Transmission Control Protocol) en IP (Internet Protocol):
de set communicatieprotocollen die de protocolstack
implementeren waarop het internet en de meeste commerciële
netwerken draaien.
TCR
Verzendrapport (TCR) geeft de details van elke verzending
weer, zoals de taakstatus, het verzendresultaat en het aantal
verzonden pagina’s. Er kan worden ingesteld dat dit rapport na
elke taak of alleen na een mislukte verzending wordt afgedrukt.
Tonercassette
Een soort fles of container die in apparaten zoals printers wordt
gebruikt en die toner bevat. Toner is een poeder dat in
laserprinters en kopieerapparaten wordt gebruikt voor het
vormen van tekst en afbeeldingen op afdrukpapier. Toner wordt
gefixeerd door een combinatie van hitte en druk vanuit de
fixeereenheid, waardoor het zich aan de vezels in het papier
gaat hechten.
Verklarende woordenlijst
119
TWAIN
USB
Een standaard voor scanners en software. Als een TWAINcompatibele scanner wordt gebruikt met een TWAIN-compatibel
programma, kan een scan worden gestart vanuit het
programma; dit een API voor het vastleggen van afbeeldingen
voor de besturingssystemen van Microsoft Windows en Apple
Macintosh.
USB (Universal Serial Bus) is een door het USB Implementers
Forum, Inc. ontwikkelde standaard om computers en
randapparatuur met elkaar te verbinden. In tegenstelling tot de
parallelle poort is USB ontworpen om een enkele computerUSB-poort tegelijkertijd met meerdere randapparaten te
verbinden.
UNC-pad
Watermerk
UNC (Uniform Naming Convention) is een standaardmanier om
gedeelde netwerkbronnen te benaderen in Windows NT en
andere Microsoft-producten. De notatie van een UNC-pad is:
\\<servernaam>\<naam_gedeelde_bron>\<aanvullende map>
Een watermerk is een herkenbare afbeelding of patroon dat
helderder oplicht wanneer het voor een lichtbron wordt
gehouden. Watermerken werden voor het eerst in 1282 in het
Italiaanse Bologna gebruikt door papiermakers om hun product
te merken. Ze werden ook toegepast in postzegels, papiergeld
en andere officiële documenten om fraude te voorkomen.
URL
URL (Uniform Resource Locator) is het internationale adres van
documenten en informatiebronnen op internet. Het eerste deel
van het adres geeft aan welk protocol moet worden gebruikt en
het tweede deel geeft het IP-adres of de domeinnaam aan waar
de informatiebron zich bevindt.
WEP
WEP (Wired Equivalent Privacy) is een beveiligingsprotocol dat
gespecificeerd wordt in IEEE 802.11 om eenzelfde
beveiligingsniveau als een bedraad LAN te garanderen. WEP
beveiligt gegevens door deze via radiogolven te coderen, zodat
ze veilig van het ene punt naar het andere kunnen worden
verzonden.
Verklarende woordenlijst
120
WIA
WPS
WIA (Windows Imaging Architecture) is een
beeldverwerkingsarchitectuur die oorspronkelijk werd gebruikt in
Windows Me en Windows XP. Een scan kan vanuit deze
besturingssystemen worden gestart door middel van een WIAcompatibele scanner.
WPS (Wi-Fi Protected Setup) is een standaard voor het tot stand
brengen van een draadloos thuisnetwerk. Als uw draadloze
toegangspunt WPS ondersteunt, kunt u de draadloze
netwerkverbinding gemakkelijk configureren zonder computer.
WPA
WPA (Wi-Fi Protected Access) is een klasse van systemen voor
de beveiliging van draadloze (Wi-Fi) computernetwerken die
ontwikkeld werd voor een betere beveiliging van WEP.
WPA-PSK
WPA-PSK (vooraf gedeelde WPA-sleutel) is een speciale WPAmodus voor kleine ondernemingen en thuisgebruikers. Een
gedeelde sleutel of een gedeeld wachtwoord wordt
geconfigureerd in het draadloze toegangspunt (WAP) en
draadloze laptop- of desktopapparaten. WPA-PSK genereert
een unieke sleutel voor elke sessie tussen een draadloze client
en de daarmee geassocieerde WAP voor een betere veiligheid.
XPS
XML-papierspecificatie (XPS) is een specificatie voor een
paginabeschrijvingstaal (PDL) en een nieuw uitwisselbaar
documentformaat dat door Microsoft is ontwikkeld. Dit
vectorgebaseerd apparaatonafhankelijk documentformaat is
gebaseerd op XML en op een nieuw afdrukpad.
Index
121
A
D
afdrukken
De
afdrukken naar een bestand
47
de standaardafdrukinstellingen wijzigen
45
dubbelzijdig afdrukken
Macintosh
Linux
44
E
afdrukken
58
algemene Linuxproblemen
98
besturingsbestand opnieuw installeren
voor een via een USBkabel verbonden
apparaat
10
een document afdrukken
Linux
58
56
Macintosh
55
installatie van het stuurprogramma voor
20
het verbonden netwerk
Linux
58
UNIX
61
printereigenschappen
59
Macintosh
55
SetIP gebruiken
15
meerdere pagina's afdrukken op één vel
papier
55
Macintosh
functies van het apparaat
28
G
afdrukresolutie instellen
Linux
58
31, 33, 34, 39
general settings
35
H
apparaat instellen
stuurprogramma van een met een
USBkabel verbonden apparaat installeren
8
functies
61
UNIX
algemene instellingen
F
unified driver configurator
M
Macintosh
afdrukken
apparaatstatus
30
help gebruiken
57
apparaatgegevens
30
het programma SetIP
14
76
55
besturingsbestand opnieuw installeren
voor een via een USBkabel verbonden
7
apparaat
B
L
benodigdheden
installatie van het stuurprogramma voor
het verbonden netwerk
18
LCDdisplay
SetIP gebruiken
geschatte gebruiksduur van
tonercassette
65
de status van het apparaat controleren
30
lettertypeinstellingen
44
15
stuurprogramma van een met een
USBkabel verbonden apparaat installeren
5
veelvoorkomende problemen onder
Index
Macintosh
122
97
Meerdere pagina's op één vel afdrukken
nup
Macintosh
T
PostScriptstuurprogramma
problemen oplossen
100
Printerstatus
55
algemene informatie
tonercassette
72, 74
printervoorkeursinstellingen
N
Linux
netwerk
algemene instelling
het programma SetIP
40
14, 15
IPv6configuratie
stuurprogrammainstallatie
Linux
Macintosh
UNIX
Windows
25
20
18
21
17
O
opslaan
problemen met de afdrukkwaliteit
88
problemen met papierinvoer
80
53
maken
52
verwijderen
53
UNIX
afdrukken
USBkabel
rapporten
apparaatgegevens
besturingsbestand opnieuw installeren 7,
10
30, 35
stuurprogrammainstallatie
speciale afdrukfuncties
102
42
stuurprogrammainstallatie
Unix
algemene informatie
plaatsing van het apparaat
aanpassing aan de hoogte
43
61
installatie van het stuurprogramma voor
21
het verbonden netwerk
21
SyncThru Web Service
P
64
U
R
service contact numbers
afdrukken
64
83
S
overlay afdrukken
instructies voor het hanteren van
cassettes
nietoriginele Samsung en bijgevulde
65
cassettes
problemen met betrekking tot netvoeding
82
introductie van netwerkprogrammas 12
65
59
problemen
afdrukproblemen
geschatte gebruiksduur
67
5, 8
V
verklarende woordenlijst
106
W
watermerk
bewerken
51
maken
51
Index
verwijderen
123
51
Windows
installatie van het stuurprogramma voor
het verbonden netwerk
17
SetIP gebruiken
14
veelvoorkomende problemen onder
Windows
96