HP Samsung ML-3750 Laser Printer series Handleiding

Categorie
Kopieerapparaten
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

ML-375x Series
Gebruikershandleiding
Basis
imagine the possibilities
Deze handleiding geeft informatie met betrekking tot de installatie, normaal gebruik en het
oplossen van problemen in Windows.
2
Inhoud

1. Inleiding
5 Belangrijkste voordelen
8 Functies per model
9 Nuttig om te weten
10 Informatie over deze gebruikershandleiding
11 Veiligheidsinformatie
17 Apparaatoverzicht
20 Overzicht van het bedieningspaneel
21 Het apparaat inschakelen
22 Lokaal installeren van het stuurprogramma
24 Het stuurprogramma opnieuw installeren

2. De basisfuncties leren kennen
26 Menuoverzicht
28 Tekens invoeren met behulp van het
numerieke toestenblok
29 Een testpagina afdrukken
30 De taal op het display wijzigen
31 Afdrukmateriaal en lade
44 Eenvoudige afdruktaken
3. Onderhoud
51 Verbruiksartikelen en toebehoren bestellen
52 Beschikbare verbruiksartikelen
53 Beschikbare accessoires
55 Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud
56 Toner herverdelen
58 De tonercassette vervangen
60 Een geheugenmodule upgraden
62 De gebruiksduur van de verbruiksartikelen
controleren
63 Instellen van de waarschuwing "Toner bijna
op"
64 Het apparaat reinigen
4. Problemen oplossen
68 Tips om papierstoringen te voorkomen
69 Papierstoringen verhelpen
76 Informatie over de status-LED
79 Informatie over displaymeldingen
Inhoud
3
5. Bijlage
86 Specificaties
96 Informatie over wettelijke voorschriften
104 Copyright
1. Inleiding
In dit hoofdstuk staat informatie die u nodig heeft om het apparaat te
gebruiken.
Belangrijkste voordelen 5
Functies per model 8
Nuttig om te weten 9
Informatie over deze gebruikershandleiding 10
Veiligheidsinformatie 11
Apparaatoverzicht 17
Overzicht van het bedieningspaneel 20
Het apparaat inschakelen 21
Lokaal installeren van het stuurprogramma 22
Het stuurprogramma opnieuw installeren 24
Belangrijkste voordelen
Milieuvriendelijk
Dit apparaat beschikt over een Eco-functie waarmee u toner en
papier kunt sparen.
U kunt meerdere pagina’s op één vel afdrukken om papier te
besparen (zie handleiding Geavanceerd).
Om papier te besparen kunt u op beide zijden van het papier
afdrukken (dubbelzijdig afdrukken) (zie handleiding
Geavanceerd).
Dit apparaat bespaart automatisch elektriciteit door het
stroomverbruik aanzienlijk te beperken wanneer het apparaat
niet wordt gebruikt.
Afdrukken met hoge snelheid en uitstekende
kwaliteit
U kunt afdrukken met een resolutie tot 1.200 x 1.200 dpi
effectieve uitvoer.
Snel on-demand afdrukken.
- Voor enkelzijdig afdrukken, 35 ppm (A4) of 37 ppm (Letter).
- Voor dubbelzijdig afdrukken, 17 ppm (A4) of 18 ppm (Letter).
Belangrijkste voordelen
Gemak
Samsung Easy Printer Manager en Samsung-printerstatus (of Smart Panel) zijn programma's die de status van het apparaat
controleren en u deze doorgeven, en waarmee u de instellingen van het apparaat kunt aanpassen (zie handleiding Geavanceerd).
Met AnyWeb Print kunt u van een scherm in Windows Internet Explorer een schermopname of afdrukvoorbeeld maken en afdrukken
op een veel eenvoudigere manier dan in het gebruikelijke programma (zie handleiding Geavanceerd).
Grote functionaliteit en brede ondersteuning van toepassingen.
Ondersteuning voor verschillende papierformaten (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 88).
Watermerken afdrukken: U kunt uw documenten voorzien van een watermerk zoals "Vertrouwelijk" (zie handleiding Geavanceerd).
Posters afdrukken: De tekst en afbeeldingen op elke pagina van uw document worden vergroot en afgedrukt over verschillende vellen
papier die u kunt samenvoegen tot een poster (zie handleiding Geavanceerd).
U kunt in verschillende besturingssystemen afdrukken (zie "Systeemvereisten" op pagina 91).
Het apparaat is uitgerust met een USB- en/of een netwerkinterface.
Belangrijkste voordelen
De capaciteit van uw apparaat uitbreiden
Dit apparaat heeft een extra geheugensleuf om het geheugen uit te breiden (zie "Beschikbare accessoires" op pagina 53).
Emulation, compatibel met PostScript 3 (PS3) maakt PS-afdrukken mogelijk.
Functies per model
Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land.
( : inclusief, : optioneel, leeg: niet beschikbaar)
functies ML-3750ND ML-3753ND
Hi-Speed USB 2.0-poort 1
Hi-Speed USB 2.0-poort 2
IEEE 1284 parallelstekker
Netwerkinterface Ethernet 10/100/1000 Base TX bedraad LAN
IPv6
Eco-afdrukken
Dubbelzijdig afdrukken
Samsung Easy Printer Manager
Geheugen
Lade 2 (520 vellen)
SyncThru™ Web Service
PCL-printerstuurprogramma
PS-printerstuurprogramma
XPS-printerstuurprogramma
Nuttig om te weten
Het apparaat drukt niet af.
Open de afdruklijst en verwijder het document uit de
lijst (zie "Een afdruktaak annuleren" op pagina 45).
Verwijder het stuurprogramma en installeer deze
opnieuw (zie "Lokaal installeren van het
stuurprogramma" op pagina 22).
Selecteer uw printer als de standaardprinter in
Windows.
Waar kan ik accessoires of verbruiksartikelen
kopen?
Vraag na bij een Samsung-distributeur of uw
detailhandelaar.
Kijk op www.samsung.com/supplies. Kies uw land of
regio voor productinformatie.
De status-LED knippert of blijft branden.
Schakel het apparaat uit en weer in.
Zoek de betekenis van de LED-indicatorlampjes in
deze handleiding en los het probleem op (zie
"Informatie over de status-LED" op pagina 76).
Er is papier vastgelopen.
Open de klep aan de voorzijde en sluit ze weer.
Zoek de instructies voor het verwijderen van
vastgelopen papier in deze handleiding en los het
probleem op (zie "Papierstoringen verhelpen" op
pagina 69).
De afdrukken zijn vaag.
Het toner is mogelijk op of ongelijk verdeeld. Schud de
tonercassette heen en weer.
Probeer een andere instelling voor de resolutie.
Vervang de tonercassette.
Waar kan ik het stuurprogramma van de printer
downloaden?
Kijk op www.samsung.com/printer voor de laaste
versie van het stuurprogramma van de printer en
installeer deze op uw systeem.
10
1. Inleiding
Informatie over deze gebruikershandleiding
Deze gebruikershandleiding bevat basisinformatie over het
apparaat en biedt tevens gedetailleerde informatie over de
verschillende procedures die doorlopen moeten worden bij het
gebruik van het apparaat.
Lees de veiligheidsinformatie voor u het apparaat in gebruik
neemt.
Raadpleeg het hoofdstuk over probleemoplossing als u
problemen ondervindt bij gebruik van het apparaat.
De termen die in deze gebruikershandleiding worden
gebruikt, worden uitgelegd in het hoofdstuk met de
woordenlijst.
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn
afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk
niet helemaal overeen met het door u gekochte apparaat.
De schermafbeeldingen in deze gebruikershandleiding
kunnen afwijken van de schermweergave van uw apparaat
afhankelijk van de firmware-/stuurprogrammaversie.
De procedures in deze gebruikershandleiding zijn
voornamelijk gebaseerd op Windows 7.

1
Afspraken
Sommige in deze gebruikershandleiding gebruikte termen zijn
verwisselbaar:
Document is synoniem met origineel.
Papier is synoniem met materiaal of afdrukmateriaal.
Apparaat verwijst naar printer of multifunctionele printer.

2
Algemene pictogrammen
Pictogram Tekst Omschrijving
Opgepa
st
Biedt gebruikers informatie om het
apparaat te beschermen tegen
mogelijke mechanische schade of
defecten.
Opmerki
ng
Biedt aanvullende informatie of
gedetailleerde uitleg over een functie of
voorziening van het apparaat.
11
1. Inleiding
Veiligheidsinformatie
Deze waarschuwingen en voorzorgen moeten eventuele
beschadigingen aan uw apparaat en verwondingen aan uzelf of
anderen voorkomen. Lees deze instructies aandachtig voor u
het apparaat in gebruik neemt. Bewaar dit document goed nadat
u het hebt gelezen.

3
Belangrijke veiligheidssymbolen
Verklaring van alle pictogrammen en symbolen in
dit hoofdstuk

4
Bedrijfsomgeving
Waarschuwing
Waarsch
uwing
Gevaren of onveilige praktijken die ernstig
letsel of de dood kunnen veroorzaken.
Opgepast
Gevaren of onveilige praktijken die een
klein letsel of eigendomsschade kunnen
veroorzaken.
NIET proberen.
Niet gebruiken als de stekker beschadigd is of als het
stopcontact niet geaard is.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Plaats niets op het apparaat (water, kleine metalen of
zware voorwerpen, kaarsen, brandende sigaretten,
enzovoort).
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Als het apparaat oververhit raakt, komt er rook uit,
maakt het vreemde geluiden of verspreidt het
vreemde geuren. Schakel onmiddellijk de
stroomschakelaar uit en koppel het apparaat los.
De gebruiker moet bij het stopcontact kunnen om in
geval van nood de stekker uit het stopcontact te
kunnen trekken.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Veiligheidsinformatie
12
1. Inleiding
Opgepast

5
Bedieningswijze
Opgepast
Buig het netsnoer niet en plaats er geen zware
voorwerpen op.
Het trappen op of beknellen van het netsnoer door
een zwaar voorwerp kan een elektrische schok of
brand veroorzaken.
Haal de stekker niet uit het stopcontact door aan het
netsnoer te trekken; trek de stekker er niet uit met
natte handen.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Haal de stekker uit het stopcontact tijdens onweer of
als u het apparaat niet gebruikt.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Opgelet, het papieruitvoergebied is heet.
U kunt brandwonden oplopen.
Als het apparaat is gevallen of als de behuizing
beschadigd lijkt, koppelt u het apparaat volledig los
en roept u de hulp in van een gekwalificeerd
technicus.
Zo niet kan dit een elektrische schok of brand
veroorzaken.
Probeer de stekker niet in het stopcontact te forceren
als hij er moeilijk ingaat.
U riskeert een elektrische schok. Neem contact op
met een elektricien om het stopcontact te vervangen.
Voorkom dat huisdieren op het netsnoer, de
telefoonkabel of de kabel naar de computer bijten.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken
en/of uw huisdier verwonden.
Als het apparaat niet goed werkt nadat u deze
instructies hebt uitgevoerd, koppelt u het apparaat
volledig los en roept u de hulp in van een
gekwalificeerd technicus.
Zo niet kan dit een elektrische schok of brand
veroorzaken.
Trek het papier niet uit de printer tijdens het
afdrukken.
Dit kan het apparaat beschadigen.
Veiligheidsinformatie
13
1. Inleiding

6
Installatie/verplaatsen
Waarschuwing
Houd uw hand niet tussen het apparaat en de
papierlade.
U kunt letsel oplopen.
Blokkeer de ventilatieopening niet of duw er geen
voorwerpen in.
Hierdoor kunnen onderdelen warm worden en kan er
brand ontstaan of kan het apparaat beschadigd
raken.
Wees voorzichtig wanneer u papier vervangt of
vastgelopen papier verwijdert.
Nieuw papier heeft scherpe randen die snijwonden
kunnen veroorzaken.
Bij het afdrukken van grote hoeveelheden kan de
onderzijde van het uitvoergebied heet worden. Houd
kinderen uit de buurt.
Zij kunnen brandwonden oplopen.
Gebruik geen tang of scherpe metalen voorwerpen
om vastgelopen papier te verwijderen.
Dit kan het apparaat beschadigen.
Vermijd het stapelen van te veel papier in de
papieruitvoerlade.
Dit kan het apparaat beschadigen.
Het apparaat wordt gevoed via het netsnoer.
Om de stroom uit te schakelen, trekt u het netsnoer uit
het stopcontact.
Plaats het apparaat niet in een stoffige of vochtige
ruimte of op een plek waar water lekt.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Veiligheidsinformatie
14
1. Inleiding
Opgepast
Schakel de stroom uit en maak alle kabels los
voordat u het apparaat verplaatst.
Til vervolgens het apparaat op deze wijze op:
Een apparaat dat minder dan 20 kg weegt, mag
door één persoon worden opgetild.
een apparaat dat 20 - 40 kg weegt, moet door twee
personen worden opgetild.
een apparaat dat meer dan 40 kg weegt, moet
door vier of meer personen worden opgetild.
Het apparaat zou kunnen vallen en verwondingen of
schade veroorzaken.
Plaats het apparaat niet op een onstabiel of schuin
oppervlak.
Het apparaat zou kunnen vallen en verwondingen of
schade veroorzaken.
Het apparaat moet aangesloten worden op een
spanningsbron met hetzelfde energieniveau als op
het label.
Als u niet zeker bent en het spanningsniveau wilt
controleren, neemt u contact op met de
elektriciteitsmaatschappij.
Gebruik alleen telefoondraad van Nr. 26 AWG
a
of,
indien nodig, een grotere telefoondraad.
Zo niet kan het apparaat beschadigd raken.
Dek het apparaat niet af en plaats het niet in een
slecht geventileerde ruimte, zoals een kast.
Als het apparaat niet voldoende wordt geventileerd,
kan er brand ontstaan.
Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact.
Zo niet kan dit een elektrische schok of brand
veroorzaken.
Sluit niet te veel apparaten op hetzelfde stopcontact
of verlengsnoer aan.
Dit kan de prestaties verminderen en een elektrische
schok of brand veroorzaken.
Gebruik voor een veilige bediening het netsnoer dat
met uw apparaat werd meegeleverd. Als u een snoer
gebruikt dat langer is dan 2 meter voor een apparaat
van 110 V, moet het snoer minstens 16 AWG dik zijn.
Zo niet kan het apparaat beschadigd raken en een
elektrische schok of brand veroorzaken.
a.AWG: American Wire Gauge
Veiligheidsinformatie
15
1. Inleiding

7
Onderhoud/controle
Opgepast
Trek het netsnoer van het apparaat uit het
stopcontact als u de binnenkant van het apparaat
wilt reinigen. Reinig uw apparaat niet met benzeen,
verdunningsmiddel of alcohol, en spuit geen water
in het apparaat.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Zorg ervoor dat het apparaat niet werkt als u
verbruiksartikelen in het apparaat vervangt of de
binnenkant schoonmaakt.
U kunt letsel oplopen.
Houd het netsnoer en het contactoppervlak van de
stekker stof- en watervrij.
Zo niet kan dit een elektrische schok of brand
veroorzaken.
Verwijder geen kleppen of beveiligingselementen
die vastgeschroefd zijn.
Fixeereenheden mogen alleen worden hersteld
door een gekwalificeerde servicemedewerker.
Reparatie door niet-gekwalificeerde technici kan
brand of elektrische schokken veroorzaken.
Dit apparaat mag alleen worden hersteld door een
medewerker van de technische dienst van
Samsung.
Houd reinigingsproducten uit de buurt van kinderen.
Kinderen kunnen letsel oplopen.
U mag het apparaat niet zelf demonteren, herstellen
of weer in elkaar steken.
Dit kan het apparaat beschadigen. Neem contact op
met een professioneel technicus als het apparaat
gerepareerd moet worden.
Volg de richtlijnen uit de gebruikershandleiding die
met het apparaat werd meegeleverd om het
apparaat te reinigen en te bedienen.
Zo niet, dan kunt u het apparaat beschadigen.
Veiligheidsinformatie
16
1. Inleiding

8
Gebruik van verbruiksartikelen
Opgepast
Haal de tonercassette niet uit elkaar.
Tonerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of
opname.
Verbrand geen verbruiksartikelen zoals een
tonercassette of fixeereenheid.
Dit kan een explosie of onbeheersbare brand
veroorzaken.
Zorg ervoor dat er geen tonerstof op uw lichaam of
kledij terechtkomt bij het vervangen van de
tonercassette of het verwijderen van vastgelopen
papier.
Tonerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of
opname.
Houd kinderen uit de buurt van de plaats waar u
verbruiksartikelen (bijvoorbeeld tonercassettes)
bewaart.
Tonerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of
opname.
Het gebruik van gerecycleerde verbruiksartikelen,
zoals toner, kan het apparaat beschadigen.
Bij schade als gevolg van het gebruik van
gerecyclede verbruiksartikelen zullen
reparatiekosten in rekening worden gebracht.
Als er tonerstof op uw kleding terechtkomt, moet u
geen warm water gebruiken.
Door warm water hecht de toner zich aan de stof.
Gebruik altijd koud water.
17
1. Inleiding
Apparaatoverzicht

9
Toebehoren
Netsnoer Beknopte installatiehandleiding
Software-cd
a
a.De software-cd bevat het stuurprogramma van de printer en programma´s.
Div. accessoires
b
b.Diverse, bij uw printer geleverde accessoires kunnen verschillen per land van aankoop en specifiek model.
Apparaatoverzicht
18
1. Inleiding

10
Voorkant
1
Uitvoerlade
4
Voorklep
7
Lade 1
10
Papierbreedtegeleiders op de
multifunctionele lade
2
Bedieningspaneel
5
Indicator
papierniveau
8
Multifunctionele lade
11
Papieruitvoersteun
3
Klep moederbord
6
Lade 2
9
Extensie voor
multifunctionele lade
1
8
7
6
3
4
5
2
9
10
11
Apparaatoverzicht
19
1. Inleiding

11
Achterkant
Deze afbeelding kan afhankelijk van het model afwijken van uw apparaat.
Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land.
1 Netwerkpoort 4 IEEE 1284 stroomaansluiting met parallelstekker 7 Duplex-eenheid
2 USB-poort 1 5 Stroomschakelaar 8 Achterklep
3
USB-poort 2
a
(alleen ML-3753ND)
a.Dankzij de twee USB-poorten kunt u een printer op twee verschillende computers aansluiten. Hiervoor moet u op beide computers
printerstuurprogramma's installeren. Verbind nooit één computer dubbel, via de twee USB-poorten, met de printer. Dit kan ernstige schade veroorzaken
aan de printer en computer.
6
Aansluiting netsnoer
9
Achterklep lade
7
6
1
3
2
4
5
8
9
20
1. Inleiding
Overzicht van het bedieningspaneel
1
Weergave
Toont de huidige status en geeft
meldingen weer tijdens het gebruik.
2
(Menu)
Hiermee opent u de menumodus en
bladert u door de beschikbare
menu’s.
1
2
3
4
8
7
6
5
9
10
3
OK
Hiermee bevestigt u het op het
display geselecteerde item.
4
(Achterkant)
Hiermee keert u terug naar het
bovenliggende menu.
5
Numeriek
toetsenblok
U kunt cijfers en tekens invoeren met
behulp van het toetsenblok. Dit is
handig wanneer u IP-adressen moet
invoeren. (zie "Tekens invoeren met
behulp van het numerieke
toestenblok" op pagina 28).
6
(Annuleren)
Hiermee kunt u op elk moment een
taak onderbreken.
7
(aan/uit)
Met deze knop kunt u de stroom in-
en uitschakelen.
8
(Status-
LED)
Toont de status van uw printer (zie
"Status LED" op pagina 77).
9
Eco
Gaat naar de eco-modus voor het
besparen van toner en papier (zie
"Eco-opties" op pagina 49).
10
Pijltoetsen
Door beschikbare waarden bladeren
door naar vorige of volgende opties te
gaan.
21
1. Inleiding
Het apparaat inschakelen
1
Sluit de printer eerst op de netvoeding aan.
Zet de aan/uit-schakelaar aan.
2
Druk op de knop (aan/uit) en laat deze los.
22
1. Inleiding
Lokaal installeren van het stuurprogramma
Een lokale printer is een printer die via een kabel rechtstreeks op
uw computer is aangesloten. Als uw apparaat met een netwerk
is verbonden, slaat u de onderstaande stappen over en gaat u
naar het deel over de installatie van het stuurprogramma voor
een apparaat dat met een netwerk is verbonden (zie handleiding
Geavanceerd).
Zie de handleiding Geavanceerd als u een Macintosh,
Linux of Unix OS-gebruiker bent.
Het installatievenster in deze gebruikershandleiding
kan verschillen afhankelijk van het apparaat en de
gebruikte interface.
Door Aangepaste installatie te selecteren kunt u
kiezen welke programma's u wilt installeren.
Gebruik alleen een USB-kabel die korter is dan 3
meter.

12
Windows
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
Als tijdens de installatie het venster "Wizard Nieuwe
hardware gevonden" verschijnt, klikt u op Annuleren
om het venster te sluiten.
2
Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
De cd-rom start automatisch op en er verschijnt een
installatievenster.
Lokaal installeren van het stuurprogramma
23
1. Inleiding
3
Selecteer Nu installeren.
4
Lees de Gebruiksrechtovereenkomst en schakel het
selectievakje Ik aanvaard de bepalingen van de
gebruiksrechtovereenkomst in. Klik daarna op
Volgende.
5
Volg de instructies in het installatievenster.
24
1. Inleiding
Het stuurprogramma opnieuw installeren
Als het printerstuurprogramma niet naar behoren werkt, volg dan
de onderstaande stappen om het stuurprogramma opnieuw te
installeren.

13
Windows
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
Selecteer in het menu Start achtereenvolgens
Programma’s of Alle programma’s > Samsung Printers
> naam van uw printerstuurprogramma >
Deïnstalleren.
3
Volg de instructies in het installatievenster.
4
Plaats de software-cd in uw cd-rom-station in installeer het
stuurprogramma opnieuw (zie "Lokaal installeren van het
stuurprogramma" op pagina 22).
2. De basisfuncties leren
kennen
Nadat de installatie is voltooid, kunt u de standaardinstellingen van het
apparaat opgeven. Raadpleeg het volgende hoofdstuk om waarden in
te stellen of te wijzigen. Dit hoofdstuk levert informatie over de
algemene menustructuur en de opties voor de basisinstellingen.
Menuoverzicht 26
Tekens invoeren met behulp van het numerieke
toestenblok 28
Een testpagina afdrukken 29
De taal op het display wijzigen 30
Afdrukmateriaal en lade 31
Eenvoudige afdruktaken 44
26
2. De basisfuncties leren
kennen
Menuoverzicht
Het bedieningspaneel biedt toegang tot verschillende menu’s
voor de instelling van het apparaat en het gebruik van de functies
van het apparaat.
Druk op de knop (Menu) om toegang te krijgen tot
deze menu's. Druk op de pijl-links/rechts tot het
gewenste menuonderdeel verschijnt en druk op OK.
Naast het gekozen menu verschijnt een sterretje (*).
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige
menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit
het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw
apparaat.
Afhankelijk van het model kunnen sommige menu-
onderdelen op uw apparaat een andere naam hebben.
Items Opties
Informatie
Menuoverzicht
Configuratie
Info verb.art.
Demopagina
PCL-lettertype
PS-lettertype
EPSON-lettert.
Gebruiksteller
Account
Lay-out
Afdrukstand
Algemene marge
MP-lade
Lade X
Emulatiemarge
Duplex
Papier
Exemplaren
MF-lade/ [Lade <x>]
Papierinvoer
Ladekoppeling
Menuoverzicht
27
2. De basisfuncties leren
kennen
Grafisch
Resolutie
Tkst dnk. mk.
Systeeminst.
Taal
Energ.spaarst.
Ontw.gebeurt.
Aut. doorgaan
Verv. papier
Verk. pap.frm.
Luchtdrukcorr.
Auto CR
Time-out taak
Onderhoud
Tonerbesparing
Eco-inst.
Instel. wissen
Emulatie
Type emulatie
Instellingen
Items Opties
Netwerk
TCP/IP (IPv4)
TCP/IP (IPv6)
Ethernet-snel.
802.1x
Instel. wissen
Netwerkconf.
Net. activeren
Http activeren
Aangepast
a
Taakbeheer
Actieve taak
Opgesl. taak
Best.beleid
a.U kunt de toepassingsprogramma´s starten. U moet het
toepassingsprogramma registreren via SyncThru™ Web Service voordat
u het programma start.
Items Opties
28
2. De basisfuncties leren
kennen
Tekens invoeren met behulp van het numerieke toestenblok
U zult voor verschillende taken namen en nummers moeten
invoeren.
1
Als u wordt gevraagd een letter in te voeren, zoekt u de
cijfertoets met de letter van uw keuze erop. Druk een
aantal keren op deze toets tot de gewenste letter op het
display verschijnt.
Wilt u bijvoorbeeld de letter O invoeren, druk dan op
cijfertoets 6 met opschrift MNO. Iedere keer dat u op
cijfertoets 6 drukt, verschijnt er een andere letter op het
display, M, N, O, m, n, o en ten slotte 6.
2
Wilt u extra letters invoeren, herhaal dan stap 1.
Als de volgende letter op dezelfde toets staat, beweeg dan
de cursor door op de pijl-links/rechts te drukken en druk
vervolgens op de toets met het opschrift van uw keuze. De
cursor beweegt naar rechts en de volgende letter
verschijnt op het display. U kunt een spatie invoeren door
op de pijl-toets te drukken.
3
Als u klaar bent met het invoeren van letters drukt u op OK.
Als u tijdens het invoeren van een nummer of naam een
fout maakt, drukt u op de pijl-links/rechts om het laatste
cijfer of de laatste letter te wissen.
29
2. De basisfuncties leren
kennen
Een testpagina afdrukken
Om te controleren of het apparaat juist werkt, kunt u een
testpagina afdrukken.
1
Druk op de knop (Menu) op het bedieningspaneel.
2
Druk op Informatie > OK > Demopagina > OK.
3
Druk op Afdrukken? > Ja > OK.
Er wordt een testpagina afgedrukt.
30
2. De basisfuncties leren
kennen
De taal op het display wijzigen
Volg onderstaande stappen om de taal op het bedieningspaneel
te wijzigen:
1
Druk op de knop (Menu) op het bedieningspaneel.
2
Druk op Systeeminst. > OK > Taal > OK.
3
Druk op de toets OK om de gewenste taal te selecteren.
31
2. De basisfuncties leren
kennen
Afdrukmateriaal en lade
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u afdrukmedia in uw
apparaat plaatst.
Wanneer u afdrukmateriaal gebruikt dat niet voldoet
aan deze specificaties, kan dit problemen veroorzaken
waarvoor reparatie vereist is. Zulke reparaties worden
niet gedekt door de garantie of serviceovereenkomst
van Samsung.
Zorg ervoor dat u geen fotopapier voor inkjetprinters
gebruikt. Dit kan uw apparaat beschadigen.
Gebruik van ontvlambaar afdrukmateriaal kan brand
veroorzaken.
Gebruik aangegeven afdrukmateriaal (zie
"Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 88).
Het gebruik van ontvlambaar materiaal of het
achterblijven van vreemde materialen in de printen kan
oververhitting veroorzaken en in zeldzame gevallen
brand.

1
Lade overzicht
Om het formaat te wijzigen, moet u de papiergeleiders
aanpassen.
De duplexeenheid is standaard ingesteld op het papierformaat
Letter/LGL of A4, afhankelijk van het land waar u de printer hebt
gekocht. Stel de papiergeleider als volgt in om het papierformaat
te wijzigen.
1 Geleider voor lade-
uitbreiding
2 Papierlengtegeleide
r
3 Papierbreedtegelei
der
2
3
1
Afdrukmateriaal en lade
32
2. De basisfuncties leren
kennen
Als u de geleiders niet aanpast, kan dit tot gevolg hebben
dat de afdruk scheef of op de verkeerde plaats afgedrukt
wordt, of dat het papier vastloopt.
De papierniveau-indicator geeft aan hoeveel papier er in
de lade ligt.
1 Vol
2 Leeg
A4
1
2
Afdrukmateriaal en lade
33
2. De basisfuncties leren
kennen

2
Plaats papier in de lade/optionele lade
1
Trek de lade uit.
2
Buig de papierstapel om of waaier het papier uit om de
pagina’s van elkaar te scheiden voordat u het papier in de
lade plaatst.
3
Leg het papier met de zijde die u wilt bedrukken naar
onder.
4
Verschuif de lengtegeleider tot deze lichtjes de stapel
papier raakt.
5
Houd de breedtegeleider ingedrukt en schuif deze zonder
deze te buigen tegen de stapel papier.
Afdrukmateriaal en lade
34
2. De basisfuncties leren
kennen
Druk de papierbreedtegeleider niet te hard tegen de
rand van het papier, aangezien het papier hierdoor kan
buigen.
Als u de breedtegeleider niet aanpast, kan het papier
vastlopen.
Gebruik geen papier waarvan de voorste rand
opgekruld is. Hierdoor kan het papier vastlopen of
kreukelen.
6
Plaats de lade terug in het apparaat.
7
Stel de papiersoort en het -formaat in voor lade 1 (zie
"Papierformaat en -type instellen" op pagina 42).
De instellingen die via het apparaatstuurprogramma zijn
opgegeven krijgen voorrang op de instellingen die via het
bedieningspaneel werden opgegeven.
a Als u afdrukt vanuit een toepassing, opent u de
toepassing en het afdrukmenu.
b Open Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie
"Voorkeursinstellingen openen" op pagina 46).
c Klik op het tabblad Papier in Voorkeursinstellingen
voor afdrukken en selecteer een passend papiertype.

3
Papier vullen multifunctionele lade
De multifunctionele lade kan speciale types en formaten van
afdrukmedia bevatten, zoals postkaarten, notitiekaarten en
enveloppen.
Tips voor het gebruik van de multifunctionele lade
Voeg geen papier toe als er nog papier in de
multifunctionele lade ligt. Dit kan papierstoringen
veroorzaken.
Afdrukmedia moeten met de voorzijde naar boven en
de bovenkant eerst in het midden van de
multifunctionele lade worden geplaatst.
Afdrukmateriaal en lade
35
2. De basisfuncties leren
kennen
Let voor optimale adrukkwaliteit en ter voorkoming van
vastlopend papier (zie "Specificaties van de
afdrukmedia" op pagina 88) op de volgende
aanwijzingen.
Maak gekrulde briefkaarten, enveloppen en etiketten
eerst vlak voor u ze in de multifunctionele lade plaatst.
Volg bij het afdrukken op speciaal afdrukmedia de
richtlijnen voor het plaatsen van afdrukmateriaal (zie
"Afdrukken op speciale afdrukmedia" op pagina 36).
Als vellen overlappen bij het afdrukken via de
multifunctionele lade, opent u lade 1, verwijdert u de
overlappende vellen en probeert u opnieuw af te
drukken.
Als het papier niet goed wordt doorgevoerd bij het
afdrukken, duwt u het papier met de hand tot het
automatisch wordt doorgevoerd.
1
Open de multifunctionele lade en trek het verlengstuk van
de multifunctionele lade uit zoals afgebeeld.
2
Pas de multifunctionele lade met de papiergeleiders aan
op de breedte van het papier.
1
2
Afdrukmateriaal en lade
36
2. De basisfuncties leren
kennen
3
Buig de papierstapel of waaier het papier uit om de
pagina’s van elkaar te scheiden voordat u het papier in de
lade plaatst.
4
Plaats het papier in de lade. Druk de
papierbreedtegeleiders van de multifunctionele lade in en
stel ze in op de breedte van het papier.
5
Stel de papiersoort en het -formaat in op het
bedieningspaneel (zie "Papierformaat en -type instellen"
op pagina 42).
De instellingen die via het stuurprogramma zijn
opgegeven krijgen voorrang op de instellingen via het
bedieningspaneel.
a Als u afdrukt vanuit een toepassing, opent u de
toepassing en het afdrukmenu.
b Open Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie
"Voorkeursinstellingen openen" op pagina 46).
c Klik op het tabblad Papier in Voorkeursinstellingen
voor afdrukken en selecteer het juiste papiertype.
Als u bijvoorbeeld op een etiket wilt afdrukken, stelt u
het papiertype in op Etiketten.
d Selecteer Multifunctionele lade bij papierbron en
druk vervolgens op OK.
e Start het afdrukken vanuit de toepassing.

4
Afdrukken op speciale afdrukmedia
De onderstaande tabel toont de te gebruiken speciale
afdrukmedia in elke lade.
De mediatypes worden getoond in de Voorkeursinstellingen
voor afdrukken. Kies het correcte mediatype voor de beste
afdrukkwaliteit.
Afdrukmateriaal en lade
37
2. De basisfuncties leren
kennen
Voor het gebruik van speciale afdrukmedia raden wij u
aan om telkens een vel per keer in te voeren (zie
"Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 88).
Afdrukken op speciale media (voorzijde naar
boven)
Als de speciale media kreuken, vouwen of dikke zwarte
lijnen vertonen, opent u de achterklep, duwt u de
hendel naar beneden en probeert u opnieuw af te
drukken. Houd de achterklep tijdens het afdrukken
geopend.
Zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 88 voor
papiergewicht per vel.
( : beschikbaar. Leeg: niet beschikbaar)
Types Lade 1
Optionele
lade
Multifunctionele
lade
Normaal
papier
●●
Dik papier ●●
Dikker
Dun papier ●●
Bankpost ●●
Gekleurd
papier
Kartonpapier ●●
Etiketten
Transparanten
Envelop
Voorbedrukt
Katoen
Kringlooppapi
er
●●
Archiefpapier ●●
Afdrukmateriaal en lade
38
2. De basisfuncties leren
kennen
Enveloppen
Of enveloppen goed worden bedrukt, is afhankelijk van de
kwaliteit.
Plaats een envelop op de volgende manier om deze te
bedrukken.
Als de afgedrukte enveloppen kreuken, vouwen of dikke zwarte
lijnen vertonen, opent u de achterklep, verschuift u de achterste
geleider aan de rechterkant ongeveer 90° graden en probeert u
opnieuw af te drukken. Houd de achterklep tijdens het afdrukken
geopend.
Houd bij de keuze van enveloppen rekening met de volgende
factoren:
- Gewicht: niet zwaarder dan 90 g/m
2
, anders kunnen de
enveloppen vastlopen.
- Samenstelling: plat liggend met minder dan 6 mm
opkrullende rand, zonder lucht.
- Toestand: geen gekrulde, verkreukelde of beschadigde
enveloppen.
- Temperatuur: dienen tegen de warmte en druk van het
apparaat in werking te kunnen.
Gebruik alleen goed gevormde enveloppen met scherpe
vouwen.
Gebruik geen afgestempelde enveloppen.
1 Hendel
1
Afdrukmateriaal en lade
39
2. De basisfuncties leren
kennen
Gebruik geen enveloppen met sluithaakjes, knipsluitingen,
vensters, gecoate binnenbekleding, zelfklevende sluitingen
of andere synthetische materialen.
Gebruik geen beschadigde enveloppen of enveloppen van
slechte kwaliteit.
Controleer of de naad aan beide uiteinden van de envelop
helemaal doorloopt tot in de hoek.
1 Aanvaardbaar
2 Onaanvaardbaar
Enveloppen met een verwijderbare strip of met meer dan één
zelfklevende vouwbare klep moeten van een kleefmiddel zijn
voorzien dat gedurende 0,1 seconde bestand is tegen de
fixeertemperatuur van het apparaat (ongeveer 170 C). De
extra kleppen en strips kunnen kreuken, scheuren en
papierstoringen veroorzaken, en kunnen zelfs de
fixeereenheid beschadigen.
Voor de beste afdrukkwaliteit plaatst u de marges best niet
dichter dan 15 mm van de rand van de envelop.
Druk niet af op de plaats waar de naden van de envelop
samenkomen.
Transparanten
Om beschadigingen aan het apparaat te voorkomen mag u
uitsluitend transparanten gebruiken die speciaal zijn ontworpen
voor laserprinters.
Bestand tegen de fixeertemperatuur in het apparaat.
Plaats transparanten op een vlak oppervlak nadat u ze uit het
apparaat hebt gehaald.
Laat transparanten niet te lang in de papierlade liggen. Er kan
zich dan stof en vuil op afzetten, wat leidt tot vlekken bij het
afdrukken.
Let op dat u geen vingerafdrukken op de transparanten
maakt. Dit veroorzaakt vlekken tijdens het afdrukken.
Bescherm transparanten na het afdrukken tegen langdurige
blootstelling aan zonlicht om te voorkomen dat ze gaan
vervagen.
1
2
Afdrukmateriaal en lade
40
2. De basisfuncties leren
kennen
Zorg dat de transparanten niet kreukelen, krullen of
gescheurde hoeken hebben.
Gebruik geen transparanten die loskomen van de
achterzijde.
Om te vermijden dat afgedrukte transparanten aan elkaar
gaan kleven, mag u ze tijdens het afdrukken niet laten
opstapelen in de uitvoerlade.
Etiketten
Om beschadigingen aan het apparaat te voorkomen, gebruikt u
uitsluitend etiketten die speciaal zijn ontworpen voor
laserprinters.
Bij de keuze van etiketten dient u rekening te houden met de
volgende factoren:
- Kleefstoffen: Bestand tegen de fixeertemperatuur van
het apparaat. Controleer de specificaties van uw apparaat
voor informatie over de fixeertemperatuur (ongeveer
170 °C).
- Schikking: gebruik uitsluitend etiketvellen waarvan het
rugvel tussen de etiketten niet blootligt. Bij etiketvellen
met ruimte tussen de etiketten kunnen de etiketten
loskomen van het rugvel. Dit kan ernstige papierstoringen
tot gevolg hebben.
Afdrukmateriaal en lade
41
2. De basisfuncties leren
kennen
- Krullen: Moet plat liggen en in geen enkele richting meer
dan 13 mm omkrullen.
- Toestand: gebruik geen etiketten die gekreukt zijn,
blaasjes vertonen of loskomen van het rugvel.
Let op dat er tussen de etiketten geen zelfklevend materiaal
blootligt. Blootliggende delen kunnen ervoor zorgen dat
etiketten tijdens het afdrukken loskomen, waardoor het
papier kan vastlopen. Ook kunnen hierdoor onderdelen van
het apparaat beschadigd raken.
Plaats geen gebruikte etiketvellen in het apparaat. De
klevende achterzijde mag slechts een keer door het apparaat
worden gevoerd.
Gebruik geen etiketten die loskomen van het rugvel, blaasjes
vertonen, gekreukt of anderszins beschadigd zijn.
Kartonpapier/papier van een aangepast formaat
Stel de marges in de softwaretoepassing in op ten minste
6,4 mm van de zijkanten van het afdrukmedia.
Afdrukmateriaal en lade
42
2. De basisfuncties leren
kennen
Voorbedrukt papier
Bij het plaatsen van voorbedrukt papier moet de bedrukte zijde
bovenaan liggen en mag de voorzijde niet gekruld zijn. Bij
invoerproblemen draait u het papier om. Er zijn geen garanties
wat de afdrukkwaliteit betreft.
Briefhoofden moeten afgedrukt worden met hittebestendige
inkt die niet smelt, verdampt of schadelijke gassen uitstoot als
ze gedurende 0,1 seconde worden blootgesteld aan de
fixeertemperatuur (ongeveer 170 °C) van het apparaat.
De inkt op het briefhoofd mag niet ontvlambaar zijn en mag
de printerrollen niet beschadigen.
Voor u voorbedrukt papier in de lade plaatst, controleert u of
de inkt op het papier droog is. Natte inkt kan tijdens het
fixeerproces loskomen van het voorbedrukt papier, waardoor
de afdrukkwaliteit afneemt.

5
Papierformaat en -type instellen
Nadat u het papier in de lade hebt geplaatst moet u het
papierformaat en -type instellen met behulp van de knoppen op
het bedieningspaneel.
De instellingen die via het stuurprogramma zijn
opgegeven krijgen voorrang op de instellingen via het
bedieningspaneel.
Deze functie is niet van toepassing op modellen zonder
displayscherm op het bedieningspaneel.
1
Druk op de knop (Menu) op het bedieningspaneel.
2
Druk op Papier > OK > Kies de gewenste lade > OK.
3
Druk op Papierformaat > OK > Kies de gewenste optie >
OK.
4
Druk op Type papier > OK > Kies de gewenste optie >
OK.
5
Druk op (Annuleren) om terug te keren naar stand-
bymodus.
Afdrukmateriaal en lade
43
2. De basisfuncties leren
kennen
Als u een speciaal papierformaat wilt gebruiken, zoals
factuurpapier, selecteert u Aangepast op het tabblad
Papier in Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie
"Voorkeursinstellingen openen" op pagina 46).
44
2. De basisfuncties leren
kennen
Eenvoudige afdruktaken

6
Tijdens het afdrukken
Zie de handleiding Geavanceerd als u een Macintosh,
Linux of Unix OS-gebruiker bent.
Het volgende venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken
is voor Notepad in Windows 7.
1
Open het document dat u wilt afdrukken.
2
Selecteer Afdrukken in het menu Bestand.
3
Selecteer uw printer in de lijst Printer selecteren.
4
De basisafdrukinstellingen, inclusief het aantal kopieën en
het afdrukbereik, worden geselecteerd in het venster
Afdrukken.
Klik op Eigenschappen of Voorkeuren in het venster
Afdrukken om gebruik te maken van de geavanceerde
afdrukopties. (zie "Voorkeursinstellingen openen" op
pagina 46).
5
Klik in het venster Afdrukken op OK of Afdrukken om de
afdruktaak te starten.
Eenvoudige afdruktaken
45
2. De basisfuncties leren
kennen

7
Een afdruktaak annuleren
Een afdruktaak die in een afdrukrij of afdrukspooler wacht om
afgedrukt te worden, annuleert u op de volgende manier:
U kunt toegang krijgen tot dit venster door te dubbelklikken op
het pictogram van het apparaat ( ) in de taakbalk van
Windows.
U kunt de huidige taak ook annuleren door te drukken op
(Annuleren) op het bedieningspaneel.
Eenvoudige afdruktaken
46
2. De basisfuncties leren
kennen

8
Voorkeursinstellingen openen
Het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken
in deze gebruikshandleiding verschilt mogelijk van het
venster dat u ziet omdat dit afhankelijk is van de
gebruikte printer.
Als u een optie selecteert in Voorkeursinstellingen
voor afdrukken verschijnt er mogelijk een
waarschuwingsteken, of . Een uitroepteken ( )
wil zeggen dat u deze optie wel kunt selecteren maar
dat dit niet wordt aanbevolen. Het teken wil zeggen
dat u deze optie niet kunt selecteren vanwege de
instellingen of omgeving van het apparaat.
1
Open het document dat u wilt afdrukken.
2
Kies Afdrukken in het menu Bestand.
3
Selecteer uw printer in de lijst Printer selecteren.
4
Klik op Eigenschappen of op Voorkeuren.
U kunt de huidige status van het apparaat controleren
met de knop printerstatus (zie handleiding
Geavanceerd).
Voorkeursinstellingen gebruiken
Met de optie Vooraf ingest. die op elk tabblad maar niet op het
tabblad Samsung verschijnt kunt u de huidige
voorkeurinstellingen opslaan voor toekomstig gebruik.
Volg deze stappen om een Vooraf ingest.-item op te slaan.
Eenvoudige afdruktaken
47
2. De basisfuncties leren
kennen
1
Stel op elk tabblad de gewenste instellingen in.
2
Typ in het invoervak Vooraf ingest. een naam voor deze
instellingen.
3
Klik op (Toevoegen). Als u instellingen opslaat onder
Vooraf ingest. worden alle huidige stuurprogramma-
instellingen opgeslagen.
Selecteer meer opties en klik op (Wijzigen). De
instellingen worden toegevoegd aan de voorinstellingen
die u hebt opgegeven. Om de bewaarde instelling te
gebruiken kiest u deze in de vervolgkeuzelijst Vooraf
ingest.. Het apparaat is nu ingesteld om afdrukken te
maken met de geselecteerde instellingen. U kunt de
opgeslagen instellingen verwijderen door deze te
selecteren in de vervolgkeuzelijst Vooraf ingest. en te
klikken op (Wissen).
U kunt de standaardinstellingen van het
printerstuurprogramma ook herstellen door Vooraf
ingest. stand. te selecteren in de vervolgkeuzelijst
Vooraf ingest.

9
Help gebruiken
Klik op de optie waarover u meer wilt weten op het venster
Voorkeursinstellingen voor afdrukken en druk op F1 op uw
toetsenbord.
Eenvoudige afdruktaken
48
2. De basisfuncties leren
kennen

10
Eco-afdruk
Met de functie Eco spaart u toner en papier uit. De functie Eco
spaart natuurlijke hulpbronnen en helpt u milieuvriendelijke
afdrukken te maken.
Als u op het bedieningspaneel op de knop Eco drukt, staat deze
modus aan. De standaardinstelling in de eco-modus is
dubbelzijdig afdrukken (lange zijde), 2 op 1 veel, blanco pagina´s
overslaan en tonerbesparing.
Instellen van eco-modus op het
bedieningspaneel.
1
Druk op de knop (Menu) op het bedieningspaneel.
2
Druk op Systeeminst. > OK > Eco-inst. > OK.
3
Druk op de toetsen OK om de gewenste modus te
selecteren.
Standaardmodus: In deze modus is de eco-modus
uitgeschakeld. (Dubbelzijdig (lange zijde)/
tonerbesparing/2 op 1 vel/blanco pagina´s overslaan)
- Uit: Zet de eco-modus uit.
- Aan: Zet de eco-modus aan.
Als u de eco-modus instelt met een wachtwoord via de
SyncThru™ Web Service (tabblad Settings > Machine
Settings > System > Eco > Settings), de melding
Geforc. verschijnt. U moet het wachtwoord invoeren om
de eco-modus te wijzigen.
Sjabloon wijzigen.: Kies het eco-sjabloon.
- Stand.-Eco: De standaardinstelling in de eco-
modus is dubbelzijdig afdrukken, 2 op 1 veel, blanco
pagina´s overslaan en tonerbesparing.
- Aang Eco: Volg de instellingen van de Syncthru™
Web Service. Voordat u dit onderdeel selecteert,
moet u de eco-functie instellen de SyncThru™ Web
Service> tabblad Settings > Machine Settings >
System > Eco > Settings.
Eco-modus in het stuurprogramma instellen
Open het tabblad Eco om de eco-modus in te stellen. Als u de
eco-afbeelding ziet ( ), betekent dit dat de eco-modus
momenteel is ingeschakeld.
Eenvoudige afdruktaken
49
2. De basisfuncties leren
kennen
Eco-opties
Standaardinstelling printer: Volg de instellingen op het
bedieningspaneel van de printer.
Geen: Schakelt eco-modus uit.
Eco-afdruk: Schakelt eco-modus in. Activeert de
verschillende te gebruiken eco-onderdelen.
Wachtwoord: Als de beheerder heeft vastgesteld de eco-
modus te gebruiken, moet u een wachtwoord invoeren om de
status te wijzigen.
Resultaatsimulator
De Resultaatsimulator toont de resultaten van verlaagde
kooldioxide-emissies, elektriciteitsverbruik en de hoeveelheid
uitgespaard papier, naargelang de door u gekozen instellingen.
De resultaten worden berekend op basis van een totaal
aantal van honderd pagina´s zonder blanco pagina, als de
eco-modus is uitgeschakeld.
Zie voor de berekeningscoëfficient met betrekking tot CO2,
energie en papier het IEA, het kengetal van het Japanse
ministerie van Binnenlandse Zaken en Communicatie, en
www.remanufacturing.org.uk. Elk model gebruikt een ander
kengetal.
Het elektriciteitsverbruik in afdrukmodus betreft bij dit
apparaat het gemiddelde elektriciteitsverbruik bij afdrukken.
De werkelijke bespaarde of verlaagde hoeveelheden kan
verschillen naargelang het gebruikte besturingssysteem,
computerkracht, programma´s, aansluitmethode, mediatype,
mediaformaat, complexiteit van de afdruktaak, enz.
3. Onderhoud
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u verbruiksartikelen,
accessoires en onderdelen voor het onderhoud van uw apparaat kunt
aankopen.
Verbruiksartikelen en toebehoren bestellen 51
Beschikbare verbruiksartikelen 52
Beschikbare accessoires 53
Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud 55
Toner herverdelen 56
De tonercassette vervangen 58
Een geheugenmodule upgraden 60
De gebruiksduur van de verbruiksartikelen
controleren 62
Instellen van de waarschuwing "Toner bijna op"63
Het apparaat reinigen 64
51
3. Onderhoud
Verbruiksartikelen en toebehoren bestellen
De verkrijgbare accessoires kunnen verschillen van land tot land. Neem contact op met uw verkoper voor de lijst met
beschikbare verbruiksartikelen en onderdelen.
Als u door Samsung goedgekeurde verbruiksartikelen, accessoires of reserveonderdelen wilt bestellen, neemt u contact op met de
lokale Samsung-dealer of de winkel waar u het apparaat hebt gekocht. Of ga naar www.samsung.com/supplies en selecteer uw
land/regio voor de contactgegevens van de klantenservice.
52
3. Onderhoud
Beschikbare verbruiksartikelen
Als de verbruiksartikelen het einde van hun gebruiksduur
naderen, kunt u de volgende verbruiksartikelen voor uw
apparaat bestellen:
De gebruiksduur van de tonercassette kan variëren
afhankelijk van de opties en de taakmodus.
Als u nieuwe tonercassettes of verbruiksartikelen
aanschaft, doet u dit best in het land waar u het apparaat
hebt gekocht. Nieuwe tonercassettes of andere
verbruiksartikelen zijn mogelijk niet compatibel met het
apparaat omdat de configuratie van tonercassettes en
andere verbruiksartikelen per land kunnen verschillen.
Samsung raadt gebruik van niet-originele Samsung-
tonercassettes (bijv. hervulde of gereviseerde
tonercassettes) af. Samsung kan de kwaliteit van niet-
originele Samsung-tonercassettes niet garanderen.
Onderhoud en herstellingen die vereist zijn als gevolg
van het gebruik van andere tonercassettes dan die van
Samsung vallen niet onder de garantie van het apparaat.
Tüüp
Gemiddeld aantal
afdrukken
a
a.Opgegeven gebruiksduur overeenkomstig ISO/IEC 19752.
Benaming van
onderdeel
Tonercassette met
hoge capaciteit
Ong. 15.000 pagina’s MLT-D305L
53
3. Onderhoud
Beschikbare accessoires
U kunt accessoires aanschaffen en installeren om de prestaties en capaciteit van uw apparaat te verbeteren.
Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model"
op pagina 8).
Optie Functie Benaming van onderdeel
Geheugenmodule
Hiermee breidt u de geheugencapaciteit van uw apparaat uit. ML-MEM370 : 512MB (Alleen ML-
3750ND)
CLP-MEM202: 256MB (Alleen
ML-3753ND)
Lade 2
Als u regelmatig papiertoevoerproblemen ondervindt, kunt u een extra
papierlade plaatsen.
ML-S3710A
Beschikbare accessoires
54
3. Onderhoud
IEEE 1284
parallelstekker
Maakt het gebruik van verschillende interfaces mogelijk.
Als het printerstuurprogramma met een IEEE1284-
parallelstekker geïnstalleerd wordt, kan het apparaat mogelijk
niet gevonden worden en zijn na installatie van het
stuurprogramma alleen de basisfuncties voor het afdrukken
beschikbaar.
Als u de status van het apparaat wilt controleren of de
instellingen wijzigen, moet u de machine met een USB-kabel
of een netwerk op een computer aansluiten.
Als u de IEEE1284-parallelstekker gebruikt, kunt u niet
tegelijkertijd een USB-kabel aansluiten.
ML-PAR100
Optie Functie Benaming van onderdeel
55
3. Onderhoud
Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud
Neem contact op met de winkel waar u het apparaat hebt gekocht om reserveonderdelen te bestellen. Laat onderhoudsonderdelen
alleen vervangen door een erkende servicemedewerker, de leverancier of personeel van de winkel waar u het apparaat hebt gekocht.
De vervanging van onderdelen waarvan de gemiddelde levensduur is verstreken, valt niet onder de garantie.
Onderhoudsonderdelen worden op gezette tijdstippen vervangen om te verhinderen dat de afdrukkwaliteit verslechtert en er
papierinvoerstoringen optreden als gevolg van versleten onderdelen (zie onderstaande tabel). Uw apparaat moet op elk moment
perfect functioneren. De te vervangen onderdelen moeten worden vervangen wanneer de levensduur van het desbetreffende
onderdeel is verstreken.
Onderdelen
Gemiddeld aantal afdrukken
a
a.De afdruksnelheid is afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem, de snelheid van de computer, de gebruikte toepassing, de verbindingsmethode,
het type en formaat van de afdrukmedia en de complexiteit van de taak.
Transportrol Ong. 100.000 pagina’s
fixeereenheid Ong. 90.000 pagina’s
Opneemrol Ong. 90.000 pagina’s
Vertragingsrol Ong. 60.000 pagina’s
56
3. Onderhoud
Toner herverdelen
Als de tonercassette bijna leeg is:
Witte strepen, onduidelijke afdruk en/of verschillende
dichtheid aan beide kanten.
knippert de Status-LED rood.
In dat geval kunt u de afdrukkwaliteit tijdelijk verbeteren door de
resterende toner in de tonercassette opnieuw te verdelen. Soms
blijven die witte strepen of lichtere gebieden voorkomen, ook
nadat de toner opnieuw is verdeeld.
1
Open de klep aan de voorkant en verwijder de
tonercassette.
2
Schud de cassette vijf tot zes keer heen en weer om de
toner in de cassette gelijkmatig te verdelen.
Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, veeg de toner
dan af met een droge doek en was de kleding in koud
water. Met warm water hecht de toner zich aan de stof.
Raak de groene onderzijde van de tonercassette niet
aan. Neem de cassette vast bij de handgreep om te
vermijden dat u de onderkant aanraakt.
3
Toner herverdelen
57
3. Onderhoud
3
Houd de tonercassette bij de handgreep vast en plaats de
cassette voorzichtig in de opening van het apparaat.
4
Sluit de voorklep. Controleer of de klep goed dicht is.
58
3. Onderhoud
De tonercassette vervangen
Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over
hoe u vastgelopen papier kunt verwijderen.
Als een tonercassette het eind van de levensduur bereikt heeft,
stopt de printer met afdrukken.
1
Open de klep aan de voorkant en verwijder de
tonercassette.
2
Haal de nieuwe tonercassette uit de verpakking.
3
Verwijder het etiket van de tonercassette, zoals hieronder
getoond.
4
Schud de cassette vijf tot zes keer heen en weer om de
toner in de cassette gelijkmatig te verdelen.
Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, veeg de toner
dan af met een droge doek en was de kleding in koud
water. Met warm water hecht de toner zich aan de stof.
3
De tonercassette vervangen
59
3. Onderhoud
Raak de groene onderzijde van de tonercassette niet
aan. Neem de cassette vast bij de handgreep om te
vermijden dat u de onderkant aanraakt.
5
Houd de tonercassette bij de handgreep vast en plaats de
cassette voorzichtig in de opening van het apparaat.
6
Sluit de voorklep. Controleer of de klep goed dicht is.
60
3. Onderhoud
Een geheugenmodule upgraden
Gebruik deze geheugenmodule om extra geheugen te
installeren.
Raadpleeg de bestelgegevens voor een bijkomende
geheugenmodule. (zie "Beschikbare accessoires" op pagina
53).
1
Een geheugenmodule installeren
1
Schakel het apparaat uit en koppel alle kabels van het
apparaat los.
2
Verwijder de klep van het moederbord.
3
Verwijder de geheugenmodule uit de sleuf. ( Alleen ML-
3750ND)
4
Haal de nieuwe geheugenmodule uit de verpakking.
5
Houd de geheugenmodule vast bij de rand en breng de
geheugenmodule op één lijn met de sleuf in een hoek van
ongeveer 30 graden. Zorg dat de inkepingen van de
module en de openingen van de sleuf in elkaar passen.
De hierboven getoonde inkepingen en openingen kunnen
afwijken van de geplaatste geheugenmodule en de sleuf.
Een geheugenmodule upgraden
61
3. Onderhoud
6
Druk de geheugenmodule voorzichtig in de sleuf tot u een
klikgeluid hoort.
Duw de geheugenmodule niet met te veel kracht in de
sleuf om te vermijden dat u ze beschadigt. Als de module
niet goed in de sleuf lijkt te passen, voert u de procedure
nogmaals voorzichtig uit.
7
Plaats het toegangspaneel van het moederbord terug.
8
Sluit het netsnoer en de apparaatkabel opnieuw aan en zet
het apparaat aan.
62
3. Onderhoud
De gebruiksduur van de verbruiksartikelen controleren
Volg de onderstaande stappen om de indicatoren van de levensduur van de verbruiksartikelen weer te geven.
1
Druk op (Menu) op het bedieningspaneel.
2
Druk op Systeeminst. > OK > Onderhoud > OK.
3
Druk op Info verb.art. > OK.
4
Druk op de toetsen OK om de gewenste optie te selecteren.
63
3. Onderhoud
Instellen van de waarschuwing "Toner bijna op"
Als de tonercassette bijna leeg is, verschijnt een bericht of gaat er een LED branden die aangeeft dat u de tonercassette moet
vervangen. U kunt instellen of u wenst dat dit bericht of deze LED verschijnt of niet.
1
Druk op (Menu) op het bedieningspaneel.
2
Druk op Systeeminst. > OK > Onderhoud > OK.
3
Klik op Toner bijna op > OK.
4
Kies de gewenste optie en druk op OK.
64
3. Onderhoud
Het apparaat reinigen
Als er zich problemen voordoen met de afdrukkwaliteit of als u
uw apparaat in een stofrijke omgeving gebruikt, moet u uw
apparaat regelmatig schoonmaken om de beste afdrukkwaliteit
te blijven garanderen en de gebruiksduur van uw apparaat te
verlengen.
Als u de behuizing van het apparaat reinigt met
reinigingsmiddelen die veel alcohol, oplosmiddelen of
andere agressieve substanties bevatten, kan de
behuizing verkleuren of vervormen.
Als er toner in het apparaat of in de directe omgeving
ervan is terecht gekomen, raden wij u aan om de toner
te verwijderen met een zachte, met water bevochtigde
doek of tissue. Als u een stofzuiger gebruikt, wordt de
toner in de lucht geblazen. Dit kan schadelijk voor u
zijn.
2
De buitenkant reinigen
Maak het apparaat aan de buitenkant schoon met een zachte,
pluisvrije doek. U kunt de doek enigszins bevochtigen met water,
maar let erop dat er geen water op of in het apparaat
terechtkomt.
3
De binnenkant reinigen
Tijdens het afdrukken kunnen zich in het apparaat papierresten,
toner en stof verzamelen. Dit kan op een gegeven moment
problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken, zoals
tonervlekken of vegen. Deze problemen kunnen worden
gereduceerd en verholpen door de binnenkant van het apparaat
te reinigen.
Het apparaat reinigen
65
3. Onderhoud
1
Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het
stopcontact. Wacht totdat het apparaat is afgekoeld.
2
Open de klep aan de voorkant en verwijder de
tonercassette. Plaats de tonercassette op een schoon,
horizontaal oppervlak.
Om schade aan de tonercassette te voorkomen, moet
u ervoor zorgen dat deze niet langer dan enkele
minuten wordt blootgesteld aan licht. Dek de cassette
zo nodig af met een stuk papier.
Raak de groene onderkant van de tonercassette niet
aan. Neem de cassette vast bij de handgreep om te
vermijden dat u de onderkant aanraakt.
3
Verwijder met een droge, niet-pluizende doek eventueel
stof en gemorste toner in en rond de ruimte voor de
tonercassette.
Zorg dat u bij het reinigen van de binnenkant van het
apparaat de transportrol of andere onderdelen niet
beschadigt. Gebruik geen oplosmiddelen, zoals benzeen
of verdunner. Er kunnen zich problemen voordoen met
de afdrukkwaliteit en het apparaat kan worden
beschadigd.
4
Steek de tonercassette er opnieuw in en sluit de voorklep.
Het apparaat reinigen
66
3. Onderhoud
4
Reinigen van de opneemrol
1
Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het
stopcontact. Wacht totdat het apparaat is afgekoeld.
2
Open lade 1.
3
Maak de opneemrol schoon met een zachte, pluisvrije
doek.
4
Plaats de lade terug in het apparaat.
4. Problemen oplossen
In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er
een probleem optreedt.
Tips om papierstoringen te voorkomen 68
Papierstoringen verhelpen 69
Informatie over de status-LED 76
Informatie over displaymeldingen 79
In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen
als er een probleem optreedt. Lees eerst het bericht op het
displayscherm om het probleem op te lossen. Als u in dit
hoofdstuk geen oplossing voor uw probleem kunt vinden,
raadpleegt u het hoofdstuk Problemen oplossen in de
Gebruikershandleiding Geavanceerd. Als u geen oplossing
kunt vinden in de Gebruikershandleiding of als het probleem
blijft optreden, kunt u contact opnemen met de klantenservice.
68
4. Problemen oplossen
Tips om papierstoringen te voorkomen
U kunt de meeste papierstoringen voorkomen door het juiste type afdrukmedia te gebruiken. Zie de volgende tips om storingen met
vastzittend papier te voorkomen:
Zorg ervoor dat de verstelbare geleiders correct zijn ingesteld (zie "Lade overzicht" op pagina 31).
Plaats niet te veel papier in de lade. Zorg dat de papierstapel niet boven de maximummarkering aan de binnenzijde van de lade
uitkomt.
Verwijder geen papier uit de papierlade tijdens het afdrukken.
Buig het papier, waaier het uit en maak er een rechte stapel van voordat u het in de lade plaatst.
Gebruik geen gekreukt, vochtig of sterk gekruld papier.
Plaats geen verschillende soorten papier in een lade.
Gebruik alleen aanbevolen afdrukmateriaal (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 88).
69
4. Problemen oplossen
Papierstoringen verhelpen
Trek het vastgelopen papier voorzichtig en langzaam
naar buiten om te voorkomen dat het scheurt.
1
In lade 1
Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over
hoe u vastgelopen papier moet verwijderen.
1
Open de klep aan de voorzijde en sluit deze weer. Het
vastgelopen papier wordt automatisch uitgevoerd.
Ga naar de volgende stap als het papier niet wordt
uitgeworpen.
2
Open lade 1.
Papierstoringen verhelpen
70
4. Problemen oplossen
3
Verwijder het vastgelopen papier door het voorzichtig in
een rechte lijn naar buiten te trekken.
Als het papier niet beweegt als u eraan trekt, of als er geen
papier te zien is in dit deel van de printer, controleert u de
fixeereenheid rond de tonercassette (zie "Binnenin het
apparaat" op pagina 72).
4
Schuif lade 1 terug in het apparaat tot ze vastklikt. De
printer gaat automatisch door met afdrukken.
2
In de optionele lade 2
Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over
hoe u vastgelopen papier moet verwijderen.
1
Trek de optionele lade 2 naar buiten.
2
Verwijder het vastgelopen papier uit het apparaat.
Papierstoringen verhelpen
71
4. Problemen oplossen
Stop als het papier niet beweegt als u eraan trekt of als u
het papier niet kunt zien in dit deel van de printer, en ga
door met de volgende stap.
3
Trek lade 1 half uit de printer.
4
rek het papier recht naar boven en verwijder het.
5
Plaats de laden weer in het apparaat. De printer gaat
automatisch door met afdrukken.
3
In de multifunctionele lade
Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over
hoe u vastgelopen papier moet verwijderen.
1
Als het papier niet op de juiste wijze werd ingevoerd, trekt
u het uit het apparaat.
2
Open en sluit de klep aan de voorzijde om door te gaan
met afdrukken.
Papierstoringen verhelpen
72
4. Problemen oplossen
4
Binnenin het apparaat
Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over
hoe u vastgelopen papier moet verwijderen.
Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wees
voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert.
1
Open de klep aan de voorkant en verwijder de
tonercassette.
2
Verwijder het vastgelopen papier door het voorzichtig in
een rechte lijn naar buiten te trekken.
3
Plaats de tonercassette terug en sluit de klep aan de
voorzijde. De printer gaat automatisch door met afdrukken.
3
Papierstoringen verhelpen
73
4. Problemen oplossen
5
In het uitvoergebied
Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over
hoe u vastgelopen papier moet verwijderen.
1
Open de klep aan de voorzijde en sluit deze weer. Het
vastgelopen papier wordt automatisch uitgevoerd.
Wanneer u geen vastgelopen papier ziet, gaat u door met
de volgende stap.
2
Trek het papier voorzichtig uit de uitvoerlade.
Stop als u het vastgelopen papier niet kunt zien of als u
weerstand ervaart als u eraan trekt en ga door met de
volgende stap.
3
Open de achterklep.
4
Verwijder het vastgelopen papier zoals op de volgende
afbeelding wordt getoond.
5
Sluit de achterklep. De printer gaat automatisch door met
afdrukken.
3
1
1
2
3
Papierstoringen verhelpen
74
4. Problemen oplossen
6
Rond de duplexeenheid
Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over
hoe u vastgelopen papier moet verwijderen.
1
Haal de duplex-eenheid uit het apparaat.
2
Verwijder het vastgelopen papier uit de duplexeenheid.
Als het papier er niet samen met de duplex-eenheid
uitkomt, verwijdert u het papier onderaan in het apparaat.
Ga door met de volgende stap als u het papier niet kunt
zien.
Papierstoringen verhelpen
75
4. Problemen oplossen
3
Schuif de duplexeenheid in het apparaat.
4
Open de achterklep.
5
Verwijder het vastgelopen papier zoals op de volgende
afbeelding wordt getoond.
6
Sluit de achterklep. De printer gaat automatisch door met
afdrukken.
3
1
1
2
3
76
4. Problemen oplossen
Informatie over de status-LED
De kleur van de LED geeft de huidige status van het apparaat aan.
Afhankelijk van het model of land zijn enkele LED´s mogelijk niet beschikbaar.
Zie de foutmelding en de bijbehorende instructies om de fout op te lossen.
U kunt de fout ook oplossen met de tips in het programmavenster Samsung-printerstatus of Smart Panel.
Neem contact op met een medewerker van de klantenservice als het probleem zich blijft voordoen.
Informatie over de status-LED
77
4. Problemen oplossen

7
Status LED
Status Omschrijving
(Status-
LED)
Off Het apparaat is offline.
Groen
Knippert Het apparaat ontvangt gegevens van de computer of het apparaat drukt gegevens af.
Aan Het apparaat is online en klaar voor gebruik.
Rood
Knippert
Er is een kleine storing opgetreden en het apparaat wacht tot het probleem is verholpen.
Bekijk het bericht op het display. Als het probleem is opgelost, gaat de printer door met
afdrukken. Deze functie is niet van toepassing op enkele modellen zonder displayscherm op
het bedieningspaneel.
De tonercassette is bijna leeg. Het einde van de geschatte levensduur van de cassette is
bijna bereikt. Bereid een nieuwe cassette voor ter vervanging van de oude. U kunt de
afdrukkwaliteit tijdelijk verhogen door de toner te herverdelen (zie "Toner herverdelen" op
pagina 56).
Aan
De tonercassette heeft de geschatte levensduur
a
Het verdient aanbeveling de tonercassette
te vervangen (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 58).
De klep is geopend. Sluit de klep.
De papierlade is leeg. Plaats papier in de lade.
Het apparaat is gestopt als gevolg van een ernstige fout. Bekijk de melding op het display
(zie "Informatie over displaymeldingen" op pagina 79).
Er is een papierstoring opgetreden (zie "Papierstoringen verhelpen" op pagina 69).
Informatie over de status-LED
78
4. Problemen oplossen
a.De geschatte levensduur verwijst naar de verwachte of geschatte gebruiksduur van een tonercassette. Het geeft aan hoeveel afdrukken er gemiddeld
kunnen worden gemaakt met de cassette volgens ISO/IEC 19752. Het aantal pagina’s kan worden beïnvloed door de omgevingsomstandigheden, de
tijd tussen afdruktaken en het type en formaat van het afdrukmateriaal. Er kan wat toner achterblijven in de cassette, ook als de rode LED brandt en de
printer stopt met afdrukken.
79
4. Problemen oplossen
Informatie over displaymeldingen
Er verschijnen berichten op het display van het
bedieningspaneel om de status van het apparaat of fouten te
melden. Raadpleeg de onderstaande tabellen voor de betekenis
van de berichten en verhelp indien nodig het probleem.
8
Berichten op het display controleren
Als het bericht niet in de tabel voorkomt, schakelt u het
apparaat uit en weer in en probeert u de afdruktaak
opnieuw uit te voeren. Neem contact op met een
medewerker van de klantenservice als het probleem
zich blijft voordoen.
Als u contact opneemt met de klantenservice, is het
nuttig dat u het bericht op het display doorgeeft aan
een medewerker van de klantenservice.
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen
sommige meldingen mogelijk niet op het display.
[foutnummer] geeft het foutnummer aan.
Foutmeldingen gerelateerd aan vastgelopen
papier
Melding Betekenis
Voorgestelde
oplossing
Pap.st.
in lade 1
Er is papier
vastgelopen bij de
papierinvoer.
Verwijder het
vastgelopen papier
(zie "In lade 1" op
pagina 69).
Pap.st.
in lade 2
Er is papier
vastgelopen in de
optionele lade.
Verwijder het
vastgelopen papier
(zie "In de optionele
lade 2" op pagina 70).
Pap.st.
in MF-lade
Er is papier
vastgelopen in de
multifunctionele lade.
Verwijder het
vastgelopen papier
(zie "In de
multifunctionele lade"
op pagina 71).
Pap.st.
in app.
Er is papier
vastgelopen in het
apparaat.
Verwijder het
vastgelopen papier
(zie "Binnenin het
apparaat" op pagina
72).
Informatie over displaymeldingen
80
4. Problemen oplossen
Pap.st.
in uitv.gebied
Er is papier
vastgelopen in het
papieruitvoergebied.
Verwijder het
vastgelopen papier
(zie "In het
uitvoergebied" op
pagina 73).
Pap.st.
in DE
Er is papier
vastgelopen in het
duplex-gebied.
Verwijder het
vastgelopen papier
(zie "Rond de
duplexeenheid" op
pagina 74).
Melding Betekenis
Voorgestelde
oplossing
Informatie over displaymeldingen
81
4. Problemen oplossen
Meldingen over de tonercassette
Melding Betekenis Voorgestelde oplossing
Plaats
tonercas.
Er is geen tonercassette geplaatst. Plaats een tonercassette.
TC niet
comp.
De tonercassette die u hebt geplaatst, is niet
geschikt voor uw apparaat.
Installeer tonercassettes van Samsung die speciaal bedoeld zijn voor
uw apparaat.
Informatie over displaymeldingen
82
4. Problemen oplossen
Plaats
nieuwe cass.
De aangegeven tonercassette is bijna aan het
einde van haar geschatte levensduur. Het
apparaat stopt mogelijk met afdrukken.
De geschatte gebruiksduur van een
cassette verwijst naar de verwachte of
geschatte gebruiksduur van een
tonercassette. Het geeft aan hoeveel
afdrukken er met de cassette
gemiddeld kunnen worden gemaakt
conform ISO/IEC 19752 (zie
"Beschikbare verbruiksartikelen" op
pagina 52). Het aantal pagina’s kan
afhankelijk zijn van de
omgevingsvoorwaarden, de tijd tussen
de afdruktaken, het type media, het
percentage afbeeldingen en het
mediaformaat. Het is mogelijk dat de
cassette nog wat toner bevat wanneer
de desbetreffende melding verschijnt
en de printer stopt met afdrukken.
U kunt kiezen tussen Stop of Doorgaan, zoals weergegeven op het
bedieningspaneel. Als u Stop selecteert, stopt de printer met
afdrukken en kunt u niet meer afdrukken zolang u de cassette niet
hebt vervangen. Als u Doorgaan kiest, gaat de printer door met
afdrukken maar kan de afdrukkwaliteit niet worden gegarandeerd.
Als u van een optimale afdrukkwaliteit wilt blijven genieten, dient u
de tonercassette te vervangen wanneer dit bericht verschijnt. Als u
de cassette verder blijft gebruiken kunnen er problemen optreden
met de afdrukkwaliteit (zie "De tonercassette vervangen" op pagina
58).
Samsung raadt gebruik van niet-originele Samsung-
tonercassettes (bijv. hervulde of gereviseerde
tonercassettes) af. Samsung kan de kwaliteit van niet-
originele Samsung-tonercassettes niet garanderen.
Onderhoud en herstellingen die vereist zijn als gevolg van
het gebruik van andere tonercassettes dan die van Samsung
worden niet gedekt door de garantie van het apparaat.
Als het apparaat stopt met afdrukken, vervangt u de tonercassette
(zie "De tonercassette vervangen" op pagina 58).
Bereid
nieuwe cass.
Voor
De tonercassette bevat nog een kleine
hoeveelheid toner. Het einde van de geschatte
levensduur van de cassette is bijna bereikt.
Houd een nieuwe cassette gereed om de oude cassette te vervangen.
U kunt de afdrukkwaliteit tijdelijk verhogen door de toner te
herverdelen (zie "Toner herverdelen" op pagina 56).
Melding Betekenis Voorgestelde oplossing
Informatie over displaymeldingen
83
4. Problemen oplossen
Meldingen over de papierlade Meldingen over het netwerk
Melding Betekenis
Voorgestelde
oplossing
Lade 1
leeg
Er zit geen papier in
lade 1.
Plaats papier in lade 1
(zie "Plaats papier in
de lade/optionele lade"
op pagina 33).
Lade 2
leeg
Er zit geen papier in
lade 2.
Plaats papier in lade 2
(zie "Plaats papier in
de lade/optionele lade"
op pagina 33).
MF-lade
leeg
Er is geen papier in
de multifunctionele
lade.
Plaats papier in de
multifunctionele lade
(zie "Papier vullen
multifunctionele lade"
op pagina 34).
Uitvoervak vol
Verw. pap.
De uitvoerlade is vol. Zodra het papier uit de
uitvoerlade is
verwijderd, gaat de
printer door met
afdrukken.
Melding Betekenis
Voorgestelde
oplossing
Netwerkprobl.
IP-conflict
Het door u ingestelde
IP-adres wordt al
door iemand anders
gebruikt.
Controleer het IP-adres
en stel het zonodig
opnieuw in (zie
handleiding
Geavanceerd).
802.1x
Netwerkfout
Verificatie mislukt. Controleer het
netwerkverificatieproto
col. Neem contact op
met uw
netwerkbeheerder als
dit probleem zich blijft
voordoen.
Informatie over displaymeldingen
84
4. Problemen oplossen
Div. meldingen
Melding Betekenis
Voorgestelde
oplossing
Klep open
Sluit klep.
De voor- of
achterklep is niet
goed gesloten.
Sluit de klep goed.
Deze moet vastklikken.
Fout
[foutnummer]
Cont. klantend.
Er is een systeemfout
opgetreden.
Start het apparaat
opnieuw op en probeer
nogmaals af te
drukken. Als het
probleem zich blijft
voordoen, neem dan
contact op met een
servicecentrum.
Fout
[foutnummer]
Zet uit en aan
Het apparaat kan niet
bestuurd worden.
Start het apparaat
opnieuw op en probeer
nogmaals af te
drukken. Als het
probleem zich blijft
voordoen, neem dan
contact op met een
servicecentrum.
5. Bijlage
In dit hoofdstuk staan productspecificaties en informatie met
betrekking tot toepasbare regelgeving.
Specificaties 86
Informatie over wettelijke voorschriften 96
Copyright 104
86
5. Bijlage
Specificaties
1
Algemene specificaties
De specificaties hieronder kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. zie www.samsung.com/printer voor
mogelijke wijzigingen.
Items Omschrijving
Afmetingen
Breedte x Lengte x
Hoogte
366 x 368 x 272,9mm (14,40 x 14,48 x 10,74 inches) zonder optionele
papierlade
Gewicht
Apparaat inclusief
verbruiksartikelen
10,28 kg
Geluidsniveau
a
Stand-bymodus 26 dB (A)
Afdrukmodus 52 dB (A)
Temperatuur
Gebruik 10 tot 32 °C
Opslag (in verpakking) -20 tot 40 °C
Relatieve
luchtvochtigheid
Gebruik 20 tot 80% RV
Opslag (in verpakking)
10 tot 90% RV
Nominaal vermogen
b
Modellen op 110 volt AC 110 – 127 V
Modellen op 220 volt AC 220 – 240 V
Specificaties
87
5. Bijlage
Stroomverbruik
Gemiddeld vermogen Minder dan 550 Watt
Stand-bymodus Minder dan 60 Watt
Energiebesparende
modus
Minder dan 1,9 W(Normaal), 1,4 W(EEE)
Uitgeschakelde toestand Minder dan 0,1 Watt
a.Geluidsdrukniveau, ISO 7779. Geteste configuratie: basisinstallatie apparaat, A4-papierformaat, enkelzijdig afdrukken.
b.Zie het typeplaatje op het apparaat voor het juiste voltage (V), de frequentie (Hertz) en de stroomsterkte (A) voor uw apparaat.
Items Omschrijving
Specificaties
88
5. Bijlage
2
Specificaties van de afdrukmedia
Tüüp Formaat Afmetingen
Gewicht/capaciteit afdrukmedia
a
Lade 1/Optionele lade Multifunctionele lade
Normaal
papier
Letter 216 x 279 mm
70 tot 90 g/m
2
(bankpostpapier)
250 vellen van 80 g/m
2
(bankpostpapier) voor lade1
520 vellen van 80 g/m
2
(bankpostpapier) voor de
optionele lade.
70 tot 90 g/m
2
(bankpostpapier)
50 vellen van 80 g/m
2
Legal 216 x 356 mm
US Folio 216 x 330 mm
A4 210 x 297 mm
Oficio 216 x 343 mm
JIS B5 182 x 257 mm
ISO B5 176 x 250 mm
Executive 184 x 267 mm
A5 148 x 210 mm
A6
105 x 148 mm
150 vellen van 75 g/m
2
(bankpostpapier).
Specificaties
89
5. Bijlage
Enveloppen
Monarch-
envelop
98 x 191 mm Niet beschikbaar in lade1/
optionele lade.
75 tot 90 g/m
2
(bankpostpapier).
Envelop Nr. 10 105 x 241 mm
Envelop DL 110 x 220 mm
Envelop C5 162 x 229 mm
Envelop C6 114 x 162 mm
Dik papier
Zie Normaal
papier
Zie Normaal papier
91 tot 105 g/m
2
(bankpostpapier).
91 tot 105 g/m
2
(bankpostpapier).
Dikker papier
Zie Normaal
papier
Zie Normaal papier Niet beschikbaar in lade1/
optionele lade.
164 tot 220 g/m
2
(bankpostpapier).
Dun papier
Zie Normaal
papier
Zie Normaal papier
60 tot 70 g/m
2
(bankpostpapier).
60 tot 70 g/m
2
(bankpostpapier).
Transparanten Letter, A4
Zie Normaal papier Niet beschikbaar in lade1/
optionele lade.
138 tot 146 g/m
2
(bankpostpapier).
Etiketten
b
Letter, Legal,
US Folio, A4,
JIS B5, ISO B5,
Executive, A5
Zie Normaal papier Niet beschikbaar in lade1/
optionele lade.
120 tot 150 g/m
2
(bankpostpapier).
Tüüp Formaat Afmetingen
Gewicht/capaciteit afdrukmedia
a
Lade 1/Optionele lade Multifunctionele lade
Specificaties
90
5. Bijlage
Kartonpapier
Letter, Legal,
US Folio, A4,
JIS B5, ISO B5,
Executive, A5
Zie Normaal papier
121 tot 163 g/m
2
(bankpostpapier).
121 tot 163 g/m
2
(bankpostpapier).
bankpost;
Zie Normaal
papier
Zie Normaal papier
106 tot 120 g/m
2
(bankpostpapier).
106 tot 120 g/m
2
(bankpostpapier).
Minimaal formaat (aangepast)
Multifunctionele lade: 76 x 127
mm
Lade 1: 98 x 148,5 mm
60 tot 163 g/m
2
(bankpostpapier)
Niet beschikbaar in de optionele lade.
Maximaal formaat (aangepast) 216 x 356 mm
a.De maximumcapaciteit kan verschillen en is afhankelijk van het gewicht en de dikte van afdrukmedia en de omgevingsomstandigheden.
b.De zachtheid van de voor dit apparaat gebruikte etiketten moet tussen 100 tot 250 (sheffield) bedragen. Deze getallen verwijzen naar het
gladheidsniveau.
Tüüp Formaat Afmetingen
Gewicht/capaciteit afdrukmedia
a
Lade 1/Optionele lade Multifunctionele lade
Specificaties
91
5. Bijlage
3
Systeemvereisten
Microsoft
®
Windows
®
Besturingssysteem
Vereisten (aanbevolen)
Processor RAM
Vrije
schijfruimte
Windows
®
2000 Intel
®
Pentium
®
II 400 MHz (Pentium III 933 MHz)
64 MB (128 MB) 600 MB
Windows
®
XP Intel
®
Pentium
®
III 933 MHz (Pentium IV 1 GHz)
128 MB (256 MB) 1,5 GB
Windows Server
®
2003 Intel
®
Pentium
®
III 933 MHz (Pentium IV 1 GHz)
128 MB (512 MB) 1,25 GB tot 2 GB
Windows Server
®
2008 Intel
®
Pentium
®
IV 1 GHz (Pentium IV 2 GHz)
512 MB (2 GB) 10 GB
Windows Vista
®
Intel
®
Pentium
®
IV 3 GHz
512 MB (1 GB) 15 GB
Windows
®
7
Intel
®
Pentium
®
IV 1 GHz 32-bit of 64-bit-processor of hoger
1 GB (2 GB) 16 GB
Ondersteuning voor DirectX
®
9 graphics met 128 MB geheugen (om het Aero-thema in te schakelen).
DVD-R/W-station
Windows Server
®
2008
R2
Intel
®
Pentium
®
IV 1 GHz- (x86) of 1,4 GHz- (x64) processoren (2
GHz of sneller)
512 MB (2 GB) 10 GB
Specificaties
92
5. Bijlage
Internet Explorer 6.0 of hoger is minimum vereist voor alle Windows-besturingssystemen.
Gebruikers kunnen de software installeren als ze beheerdersrechten hebben.
Windows Terminal Services is compatibel met uw apparaat.
Voor Windows 2000 is Services Pack 4 of hoger vereist.
Macintosh
Besturingssysteem
Vereisten (aanbevolen)
Processor RAM Vrije schijfruimte
Mac OS X 10.3 ~ 10.4
Intel
®
-processoren
PowerPC G4/G5
128 MB voor Mac met PowerPC
(512 MB)
512 MB voor een Mac op basis van
Intel (1 GB)
1 GB
Mac OS X 10.5
Intel
®
-processoren
867 MHz of sneller Power PC
G4/G5
512 MB (1 GB) 1 GB
Mac OS X 10.6
Intel
®
-processoren
1 GB (2 GB) 1 GB
Mac OS X 10,7
Intel
®
-processoren
2 GB 4 GB
Specificaties
93
5. Bijlage
Linux
Items Vereisten
Besturingssysteem
Fedora 5 ~ 13 (32/ 64 bit)
OpenSuSE
®
10.2, 10.3, 11.0, 11.1, 11.2 (32/64 bit)
SuSE 10.1 (32 bit)
Ubuntu 6.06, 6.10, 7.04, 7.10, 8.04, 8.10, 9.04, 9.10, 10.04 (32/64 bit)
Mandriva 2007, 2008, 2009, 2009.1, 2010 (32/64 bit)
Debian 4.0, 5.0 (32/64 bits)
Redhat
®
Enterprise Linux WS 4, 5 (32/64 bit)
SuSE Linux Enterprise Desktop 10, 11 (32/64 bits)
Processor Pentium IV 2,4GHz (Intel Core™2)
RAM 512 MB (1 GB)
Vrije schijfruimte 1 GB (2 GB)
Specificaties
94
5. Bijlage
Unix
Items Vereisten
Besturingssysteem
Sun Solaris 9, 10 (x86, SPARC)
HP-UX 11.0, 11i v1, 11i v2, 11i v3 (PA-RISC, Itanium)
IBM AIX 5.1, 5.2, 5,3, 5.4
Vrije schijfruimte Tot 100 MB
Specificaties
95
5. Bijlage
4
Netwerkomgeving
Alleen voor netwerkmodellen (zie "Functies per model" op pagina 8).
U moet de netwerkprotocollen installeren op het apparaat om het als netwerkprinter te kunnen gebruiken. In de volgende tabel
worden de netwerkomgevingen vermeld die door het apparaat worden ondersteund.
Items Specificaties
Netwerkinterface Ethernet 10/100/1000 Base-TX
Netwerkbesturingssysteem
Windows 2000/Server 2003/Server 2008/XP/Vista/7/Server 2008 R2
Diverse Linux-besturingssystemen
Mac OS X 10.3 ~ 10.7
•Unix
Netwerkprotocollen
•TCP/IPv4
DHCP, BOOTP
DNS, WINS, Bonjour, SLP, UPnP
Standard TCP/IP Printing(RAW), LPR, IPP, WSD
SNMPv 1/2/3, HTTP(S), IPSec
TCP/IPv6 (DHCP, DNS, RAW, LPR, SNMPv 1/2/3, HTTP(S), IPSec)
96
5. Bijlage
Informatie over wettelijke voorschriften
Dit apparaat is ontworpen voor een normale werkomgeving en is
gecertificeerd conform verschillende veiligheidsvoorschriften.
5
Verklaring inzake laserveiligheid
De printer is in de Verenigde Staten gecertificeerd als zijnde in
overeenstemming met de vereisten van DHHS 21 CFR,
hoofdstuk 1, subhoofdstuk J voor laserproducten van klasse I(1),
en is elders gecertificeerd als een laserproduct van klasse I dat
voldoet aan de vereisten van IEC 60825-1: 2007.
Laserproducten van klasse I worden niet als gevaarlijk
beschouwd. Het lasersysteem en de printer zijn zo ontworpen
dat bij normaal gebruik, gebruiksonderhoud of onder de
voorgeschreven servicevoorwaarden personen niet worden
blootgesteld aan laserstralen hoger dan Klasse I.
Waarschuwing
De printer mag nooit worden gebruikt of nagekeken als de
beschermkap van de laser/scanner is verwijderd. Hoewel ze
onzichtbaar is, kan de gereflecteerde laserstraal uw ogen
beschadigen.
Neem bij het gebruik van dit apparaat altijd deze elementaire
veiligheidsmaatregelen in acht om het risico op brand,
elektrische schokken en letsels te beperken.
6
Alleen voor Taiwan
Informatie over wettelijke voorschriften
97
5. Bijlage
7
Veiligheid in verband met ozon
8
Energiebesparingsmodus
9
Recycleren
10
Alleen voor China
De ozonemissie van dit apparaat ligt onder 0,1
ppm. Ozon is zwaarder dan lucht. Zet dit apparaat
dus op een plaats met goede ventilatie.
Deze printer is uitgerust met een geavanceerde
energiebesparende technologie die het
stroomverbruik vermindert wanneer het apparaat
niet wordt gebruikt.
Als de printer gedurende enige tijd geen gegevens
ontvangt, wordt het stroomverbruik automatisch
verlaagd.
ENERGY STAR en het ENERGY STAR-merk zijn
gedeponeerde Amerikaanse handelsmerken.
Meer informatie over het ENERGY STAR-
programma vindt u op http://www.energystar.gov
Recycle de verpakkingsmaterialen van dit product, of
verwijder ze op een milieuvriendelijke wijze.
Informatie over wettelijke voorschriften
98
5. Bijlage
11
Correcte verwijdering van dit product (afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur)
(Van toepassing in de Europese Unie en andere
Europese landen met gescheiden
inzamelingssystemen voor batterijen)
Alleen voor de Verenigde Staten
Verwijder elektronica door deze naar een goedgekeurd
recyclingbedrijf te brengen. Vind recyclingbedrijven bij u in de
buurt op onze website:www.samsung.com/recyclingdirect Of bel
(877) 278 - 0799
12
Alleen voor Taiwan
13
Alleen voor Rusland
Deze aanduiding op het product, op de accessoires of in
de documentatie geeft aan dat het product en zijn
elektronische accessoires (bijv. lader, hoofdtelefoon,
USB-kabel) aan het eind van hun levensduur niet met
ander huishoudelijk afval mogen worden weggegooid.
Gelieve deze items te scheiden van andere soorten afval
en ze op een verantwoorde wijze te recyclen met het oog
op een duurzaam hergebruik van materialen en ter
voorkoming van eventuele schade aan het milieu of de
gezondheid als gevolg van een ongecontroleerde
afvalverwijdering.
Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met
de winkel waar ze dit product hebben gekocht of met de
gemeente waar ze wonen om te vernemen waar en hoe
ze deze artikelen milieuvriendelijk kunnen laten recyclen.
Zakelijke gebruikers dienen contact op te nemen met hun
leverancier en dienen de voorwaarden en bepalingen van
de verkoopovereenkomst te controleren. Dit product en
zijn elektronische accessoires mogen niet met ander
bedrijfsafval voor verwijdering worden gemengd.
Informatie over wettelijke voorschriften
99
5. Bijlage
14
Alleen Duitsland
15
Alleen voor Turkije
16
De stekker van het netsnoer vervangen
(alleen voor het VK)
Belangrijk
Het netsnoer van dit apparaat is voorzien van een
standaardstekker (BS 1363) van 13 ampère en een zekering
van 13 ampère. Als u de zekering vervangt, moet u het juiste
type van 13 ampère gebruiken. Nadat u de zekering hebt
gecontroleerd of vervangen, moet u de afdekkap van de
zekering weer sluiten. Als u de afdekkap van de zekering
verloren bent, mag u de stekker niet gebruiken totdat u er een
nieuwe afdekkap hebt op gezet.
Neem contact op met de leverancier bij wie u het apparaat hebt
gekocht.
Stekkers van 13 ampère zijn het meest voorkomende type in het
Verenigd Koninkrijk en kunnen in de meeste gevallen worden
gebruikt. Sommige (vooral oudere) gebouwen hebben echter
geen normale stopcontacten van 13 ampère. U moet een
geschikt verloopstuk (adapter) kopen. Verwijder nooit de
aangegoten stekker van het netsnoer.
Informatie over wettelijke voorschriften
100
5. Bijlage
Als u de aangegoten stekker afsnijdt of weggooit, kunt u
hem er niet meer op bevestigen en riskeert u een
elektrische schok te krijgen als u hem in het stopcontact
steekt.
Belangrijke waarschuwing:
Ga als volgt te werk als de kleuren van de aders in het netsnoer
niet overeenstemmen met die van de stekker.
Sluit de geel-groene aardedraad aan op de pool die gemarkeerd
is met de letter "E", het aardingssymbool, en geel-groen of groen
is gekleurd.
Sluit de blauwe draad aan op de pool die gemarkeerd is met de
letter "N" of zwart is gekleurd.
Sluit de blauwe draad aan op de pool die gemarkeerd is met de
letter "L" of de kleur zwart.
In de stekker, adapter of verdeelkast moet een zekering van
13 ampère zijn aangebracht.
17
Verklaring van overeenstemming
(Europese landen)
Goedkeuringen en certificeringen
1 januari 1995: Richtlijn 2006/95/EG van het Europees
Parlement en de Raad betreffende de onderlinge aanpassing
van de wettelijke voorschriften der lidstaten inzake elektrisch
materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde
spanningsgrenzen.
Dit apparaat moet op een geaard stopcontact worden
aangesloten.
De aders van het netsnoer hebben de volgende
kleurcodering:
Groen/geel: aarding
Blauw: neutraal
Bruin: fase
Samsung Electronics verklaart hierbij dat deze [ML-375x
Series] voldoet aan de essentiële vereisten en andere
regelgeving van de laagspanningsrichtlijn (2006/95/EC)
en de EMC-richtlijn (2004/108/EC).
De conformiteitsverklaring kan worden geraadpleegd op
www.samsung.com/printer. Ga naar Support >
Download center en voer de naam van uw printer (MFP)
in om te bladeren door de EuDoC.
Informatie over wettelijke voorschriften
101
5. Bijlage
1 januari 1996: Richtlijn 2004/108/EC van de Raad inzake de
harmonisatie van de wetgevingen in de lidstaten betreffende
elektromagnetische compatibiliteit.
9 maart 1999: Richtlijn 1999/5/EG van de Raad inzake
radioapparatuur en eindapparatuur voor telecommunicatie en de
onderlinge herkenning van hun conformiteit. U kunt bij uw
vertegenwoordiger van Samsung Electronics Co., Ltd. een
volledige verklaring krijgen waarin de relevante richtlijnen en de
normen waarnaar wordt verwezen, zijn gedefinieerd.
EC-certificering
Certificering voor Richtlijn 1999/5/EC inzake radioapparatuur en
eindapparatuur voor telecommunicatie (FAX)
Dit product van Samsung is gecertificeerd door Samsung zelf
voor enkele-terminalverbindingen in heel Europa met het
openbare telefoonnet (PSTN), in overeenstemming met richtlijn
1999/5/EC. Het product is ontworpen voor gebruik met de
nationale openbare telefoonnetten en compatibele PBX-en van
de Europese landen:
Indien er problemen optreden, moet u in eerste instantie contact
opnemen met het Euro QA Lab van Samsung Electronics Co.,
Ltd.
Het product is getest op TBR21. Het European
Telecommunication Standards Institute (ETSI) heeft voor
gebruik en toepassing in overeenstemming met deze norm een
adviesdocument gepubliceerd (EG 201 121), waarin
opmerkingen en extra voorwaarden staan voor
netwerkcompatibiliteit van TBR21-terminals. Het product is
getest op, en voldoet aan, alle relevante adviezen in dit
document.
Informatie over wettelijke voorschriften
102
5. Bijlage
18
Alleen voor China
Informatie over wettelijke voorschriften
103
5. Bijlage
19
Alleen voor Israël
104
5. Bijlage
Copyright
© 2011 Samsung Electronics Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden.
Deze gebruikershandleiding dient uitsluitend ter informatie. Alle informatie in deze gebruikershandleiding kan zonder voorafgaande
kennisgeving worden gewijzigd.
Samsung Electronics kan niet aansprakelijk worden gesteld voor directe of indirecte schade als gevolg van of in verband met het
gebruik van deze gebruikershandleiding.
Samsung en het Samsung-logo zijn handelsmerken van Samsung Electronics Co., Ltd.
Microsoft, Windows, Windows Vista, Windows 7 en Windows Server 2008 R2 zijn gedeponeerde handelsmerken of
handelsmerken van Microsoft Corporation.
TrueType, LaserWriter en Macintosh zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc.
Alle andere merk- of productnamen zijn handelsmerken van hun respectievelijke bedrijven of organisaties.
Raadpleeg het bestand "LICENSE.txt" op de meegeleverde cd-rom voor open-sourcelicentiegegevens.
REV. 1.00
105
Index
A
accessoires
bestellen 53
achterkant 19
afdrukken
een document afdrukken
Windows
44
afdrukmedia
enveloppen 38
etiketten
40
het papierformaat instellen
42
het papiertype instellen
42
kartonpapier
41
speciale media
36
transparanten
39
uitvoersteun gebruiken
88
voorbedrukt papier
42
algemene pictogrammen 10
B
bedieningspaneel 20
C
conventie 10
E
ecoafdruk 48
ecoknop 20
F
foutmelding 79
functies 5
eigenschappen van afdrukmateriaal
88
G
geheugen
geheugen uitbreiden 60
geheugenmodule installeren
60
H
help gebruiken 47
I
informatie over de statusLED 76
informatie over wettelijke voorschriften
96
instellingen voor favorieten voor
afdrukken
46
L
lade
breedte en lengte instellen 31
de grootte van de lade aanpassen
31
een optionele lade bestellen
53
papier in de multifunctionele lade plaatsen
34
papierformaat en type instellen
42
Linux
systeemvereisten 94
Lokaal
stuurprogramma opnieuw installeren 24
stuurprogrammainstallatie
22
M
Macintosh
systeemvereisten 92
menuoverzicht 26
Multifunctionele lade
gebruikstips 34
plaatsen
34
speciale afdrukmedia gebruiken
36
N
netwerk
Index
106
installatieomgeving 95
O
onderdelen voor onderhoud 55
optionele lade 53
bestellen
53
papier plaatsen
33
P
papierstoring
papier verwijderen 69
tips om papierstoringen te voorkomen
68
Paralleelne
bestellen 54
plaatsen
papier in de multifunctionele lade plaatsen
34
plaatsen in lade 1
33
speciale media
36
R
reinigen
binnenkant 64
buitenkant
64
opneemrol
66
S
specificaties 86
afdrukmedia
88
standaardinstellingen
instellingen voor lade 42
stoptoets 20
T
Tijdens 44
tonercassette
de cassette vervangen 58
toner herverdelen
56
U
Unix
systeemvereisten 93
uw apparaat reinigen 64
V
veiligheid
info 11
symbolen
11
verbruiksartikelen
beschikbare verbruiksartikelen 52
bestellen
52
de gebruiksduur van de verbruiksartikelen
controleren
62
tonercassette vervangen
58
voorkant 18
W
weergavescherm 20
Windows
stuurprogramma van een met een
USBkabel verbonden apparaat installeren
22, 24
systeemvereisten
91
ML-375x Series
Gebruikershandleiding
Geavanceerd
imagine the possibilities
Deze handleiding geeft informatie over de installatie, geavanceerde instelling, gebruik en het
oplossen van problemen in verschillende besturingssystemen.
Afhankelijk van het model of land zijn enkele functies mogelijk niet beschikbaar.
2
Inhoud
1. Installatie van de software
5 Installatie voor de Macintosh
7 Opnieuw installeren voor Macintosh
8 Installatie voor Linux
10 Opnieuw installeren voor Linux
2. Een via een netwerk aangesloten
apparaat gebruiken
12 Nuttige netwerkprogramma’s
13 Instelling bekabeld netwerk
17 Installeren van een stuurprogramma over
het netwerk
25 IPv6-configuratie
3. Menu´s met nuttige instellingen
29 Voordat u een hoofdstuk gaat lezen
30 Informatie
31 Lay-out
33 Papier
34 Grafisch
35 Systeeminstallatie
39 Emulatie
40 Netwerk
41 Beheerinstellingen
4. Speciale functies
43 Aanpassing aan luchtdruk of hoogte
44 De lettertype-instelling wijzigen
45 De standaardafdrukinstellingen wijzigen
46 Uw apparaat instellen als standaardprinter
47 Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken
55 Afdrukken in Macintosh
58 Afdrukken in Linux
61 Afdrukken in Unix
5. Onderhoud
64 De tonercassette bewaren
66 Tips voor het verplaatsen en opbergen van
uw apparaat
67 Nuttige beheerprogramma´s
Inhoud
3
6. Problemen oplossen
80 Problemen met papierinvoer
82 Problemen met de voeding en het netsnoer
83 Afdrukproblemen
88 Problemen met de afdrukkwaliteit
96 Problemen met het besturingssysteem
Contact SAMSUNG worldwide
Verklarende woordenlijst
1. Installatie van de software
Dit hoofdstuk levert instructies voor het installeren van essentiële en nuttige
software voor gebruik in een opstelling waarbij het apparaat via een kabel
aangesloten is. Een lokale printer is een printer die via een kabel
rechtstreeks op uw computer is aangesloten. Als uw apparaat op een
netwerk is verbonden, slaat u de onderstaande stappen over en gaat u
verder met de installatie van het stuurprogramma voor een
netwerkapparaat (zie Installeren van een stuurprogramma over het
netwerk17).
Installatie voor de Macintosh 5
Opnieuw installeren voor Macintosh 7
Installatie voor Linux 8
Opnieuw installeren voor Linux 10
Als u gebruik maakt van het besturingsysteem Windows, kijkt u
in de basishandleiding voor installatie van het stuurprogramma.
Gebruik alleen een USB-kabel die korter is dan 3 meter.
5
1. Installatie van de software
Installatie voor de Macintosh
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
3
Dubbelklik op het pictogram in de vorm van een cd-rom op
het bureaublad van uw Macintosh-computer.
4
Dubbelklik in de map MAC_Installer op het pictogram
Installer OS X.
5
Voer het wachtwoord in en klik op OK.
6
Klik op Ga door.
7
Lees de gebruiksrechtovereenkomst en klik op Ga door.
8
Klik op Akkoord als u akkoord gaat met de
gebruiksrechtovereenkomst.
9
Selecteer Eenvoudige installatie en klik op Installeer.
Eenvoudige installatie wordt aanbevolen voor de meeste
gebruikers. Alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor
apparaatbewerkingen worden geïnstalleerd.
Als u Aangepaste installatie selecteert, kunt u aangeven
welke afzonderlijke onderdelen u wilt installeren.
10
Op het computerscherm verschijnt een waarschuwing dat
alle toepassingen worden afgesloten. Klik op Ga door.
11
Selecteer Typische installatie voor een lokale printer
en klik vervolgens op OK.
12
Klik op Ga door in het venster Leesmij.
13
Nadat de installatie is voltooid, klikt u op Afsluiten.
14
Open de map Toepassingen > Hulpprogramma's >
Printerconfiguratie.
Voor Mac OS X 10.5-10.7 opent u de map
Toepassingen > Systeemvoorkeuren en klikt u op
Afdrukken en faxen.
15
Klik op Voeg toe op de Printerlijst.
Voor Mac OS X 10.5-10.7 klikt u op het pictogram +,
waarna een venster verschijnt.
16
In Mac OS X 10.3 selecteert u het tabblad USB.
In Mac OS X10.4 klikt u op Standaardkiezer en zoekt
u de USB-verbinding.
In Mac OS X 10.5-10.7 klikt u op Standaard en zoekt u
de USB-verbinding.
Installatie voor de Macintosh
6
1. Installatie van de software
17
Als automatisch selecteren in Mac OS X 10.3 niet goed
werkt, selecteert u Samsung in Printermodel en de naam
van uw apparaat in Modelnaam.
Als automatisch selecteren in Mac OS X 10.4 niet goed
werkt, selecteert u Samsung in Druk af via en de
naam van uw apparaat in Model.
Voor Mac OS X 10.5-10.7: als Automatisch selecteren
niet goed werkt, selecteert u Selecteer
besturingsbestand… en de naam van uw apparaat in
Druk af via.
Uw apparaat verschijnt in Printerlijst en wordt ingesteld
als standaardapparaat.
18
Klik op Voeg toe.
7
1. Installatie van de software
Opnieuw installeren voor Macintosh
Als het printerbesturingsbestand niet correct werkt, maakt u de
installatie van het besturingsbestand ongedaan en installeert u
het opnieuw.
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
3
Dubbelklik op het pictogram in de vorm van een cd-rom op
het bureaublad van uw Macintosh-computer.
4
Dubbelklik in de map MAC_Installer op het pictogram
Installer OS X.
5
Voer het wachtwoord in en klik op OK.
6
Klik op Ga door.
7
Lees de gebruiksrechtovereenkomst en klik op Ga door.
8
Klik op Akkoord als u akkoord gaat met de
gebruiksrechtovereenkomst.
9
Selecteer Installatie ongedaan maken en klik op
Installatie ongedaan maken.
10
Op het computerscherm verschijnt een waarschuwing dat
alle programma´s worden afgesloten. Klik op Ga door.
11
Nadat de installatie ongedaan is gemaakt, klikt u op
Afsluiten.
Als een apparaat al is toegevoegd, kunt u het verwijderen
via Printerconfiguratie of Afdrukken en faxen.
8
1. Installatie van de software
Installatie voor Linux
U moet Linux-softwarepakketten downloaden van de website
van Samsung om de printersoftware te installeren (http://
www.samsung.com/printer).
1
Het Unified Linux-stuurprogramma
installeren
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
Wanneer het venster Administrator Login verschijnt, typt
u "root" in het veld Login en voert u het
systeemwachtwoord in.
U moet zich aanmelden als supergebruiker (root) om de
printersoftware te installeren. Als u geen supergebruiker
bent, neemt u contact op met uw systeembeheerder.
3
Download het Unified Linux Driver-pakket van de website
van Samsung.
4
Klik met de rechtermuisknop op het Unified Linux Driver-
pakket en pak het uit.
5
Dubbelklik op cdroot > autorun.
6
Klik op Next zodra het welkomstscherm verschijnt.
7
Zodra de installatie is voltooid, klikt u op Finish.
Het installatieprogramma heeft het pictogram Unified Driver
Configurator op het bureaublad geplaatst en de groep Unified
Driver aan het systeemmenu toegevoegd. Als u problemen
ondervindt, raadpleegt u de schermhulp die u kunt openen via
het systeemmenu of vanuit het stuurprogrammapakket van
Windows-toepassingen, zoals Unified Driver Configurator of
Image Manager.
2
Smart Panel installeren
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
Wanneer het venster Administrator Login verschijnt, typt
u root in het veld Login en voert u het systeemwachtwoord
in.
Installatie voor Linux
9
1. Installatie van de software
U moet zich aanmelden als supergebruiker (root) om de
printersoftware te installeren. Als u geen supergebruiker
bent, neemt u contact op met uw systeembeheerder.
3
Download het Smart Panel-pakket van de website van
Samsung en plaats het op uw computer.
4
Klik met uw rechtermuisknop op het Smart Panel-pakket
en pak het uit.
5
Dubbelklik op cdroot > Linux > smartpanel > install.sh.
3
Printer Settings Utility installeren
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
Wanneer het venster Administrator Login verschijnt, typt
u "root" in het veld Login en voert u het
systeemwachtwoord in.
U moet zich aanmelden als supergebruiker (root) om de
printersoftware te installeren. Als u geen supergebruiker
bent, neemt u contact op met uw systeembeheerder.
3
Download het pakket Printer Settings Utility vanaf de
website van Samsung.
4
Klik met de rechtermuisknop op het pakket Printer
Settings Utility en decomprimeer het.
5
Dubbelklik op cdroot > Linux > psu > install.sh.
10
1. Installatie van de software
Opnieuw installeren voor Linux
Als het printerstuurprogramma niet correct werkt, maakt u de
installatie van het stuurprogramma ongedaan en installeert u het
opnieuw.
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
Wanneer het venster Administrator Login verschijnt, typt
u "root" in het veld Login en voert u het
systeemwachtwoord in.
U moet zich aanmelden als supergebruiker (root) om de
installatie van het printerstuurprogramma ongedaan te
maken. Als u geen supergebruiker bent, neemt u contact
op met uw systeembeheerder.
3
Klik op het pictogram onderaan op het bureaublad.
Wanneer het venster Terminal verschijnt, typt u het
volgende:
[root@localhost root]#cd /opt/Samsung/mfp/uninstall/
[root@localhost uninstall]#./uninstall.sh
4
Klik op Uninstall.
5
Klik op Next.
6
Klik op Finish.
2. Een via een netwerk
aangesloten apparaat
gebruiken
In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u een apparaat instelt
dat via het netwerk aangesloten is en hoe u de software instelt.
Nuttige netwerkprogramma’s 12
Instelling bekabeld netwerk 13
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk 17
IPv6-configuratie 25
12
2. Een via een netwerk
aangesloten apparaat gebruiken
Nuttige netwerkprogramma’s
Er zijn verschillende programma’s voorhanden om in een
netwerkomgeving de netwerkinstellingen op een eenvoudige
manier in te voeren. Zo kan de netwerkbeheerder diverse
apparaten in het netwerk beheren.
Voordat u onderstaande programma’s gaat gebruiken
moet u het IP-adres instellen.

1
SyncThru™ Web Service
Met de in de netwerkapparaat geïntegreerde webserver kunt u
het volgende doen (zie "SyncThru™ Web Service gebruiken" op
pagina 27):
Informatie over en status van verbruiksartikelen opvragen.
Apparaatinstellingen aanpassen.
E-mail-meldingsopties instellen. Als u deze optie instelt,
wordt de apparaatstatus (als de tonercassette leeg is of als er
een foutmelding is) automatisch naar het e-mailadres van
een bepaalde persoon gestuurd.
De noodzakelijke netwerkparameters voor het apparaat
instellen, zodat u een verbinding kunt maken met diverse
netwerkomgevingen.

2
SyncThru™ Web Admin Service
Een webgebaseerd apparaatbeheersysteem voor
netwerkbeheerders. Met SyncThru™ Web Admin Service kunt u
netwerkapparatuur op een efficiënte manier beheren en op
afstand controleren. U kunt bovendien problemen oplossen
vanaf iedere plek waar u via het internet toegang hebt tot het
bedrijfsnetwerk. U kunt dit programma downloaden via http://
solution.samsungprinter.com.

3
SetIP
Met dit hulpprogramma kunt u een netwerkinterface selecteren
en handmatig IP-adressen configureren voor gebruik met het
TCP/IP-protocol.
zie "IPv4-configuratie met het programma SetIP (Windows)"
op pagina 14.
zie "IPv4-configuratie met het programma SetIP (Macintosh)"
op pagina 15.
zie "IPv4-configuratie met het programma SetIP (Linux)" op
pagina 15.
TCP/IPv6 wordt door dit programma niet ondersteund.
13
2. Een via een netwerk
aangesloten apparaat gebruiken
Instelling bekabeld netwerk
U moet de netwerkprotocollen op uw apparaat instellen om het
apparaat in uw netwerk te kunnen gebruiken.
U kunt het netwerk gebruiken nadat u een netwerkkabel hebt
aangesloten op de desbetreffende poort op uw computer.
Gebruik het programma SyncThru™ Web Service of SetIP bij
modellen zonder displayscherm op het bedieningspaneel.
- zie "SyncThru™ Web Service gebruiken" op pagina 67.
- zie "Het IP-adres instellen" op pagina 14.
Modellen met een display op het bedieningspaneel moeten
de netwerkinstellingen ingesteld worden door op het
bedieningspaneel op de knop (Menu) > Netwerk te
drukken (zie "Netwerk" op pagina 40).

4
Een netwerkconfiguratierapport afdrukken
U kunt een netwerkconfiguratierapport afdrukken vanaf het
bedieningspaneel van het apparaat, waarin de huidige
netwerkinstellingen van uw apparaat worden weergegeven. Dit
zal u helpen bij de installatie van een netwerk.
De machine heeft een displayscherm: Druk op de knop
(Menu) op het bedieningpaneel en kies Netwerk >
Netwerkinst. (Netwerkconfiguratie)> Ja.
De printer heeft geen display: Houd de knop
(Annuleren of Stoppen/Wissen) op het bedieningspaneel
langer dan vijf seconden ingedrukt.
In dit netwerkconfiguratierapport kunt u het MAC-adres en IP-
adres van uw apparaat vinden.
Voorbeeld:
MAC-adres: 00:15:99:41:A2:78
IP-adres: 192.0.0.192
Instelling bekabeld netwerk
14
2. Een via een netwerk
aangesloten apparaat gebruiken

5
Het IP-adres instellen
Eerst moet u een IP-adres instellen voor het beheren van en
afdrukken via het netwerk. In de meeste gevallen wordt een IP-
adres automatisch toegewezen via een DHCP-server (Dynamic
Host Configuration Protocol Server) die zich in het netwerk
bevindt.
IPv4-configuratie met het programma SetIP
(Windows)
Voordat u het programma SetIP gebruikt, moet u de firewall van
de computer uitschakelen via Configuratiescherm >
Beveiligingscentrum > Windows Firewall.
1
Installeer dit programma vanaf de meegeleverde cd-rom
door te dubbelklikken op Application > SetIP >
Setup.exe.
2
Volg de instructies in het installatievenster.
3
Sluit het apparaat op het netwerk aan met een
netwerkkabel.
4
Schakel het apparaat in.
5
In het menu Start van Windows selecteert u Alle
programma’s > Samsung Printers > SetIP > SetIP.
6
Klik op het pictogram (derde van links) in het scherm
SetIP om het TCP/IP-configuratievenster te openen.
7
Voer als volgt de nieuwe apparaatgegevens in in het
configuratievenster. In een bedrijfsintranet moeten deze
gegevens mogelijk worden toegewezen door een
netwerkbeheerder voordat u verder kunt gaan.
Zoek het MAC-adres in het netwerkconfiguratierapport
en voer het hier in (zonder dubbele punten) (zie "Een
netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 13).
Bijvoorbeeld: 00:15:99:29:51:A8 wordt dus
0015992951A8.
Instelling bekabeld netwerk
15
2. Een via een netwerk
aangesloten apparaat gebruiken
8
Klik op Toepassen en vervolgens op OK. Het
Netwerkconfiguratierapport wordt automatisch op het
apparaat afgedrukt. Bevestig dat alle instellingen juist zijn.
IPv4-configuratie met het programma SetIP
(Macintosh)
Voordat u het programma SetIP gebruikt, moet u de firewall van
de computer uitschakelen via Systeemvoorkeuren >
Beveiliging > Firewall.
De volgende instructies kunnen verschillen per model.
1
Sluit het apparaat op het netwerk aan met een
netwerkkabel.
2
Plaats de installatie-cd en open het schijfvenster.
Selecteer vervolgens MAC_Installer > MAC_Printer >
SetIP > SetIPapplet.html.
3
Dubbelklik op het bestand en Safari zal automatisch
worden geopend. Selecteer vervolgens Vertrouw. De
pagina SetIPApplet.html wordt geopend in de browser.
Hier vindt u de naam en het IP-adres van de printer.
4
Klik op het pictogram (derde van links) in het scherm
SetIP om het TCP/IP-configuratievenster te openen.
5
Voer de nieuwe apparaatgegevens in het
configuratievenster in. In een bedrijfsintranet moeten deze
gegevens mogelijk worden toegewezen door een
netwerkbeheerder voordat u verder kunt gaan.
Zoek het MAC-adres in het netwerkconfiguratierapport
en voer het hier in (zonder dubbele punten) (zie "Een
netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 13).
Bijvoorbeeld: 00:15:99:29:51:A8 wordt dus
0015992951A8.
6
Selecteer Apply, OK en opnieuw OK.
7
Sluit Safari af.
IPv4-configuratie met het programma SetIP
(Linux)
Voordat u het programma SetIP gebruikt, moet u de firewall van
de computer uitschakelen via System Preferences or
Administrator.
Instelling bekabeld netwerk
16
2. Een via een netwerk
aangesloten apparaat gebruiken
De volgende instructies kunnen verschillen per model of
besturingssysteem.
1
Open /opt/Samsung/mfp/share/utils/.
2
Dubbelklik op het bestand SetIPApplet.html.
3
Klik hier om het venster TCP/IP Configuration te openen.
4
Voer de nieuwe apparaatgegevens in het
configuratievenster in. In een bedrijfsintranet moeten deze
gegevens mogelijk worden toegewezen door een
netwerkbeheerder voordat u verder kunt gaan.
Zoek het MAC-adres in het netwerkconfiguratierapport
en voer het hier in (zonder dubbele punten) (zie "Een
netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 13).
Bijvoorbeeld: 00:15:99:29:51:A8 wordt dus
0015992951A8.
5
Het Netwerkconfiguratierapport wordt automatisch op
het apparaat afgedrukt.
17
2. Een via een netwerk
aangesloten apparaat gebruiken
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk

6
Windows
1
Controleer of het apparaat met het netwerk is verbonden
en ingeschakeld is. Het IP-adres van uw apparaat moet
reeds ingesteld zijn (zie "Het IP-adres instellen" op pagina
14).
Als tijdens de installatie het venster "Wizard Nieuwe
hardware gevonden" verschijnt, klikt u op Annuleren
om het venster te sluiten.
2
Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
De cd-rom start automatisch op en er verschijnt een
installatievenster.
3
Selecteer Nu installeren.
Aangepaste installatie laat u toe om de verbinding van
het apparaat te selecteren en aan te geven welke
individuele onderdelen u wilt installeren. Volg de
aanwijzingen op het scherm.
4
Lees de Gebruiksrechtovereenkomst en vink het
selectievakje Ik aanvaard de bepalingen van de
gebruiksrechtovereenkomst aan. Klik daarna op
Volgende.
Het programma zoekt het apparaat.
Als het apparaat niet in het netwerk of lokaal wordt
gevonden, verschijnt er een foutbericht.
Schakel deze optie in als u de software wilt
installeren zonder de printer aan te sluiten.
- Schakel deze optie in als u dit programma wilt
installeren zonder dat er een apparaat is
aangesloten. In dit geval wordt het venster voor het
afdrukken van een testpagina overgeslagen en
wordt de installatie voltooid.
Opnieuw zoeken
Wanneer u op deze knop klikt, verschijnt er een
venster met een firewall-waarschuwing.
- Schakel de firewall uit en klik op Opnieuw zoeken.
In Windows klikt u op Start > Configuratiescherm
> Windows Firewall en schakelt u deze optie uit.
- Schakel naast de firewall van het besturingssysteem
ook die van andere programma’s uit. Raadpleeg de
handleiding van de desbetreffende programma’s.
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk
18
2. Een via een netwerk
aangesloten apparaat gebruiken
Directe invoer
Directe invoer laat u toe om een specifiek apparaat te
zoeken op het netwerk.
- Zoeken op IP-adres: voer hier het IP-adres of de
hostnaam in. Klik vervolgens op Volgende.
Druk een netwerkconfiguratierapport af om het IP-
adres van uw apparaat te controleren (zie "Een
netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina
13).
- Zoeken op netwerkpad: U kunt een gedeelde
printer (UNC-pad) opgeven door de gedeelde naam
handmatig in te voeren of door te klikken op
Bladeren en de gedeelde printer te zoeken. Klik
vervolgens op Volgende.
Help
Als uw printer niet op de computer of het netwerk is
aangesloten kunt u met deze Help-knop gedetailleerde
informatie over de aansluiting van het apparaat
weergeven.
SNMP-community-naam
Als uw systeembeheerder de nieuwe SNMP-
community-naam op het apparaat heeft ingesteld,
vindt u het apparaat terug in het netwerk. Neem
contact op met uw systeembeheerder voor de nieuwe
SNMP-community-naam.
5
De gevonden apparaten worden op het scherm
weergegeven. Selecteer het gewenste apparaat en klik op
OK.
Als er slechts één apparaat is gevonden, verschijnt het
bevestigingsvenster.
6
Volg de instructies in het installatievenster.

7
Macintosh
1
Controleer of het apparaat met uw netwerk is verbonden
en ingeschakeld is. Het IP-adres van uw apparaat moet
reeds ingesteld zijn (zie "Het IP-adres instellen" op pagina
14).
2
Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
3
Dubbelklik op het pictogram in de vorm van een cd-rom op
het bureaublad van uw Macintosh-computer.
4
Dubbelklik in de map MAC_Installer op het pictogram
Installer OS X.
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk
19
2. Een via een netwerk
aangesloten apparaat gebruiken
5
Voer het wachtwoord in en klik op OK.
6
Klik op Ga door.
7
Lees de gebruiksrechtovereenkomst en klik op Ga door.
8
Klik op Akkoord als u akkoord gaat met de
gebruiksrechtovereenkomst.
9
Selecteer Eenvoudige installatie en klik op Installeer.
Eenvoudige installatie wordt aanbevolen voor de meeste
gebruikers. Alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor
apparaatbewerkingen worden geïnstalleerd.
Als u Aangepaste installatie selecteert, kunt u aangeven
welke afzonderlijke onderdelen u wilt installeren.
10
Op het computerscherm verschijnt een waarschuwing dat
alle programma´s worden afgesloten. Klik op Ga door.
11
Selecteer Typische installatie voor een netwerkprinter
en klik op OK.
12
Het programma SetIP wordt automatisch uitgevoerd.
13
Klik op OK om door te gaan met de installatie.
14
Klik op Ga door in het venster Leesmij.
15
Nadat de installatie is voltooid klikt u op OK.
16
Open de map Toepassingen > Hulpprogramma’s >
Printerconfiguratie.
Voor Mac OS X 10.5-10.7 opent u de map
Toepassingen > Systeemvoorkeuren en klikt u op
Afdrukken en faxen.
17
Klik op Voeg toe op de Printerlijst.
In Mac OS X 10.5 -10.7 klikt u op het pictogram "+". Er
verschijnt een weergavevenster.
18
In Mac OS X 10.3 selecteert u het tabblad Afdrukken via
IP.
In Mac OS X 10.4 klikt u op IP-printer.
In Mac OS X 10.5-10.7 klikt u op IP.
19
Selecteer HP Jetdirect - Socket in Protocol.
Als u een document van vele pagina’s afdrukt, kunt u de
prestaties van de printer verbeteren door Socket te
kiezen in de opties bij Printertype.
20
Typ het IP-adres van uw printer in het invoerveld Adres.
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk
20
2. Een via een netwerk
aangesloten apparaat gebruiken
21
Typ de wachtrijnaam in het invoerveld Wachtrij. Als u de
wachtrijnaam voor uw apparaatserver niet kunt bepalen,
probeert u eerst de standaardwachtrij.
22
Als automatisch selecteren in Mac OS X 10.3 niet goed
werkt, selecteert u Samsung in Printermodel en de naam
van uw apparaat in Modelnaam.
Als automatisch selecteren in Mac OS X 10.4 niet goed
werkt, selecteert u Samsung in Druk af via en de
naam van uw apparaat in Model.
Als bij Mac OS X 10.5-10.7 Automatisch selecteren niet
goed werkt, kiest u Printersoftware selecteren en de
naam van uw apparaat in Druk af via.
23
Klik op Voeg toe.
Uw printer verschijnt op de Printerlijst en wordt ingesteld
als standaardprinter.

8
Linux
U moet Linux-softwarepakketten downloaden van de website
van Samsung om de printersoftware te installeren (http://
www.samsung.com/printer).
Om andere software te installeren:
zie "Smart Panel installeren" op pagina 8.
zie "Printer Settings Utility installeren" op pagina 9.
Het Linux-stuurprogramma installeren en een
netwerkprinter toevoegen
1
Controleer of het apparaat met uw netwerk is verbonden
en ingeschakeld is. Het IP-adres van uw apparaat moet
bovendien zijn ingesteld.
2
Download het Unified Linux Driver-pakket van de website
van Samsung.
3
Extraheer het bestand UnifiedLinuxDriver.tar.gz en open
de nieuwe map.
4
Dubbelklik op de map Linux > het pictogram install.sh.
5
Het venster Samsung Installer wordt geopend. Klik op
Continue.
6
Het venster "Add printer wizard" gaat open. Klik op Next.
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk
21
2. Een via een netwerk
aangesloten apparaat gebruiken
7
Selecteer Netwerkprinter en klik op de knop Search.
8
Het IP-adres en het model van de printer verschijnen in de
lijst.
9
Selecteer uw apparaat en klik op Next.
10
Voer de beschrijving van de printer in en klik op Next.
11
Nadat de software is toegevoegd klikt u op Finish.
12
Nadat de installatie is voltooid, klikt u op Finish.
Een netwerkprinter toevoegen
1
Dubbelklik op Unified Driver Configurator.
2
Klik op Add Printer..
3
Het venster Add printer wizard wordt geopend. Klik op
Next.
4
Selecteer Network printer en klik op de knop Search.
5
Het IP-adres en de modelnaam van de printer worden in
de lijst weergegeven.
6
Selecteer uw apparaat en klik op Next.
7
Voer de beschrijving van de printer in en klik op Next.
8
Nadat de software is toegevoegd klikt u op Finish.

9
UNIX
Controleer of uw printer het besturingssysteem UNIX
ondersteunt, voordat u het UNIX-stuurprogramma
installeert (zie basishandleiding).
De commando's zijn gemarkeerd met "". Wanneer u de
commando's invoert, moet u geen "" typen.
Om het UNIX-printerstuurprogramma te gebruiken moet u eerst
het UNIX-printerstuurprogrammapakket installeren en
vervolgens de printer instellen. U kunt het UNIX-
printerstuurprogrammapakket downloaden van de website van
Samsung.
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk
22
2. Een via een netwerk
aangesloten apparaat gebruiken
Het UNIX-printerstuurprogrammapakket
installeren
De installatieprocedure is identiek voor alle varianten van het
bovengenoemde UNIX-besturingssysteem.
1
Download het UNIX-stuurprogrammapakket van de
website van Samsung en pak het uit op uw computer.
2
Zorg dat u machtigingen voor de hoofdmap heeft.
su -
3
Kopieer het juiste stuurprogrammabestand naar de UNIX-
computer.
Raadpleeg de handleiding van uw UNIX-
besturingssysteem voor meer informatie.
4
Pak het UNIX-printerstuurprogrammabestand uit.
Op IBM AIX gebruikt u bijvoorbeeld de volgende
commando’s:
gzip -d < voor de pakketnaam in | tar xf -"
5
Ga naar de uitgepakte map.
6
Voer het installatiescript uit.
./install"
install is het installatiescriptbestand dat wordt gebruikt om
het UNIX-printerstuurprogrammapakket te installeren/
deïnstalleren.
Gebruik de opdracht "chmod 755 install" om de
uitvoering van het installatiescript te machtigen.
7
Voer de opdracht ". /install –c" uit om de resultaten van de
installatie te controleren.
8
Voer "installprinter" uit vanaf de opdrachtregel. Hiermee
wordt het venster van de wizard Add Printer Wizard
geopend. Stel in dit venster de printer op de volgende
manier in:
In sommige UNIX-besturingssystemen, zoals Solaris 10,
zijn zojuist toegevoegde printers mogelijk niet
ingeschakeld en/of kunnen geen taken ontvangen. In dat
geval moet u de volgende twee opdrachten uitvoeren in
de root-terminal:
accept <printer_name>"
enable <printer_name>"
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk
23
2. Een via een netwerk
aangesloten apparaat gebruiken
De installatie van het
printerstuurprogrammapakket ongedaan maken
Het hulpprogramma moet gebruikt worden om de
geïnstalleerde printer uit het systeem te verwijderen.
a Voer de opdracht "uninstallprinter" uit vanaf de
terminal.
Hierdoor wordt Uninstall Printer Wizard geopend.
De geïnstalleerde printers verschijnen in de
vervolgkeuzelijst.
b Selecteer de printer die u wilt verwijderen.
c Klik op Delete om de printer uit het systeem te
verwijderen.
d Voer de opdracht ". /install –d" uit om de installatie van
het volledige pakket ongedaan te maken.
e Voer de opdracht ". /install –c" uit om de resultaten
van de deïnstallatie te controleren.
Gebruik de opdracht ". /install" om de binaire gegevens opnieuw
te installeren.
De printer instellen
Voer "installprinter" uit vanaf de opdrachtregel om de printer toe
te voegen aan uw UNIX-systeem. Hiermee wordt het venster
van de wizard Printer toevoegen geopend. Stel in dit venster de
printer op de volgende manier in:
1
Typ de naam van de printer.
2
Selecteer het juiste printermodel uit de lijst van modellen.
3
Voer een beschrijving in voor het type van uw printer in het
veld Type. Dit is optioneel.
4
Geef in het veld Description een beschrijving van de
printer op. Dit is optioneel.
5
Geef in het veld Location een beschrijving van de printer
op.
6
Typ het IP-adres of de DNS-naam van de printer in het
tekstvak Device voor netwerkprinters. Op IBM AIX met
jetdirect kunt u alleen Queue type invoeren. U kunt geen
numeriek IP-adres invoeren.
Installeren van een stuurprogramma over het netwerk
24
2. Een via een netwerk
aangesloten apparaat gebruiken
7
Queue type toont de verbinding als lpd of jetdirect in de
overeenkomstige keuzelijst. Op Sun Solaris OS is
bovendien een usb type beschikbaar.
8
Selecteer Copies om het aantal exemplaren in te stellen.
9
Schakel de optie Collate in om exemplaren gesorteerd af
te drukken.
10
Schakel de optie Reverse Order in om exemplaren in
omgekeerde volgorde af te drukken.
11
Schakel de optie Make Default in om deze printer in te
stellen als standaardprinter.
12
Klik op OK om de printer toe te voegen.
25
2. Een via een netwerk
aangesloten apparaat gebruiken
IPv6-configuratie
IPv6 wordt alleen juist ondersteund in Windows Vista of
latere versies.
Als het IPv6-netwerk niet lijkt te werken, zet u alle
netwerkinstellingen terug naar de fabrieksinstellingen en
probeert u het opnieuw met behulp van Instel. wissen
(zie "Netwerk" op pagina 40).
Volg in een IPv6-netwerkomgeving de volgende procedure om
het IPv6-adres te gebruiken.
1
Sluit het apparaat op het netwerk aan met een
netwerkkabel.
2
Schakel het apparaat in.
3
Druk een netwerkconfiguratierappor af om de IPv6-
adressen te controleren (zie "Een
netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 13).
4
Selecteer Start > Configuratiescherm > Printers en
faxapparaten.
5
Klik op Een printer toevoegen in het linkerdeelvenster
van Printers en faxapparaten.
6
Kies Een lokale printer toevoegen op het venster Printer
toevoegen.
7
Het venster Wizard Printer toevoegen wordt geopend.
Volg de instructies in het venster.
Als het apparaat niet in een netwerkomgeving wordt
gebruikt, activeert u IPv6. Raadpleeg de volgende sectie.

10
IPv6 activeren
1
Druk op de knop (Menu) op het bedieningspaneel.
2
Druk op Netwerk > TCP/IP (IPv6) > IPv6 activeren.
3
Selecteer Aan en druk op OK.
4
Zet het apparaat uit en weer aan.
5
Installeer het printerstuurprogramma opnieuw.
IPv6-configuratie
26
2. Een via een netwerk
aangesloten apparaat gebruiken

11
IPv6-adressen instellen
Het apparaat ondersteunt de volgende IPv6-adressen voor het
afdrukken vanaf het netwerk en voor netwerkbeheer.
Link-local Address: zelfgeconfigureerde lokale IPv6-
adressen (adres begint met FE80).
Stateless Address: automatisch door een netwerkrouter
geconfigureerd IPv6-adres.
Stateful Address: Door een DHCPv6-server geconfigureerd
IPv6-adres.
Manual Address: Door de gebruiker handmatig
geconfigureerd IPv6-adres.
DHCPv6-adresconfiguratie (Stateful)
Als uw netwerk gebruikmaakt van een DHCPv6-server kunt u
een van de volgende opties instellen voor standaard
dynamische host-configuratie.
1
Druk op de knop (Menu) op het bedieningspaneel.
2
Klik op Netwerk > OK > TCP/IP (IPv6) > OK > DHCPv6
config.
3
Druk op de toets OK om de gewenste waarde te
selecteren.
DHCPv6 Addr: gebruik DHCPv6 altijd, ook als de
router er niet om vraagt.
DHCPv6 uit: gebruik DHCPv6 nooit, ook niet als een
router erom vraagt.
Router: Gebruik DHCPv6 alleen als een router erom
vraagt.
Handmatige adresconfiguratie
1
Start een webbrowser zoals Internet Explorer die IPv6-
adressering als URL ondersteunt.
2
Wanneer het venster SyncThru™ Web Service wordt
geopend, plaatst u de muisaanwijzer op Settings
bovenaan in de menublak en klikt u op Network Settings.
3
Klik op TCP/IPv6 in het linkerdeelvenster van de website.
4
Schakel het selectievakje voor Manual Address in.
Vervolgens wordt het tekstvak Address/Prefix
geactiveerd.
IPv6-configuratie
27
2. Een via een netwerk
aangesloten apparaat gebruiken
5
Voer de rest van het adres in (bijv.
3FFE:10:88:194::AAAA. "A" is de hexadecimaal 0 tot 9, A
tot F).
6
Klik op de knop Apply.

12
SyncThru™ Web Service gebruiken
1
Start een webbrowser zoals Internet Explorer die IPv6-
adressering als URL ondersteunt.
2
Selecteer een van de IPv6-adressen (Link-local
Address, Stateless Address, Stateful Address, Manual
Address) uit het netwerkconfiguratierapport (zie "Een
netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 13).
3
Voer de IPv6-adressen in (bijv. http://
[FE80::215:99FF:FE66:7701]).
De adressen moeten tussen vierkante haakjes ("[
]")worden geplaatst.
3. Menu´s met nuttige
instellingen
In dit hoofdstuk leest u hoe u de huidige status van het apparaat controleert
en hoe u geavanceerde apparaatinstellingen instelt.
Voordat u een hoofdstuk gaat lezen 29
Informatie 30
Lay-out 31
•Papier 33
Grafisch 34
Systeeminstallatie 35
•Emulatie 39
Netwerk 40
Beheerinstellingen 41
29
3. Menu´s met nuttige instellingen
Voordat u een hoofdstuk gaat lezen
In dit hoofdstuk worden alle beschikbare functies voor dit model beschreven om gebruikers te helpen deze functies te begrijpen. U
kunt controleren welke functies beschikbaar zijn voor ieder model in de Basishandleiding. Hier volgen een aantal tips voor het
gebruiken van dit hoofdstuk
Het bedieningspaneel biedt toegang tot verschillende menu’s voor de instelling van het apparaat en het gebruik van de functies
van het apparaat. Druk op (Menu) om toegang te krijgen tot deze menu’s.
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn
deze opties niet van toepassing op uw apparaat.
Deze functie is niet van toepassing op modellen zonder (Menu) op het configuratiescherm.
Afhankelijk van het model kunnen sommige menu-onderdelen op uw apparaat een andere naam hebben.
30
3. Menu´s met nuttige instellingen
Informatie
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen
sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het
geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw
apparaat.
Item Omschrijving
Menuoverzicht
Drukt het menuoverzicht met de lay-out en
de huidige instellingen van dit apparaat af.
Configuratie
Drukt een overzicht van de globale
instellingen van het apparaat af.
Info verb.art.
Drukt een pagina met gegevens over
verbruiksartikelen af.
Demopagina
Druk de demopagina af om te controleren of
uw apparaat goed werkt.
PCL-lettertype
(PCL-lettert.)
De lijst met PCL-lettertypen afdrukken.
PS-lettertype
(Lijst met PS-
lettert.)
De lijst met PS-lettertypen afdrukken.
EPSON-lettert.
(Lijst met
EPSON-lettert.)
De lijst met EPSON-lettertypen afdrukken.
KSC5843-
letteryp.
De lijst met KS-lettertypen afdrukken.
KSC5895-
lettertyp.
De lijst met KS5895-lettertypen afdrukken.
KSSM-lettert. De lijst met KSSM-lettertypen afdrukken.
Opgeslagen
taken
Drukt de momenteel in het geheugen of op
een harde schijf (HDD) opgeslagen
afdruktaken af.
Gebruiksteller
Drukt een verbruikspagina af. De pagina met
informatie over het verbruik bevat het totaal
aantal afgedrukte pagina’s.
Taak voltooid Drukt de lijst met voltooide afdruktaken af.
Account
Deze functie is alleen beschikbaar als Job
Accounting is ingeschakeld in het
programma SyncThru™ Web Admin
Service. Voor elke gebruiker kunt u een
rapport met aantal afdrukken printen.
Item Omschrijving
31
3. Menu´s met nuttige instellingen
Lay-out
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen
sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het
geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw
apparaat.
Item Omschrijving
Afdrukstand
Selecteert de richting waarin informatie wordt
afgedrukt op een pagina.
Algemene
marge
Marge enkelz.: Stelt de marge voor
enkelzijdig afdrukken in.
Dubbelzijdig: Stelt de marge voor
dubbelzijdig afdrukken in.
Binding: Bij het afdrukken op beide zijden
van het papier is de marge op kant A het
dichtst bij de bindrand evengroot als de
smalste marge op zijde B. De marges aan
de andere kant van de bindrind zijn in beide
gevallen ook hetzelfde.
MP-lade
Stelt de papiermarge in de multifunctionele
lade in.
Enkelzijdig: Stelt de marge voor
enkelzijdig afdrukken in.
Dubbelzijdig: Stelt de marges voor
dubbelzijdig afdrukken in.
Lade X
Stelt de papiermarges in de laden in.
Enkelzijdig: Stelt de marge voor
enkelzijdig afdrukken in.
Dubbelzijdig: Stelt de marges voor
dubbelzijdig afdrukken in.
Emulatiemarge
(Emulatiemarge)
Stelt de papiermarge voor de emulatie-
afdrukpagina in.
Duplex
Als u op beide zijden van het papier wilt
afdrukken kiest u de bindrand.
Uit: Hiermee schakelt u deze optie uit.
Lange zijde: Deze bindrand is de
conventionele lay-out voor boekbinden.
Korte zijde: Deze bindrand is de
conventionele lay-out voor kalenders.
Item Omschrijving
Lay-out
32
3. Menu´s met nuttige instellingen
Nietpositie bij
afdrukstand
Liggend
Stelt de plaats van de nietjes in.
Item Omschrijving
33
3. Menu´s met nuttige instellingen
Papier
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen
sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het
geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw
apparaat.
Item Omschrijving
Exemplaren Hiermee kunt u het aantal kopieën selecteren.
MF-lade / [Lade
<x>]
Papierformaat: Selecteert het standaard
papierformaat.
Type papier: Selecteert het type papier dat
zich momenteel in de lade bevindt.
Papierinvoer
Stelt in uit welke lade papier gebruikt moet
worden.
Ladekoppeling
(Aut.
Ladekeuze)
Als u onder Auto een andere waarde dan
Papierinvoer kiest en de geselecteerde lade
is leeg, kunt u instellen dat het apparaat
automatisch vanuit een andere lade afdrukt.
Als u bij Papierinvoer de optie Auto
kies, zal deze melding niet getoond
worden.
Lade
bevestigen
Activeert de melding ter bevestiging van de
lade. Als u een lade opent en sluit, wordt een
venster geopend met de vraag om het
papierformaat en -type van de zojuist
geopende lade in te stellen.
Item Omschrijving
34
3. Menu´s met nuttige instellingen
Grafisch
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen
sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het
geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw
apparaat.
Item Omschrijving
Resolutie
Specificeert het aantal afgedrukte punten per
inch (dpi - dots per inch). Hoe hoger de
instelling, hoe scherper de tekens en
afbeeldingen worden afgedrukt.
Tkst dnk. mk.
(Tkst. lcht. mk.)
Drukt de tekst donkerder af dan op een
normaal document.
Tonersterkte
Maakt de afdrukk op de pagina helderder of
donkerder. De instelling Normaal levert
doorgaans het beste resultaat. Gebruik de
instelling Licht om toner te besparen.
35
3. Menu´s met nuttige instellingen
Systeeminstallatie
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen
sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het
geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw
apparaat.
Item Omschrijving
Datum en tijd Stelt de datum en tijd in.
Klokmodus
Stelt de indeling voor het weergeven van de
tijd in, 12-uur of 24-uur.
Menu Formulier
Uit: hiermee kunt u afdrukken in modus
Normaal.
Enkel form: Hiermee worden alle pagina’s
afgedrukt met het eerste formulier.
Double form: hiermee wordt het voorblad
afgedrukt met het eerste formulier, en de
achterpagina met het tweede formulier.
Form. select.
Formulier-overlay zijn afbeeldingen die op de
harde schijf van de printer zijn opgeslagen in
een speciale bestandsindeling en die in een
willekeurig document in lagen kunnen worden
afgedrukt.
Taal Stelt de taal van de tekst op het display in.
Standaardpapie
rformaat
Hiermee kunt u het standaard papierformaat
selecteren.
Energ.spaarst.
Stel in na welke wachttijd de printer
overschakelt naar de energiebesparende
modus.
Wanneer het apparaat gedurende langere tijd
geen gegevens ontvangt wordt het
energiegebruik automatisch verlaagd.
Ontw.gebeurt.
U kunt instellen in welke situaties de printer
moet ontwaken uit sluimerstand. Zet het
onderdeel aan.
Druk op knop: Als u op een willekeurige
knop drukt, uitgezonderd de aan/uitknop,
wordt het apparaat wakker uit sluimerstand.
Printer: Als u de papierlade opent of sluit,
ontwaakt het apparaat uit de sluimerstand.
Item Omschrijving
Systeeminstallatie
36
3. Menu´s met nuttige instellingen
Aut. doorgaan
Bepaalt of de printer door moet gaan met
afdrukken als waargenomen wordt dat het
gebruikte papier niet overeenkomt met de
instellingen.
Uit: Als het type of formaat papier niet
overeenkomt, wacht het apparaat tot u de
juiste papiersoort invoert.
Aan: Als er een papierstoring optreedt,
wordt er een foutbericht getoond. De printer
zal ongeveer 30 seconden wachten, het
bericht automatisch wissen en doorgaan
met afdrukken.
Verv. papier
Hiermee wordt het ingestelde papierformaat
in het printerstuurprogramma automatisch
vervangen om inconsistenties tussen A4- en
Letter-papier te voorkomen. Als u
bijvoorbeeld A4-papier in de lade hebt
geplaatst, maar u het papierformaat in het
printerstuurprogramma op Letter hebt
ingesteld, zal het apparaat afdrukken op A4-
papier en omgekeerd.
Item Omschrijving
Verk. pap.frm.
Hiermee wordt bepaald of de foutmelding
Verkeerd papier wordt genegeerd of niet.
Wanneer u Uit selecteert, stopt het apparaat
niet met afdrukken, zelfs niet wanneer het
papier verkeerd is.
Luchtdrukcorr.
Afdrukkwaliteit optimaliseren naargelang de
hoogte boven zeeniveau.
Auto CR
Met deze optie kunt u een harde return
plaatsen aan het einde van een regel, zeer
handig voor Unix- of DOS-gebruikers.
Time-out taak
Als er gedurende een bepaalde periode geen
gegevens worden ontvangen, wordt een taak
afgesloten. U kunt instellen hoe lang het
apparaat moet wachten voordat de taak wordt
afgesloten.
Meerdere
vakken
Modus: Selecteert de te gebruiken modus
met meerdere vakken.
Standaardlade: Selecteert de te gebruiken
lade als standaardlade.
Item Omschrijving
Systeeminstallatie
37
3. Menu´s met nuttige instellingen
Onderhoud
Drum reinigen: Reinigt de OPC-drum van
de cassette door middel van het afdrukken
van een vel.
Fuser reinig.: Reinigt de fixeereenheid
door middel van het afdrukken van een vel.
Toner Op wis.: Deze optie verschijnt
alleen als de tonercassette leeg is.
Info verb.art.: Via dit menu-item kunt u
zien hoeveel afdrukken er zijn gemaakt en
hoeveel toner er nog in de cassette zit.
Ws tr bijna op: Als er geen toner meer in
de tonercassette zit, verschijnt een bericht
waarin de gebruiker wordt gevraagd om de
tonercassette te vervangen. U kunt de
weergave van dit bericht in- en
uitschakelen.
Papier stapel.: Als u het apparaat in een
vochtige omgeving gebruikt of
afdrukmaterialen gebruikt die vochtig zijn
als gevolg van een hoge luchtvochtigheid,
kunnen de afgedrukte vellen krullen
vertonen en worden ze mogelijk niet goed
gestapeld. In dit geval kunt u het apparaat
instellen om de functie te gebruiken
waarmee de afdrukken goed gestapeld
worden. Deze functie zal de afdruksnelheid
echter verlagen.
Item Omschrijving
Inst. import.
Importeert gegevens opgeslagen op een
USB-geheugenstick naar het apparaat.
Inst. export.
Exporteert de op het apparaat opgeslagen
instellingen naar een geheugenstick.
Tonerbesparing
Als u deze modus activeert, gaat uw
tonercassette langer mee en zijn de kosten
per pagina lager dan wanneer u in de normale
modus afdrukt. Dit gaat echter wel ten koste
van de afdrukkwaliteit.
Stille modus
Met dit menu kan de hoeveelheid lawaai
tijdens het afdrukken verminderd worden. De
snelheid en de kwaliteit van de afdruk kan
echter lager worden.
Item Omschrijving
Systeeminstallatie
38
3. Menu´s met nuttige instellingen
Eco-inst.
Met deze optie kunt u hulpbronnen besparen
en milieuvriendelijke afdrukken maken.
Standaardmodus: Selecteert of de Eco-
modus in- of uitgeschakeld wordt.
Geforc.: Schakelt de Eco-modus in
en beveiligt de instelling met een
wachtwoord. Als een gebruiker de
Eco-modus wil wijzigen, moet deze
het wachtwoord invoeren.
Sjabloon wijzigen: Kiest het ingetelde
eco-sjabloon via de SyncThru™ Web
Service.
Instel. wissen
Herstelt de standaardinstellingen vanuit de
fabriek.
Item Omschrijving
39
3. Menu´s met nuttige instellingen
Emulatie
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen
sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het
geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw
apparaat.
Item Omschrijving
Type emulatie
De apparaattaal definieert hoe de computer
met het apparaat communiceert.
Instellingen
Stelt de gedetailleerde instelllingen voor het
geselecteerde emulatietype in.
40
3. Menu´s met nuttige instellingen
Netwerk
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen
sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het
geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw
apparaat.
Optie Omschrijving
TCP/IP (IPv4)
Selecteer het passende protocol en de
configuratieparameters voor gebruik in de
netwerkomgeving.
Er moeten heel wat parameters
ingesteld worden. Als u niet zeker
bent, laat u ze ongemoeid of
raadpleeg u de netwerkbeheerder.
TCP/IP (IPv6)
Selecteer deze optie om gebruik te maken
van een IPv6-netwerkomgeving (zie "IPv6-
configuratie" op pagina 25).
Ethernet-snel.
Hiermee kunt u de transmissiesnelheid van
het netwerk configureren.
802.1x
U kunt de gebruikersverificatie voor
netwerkcommunicatie instellen. Raadpleeg
uw netwerkbeheerder voor details.
Instel. wissen
Hiermee zet u de standaard
netwerkinstellingen terug.
Netwerkconf.
(Netwerkconfig
uratie)
Deze lijst toont informatie over de
netwerkverbinding en -configuratie van uw
apparaat.
Net. activeren
U kunt instellen of u Ethernet aan of uit wilt
zetten.
Http activeren
U kunt selecteren of u al dan niet gebruik wilt
maken van de functie SyncThru™ Web
Service.
Optie Omschrijving
41
3. Menu´s met nuttige instellingen
Beheerinstellingen
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen
sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het
geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw
apparaat.
Item Omschrijving
Wacht
bescherming
Stelt het wachtwoord in voor toegang tot het
menu Beheerinstellingen. Kies Aan om
gebruik te maken van deze optie en om het
wachtwoord in te voeren.
Wachtw.
wijzigen
Wijzigt het wachtwoord voor toegang tot de
Beheerinstellingen van het apparaat.
Onderhoud
Fixeereenheid reinigen: Reinigt de
fixeereenheid door middel van het afdrukken
van een vel. Het afgedrukte vel bevat
tonerresten.
Toner Op wissen: Voorkomt dat het bericht
Ws tr bijna op op het display wordt
weergegeven.
Info verb.art.: Via dit menu-item kunt u zien
hoeveel afdrukken er zijn gemaakt en hoeveel
toner er nog in de cassette zit.
Ws tr bijna op: Als er geen toner meer in de
tonercassette zit, verschijnt een bericht
waarin de gebruiker wordt gevraagd om de
tonercassette te vervangen. U kunt de
weergave van dit bericht in- en uitschakelen.
Ramschijf: Schakelt de Ramschijf in of uit
voor het beheren van afdruktaken. Afhankelijk
van de grootte van het geïnstalleerde
optionele geheugen, kunt u de grootte van de
Ramschijf instellen tussen 32 en 64 MB. Deze
optie verschijnt niet als u een harde schijf
geïnstalleerd heeft.
Item Omschrijving
4. Speciale functies
In dit hoofdstuk worden speciale afdrukfuncties verklaard.
Aanpassing aan luchtdruk of hoogte 43
De lettertype-instelling wijzigen 44
De standaardafdrukinstellingen wijzigen 45
Uw apparaat instellen als standaardprinter 46
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken 47
Afdrukken in Macintosh 55
Afdrukken in Linux 58
Afdrukken in Unix 61
De procedures in dit hoofdstuk zijn voornamelijk gebaseerd op
Windows 7.
43
4. Speciale functies
Aanpassing aan luchtdruk of hoogte
De afdrukkwaliteit wordt beïnvloed door de atmosferische druk,
die wordt bepaald door de hoogte boven zeeniveau waar het
apparaat staat. De volgende informatie zal u helpen bij de
instelling van uw apparaat voor de beste afdrukkwaliteit.
Ga na op welke hoogte u zich bevindt en stel de juiste luchtdruk
in.
Zie "Apparaatinstellingen" op pagina 72 als u Windows
gebruikt.
Zie "Gebruiken van Smart Panel (alleen voor Macintosh en
Linux)" op pagina 74 als u Macintosh, Linux of UNIX OS
gebruikt.
Als uw computer is verbonden met internet, kunt u de
hoogte instellen via SyncThru™ Web Service.
U kunt de hoogte ook instellen via de optie
Systeeminst. op het display van het apparaat.
1 Hoog 3
2 Hoog 2
3 Hoog 1
4 Normaal
0
4,000 m
(13,123 ft)
3,000 m
(9,842 ft)
2,000 m
(6,561 ft)
1,000 m
(3,280 ft)
4
3
2
1
44
4. Speciale functies
De lettertype-instelling wijzigen
Het apparaat is standaard ingesteld op het lettertype dat in uw
regio of land wordt gebruikt.
Als u het lettertype wilt wijzigen of een lettertype wilt instellen
voor een speciale omgeving (bijvoorbeeld DOS), kunt u de
lettertype-instelling wijzigen in het gedeelte
Apparaatinstellingen of Emulatie.
Zie "Apparaatinstellingen" op pagina 72 als u Windows
gebruikt.
Zie "Gebruiken van Smart Panel (alleen voor Macintosh en
Linux)" op pagina 74 als u Macintosh, Linux of UNIX OS
gebruikt.
Als uw computer is verbonden met internet is
verbonden, kunt u de lettertypen instellen via
SyncThru™ Web Service.
U kunt het lettertype ook wijzigen via de optie Emulatie
op het display van het apparaat.
Hieronder vindt u de lijst met lettertypen voor de
overeenkomstige talen.
- Russisch: CP866, ISO 8859/5 Latin Cyrillic
- Hebreeuws: Hebrew 15Q, Hebrew-8, Hebrew-7
(alleen voor Israël)
- Grieks: ISO 8859/7 Latin Greek, PC-8 Latin/Greek
- Arabisch & Farsi: HP Arabic-8, Windows Arabic,
Code Page 864, Farsi, ISO 8859/6 Latin Arabic
- OCR: OCR-A, OCR-B
45
4. Speciale functies
De standaardafdrukinstellingen wijzigen
1
Klik op het menu Start van Windows.
2
In Windows Server 2000 selecteert u Instellingen >
Printers.
Als u Windows XP/Server 2003 gebruikt, selecteert u
Printers en faxapparaten.
Als u Windows Server 2008/Vista gebruikt, selecteert u
Configuratiescherm > Hardware en geluiden >
Printers.
In Windows 7 selecteert u Configuratiescherm >
Apparaten en Printers.
In Windows Server 2008 R2 selecteert u
Configuratiescherm > Hardware > Apparaten en
printers.
3
Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat.
4
In Windows XP/Server 2003/Server 2008/Vista kiest u
Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
In Windows 7 en Windows Server 2008 R2 selecteert u
Voorkeursinstellingen voor afdrukken in de
contextmenu’s.
Als bij het item Voorkeursinstellingen voor afdrukken
het teken staat, kunt u andere
printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde printer
selecteren.
5
Wijzig de instellingen op elk tabblad.
6
Klik op OK.
In Voorkeursinstellingen voor afdrukken kunt u de
instellingen voor elke afdruktaak wijzigen.
46
4. Speciale functies
Uw apparaat instellen als standaardprinter
1
Klik op het menu Start van Windows.
2
In Windows Server 2000 selecteert u Instellingen >
Printers.
Als u Windows XP/Server 2003 gebruikt, selecteert u
Printers en faxapparaten.
Als u Windows Server 2008/Vista gebruikt, selecteert u
Configuratiescherm > Hardware en geluiden >
Printers.
In Windows 7 selecteert u Configuratiescherm >
Apparaten en Printers.
In Windows Server 2008 R2 selecteert u
Configuratiescherm > Hardware > Apparaten en
printers.
3
Selecteer uw apparaat.
4
Klik met uw rechtermuisknop op uw apparaat en selecteer
Als standaard instellen.
Als bij het item Als standaard instellen voor Windows 7
of Windows Server 2008 R2 het teken staat, kunt u
andere printerstuurprogramma’s selecteren die met de
geselecteerde printer verbonden zijn.
47
4. Speciale functies
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken
XPS-printerstuurprogramma: wordt gebruikt om af te
drukken in een XPS-bestandsindeling.
Het XPS-printerstuurprogramma kan alleen
geïnstalleerd worden op Windows Vista OS of een
recentere versie.
U kunt het XPS-stuurprogramma installeren wanneer u
de software-cd in het cd-rom-station plaatst.
Installeer extra geheugen wanneer een XPS-taak niet
wordt afgedrukt omdat de printer onvoldoende
geheugen heeft.
1
Afdrukken naar een bestand (PRN)
Het kan soms handig zijn om de af te drukken gegevens op te
slaan als een bestand.
1
Kruis het selectievak Afdrukken naar bestand in het
venster Afdrukken aan.
2
Klik op Afdrukken.
3
Voer het doelpad en de bestandsnaam in en klik
vervolgens op OK.
Bijvoorbeeld c:\Temp\bestandsnaam.
Als u enkel de bestandsnaam invoert wordt het bestand
automatisch opgeslagen in Mijn documenten,
Documents and Settings of Gebruikers. De opslagmap
kan verschillen, afhankelijk van uw besturingssysteem of
het gebruikte programma.
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken
48
4. Speciale functies
2
Speciale afdrukfuncties verklaard
U kunt geavanceerde afdrukfuncties gebruiken voor uw printer.
Om de printerfuncties van uw printerstuurprogramma te gebruiken, klikt u op Eigenschappen of Voorkeuren in het venster
Afdrukken van de toepassing om de afdrukinstellingen te wijzigen. De apparaatnaam die in het printereigenschappenvenster wordt
weergegeven is afhankelijk van het gebruikte apparaat.
Item Omschrijving
Meerdere pagina's per
zijde
U kunt het aantal pagina’s selecteren dat u op één vel wilt afdrukken. Als u meer dan één pagina per vel afdrukt
worden de pagina’s verkleind en in de door u opgegeven volgorde gerangschikt. U kunt op één vel tot 16
pagina’s afdrukken.
Poster afdrukken
U kunt een document van één enkele pagina op 4 (poster van 2x2), 9 (poster van 3x3) of 16 vellen (poster van
4x4) papier drukken om ze aan elkaar te plakken en er een poster van te maken.
Selecteer de waarde Posteroverlap. Geef de Posteroverlap op in millimeters of inches door het keuzerondje
bovenaan rechts op het tabblad Basis te selecteren om de vellen gemakkelijker aan elkaar te kunnen plakken.
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken
49
4. Speciale functies
Boekje afdrukken
Met deze functie kunt u een document op beide zijden van het papier afdrukken en worden de pagina’s zo
gerangschikt dat u het afgedrukte papier dubbel kunt vouwen om een boekje te maken.
Als u een boekje wilt maken, moet u afdrukken op afdrukmateriaal van het formaat Letter, Legal, A4, US Folio
of Oficio.
De optie Boekje afdrukken is niet beschikbaar voor alle papierformaten. Kies de Formaat-optie
onder het tabblad Papier om te kijken welke papierformaten beschikbaar zijn.
Als u een onbeschikbaar papierformaat selecteert, wordt deze optie mogelijk automatisch
geannuleerd. Selecteer alleen beschikbaar papier (papier waarbij geen of staat).
Dubbelzijdig
afdrukken
U kunt op beide zijden van een vel papier afdrukken (dubbelzijdig). Voor u afdrukt, moet u de gewenste
afdrukstand van het document opgeven.
U kunt deze functie gebruiken met papier van het formaat Letter, Legal, A4, US Folio of Oficio.
Als uw printer geen duplexeenheid heeft, moet u de afdruktaak handmatig uitvoeren. De printer
drukt eerst elke andere pagina van het document af. Hierna verschijnt er een bericht op uw
computer.
De functie Blanco pagina's overslaan werkt niet als u de dubbelzijdige optie heeft ingeschakeld.
Item Omschrijving
8
9
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken
50
4. Speciale functies
Dubbelzijdig
afdrukken
(Optie)
Standaardinstelling printer: Als u deze optie selecteert, wordt deze functie bepaald door de instelling die
u hebt opgegeven op het bedieningspaneel van de printer. Deze optie is alleen beschikbaar bij gebruik van
het PCL/XPS-printerstuurprogramma.
Geen: Hiermee schakelt u deze functie uit.
Lange zijde: Deze optie is de conventionele lay-out die bij boekbinden wordt gebruikt.
Korte zijde: Deze optie is de conventionele lay-out die voor kalenders wordt gebruikt.
Omgekeerd dubbelzijdig afdrukken: Schakel deze optie in om de afdrukvolgorde om te keren bij het
dubbelzijdig afdrukken.
Papieropties Wijzigt de afmetingen van een document zodat deze kleiner of groter op het vel afgedrukt wordt, door een
percentage in te voeren waarmee het document vergroot of verkleind wordt.
Watermerk Met de optie Watermerk kunt u tekst afdrukken over een bestaand document, U gebruikt het bijvoorbeeld om
in grote grijze letters "CONCEPT" of "VERTROUWELIJK" diagonaal op de eerste pagina of op alle pagina’s
afdrukken.
Item Omschrijving
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken
51
4. Speciale functies
Watermerk
(Een watermerk
maken)
a Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor
afdrukken.
b Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Watermerk. Het venster
Watermerken bewerken wordt geopend.
c Voer een tekst in het vak Tekst watermerk in.
U kunt maximaal 256 tekens invoeren. De tekst wordt in het voorbeeldvenster weergegeven.
Watermerk
(Een watermerk
bewerken)
a Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor
afdrukken
b Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Watermerk. Het venster
Watermerken bewerken wordt geopend.
c Selecteer in het vak Huidige watermerken het watermerk dat u wilt bewerken en wijzig de tekst van het
watermerk en de opties.
d Klik op Wijzigen als u de wijzigingen wilt opslaan.
e Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
Watermerk
(Een watermerk
verwijderen)
a Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor
afdrukken.
b Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Watermerk. Het venster
Watermerken bewerken wordt geopend.
c Selecteer in het vak Huidige watermerken het watermerk dat u wilt verwijderen en klik op de knop Wissen.
d Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
Item Omschrijving
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken
52
4. Speciale functies
Overlay
Deze optie is alleen beschikbaar bij gebruik van het PCL-stuurprogramma.
Een overlay is tekst en/of een afbeelding die op de harde schijf van de computer is opgeslagen in een speciale
bestandsindeling en die in een willekeurig document kan worden afgedrukt. Overlays worden vaak gebruikt in
plaats van voorgedrukte formulieren en papier met een briefhoofd. In plaats van een voorgedrukt briefhoofd
kunt u een overlay samenstellen die precies dezelfde informatie bevat. Als u een brief met het briefhoofd van
uw bedrijf wilt afdrukken, hoeft u geen voorbedrukt briefhoofdpapier in het apparaat te plaatsen. U drukt het
briefhoofd gewoon als overlay op uw document af.
Als u een paginaoverlay wilt gebruiken, moet u een nieuwe paginaoverlay maken met uw logo of afbeelding.
Het formaat van het overlaydocument moet hetzelfde zijn als dat van de documenten die u met de
overlay afdrukt. Maak geen overlay met een watermerk.
De resolutie van het overlaydocument moet dezelfde zijn als die van het document waarop u de
overlay wilt afdrukken.
Overlay
(Een nieuwe
paginaoverlay maken)
a Ga naar de Voorkeursinstellingen voor afdrukken als u het document als een overlay wilt opslaan.
b Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Tekst. Het venster
Overlay bewerken verschijnt.
c Klik in het venster Overlay bewerken op Maken.
d Typ een naam van maximaal acht tekens in het vak Opslaan als in het venster Bestandsnaam. Selecteer
indien nodig de map waarin u het overlaybestand wilt opslaan. Standaard is dit de map C:\Formover.
e Klik op Opslaan. De naam verschijnt in Overzicht overlays.
f Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
Het bestand wordt niet afgedrukt. Het wordt opgeslagen op de harde schijf van uw computer.
Item Omschrijving
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken
53
4. Speciale functies
Overlay
(Een paginaoverlay
gebruiken)
a Klik op het tabblad Geavanceerd.
b Selecteer de gewenste overlay in de vervolgkeuzelijst Tekst.
c Als het overlaybestand dat u zoekt niet in de vervolgkeuzelijst Tekst voorkomt, selecteert u Bewerken... in
de lijst en klikt u op Laden. Selecteer het overlaybestand dat u wilt gebruiken.
Als u het gewenste overlaybestand op een externe bron hebt opgeslagen, kunt u het bestand ook laden
vanuit het venster Openen.
Klik op Openen als u het bestand hebt geladen. Het bestand verschijnt in het vak Overzicht overlays en
kan worden afgedrukt. Selecteer de overlay in de vervolgkeuzelijst Overzicht overlays.
d Schakel indien nodig het selectievakje Overlay bevestigen voor afdrukken in. Als dit selectievakje is
ingeschakeld, verschijnt telkens als u een document naar de printer verzendt een berichtvenster waarin u
gevraagd wordt om te bevestigen of u een overlay op uw document wilt afdrukken.
Als dit selectievakje niet is ingeschakeld en er een overlay is geselecteerd, wordt de overlay automatisch
op uw document afgedrukt.
e Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
Overlay
(Een paginaoverlay
verwijderen)
a Klik in het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken op het tabblad Geavanceerd.
b Selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Tekst.
c Selecteer in het vak Overzicht overlays de overlay die u wilt verwijderen.
d Klik op Wissen.
e Als er een venster verschijnt waarin u om bevestiging wordt gevraagd, klikt u op Ja.
f Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten. Paginaoverlays die u niet meer
gebruikt, kunt u verwijderen.
Item Omschrijving
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken
54
4. Speciale functies
Afdrukmodus
Deze functie is alleen beschikbaar als u de optionele harde schijf hebt geïnstalleerd of de
Ramschijf hebt ingesteld. Om de Ramschijf in te stellen moet u deze inschakelen via SyncThru™
Web Service > Settings > Machine Settings > Ram Disk.
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display
verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat.
Afdrukmodus: De standaard Afdrukmodus is Normaal, en is bedoeld om af te drukken zonder het
afdrukbestand op te slaan in het geheugen.
- Normaal: in deze modus wordt uw document afgedrukt zonder het op te slaan in het optioneel geheugen.
- Proefafdruk: deze modus is handig als u meer dan een exemplaar wilt afdrukken. U kunt eerst een
exemplaar afdrukken om te controleren en daarna de andere exemplaren afdrukken.
- Vertrouwelijk: deze modus wordt gebruikt voor het afdrukken van vertrouwelijke documenten. U moet
een wachtwoord invoeren om af te drukken.
- Opslaan: selecteer deze instelling om een document op de harde schijf op te slaan zonder het af te
drukken.
- Opslaan en afdrukken: Deze modus wordt gebruikt wanneer een document tegelijkertijd wordt
opgeslagen en afgedrukt.
- Wachtrij: deze optie is handig om een grote hoeveelheid gegevens te verwerken. Als u deze instelling
selecteert, wordt het document op de harde schijf in een afdrukwachtrij geplaatst en vervolgens van
daaruit afgedrukt. Op die manier wordt de belasting van de computer lager.
- Afdrukschema: selecteer deze instelling om het document op een opgegeven tijdstip af te drukken.
Gebruikersnaam: deze optie wordt gebruikt als u een opgeslagen bestand wilt vinden via het
bedieningspaneel.
Taaknaam: deze optie wordt gebruikt als u een opgeslagen bestand wilt vinden via het bedieningspaneel.
Item Omschrijving
55
4. Speciale functies
Afdrukken in Macintosh
Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies
mogelijk niet beschikbaar. Dit betekent dat de functies
niet worden ondersteund.
3
Een document afdrukken
Als u afdrukt met een Macintosh-computer moet u in elke
toepassing die u gebruikt de instellingen van het
printerstuurprogramma controleren. Volg de onderstaande
stappen om af te drukken vanaf een Macintosh-computer:
1
Open het af te drukken document.
2
Open het menu Bestand en klik op Pagina-instelling
(Documentinstellingen in enkele toepassingen).
3
Selecteer papierformaat, -oriëntatie, -schaal en andere
opties, en zorg ervoor dat uw apparaat is geselecteerd.
Klik op OK.
4
Open het menu Bestand en klik op Druk af.
5
Kies het aantal exemplaren en geef aan welke pagina’s u
wilt afdrukken.
6
Klik op Druk af.
4
Printerinstellingen wijzigen
U kunt geavanceerde afdrukfuncties gebruiken voor uw printer.
Open een toepassing en selecteer Druk af in het menu
Bestand. De printernaam die in het
printereigenschappenvenster wordt weergegeven is afhankelijk
van de gebruikte printer. Het printereigenschappenvenster is
afgezien van de naam vergelijkbaar met het onderstaande
venster.
5
Afdrukken meerdere pagina's op één blad
U kunt meer dan één pagina afdrukken op één vel papier. Dit is
een goedkope manier om conceptpagina's af te drukken.
Afdrukken in Macintosh
56
4. Speciale functies
1
Open een toepassing en selecteer Druk af uit het menu
Bestand.
2
Selecteer Lay-out in de vervolgkeuzelijst Afdrukstand.
Selecteer in de vervolgkeuzelijst Pagina's per vel het
aantal pagina's dat u op één vel papier wilt afdrukken.
3
Kies de andere te gebruiken opties.
4
Klik op Druk af.
Het apparaat drukt het gekozen aantal pagina's op één vel
papier af.
6
Dubbelzijdig afdrukken
Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies
mogelijk niet beschikbaar. Dit betekent dat de functies
niet worden ondersteund.
Voordat u dubbelzijdig afdrukt, moet u aangeven langs welke
rand u de pagina's wilt inbinden. De bindopties zijn:
Lange kant binden: dit is de klassieke opmaak die bij het
boekbinden wordt gebruikt.
Korte kant binden: deze optie wordt vaak gebruikt voor
kalenders.
1
Selecteer Druk af in het menu Bestand van uw
Macintosh-toepassing.
2
Selecteer Lay-out in de vervolgkeuzelijst Afdrukstand.
3
Selecteer een bindrichting in de optie Dubblezijdig.
4
Kies de andere te gebruiken opties.
5
Als u op Druk af klikt, drukt de printer op beide zijden van
het papier af.
Als u meer dan 2 kopieën afdrukt, kunnen de eerste en
de tweede kopie op hetzelfde vel papier worden
afgedrukt. Vermijd op beide zijden van het papier af te
drukken als u meer dan 1 kopie afdrukt.
Afdrukken in Macintosh
57
4. Speciale functies
7
Help gebruiken
Klik op het vraagteken in de linkeronderhoek van het venster en
klik op het onderwerp waarover u meer wilt weten. Er verschijnt
een pop-upvenster met informatie over de functie van die optie
waarover het stuurprogramma beschikt.
58
4. Speciale functies
Afdrukken in Linux
Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies
mogelijk niet beschikbaar. Dit betekent dat de functies
niet worden ondersteund.
8
Afdrukken vanuit een toepassing
Vanuit een groot aantal Linux-toepassingen kunt u afdrukken
met Common UNIX Printing System (CUPS). U kunt vanuit al
deze toepassingen met uw printer afdrukken.
1
Open een toepassing en selecteer Print in het menu File.
2
Selecteer rechtstreeks Print via lpr.
3
Selecteer uw model uit de lijst met printers in het venster
LPR GUI en klik op Properties.
4
Wijzig de eigenschappen van de afdruktaak met behulp
van de volgende vier tabbladen die bovenaan in het
venster worden weergegeven.
General: Wijzigt het papierformaat, papiertype en de
afdrukstand van de documenten. Hiermee kunt u de
functie dubbelzijdig afdrukken inschakelen, start- en
eindvaandels toevoegen en het aantal pagina’s per vel
wijzigen.
Afhankelijk van het model is automatisch/handmatig
dubbelzijdig afdrukken mogelijk niet beschikbaar. Als
alternatief kunt u het lpr-afdruksysteem of andere
programma's gebruiken voor het afdrukken van even en
oneven pagina's.
Text: Stelt de paginamarges en tekstopties, zoals
regelafstand en kolommen in.
Graphics: Op dit tabblad kunt u afbeeldingsopties
instellen voor het afdrukken van
afbeeldingsbestanden, zoals kleuropties en grootte of
positie van de afbeelding.
Advanced: Afdrukresolutie, papierbron en
bestemming instellen.
5
Klik op Apply om de wijzigingen toe te passen en sluit het
venster Properties.
Afdrukken in Linux
59
4. Speciale functies
6
Klik op OK in het venster LPR GUI om met afdrukken te
beginnen.
7
Het venster Printing verschijnt. Hierin kunt u de status van
de afdruktaak controleren.
Klik op Cancel als u de huidige afdruktaak wilt annuleren.
9
Bestanden afdrukken
U kunt een groot aantal bestandstypen afdrukken op dit
apparaat door de standaard-CUPS-methode direct vanaf de
opdrachtregel toe te passen. Met het CUPS-lpr-hulpgramma
kunt u dat doen, maar het programma uit het besturingsbestand
vervang het standaard lpr-hulpprogramma door een veel
gebruiksvriendelijker LPR GUI-programma.
Zo drukt u elk bestand af:
1
Typ lpr <bestandsnaam> op de commandoregel van de
Linux-shell en druk op Enter. Het venster LPR GUI wordt
geopend.
Wanneer u enkel lpr typt en op Enter drukt, verschijnt
eerst het venster Select file(s) to print. Selecteer de
bestanden die u wilt afdrukken en klik op Open.
2
In het venster LPR GUI selecteert u uw apparaat uit de lijst
en wijzigt u de eigenschappen van de afdruktaak.
3
Klik op OK om met afdrukken te beginnen.
10
Printereigenschappen configureren
In Printer Properties dat u kunt openen in het venster Printers
configuration kunt u de verschillende eigenschappen van uw
printer wijzigen.
1
Open Unified Driver Configurator.
Schakel indien nodig over naar Printers configuration.
2
Selecteer uw apparaat in de lijst met beschikbare printers
en klik op Properties.
Afdrukken in Linux
60
4. Speciale functies
3
Het venster Printer Properties wordt geopend.
Dit venster bestaat uit de volgende vijf tabbladen:
General: locatie en naam van de printer wijzigen. De
naam die u op dit tabblad invoert, wordt weergegeven
in de printerlijst in Printers configuration.
Connection: een andere poort bekijken of selecteren.
Als u de poort van het apparaat van USB wijzigt in
parallel of omgekeerd terwijl de printer in gebruik is,
moet u de poort van het apparaat op dit tabblad
opnieuw configureren.
Driver: Hiermee kunt u een ander
printerstuurprogramma bekijken of selecteren. Klik op
Options als u de standaardopties van het apparaat wilt
instellen.
Jobs: de lijst met afdruktaken weergeven. Klik op
Cancel job om de geselecteerde taak te annuleren.
Schakel het selectievakje Show completed jobs in om
een lijst met vorige afdruktaken weer te geven.
Classes: Hier ziet u de klasse waartoe uw apparaat
behoort. Klik op Add to Class om uw apparaat toe te
voegen aan een bepaalde klasse of klik op Remove
from Class als u het apparaat wilt verwijderen uit een
geselecteerde klasse.
4
Klik op OK om de wijzigingen toe te passen en sluit het
venster Printer Properties.
61
4. Speciale functies
Afdrukken in Unix
Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies
mogelijk niet beschikbaar. Dit betekent dat de functies
niet worden ondersteund.
11
Doorgaan met de afdruktaak
Kies na de installatie van de printer een afbeelding, tekst, PS- of
HPGL-bestand om af te drukken.
1
Voer de opdracht "printui <file_name_to_print>" uit.
U wilt bijvoorbeeld "document1" afdrukken.
printui document1
Hiermee wordt Print Job Manager van het UNIX-
printerstuurprogramma geopend waarin de gebruiker
verschillende afdrukopties kan instellen.
2
Selecteer een printer die reeds is toegevoegd.
3
Selecteer de afdrukopties uit het venster, zoals Page
Selection.
4
Selecteer in Number of Copies hoeveel exemplaren u
nodig hebt.
Druk op Properties om gebruik te maken van de
printerfuncties die uw printerstuurprogramma biedt (zie
"Printerinstellingen wijzigen" op pagina 55).
5
Druk op OK om te beginnen met de afdruktaak.
12
Printerinstellingen wijzigen
Het UNIX-printerstuurprogramma Print Job Manager waarin de
gebruiker verschillende afdrukopties kan selecteren in printer
Properties.
De volgende sneltoetsen kunnen worden gebruikt: "H" voor
Help, "O" voor OK, "A" voor Apply en "C" voor Cancel.
Het tabblad General
Paper Size: Hiermee kunt u naar eigen keuze het
papierformaat instellen op A4, Letter of andere
papierformaten.
Paper Type: hiermee kiest u het type papier. Beschikbare
opties uit de keuzelijst zijn: Printer Default, Plain en Thick.
Paper Source: Kiest uit welke lade het papier gehaald moet
worden. De standaardinstelling is Auto Selection.
Afdrukken in Unix
62
4. Speciale functies
Orientation: hiermee selecteert u de richting waarin
informatie wordt afgedrukt op een pagina.
Duplex: hiermee worden beide zijden van het papier bedrukt
om papier te besparen.
Afhankelijk van het model is automatisch/handmatig
dubbelzijdig afdrukken mogelijk niet beschikbaar. Als
alternatief kunt u het lpr-afdruksysteem of andere
programma's gebruiken voor het afdrukken van even en
oneven pagina's.
Multiple pages: Hiermee worden meerdere pagina’s
afgedrukt op één vel papier.
Page Border: Hiermee kunt een van de randstijlen kiezen
(bv.: Single-line hairline, Double-line hairline).
Het tabblad Image
Op dit tabblad kunt u de helderheid, resolutie of de positie van
een afbeelding op uw document wijzigen.
Het tabblad Text
Stel de tekenafstand, regelafstand of de kolommen op de afdruk
in.
Het tabblad HPGL/2
Use only black pen: Hiermee worden alle grafische
elementen in zwart/wit afgedrukt.
Fit plot to page: Hiermee wordt de volledige afbeelding
aangepast zodat ze op een enkele pagina past.
Pen Width: Hiermee kunt u de waarde voor de pendikte
wijzigen. De standaardwaarde is 1.000.
Het tabblad Margins
Use Margins: Hiermee stelt u de marges van het document
in. De marges zijn standaard uitgeschakeld. De gebruiker kan
de marges instellen door de waarde in de respectieve velden
aan te passen. Standaard worden deze waarden bepaald
door het geselecteerde papierformaat.
Unit: Hiermee kunt u de eenheden wijzigen in points, inches
of centimeters.
Het tabblad Printer-Specific Settings
Selecteer verschillende opties in de JCL en General frames om
verschillende instellingen aan te passen. Deze opties zijn
specifiek voor de printer en afhankelijk van het PPD-bestand.
5. Onderhoud
Dit hoofdstuk introduceert beheerprogramma’s waarmee u de
mogelijkheden van uw apparaat maximaal kunt benutten. Er wordt ook
informatie gegeven over het onderhoud van de tonercassette.
De tonercassette bewaren 64
Tips voor het verplaatsen en opbergen van uw
apparaat 66
Nuttige beheerprogramma´s 67
64
5. Onderhoud
De tonercassette bewaren
Tonercassettes bevatten componenten die gevoelig zijn voor
licht, temperatuur en vochtigheid. Samsung raadt u aan deze
aanbevelingen te volgen met het oog op optimale prestaties, de
hoogste kwaliteit en de langste gebruiksduur van uw nieuwe
Samsung-tonercassette.
Bewaar deze cassette op de plaats waar de printer wordt
gebruikt; idealiter in een omgeving met gecontroleerde
temperatuur en vochtigheid. Haal de tonercassette pas uit haar
originele, ongeopende verpakking op het moment dat u de
cassette gaat installeren. Als de originele verpakking ontbreekt,
moet u de bovenste opening van de cassette bedekken met
papier en moet u de cassette in een donkere kast bewaren.
Door de verpakking van de cassette te openen voor u de
cassette in gebruik neemt, zal de levensduur en bewaartijd van
de cassette aanzienlijk verkorten. Plaats ze niet op de vloer. Volg
de onderstaande procedures om een tonercassette die u uit de
printer hebt verwijderd te bewaren.
Bewaar de cassette in de beschermhoes van de originele
verpakking.
Bewaar de tonercassette liggend (niet staand) met dezelfde
kant boven als bij de installatie.
Bewaar geen verbruiksartikelen onder de volgende
omstandigheden:
- bij temperaturen boven 40 °C.
- in een omgeving met een luchtvochtigheid lager dan 20%
of hoger dan 80%.
- in een omgeving met extreme temperatuur- of
vochtigheidsschommelingen.
- in direct zon- of kunstlicht.
- op stoffige plaatsen.
- in een auto gedurende een lange periode.
- in een omgeving met corrosieve gassen.
- in een omgeving met zilte lucht.
1
Behandelingsrichtlijnen
Raak het oppervlak van de fotogeleidende drum in de
cassette niet aan.
Stel de cassette niet nodeloos bloot aan schokken of
trillingen.
Roteer de drum niet handmatig, vooral in de tegengestelde
richting. Dit kan interne schade en een tonerlek veroorzaken.
De tonercassette bewaren
65
5. Onderhoud
2
Gebruik tonercassette
Samsung Electronics raadt het gebruik van tonercassettes van
andere merken dan Samsung af, met inbegrip van generische,
hervulde of gerecycleerde tonercassettes of tonercassettes van
witte producten.
De printergarantie van Samsung dekt geen schade aan
het apparaat die ontstaan is door het gebruik van een
bijgevulde cassette, gerecyclede cassette of een
tonercassette van een ander merk dan Samsung.
3
Geschatte levensduur van cassette
De geschatte levensduur van een cassette is afhankelijk van de
hoeveelheid toner die afdruktaken vereisen. Het werkelijk aantal
pagina’s kan variëren afhankelijk van de afdrukdichtheid van de
pagina’s waarop u afdrukt, het besturingssysteem, de tijd tussen
de afdruktaken, het type media en het mediaformaat. Als u
bijvoorbeeld veel afbeeldingen afdrukt, wordt er meer toner
verbruikt en moet de cassette waarschijnlijk vaker worden
vervangen.
66
5. Onderhoud
Tips voor het verplaatsen en opbergen van uw apparaat
U mag het apparaat bij het verplaatsen niet ondersteboven of
op zijn kant houden. Er kan hierbij toner vrijkomen in het
apparaat waardoor er schade aan het apparaat kan ontstaan
of de afdrukkwaliteit kan verslechteren.
Als u het apparaat verplaatst, moet u ervoor zorgen dat ten
minste twee mensen het apparaat goed vasthouden.
67
5. Onderhoud
Nuttige beheerprogramma´s
4
Samsung AnyWeb Print
Met dit hulpprogramma kunt u van schermen in Windows
Internet Explorer een schermopname of afdrukvoorbeeld maken
en afdrukken, op een veel eenvoudigere manier dan in het
gebruikelijke programma. Klik op Start > Alle programma’s >
Samsung Printers > Samsung AnyWeb Print > Download
the latest version om naar de website te gaan waar u het
hulpprogramma kunt downloaden.
5
SyncThru™ Web Service gebruiken
Voor SyncThru™ Web Service is minimaal Internet
Explorer 6.0 of hoger vereist.
De uitleg over SyncThru™ Web Service in deze
gebruikershandleiding kan afhankelijk zijn van de
opties en het model, en komt mogelijk niet helemaal
overeen met uw apparaat.
Alleen voor netwerkmodel.
SyncThru™ Web Service weergeven
1
Open een webbrowser in Windows, zoals Internet
Explorer.
Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx)
in het adresveld en druk op de Enter-toets of klik op Ga
naar.
2
De in het apparaat geïntegreerde website wordt geopend.
Aanmelden bij SyncThru™ Web Service
Voor u de opties in SyncThru™ Web Service kunt instellen, moet
u zich aanmelden als beheerder. U kunt SyncThru™ Web
Service nog altijd gebruiken zonder u aan te melden, maar u zult
geen toegang hebben tot het tabblad Settings en het tabblad
Security.
1
Klik op Login in de rechterbovbenhoek van de
SyncThru™ Web Service-website.
2
Typ de juiste gegevens bij ID en Password en klik
vervolgens op Login.
ID: admin
Password: sec00000
Nuttige beheerprogramma´s
68
5. Onderhoud
SyncThru™ Web Service overzicht
Afhankelijk van uw model zullen sommige menu’s
mogelijk niet verschijnen.
Het tabblad Information
Op dit tabblad wordt algemene informatie over het apparaat
weergegeven. U kunt diverse gegevens controleren, waaronder
de resterende hoeveelheid toner. U kunt ook rapporten
afdrukken, zoals een foutenrapport.
Active Alerts: Toont de waarschuwingen die in het apparaat
zijn gegenereerd en hun ernst.
Supplies: Toont hoeveel pagina´s zijn afgedrukt en hoeveel
toner er nog in de cassette zit.
Usage Counters: Toont het tellers van het aantal vellen per
type afdruk: enkelzijdig en dubbelzijdig.
Current Settings: Toont informatie of het apparaat en het
netwerk.
Print information: Drukt rapporten af zoals
systeemgerelateerde rapporten en lettertyperapporten.
Het tabblad Settings
Op dit tabblad kunt u de configuratie van uw apparaat en netwerk
instellen. U moet zich aanmelden als beheerder om dit tabblad
weer te geven.
Het tabblad Machine Settings: Stelt de door uw machine
geleverde opties in.
Het tabblad Network Settings: Toont opties voor de
netwerkomgeving. Stelt opties in zoals TCP/IP en
netwerkprotocollen.
Het tabblad Security
Op dit tabblad kunt u de beveiligingsgegevens van uw systeem
en van het netwerk instellen. U moet zich aanmelden als
beheerder om dit tabblad weer te geven.
System Security: Stelt de gegevens van de
systeembeheerder in en schakelt tevens de apparaatfuncties
in- of uit.
Network Security: Stelt instellingen voor HTTPs, IPSec,
IPv4/IPv6 filtering en 802.1x in.
Nuttige beheerprogramma´s
69
5. Onderhoud
Het tabblad Maintenance
Op dit tabblad kunt u uw apparaat onderhouden door de
firmware te upgraden en contactgegevens voor het versturen
van e-mails in te stellen. U kunt ook verbinding maken met de
website van Samsung of stuurprogramma's downloaden door
het menu Link te selecteren.
Firmware Upgrade: Bijwerken van de firmware van uw
apparaat.
Contact Information: Contactgegevens tonen.
Link: Toont koppelingen naar nuttige sites waar u informatie
kunt downloaden of lezen.
E-mailmelding instellen
U kunt e-mails ontvangen over de status van uw apparaat door
deze optie in te stellen. Door gegevens, zoals IP-adressen,
hostnaam, e-mailadressen en SMTP-servergegevens in te
stellen zal de apparaatstatus (tonercassette leeg of
machinefout) automatisch naar het e-mailadres van een bepaald
persoon worden verzonden. Deze optie wordt mogelijk vaker
gebruikt door een apparaatbeheerder.
1
Open een webbrowser in Windows, zoals Internet
Explorer.
Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx)
in het adresveld en druk op de Enter-toets of klik op Ga
naar.
2
De in het apparaat geïntegreerde website wordt geopend.
3
Selecteer Machine Settings > E-mail Notification op het
tabblad Settings.
Als u de server voor uitgaande e-mail nog niet hebt
geconfigureerd, gaat u naar Settings > Network
Settings > Outgoing Mail Server(SMTP) om de
netwerkomgeving te configureren voor u e-mailmelding
instelt.
4
Schakel het selectievakje voor Enable in om E-mail
Notification te gebruiken.
5
Klik op de knop Add om een gebruiker van e-mailmelding
in te stellen.
Stel de naam van de ontvanger in en het (de) e-
mailadres(sen) met meldingsitems waarvoor u een
waarschuwing wilt ontvangen.
6
Klik op Apply.
Nuttige beheerprogramma´s
70
5. Onderhoud
Als de firewall is ingeschakeld, zal de e-mail mogelijk niet
verzonden kunnen worden. Neem in dat geval contact op
met de netwerkbeheerder.
Informatie over de systeembeheerder instellen
Deze instelling is nodig om gebruik te kunnen maken van de
optie e-mailmelding.
1
Open een webbrowser in Windows, zoals Internet
Explorer.
Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx)
in het adresveld en druk op de Enter-toets of klik op Ga
naar.
2
De in het apparaat geïntegreerde website wordt geopend.
3
Selecteer op het tabblad Security System Security >
System Administrator.
4
Voer de naam, het telefoonnummer, locatie en e-
mailadres van de beheerder in.
5
Klik op Apply.
6
Gebruiken van Samsung Easy Printer
Manager (alleen voor Windows)
Samsung Easy Printer Manager is een Windows-programma
waarbinnen alle printerinstellingen van Samsung op een enkele
plaats samengebracht zijn. Samsung Easy Printer Manager
combineert printerinstellingen met omgevingsfactoren,
instellingen/taakopties en startopties. Met al deze functies heeft
overzichtelijk toegang tot alle functies van uw Samsung-printer.
Samsung Easy Printer Manager biedt twee verschillende
interfaces waaruit de gebruiker kan kiezen: een basisinterface
en een interface voor gevorderde gebruikers. Overschakelen
tussen de twee interfaces is eenvoudig: klik gewoon op een
knop.
Voor Samsung Easy Printer Manager is minimaal
Internet Explorer 6.0 of hoger vereist.
Informatie over Samsung Easy Printer Manager
Openen van het programma:
Kies Start > Programma's or Alle programma's > Samsung
Printers > Samsung Easy Printer Manager > Samsung Easy
Printer Manager.
Nuttige beheerprogramma´s
71
5. Onderhoud
De Samsung Easy Printer Manager-interface bestaat uit
verschillende kaders die in de onderstaande tabel worden
beschreven:
1
Printerlijst In de printerlijst worden pictogrammen
weergegeven van de printers die op uw
computer zijn geïnstalleerd.
2
Printerinfor
matie
In dit kader staat algemene informatie over uw
apparaat. U kunt deze informatie controleren,
zoals de naam van het printermodel, het IP-
adres (of poortnummer) en de printerstatus.
Knop Handleiding: Deze knop
verandert in
Probleemoplossingsgids als er een
fout optreedt. U kunt direct naar het
desbetreffende deel in de
gebruikershandleiding gaan.
3
Programma
-informatie
Bevat koppelingen voor overschakelen naar
geavanceerde instellingen,
voorkeursinstellingen, hulp en informatie over
het programma.
Met de knop kunt u de interface
wijzigen in de interface voor
gevorderde gebruikers.
4
Snelkoppeli
ngen
Toont Snelkoppelingen naar printerspecifieke
functies. Dit gedeelte bevat ook koppelingen
naar toepassingen in de geavanceerde
instellingen.
Nuttige beheerprogramma´s
72
5. Onderhoud
Klik achtereenvolgens op de knop Help ( ) rechtsboven
in het venster en de optie waarover u meer wilt weten.
Overzicht interface instellingen voor gevorderde
gebruikers
De interface voor gevorderde gebruikers is bedoeld voor de
beheerder van het netwerk en de printers.
Apparaatinstellingen
U kunt verschillende apparaatinstellingen zoals papier, indeling,
emulatie, netwerk en afdrukinformatie instellen.
Waarschuwingsinstellingen
Dit menu bevat instellingen gerelateerd aan de waarschuwingen
over fouten en storingen.
Printerwaarschuwing: Levert instellingen met betrekking tot
wanneer waarschuwingen ontvangen worden.
E-mailwaarschuwing: Levert opties met betrekking tot het
ontvangen van waarschuwingen via e-mail.
Overzicht van waarschuwingen: Levert een geschiedenis
met betrekking tot waarschuwingen gerelateerd aan het
apparaat en de toner.
Taakaccountbeheer
Levert een overzicht van informatie over de verdeling van
afdruktaken per specifieke gebruiker. Deze verdeling kan
aangemaakt en toegepast worden op op apparaten via
taakaccountancysoftware zoals SyncThru™ of de CounThru™
administratiesoftware.
7
Gebruiken van Samsung-printerstatus
(alleen voor Windows)
Samsung-printerstatus is een programma dat de status van de
printer controleert en u daarvan op de hoogte houdt.
5
Inhoud Toont informatie over de geselecteede printer,
het niveau van de toner en het papier. De
informatie wijzigt naargelang de gekozen
printer. Niet alle apparaten beschikken over
deze functie.
6
Benodighe
den
bestellen
Klik op de knop Bestellen in het deelvenster
om verbruiksartikelen te bestellen. U kunt
online reservetonercassette(s) bestellen.
Nuttige beheerprogramma´s
73
5. Onderhoud
Het venster Samsung-printerstatus en de inhoud die in
deze gebruikershandleiding worden getoond, kunnen
verschillen afhankelijk van de gebruikte printer of het
gebruikte besturingssysteem.
Controleer welke besturingssystemen compatibel zijn
met uw apparaat (zie basishandleiding).
Overzicht Samsung-printerstatus
Als er een fout optreedt tijdens het gebruik van het apparaat,
kunt u de fout controleren in Samsung-printerstatus. Samsung-
printerstatus wordt automatisch geïnstalleerd wanneer u de
apparaatsoftware installeert.
U kunt Samsung-printerstatus ook handmatig opstarten. Ga
naar Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het
tabblad Basis > de knop Printerstatus.
Deze pictogrammen verschijnen op de Windows-taakbalk:
Picto
gram
betekent Omschrijving
Normaal Het apparaat staat klaar voor gebruik en er
zijn geen fouten of waarschuwingen.
Waarschu
wing
Het apparaat is in een toestand waarin er in
de toekomst een fout kan optreden. Dit is
bijvoorbeeld als het niveau van de toner laag
is, wat kan leiden tot de toner-leegstatus.
Fout Er is minstens één fout in het apparaat.
Nuttige beheerprogramma´s
74
5. Onderhoud
8
Gebruiken van Smart Panel (alleen voor
Macintosh en Linux)
Smart Panel is een programma waarmee de status van het
apparaat wordt bewaakt. U kunt de status bekijken en de
apparaatinstellingen aanpassen. Bij Macintosh wordt Smart
Panel automatisch geïnstalleerd op het moment dat u de
apparaatsoftware installeert. Voor Linux kunt u Smart Panel
downloaden van de website van Samsung (zie "Smart Panel
installeren" op pagina 8).
Het venster Smart Panel en de inhoud die in deze
gebruikershandleiding worden getoond, kunnen
verschillen afhankelijk van de gebruikte printer of het
gebruikte besturingssysteem.
Controleer welke besturingssystemen compatibel zijn
met uw apparaat (zie basishandleiding).
Overzicht Smart Panel
Als er een fout optreedt tijdens het gebruik, kunt u de fout
controleren in Smart Panel. U kunt Smart Panel ook handmatig
starten.
1
Tonerniveau Hier wordt het resterende tonerniveau in de
cassette(s) weergegeven. Het apparaat en
het aantal tonercassette(s) in het
bovenstaande venster kunnen verschillen
afhankelijk van de gebruikte printer. Niet
alle apparaten beschikken over deze
functie.
2
Waarschuw.inst
elling
Selecteer de gewenste instellingen in het
venster Opties.
3
Benod.
bestellen
U kunt reservetonercassette(s) online
bestellen.
4
Problemen
oplossen
U kunt direct naar het deel met de
probleemoplossing gaan in de
gebruikershandleiding.
5 Sluiten Sluit het venster.
Nuttige beheerprogramma´s
75
5. Onderhoud
Wijzigen van de instellingen van Smart Panel
Klik met de rechtermuisknop in Linux of Mac OS X op het
pictogram voor Smart Panel en selecteer Opties. Selecteer de
gewenste instellingen in het venster Opties.
Macintosh
Klik op het Smart Panel-pictogram op de
menubalk.
Linux
Dubbelklik op het Smart Panel-pictogram in
het berichtenkader.
1
Tonerniveau Hier wordt het resterende tonerniveau in de
cassette(s) weergegeven. Het apparaat en
het aantal tonercassette(s) in het
bovenstaande venster kunnen verschillen
afhankelijk van de gebruikte printer. Niet
alle apparaten beschikken over deze
functie.
2
Nu kopen U kunt online reservetonercassette(s)
bestellen.
3
Gebruikershan
dleiding
U kunt de Gebruikershandleiding bekijken.
Deze knop verandert in
Probleemoplossingsgids als er
een fout optreedt. U kunt direct
naar het deel met de
probleemoplossing gaan in de
gebruikershandleiding.
4
Instelling
printer
U kunt diverse apparaatinstellingen
configureren in het venster Hulpprogramma
Printerinstellingen. Niet alle apparaten
beschikken over deze functie.
Als u uw apparaat op een netwerk
aansluit, verschijnt het venster
SyncThru™ Web Service in
plaats van Hulpprogramma
Printerinstellingen.
Nuttige beheerprogramma´s
76
5. Onderhoud
9
De Linux Unified Driver Configurator
gebruiken
Unified Linux Driver Configurator is een hulpprogramma dat
hoofdzakelijk bestemd is voor de configuratie van apparaten. U
moet Unified Linux Driver installeren om Unified Driver
Configurator te kunnen gebruiken (zie "Installatie voor Linux" op
pagina 8).
Na de installatie van het stuurprogramma op uw Linux-systeem
wordt automatisch het pictogram voor Unified Driver
Configurator op uw bureaublad geplaatst.
Unified Driver Configurator openen
1
Dubbelklik op Unified Driver Configurator op het
bureaublad.
U kunt ook op pictogram van het menu Startup klikken en
Samsung Unified Driver > Unified Driver Configurator
selecteren.
2
Klik op de knoppen links om het overeenkomstige
configuratievenster te openen.
Klik op Help voor schermhulp.
3
Breng de wijzigingen aan in de configuratie en klik op Exit
om Unified Driver Configurator te sluiten.
Printers configuration
Printers configuration bevat twee tabbladen: Printers en
Classes.
1 Printer Configuration
2 Port Configuration
Nuttige beheerprogramma´s
77
5. Onderhoud
Het tabblad Printers
Klik op het pictogram van het apparaat links in het venster
Unified Driver Configurator om de printerconfiguratie van het
huidige systeem weer te geven.
De bedieningsknoppen van de printer zijn:
Refresh: hiermee vernieuwt u de lijst met beschikbare
apparaten.
Add Printer: hiermee voegt u een nieuw apparaat toe.
Remove Printer: hiermee verwijdert u het geselecteerde
apparaat.
Set as Default: hiermee stelt u het geselecteerde apparaat
in als standaardapparaat.
Stop/Start: hiermee kunt u het apparaat stoppen/starten.
Test: hiermee kunt u een testpagina afdrukken om te
controleren of de printer goed werkt.
Properties: Hiermee kunt u de eigenschappen van de printer
weergeven en wijzigen.
Het tabblad Classes
Op het tabblad Classes wordt een lijst met beschikbare
apparaatklassen weergegeven.
1 Schakelt naar Printers configuration.
2 Hier worden alle geïnstalleerde apparaten weergegeven.
3
Hiermee worden de status, modelnaam en URI van uw
apparaat weergegeven.
1
2
Nuttige beheerprogramma´s
78
5. Onderhoud
Refresh: vernieuwt de lijst met klassen.
Add Class: hiermee kunt u een nieuwe apparaatklasse
toevoegen.
Remove Class: hiermee verwijdert u de geselecteerde
apparaatklasse.
Ports configuration
In dit venster kunt u de lijst met beschikbare poorten weergeven,
de status van elke poort controleren en een poort vrijgeven die
bezet wordt door een afgebroken taak.
Refresh: hiermee vernieuwt u de lijst met beschikbare
poorten.
Release port: hiermee kunt u de geselecteerde poort
vrijgeven.
1 Hiermee geeft u alle apparaatklassen weer.
2
Hiermee geeft u de status van de klasse en het aantal
apparaten in de klasse aan.
1 Schakelt naar Ports configuration.
2 Alle beschikbare poorten.
3
Hiermee geeft u het poorttype, het op de poort aangesloten
apparaat en de status weer.
1
2
3
6. Problemen oplossen
In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een
probleem optreedt.
Problemen met papierinvoer 80
Problemen met de voeding en het netsnoer 82
Afdrukproblemen 83
Problemen met de afdrukkwaliteit 88
Problemen met het besturingssysteem 96
80
6. Problemen oplossen
Problemen met papierinvoer
Toestand Voorgestelde oplossing
Het papier loopt vast tijdens het
afdrukken.
Verwijder het vastgelopen papier.
Papier kleeft aan elkaar. Controleer de maximale papiercapaciteit van de lade.
Zorg dat u een geschikte papiersoort gebruikt.
Haal het papier uit de lade en buig het of waaier het uit.
In vochtige omstandigheden kunnen bepaalde papiersoorten aan elkaar blijven kleven.
Invoerprobleem met een aantal
vellen tegelijk.
Er kan niet meer dan één papiersoort tegelijk in de lade worden geplaatst. Plaats alleen papier
van hetzelfde soort en hetzelfde formaat en gewicht.
Afdrukpapier wordt niet
ingevoerd.
Verwijder vastgelopen papier in het apparaat.
Het papier werd niet goed in de lade gelegd. Verwijder het papier en plaats het op de juiste
manier in de lade.
Er ligt te veel papier in de lade. Verwijder het teveel aan papier.
Het papier is te dik. Gebruik alleen papier dat voldoet aan de specificaties van het apparaat.
Het papier blijft vastlopen. Er ligt te veel papier in de lade. Verwijder het teveel aan papier. Gebruik de multifunctionele
lade (of de handmatige papierinvoer) om af te drukken op speciale materialen.
U gebruikt een verkeerde papiersoort. Gebruik alleen papier dat voldoet aan de specificaties
van het apparaat.
Misschien zitten er materiaalresten in het apparaat. Open de voorklep en verwijder de resten.
Transparanten plakken aan elkaar
in de papieruitvoerlade.
Gebruik alleen transparanten die speciaal zijn bedoeld voor laserprinters. Verwijder elk
transparant zodra het is uitgevoerd.
Problemen met papierinvoer
81
6. Problemen oplossen
Enveloppen trekken scheef of
worden niet goed ingevoerd.
Zorg dat de papiergeleiders aan beide kanten van de envelop goed zijn ingesteld (ze moeten de
envelop net raken).
Toestand Voorgestelde oplossing
82
6. Problemen oplossen
Problemen met de voeding en het netsnoer
Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over het oplossen van problemen met de netvoeding.
Toestand Voorgestelde oplossing
Het apparaat krijgt geen stroom,
of de verbindingskabel tussen de
computer en het apparaat is niet
goed aangesloten.
Sluit het apparaat eerst aan op het stopcontact en schakel vervolgens de aan/uit-schakelaar in.
Druk op de knop (aan/uit) op het configuratiescherm.
Maak de kabel van het apparaat los en sluit deze opnieuw aan.
83
6. Problemen oplossen
Afdrukproblemen
Toestand Mogelijke oorzaak Voorgestelde oplossing
Het apparaat drukt
niet af.
Het apparaat krijgt geen stroom. Controleer of het netsnoer is aangesloten. Controleer de aan/uit-
schakelaar en het stopcontact.
Het apparaat is niet als
standaardprinter geselecteerd.
Selecteer uw printer als standaardprinter in Windows.
Controleer het volgende:
De klep aan de voorzijde is niet gesloten. Sluit de voorklep.
Er is een papierstoring opgetreden. Verwijder het vastgelopen papier.
De papierlade is leeg. Vul papier bij.
Er is geen tonercassette geplaatst. Plaats een tonercassette.
Neem contact op met een medewerker van de klantenservice als er een systeemfout optreedt.
De verbindingskabel tussen de
computer en het apparaat is niet goed
aangesloten.
Maak de kabel van het apparaat los en sluit hem opnieuw aan.
De verbindingskabel tussen de
computer en het apparaat is mogelijk
defect.
Sluit de kabel indien mogelijk aan op een andere computer die naar
behoren werkt en druk een document af. U kunt ook proberen om een
andere kabel voor uw apparaat te gebruiken.
De poortinstelling is niet juist. Controleer de printerinstellingen in Windows om vast te stellen of de
afdruktaak naar de juiste poort wordt gestuurd. Als uw computer
meerdere poorten heeft, controleert u of het apparaat op de juiste poort
is aangesloten.
Het apparaat is mogelijk niet goed
geconfigureerd.
Controleer de Voorkeursinstellingen voor afdrukken om na te gaan
of alle afdrukinstellingen correct zijn.
Afdrukproblemen
84
6. Problemen oplossen
Het apparaat drukt
niet af.
Mogelijk is het printerstuurprogramma
niet goed geïnstalleerd.
Deïnstalleer het stuurprogramma van uw printer en installeer het
programma opnieuw.
Het apparaat werkt niet goed. Kijk of het display van het bedieningspaneel een systeemfout
aangeeft. Neem contact op met een medewerker van de
klantenservice.
Het document is zo groot dat er niet
voldoende ruimte op de harde schijf van
de computer is om toegang te krijgen
tot de afdruktaak.
Maak extra ruimte op de harde schijf vrij en druk het document
opnieuw af.
De uitvoerlade is vol. Wanneer het papier uit de uitvoerlade is verwijderd, gaat het apparaat
door met afdrukken.
Het apparaat haalt
papier uit de
verkeerde invoer.
De papieroptie die in
Voorkeursinstellingen voor
afdrukken is geselecteerd is mogelijk
onjuist.
In veel softwaretoepassingen kunt u de papierbron instellen op het
tabblad Papier in Voorkeursinstellingen voor afdrukken. Selecteer
de juiste papierbron. Raadpleeg de help bij het
printerstuurprogramma.
Een afdruktaak
wordt uiterst
langzaam afgedrukt.
Mogelijk is de afdruktaak zeer complex. Maak de pagina minder complex of wijzig de instellingen voor de
afdrukkwaliteit.
De helft van de
pagina is blanco.
Mogelijk is de afdrukstand verkeerd
ingesteld.
Wijzig de afdrukstand in het desbetreffende programma. Raadpleeg
de help bij het printerstuurprogramma.
Het ingestelde papierformaat stemt niet
overeen met het formaat van het papier
in de lade.
Controleer of het papierformaat in de printerinstellingen overeenstemt
met het papier in de lade of met de papierselectie in de instellingen van
de softwaretoepassing die u gebruikt.
Toestand Mogelijke oorzaak Voorgestelde oplossing
Afdrukproblemen
85
6. Problemen oplossen
Het apparaat drukt
wel af, maar de tekst
is niet correct,
vervormd of niet
volledig.
De kabel van het apparaat zit los of is
defect.
Maak de kabel van het apparaat los en sluit hem opnieuw aan. Druk
een document af dat u eerder wel correct hebt kunnen afdrukken. Sluit
de kabel en het apparaat indien mogelijk aan op een andere computer
en druk een document af dat u eerder wel correct hebt kunnen
afdrukken. Als dit alles niet helpt, probeert u een nieuwe printerkabel.
Het verkeerde printerstuurprogramma
is geselecteerd.
Controleer in het afdrukmenu van de toepassing of u de juiste printer
hebt geselecteerd.
De softwaretoepassing werkt niet naar
behoren.
Probeer een document af te drukken vanuit een andere toepassing.
Het besturingssysteem werkt niet naar
behoren.
Sluit Windows af en start de computer opnieuw op. Schakel het
apparaat uit en weer in.
Als u in een DOS-omgeving werkt, is
het mogelijk dat het lettertype voor uw
apparaat verkeerd is ingesteld.
zie "De lettertype-instelling wijzigen" op pagina 44.
Er worden blanco
pagina’s afgedrukt.
De tonercassette is leeg of beschadigd. Herverdeel indien nodig het tonerpoeder. Vervang indien nodig de
tonercassette.
Mogelijk bevat het bestand blanco
pagina’s.
Controleer of het bestand blanco pagina’s bevat.
Mogelijk is een onderdeel van het
apparaat defect (bijvoorbeeld de
controller of het moederbord).
Neem contact op met een medewerker van de klantenservice.
Toestand Mogelijke oorzaak Voorgestelde oplossing
Afdrukproblemen
86
6. Problemen oplossen
Het apparaat drukt
het PDF-bestand
niet juist af.
Sommige delen van
afbeeldingen, tekst
of illustraties
ontbreken.
Incompatibiliteit tussen het PDF-
bestand en de Acrobat-producten.
Het bestand kan worden afgedrukt door het PDF-bestand af te drukken
als een afbeelding. Schakel Afdrukken als afbeelding uit de
afdrukopties van Acrobat in.
Een PDF-bestand als afbeelding afdrukken neemt meer tijd
in beslag.
De afdrukkwaliteit
van foto’s is niet
goed. De
afbeeldingen zijn
niet duidelijk.
De resolutie van de foto is zeer laag. Verklein de afmetingen van de foto. Als u de afmetingen van de foto in
het programma vergroot, wordt de resolutie verlaagd.
Er komt voor het
afdrukken ter
hoogte van de
uitvoerlade stoom
uit het apparaat.
Het gebruik van geperforeerd papier
kan damp veroorzaken tijdens het
afdrukken.
Dit is geen probleem. Ga gewoon door met afdrukken.
Het apparaat drukt
geen speciaal papier
zoals
rekeningpapier af.
Het papierformaat en de
papierformaatinstelling komen niet
overeen.
Stel het juiste papierformaat in onder Aangepast in het tabblad Papier
in Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Toestand Mogelijke oorzaak Voorgestelde oplossing
Afdrukproblemen
87
6. Problemen oplossen
Het afgedrukte
papier krult op.
De instelling voor de papiersoort klopt
niet.
Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar de
Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het tabblad Papier
en stel het type in op Dik papier.
Toestand Mogelijke oorzaak Voorgestelde oplossing
88
6. Problemen oplossen
Problemen met de afdrukkwaliteit
Vuil aan de binnenkant van het apparaat of verkeerd geplaatst papier kan leiden tot een verminderde afdrukkwaliteit. Raadpleeg de
onderstaande tabel om het probleem te verhelpen.
Toestand Voorgestelde oplossing
Lichte of vage afdrukken Als u een verticale witte strook of vaag gedeelte op de afdruk ziet, is de toner bijna op. Plaats een nieuwe
tonercassette.
Mogelijk voldoet het papier niet aan de papierspecificaties. Het papier kan bijvoorbeeld te vochtig of te
ruw zijn.
Als de hele pagina te licht is, is de afdrukresolutie te laag ingesteld of staat het apparaat in de
tonerspaarstand. Wijzig de afdrukresolutie en schakel de energiebesparende modus uit. Raadpleeg de
Help bij het printerstuurprogramma.
Een combinatie van vage plekken en vegen kan erop wijzen dat de tonercassette moet worden gereinigd.
Reinig de binnenkant van het apparaat.
Het oppervlak van het LSU-gedeelte in het apparaat kan vuil zijn. Reinig de binnenkant van het apparaat.
Als het probleem hiermee niet kan worden opgelost, neemt u contact op met een medewerker van de
klantenservice.
De bovenste helft van het
papier is lichter bedrukt
dan de rest van het
papier.
De toner hecht mogelijk niet aan dit papiertype.
Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar Voorkeursinstellingen voor
afdrukken, klik op het tabblad Papier en stel het papiertype in op Kringlooppapier.
Problemen met de afdrukkwaliteit
89
6. Problemen oplossen
Tonervlekken Mogelijk voldoet het papier niet aan de specificaties. Het papier kan bijvoorbeeld te vochtig of te ruw zijn.
Mogelijk is de transportrol vuil. Reinig de binnenkant van het apparaat.
Het papierpad is mogelijk aan een reinigingsbeurt toe. Neem contact op met een medewerker van de
klantenservice.
Onregelmatigheden Als op willekeurige plaatsen vage, doorgaans ronde, plekken verschijnen:
Er zit mogelijk een slecht vel tussen het papier. Druk het document opnieuw af.
Het vochtgehalte van het papier is niet op alle plaatsen gelijk of het papier bevat vochtplekken. Probeer
papier van een ander merk.
Een hele partij papier is niet in orde. Problemen tijdens de productie kunnen ertoe leiden dat sommige
delen toner afstoten. Probeer een ander soort of merk papier.
Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar Voorkeursinstellingen voor
afdrukken, klik op het tabblad Papier en stel het type in op Dik papier of Dikker (zie de Basishandleiding
voor papiergewicht per vel).
Als het probleem hiermee niet kan worden opgelost, neemt u contact op met een medewerker van de
klantenservice.
Witte vlekken Er verschijnen witte vlekken op de pagina:
Het papier is te ruw en er valt veel papierstof op de interne onderdelen van het apparaat, wat erop wijst
dat de rol vuil kan zijn. Reinig de binnenkant van het apparaat.
Het papierpad is mogelijk aan een reinigingsbeurt toe. Reinig de binnenkant van het apparaat.
Als het probleem hiermee niet kan worden opgelost, neemt u contact op met een medewerker van de
klantenservice.
Toestand Voorgestelde oplossing
AaBbCc
AaBbCc
AaBbCc
AaBbCc
AaBbCc
AaBb
C
AaBb
C
AaBb
C
AaBb
C
AaBb
C
Problemen met de afdrukkwaliteit
90
6. Problemen oplossen
Verticale strepen Als de pagina zwarte, verticale strepen vertoont:
Er zitten mogelijk krassen op het oppervlak (drumgedeelte) van de tonercassette in het apparaat.
Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe.
Als de pagina witte verticale strepen vertoont:
Het oppervlak van het LSU-gedeelte in het apparaat kan vuil zijn. Reinig de binnenkant van het apparaat.
Als het probleem hiermee niet kan worden opgelost, neemt u contact op met een medewerker van de
klantenservice.
Zwarte achtergrond Als er in lichte gedeelten te veel toner wordt gebruikt (grijze achtergrond):
Gebruik papier met een lager gewicht.
Controleer de omgevingsvoorwaarden: bijzonder droge omstandigheden of een hoge luchtvochtigheid
(meer dan 80% RV) kunnen aanleiding geven tot een grijzere achtergrond.
Verwijder de oude tonercassette en plaats een nieuwe.
Tonervegen Reinig de binnenkant van het apparaat.
Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier.
Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe.
Toestand Voorgestelde oplossing
Problemen met de afdrukkwaliteit
91
6. Problemen oplossen
Verticaal terugkerende
afwijkingen
Als de bedrukte zijde van de pagina met gelijke intervallen afwijkingen vertoont:
De tonercassette is mogelijk beschadigd. Als u nog steeds dezelfde problemen ondervindt, verwijdert u
de tonercassette en plaatst u een nieuwe.
Er zit mogelijk toner op sommige onderdelen van het apparaat. Als de afwijkingen zich op de achterkant
van de pagina bevinden zal het probleem waarschijnlijk na enkele pagina’s vanzelf verdwijnen.
De fixeereenheid is mogelijk beschadigd. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice.
Schaduwvlekken Schaduwvlekken worden veroorzaakt door kleine hoeveelheden toner die willekeurig verspreid op de
afdruk voorkomen.
Misschien is het papier te vochtig. Probeer af te drukken op papier van een andere partij. Maak een pak
papier pas open op het moment dat u het gaat gebruiken zodat het papier niet te veel vocht opneemt.
Wijzig de afdruklay-out als er schaduwvlekken verschijnen op een envelop om te voorkomen dat wordt
afgedrukt op een gebied met overlappende naden aan de rugzijde. Afdrukken op naden kan problemen
veroorzaken.
Als het gehele oppervlak van een afgedrukte pagina wordt bedekt met schaduwvlekken kiest u een
andere afdrukresolutie in het softwareprogramma of in de Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Controleer of u het juiste papiertype hebt geselecteerd. Voorbeeld: Als Dikker papier wordt geselecteerd,
maar als er momenteel Normaal papier gebruikt wordt, kan het papier verzadigen met inkt en dit
probleem tot gevolg hebben.
Toestand Voorgestelde oplossing
A
Problemen met de afdrukkwaliteit
92
6. Problemen oplossen
Er blijven tonerdeeltjes
hangen rond vetgedrukte
tekens of donkere foto’s.
De toner hecht mogelijk niet aan dit papiertype.
Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar Voorkeursinstellingen voor
afdrukken, klik op het tabblad Papier en stel het papiertype in op Kringlooppapier. Controleer of u het
juiste papiertype hebt geselecteerd. Voorbeeld: Als Dikker papier wordt geselecteerd, maar als er
momenteel Normaal papier gebruikt wordt, kan het papier verzadigen met inkt en dit probleem tot gevolg
hebben.
Misvormde tekst Als tekst er vervormd uitziet ("uitgehold" effect) is het papier mogelijk te glad. Probeer een ander soort
papier.
Papier schuin Plaats het papier op de juiste manier in de lade.
Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier.
Let erop dat de geleiders niet te dicht en niet te ver af staan van de stapel papier.
Toestand Voorgestelde oplossing
Problemen met de afdrukkwaliteit
93
6. Problemen oplossen
Gekruld of gegolfd Plaats het papier op de juiste manier in de lade.
Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier. Papier kan krullen als de temperatuur of de
vochtigheid te hoog is.
Draai de stapel papier in de lade om. Probeer ook eens om het papier 180° te draaien in de lade.
Vouwen of kreuken Plaats het papier op de juiste manier in de lade.
Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier.
Draai de stapel papier in de lade om. Probeer ook eens om het papier 180° te draaien in de lade.
Achterkant van
afdrukken is vuil
Mogelijk lekt een tonercassette. Reinig de binnenkant van het apparaat.
Toestand Voorgestelde oplossing
Problemen met de afdrukkwaliteit
94
6. Problemen oplossen
Volledig gekleurde of
zwarte pagina’s
Mogelijk is de tonercassette niet goed geplaatst. Verwijder de cassette en plaats deze opnieuw.
Mogelijk is de tonercassette defect. Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe.
Het apparaat moet mogelijk worden gerepareerd. Neem contact op met een medewerker van de
klantenservice.
Losse toner Reinig de binnenkant van het apparaat.
Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier.
Verwijder de tonercassette en installeer een nieuwe.
Lost dit het probleem niet op, dan moet het apparaat mogelijk worden hersteld. Neem contact op met een
medewerker van de klantenservice.
Openingen in tekens Letters worden onvolledig afgedrukt omdat er witte plekken verschijnen op plaatsen die zwart zouden
moeten zijn:
Als dit probleem optreedt bij transparanten, probeert u een ander soort transparant. Als gevolg van de
samenstelling van de transparanten kunnen onvolledige tekens voorkomen.
Misschien drukt u af op de verkeerde kant van het papier. Verwijder het papier en draai het om.
Mogelijk voldoet het papier niet aan de papierspecificaties.
Toestand Voorgestelde oplossing
A
A
Problemen met de afdrukkwaliteit
95
6. Problemen oplossen
Horizontale strepen Controleer bij horizontale zwarte strepen of vegen het volgende:
De tonercassette is mogelijk verkeerd geplaatst. Verwijder de cassette en plaats deze opnieuw.
Mogelijk is de tonercassette defect. Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe.
Lost dit het probleem niet op, dan moet het apparaat waarschijnlijk worden hersteld. Neem contact op met
een medewerker van de klantenservice.
Krullen Als het afgedrukte papier opkrult of als het papier niet wordt ingevoerd, doet u het volgende:
Draai de stapel papier in de lade om. Probeer ook eens om het papier 180° te draaien in de lade.
Wijzig de papierinstelling op de printer en probeer het opnieuw. Ga naar de Voorkeursinstellingen voor
afdrukken, klik op het tabblad Papier en stel het type in op Dun papier.
Op enkele vellen
verschijnt
herhaaldelijk een
onbekende afbeelding.
Losse toner
Vage afdruk of
vervuiling
Uw apparaat wordt mogelijk gebruikt op een hoogte van 1.000 m of hoger. Een dergelijke hoogte kan de
afdrukkwaliteit beïnvloeden (bijv. losse toner of een vage afdruk). Stel uw apparaat in op de juiste hoogte
(zie "Aanpassing aan luchtdruk of hoogte" op pagina 43).
Toestand Voorgestelde oplossing
96
6. Problemen oplossen
Problemen met het besturingssysteem
1
Algemene Windows-problemen
Raadpleeg de gebruikershandleiding van Microsoft Windows 2000/XP/2003/Vista die met uw pc werd meegeleverd voor meer
informatie over foutmeldingen in Windows.
Toestand Voorgestelde oplossing
Tijdens de installatie
verschijnt het bericht
"Bestand in gebruik".
Sluit alle softwaretoepassingen af. Verwijder alle software uit de opstartgroep en start vervolgens Windows
weer op. Installeer het printerstuurprogramma opnieuw.
Het bericht "Algemene
beschermingsfout",
"OE-uitzondering",
"Spool 32" of "Ongeldige
bewerking" verschijnt.
Sluit alle andere toepassingen af, start Windows opnieuw op en probeer opnieuw af te drukken.
De berichten "Kan niet
afdrukken" of "Er is een
time-outfout in de printer
opgetreden"
verschijnen.
Deze meldingen kunnen tijdens het afdrukken verschijnen. Wacht gewoon even tot het apparaat klaar is
met afdrukken. Als het bericht verschijnt als de printer klaar staat voor gebruik of nadat de afdruk is voltooid,
controleert u de aansluiting en gaat u na of er een fout is opgetreden.
Problemen met het besturingssysteem
97
6. Problemen oplossen
2
Algemene Macintosh-problemen
Toestand Voorgestelde oplossing
Het apparaat drukt het PDF-
bestand niet juist af. Sommige
delen van afbeeldingen, tekst of
illustraties ontbreken.
Het bestand kan worden afgedrukt door het PDF-bestand af te drukken als een afbeelding. Schakel
Afdrukken als afbeelding uit de afdrukopties van Acrobat in.
Een PDF-bestand als afbeelding afdrukken neemt meer tijd in beslag.
Het document is afgedrukt, maar
de afdruktaak blijft in de wachtrij
van Mac OS X 10.3.2 staan.
Werk uw Mac OS-versie bij tot MAC OS X 10.3.3. of hoger.
Bepaalde letters worden niet
normaal weergegeven tijdens
het afdrukken van het voorblad.
Mac OS kan bij het afdrukken van het voorblad het gebruikte lettertype niet maken . Normale letters
en cijfers worden normaal weergegeven op het voorblad.
Als u op een Macintosh-
computer een document afdrukt
met Acrobat Reader 6.0 of hoger
worden de kleuren niet op de
juiste wijze afgedrukt.
Controleer of de resolutie-instelling in uw printerstuurprogramma overeenkomt met de resolutie-
instelling in Acrobat Reader.
Problemen met het besturingssysteem
98
6. Problemen oplossen
Raadpleeg de gebruikershandleiding van Macintosh die met uw computer is meegeleverd voor meer informatie over Macintosh-
foutmeldingen.
3
Algemene Linux-problemen
Toestand Voorgestelde oplossing
Het apparaat drukt niet
af.
Controleer of het printerstuurprogramma is geïnstalleerd. Open Unified Driver Configurator en selecteer
het tabblad Printers in Printers configuration om de lijst met beschikbare printers weer te geven.
Controleer of uw apparaat in de lijst staat. Als dit niet zo is, opent u Add new printer wizard om uw
apparaat in te stellen.
Controleer of het apparaat is ingeschakeld. Open Printers configuration en selecteer uw apparaat uit
de lijst met printers. Bekijk de omschrijving in het deelvenster Selected printer. Druk op de knop Start
als tussen de status de tekenreeks Stopped voorkomt. Hierna zou de printer weer normaal moeten
werken. De status "stopped" is mogelijk geactiveerd wanneer zich problemen met het afdrukken
voordoen.
Controleer of er speciale afdrukopties zijn ingesteld voor de toepassing, zoals "-oraw". Als de parameter
"-oraw" is opgegeven in de opdrachtregel verwijdert u deze om het afdrukprobleem op te lossen. Voor
Gimp front-end kiest u “print” -> “Setup printer” en bewerkt u de opdrachtregelparameter in de
menuoptie.
Problemen met het besturingssysteem
99
6. Problemen oplossen
Het apparaat drukt geen
volledige pagina’s af.
Slechts de helft van de
pagina wordt afgedrukt.
Dit is een bekend probleem dat zich voordoet bij gebruik van een kleurenprinter met versie 8.51 of een
oudere versie van Ghostscript, 64-bits Linux OS. Dit probleem is bij bugs.ghostscript.com gemeld als
Ghostscript Bug 688252. Het probleem is opgelost in AFPL Ghostscript versie 8.52 en hoger. Download
de meest recente versie van AFPL Ghostscript van http://sourceforge.net/projects/ghostscript/ en
installeer deze om dit probleem op te lossen.
Tijdens het afdrukken
van een document wordt
de foutmelding "Cannot
open port device file"
getoond.
Wijzig nooit de parameters van een afdruktaak (bijvoorbeeld met LPR GUI) terwijl er een afdruktaak wordt
uitgevoerd. Diverse versies van CUPS-server breken de afdruktaak af als de afdrukopties worden
gewijzigd en proberen vervolgens de taak vanaf het begin opnieuw uit te voeren. Aangezien Unified Linux
Driver de poort tijdens het afdrukken wordt vergrendelt, blijft deze vergrendeld door het abrupte afbreken
van het stuurprogramma zodat de poort niet beschikbaar is voor volgende afdruktaken. Als deze situatie
zich voordoet, probeert u de poort vrij te geven door Release port te selecteren in Port configuration.
Toestand Voorgestelde oplossing
Problemen met het besturingssysteem
100
6. Problemen oplossen
Raadpleeg de gebruikershandleiding van Linux die bij uw computer werd geleverd voor meer informatie over Linux-
foutberichten.
4
Veelvoorkomende PostScript-problemen
De volgende problemen hebben specifiek betrekking op de PS-taal en kunnen optreden als er meerdere printertalen worden gebruikt.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het PostScript-bestand
kan niet worden
afgedrukt.
Mogelijk is het PostScript-
stuurprogramma niet correct
geïnstalleerd.
Installeer het PostScript-stuurprogramma (zie "Installatie van
de software" op pagina 4).
Druk een configuratiepagina af en controleer of u kunt
afdrukken in PS.
Neem contact op met de klantenservice als het probleem zich
blijft voordoen.
Het rapport Fout
limietcontrole wordt
afgedrukt.
De afdruktaak is te complex. Maak de pagina minder complex of breid het geheugen uit.
Er wordt een PostScript-
foutenpagina afgedrukt.
De afdruktaak is mogelijk geen
PostScript-taak.
Controleer of de afdruktaak een PostScript-taak is. Controleer of
de softwaretoepassing verwacht dat er een installatiebestand of
PostScript-headerbestand naar het apparaat wordt gestuurd.
Problemen met het besturingssysteem
101
6. Problemen oplossen
De optionele lade is niet
geselecteerd in het
stuurprogramma.
Het printerstuurprogramma is niet
geconfigureerd om de optionele lade te
herkennen.
Open de eigenschappen van het PostScript-stuurprogramma,
selecteer het tabblad Apparaatopties en stel de ladeoptie in.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
102
Contact SAMSUNG worldwide
If you have any comments or questions regarding Samsung
products, contact the Samsung customer care center.
Country/Region Customer Care Center Web Site
ALBANIA 42 27 5755
ARGENTINE 0800-333-3733 www.samsung.com
ARMENIA 0-800-05-555
AUSTRALIA 1300 362 603 www.samsung.com
AUSTRIA
0810-SAMSUNG
(7267864, € 0.07/min)
www.samsung.com
AZERBAIJAN 088-55-55-555
BAHRAIN 8000-4726 www.samsung.com
BELARUS 810-800-500-55-500
BELGIUM
02-201-24-18 www.samsung.com
/be (Dutch)
www.samsung.com
/be_fr (French)
BOSNIA 05 133 1999
BRAZIL
0800-124-421
4004-0000
www.samsung.com
BULGARIA 07001 33 11 www.samsung.com
CANADA
1-800-SAMSUNG
(726-7864)
www.samsung.com
CHILE
800-SAMSUNG
(726-7864)
www.samsung.com
CHINA 400-810-5858 www.samsung.com
COLOMBIA 01-8000112112 www.samsung.com
COSTA RICA 0-800-507-7267 www.samsung.com
CROATIA
062 SAMSUNG
(062 726 7864)
www.samsung.com
CZECH
REPUBLIC
800-SAMSUNG
(800-726786)
www.samsung.com
Samsung Zrt., česká organizační složka,
Oasis Florenc, Sokolovská394/17, 180 00,
Praha 8
DENMARK 70 70 19 70 www.samsung.com
DOMINICA 1-800-751-2676 www.samsung.com
ECUADOR 1-800-10-7267 www.samsung.com
EGYPT 0800-726786 www.samsung.com
EIRE 0818 717100 www.samsung.com
EL SALVADOR 800-6225 www.samsung.com
Country/Region Customer Care Center Web Site
Contact SAMSUNG worldwide
103
ESTONIA 800-7267 www.samsung.com
FINLAND 030-6227 515 www.samsung.com
FRANCE 01 48 63 00 00 www.samsung.com
GERMANY
01805 - SAMSUNG
(726-7864 € 0,14/min)
www.samsung.com
GEORGIA 8-800-555-555
GREECE
IT and Mobile : 80111-
SAMSUNG (80111
7267864) from land line,
local charge/ from
mobile, 210 6897691
Cameras, Camcorders,
Televisions and
Household
AppliancesFrom mobile
and fixed 2106293100
www.samsung.com
GUATEMALA 1-800-299-0013 www.samsung.com
HONDURAS 800-27919267 www.samsung.com
HONG KONG
(852) 3698-4698 www.samsung.com
/hk
www.samsung.com
/hk_en/
Country/Region Customer Care Center Web Site
HUNGARY
06-80-SAMSUNG
(726-7864)
www.samsung.com
INDIA
3030 8282
1800 3000 8282
www.samsung.com
INDONESIA
0800-112-8888
021-5699-7777
www.samsung.com
IRAN 021-8255 www.samsung.com
ITALY
800-SAMSUNG
(726-7864)
www.samsung.com
JAMAICA 1-800-234-7267 www.samsung.com
JAPAN 0120-327-527 www.samsung.com
JORDAN 800-22273 www.samsung.com
KAZAKHSTAN
8-10-800-500-55-500
(GSM:7799)
www.samsung.com
KOSOVO +381 0113216899
KUWAIT 183-2255 www.samsung.com
KYRGYZSTAN 00-800-500-55-500 www.samsung.com
LATVIA 8000-7267 www.samsung.com
LITHUANIA 8-800-77777 www.samsung.com
Country/Region Customer Care Center Web Site
Contact SAMSUNG worldwide
104
LUXEMBURG 261 03 710 www.samsung.com
MALAYSIA 1800-88-9999 www.samsung.com
MACEDONIA 023 207 777
MEXICO
01-800-SAMSUNG
(726-7864)
www.samsung.com
MOLDOVA 00-800-500-55-500
MONTENEGRO 020 405 888
MOROCCO 080 100 2255 www.samsung.com
NIGERIA
080-SAMSUNG
(726-7864)
www.samsung.com
NETHERLANDS
0900-SAMSUNG (0900-
7267864) (€ 0,10/min)
www.samsung.com
NEW ZEALAND
0800 SAMSUNG
(0800 726 786)
www.samsung.com
NICARAGUA 00-1800-5077267 www.samsung.com
NORWAY 815-56 480 www.samsung.com
OMAN
800-SAMSUNG
(726-7864)
www.samsung.com
PANAMA 800-7267 www.samsung.com
Country/Region Customer Care Center Web Site
PERU 0-800-777-08 www.samsung.com
PHILIPPINES
1800-10-SAMSUNG
(726-7864)
1-800-3-SAMSUNG
(726-7864)
1-800-8-SAMSUNG
(726-7864)
02-5805777
www.samsung.com
POLAND
0 801 1SAMSUNG
(172678)
022-607-93-33
www.samsung.com
PORTUGAL
80820-SAMSUNG
(726-7864)
www.samsung.com
PUERTO RICO 1-800-682-3180 www.samsung.com
RUMANIA
08010 SAMSUNG
(08010 726 7864) only
from landline, local
network Romtelecom -
local tariff /021 206 01
10 for landline and
mobile, normal tariff.
www.samsung.com
RUSSIA 8-800-555-55-55 www.samsung.com
Country/Region Customer Care Center Web Site
Contact SAMSUNG worldwide
105
SAUDI ARABIA 9200-21230 www.samsung.com
SERBIA
0700 SAMSUNG
(0700 726 7864)
www.samsung.com
SINGAPORE
1800-SAMSUNG
(726-7864)
www.samsung.com
SLOVAKIA
0800-SAMSUNG
(726-7864)
www.samsung.com
SOUTH AFRICA
0860 SAMSUNG
(726-7864)
www.samsung.com
SPAIN
902-1-SAMSUNG
(902 172 678)
www.samsung.com
SWEDEN
0771 726 7864
(SAMSUNG)
www.samsung.com
SWITZERLAND
0848-SAMSUNG
(7267864, CHF 0.08/
min)
www.samsung.com
/ch
www.samsung.com
/ch_fr/
TADJIKISTAN 8-10-800-500-55-500 www.samsung.com
TAIWAN 0800-329-999 www.samsung.com
THAILAND
1800-29-3232
02-689-3232
www.samsung.com
Country/Region Customer Care Center Web Site
TRINIDAD &
TOBAGO
1-800-SAMSUNG
(726-7864)
www.samsung.com
TURKEY 444 77 11 www.samsung.com
U.A.E
800-SAMSUNG
(726-7864)
www.samsung.com
U.K
0330 SAMSUNG
(726-7864)
www.samsung.com
U.S.A
1-800-SAMSUNG
(726-7864)
www.samsung.com
UKRAINE
0-800-502-000 www.samsung.com
/ua
www.samsung.com
/ua_ru
UZBEKISTAN 8-10-800-500-55-500 www.samsung.com
VENEZUELA 0-800-100-5303 www.samsung.com
VIETNAM 1 800 588 889 www.samsung.com
Country/Region Customer Care Center Web Site
106
Verklarende woordenlijst
De onderstaande woordenlijst helpt u vertrouwd te raken
met het product en de terminologie die in deze
gebruikershandleiding wordt gebruikt en verband houdt
met afdrukken.
802.11
802.11 bevat een reeks standaarden voor draadloze-
netwerkcommunicatie (WLAN) ontwikkeld door het IEEE LAN/
MAN-Standards Committee (IEEE 802).
802.11b/g/n
802.11b/g/n kan dezelfde hardware delen over een bandbreedte
van 2,4 GHz. 802.11b ondersteunt een bandbreedte tot
maximaal 11 Mbps, 802.11n ondersteunt een bandbreedte tot
150 Mbps. 802.11b/g/n-apparaten kunnen interferentie
ondervinden van magnetrons, draadloze telefoons en Bluetooth-
apparaten.
Toegangspunt
Een toegangspunt of draadloos toegangspunt (AP of WAP) is
een apparaat dat draadlozecommunicatieapparaten verbindt in
een draadloos netwerk (WLAN) en dienst doet als een centrale
zender en ontvanger van WLAN-radiosignalen.
ADF
De automatische documentinvoer (ADF) is een mechanisme dat
automatisch een origineel vel papier invoert zodat het apparaat
een gedeelte van het papier in één keer kan scannen.
AppleTalk
AppleTalk is een octrooirechtelijk beschermde suite van door
Apple Inc ontwikkelde protocollen voor computernetwerken.
Deze suite was opgenomen in de oorspronkelijke Macintosh
(1984) en wordt nu door Apple ingezet voor TCP/IP-netwerken.
Verklarende woordenlijst
107
Bitdiepte
Een grafische computerterm die beschrijft hoeveel bits er nodig
zijn om de kleur van één pixel in een bitmapafbeelding te
vertegenwoordigen. Een hogere kleurdiepte geeft een breder
scala van te onderscheiden kleuren. Naarmate het aantal bits
toeneemt, wordt het aantal mogelijke kleuren te groot voor een
kleurtabel. Een 1-bits kleur wordt doorgaans monochroom of
zwart-wit genoemd.
BMP
Een grafische bitmapindeling die intern wordt gebruikt door het
grafische subsysteem van Microsoft Windows (GDI) en
algemeen wordt gebruikt als een eenvoudige grafische
bestandsindeling op dat platform.
BOOTP
Bootstrap-protocol. Een netwerkprotocol dat wordt gebruikt door
een netwerkclient om automatisch het IP-adres op te halen. Dit
gebeurt doorgaans in het bootstrapproces van computers of de
daarop uitgevoerde besturingssystemen. De BOOTP-servers
wijzen aan iedere client een IP-adres toe uit een pool van
adressen. Met BOOTP kunnen computers met een "schijfloos
werkstation" een IP-adres ophalen voordat een geavanceerd
besturingssysteem wordt geladen.
CCD
CCD (Charge Coupled Device) is hardware die de scantaak
mogelijk maakt. Het CCD-vergrendelingsmechanisme wordt ook
gebruikt om de CCD-module te blokkeren en schade te
voorkomen wanneer u het apparaat verplaatst.
Sorteren
Sorteren is een proces waarbij een kopieertaak bestaande uit
meerdere exemplaren in sets wordt afgedrukt. Wanneer de optie
Sorteren is ingeschakeld, wordt eerst een volledige set afgedrukt
voordat de overige kopieën worden gemaakt.
Configuratiescherm
Een bedieningspaneel is het platte, doorgaans verticale,
gedeelte waarop de bedienings- of controle-instrumenten
worden weergegeven. Deze bevinden zich doorgaans aan de
voorzijde van het apparaat.
Verklarende woordenlijst
108
Dekkingsgraad
Dit is de afdrukterm die wordt gebruikt om het tonergebruik bij
het afdrukken te meten. Een dekkingsgraad van 5% betekent
bijvoorbeeld dat een vel A4-papier 5% aan afbeeldingen of tekst
bevat. Dus als het papier of origineel ingewikkelde afbeeldingen
of veel tekst bevat, is de dekkingsgraad en daarmee het
tonergebruik hoger.
CSV
Kommagescheiden waarden (CSV). CSV is een type
bestandsindeling. CSV wordt gebruikt om gegevens uit te
wisselen tussen verschillende toepassingen. Deze
bestandsindeling wordt in Microsoft Excel gebruikt en is min of
meer de norm geworden in de IT-sector, ook op niet-
Microsoftplatformen.
DADF
De dubbelzijdige automatische documentinvoer (DADF) is een
scanmechanisme waarmee een origineel automatisch wordt
ingevoerd en omgedraaid, zodat het apparaat beide zijden van
het papier kan inscannen.
Standaard
De waarde of instelling die van kracht is wanneer de printer uit
de verpakking wordt gehaald, opnieuw wordt ingesteld of wordt
geïnitialiseerd.
DHCP
Een DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) is een client/
servernetwerkprotocol. Een DHCP-server stuurt
configuratieparameters naar de DHCP-clienthost die deze
gegevens opvraagt om deel te kunnen uitmaken van een IP-
netwerk. DHCP biedt ook een mechanisme voor de toewijzing
van IP-adressen aan clienthosts.
DIMM
De DIMM (Dual In-line Memory Module) is een kleine printplaat
met geheugen. DIMM slaat alle gegevens in het apparaat op,
zoals afdrukgegevens of ontvangen faxgegevens.
DLNA
DLNA (Digital Living Network Alliance) is een standaard
waarmee apparaten in een thuisnetwerk gegevens met elkaar
kunnen uitwisselen via het netwerk.
Verklarende woordenlijst
109
DNS
DNS (Domain Name Server) is een systeem dat
domeinnaaminformatie opslaat in een gedistribueerde database
op netwerken, zoals het internet.
Matrixprinter
Een matrixprinter is een printer met een printerkop die heen en
weer loopt over de pagina en afdrukt door middel van aanslagen,
waarbij een van inkt voorzien lint tegen het papier wordt
geslagen, zoals bij een typemachine.
DPI
DPI (Dots Per Inch) is een maateenheid voor resolutie die wordt
gebruikt voor scannen en afdrukken. Over het algemeen leidt
een hogere DPI tot een hogere resolutie, meer zichtbare details
in de afbeelding en een groter bestandsformaat.
DRPD
Distinctieve belpatroondetectie. Distinctieve belpatroondetectie
is een dienst van de telefoonmaatschappij waarmee een
gebruiker met een enkele telefoonlijn oproepen naar
verschillende telefoonnummers kan ontvangen.
Duplex
Een mechanisme dat een vel papier automatisch omkeert zodat
het apparaat beide zijden van het vel kan bedrukken (of
scannen). Een printer met een duplexeenheid kan afdrukken op
beide zijden van een vel papier tijdens één printcyclus.
Afdrukvolume
Het afdrukvolume bestaat uit de hoeveelheid afgedrukte
pagina’s per maand die de printerprestaties niet beïnvloedt.
Doorgaans heeft de printer een beperkte levensduur, zoals een
bepaald aantal pagina’s per jaar. De levensduur duidt de
gemiddelde afdrukcapaciteit aan, meestal binnen de
garantieperiode. Als het afdrukvolume bijvoorbeeld 48 000
pagina’s per maand (20 werkdagen) bedraagt, beperkt de printer
het aantal pagina’s tot 2 400 per dag.
ECM
Foutcorrectiemodus (ECM) is een optionele verzendmodus voor
foutcorrectie die is opgenomen in faxapparaten of faxmodems
van Klasse 1. Hiermee worden fouten tijdens de verzending van
faxen, die soms worden veroorzaakt door ruis op de telefoonlijn,
automatisch opgespoord en gecorrigeerd.
Verklarende woordenlijst
110
Emulatie
Emulatie is een techniek waarbij met één apparaat dezelfde
resultaten worden behaald als met een ander.
Een emulator kopieert de functies van één systeem naar een
ander systeem, zodat het tweede systeem zich als het eerste
gedraagt. Emulatie is gericht op de exacte reproductie van
extern gedrag, in tegenstelling tot simulatie; dit houdt verband
met een abstract model van het systeem dat wordt gesimuleerd,
vaak met betrekking tot de interne staat.
Ethernet
Ethernet is een op frames gebaseerde
computernetwerktechnologie voor LAN’s. Hiermee worden de
bedrading en de signalen gedefinieerd voor de fysieke laag en
frameformaten en protocollen voor de MAC/
gegevenskoppelingslaag van het OSI-model. Ethernet wordt
meestal gestandaardiseerd als IEEE 802.3. Het is sedert de
jaren ’90 van afgelopen eeuw de meest gebruikte LAN-
technologie.
EtherTalk
Een protocolsuite die Apple Computer ontwikkelde voor
computernetwerken. Deze suite was opgenomen in de
oorspronkelijke Macintosh (1984) en wordt nu door Apple
ingezet voor TCP/IP-netwerken.
FDI
Interface extern apparaat (FDI) is een kaart die in het apparaat
is geïnstalleerd zodat andere apparaten van derden,
bijvoorbeeld een muntautomaat of een kaartlezer, kunnen
worden aangesloten. Met deze apparaten kunt u laten betalen
voor afdrukservices die worden uitgevoerd met uw apparaat.
FTP
Protocol voor bestandsuitwisseling (FTP) is een algemeen
gebruikt protocol voor de uitwisseling van bestanden via een
willekeurig netwerk dat het TCP/IP-protocol ondersteunt (zoals
internet of een intranet).
Verklarende woordenlijst
111
Fixeereenheid
Het onderdeel van een laserprinter dat de toner op het
afdrukmateriaal fixeert. De eenheid bestaat uit een rol die het
papier verwarmt en een rol die druk uitoefent. Nadat toner op het
papier is aangebracht, maakt de fixeereenheid gebruik van hitte
en druk om ervoor te zorgen dat de toner aan het papier hecht.
Dat verklaart ook waarom het papier warm is als het uit een
laserprinter komt.
Gateway
Een verbinding tussen computernetwerken of tussen
computernetwerken en een telefoonlijn. Gateways worden veel
gebruikt omdat het computers of netwerken zijn die toegang
bieden tot andere computers of netwerken.
Grijswaarden
Grijstinten die de lichte en donkere delen van een afbeelding
weergeven worden omgezet in grijswaarden; kleuren worden
door verschillende grijstinten weergegeven.
Halftoon
Een type afbeelding dat grijswaarden simuleert door het aantal
punten te variëren. Kleurrijke gebieden bestaan uit een groot
aantal punten, terwijl lichtere gebieden uit een kleiner aantal
punten bestaan.
HDD
De HDD (Hard Disk Drive), doorgaans een harde of vaste schijf
genoemd, is een niet-vluchtig opslagapparaat dat digitaal
gecodeerde gegevens opslaat op sneldraaiende platen met een
magnetisch oppervlak.
IEEE
Het IEEE (Institute of Electrical and Electronics Engineers) is
een internationale professionele non-profitorganisatie voor de
bevordering van elektrische technologie.
IEEE 1284
De 1284-norm voor de parallelle poort is ontwikkeld door het
IEEE (Institute of Electrical and Electronics Engineers). De term
"1284-B" verwijst naar een bepaald type connector aan het
uiteinde van de parallelle kabel die kan worden aangesloten op
het randapparaat (bijvoorbeeld een printer).
Verklarende woordenlijst
112
Intranet
Een besloten netwerk dat gebruikmaakt van internetprotocollen,
netwerkconnectiviteit en eventueel het openbaar
telecommunicatiesysteem om werknemers op een veilige
manier bedrijfsgegevens te laten uitwisselen of verrichtingen te
laten uitvoeren. De term kan nu en dan ook enkel verwijzen naar
de meest zichtbare dienst, de interne website.
IP-adres
Een Internet Protocol-adres (IP-adres) is een uniek nummer dat
apparaten gebruiken om elkaar te identificeren en informatie uit
te wisselen in een netwerk met behulp van de Internet Protocol-
standaard.
IPM
IPM (Afbeeldingen per minuut) is een eenheid waarmee de
snelheid van een printer wordt gemeten. Het IPM-cijfer geeft het
aantal vellen papier aan dat een printer binnen één minuut
eenzijdig kan bedrukken.
IPP
IPP (Internet Printing Protocol) is een standaardprotocol voor
zowel afdrukken als het beheren van afdruktaken,
mediaformaat, resolutie, enzovoort. IPP kan lokaal of via het
internet voor honderden printers worden gebruikt en ondersteunt
tevens toegangsbeheer, verificatie en codering, waardoor het
een veel effectievere en veiligere afdrukoplossing is dan eerdere
oplossingen.
IPX/SPX
IPX/SPX staat voor Internet Packet Exchange/Sequenced
Packet Exchange. Het is een netwerkprotocol dat wordt gebruikt
door de besturingssystemen van Novell NetWare. IPX en SPX
bieden beide verbindingsservices aan die vergelijkbaar zijn met
TCP/IP, waarbij het IPX-protocol vergelijkbaar is met IP en SPX
vergelijkbaar is met TCP. IPX/SPX was in eerste instantie
bedoeld voor LAN’s (lokale netwerken) en is een bijzonder
efficiënt protocol voor dit doel (doorgaans overtreffen de
prestaties die van TCP/IP in een LAN).
Verklarende woordenlijst
113
ISO
De Internationale organisatie voor standaardisatie (ISO) is een
internationale organisatie die normen vastlegt en samengesteld
is uit vertegenwoordigers van nationale
standaardiseringsorganisaties. De ISO produceert wereldwijd
industriële en commerciële normen.
ITU-T
De Internationale Telecommunicatie Unie is een internationale
organisatie die is opgericht voor de standaardisering en
regulering van internationale radio- en telecommunicatie. De
belangrijkste taken omvatten standaardisering, de toewijzing
van het radiospectrum en de organisatie van onderlinge
verbindingen tussen verschillende landen waarmee
internationale telefoongesprekken mogelijk worden gemaakt. De
-T in ITU-T duidt op telecommunicatie.
ITU-T No. 1 chart
Gestandaardiseerd testdiagram dat is gepubliceerd door ITU-T
voor het verzenden van faxdocumenten.
JBIG
JBIG (Joint Bi-level Image Experts Group) is een norm voor de
compressie van afbeeldingen zonder verlies van
nauwkeurigheid of kwaliteit, die ontworpen is voor de
compressie van binaire afbeeldingen, in het bijzonder voor
faxen, maar ook voor andere afbeeldingen.
JPEG
JPEG (Joint Photographic Experts Group) is de meest gebruikte
standaardcompressiemethode voor foto’s. Deze indeling wordt
gebruikt voor het opslaan en verzenden van foto’s over het
internet.
LDAP
LDAP (Lightweight Directory Access Protocol) is een
netwerkprotocol voor het zoeken in en aanpassen van
directoryservices via TCP/IP.
LED
Een LED (Light-Emitting Diode) is een halfgeleider die de status
van een apparaat aangeeft.
Verklarende woordenlijst
114
MAC-adres
Het MAC-adres (Media Access Control) is een uniek adres dat
aan een netwerkadapter is gekoppeld. Het MAC-adres is een
unieke naam van 48 bits die gewoonlijk wordt genoteerd als 12
hexadecimale tekens die telkens per twee worden gegroepeerd
(bijvoorbeeld 00-00-0c-34-11-4e). Dit adres wordt doorgaans
door de fabrikant in een netwerkinterfacekaart (NIC)
geprogrammeerd en gebruikt als een hulpmiddel aan de hand
waarvan routers apparaten kunnen vinden in grote netwerken.
MFP
Een MFP (Multi Function Peripheral) is een kantoorapparaat dat
verschillende functies in één fysieke behuizing combineert,
bijvoorbeeld een printer, kopieerapparaat, faxapparaat en
scanner.
MH
MH (Modified Huffman) is een compressiemethode voor het
beperken van de hoeveelheid gegevens die tussen
faxapparaten worden verzonden om een afbeelding te
versturen. MH wordt aanbevolen door ITU-T T.4. MH is een op
een codeboek gebaseerd lengtecoderingsschema dat
geoptimaliseerd werd om op een doeltreffende wijze witruimtes
te comprimeren. Aangezien de meeste faxen voornamelijk uit
witruimte bestaan, kan hiermee de verzendtijd van de meeste
faxen tot een minimum worden teruggebracht.
MMR
MMR (Modified Modified READ) is een compressiemethode die
wordt aanbevolen door ITU-T T.6.
Modem
Een apparaat dat een draaggolfsignaal moduleert om digitale
informatie te coderen en een dergelijk signaal demoduleert om
de verzonden informatie te decoderen.
Verklarende woordenlijst
115
MR
MR (Modified READ) is een compressiemethode die wordt
aanbevolen door ITU-T T.4. MR codeert de eerst gescande lijn
met behulp van MH. De volgende regel wordt vergeleken met de
eerste, het verschil wordt vastgesteld en vervolgens worden de
verschillen gecodeerd en verzonden.
NetWare
Een netwerkbesturingssysteem dat is ontwikkeld door Novell,
Inc. Aanvankelijk maakte dit systeem gebruik van coöperatieve
multi-tasking om verschillende services op een pc te kunnen
uitvoeren en waren de netwerkprotocollen gebaseerd op de
klassieke Xerox XNS-stack. Tegenwoordig ondersteunt
NetWare zowel TCP/IP als IPX/SPX.
OPC
Organische fotogeleider (OPC) is een mechanisme dat een
virtuele afbeelding maakt om af te drukken met behulp van een
laserstraal uit een laserprinter. Het is meestal groen of grijs en
cilindervormig.
Indien een beeldeenheid een drum bevat, wordt het oppervlak
van de drum op den duur aangetast door het gebruik in de
printer. De drum moet dan ook regelmatig worden vervangen,
omdat deze slijt door het contact met de ontwikkelborstel van de
cassette, het reinigingsmechanisme en het papier.
Originelen
Het eerste exemplaar van bijvoorbeeld een document, foto of
tekst, dat wordt gekopieerd, gereproduceerd of omgezet om
volgende exemplaren te verkrijgen, maar dat zelf niet van iets
anders is gekopieerd of afgeleid.
OSI
OSI (Open Systems Interconnection) is een communicatiemodel
dat is ontwikkeld door de ISO (International Organization for
Standardization). OSI biedt een standaard modulaire
benadering van netwerkontwerp waarmee de vereiste set
complexe functies wordt opgesplitst in hanteerbare, op zichzelf
staande, functionele lagen. De lagen zijn van boven naar onder:
applicatie, presentatie, sessie, transport, netwerk,
gegevenskoppeling en fysiek.
Verklarende woordenlijst
116
PABX
PABX (Private Automatic Branch Exchange) is een automatisch
telefoonschakelsysteem in een besloten onderneming.
PCL
Printeropdrachttaal (PCL) is een paginabeschrijvingstaal (PDL)
die ontwikkeld is door HP als printerprotocol en inmiddels is
uitgegroeid tot een norm in de branche. PCL werd aanvankelijk
ontwikkeld voor de eerste inkjetprinters en is in verschillende
versies verschenen voor thermische printers, matrix- en
laserprinters.
PDF
PDF (Portable Document Format) is een door Adobe Systems
ontwikkelde bestandsindeling voor het weergeven van
tweedimensionale documenten in een apparaat- en
resolutieonafhankelijke indeling.
PostScript
PS (PostScript) is een paginabeschrijvings- en programmeertaal
die voornamelijk gebruikt wordt voor e-publishing en desktop
publishing. - die in een interpreter wordt uitgevoerd om een
afbeelding te produceren.
Printerstuurprogramma
Een programma dat wordt gebruikt om opdrachten te verzenden
en gegevens over te brengen van de computer naar de printer.
Afdrukmedia
Het materiaal, zoals papier, enveloppen, etiketten en
transparanten, dat in een printer, scanner, fax of
kopieerapparaat kan worden gebruikt.
PPM
Pagina’s per minuut (PPM) is een methode voor het meten van
de snelheid van een printer en verwijst naar het aantal pagina’s
dat een printer in één minuut kan afdrukken.
PRN-bestand
Een interface voor een apparaatstuurprogramma waarlangs
software kan communiceren met het apparaatstuurprogramma
via standaard invoer-/uitvoeraanroepen, waardoor veel taken
worden vereenvoudigd.
Verklarende woordenlijst
117
Protocol
Een conventie of standaard die de verbinding, communicatie en
het gegevensverkeer tussen twee computers inschakelt of
controleert.
PS
Zie PostScript.
PSTN
Openbaar telefoonnet (PSTN) is het netwerk van openbare
circuitgeschakelde telefoonnetwerken wereldwijd dat in een
bedrijfsomgeving doorgaans via een schakelbord wordt
gerouteerd.
RADIUS
RADIUS (Remote Authentication Dial In User Service) is een
protocol voor gebruikersidentificatie en accounting op afstand.
RADIUS laat toe om verificatiegegevens zoals gebruikersnamen
en wachtwoorden met behulp van een AAA-concept
(authentication, authorization en accounting) voor het beheer
van de netwerktoegang.
Resolutie
De scherpte van een afbeelding, gemeten in dpi (punten per
inch). Hoe hoger de dpi, hoe hoger de resolutie.
SMB
SMB (Server Message Block) is een netwerkprotocol dat
hoofdzakelijk wordt toegepast op gedeelde bestanden, printers,
seriële poorten en diverse verbindingen tussen de knooppunten
in een netwerk. Het biedt tevens een geverifieerd
communicatiemechanisme voor processen onderling.
SMTP
SMTP (Simple Mail Transfer Protocol) is de standaard voor e-
mailverkeer over het internet. SMTP is een relatief eenvoudig op
tekst gebaseerd protocol waarbij één of meer ontvangers van
een bericht worden aangegeven, waarna de berichttekst wordt
verzonden. Het is een client-serverprotocol, waarbij de client een
e-mailbericht verzendt naar de server.
Verklarende woordenlijst
118
SSID
SSID (Service Set Identifier) is een benaming van een draadloos
netwerk (WLAN). Alle draadloze apparaten in een draadloos
netwerk gebruiken dezelfde SSID om met elkaar te
communiceren. De SSID’s zijn hoofdlettergevoelig en kunnen tot
32 tekens lang zijn.
Subnetmasker
Het subnetmasker wordt gebruikt in samenhang met het
netwerkadres om te bepalen welk deel van het adres het
netwerkadres is en welk deel het hostadres.
TCP/IP
TCP (Transmission Control Protocol) en IP (Internet Protocol):
de set communicatieprotocollen die de protocolstack
implementeren waarop het internet en de meeste commerciële
netwerken draaien.
TCR
Verzendrapport (TCR) geeft de details van elke verzending
weer, zoals de taakstatus, het verzendresultaat en het aantal
verzonden pagina’s. Er kan worden ingesteld dat dit rapport na
elke taak of alleen na een mislukte verzending wordt afgedrukt.
TIFF
TIFF (Tagged Image File Format) is een bestandsindeling voor
bitmapafbeeldingen met een variabele resolutie. TIFF beschrijft
de afbeeldingsgegevens die doorgaans afkomstig zijn van de
scanner. TIFF-afbeeldingen maken gebruik van tags:
trefwoorden die de kenmerken definiëren van de in het bestand
opgenomen afbeelding. Deze flexibele en
platformonafhankelijke indeling kan worden gebruikt voor
illustraties die met diverse beeldverwerkingstoepassingen zijn
gemaakt.
Tonercassette
Een soort fles of container die in apparaten zoals printers wordt
gebruikt en die toner bevat. Toner is een poeder dat in
laserprinters en kopieerapparaten wordt gebruikt voor het
vormen van tekst en afbeeldingen op afdrukpapier. Toner wordt
gefixeerd door een combinatie van hitte en druk vanuit de
fixeereenheid, waardoor het zich aan de vezels in het papier
gaat hechten.
Verklarende woordenlijst
119
TWAIN
Een standaard voor scanners en software. Als een TWAIN-
compatibele scanner wordt gebruikt met een TWAIN-compatibel
programma, kan een scan worden gestart vanuit het
programma; dit een API voor het vastleggen van afbeeldingen
voor de besturingssystemen van Microsoft Windows en Apple
Macintosh.
UNC-pad
UNC (Uniform Naming Convention) is een standaardmanier om
gedeelde netwerkbronnen te benaderen in Windows NT en
andere Microsoft-producten. De notatie van een UNC-pad is:
\\<servernaam>\<naam_gedeelde_bron>\<aanvullende map>
URL
URL (Uniform Resource Locator) is het internationale adres van
documenten en informatiebronnen op internet. Het eerste deel
van het adres geeft aan welk protocol moet worden gebruikt en
het tweede deel geeft het IP-adres of de domeinnaam aan waar
de informatiebron zich bevindt.
USB
USB (Universal Serial Bus) is een door het USB Implementers
Forum, Inc. ontwikkelde standaard om computers en
randapparatuur met elkaar te verbinden. In tegenstelling tot de
parallelle poort is USB ontworpen om een enkele computer-
USB-poort tegelijkertijd met meerdere randapparaten te
verbinden.
Watermerk
Een watermerk is een herkenbare afbeelding of patroon dat
helderder oplicht wanneer het voor een lichtbron wordt
gehouden. Watermerken werden voor het eerst in 1282 in het
Italiaanse Bologna gebruikt door papiermakers om hun product
te merken. Ze werden ook toegepast in postzegels, papiergeld
en andere officiële documenten om fraude te voorkomen.
WEP
WEP (Wired Equivalent Privacy) is een beveiligingsprotocol dat
gespecificeerd wordt in IEEE 802.11 om eenzelfde
beveiligingsniveau als een bedraad LAN te garanderen. WEP
beveiligt gegevens door deze via radiogolven te coderen, zodat
ze veilig van het ene punt naar het andere kunnen worden
verzonden.
Verklarende woordenlijst
120
WIA
WIA (Windows Imaging Architecture) is een
beeldverwerkingsarchitectuur die oorspronkelijk werd gebruikt in
Windows Me en Windows XP. Een scan kan vanuit deze
besturingssystemen worden gestart door middel van een WIA-
compatibele scanner.
WPA
WPA (Wi-Fi Protected Access) is een klasse van systemen voor
de beveiliging van draadloze (Wi-Fi) computernetwerken die
ontwikkeld werd voor een betere beveiliging van WEP.
WPA-PSK
WPA-PSK (vooraf gedeelde WPA-sleutel) is een speciale WPA-
modus voor kleine ondernemingen en thuisgebruikers. Een
gedeelde sleutel of een gedeeld wachtwoord wordt
geconfigureerd in het draadloze toegangspunt (WAP) en
draadloze laptop- of desktopapparaten. WPA-PSK genereert
een unieke sleutel voor elke sessie tussen een draadloze client
en de daarmee geassocieerde WAP voor een betere veiligheid.
WPS
WPS (Wi-Fi Protected Setup) is een standaard voor het tot stand
brengen van een draadloos thuisnetwerk. Als uw draadloze
toegangspunt WPS ondersteunt, kunt u de draadloze
netwerkverbinding gemakkelijk configureren zonder computer.
XPS
XML-papierspecificatie (XPS) is een specificatie voor een
paginabeschrijvingstaal (PDL) en een nieuw uitwisselbaar
documentformaat dat door Microsoft is ontwikkeld. Dit
vectorgebaseerd apparaatonafhankelijk documentformaat is
gebaseerd op XML en op een nieuw afdrukpad.
121
Index
A
afdrukken
afdrukken naar een bestand 47
de standaardafdrukinstellingen wijzigen
45
dubbelzijdig afdrukken
Macintosh
56
Linux
58
Macintosh
55
meerdere pagina's afdrukken op één vel
papier
Macintosh
55
UNIX
61
afdrukresolutie instellen
Linux 58
algemene instellingen 31, 33, 34, 39
apparaat instellen
apparaatstatus 30
apparaatgegevens 30
B
benodigdheden
geschatte gebruiksduur van
tonercassette
65
D
De 44
E
een document afdrukken
Linux 58
Macintosh
55
UNIX
61
F
functies
functies van het apparaat 28
G
general settings 35
H
help gebruiken 57
het programma SetIP 14
L
LCDdisplay
de status van het apparaat controleren
30
lettertypeinstellingen 44
Linux
afdrukken 58
algemene Linuxproblemen
98
besturingsbestand opnieuw installeren
voor een via een USBkabel verbonden
apparaat
10
installatie van het stuurprogramma voor
het verbonden netwerk
20
printereigenschappen
59
SetIP gebruiken
15
stuurprogramma van een met een
USBkabel verbonden apparaat installeren
8
unified driver configurator
76
M
Macintosh
afdrukken 55
besturingsbestand opnieuw installeren
voor een via een USBkabel verbonden
apparaat
7
installatie van het stuurprogramma voor
het verbonden netwerk
18
SetIP gebruiken
15
stuurprogramma van een met een
USBkabel verbonden apparaat installeren
5
veelvoorkomende problemen onder
Index
122
Macintosh 97
Meerdere pagina's op één vel afdrukken
nup
Macintosh 55
N
netwerk
algemene instelling 40
het programma SetIP
14, 15
introductie van netwerkprogrammas
12
IPv6configuratie
25
stuurprogrammainstallatie
Linux
20
Macintosh
18
UNIX
21
Windows
17
O
overlay afdrukken
afdrukken 53
maken
52
verwijderen
53
P
plaatsing van het apparaat
aanpassing aan de hoogte 43
PostScriptstuurprogramma
problemen oplossen 100
Printerstatus
algemene informatie 72, 74
printervoorkeursinstellingen
Linux 59
problemen
afdrukproblemen 83
problemen met betrekking tot netvoeding
82
problemen met de afdrukkwaliteit
88
problemen met papierinvoer
80
R
rapporten
apparaatgegevens 30, 35
S
service contact numbers 102
speciale afdrukfuncties 42
stuurprogrammainstallatie
Unix 21
SyncThru Web Service
algemene informatie 67
T
tonercassette
geschatte gebruiksduur 65
instructies voor het hanteren van
cassettes
64
nietoriginele Samsung en bijgevulde
cassettes
65
opslaan
64
U
UNIX
afdrukken 61
installatie van het stuurprogramma voor
het verbonden netwerk
21
USBkabel
besturingsbestand opnieuw installeren 7,
10
stuurprogrammainstallatie
5, 8
V
verklarende woordenlijst 106
W
watermerk
bewerken 51
maken
51
Index
123
verwijderen 51
Windows
installatie van het stuurprogramma voor
het verbonden netwerk
17
SetIP gebruiken
14
veelvoorkomende problemen onder
Windows
96

Documenttranscriptie

ML-375x Series Gebruikershandleiding Basis imagine the possibilities Deze handleiding geeft informatie met betrekking tot de installatie, normaal gebruik en het oplossen van problemen in Windows. Inhoud   1. Inleiding 3. Onderhoud 5 Belangrijkste voordelen 51 Verbruiksartikelen en toebehoren bestellen 8 Functies per model 52 Beschikbare verbruiksartikelen 9 Nuttig om te weten 53 Beschikbare accessoires 10 Informatie over deze gebruikershandleiding 55 Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud 11 Veiligheidsinformatie 56 Toner herverdelen 17 Apparaatoverzicht 58 De tonercassette vervangen 20 Overzicht van het bedieningspaneel 60 Een geheugenmodule upgraden 21 Het apparaat inschakelen 62 De gebruiksduur van de verbruiksartikelen controleren 22 Lokaal installeren van het stuurprogramma 24 Het stuurprogramma opnieuw installeren  2  2. De basisfuncties leren kennen 63 Instellen van de waarschuwing "Toner bijna op" 64 Het apparaat reinigen 26 Menuoverzicht 4. Problemen oplossen 28 Tekens invoeren met behulp van het numerieke toestenblok 68 Tips om papierstoringen te voorkomen 29 Een testpagina afdrukken 69 Papierstoringen verhelpen 30 De taal op het display wijzigen 76 Informatie over de status-LED 31 Afdrukmateriaal en lade 79 Informatie over displaymeldingen 44 Eenvoudige afdruktaken Inhoud 5. Bijlage 86 Specificaties 96 Informatie over wettelijke voorschriften 104 Copyright 3 1. Inleiding In dit hoofdstuk staat informatie die u nodig heeft om het apparaat te gebruiken. • Belangrijkste voordelen 5 • Functies per model 8 • Nuttig om te weten 9 • Informatie over deze gebruikershandleiding 10 • Veiligheidsinformatie 11 • Apparaatoverzicht 17 • Overzicht van het bedieningspaneel 20 • Het apparaat inschakelen 21 • Lokaal installeren van het stuurprogramma 22 • Het stuurprogramma opnieuw installeren 24 Belangrijkste voordelen Milieuvriendelijk • Dit apparaat beschikt over een Eco-functie waarmee u toner en papier kunt sparen. • U kunt meerdere pagina’s op één vel afdrukken om papier te besparen (zie handleiding Geavanceerd). • Om papier te besparen kunt u op beide zijden van het papier afdrukken (dubbelzijdig afdrukken) (zie handleiding Geavanceerd). • Dit apparaat bespaart automatisch elektriciteit door het stroomverbruik aanzienlijk te beperken wanneer het apparaat niet wordt gebruikt.  Afdrukken met hoge snelheid en uitstekende kwaliteit • U kunt afdrukken met een resolutie tot 1.200 x 1.200 dpi effectieve uitvoer. • Snel on-demand afdrukken. - Voor enkelzijdig afdrukken, 35 ppm (A4) of 37 ppm (Letter). - Voor dubbelzijdig afdrukken, 17 ppm (A4) of 18 ppm (Letter).  Belangrijkste voordelen Gemak • Samsung Easy Printer Manager en Samsung-printerstatus (of Smart Panel) zijn programma's die de status van het apparaat controleren en u deze doorgeven, en waarmee u de instellingen van het apparaat kunt aanpassen (zie handleiding Geavanceerd). • Met AnyWeb Print kunt u van een scherm in Windows Internet Explorer een schermopname of afdrukvoorbeeld maken en afdrukken op een veel eenvoudigere manier dan in het gebruikelijke programma (zie handleiding Geavanceerd). Grote functionaliteit en brede ondersteuning van toepassingen.  • Ondersteuning voor verschillende papierformaten (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 88).  • Watermerken afdrukken: U kunt uw documenten voorzien van een watermerk zoals "Vertrouwelijk" (zie handleiding Geavanceerd). • Posters afdrukken: De tekst en afbeeldingen op elke pagina van uw document worden vergroot en afgedrukt over verschillende vellen papier die u kunt samenvoegen tot een poster (zie handleiding Geavanceerd). • U kunt in verschillende besturingssystemen afdrukken (zie "Systeemvereisten" op pagina 91). • Het apparaat is uitgerust met een USB- en/of een netwerkinterface. Belangrijkste voordelen De capaciteit van uw apparaat uitbreiden • Dit apparaat heeft een extra geheugensleuf om het geheugen uit te breiden (zie "Beschikbare accessoires" op pagina 53). • Emulation, compatibel met PostScript 3 (PS3) maakt PS-afdrukken mogelijk.   Functies per model Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land. functies Hi-Speed USB 2.0-poort 1 ML-3750ND ML-3753ND ● ● ● Hi-Speed USB 2.0-poort 2 IEEE 1284 parallelstekker ○ ○ Netwerkinterface Ethernet 10/100/1000 Base TX bedraad LAN ● ● IPv6 ● ● Eco-afdrukken ● ● Dubbelzijdig afdrukken ● ● Samsung Easy Printer Manager ● ● ○ ○ Lade 2 (520 vellen) SyncThru™ Web Service ○ ○ ● ● PCL-printerstuurprogramma ● ● PS-printerstuurprogramma ● ● XPS-printerstuurprogramma ● ● Geheugen ( ●: inclusief, ○: optioneel, leeg: niet beschikbaar)  Nuttig om te weten Het apparaat drukt niet af. Er is papier vastgelopen. • Open de afdruklijst en verwijder het document uit de lijst (zie "Een afdruktaak annuleren" op pagina 45). • Open de klep aan de voorzijde en sluit ze weer. • Verwijder het stuurprogramma en installeer deze opnieuw (zie "Lokaal installeren van het stuurprogramma" op pagina 22). • Selecteer uw printer als de standaardprinter in Windows. • Zoek de instructies voor het verwijderen van vastgelopen papier in deze handleiding en los het probleem op (zie "Papierstoringen verhelpen" op pagina 69). De afdrukken zijn vaag. Waar kan ik accessoires of verbruiksartikelen kopen? • Het toner is mogelijk op of ongelijk verdeeld. Schud de tonercassette heen en weer. • Vraag na bij een Samsung-distributeur of uw detailhandelaar. • Probeer een andere instelling voor de resolutie. • Kijk op www.samsung.com/supplies. Kies uw land of regio voor productinformatie. De status-LED knippert of blijft branden. • Schakel het apparaat uit en weer in. • Zoek de betekenis van de LED-indicatorlampjes in deze handleiding en los het probleem op (zie "Informatie over de status-LED" op pagina 76). • Vervang de tonercassette. Waar kan ik het stuurprogramma van de printer downloaden? • Kijk op www.samsung.com/printer voor de laaste versie van het stuurprogramma van de printer en installeer deze op uw systeem. Informatie over deze gebruikershandleiding Deze gebruikershandleiding bevat basisinformatie over het apparaat en biedt tevens gedetailleerde informatie over de verschillende procedures die doorlopen moeten worden bij het gebruik van het apparaat. • Lees de veiligheidsinformatie voor u het apparaat in gebruik neemt. • Raadpleeg het hoofdstuk over probleemoplossing als u problemen ondervindt bij gebruik van het apparaat. • De termen die in deze gebruikershandleiding worden gebruikt, worden uitgelegd in het hoofdstuk met de woordenlijst. • De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met het door u gekochte apparaat. • De schermafbeeldingen in deze gebruikershandleiding kunnen afwijken van de schermweergave van uw apparaat afhankelijk van de firmware-/stuurprogrammaversie. • De procedures in deze gebruikershandleiding zijn voornamelijk gebaseerd op Windows 7. 1. Inleiding 10 1   Afspraken Sommige in deze gebruikershandleiding gebruikte termen zijn verwisselbaar: • Document is synoniem met origineel. • Papier is synoniem met materiaal of afdrukmateriaal. • Apparaat verwijst naar printer of multifunctionele printer. 2   Algemene pictogrammen Pictogram Tekst Omschrijving Biedt gebruikers informatie om het Opgepa apparaat te beschermen tegen st mogelijke mechanische schade of defecten. Biedt aanvullende informatie of Opmerki gedetailleerde uitleg over een functie of ng voorziening van het apparaat. Veiligheidsinformatie Deze waarschuwingen en voorzorgen moeten eventuele beschadigingen aan uw apparaat en verwondingen aan uzelf of anderen voorkomen. Lees deze instructies aandachtig voor u het apparaat in gebruik neemt. Bewaar dit document goed nadat u het hebt gelezen. 1. Inleiding 11 4   Bedrijfsomgeving Waarschuwing 3   Belangrijke veiligheidssymbolen Niet gebruiken als de stekker beschadigd is of als het stopcontact niet geaard is. Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken. Verklaring van alle pictogrammen en symbolen in dit hoofdstuk Waarsch uwing Gevaren of onveilige praktijken die ernstig letsel of de dood kunnen veroorzaken. Gevaren of onveilige praktijken die een Opgepast klein letsel of eigendomsschade kunnen veroorzaken. NIET proberen. Plaats niets op het apparaat (water, kleine metalen of zware voorwerpen, kaarsen, brandende sigaretten, enzovoort). Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken. • Als het apparaat oververhit raakt, komt er rook uit, maakt het vreemde geluiden of verspreidt het vreemde geuren. Schakel onmiddellijk de stroomschakelaar uit en koppel het apparaat los. • De gebruiker moet bij het stopcontact kunnen om in geval van nood de stekker uit het stopcontact te kunnen trekken. Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken. Veiligheidsinformatie 1. Inleiding 12 Buig het netsnoer niet en plaats er geen zware voorwerpen op. Probeer de stekker niet in het stopcontact te forceren als hij er moeilijk ingaat. Het trappen op of beknellen van het netsnoer door een zwaar voorwerp kan een elektrische schok of brand veroorzaken. U riskeert een elektrische schok. Neem contact op met een elektricien om het stopcontact te vervangen. Voorkom dat huisdieren op het netsnoer, de telefoonkabel of de kabel naar de computer bijten. Haal de stekker niet uit het stopcontact door aan het netsnoer te trekken; trek de stekker er niet uit met natte handen. Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken en/of uw huisdier verwonden. Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken. Als het apparaat niet goed werkt nadat u deze instructies hebt uitgevoerd, koppelt u het apparaat volledig los en roept u de hulp in van een gekwalificeerd technicus. Opgepast Zo niet kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken. Haal de stekker uit het stopcontact tijdens onweer of als u het apparaat niet gebruikt. Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken. Opgelet, het papieruitvoergebied is heet. 5   Bedieningswijze U kunt brandwonden oplopen. Als het apparaat is gevallen of als de behuizing beschadigd lijkt, koppelt u het apparaat volledig los en roept u de hulp in van een gekwalificeerd technicus. Zo niet kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken. Opgepast Trek het papier niet uit de printer tijdens het afdrukken. Dit kan het apparaat beschadigen. Veiligheidsinformatie 1. Inleiding Houd uw hand niet tussen het apparaat en de papierlade. Het apparaat wordt gevoed via het netsnoer. Om de stroom uit te schakelen, trekt u het netsnoer uit het stopcontact. U kunt letsel oplopen. Blokkeer de ventilatieopening niet of duw er geen voorwerpen in. Hierdoor kunnen onderdelen warm worden en kan er brand ontstaan of kan het apparaat beschadigd raken. Wees voorzichtig wanneer u papier vervangt of vastgelopen papier verwijdert. 13 6   Installatie/verplaatsen Waarschuwing Nieuw papier heeft scherpe randen die snijwonden kunnen veroorzaken. Plaats het apparaat niet in een stoffige of vochtige ruimte of op een plek waar water lekt. Bij het afdrukken van grote hoeveelheden kan de onderzijde van het uitvoergebied heet worden. Houd kinderen uit de buurt. Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken. Zij kunnen brandwonden oplopen. Gebruik geen tang of scherpe metalen voorwerpen om vastgelopen papier te verwijderen. Dit kan het apparaat beschadigen. Vermijd het stapelen van te veel papier in de papieruitvoerlade. Dit kan het apparaat beschadigen. Veiligheidsinformatie Opgepast Schakel de stroom uit en maak alle kabels los voordat u het apparaat verplaatst. 1. Inleiding 14 Gebruik alleen telefoondraad van Nr. 26 AWGa of, indien nodig, een grotere telefoondraad. Zo niet kan het apparaat beschadigd raken. Til vervolgens het apparaat op deze wijze op: Dek het apparaat niet af en plaats het niet in een slecht geventileerde ruimte, zoals een kast. • Een apparaat dat minder dan 20 kg weegt, mag door één persoon worden opgetild. Als het apparaat niet voldoende wordt geventileerd, kan er brand ontstaan. • een apparaat dat 20 - 40 kg weegt, moet door twee personen worden opgetild. Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact. • een apparaat dat meer dan 40 kg weegt, moet door vier of meer personen worden opgetild. Het apparaat zou kunnen vallen en verwondingen of schade veroorzaken. Plaats het apparaat niet op een onstabiel of schuin oppervlak. Het apparaat zou kunnen vallen en verwondingen of schade veroorzaken. Het apparaat moet aangesloten worden op een spanningsbron met hetzelfde energieniveau als op het label. Als u niet zeker bent en het spanningsniveau wilt controleren, neemt u contact op met de elektriciteitsmaatschappij. Zo niet kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken. Sluit niet te veel apparaten op hetzelfde stopcontact of verlengsnoer aan. Dit kan de prestaties verminderen en een elektrische schok of brand veroorzaken. Gebruik voor een veilige bediening het netsnoer dat met uw apparaat werd meegeleverd. Als u een snoer gebruikt dat langer is dan 2 meter voor een apparaat van 110 V, moet het snoer minstens 16 AWG dik zijn. Zo niet kan het apparaat beschadigd raken en een elektrische schok of brand veroorzaken. a. AWG: American Wire Gauge Veiligheidsinformatie 1. Inleiding 15 7   Onderhoud/controle Opgepast Trek het netsnoer van het apparaat uit het stopcontact als u de binnenkant van het apparaat wilt reinigen. Reinig uw apparaat niet met benzeen, verdunningsmiddel of alcohol, en spuit geen water in het apparaat. • Verwijder geen kleppen of beveiligingselementen die vastgeschroefd zijn. • Fixeereenheden mogen alleen worden hersteld door een gekwalificeerde servicemedewerker. Reparatie door niet-gekwalificeerde technici kan brand of elektrische schokken veroorzaken. Dit apparaat mag alleen worden hersteld door een medewerker van de technische dienst van Samsung. Houd reinigingsproducten uit de buurt van kinderen. Kinderen kunnen letsel oplopen. Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken. Zorg ervoor dat het apparaat niet werkt als u verbruiksartikelen in het apparaat vervangt of de binnenkant schoonmaakt. U kunt letsel oplopen. Houd het netsnoer en het contactoppervlak van de stekker stof- en watervrij. Zo niet kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken. U mag het apparaat niet zelf demonteren, herstellen of weer in elkaar steken. Dit kan het apparaat beschadigen. Neem contact op met een professioneel technicus als het apparaat gerepareerd moet worden. Volg de richtlijnen uit de gebruikershandleiding die met het apparaat werd meegeleverd om het apparaat te reinigen en te bedienen. Zo niet, dan kunt u het apparaat beschadigen. Veiligheidsinformatie 1. Inleiding 16 8   Gebruik van verbruiksartikelen Opgepast Het gebruik van gerecycleerde verbruiksartikelen, zoals toner, kan het apparaat beschadigen. Bij schade als gevolg van het gebruik van gerecyclede verbruiksartikelen zullen reparatiekosten in rekening worden gebracht. Haal de tonercassette niet uit elkaar. Als er tonerstof op uw kleding terechtkomt, moet u geen warm water gebruiken. Tonerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of opname. Door warm water hecht de toner zich aan de stof. Gebruik altijd koud water. Verbrand geen verbruiksartikelen zoals een tonercassette of fixeereenheid. Dit kan een explosie of onbeheersbare brand veroorzaken. Zorg ervoor dat er geen tonerstof op uw lichaam of kledij terechtkomt bij het vervangen van de tonercassette of het verwijderen van vastgelopen papier. Tonerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of opname. Houd kinderen uit de buurt van de plaats waar u verbruiksartikelen (bijvoorbeeld tonercassettes) bewaart. Tonerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of opname. Apparaatoverzicht 1. Inleiding 9   Toebehoren Netsnoer Beknopte installatiehandleiding Software-cda Div. accessoiresb a. De software-cd bevat het stuurprogramma van de printer en programma´s. b. Diverse, bij uw printer geleverde accessoires kunnen verschillen per land van aankoop en specifiek model. 17 Apparaatoverzicht 1. Inleiding 10   Voorkant 1 9 2 10 8 3 7 4 11 6 5 1 2 3 Uitvoerlade Bedieningspaneel Klep moederbord 4 Voorklep 7 5 Indicator papierniveau 8 6 9 Lade 2 Lade 1 Multifunctionele lade Extensie voor multifunctionele lade 10 11 Papierbreedtegeleiders op de multifunctionele lade Papieruitvoersteun 18 Apparaatoverzicht 1. Inleiding 19 11   Achterkant • Deze afbeelding kan afhankelijk van het model afwijken van uw apparaat. • Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land. 9 8 7 1 6 2 3 5 4 1 Netwerkpoort 4 IEEE 1284 stroomaansluiting met parallelstekker 7 Duplex-eenheid 2 USB-poort 1 5 Stroomschakelaar 8 Achterklep 3 USB-poort 2a (alleen ML-3753ND) 6 Aansluiting netsnoer 9 Achterklep lade a. Dankzij de twee USB-poorten kunt u een printer op twee verschillende computers aansluiten. Hiervoor moet u op beide computers printerstuurprogramma's installeren. Verbind nooit één computer dubbel, via de twee USB-poorten, met de printer. Dit kan ernstige schade veroorzaken aan de printer en computer. Overzicht van het bedieningspaneel 3 1 2 1. Inleiding 20 Hiermee bevestigt u het op het display geselecteerde item. OK 4 (Achterkant) Hiermee keert u terug naar het bovenliggende menu. 3 10 4 5 Numeriek toetsenblok 5 6 9 6 (Annuleren) 7 (aan/uit) 7 8 8 (StatusLED) Weergave 2 (Menu) Toont de huidige status en geeft meldingen weer tijdens het gebruik. Hiermee opent u de menumodus en bladert u door de beschikbare menu’s. Hiermee kunt u op elk moment een taak onderbreken. Met deze knop kunt u de stroom inen uitschakelen. Toont de status van uw printer (zie "Status LED" op pagina 77). Eco Gaat naar de eco-modus voor het besparen van toner en papier (zie "Eco-opties" op pagina 49). Pijltoetsen Door beschikbare waarden bladeren door naar vorige of volgende opties te gaan. 9 1 U kunt cijfers en tekens invoeren met behulp van het toetsenblok. Dit is handig wanneer u IP-adressen moet invoeren. (zie "Tekens invoeren met behulp van het numerieke toestenblok" op pagina 28). 10 Het apparaat inschakelen 1 Sluit de printer eerst op de netvoeding aan. Zet de aan/uit-schakelaar aan. 2 Druk op de knop (aan/uit) en laat deze los. 1. Inleiding 21 Lokaal installeren van het stuurprogramma Een lokale printer is een printer die via een kabel rechtstreeks op uw computer is aangesloten. Als uw apparaat met een netwerk is verbonden, slaat u de onderstaande stappen over en gaat u naar het deel over de installatie van het stuurprogramma voor een apparaat dat met een netwerk is verbonden (zie handleiding Geavanceerd). • Door Aangepaste installatie te selecteren kunt u kiezen welke programma's u wilt installeren. • Gebruik alleen een USB-kabel die korter is dan 3 meter. 22 12  1  Windows Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. Als tijdens de installatie het venster "Wizard Nieuwe hardware gevonden" verschijnt, klikt u op Annuleren om het venster te sluiten. • Zie de handleiding Geavanceerd als u een Macintosh, Linux of Unix OS-gebruiker bent. • Het installatievenster in deze gebruikershandleiding kan verschillen afhankelijk van het apparaat en de gebruikte interface. 1. Inleiding 2 Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation. De cd-rom start automatisch op en er verschijnt een installatievenster. Lokaal installeren van het stuurprogramma 3 Selecteer Nu installeren. 4 Lees de Gebruiksrechtovereenkomst en schakel het selectievakje Ik aanvaard de bepalingen van de gebruiksrechtovereenkomst in. Klik daarna op Volgende. 5 Volg de instructies in het installatievenster. 1. Inleiding 23 Het stuurprogramma opnieuw installeren Als het printerstuurprogramma niet naar behoren werkt, volg dan de onderstaande stappen om het stuurprogramma opnieuw te installeren. 13   Windows 1 Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. 2 Selecteer in het menu Start achtereenvolgens Programma’s of Alle programma’s > Samsung Printers > naam van uw printerstuurprogramma > Deïnstalleren. 3 4 Volg de instructies in het installatievenster. Plaats de software-cd in uw cd-rom-station in installeer het stuurprogramma opnieuw (zie "Lokaal installeren van het stuurprogramma" op pagina 22). 1. Inleiding 24 2. De basisfuncties leren kennen Nadat de installatie is voltooid, kunt u de standaardinstellingen van het apparaat opgeven. Raadpleeg het volgende hoofdstuk om waarden in te stellen of te wijzigen. Dit hoofdstuk levert informatie over de algemene menustructuur en de opties voor de basisinstellingen. • Menuoverzicht 26 • Tekens invoeren met behulp van het numerieke toestenblok 28 • Een testpagina afdrukken 29 • De taal op het display wijzigen 30 • Afdrukmateriaal en lade 31 • Eenvoudige afdruktaken 44 2. De basisfuncties leren kennen Menuoverzicht Het bedieningspaneel biedt toegang tot verschillende menu’s voor de instelling van het apparaat en het gebruik van de functies van het apparaat. Items Opties Menuoverzicht Configuratie • Druk op de knop (Menu) om toegang te krijgen tot deze menu's. Druk op de pijl-links/rechts tot het gewenste menuonderdeel verschijnt en druk op OK. • Naast het gekozen menu verschijnt een sterretje (*). Info verb.art. Demopagina Informatie PCL-lettertype PS-lettertype • Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat. EPSON-lettert. Gebruiksteller Account • Afhankelijk van het model kunnen sommige menuonderdelen op uw apparaat een andere naam hebben. Afdrukstand Algemene marge Lay-out MP-lade Lade X Emulatiemarge Duplex Exemplaren Papier MF-lade/ [Lade <x>] Papierinvoer Ladekoppeling 26 2. De basisfuncties leren kennen Menuoverzicht Items Grafisch Opties TCP/IP (IPv4) Tkst dnk. mk. TCP/IP (IPv6) Taal Ethernet-snel. Netwerk 802.1x Ontw.gebeurt. Instel. wissen Aut. doorgaan Netwerkconf. Verv. papier Net. activeren Verk. pap.frm. Http activeren Luchtdrukcorr. Aangepasta Auto CR Time-out taak Onderhoud Tonerbesparing Eco-inst. Instel. wissen Emulatie Opties Resolutie Energ.spaarst. Systeeminst. Items Type emulatie Instellingen 27 Actieve taak Taakbeheer Opgesl. taak Best.beleid a. U kunt de toepassingsprogramma´s starten. U moet het toepassingsprogramma registreren via SyncThru™ Web Service voordat u het programma start. Tekens invoeren met behulp van het numerieke toestenblok U zult voor verschillende taken namen en nummers moeten invoeren. 1 Als u wordt gevraagd een letter in te voeren, zoekt u de cijfertoets met de letter van uw keuze erop. Druk een aantal keren op deze toets tot de gewenste letter op het display verschijnt. Wilt u bijvoorbeeld de letter O invoeren, druk dan op cijfertoets 6 met opschrift MNO. Iedere keer dat u op cijfertoets 6 drukt, verschijnt er een andere letter op het display, M, N, O, m, n, o en ten slotte 6. 2 Wilt u extra letters invoeren, herhaal dan stap 1. Als de volgende letter op dezelfde toets staat, beweeg dan de cursor door op de pijl-links/rechts te drukken en druk vervolgens op de toets met het opschrift van uw keuze. De cursor beweegt naar rechts en de volgende letter verschijnt op het display. U kunt een spatie invoeren door op de pijl-toets te drukken. 3 Als u klaar bent met het invoeren van letters drukt u op OK. Als u tijdens het invoeren van een nummer of naam een fout maakt, drukt u op de pijl-links/rechts om het laatste cijfer of de laatste letter te wissen. 2. De basisfuncties leren kennen 28 Een testpagina afdrukken Om te controleren of het apparaat juist werkt, kunt u een testpagina afdrukken. 1 2 3 Druk op de knop (Menu) op het bedieningspaneel. Druk op Informatie > OK > Demopagina > OK. Druk op Afdrukken? > Ja > OK. Er wordt een testpagina afgedrukt. 2. De basisfuncties leren kennen 29 De taal op het display wijzigen Volg onderstaande stappen om de taal op het bedieningspaneel te wijzigen: 1 2 3 Druk op de knop (Menu) op het bedieningspaneel. Druk op Systeeminst. > OK > Taal > OK. Druk op de toets OK om de gewenste taal te selecteren. 2. De basisfuncties leren kennen 30 2. De basisfuncties leren kennen Afdrukmateriaal en lade In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u afdrukmedia in uw apparaat plaatst. • Wanneer u afdrukmateriaal gebruikt dat niet voldoet aan deze specificaties, kan dit problemen veroorzaken waarvoor reparatie vereist is. Zulke reparaties worden niet gedekt door de garantie of serviceovereenkomst van Samsung. • Zorg ervoor dat u geen fotopapier voor inkjetprinters gebruikt. Dit kan uw apparaat beschadigen. 31 1   Lade overzicht Om het formaat te wijzigen, moet u de papiergeleiders aanpassen. 2 3 1 • Gebruik van ontvlambaar afdrukmateriaal kan brand veroorzaken. • Gebruik aangegeven afdrukmateriaal (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 88). Het gebruik van ontvlambaar materiaal of het achterblijven van vreemde materialen in de printen kan oververhitting veroorzaken en in zeldzame gevallen brand. 1 Geleider voor ladeuitbreiding 2 Papierlengtegeleide r 3 Papierbreedtegelei der De duplexeenheid is standaard ingesteld op het papierformaat Letter/LGL of A4, afhankelijk van het land waar u de printer hebt gekocht. Stel de papiergeleider als volgt in om het papierformaat te wijzigen. 2. De basisfuncties leren kennen Afdrukmateriaal en lade Als u de geleiders niet aanpast, kan dit tot gevolg hebben dat de afdruk scheef of op de verkeerde plaats afgedrukt wordt, of dat het papier vastloopt. 32 De papierniveau-indicator geeft aan hoeveel papier er in de lade ligt. 1 1 Vol 2 Leeg 2 4 A 2. De basisfuncties leren kennen Afdrukmateriaal en lade 2  1 2 3  Plaats papier in de lade/optionele lade 33 4 Verschuif de lengtegeleider tot deze lichtjes de stapel papier raakt. 5 Houd de breedtegeleider ingedrukt en schuif deze zonder deze te buigen tegen de stapel papier. Trek de lade uit. Buig de papierstapel om of waaier het papier uit om de pagina’s van elkaar te scheiden voordat u het papier in de lade plaatst. Leg het papier met de zijde die u wilt bedrukken naar onder. 2. De basisfuncties leren kennen Afdrukmateriaal en lade • Druk de papierbreedtegeleider niet te hard tegen de rand van het papier, aangezien het papier hierdoor kan buigen. De instellingen die via het apparaatstuurprogramma zijn opgegeven krijgen voorrang op de instellingen die via het bedieningspaneel werden opgegeven. a Als u afdrukt vanuit een toepassing, opent u de toepassing en het afdrukmenu. b Open Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 46). c Klik op het tabblad Papier in Voorkeursinstellingen voor afdrukken en selecteer een passend papiertype. • Als u de breedtegeleider niet aanpast, kan het papier vastlopen. • Gebruik geen papier waarvan de voorste rand opgekruld is. Hierdoor kan het papier vastlopen of kreukelen. 34 3   Papier vullen multifunctionele lade De multifunctionele lade kan speciale types en formaten van afdrukmedia bevatten, zoals postkaarten, notitiekaarten en enveloppen. 6 7 Plaats de lade terug in het apparaat. Tips voor het gebruik van de multifunctionele lade Stel de papiersoort en het -formaat in voor lade 1 (zie "Papierformaat en -type instellen" op pagina 42). • Voeg geen papier toe als er nog papier in de multifunctionele lade ligt. Dit kan papierstoringen veroorzaken. • Afdrukmedia moeten met de voorzijde naar boven en de bovenkant eerst in het midden van de multifunctionele lade worden geplaatst. 2. De basisfuncties leren kennen Afdrukmateriaal en lade • Let voor optimale adrukkwaliteit en ter voorkoming van vastlopend papier (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 88) op de volgende aanwijzingen. 1 35 Open de multifunctionele lade en trek het verlengstuk van de multifunctionele lade uit zoals afgebeeld. • Maak gekrulde briefkaarten, enveloppen en etiketten eerst vlak voor u ze in de multifunctionele lade plaatst. • Volg bij het afdrukken op speciaal afdrukmedia de richtlijnen voor het plaatsen van afdrukmateriaal (zie "Afdrukken op speciale afdrukmedia" op pagina 36). • Als vellen overlappen bij het afdrukken via de multifunctionele lade, opent u lade 1, verwijdert u de overlappende vellen en probeert u opnieuw af te drukken. • Als het papier niet goed wordt doorgevoerd bij het afdrukken, duwt u het papier met de hand tot het automatisch wordt doorgevoerd. 2 1 2 Pas de multifunctionele lade met de papiergeleiders aan op de breedte van het papier. 2. De basisfuncties leren kennen Afdrukmateriaal en lade 3 Buig de papierstapel of waaier het papier uit om de pagina’s van elkaar te scheiden voordat u het papier in de lade plaatst. 4 Plaats het papier in de lade. Druk de papierbreedtegeleiders van de multifunctionele lade in en stel ze in op de breedte van het papier. 36 De instellingen die via het stuurprogramma zijn opgegeven krijgen voorrang op de instellingen via het bedieningspaneel. a Als u afdrukt vanuit een toepassing, opent u de toepassing en het afdrukmenu. b Open Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 46). c Klik op het tabblad Papier in Voorkeursinstellingen voor afdrukken en selecteer het juiste papiertype. Als u bijvoorbeeld op een etiket wilt afdrukken, stelt u het papiertype in op Etiketten. d Selecteer Multifunctionele lade bij papierbron en druk vervolgens op OK. e Start het afdrukken vanuit de toepassing. 4   Afdrukken op speciale afdrukmedia De onderstaande tabel toont de te gebruiken speciale afdrukmedia in elke lade. 5 Stel de papiersoort en het -formaat in op het bedieningspaneel (zie "Papierformaat en -type instellen" op pagina 42). De mediatypes worden getoond in de Voorkeursinstellingen voor afdrukken. Kies het correcte mediatype voor de beste afdrukkwaliteit. 2. De basisfuncties leren kennen Afdrukmateriaal en lade • Voor het gebruik van speciale afdrukmedia raden wij u aan om telkens een vel per keer in te voeren (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 88). • Afdrukken op speciale media (voorzijde naar boven) Als de speciale media kreuken, vouwen of dikke zwarte lijnen vertonen, opent u de achterklep, duwt u de hendel naar beneden en probeert u opnieuw af te drukken. Houd de achterklep tijdens het afdrukken geopend. Lade 1 Optionele lade Multifunctionele lade Normaal papier ● ● ● Dik papier ● ● ● Types ● Dikker Dun papier ● ● ● Bankpost ● ● ● ● Gekleurd papier Kartonpapier Zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 88 voor papiergewicht per vel. 37 ● ● ● Etiketten ● Transparanten ● Envelop ● Voorbedrukt ● Katoen ● Kringlooppapi er ● ● ● Archiefpapier ● ● ● ( ●: beschikbaar. Leeg: niet beschikbaar) 2. De basisfuncties leren kennen Afdrukmateriaal en lade 38 Enveloppen Of enveloppen goed worden bedrukt, is afhankelijk van de kwaliteit. Plaats een envelop op de volgende manier om deze te bedrukken. 1 • Als de afgedrukte enveloppen kreuken, vouwen of dikke zwarte lijnen vertonen, opent u de achterklep, verschuift u de achterste geleider aan de rechterkant ongeveer 90° graden en probeert u opnieuw af te drukken. Houd de achterklep tijdens het afdrukken geopend. 1 Hendel Houd bij de keuze van enveloppen rekening met de volgende factoren: - Gewicht: niet zwaarder dan 90 g/m2, anders kunnen de enveloppen vastlopen. - Samenstelling: plat liggend met minder dan 6 mm opkrullende rand, zonder lucht. - Toestand: geen gekrulde, verkreukelde of beschadigde enveloppen. - Temperatuur: dienen tegen de warmte en druk van het apparaat in werking te kunnen. • Gebruik alleen goed gevormde enveloppen met scherpe vouwen. • Gebruik geen afgestempelde enveloppen. 2. De basisfuncties leren kennen Afdrukmateriaal en lade • Gebruik geen enveloppen met sluithaakjes, knipsluitingen, vensters, gecoate binnenbekleding, zelfklevende sluitingen of andere synthetische materialen. • Gebruik geen beschadigde enveloppen of enveloppen van slechte kwaliteit. • Controleer of de naad aan beide uiteinden van de envelop helemaal doorloopt tot in de hoek. 1 39 Transparanten Om beschadigingen aan het apparaat te voorkomen mag u uitsluitend transparanten gebruiken die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. 2 1 Aanvaardbaar 2 Onaanvaardbaar • Enveloppen met een verwijderbare strip of met meer dan één zelfklevende vouwbare klep moeten van een kleefmiddel zijn voorzien dat gedurende 0,1 seconde bestand is tegen de fixeertemperatuur van het apparaat (ongeveer 170 C). De extra kleppen en strips kunnen kreuken, scheuren en papierstoringen veroorzaken, en kunnen zelfs de fixeereenheid beschadigen. • Bestand tegen de fixeertemperatuur in het apparaat. • Plaats transparanten op een vlak oppervlak nadat u ze uit het apparaat hebt gehaald. • Laat transparanten niet te lang in de papierlade liggen. Er kan zich dan stof en vuil op afzetten, wat leidt tot vlekken bij het afdrukken. • Voor de beste afdrukkwaliteit plaatst u de marges best niet dichter dan 15 mm van de rand van de envelop. • Let op dat u geen vingerafdrukken op de transparanten maakt. Dit veroorzaakt vlekken tijdens het afdrukken. • Druk niet af op de plaats waar de naden van de envelop samenkomen. • Bescherm transparanten na het afdrukken tegen langdurige blootstelling aan zonlicht om te voorkomen dat ze gaan vervagen. 2. De basisfuncties leren kennen Afdrukmateriaal en lade 40 • Zorg dat de transparanten niet kreukelen, krullen of gescheurde hoeken hebben. Etiketten • Gebruik geen transparanten die loskomen van de achterzijde. Om beschadigingen aan het apparaat te voorkomen, gebruikt u uitsluitend etiketten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. • Om te vermijden dat afgedrukte transparanten aan elkaar gaan kleven, mag u ze tijdens het afdrukken niet laten opstapelen in de uitvoerlade. • Bij de keuze van etiketten dient u rekening te houden met de volgende factoren: - Kleefstoffen: Bestand tegen de fixeertemperatuur van het apparaat. Controleer de specificaties van uw apparaat voor informatie over de fixeertemperatuur (ongeveer 170 °C). - Schikking: gebruik uitsluitend etiketvellen waarvan het rugvel tussen de etiketten niet blootligt. Bij etiketvellen met ruimte tussen de etiketten kunnen de etiketten loskomen van het rugvel. Dit kan ernstige papierstoringen tot gevolg hebben. 2. De basisfuncties leren kennen Afdrukmateriaal en lade - Krullen: Moet plat liggen en in geen enkele richting meer dan 13 mm omkrullen. - Toestand: gebruik geen etiketten die gekreukt zijn, blaasjes vertonen of loskomen van het rugvel. • Let op dat er tussen de etiketten geen zelfklevend materiaal blootligt. Blootliggende delen kunnen ervoor zorgen dat etiketten tijdens het afdrukken loskomen, waardoor het papier kan vastlopen. Ook kunnen hierdoor onderdelen van het apparaat beschadigd raken. • Plaats geen gebruikte etiketvellen in het apparaat. De klevende achterzijde mag slechts een keer door het apparaat worden gevoerd. • Gebruik geen etiketten die loskomen van het rugvel, blaasjes vertonen, gekreukt of anderszins beschadigd zijn. 41 Kartonpapier/papier van een aangepast formaat • Stel de marges in de softwaretoepassing in op ten minste 6,4 mm van de zijkanten van het afdrukmedia. 2. De basisfuncties leren kennen Afdrukmateriaal en lade Voorbedrukt papier 5  Bij het plaatsen van voorbedrukt papier moet de bedrukte zijde bovenaan liggen en mag de voorzijde niet gekruld zijn. Bij invoerproblemen draait u het papier om. Er zijn geen garanties wat de afdrukkwaliteit betreft. 42  Papierformaat en -type instellen Nadat u het papier in de lade hebt geplaatst moet u het papierformaat en -type instellen met behulp van de knoppen op het bedieningspaneel. • De instellingen die via het stuurprogramma zijn opgegeven krijgen voorrang op de instellingen via het bedieningspaneel. • Deze functie is niet van toepassing op modellen zonder displayscherm op het bedieningspaneel. • • • Briefhoofden moeten afgedrukt worden met hittebestendige inkt die niet smelt, verdampt of schadelijke gassen uitstoot als ze gedurende 0,1 seconde worden blootgesteld aan de fixeertemperatuur (ongeveer 170 °C) van het apparaat. De inkt op het briefhoofd mag niet ontvlambaar zijn en mag de printerrollen niet beschadigen. Voor u voorbedrukt papier in de lade plaatst, controleert u of de inkt op het papier droog is. Natte inkt kan tijdens het fixeerproces loskomen van het voorbedrukt papier, waardoor de afdrukkwaliteit afneemt. 1 2 3 Druk op 4 Druk op Type papier > OK > Kies de gewenste optie > OK. 5 Druk op bymodus. de knop (Menu) op het bedieningspaneel. Druk op Papier > OK > Kies de gewenste lade > OK. Druk op Papierformaat > OK > Kies de gewenste optie > OK. (Annuleren) om terug te keren naar stand- Afdrukmateriaal en lade Als u een speciaal papierformaat wilt gebruiken, zoals factuurpapier, selecteert u Aangepast op het tabblad Papier in Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 46). 2. De basisfuncties leren kennen 43 2. De basisfuncties leren kennen Eenvoudige afdruktaken 6   Tijdens het afdrukken 4 Zie de handleiding Geavanceerd als u een Macintosh, Linux of Unix OS-gebruiker bent. 1 2 3 Selecteer Afdrukken in het menu Bestand. Selecteer uw printer in de lijst Printer selecteren. De basisafdrukinstellingen, inclusief het aantal kopieën en het afdrukbereik, worden geselecteerd in het venster Afdrukken. Klik op Eigenschappen of Voorkeuren in het venster Afdrukken om gebruik te maken van de geavanceerde afdrukopties. (zie "Voorkeursinstellingen openen" op pagina 46). Het volgende venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken is voor Notepad in Windows 7. Open het document dat u wilt afdrukken. 44 5 Klik in het venster Afdrukken op OK of Afdrukken om de afdruktaak te starten. 2. De basisfuncties leren kennen Eenvoudige afdruktaken 7   Een afdruktaak annuleren Een afdruktaak die in een afdrukrij of afdrukspooler wacht om afgedrukt te worden, annuleert u op de volgende manier: • U kunt toegang krijgen tot dit venster door te dubbelklikken op het pictogram van het apparaat ( Windows. • ) in de taakbalk van U kunt de huidige taak ook annuleren door te drukken op (Annuleren) op het bedieningspaneel. 45 2. De basisfuncties leren kennen Eenvoudige afdruktaken 8   Voorkeursinstellingen openen 4 46 Klik op Eigenschappen of op Voorkeuren. • Het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken in deze gebruikshandleiding verschilt mogelijk van het venster dat u ziet omdat dit afhankelijk is van de gebruikte printer. • Als u een optie selecteert in Voorkeursinstellingen voor afdrukken verschijnt er mogelijk een waarschuwingsteken, of . Een uitroepteken ( ) wil zeggen dat u deze optie wel kunt selecteren maar dat dit niet wordt aanbevolen. Het teken wil zeggen dat u deze optie niet kunt selecteren vanwege de instellingen of omgeving van het apparaat. 1 2 3 Open het document dat u wilt afdrukken. U kunt de huidige status van het apparaat controleren met de knop printerstatus (zie handleiding Geavanceerd). Kies Afdrukken in het menu Bestand. Selecteer uw printer in de lijst Printer selecteren. Voorkeursinstellingen gebruiken Met de optie Vooraf ingest. die op elk tabblad maar niet op het tabblad Samsung verschijnt kunt u de huidige voorkeurinstellingen opslaan voor toekomstig gebruik. Volg deze stappen om een Vooraf ingest.-item op te slaan. 2. De basisfuncties leren kennen Eenvoudige afdruktaken 1 2 Stel op elk tabblad de gewenste instellingen in. Selecteer meer opties en klik op (Wijzigen). De instellingen worden toegevoegd aan de voorinstellingen die u hebt opgegeven. Om de bewaarde instelling te gebruiken kiest u deze in de vervolgkeuzelijst Vooraf ingest.. Het apparaat is nu ingesteld om afdrukken te maken met de geselecteerde instellingen. U kunt de opgeslagen instellingen verwijderen door deze te selecteren in de vervolgkeuzelijst Vooraf ingest. en te Typ in het invoervak Vooraf ingest. een naam voor deze instellingen. klikken op 3 47 (Wissen). U kunt de standaardinstellingen van het printerstuurprogramma ook herstellen door Vooraf ingest. stand. te selecteren in de vervolgkeuzelijst Vooraf ingest. Klik op (Toevoegen). Als u instellingen opslaat onder Vooraf ingest. worden alle huidige stuurprogrammainstellingen opgeslagen. 9   Help gebruiken Klik op de optie waarover u meer wilt weten op het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken en druk op F1 op uw toetsenbord. 2. De basisfuncties leren kennen Eenvoudige afdruktaken 48 10   Eco-afdruk Als u de eco-modus instelt met een wachtwoord via de SyncThru™ Web Service (tabblad Settings > Machine Settings > System > Eco > Settings), de melding Geforc. verschijnt. U moet het wachtwoord invoeren om de eco-modus te wijzigen. Met de functie Eco spaart u toner en papier uit. De functie Eco spaart natuurlijke hulpbronnen en helpt u milieuvriendelijke afdrukken te maken. Als u op het bedieningspaneel op de knop Eco drukt, staat deze modus aan. De standaardinstelling in de eco-modus is dubbelzijdig afdrukken (lange zijde), 2 op 1 veel, blanco pagina´s overslaan en tonerbesparing. Instellen van eco-modus op het bedieningspaneel. 1 2 3 Druk op de knop (Menu) op het bedieningspaneel. Druk op Systeeminst. > OK > Eco-inst. > OK. Druk op de toetsen OK om de gewenste modus te selecteren. • Standaardmodus: In deze modus is de eco-modus uitgeschakeld. (Dubbelzijdig (lange zijde)/ tonerbesparing/2 op 1 vel/blanco pagina´s overslaan) - Uit: Zet de eco-modus uit. - Aan: Zet de eco-modus aan. • Sjabloon wijzigen.: Kies het eco-sjabloon. - Stand.-Eco: De standaardinstelling in de ecomodus is dubbelzijdig afdrukken, 2 op 1 veel, blanco pagina´s overslaan en tonerbesparing. - Aang Eco: Volg de instellingen van de Syncthru™ Web Service. Voordat u dit onderdeel selecteert, moet u de eco-functie instellen de SyncThru™ Web Service> tabblad Settings > Machine Settings > System > Eco > Settings. Eco-modus in het stuurprogramma instellen Open het tabblad Eco om de eco-modus in te stellen. Als u de eco-afbeelding ziet ( ), betekent dit dat de eco-modus momenteel is ingeschakeld. 2. De basisfuncties leren kennen Eenvoudige afdruktaken ► Eco-opties • Standaardinstelling printer: Volg de instellingen op het bedieningspaneel van de printer. • Geen: Schakelt eco-modus uit. • Eco-afdruk: Schakelt eco-modus in. Activeert de verschillende te gebruiken eco-onderdelen. • Wachtwoord: Als de beheerder heeft vastgesteld de ecomodus te gebruiken, moet u een wachtwoord invoeren om de status te wijzigen. ► Resultaatsimulator De Resultaatsimulator toont de resultaten van verlaagde kooldioxide-emissies, elektriciteitsverbruik en de hoeveelheid uitgespaard papier, naargelang de door u gekozen instellingen. • De resultaten worden berekend op basis van een totaal aantal van honderd pagina´s zonder blanco pagina, als de eco-modus is uitgeschakeld. • Zie voor de berekeningscoëfficient met betrekking tot CO2, energie en papier het IEA, het kengetal van het Japanse ministerie van Binnenlandse Zaken en Communicatie, en www.remanufacturing.org.uk. Elk model gebruikt een ander kengetal. • Het elektriciteitsverbruik in afdrukmodus betreft bij dit apparaat het gemiddelde elektriciteitsverbruik bij afdrukken. • 49 De werkelijke bespaarde of verlaagde hoeveelheden kan verschillen naargelang het gebruikte besturingssysteem, computerkracht, programma´s, aansluitmethode, mediatype, mediaformaat, complexiteit van de afdruktaak, enz. 3. Onderhoud In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u verbruiksartikelen, accessoires en onderdelen voor het onderhoud van uw apparaat kunt aankopen. • Verbruiksartikelen en toebehoren bestellen 51 • Beschikbare verbruiksartikelen 52 • Beschikbare accessoires 53 • Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud 55 • Toner herverdelen 56 • De tonercassette vervangen 58 • Een geheugenmodule upgraden 60 • De gebruiksduur van de verbruiksartikelen controleren 62 • Instellen van de waarschuwing "Toner bijna op" 63 • Het apparaat reinigen 64 Verbruiksartikelen en toebehoren bestellen 3. Onderhoud 51 De verkrijgbare accessoires kunnen verschillen van land tot land. Neem contact op met uw verkoper voor de lijst met beschikbare verbruiksartikelen en onderdelen. Als u door Samsung goedgekeurde verbruiksartikelen, accessoires of reserveonderdelen wilt bestellen, neemt u contact op met de lokale Samsung-dealer of de winkel waar u het apparaat hebt gekocht. Of ga naar www.samsung.com/supplies en selecteer uw land/regio voor de contactgegevens van de klantenservice. Beschikbare verbruiksartikelen Als de verbruiksartikelen het einde van hun gebruiksduur naderen, kunt u de volgende verbruiksartikelen voor uw apparaat bestellen: Tüüp Gemiddeld aantal afdrukkena Benaming van onderdeel Tonercassette met Ong. 15.000 pagina’s MLT-D305L hoge capaciteit a. Opgegeven gebruiksduur overeenkomstig ISO/IEC 19752. De gebruiksduur van de tonercassette kan variëren afhankelijk van de opties en de taakmodus. Als u nieuwe tonercassettes of verbruiksartikelen aanschaft, doet u dit best in het land waar u het apparaat hebt gekocht. Nieuwe tonercassettes of andere verbruiksartikelen zijn mogelijk niet compatibel met het apparaat omdat de configuratie van tonercassettes en andere verbruiksartikelen per land kunnen verschillen. 3. Onderhoud 52 Samsung raadt gebruik van niet-originele Samsungtonercassettes (bijv. hervulde of gereviseerde tonercassettes) af. Samsung kan de kwaliteit van nietoriginele Samsung-tonercassettes niet garanderen. Onderhoud en herstellingen die vereist zijn als gevolg van het gebruik van andere tonercassettes dan die van Samsung vallen niet onder de garantie van het apparaat. Beschikbare accessoires 3. Onderhoud 53 U kunt accessoires aanschaffen en installeren om de prestaties en capaciteit van uw apparaat te verbeteren. Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model" op pagina 8). Optie Functie Hiermee breidt u de geheugencapaciteit van uw apparaat uit. Geheugenmodule Lade 2 Benaming van onderdeel • ML-MEM370 : 512MB (Alleen ML3750ND) • CLP-MEM202: 256MB (Alleen ML-3753ND) Als u regelmatig papiertoevoerproblemen ondervindt, kunt u een extra papierlade plaatsen. ML-S3710A Beschikbare accessoires Optie 3. Onderhoud Functie Maakt het gebruik van verschillende interfaces mogelijk. IEEE 1284 parallelstekker • Als het printerstuurprogramma met een IEEE1284parallelstekker geïnstalleerd wordt, kan het apparaat mogelijk niet gevonden worden en zijn na installatie van het stuurprogramma alleen de basisfuncties voor het afdrukken beschikbaar. • Als u de status van het apparaat wilt controleren of de instellingen wijzigen, moet u de machine met een USB-kabel of een netwerk op een computer aansluiten. • Als u de IEEE1284-parallelstekker gebruikt, kunt u niet tegelijkertijd een USB-kabel aansluiten. Benaming van onderdeel ML-PAR100 54 Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud 3. Onderhoud 55 Neem contact op met de winkel waar u het apparaat hebt gekocht om reserveonderdelen te bestellen. Laat onderhoudsonderdelen alleen vervangen door een erkende servicemedewerker, de leverancier of personeel van de winkel waar u het apparaat hebt gekocht. De vervanging van onderdelen waarvan de gemiddelde levensduur is verstreken, valt niet onder de garantie. Onderhoudsonderdelen worden op gezette tijdstippen vervangen om te verhinderen dat de afdrukkwaliteit verslechtert en er papierinvoerstoringen optreden als gevolg van versleten onderdelen (zie onderstaande tabel). Uw apparaat moet op elk moment perfect functioneren. De te vervangen onderdelen moeten worden vervangen wanneer de levensduur van het desbetreffende onderdeel is verstreken. Gemiddeld aantal afdrukkena Onderdelen Transportrol Ong. 100.000 pagina’s fixeereenheid Ong. 90.000 pagina’s Opneemrol Ong. 90.000 pagina’s Vertragingsrol Ong. 60.000 pagina’s a. De afdruksnelheid is afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem, de snelheid van de computer, de gebruikte toepassing, de verbindingsmethode, het type en formaat van de afdrukmedia en de complexiteit van de taak. Toner herverdelen Als de tonercassette bijna leeg is: • Witte strepen, onduidelijke afdruk en/of verschillende dichtheid aan beide kanten. • knippert de Status-LED rood. 3. Onderhoud 2 56 Schud de cassette vijf tot zes keer heen en weer om de toner in de cassette gelijkmatig te verdelen. In dat geval kunt u de afdrukkwaliteit tijdelijk verbeteren door de resterende toner in de tonercassette opnieuw te verdelen. Soms blijven die witte strepen of lichtere gebieden voorkomen, ook nadat de toner opnieuw is verdeeld. 1 Open de klep aan de voorkant en verwijder de tonercassette. Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, veeg de toner dan af met een droge doek en was de kleding in koud water. Met warm water hecht de toner zich aan de stof. Raak de groene onderzijde van de tonercassette niet aan. Neem de cassette vast bij de handgreep om te vermijden dat u de onderkant aanraakt. 3 Toner herverdelen 3 Houd de tonercassette bij de handgreep vast en plaats de cassette voorzichtig in de opening van het apparaat. 4 Sluit de voorklep. Controleer of de klep goed dicht is. 3. Onderhoud 57 De tonercassette vervangen Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier kunt verwijderen. 3. Onderhoud 58 3 Verwijder het etiket van de tonercassette, zoals hieronder getoond. 4 Schud de cassette vijf tot zes keer heen en weer om de toner in de cassette gelijkmatig te verdelen. Als een tonercassette het eind van de levensduur bereikt heeft, stopt de printer met afdrukken. 1 Open de klep aan de voorkant en verwijder de tonercassette. 3 2 Haal de nieuwe tonercassette uit de verpakking. Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, veeg de toner dan af met een droge doek en was de kleding in koud water. Met warm water hecht de toner zich aan de stof. De tonercassette vervangen Raak de groene onderzijde van de tonercassette niet aan. Neem de cassette vast bij de handgreep om te vermijden dat u de onderkant aanraakt. 5 Houd de tonercassette bij de handgreep vast en plaats de cassette voorzichtig in de opening van het apparaat. 6 Sluit de voorklep. Controleer of de klep goed dicht is. 3. Onderhoud 59 Een geheugenmodule upgraden Gebruik deze geheugenmodule om extra geheugen te installeren. 3. Onderhoud 60 3 Verwijder de geheugenmodule uit de sleuf. ( Alleen ML3750ND) 4 5 Haal de nieuwe geheugenmodule uit de verpakking. Raadpleeg de bestelgegevens voor een bijkomende geheugenmodule. (zie "Beschikbare accessoires" op pagina 53). 1 Een geheugenmodule installeren 1 Schakel het apparaat uit en koppel alle kabels van het apparaat los. 2 Verwijder de klep van het moederbord. Houd de geheugenmodule vast bij de rand en breng de geheugenmodule op één lijn met de sleuf in een hoek van ongeveer 30 graden. Zorg dat de inkepingen van de module en de openingen van de sleuf in elkaar passen. De hierboven getoonde inkepingen en openingen kunnen afwijken van de geplaatste geheugenmodule en de sleuf. Een geheugenmodule upgraden 6 Druk de geheugenmodule voorzichtig in de sleuf tot u een klikgeluid hoort. Duw de geheugenmodule niet met te veel kracht in de sleuf om te vermijden dat u ze beschadigt. Als de module niet goed in de sleuf lijkt te passen, voert u de procedure nogmaals voorzichtig uit. 7 8 Plaats het toegangspaneel van het moederbord terug. Sluit het netsnoer en de apparaatkabel opnieuw aan en zet het apparaat aan. 3. Onderhoud 61 De gebruiksduur van de verbruiksartikelen controleren Volg de onderstaande stappen om de indicatoren van de levensduur van de verbruiksartikelen weer te geven. 1 2 3 4 Druk op (Menu) op het bedieningspaneel. Druk op Systeeminst. > OK > Onderhoud > OK. Druk op Info verb.art. > OK. Druk op de toetsen OK om de gewenste optie te selecteren. 3. Onderhoud 62 Instellen van de waarschuwing "Toner bijna op" 3. Onderhoud Als de tonercassette bijna leeg is, verschijnt een bericht of gaat er een LED branden die aangeeft dat u de tonercassette moet vervangen. U kunt instellen of u wenst dat dit bericht of deze LED verschijnt of niet. 1 2 3 4 Druk op (Menu) op het bedieningspaneel. Druk op Systeeminst. > OK > Onderhoud > OK. Klik op Toner bijna op > OK. Kies de gewenste optie en druk op OK. 63 Het apparaat reinigen Als er zich problemen voordoen met de afdrukkwaliteit of als u uw apparaat in een stofrijke omgeving gebruikt, moet u uw apparaat regelmatig schoonmaken om de beste afdrukkwaliteit te blijven garanderen en de gebruiksduur van uw apparaat te verlengen. • Als u de behuizing van het apparaat reinigt met reinigingsmiddelen die veel alcohol, oplosmiddelen of andere agressieve substanties bevatten, kan de behuizing verkleuren of vervormen. • Als er toner in het apparaat of in de directe omgeving ervan is terecht gekomen, raden wij u aan om de toner te verwijderen met een zachte, met water bevochtigde doek of tissue. Als u een stofzuiger gebruikt, wordt de toner in de lucht geblazen. Dit kan schadelijk voor u zijn. 2 De buitenkant reinigen Maak het apparaat aan de buitenkant schoon met een zachte, pluisvrije doek. U kunt de doek enigszins bevochtigen met water, maar let erop dat er geen water op of in het apparaat terechtkomt. 3. Onderhoud 64 3 De binnenkant reinigen Tijdens het afdrukken kunnen zich in het apparaat papierresten, toner en stof verzamelen. Dit kan op een gegeven moment problemen met de afdrukkwaliteit veroorzaken, zoals tonervlekken of vegen. Deze problemen kunnen worden gereduceerd en verholpen door de binnenkant van het apparaat te reinigen. Het apparaat reinigen 1 Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht totdat het apparaat is afgekoeld. 2 Open de klep aan de voorkant en verwijder de tonercassette. Plaats de tonercassette op een schoon, horizontaal oppervlak. 3. Onderhoud 3 65 Verwijder met een droge, niet-pluizende doek eventueel stof en gemorste toner in en rond de ruimte voor de tonercassette. 3 Zorg dat u bij het reinigen van de binnenkant van het apparaat de transportrol of andere onderdelen niet beschadigt. Gebruik geen oplosmiddelen, zoals benzeen of verdunner. Er kunnen zich problemen voordoen met de afdrukkwaliteit en het apparaat kan worden beschadigd. • Om schade aan de tonercassette te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat deze niet langer dan enkele minuten wordt blootgesteld aan licht. Dek de cassette zo nodig af met een stuk papier. • Raak de groene onderkant van de tonercassette niet aan. Neem de cassette vast bij de handgreep om te vermijden dat u de onderkant aanraakt. 4 Steek de tonercassette er opnieuw in en sluit de voorklep. Het apparaat reinigen 4 Reinigen van de opneemrol 1 Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht totdat het apparaat is afgekoeld. 2 Open lade 1. 3. Onderhoud 3 Maak de opneemrol schoon met een zachte, pluisvrije doek. 4 Plaats de lade terug in het apparaat. 66 4. Problemen oplossen In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt. • Tips om papierstoringen te voorkomen 68 • Papierstoringen verhelpen 69 • Informatie over de status-LED 76 • Informatie over displaymeldingen 79 † In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt. Lees eerst het bericht op het displayscherm om het probleem op te lossen. Als u in dit hoofdstuk geen oplossing voor uw probleem kunt vinden, raadpleegt u het hoofdstuk Problemen oplossen in de Gebruikershandleiding Geavanceerd. Als u geen oplossing kunt vinden in de Gebruikershandleiding of als het probleem blijft optreden, kunt u contact opnemen met de klantenservice. Tips om papierstoringen te voorkomen 4. Problemen oplossen 68 U kunt de meeste papierstoringen voorkomen door het juiste type afdrukmedia te gebruiken. Zie de volgende tips om storingen met vastzittend papier te voorkomen: • Zorg ervoor dat de verstelbare geleiders correct zijn ingesteld (zie "Lade overzicht" op pagina 31). • Plaats niet te veel papier in de lade. Zorg dat de papierstapel niet boven de maximummarkering aan de binnenzijde van de lade uitkomt. • Verwijder geen papier uit de papierlade tijdens het afdrukken. • Buig het papier, waaier het uit en maak er een rechte stapel van voordat u het in de lade plaatst. • Gebruik geen gekreukt, vochtig of sterk gekruld papier. • Plaats geen verschillende soorten papier in een lade. • Gebruik alleen aanbevolen afdrukmateriaal (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 88). Papierstoringen verhelpen Trek het vastgelopen papier voorzichtig en langzaam naar buiten om te voorkomen dat het scheurt. 4. Problemen oplossen 1 Open de klep aan de voorzijde en sluit deze weer. Het vastgelopen papier wordt automatisch uitgevoerd. Ga naar de volgende stap als het papier niet wordt uitgeworpen. 1 In lade 1 Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. 2 Open lade 1. 69 Papierstoringen verhelpen 3 Verwijder het vastgelopen papier door het voorzichtig in een rechte lijn naar buiten te trekken. 4. Problemen oplossen 70 2 In de optionele lade 2 Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. 1 2 Als het papier niet beweegt als u eraan trekt, of als er geen papier te zien is in dit deel van de printer, controleert u de fixeereenheid rond de tonercassette (zie "Binnenin het apparaat" op pagina 72). 4 Schuif lade 1 terug in het apparaat tot ze vastklikt. De printer gaat automatisch door met afdrukken. Trek de optionele lade 2 naar buiten. Verwijder het vastgelopen papier uit het apparaat. Papierstoringen verhelpen Stop als het papier niet beweegt als u eraan trekt of als u het papier niet kunt zien in dit deel van de printer, en ga door met de volgende stap. 3 4 5 4. Problemen oplossen 71 3 In de multifunctionele lade Trek lade 1 half uit de printer. Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. rek het papier recht naar boven en verwijder het. Plaats de laden weer in het apparaat. De printer gaat automatisch door met afdrukken. 1 Als het papier niet op de juiste wijze werd ingevoerd, trekt u het uit het apparaat. 2 Open en sluit de klep aan de voorzijde om door te gaan met afdrukken. Papierstoringen verhelpen 4 Binnenin het apparaat 4. Problemen oplossen 72 2 Verwijder het vastgelopen papier door het voorzichtig in een rechte lijn naar buiten te trekken. 3 Plaats de tonercassette terug en sluit de klep aan de voorzijde. De printer gaat automatisch door met afdrukken. Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wees voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert. 1 Open de klep aan de voorkant en verwijder de tonercassette. 3 Papierstoringen verhelpen 4. Problemen oplossen Stop als u het vastgelopen papier niet kunt zien of als u weerstand ervaart als u eraan trekt en ga door met de volgende stap. 5 In het uitvoergebied Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. 1 3 4 Open de achterklep. Verwijder het vastgelopen papier zoals op de volgende afbeelding wordt getoond. Open de klep aan de voorzijde en sluit deze weer. Het vastgelopen papier wordt automatisch uitgevoerd. 2 Wanneer u geen vastgelopen papier ziet, gaat u door met de volgende stap. 2 73 Trek het papier voorzichtig uit de uitvoerlade. 1 1 3 3 5 Sluit de achterklep. De printer gaat automatisch door met afdrukken. Papierstoringen verhelpen 6 Rond de duplexeenheid 4. Problemen oplossen 2 74 Verwijder het vastgelopen papier uit de duplexeenheid. Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over hoe u vastgelopen papier moet verwijderen. 1 Haal de duplex-eenheid uit het apparaat. Als het papier er niet samen met de duplex-eenheid uitkomt, verwijdert u het papier onderaan in het apparaat. Ga door met de volgende stap als u het papier niet kunt zien. Papierstoringen verhelpen 3 Schuif de duplexeenheid in het apparaat. 4 5 Open de achterklep. Verwijder het vastgelopen papier zoals op de volgende afbeelding wordt getoond. 2 1 1 3 3 4. Problemen oplossen 6 75 Sluit de achterklep. De printer gaat automatisch door met afdrukken. Informatie over de status-LED 4. Problemen oplossen De kleur van de LED geeft de huidige status van het apparaat aan. • Afhankelijk van het model of land zijn enkele LED´s mogelijk niet beschikbaar. • Zie de foutmelding en de bijbehorende instructies om de fout op te lossen. • U kunt de fout ook oplossen met de tips in het programmavenster Samsung-printerstatus of Smart Panel. • Neem contact op met een medewerker van de klantenservice als het probleem zich blijft voordoen. 76 Informatie over de status-LED 4. Problemen oplossen 77 7   Status LED Status Omschrijving Off Het apparaat is offline. Knippert Het apparaat ontvangt gegevens van de computer of het apparaat drukt gegevens af. Aan • Het apparaat is online en klaar voor gebruik. Groen Knippert (StatusLED) Rood • Er is een kleine storing opgetreden en het apparaat wacht tot het probleem is verholpen. Bekijk het bericht op het display. Als het probleem is opgelost, gaat de printer door met afdrukken. Deze functie is niet van toepassing op enkele modellen zonder displayscherm op het bedieningspaneel. • De tonercassette is bijna leeg. Het einde van de geschatte levensduur van de cassette is bijna bereikt. Bereid een nieuwe cassette voor ter vervanging van de oude. U kunt de afdrukkwaliteit tijdelijk verhogen door de toner te herverdelen (zie "Toner herverdelen" op pagina 56). • De tonercassette heeft de geschatte levensduur aHet verdient aanbeveling de tonercassette te vervangen (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 58). • De klep is geopend. Sluit de klep. Aan • De papierlade is leeg. Plaats papier in de lade. • Het apparaat is gestopt als gevolg van een ernstige fout. Bekijk de melding op het display (zie "Informatie over displaymeldingen" op pagina 79). • Er is een papierstoring opgetreden (zie "Papierstoringen verhelpen" op pagina 69). Informatie over de status-LED 4. Problemen oplossen 78 a. De geschatte levensduur verwijst naar de verwachte of geschatte gebruiksduur van een tonercassette. Het geeft aan hoeveel afdrukken er gemiddeld kunnen worden gemaakt met de cassette volgens ISO/IEC 19752. Het aantal pagina’s kan worden beïnvloed door de omgevingsomstandigheden, de tijd tussen afdruktaken en het type en formaat van het afdrukmateriaal. Er kan wat toner achterblijven in de cassette, ook als de rode LED brandt en de printer stopt met afdrukken. Informatie over displaymeldingen Er verschijnen berichten op het display van het bedieningspaneel om de status van het apparaat of fouten te melden. Raadpleeg de onderstaande tabellen voor de betekenis van de berichten en verhelp indien nodig het probleem. 4. Problemen oplossen Foutmeldingen gerelateerd aan vastgelopen papier Melding Betekenis 8 Berichten op het display controleren Pap.st. in lade 1 • Als het bericht niet in de tabel voorkomt, schakelt u het apparaat uit en weer in en probeert u de afdruktaak opnieuw uit te voeren. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice als het probleem zich blijft voordoen. • Als u contact opneemt met de klantenservice, is het nuttig dat u het bericht op het display doorgeeft aan een medewerker van de klantenservice. • Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige meldingen mogelijk niet op het display. 79 Pap.st. in lade 2 Pap.st. in MF-lade • [foutnummer] geeft het foutnummer aan. Pap.st. in app. Voorgestelde oplossing Er is papier vastgelopen bij de papierinvoer. Verwijder het vastgelopen papier (zie "In lade 1" op pagina 69). Er is papier vastgelopen in de optionele lade. Verwijder het vastgelopen papier (zie "In de optionele lade 2" op pagina 70). Er is papier Verwijder het vastgelopen in de vastgelopen papier multifunctionele lade. (zie "In de multifunctionele lade" op pagina 71). Er is papier vastgelopen in het apparaat. Verwijder het vastgelopen papier (zie "Binnenin het apparaat" op pagina 72). Informatie over displaymeldingen Melding Pap.st. in uitv.gebied Pap.st. in DE Betekenis Voorgestelde oplossing Er is papier vastgelopen in het papieruitvoergebied. Verwijder het vastgelopen papier (zie "In het uitvoergebied" op pagina 73). Er is papier vastgelopen in het duplex-gebied. Verwijder het vastgelopen papier (zie "Rond de duplexeenheid" op pagina 74). 4. Problemen oplossen 80 Informatie over displaymeldingen 4. Problemen oplossen 81 Meldingen over de tonercassette Melding Betekenis Voorgestelde oplossing Plaats tonercas. Er is geen tonercassette geplaatst. Plaats een tonercassette. TC niet De tonercassette die u hebt geplaatst, is niet geschikt voor uw apparaat. Installeer tonercassettes van Samsung die speciaal bedoeld zijn voor uw apparaat. comp. Informatie over displaymeldingen Melding Betekenis De aangegeven tonercassette is bijna aan het einde van haar geschatte levensduur. Het apparaat stopt mogelijk met afdrukken. Plaats nieuwe cass. 4. Problemen oplossen 82 Voorgestelde oplossing • U kunt kiezen tussen Stop of Doorgaan, zoals weergegeven op het bedieningspaneel. Als u Stop selecteert, stopt de printer met afdrukken en kunt u niet meer afdrukken zolang u de cassette niet hebt vervangen. Als u Doorgaan kiest, gaat de printer door met afdrukken maar kan de afdrukkwaliteit niet worden gegarandeerd. De geschatte gebruiksduur van een • Als u van een optimale afdrukkwaliteit wilt blijven genieten, dient u cassette verwijst naar de verwachte of de tonercassette te vervangen wanneer dit bericht verschijnt. Als u geschatte gebruiksduur van een de cassette verder blijft gebruiken kunnen er problemen optreden tonercassette. Het geeft aan hoeveel met de afdrukkwaliteit (zie "De tonercassette vervangen" op pagina afdrukken er met de cassette 58). gemiddeld kunnen worden gemaakt conform ISO/IEC 19752 (zie Samsung raadt gebruik van niet-originele Samsung"Beschikbare verbruiksartikelen" op tonercassettes (bijv. hervulde of gereviseerde pagina 52). Het aantal pagina’s kan tonercassettes) af. Samsung kan de kwaliteit van nietafhankelijk zijn van de originele Samsung-tonercassettes niet garanderen. omgevingsvoorwaarden, de tijd tussen Onderhoud en herstellingen die vereist zijn als gevolg van de afdruktaken, het type media, het het gebruik van andere tonercassettes dan die van Samsung percentage afbeeldingen en het worden niet gedekt door de garantie van het apparaat. mediaformaat. Het is mogelijk dat de cassette nog wat toner bevat wanneer de desbetreffende melding verschijnt • Als het apparaat stopt met afdrukken, vervangt u de tonercassette en de printer stopt met afdrukken. (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 58). Bereid De tonercassette bevat nog een kleine nieuwe cass. hoeveelheid toner. Het einde van de geschatte Voor levensduur van de cassette is bijna bereikt. Houd een nieuwe cassette gereed om de oude cassette te vervangen. U kunt de afdrukkwaliteit tijdelijk verhogen door de toner te herverdelen (zie "Toner herverdelen" op pagina 56). Informatie over displaymeldingen Meldingen over de papierlade Melding Lade 1 Betekenis Er zit geen papier in lade 1. leeg Lade 2 Er zit geen papier in lade 2. leeg MF-lade leeg Uitvoervak vol Verw. pap. Er is geen papier in de multifunctionele lade. 4. Problemen oplossen 83 Meldingen over het netwerk Voorgestelde oplossing Plaats papier in lade 1 (zie "Plaats papier in de lade/optionele lade" op pagina 33). Plaats papier in lade 2 (zie "Plaats papier in de lade/optionele lade" op pagina 33). Plaats papier in de multifunctionele lade (zie "Papier vullen multifunctionele lade" op pagina 34). De uitvoerlade is vol. Zodra het papier uit de uitvoerlade is verwijderd, gaat de printer door met afdrukken. Voorgestelde oplossing Melding Betekenis Netwerkprobl. Het door u ingestelde IP-adres wordt al door iemand anders gebruikt. Controleer het IP-adres en stel het zonodig opnieuw in (zie handleiding Geavanceerd). Verificatie mislukt. Controleer het netwerkverificatieproto col. Neem contact op met uw netwerkbeheerder als dit probleem zich blijft voordoen. IP-conflict 802.1x Netwerkfout Informatie over displaymeldingen Div. meldingen Melding Klep open Sluit klep. Betekenis De voor- of achterklep is niet goed gesloten. Voorgestelde oplossing Sluit de klep goed. Deze moet vastklikken. Er is een systeemfout Start het apparaat opgetreden. opnieuw op en probeer nogmaals af te Fout drukken. Als het [foutnummer] probleem zich blijft Cont. klantend. voordoen, neem dan contact op met een servicecentrum. Fout [foutnummer] Zet uit en aan Het apparaat kan niet Start het apparaat bestuurd worden. opnieuw op en probeer nogmaals af te drukken. Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met een servicecentrum. 4. Problemen oplossen 84 5. Bijlage In dit hoofdstuk staan productspecificaties en informatie met betrekking tot toepasbare regelgeving. • Specificaties 86 • Informatie over wettelijke voorschriften 96 • Copyright 104 Specificaties 5. Bijlage 86 1 Algemene specificaties De specificaties hieronder kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. zie www.samsung.com/printer voor mogelijke wijzigingen. Items Omschrijving Afmetingen Breedte x Lengte x Hoogte 366 x 368 x 272,9mm (14,40 x 14,48 x 10,74 inches) zonder optionele papierlade Gewicht Apparaat inclusief verbruiksartikelen 10,28 kg Stand-bymodus 26 dB (A) Afdrukmodus 52 dB (A) Gebruik 10 tot 32 °C Opslag (in verpakking) -20 tot 40 °C Gebruik 20 tot 80% RV Geluidsniveaua Temperatuur Relatieve luchtvochtigheid Opslag (in verpakking) Nominaal vermogenb 10 tot 90% RV Modellen op 110 volt AC 110 – 127 V Modellen op 220 volt AC 220 – 240 V Specificaties 5. Bijlage Items Stroomverbruik Omschrijving Gemiddeld vermogen Minder dan 550 Watt Stand-bymodus Minder dan 60 Watt Energiebesparende modus Minder dan 1,9 W(Normaal), 1,4 W(EEE) Uitgeschakelde toestand Minder dan 0,1 Watt a. Geluidsdrukniveau, ISO 7779. Geteste configuratie: basisinstallatie apparaat, A4-papierformaat, enkelzijdig afdrukken. b. Zie het typeplaatje op het apparaat voor het juiste voltage (V), de frequentie (Hertz) en de stroomsterkte (A) voor uw apparaat. 87 Specificaties 5. Bijlage 2 Specificaties van de afdrukmedia Tüüp Formaat Afmetingen Gewicht/capaciteit afdrukmediaa Lade 1/Optionele lade Normaal papier Letter 216 x 279 mm Legal 216 x 356 mm US Folio 216 x 330 mm A4 210 x 297 mm Oficio 216 x 343 mm JIS B5 182 x 257 mm ISO B5 176 x 250 mm Executive 184 x 267 mm A5 148 x 210 mm A6 105 x 148 mm Multifunctionele lade 70 tot 90 g/m2 (bankpostpapier) 70 tot 90 g/m2 (bankpostpapier) • 250 vellen van 80 g/m2 (bankpostpapier) voor lade1 • 50 vellen van 80 g/m2 • 520 vellen van 80 g/m2 (bankpostpapier) voor de optionele lade. • 150 vellen van 75 g/m2 (bankpostpapier). 88 Specificaties Tüüp Formaat 5. Bijlage Afmetingen Gewicht/capaciteit afdrukmediaa Lade 1/Optionele lade Monarchenvelop 98 x 191 mm Multifunctionele lade Niet beschikbaar in lade1/ optionele lade. 75 tot 90 g/m2 (bankpostpapier). Envelop Nr. 10 105 x 241 mm Enveloppen Envelop DL 110 x 220 mm Envelop C5 162 x 229 mm Envelop C6 114 x 162 mm Dik papier Zie Normaal papier Zie Normaal papier 91 tot 105 g/m2 (bankpostpapier). 91 tot 105 g/m2 (bankpostpapier). Dikker papier Zie Normaal papier Zie Normaal papier Niet beschikbaar in lade1/ optionele lade. 164 tot 220 g/m2 (bankpostpapier). Dun papier Zie Normaal papier Zie Normaal papier 60 tot 70 g/m2 (bankpostpapier). 60 tot 70 g/m2 (bankpostpapier). Zie Normaal papier Niet beschikbaar in lade1/ optionele lade. 138 tot 146 g/m2 (bankpostpapier). Letter, Legal, Zie Normaal papier US Folio, A4, JIS B5, ISO B5, Executive, A5 Niet beschikbaar in lade1/ optionele lade. 120 tot 150 g/m2 (bankpostpapier). Transparanten Letter, A4 Etikettenb 89 Specificaties Tüüp Formaat 5. Bijlage Afmetingen Gewicht/capaciteit afdrukmediaa Lade 1/Optionele lade Multifunctionele lade Kartonpapier Letter, Legal, Zie Normaal papier US Folio, A4, JIS B5, ISO B5, Executive, A5 121 tot 163 g/m2 (bankpostpapier). 121 tot 163 g/m2 (bankpostpapier). bankpost; Zie Normaal papier Zie Normaal papier 106 tot 120 g/m2 (bankpostpapier). 106 tot 120 g/m2 (bankpostpapier). • Multifunctionele lade: 76 x 127 mm 60 tot 163 g/m2 (bankpostpapier) Minimaal formaat (aangepast) • Lade 1: 98 x 148,5 mm Maximaal formaat (aangepast) Niet beschikbaar in de optionele lade. 216 x 356 mm a. De maximumcapaciteit kan verschillen en is afhankelijk van het gewicht en de dikte van afdrukmedia en de omgevingsomstandigheden. b. De zachtheid van de voor dit apparaat gebruikte etiketten moet tussen 100 tot 250 (sheffield) bedragen. Deze getallen verwijzen naar het gladheidsniveau. 90 Specificaties 5. Bijlage 91 3 Systeemvereisten Microsoft® Windows® Vereisten (aanbevolen) Besturingssysteem Processor RAM Vrije schijfruimte Windows® 2000 Intel® Pentium® II 400 MHz (Pentium III 933 MHz) 64 MB (128 MB) Windows® XP Intel® Pentium® III 933 MHz (Pentium IV 1 GHz) 128 MB (256 MB) 1,5 GB Windows Server® 2003 Intel® Pentium® III 933 MHz (Pentium IV 1 GHz) 128 MB (512 MB) 1,25 GB tot 2 GB Windows Server® 2008 Intel® Pentium® IV 1 GHz (Pentium IV 2 GHz) 512 MB (2 GB) 10 GB Windows Vista® Intel® Pentium® IV 3 GHz 512 MB (1 GB) 15 GB Intel® Pentium® IV 1 GHz 32-bit of 64-bit-processor of hoger 1 GB (2 GB) 16 GB Windows® 7 600 MB • Ondersteuning voor DirectX® 9 graphics met 128 MB geheugen (om het Aero-thema in te schakelen). • DVD-R/W-station Windows Server® 2008 R2 Intel® Pentium® IV 1 GHz- (x86) of 1,4 GHz- (x64) processoren (2 GHz of sneller) 512 MB (2 GB) 10 GB Specificaties 5. Bijlage • Internet Explorer 6.0 of hoger is minimum vereist voor alle Windows-besturingssystemen. • Gebruikers kunnen de software installeren als ze beheerdersrechten hebben. • Windows Terminal Services is compatibel met uw apparaat. • Voor Windows 2000 is Services Pack 4 of hoger vereist. Macintosh Vereisten (aanbevolen) Besturingssysteem Processor • Intel®-processoren Mac OS X 10.3 ~ 10.4 • PowerPC G4/G5 RAM • 128 MB voor Mac met PowerPC (512 MB) Vrije schijfruimte 1 GB • 512 MB voor een Mac op basis van Intel (1 GB) • Intel®-processoren 512 MB (1 GB) 1 GB Mac OS X 10.5 • 867 MHz of sneller Power PC G4/G5 Mac OS X 10.6 • Intel®-processoren 1 GB (2 GB) 1 GB Mac OS X 10,7 • Intel®-processoren 2 GB 4 GB 92 Specificaties 5. Bijlage Linux Items Vereisten Fedora 5 ~ 13 (32/ 64 bit) OpenSuSE® 10.2, 10.3, 11.0, 11.1, 11.2 (32/64 bit) SuSE 10.1 (32 bit) Besturingssysteem Ubuntu 6.06, 6.10, 7.04, 7.10, 8.04, 8.10, 9.04, 9.10, 10.04 (32/64 bit) Mandriva 2007, 2008, 2009, 2009.1, 2010 (32/64 bit) Debian 4.0, 5.0 (32/64 bits) Redhat® Enterprise Linux WS 4, 5 (32/64 bit) SuSE Linux Enterprise Desktop 10, 11 (32/64 bits) Processor Pentium IV 2,4GHz (Intel Core™2) RAM 512 MB (1 GB) Vrije schijfruimte 1 GB (2 GB) 93 Specificaties 5. Bijlage Unix Items Vereisten Sun Solaris 9, 10 (x86, SPARC) Besturingssysteem HP-UX 11.0, 11i v1, 11i v2, 11i v3 (PA-RISC, Itanium) IBM AIX 5.1, 5.2, 5,3, 5.4 Vrije schijfruimte Tot 100 MB 94 Specificaties 5. Bijlage 4 Netwerkomgeving Alleen voor netwerkmodellen (zie "Functies per model" op pagina 8). U moet de netwerkprotocollen installeren op het apparaat om het als netwerkprinter te kunnen gebruiken. In de volgende tabel worden de netwerkomgevingen vermeld die door het apparaat worden ondersteund. Items Netwerkinterface Specificaties • Ethernet 10/100/1000 Base-TX • Windows 2000/Server 2003/Server 2008/XP/Vista/7/Server 2008 R2 Netwerkbesturingssysteem • Diverse Linux-besturingssystemen • Mac OS X 10.3 ~ 10.7 • Unix • TCP/IPv4 • DHCP, BOOTP Netwerkprotocollen • DNS, WINS, Bonjour, SLP, UPnP • Standard TCP/IP Printing(RAW), LPR, IPP, WSD • SNMPv 1/2/3, HTTP(S), IPSec • TCP/IPv6 (DHCP, DNS, RAW, LPR, SNMPv 1/2/3, HTTP(S), IPSec) 95 Informatie over wettelijke voorschriften Dit apparaat is ontworpen voor een normale werkomgeving en is gecertificeerd conform verschillende veiligheidsvoorschriften. Neem bij het gebruik van dit apparaat altijd deze elementaire veiligheidsmaatregelen in acht om het risico op brand, elektrische schokken en letsels te beperken. 5 Verklaring inzake laserveiligheid De printer is in de Verenigde Staten gecertificeerd als zijnde in overeenstemming met de vereisten van DHHS 21 CFR, hoofdstuk 1, subhoofdstuk J voor laserproducten van klasse I(1), en is elders gecertificeerd als een laserproduct van klasse I dat voldoet aan de vereisten van IEC 60825-1: 2007. Laserproducten van klasse I worden niet als gevaarlijk beschouwd. Het lasersysteem en de printer zijn zo ontworpen dat bij normaal gebruik, gebruiksonderhoud of onder de voorgeschreven servicevoorwaarden personen niet worden blootgesteld aan laserstralen hoger dan Klasse I. 6 Alleen voor Taiwan Waarschuwing De printer mag nooit worden gebruikt of nagekeken als de beschermkap van de laser/scanner is verwijderd. Hoewel ze onzichtbaar is, kan de gereflecteerde laserstraal uw ogen beschadigen. 5. Bijlage 96 Informatie over wettelijke voorschriften 7 5. Bijlage 9 Veiligheid in verband met ozon Recycleren De ozonemissie van dit apparaat ligt onder 0,1 ppm. Ozon is zwaarder dan lucht. Zet dit apparaat dus op een plaats met goede ventilatie. Recycle de verpakkingsmaterialen van dit product, of verwijder ze op een milieuvriendelijke wijze. 8 10 Energiebesparingsmodus Deze printer is uitgerust met een geavanceerde energiebesparende technologie die het stroomverbruik vermindert wanneer het apparaat niet wordt gebruikt. Als de printer gedurende enige tijd geen gegevens ontvangt, wordt het stroomverbruik automatisch verlaagd. ENERGY STAR en het ENERGY STAR-merk zijn gedeponeerde Amerikaanse handelsmerken. Meer informatie over het ENERGY STARprogramma vindt u op http://www.energystar.gov Alleen voor China 97 Informatie over wettelijke voorschriften 5. Bijlage 98 Alleen voor de Verenigde Staten 11 Correcte verwijdering van dit product (afgedankte elektrische en elektronische apparatuur) (Van toepassing in de Europese Unie en andere Europese landen met gescheiden inzamelingssystemen voor batterijen) Verwijder elektronica door deze naar een goedgekeurd recyclingbedrijf te brengen. Vind recyclingbedrijven bij u in de buurt op onze website:www.samsung.com/recyclingdirect Of bel (877) 278 - 0799 12 Alleen voor Taiwan Deze aanduiding op het product, op de accessoires of in de documentatie geeft aan dat het product en zijn elektronische accessoires (bijv. lader, hoofdtelefoon, USB-kabel) aan het eind van hun levensduur niet met ander huishoudelijk afval mogen worden weggegooid. Gelieve deze items te scheiden van andere soorten afval en ze op een verantwoorde wijze te recyclen met het oog op een duurzaam hergebruik van materialen en ter voorkoming van eventuele schade aan het milieu of de gezondheid als gevolg van een ongecontroleerde afvalverwijdering. Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel waar ze dit product hebben gekocht of met de gemeente waar ze wonen om te vernemen waar en hoe ze deze artikelen milieuvriendelijk kunnen laten recyclen. Zakelijke gebruikers dienen contact op te nemen met hun leverancier en dienen de voorwaarden en bepalingen van de verkoopovereenkomst te controleren. Dit product en zijn elektronische accessoires mogen niet met ander bedrijfsafval voor verwijdering worden gemengd. 13 Alleen voor Rusland Informatie over wettelijke voorschriften 14 5. Bijlage 99 16 Alleen Duitsland De stekker van het netsnoer vervangen (alleen voor het VK) Belangrijk 15 Alleen voor Turkije Het netsnoer van dit apparaat is voorzien van een standaardstekker (BS 1363) van 13 ampère en een zekering van 13 ampère. Als u de zekering vervangt, moet u het juiste type van 13 ampère gebruiken. Nadat u de zekering hebt gecontroleerd of vervangen, moet u de afdekkap van de zekering weer sluiten. Als u de afdekkap van de zekering verloren bent, mag u de stekker niet gebruiken totdat u er een nieuwe afdekkap hebt op gezet. Neem contact op met de leverancier bij wie u het apparaat hebt gekocht. Stekkers van 13 ampère zijn het meest voorkomende type in het Verenigd Koninkrijk en kunnen in de meeste gevallen worden gebruikt. Sommige (vooral oudere) gebouwen hebben echter geen normale stopcontacten van 13 ampère. U moet een geschikt verloopstuk (adapter) kopen. Verwijder nooit de aangegoten stekker van het netsnoer. Informatie over wettelijke voorschriften Als u de aangegoten stekker afsnijdt of weggooit, kunt u hem er niet meer op bevestigen en riskeert u een elektrische schok te krijgen als u hem in het stopcontact steekt. 5. Bijlage 100 Sluit de blauwe draad aan op de pool die gemarkeerd is met de letter "L" of de kleur zwart. In de stekker, adapter of verdeelkast moet een zekering van 13 ampère zijn aangebracht. 17 Belangrijke waarschuwing: Dit apparaat moet op een geaard stopcontact worden aangesloten. De aders van het netsnoer hebben de volgende kleurcodering: • Groen/geel: aarding • Blauw: neutraal • Bruin: fase Ga als volgt te werk als de kleuren van de aders in het netsnoer niet overeenstemmen met die van de stekker. Sluit de geel-groene aardedraad aan op de pool die gemarkeerd is met de letter "E", het aardingssymbool, en geel-groen of groen is gekleurd. Sluit de blauwe draad aan op de pool die gemarkeerd is met de letter "N" of zwart is gekleurd. Verklaring van overeenstemming (Europese landen) Goedkeuringen en certificeringen Samsung Electronics verklaart hierbij dat deze [ML-375x Series] voldoet aan de essentiële vereisten en andere regelgeving van de laagspanningsrichtlijn (2006/95/EC) en de EMC-richtlijn (2004/108/EC). De conformiteitsverklaring kan worden geraadpleegd op www.samsung.com/printer. Ga naar Support > Download center en voer de naam van uw printer (MFP) in om te bladeren door de EuDoC. 1 januari 1995: Richtlijn 2006/95/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften der lidstaten inzake elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen. Informatie over wettelijke voorschriften 1 januari 1996: Richtlijn 2004/108/EC van de Raad inzake de harmonisatie van de wetgevingen in de lidstaten betreffende elektromagnetische compatibiliteit. 9 maart 1999: Richtlijn 1999/5/EG van de Raad inzake radioapparatuur en eindapparatuur voor telecommunicatie en de onderlinge herkenning van hun conformiteit. U kunt bij uw vertegenwoordiger van Samsung Electronics Co., Ltd. een volledige verklaring krijgen waarin de relevante richtlijnen en de normen waarnaar wordt verwezen, zijn gedefinieerd. EC-certificering Certificering voor Richtlijn 1999/5/EC inzake radioapparatuur en eindapparatuur voor telecommunicatie (FAX) Dit product van Samsung is gecertificeerd door Samsung zelf voor enkele-terminalverbindingen in heel Europa met het openbare telefoonnet (PSTN), in overeenstemming met richtlijn 1999/5/EC. Het product is ontworpen voor gebruik met de nationale openbare telefoonnetten en compatibele PBX-en van de Europese landen: Indien er problemen optreden, moet u in eerste instantie contact opnemen met het Euro QA Lab van Samsung Electronics Co., Ltd. 5. Bijlage 101 Het product is getest op TBR21. Het European Telecommunication Standards Institute (ETSI) heeft voor gebruik en toepassing in overeenstemming met deze norm een adviesdocument gepubliceerd (EG 201 121), waarin opmerkingen en extra voorwaarden staan voor netwerkcompatibiliteit van TBR21-terminals. Het product is getest op, en voldoet aan, alle relevante adviezen in dit document. Informatie over wettelijke voorschriften 18 Alleen voor China 5. Bijlage 102 Informatie over wettelijke voorschriften 19 Alleen voor Israël 5. Bijlage 103 Copyright 5. Bijlage 104 © 2011 Samsung Electronics Co., Ltd. Alle rechten voorbehouden. Deze gebruikershandleiding dient uitsluitend ter informatie. Alle informatie in deze gebruikershandleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Samsung Electronics kan niet aansprakelijk worden gesteld voor directe of indirecte schade als gevolg van of in verband met het gebruik van deze gebruikershandleiding. • Samsung en het Samsung-logo zijn handelsmerken van Samsung Electronics Co., Ltd. • Microsoft, Windows, Windows Vista, Windows 7 en Windows Server 2008 R2 zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation. • TrueType, LaserWriter en Macintosh zijn handelsmerken van Apple Computer, Inc. • Alle andere merk- of productnamen zijn handelsmerken van hun respectievelijke bedrijven of organisaties. Raadpleeg het bestand "LICENSE.txt" op de meegeleverde cd-rom voor open-sourcelicentiegegevens. REV. 1.00 Index 105 A E accessoires ecoafdruk 48 ecoknop 20 bestellen 53 achterkant 19 afdrukken een document afdrukken Windows L F foutmelding 44 lade afdrukmedia 31 de grootte van de lade aanpassen 31 een optionele lade bestellen 53 papier in de multifunctionele lade plaatsen 34 79 functies breedte en lengte instellen 5 papierformaat en type instellen eigenschappen van afdrukmateriaal 88 42 Linux enveloppen 38 etiketten 40 het papierformaat instellen 42 het papiertype instellen 42 geheugen uitbreiden 60 stuurprogramma opnieuw installeren 24 kartonpapier 41 geheugenmodule installeren 60 stuurprogrammainstallatie speciale media 36 transparanten 39 uitvoersteun gebruiken 88 voorbedrukt papier 42 algemene pictogrammen 10 G systeemvereisten bedieningspaneel 20 C conventie 10 22 M H 47 Macintosh systeemvereisten I informatie over de statusLED B Lokaal geheugen help gebruiken 94 menuoverzicht 76 92 26 Multifunctionele lade informatie over wettelijke voorschriften gebruikstips 34 96 plaatsen 34 instellingen voor favorieten voor afdrukken speciale afdrukmedia gebruiken 36 46 N netwerk Index installatieomgeving 106 95 S specificaties O onderdelen voor onderhoud 55 optionele lade 53 bestellen 53 papier plaatsen 33 afdrukmedia de gebruiksduur van de verbruiksartikelen controleren 62 86 88 standaardinstellingen instellingen voor lade stoptoets W 20 weergavescherm papier verwijderen 69 Paralleelne bestellen 54 plaatsen papier in de multifunctionele lade plaatsen 34 de cassette vervangen 58 systeemvereisten toner herverdelen 56 U Unix systeemvereisten 93 64 33 uw apparaat reinigen speciale media 36 V veiligheid reinigen binnenkant 64 buitenkant 64 opneemrol 66 20 stuurprogramma van een met een USBkabel verbonden apparaat installeren 22, 24 plaatsen in lade 1 R 18 44 tonercassette tips om papierstoringen te voorkomen 68 58 Windows Tijdens papierstoring voorkant 42 T P tonercassette vervangen info 11 symbolen 11 verbruiksartikelen beschikbare verbruiksartikelen 52 bestellen 52 91 ML-375x Series Gebruikershandleiding Geavanceerd imagine the possibilities Deze handleiding geeft informatie over de installatie, geavanceerde instelling, gebruik en het oplossen van problemen in verschillende besturingssystemen. Afhankelijk van het model of land zijn enkele functies mogelijk niet beschikbaar. Inhoud 2 34 Grafisch 1. Installatie van de software 5 Installatie voor de Macintosh 7 Opnieuw installeren voor Macintosh 8 Installatie voor Linux 10 Opnieuw installeren voor Linux 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 35 Systeeminstallatie 39 Emulatie 40 Netwerk 41 Beheerinstellingen 4. Speciale functies 43 Aanpassing aan luchtdruk of hoogte 44 De lettertype-instelling wijzigen 45 De standaardafdrukinstellingen wijzigen 12 Nuttige netwerkprogramma’s 46 Uw apparaat instellen als standaardprinter 13 Instelling bekabeld netwerk 47 Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken 17 Installeren van een stuurprogramma over het netwerk 55 Afdrukken in Macintosh 25 IPv6-configuratie 3. Menu´s met nuttige instellingen 29 Voordat u een hoofdstuk gaat lezen 30 Informatie 58 Afdrukken in Linux 61 Afdrukken in Unix 5. Onderhoud 64 De tonercassette bewaren 31 Lay-out 66 Tips voor het verplaatsen en opbergen van uw apparaat 33 Papier 67 Nuttige beheerprogramma´s Inhoud 6. Problemen oplossen 80 Problemen met papierinvoer 82 Problemen met de voeding en het netsnoer 83 Afdrukproblemen 88 Problemen met de afdrukkwaliteit 96 Problemen met het besturingssysteem Contact SAMSUNG worldwide Verklarende woordenlijst 3 1. Installatie van de software Dit hoofdstuk levert instructies voor het installeren van essentiële en nuttige software voor gebruik in een opstelling waarbij het apparaat via een kabel aangesloten is. Een lokale printer is een printer die via een kabel rechtstreeks op uw computer is aangesloten. Als uw apparaat op een netwerk is verbonden, slaat u de onderstaande stappen over en gaat u verder met de installatie van het stuurprogramma voor een netwerkapparaat (zie Installeren van een stuurprogramma over het netwerk17). • Installatie voor de Macintosh 5 • Opnieuw installeren voor Macintosh 7 • Installatie voor Linux 8 • Opnieuw installeren voor Linux † 10 • Als u gebruik maakt van het besturingsysteem Windows, kijkt u in de basishandleiding voor installatie van het stuurprogramma. • Gebruik alleen een USB-kabel die korter is dan 3 meter. Installatie voor de Macintosh 1. Installatie van de software 5 1 Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. het computerscherm verschijnt een waarschuwing dat 10 Op alle toepassingen worden afgesloten. Klik op Ga door. 2 3 Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation. Typische installatie voor een lokale printer 11 Selecteer en klik vervolgens op OK. 4 Dubbelklik in de map MAC_Installer op het pictogram Installer OS X. 5 6 7 8 Voer het wachtwoord in en klik op OK. 9 Dubbelklik op het pictogram in de vorm van een cd-rom op het bureaublad van uw Macintosh-computer. Klik op Ga door. 12 Klik op Ga door in het venster Leesmij. 13 Nadat de installatie is voltooid, klikt u op Afsluiten. de map Toepassingen > Hulpprogramma's > 14 Open Printerconfiguratie. • Lees de gebruiksrechtovereenkomst en klik op Ga door. Klik op Akkoord als u akkoord gaat met de gebruiksrechtovereenkomst. Selecteer Eenvoudige installatie en klik op Installeer. Eenvoudige installatie wordt aanbevolen voor de meeste gebruikers. Alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor apparaatbewerkingen worden geïnstalleerd. Als u Aangepaste installatie selecteert, kunt u aangeven welke afzonderlijke onderdelen u wilt installeren. Voor Mac OS X 10.5-10.7 opent u de map Toepassingen > Systeemvoorkeuren en klikt u op Afdrukken en faxen. 15 Klik op Voeg toe op de Printerlijst. • Voor Mac OS X 10.5-10.7 klikt u op het pictogram +, waarna een venster verschijnt. 16 In Mac OS X 10.3 selecteert u het tabblad USB. • In Mac OS X10.4 klikt u op Standaardkiezer en zoekt u de USB-verbinding. • In Mac OS X 10.5-10.7 klikt u op Standaard en zoekt u de USB-verbinding. Installatie voor de Macintosh automatisch selecteren in Mac OS X 10.3 niet goed 17 Als werkt, selecteert u Samsung in Printermodel en de naam van uw apparaat in Modelnaam. • Als automatisch selecteren in Mac OS X 10.4 niet goed werkt, selecteert u Samsung in Druk af via en de naam van uw apparaat in Model. • Voor Mac OS X 10.5-10.7: als Automatisch selecteren niet goed werkt, selecteert u Selecteer besturingsbestand… en de naam van uw apparaat in Druk af via. Uw apparaat verschijnt in Printerlijst en wordt ingesteld als standaardapparaat. 18 Klik op Voeg toe. 1. Installatie van de software 6 Opnieuw installeren voor Macintosh Als het printerbesturingsbestand niet correct werkt, maakt u de installatie van het besturingsbestand ongedaan en installeert u het opnieuw. 1 Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. 2 3 Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation. 4 Dubbelklik in de map MAC_Installer op het pictogram Installer OS X. 5 6 7 8 Voer het wachtwoord in en klik op OK. Klik op Akkoord als u akkoord gaat met de gebruiksrechtovereenkomst. 9 Selecteer Installatie ongedaan maken en klik op Installatie ongedaan maken. Dubbelklik op het pictogram in de vorm van een cd-rom op het bureaublad van uw Macintosh-computer. Klik op Ga door. Lees de gebruiksrechtovereenkomst en klik op Ga door. 1. Installatie van de software 7 het computerscherm verschijnt een waarschuwing dat 10 Op alle programma´s worden afgesloten. Klik op Ga door. de installatie ongedaan is gemaakt, klikt u op 11 Nadat Afsluiten. Als een apparaat al is toegevoegd, kunt u het verwijderen via Printerconfiguratie of Afdrukken en faxen. Installatie voor Linux 1. Installatie van de software 5 6 7 U moet Linux-softwarepakketten downloaden van de website van Samsung om de printersoftware te installeren (http:// www.samsung.com/printer). 1 Het Unified Linux-stuurprogramma installeren 1 Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. 2 Wanneer het venster Administrator Login verschijnt, typt u "root" in het veld Login en voert u het systeemwachtwoord in. 8 Dubbelklik op cdroot > autorun. Klik op Next zodra het welkomstscherm verschijnt. Zodra de installatie is voltooid, klikt u op Finish. Het installatieprogramma heeft het pictogram Unified Driver Configurator op het bureaublad geplaatst en de groep Unified Driver aan het systeemmenu toegevoegd. Als u problemen ondervindt, raadpleegt u de schermhulp die u kunt openen via het systeemmenu of vanuit het stuurprogrammapakket van Windows-toepassingen, zoals Unified Driver Configurator of Image Manager. 2 Smart Panel installeren U moet zich aanmelden als supergebruiker (root) om de printersoftware te installeren. Als u geen supergebruiker bent, neemt u contact op met uw systeembeheerder. 3 Download het Unified Linux Driver-pakket van de website van Samsung. 4 Klik met de rechtermuisknop op het Unified Linux Driverpakket en pak het uit. 1 Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. 2 Wanneer het venster Administrator Login verschijnt, typt u root in het veld Login en voert u het systeemwachtwoord in. Installatie voor Linux 1. Installatie van de software U moet zich aanmelden als supergebruiker (root) om de printersoftware te installeren. Als u geen supergebruiker bent, neemt u contact op met uw systeembeheerder. U moet zich aanmelden als supergebruiker (root) om de printersoftware te installeren. Als u geen supergebruiker bent, neemt u contact op met uw systeembeheerder. 3 Download het Smart Panel-pakket van de website van Samsung en plaats het op uw computer. 3 Download het pakket Printer Settings Utility vanaf de website van Samsung. 4 Klik met uw rechtermuisknop op het Smart Panel-pakket en pak het uit. 4 Klik met de rechtermuisknop op het pakket Printer Settings Utility en decomprimeer het. 5 Dubbelklik op cdroot > Linux > smartpanel > install.sh. 5 Dubbelklik op cdroot > Linux > psu > install.sh. 3 Printer Settings Utility installeren 1 Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. 2 Wanneer het venster Administrator Login verschijnt, typt u "root" in het veld Login en voert u het systeemwachtwoord in. 9 Opnieuw installeren voor Linux Als het printerstuurprogramma niet correct werkt, maakt u de installatie van het stuurprogramma ongedaan en installeert u het opnieuw. 1 Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. 2 Wanneer het venster Administrator Login verschijnt, typt u "root" in het veld Login en voert u het systeemwachtwoord in. U moet zich aanmelden als supergebruiker (root) om de installatie van het printerstuurprogramma ongedaan te maken. Als u geen supergebruiker bent, neemt u contact op met uw systeembeheerder. 3 Klik op het pictogram onderaan op het bureaublad. Wanneer het venster Terminal verschijnt, typt u het volgende: [root@localhost root]#cd /opt/Samsung/mfp/uninstall/ [root@localhost uninstall]#./uninstall.sh 4 5 6 Klik op Uninstall. Klik op Next. Klik op Finish. 1. Installatie van de software 10 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u een apparaat instelt dat via het netwerk aangesloten is en hoe u de software instelt. • Nuttige netwerkprogramma’s 12 • Instelling bekabeld netwerk 13 • Installeren van een stuurprogramma over het netwerk 17 • IPv6-configuratie 25 Nuttige netwerkprogramma’s Er zijn verschillende programma’s voorhanden om in een netwerkomgeving de netwerkinstellingen op een eenvoudige manier in te voeren. Zo kan de netwerkbeheerder diverse apparaten in het netwerk beheren. Voordat u onderstaande programma’s gaat gebruiken moet u het IP-adres instellen. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 12 2   SyncThru™ Web Admin Service Een webgebaseerd apparaatbeheersysteem voor netwerkbeheerders. Met SyncThru™ Web Admin Service kunt u netwerkapparatuur op een efficiënte manier beheren en op afstand controleren. U kunt bovendien problemen oplossen vanaf iedere plek waar u via het internet toegang hebt tot het bedrijfsnetwerk. U kunt dit programma downloaden via http:// solution.samsungprinter.com. 1 3   SyncThru™ Web Service   SetIP Met de in de netwerkapparaat geïntegreerde webserver kunt u het volgende doen (zie "SyncThru™ Web Service gebruiken" op pagina 27): Met dit hulpprogramma kunt u een netwerkinterface selecteren en handmatig IP-adressen configureren voor gebruik met het TCP/IP-protocol. • Informatie over en status van verbruiksartikelen opvragen. • • Apparaatinstellingen aanpassen. zie "IPv4-configuratie met het programma SetIP (Windows)" op pagina 14. • E-mail-meldingsopties instellen. Als u deze optie instelt, wordt de apparaatstatus (als de tonercassette leeg is of als er een foutmelding is) automatisch naar het e-mailadres van een bepaalde persoon gestuurd. • zie "IPv4-configuratie met het programma SetIP (Macintosh)" op pagina 15. • zie "IPv4-configuratie met het programma SetIP (Linux)" op pagina 15. • De noodzakelijke netwerkparameters voor het apparaat instellen, zodat u een verbinding kunt maken met diverse netwerkomgevingen. TCP/IPv6 wordt door dit programma niet ondersteund. Instelling bekabeld netwerk U moet de netwerkprotocollen op uw apparaat instellen om het apparaat in uw netwerk te kunnen gebruiken. U kunt het netwerk gebruiken nadat u een netwerkkabel hebt aangesloten op de desbetreffende poort op uw computer. • • Gebruik het programma SyncThru™ Web Service of SetIP bij modellen zonder displayscherm op het bedieningspaneel. - zie "SyncThru™ Web Service gebruiken" op pagina 67. - zie "Het IP-adres instellen" op pagina 14. Modellen met een display op het bedieningspaneel moeten de netwerkinstellingen ingesteld worden door op het bedieningspaneel op de knop (Menu) > Netwerk te 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 13 4   Een netwerkconfiguratierapport afdrukken U kunt een netwerkconfiguratierapport afdrukken vanaf het bedieningspaneel van het apparaat, waarin de huidige netwerkinstellingen van uw apparaat worden weergegeven. Dit zal u helpen bij de installatie van een netwerk. • De machine heeft een displayscherm: Druk op de knop (Menu) op het bedieningpaneel en kies Netwerk > Netwerkinst. (Netwerkconfiguratie)> Ja. • De printer heeft geen display: Houd de knop (Annuleren of Stoppen/Wissen) op het bedieningspaneel langer dan vijf seconden ingedrukt. drukken (zie "Netwerk" op pagina 40). In dit netwerkconfiguratierapport kunt u het MAC-adres en IPadres van uw apparaat vinden. Voorbeeld: • MAC-adres: 00:15:99:41:A2:78 • IP-adres: 192.0.0.192 Instelling bekabeld netwerk 5   Het IP-adres instellen Eerst moet u een IP-adres instellen voor het beheren van en afdrukken via het netwerk. In de meeste gevallen wordt een IPadres automatisch toegewezen via een DHCP-server (Dynamic Host Configuration Protocol Server) die zich in het netwerk bevindt. IPv4-configuratie met het programma SetIP (Windows) 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 14 5 In het menu Start van Windows selecteert u Alle programma’s > Samsung Printers > SetIP > SetIP. 6 Klik op het pictogram (derde van links) in het scherm SetIP om het TCP/IP-configuratievenster te openen. 7 Voer als volgt de nieuwe apparaatgegevens in in het configuratievenster. In een bedrijfsintranet moeten deze gegevens mogelijk worden toegewezen door een netwerkbeheerder voordat u verder kunt gaan. Voordat u het programma SetIP gebruikt, moet u de firewall van de computer uitschakelen via Configuratiescherm > Beveiligingscentrum > Windows Firewall. 1 Installeer dit programma vanaf de meegeleverde cd-rom door te dubbelklikken op Application > SetIP > Setup.exe. 2 3 Volg de instructies in het installatievenster. 4 Schakel het apparaat in. Sluit het apparaat op het netwerk aan met een netwerkkabel. Zoek het MAC-adres in het netwerkconfiguratierapport en voer het hier in (zonder dubbele punten) (zie "Een netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 13). Bijvoorbeeld: 00:15:99:29:51:A8 wordt dus 0015992951A8. Instelling bekabeld netwerk 8 Klik op Toepassen en vervolgens op OK. Het Netwerkconfiguratierapport wordt automatisch op het apparaat afgedrukt. Bevestig dat alle instellingen juist zijn. IPv4-configuratie met het programma SetIP (Macintosh) 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 4 Klik op het pictogram (derde van links) in het scherm SetIP om het TCP/IP-configuratievenster te openen. 5 Voer de nieuwe apparaatgegevens in het configuratievenster in. In een bedrijfsintranet moeten deze gegevens mogelijk worden toegewezen door een netwerkbeheerder voordat u verder kunt gaan. Voordat u het programma SetIP gebruikt, moet u de firewall van de computer uitschakelen via Systeemvoorkeuren > Beveiliging > Firewall. Zoek het MAC-adres in het netwerkconfiguratierapport en voer het hier in (zonder dubbele punten) (zie "Een netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 13). Bijvoorbeeld: 00:15:99:29:51:A8 wordt dus 0015992951A8. De volgende instructies kunnen verschillen per model. 1 Sluit het apparaat op het netwerk aan met een netwerkkabel. 2 Plaats de installatie-cd en open het schijfvenster. Selecteer vervolgens MAC_Installer > MAC_Printer > SetIP > SetIPapplet.html. 3 Dubbelklik op het bestand en Safari zal automatisch worden geopend. Selecteer vervolgens Vertrouw. De pagina SetIPApplet.html wordt geopend in de browser. Hier vindt u de naam en het IP-adres van de printer. 15 6 7 Selecteer Apply, OK en opnieuw OK. Sluit Safari af. IPv4-configuratie met het programma SetIP (Linux) Voordat u het programma SetIP gebruikt, moet u de firewall van de computer uitschakelen via System Preferences or Administrator. Instelling bekabeld netwerk De volgende instructies kunnen verschillen per model of besturingssysteem. 1 2 3 4 Open /opt/Samsung/mfp/share/utils/. Dubbelklik op het bestand SetIPApplet.html. Klik hier om het venster TCP/IP Configuration te openen. Voer de nieuwe apparaatgegevens in het configuratievenster in. In een bedrijfsintranet moeten deze gegevens mogelijk worden toegewezen door een netwerkbeheerder voordat u verder kunt gaan. Zoek het MAC-adres in het netwerkconfiguratierapport en voer het hier in (zonder dubbele punten) (zie "Een netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 13). Bijvoorbeeld: 00:15:99:29:51:A8 wordt dus 0015992951A8. 5 Het Netwerkconfiguratierapport wordt automatisch op het apparaat afgedrukt. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 16 Installeren van een stuurprogramma over het netwerk 6  1  Windows Controleer of het apparaat met het netwerk is verbonden en ingeschakeld is. Het IP-adres van uw apparaat moet reeds ingesteld zijn (zie "Het IP-adres instellen" op pagina 14). Als tijdens de installatie het venster "Wizard Nieuwe hardware gevonden" verschijnt, klikt u op Annuleren om het venster te sluiten. 2 3 Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation. De cd-rom start automatisch op en er verschijnt een installatievenster. Selecteer Nu installeren. Aangepaste installatie laat u toe om de verbinding van het apparaat te selecteren en aan te geven welke individuele onderdelen u wilt installeren. Volg de aanwijzingen op het scherm. 4 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 17 Lees de Gebruiksrechtovereenkomst en vink het selectievakje Ik aanvaard de bepalingen van de gebruiksrechtovereenkomst aan. Klik daarna op Volgende. Het programma zoekt het apparaat. Als het apparaat niet in het netwerk of lokaal wordt gevonden, verschijnt er een foutbericht. • Schakel deze optie in als u de software wilt installeren zonder de printer aan te sluiten. - Schakel deze optie in als u dit programma wilt installeren zonder dat er een apparaat is aangesloten. In dit geval wordt het venster voor het afdrukken van een testpagina overgeslagen en wordt de installatie voltooid. • Opnieuw zoeken Wanneer u op deze knop klikt, verschijnt er een venster met een firewall-waarschuwing. - Schakel de firewall uit en klik op Opnieuw zoeken. In Windows klikt u op Start > Configuratiescherm > Windows Firewall en schakelt u deze optie uit. - Schakel naast de firewall van het besturingssysteem ook die van andere programma’s uit. Raadpleeg de handleiding van de desbetreffende programma’s. Installeren van een stuurprogramma over het netwerk • Directe invoer Directe invoer laat u toe om een specifiek apparaat te zoeken op het netwerk. - Zoeken op IP-adres: voer hier het IP-adres of de hostnaam in. Klik vervolgens op Volgende. Druk een netwerkconfiguratierapport af om het IPadres van uw apparaat te controleren (zie "Een netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 13). - Zoeken op netwerkpad: U kunt een gedeelde printer (UNC-pad) opgeven door de gedeelde naam handmatig in te voeren of door te klikken op Bladeren en de gedeelde printer te zoeken. Klik vervolgens op Volgende. • Help Als uw printer niet op de computer of het netwerk is aangesloten kunt u met deze Help-knop gedetailleerde informatie over de aansluiting van het apparaat weergeven. • SNMP-community-naam Als uw systeembeheerder de nieuwe SNMPcommunity-naam op het apparaat heeft ingesteld, vindt u het apparaat terug in het netwerk. Neem contact op met uw systeembeheerder voor de nieuwe SNMP-community-naam. 5 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 18 De gevonden apparaten worden op het scherm weergegeven. Selecteer het gewenste apparaat en klik op OK. Als er slechts één apparaat is gevonden, verschijnt het bevestigingsvenster. 6 Volg de instructies in het installatievenster. 7   Macintosh 1 Controleer of het apparaat met uw netwerk is verbonden en ingeschakeld is. Het IP-adres van uw apparaat moet reeds ingesteld zijn (zie "Het IP-adres instellen" op pagina 14). 2 3 Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation. 4 Dubbelklik in de map MAC_Installer op het pictogram Installer OS X. Dubbelklik op het pictogram in de vorm van een cd-rom op het bureaublad van uw Macintosh-computer. Installeren van een stuurprogramma over het netwerk 5 6 7 8 9 Voer het wachtwoord in en klik op OK. Klik op Ga door. Lees de gebruiksrechtovereenkomst en klik op Ga door. Als u Aangepaste installatie selecteert, kunt u aangeven welke afzonderlijke onderdelen u wilt installeren. het computerscherm verschijnt een waarschuwing dat 10 Op alle programma´s worden afgesloten. Klik op Ga door. Typische installatie voor een netwerkprinter 11 Selecteer en klik op OK. 12 Het programma SetIP wordt automatisch uitgevoerd. 13 Klik op OK om door te gaan met de installatie. 14 Klik op Ga door in het venster Leesmij. 19 15 Nadat de installatie is voltooid klikt u op OK. de map Toepassingen > Hulpprogramma’s > 16 Open Printerconfiguratie. • Klik op Akkoord als u akkoord gaat met de gebruiksrechtovereenkomst. Selecteer Eenvoudige installatie en klik op Installeer. Eenvoudige installatie wordt aanbevolen voor de meeste gebruikers. Alle onderdelen die noodzakelijk zijn voor apparaatbewerkingen worden geïnstalleerd. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken Voor Mac OS X 10.5-10.7 opent u de map Toepassingen > Systeemvoorkeuren en klikt u op Afdrukken en faxen. 17 Klik op Voeg toe op de Printerlijst. • In Mac OS X 10.5 -10.7 klikt u op het pictogram "+". Er verschijnt een weergavevenster. In Mac OS X 10.3 selecteert u het tabblad Afdrukken via 18 IP. • In Mac OS X 10.4 klikt u op IP-printer. • In Mac OS X 10.5-10.7 klikt u op IP. 19 Selecteer HP Jetdirect - Socket in Protocol. Als u een document van vele pagina’s afdrukt, kunt u de prestaties van de printer verbeteren door Socket te kiezen in de opties bij Printertype. 20 Typ het IP-adres van uw printer in het invoerveld Adres. Installeren van een stuurprogramma over het netwerk de wachtrijnaam in het invoerveld Wachtrij. Als u de 21 Typ wachtrijnaam voor uw apparaatserver niet kunt bepalen, 22 • • Als automatisch selecteren in Mac OS X 10.4 niet goed werkt, selecteert u Samsung in Druk af via en de naam van uw apparaat in Model. Als bij Mac OS X 10.5-10.7 Automatisch selecteren niet goed werkt, kiest u Printersoftware selecteren en de naam van uw apparaat in Druk af via. 23 Klik op Voeg toe. Uw printer verschijnt op de Printerlijst en wordt ingesteld als standaardprinter. 8   Linux U moet Linux-softwarepakketten downloaden van de website van Samsung om de printersoftware te installeren (http:// www.samsung.com/printer). 20 Om andere software te installeren: probeert u eerst de standaardwachtrij. Als automatisch selecteren in Mac OS X 10.3 niet goed werkt, selecteert u Samsung in Printermodel en de naam van uw apparaat in Modelnaam. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken • zie "Smart Panel installeren" op pagina 8. • zie "Printer Settings Utility installeren" op pagina 9. Het Linux-stuurprogramma installeren en een netwerkprinter toevoegen 1 Controleer of het apparaat met uw netwerk is verbonden en ingeschakeld is. Het IP-adres van uw apparaat moet bovendien zijn ingesteld. 2 Download het Unified Linux Driver-pakket van de website van Samsung. 3 Extraheer het bestand UnifiedLinuxDriver.tar.gz en open de nieuwe map. 4 5 Dubbelklik op de map Linux > het pictogram install.sh. 6 Het venster "Add printer wizard" gaat open. Klik op Next. Het venster Samsung Installer wordt geopend. Klik op Continue. Installeren van een stuurprogramma over het netwerk 7 8 6 7 8 Selecteer Netwerkprinter en klik op de knop Search. Het IP-adres en het model van de printer verschijnen in de lijst. 9 Selecteer uw apparaat en klik op Next. 10 Voer de beschrijving van de printer in en klik op Next. 11 Nadat de software is toegevoegd klikt u op Finish. 12 Nadat de installatie is voltooid, klikt u op Finish. Een netwerkprinter toevoegen 1 2 3 Dubbelklik op Unified Driver Configurator. 4 5 Selecteer Network printer en klik op de knop Search. Klik op Add Printer.. Het venster Add printer wizard wordt geopend. Klik op Next. Het IP-adres en de modelnaam van de printer worden in de lijst weergegeven. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 21 Selecteer uw apparaat en klik op Next. Voer de beschrijving van de printer in en klik op Next. Nadat de software is toegevoegd klikt u op Finish. 9   UNIX • Controleer of uw printer het besturingssysteem UNIX ondersteunt, voordat u het UNIX-stuurprogramma installeert (zie basishandleiding). • De commando's zijn gemarkeerd met "". Wanneer u de commando's invoert, moet u geen "" typen. Om het UNIX-printerstuurprogramma te gebruiken moet u eerst het UNIX-printerstuurprogrammapakket installeren en vervolgens de printer instellen. U kunt het UNIXprinterstuurprogrammapakket downloaden van de website van Samsung. Installeren van een stuurprogramma over het netwerk Het UNIX-printerstuurprogrammapakket installeren 6 Download het UNIX-stuurprogrammapakket van de website van Samsung en pak het uit op uw computer. 2 Zorg dat u machtigingen voor de hoofdmap heeft. 3 Kopieer het juiste stuurprogrammabestand naar de UNIXcomputer. su - Raadpleeg de handleiding van uw UNIXbesturingssysteem voor meer informatie. 4 Pak het UNIX-printerstuurprogrammabestand uit. Op IBM AIX gebruikt u bijvoorbeeld de volgende commando’s: “gzip -d < voor de pakketnaam in | tar xf -" 5 Ga naar de uitgepakte map. 22 Voer het installatiescript uit. “./install" install is het installatiescriptbestand dat wordt gebruikt om het UNIX-printerstuurprogrammapakket te installeren/ deïnstalleren. De installatieprocedure is identiek voor alle varianten van het bovengenoemde UNIX-besturingssysteem. 1 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken Gebruik de opdracht "chmod 755 install" om de uitvoering van het installatiescript te machtigen. 7 Voer de opdracht ". /install –c" uit om de resultaten van de installatie te controleren. 8 Voer "installprinter" uit vanaf de opdrachtregel. Hiermee wordt het venster van de wizard Add Printer Wizard geopend. Stel in dit venster de printer op de volgende manier in: In sommige UNIX-besturingssystemen, zoals Solaris 10, zijn zojuist toegevoegde printers mogelijk niet ingeschakeld en/of kunnen geen taken ontvangen. In dat geval moet u de volgende twee opdrachten uitvoeren in de root-terminal: “accept <printer_name>" “enable <printer_name>" Installeren van een stuurprogramma over het netwerk De installatie van het printerstuurprogrammapakket ongedaan maken Het hulpprogramma moet gebruikt worden om de geïnstalleerde printer uit het systeem te verwijderen. a Voer de opdracht "uninstallprinter" uit vanaf de terminal. Hierdoor wordt Uninstall Printer Wizard geopend. De geïnstalleerde printers verschijnen in de vervolgkeuzelijst. b Selecteer de printer die u wilt verwijderen. c Klik op Delete om de printer uit het systeem te verwijderen. d Voer de opdracht ". /install –d" uit om de installatie van het volledige pakket ongedaan te maken. e Voer de opdracht ". /install –c" uit om de resultaten van de deïnstallatie te controleren. Gebruik de opdracht ". /install" om de binaire gegevens opnieuw te installeren. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 23 De printer instellen Voer "installprinter" uit vanaf de opdrachtregel om de printer toe te voegen aan uw UNIX-systeem. Hiermee wordt het venster van de wizard Printer toevoegen geopend. Stel in dit venster de printer op de volgende manier in: 1 2 3 Typ de naam van de printer. 4 Geef in het veld Description een beschrijving van de printer op. Dit is optioneel. 5 Geef in het veld Location een beschrijving van de printer op. 6 Typ het IP-adres of de DNS-naam van de printer in het tekstvak Device voor netwerkprinters. Op IBM AIX met jetdirect kunt u alleen Queue type invoeren. U kunt geen numeriek IP-adres invoeren. Selecteer het juiste printermodel uit de lijst van modellen. Voer een beschrijving in voor het type van uw printer in het veld Type. Dit is optioneel. Installeren van een stuurprogramma over het netwerk 7 Queue type toont de verbinding als lpd of jetdirect in de overeenkomstige keuzelijst. Op Sun Solaris OS is bovendien een usb type beschikbaar. 8 9 Selecteer Copies om het aantal exemplaren in te stellen. Schakel de optie Collate in om exemplaren gesorteerd af te drukken. Schakel de optie Reverse Order in om exemplaren in 10 omgekeerde volgorde af te drukken. Schakel de optie Make Default in om deze printer in te 11 stellen als standaardprinter. 12 Klik op OK om de printer toe te voegen. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 24 IPv6-configuratie 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken IPv6 wordt alleen juist ondersteund in Windows Vista of latere versies. Als het IPv6-netwerk niet lijkt te werken, zet u alle netwerkinstellingen terug naar de fabrieksinstellingen en probeert u het opnieuw met behulp van Instel. wissen (zie "Netwerk" op pagina 40). 5 Klik op Een printer toevoegen in het linkerdeelvenster van Printers en faxapparaten. 6 Kies Een lokale printer toevoegen op het venster Printer toevoegen. 7 Het venster Wizard Printer toevoegen wordt geopend. Volg de instructies in het venster. Als het apparaat niet in een netwerkomgeving wordt gebruikt, activeert u IPv6. Raadpleeg de volgende sectie. Volg in een IPv6-netwerkomgeving de volgende procedure om het IPv6-adres te gebruiken. 10 1 2 3 4 Sluit het apparaat op het netwerk aan met een netwerkkabel. Schakel het apparaat in. Druk een netwerkconfiguratierappor af om de IPv6adressen te controleren (zie "Een netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 13). Selecteer Start > Configuratiescherm > Printers en faxapparaten. 25  1 2 3 4 5  IPv6 activeren Druk op de knop (Menu) op het bedieningspaneel. Druk op Netwerk > TCP/IP (IPv6) > IPv6 activeren. Selecteer Aan en druk op OK. Zet het apparaat uit en weer aan. Installeer het printerstuurprogramma opnieuw. IPv6-configuratie 11   IPv6-adressen instellen 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 3 Het apparaat ondersteunt de volgende IPv6-adressen voor het afdrukken vanaf het netwerk en voor netwerkbeheer. • Link-local Address: zelfgeconfigureerde lokale IPv6adressen (adres begint met FE80). • Stateless Address: automatisch door een netwerkrouter geconfigureerd IPv6-adres. • Stateful Address: Door een DHCPv6-server geconfigureerd IPv6-adres. • Manual Address: Door de gebruiker handmatig geconfigureerd IPv6-adres. DHCPv6-adresconfiguratie (Stateful) Als uw netwerk gebruikmaakt van een DHCPv6-server kunt u een van de volgende opties instellen voor standaard dynamische host-configuratie. 1 2 Druk op de knop (Menu) op het bedieningspaneel. Klik op Netwerk > OK > TCP/IP (IPv6) > OK > DHCPv6 config. 26 Druk op de toets OK om de gewenste waarde te selecteren. • DHCPv6 Addr: gebruik DHCPv6 altijd, ook als de router er niet om vraagt. • DHCPv6 uit: gebruik DHCPv6 nooit, ook niet als een router erom vraagt. • Router: Gebruik DHCPv6 alleen als een router erom vraagt. Handmatige adresconfiguratie 1 Start een webbrowser zoals Internet Explorer die IPv6adressering als URL ondersteunt. 2 Wanneer het venster SyncThru™ Web Service wordt geopend, plaatst u de muisaanwijzer op Settings bovenaan in de menublak en klikt u op Network Settings. 3 4 Klik op TCP/IPv6 in het linkerdeelvenster van de website. Schakel het selectievakje voor Manual Address in. Vervolgens wordt het tekstvak Address/Prefix geactiveerd. IPv6-configuratie 5 Voer de rest van het adres in (bijv. 3FFE:10:88:194::AAAA. "A" is de hexadecimaal 0 tot 9, A tot F). 6 Klik op de knop Apply. 12   SyncThru™ Web Service gebruiken 1 Start een webbrowser zoals Internet Explorer die IPv6adressering als URL ondersteunt. 2 Selecteer een van de IPv6-adressen (Link-local Address, Stateless Address, Stateful Address, Manual Address) uit het netwerkconfiguratierapport (zie "Een netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 13). 3 Voer de IPv6-adressen in (bijv. http:// [FE80::215:99FF:FE66:7701]). De adressen moeten tussen vierkante haakjes ("[ ]")worden geplaatst. 2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken 27 3. Menu´s met nuttige instellingen In dit hoofdstuk leest u hoe u de huidige status van het apparaat controleert en hoe u geavanceerde apparaatinstellingen instelt. • Voordat u een hoofdstuk gaat lezen 29 • Informatie 30 • Lay-out 31 • Papier 33 • Grafisch 34 • Systeeminstallatie 35 • Emulatie 39 • Netwerk 40 • Beheerinstellingen 41 Voordat u een hoofdstuk gaat lezen 3. Menu´s met nuttige instellingen 29 In dit hoofdstuk worden alle beschikbare functies voor dit model beschreven om gebruikers te helpen deze functies te begrijpen. U kunt controleren welke functies beschikbaar zijn voor ieder model in de Basishandleiding. Hier volgen een aantal tips voor het gebruiken van dit hoofdstuk • Het bedieningspaneel biedt toegang tot verschillende menu’s voor de instelling van het apparaat en het gebruik van de functies van het apparaat. Druk op (Menu) om toegang te krijgen tot deze menu’s. • Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat. • Deze functie is niet van toepassing op modellen zonder • Afhankelijk van het model kunnen sommige menu-onderdelen op uw apparaat een andere naam hebben. (Menu) op het configuratiescherm. Informatie 3. Menu´s met nuttige instellingen Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat. Item Omschrijving Menuoverzicht Drukt het menuoverzicht met de lay-out en de huidige instellingen van dit apparaat af. Configuratie Drukt een overzicht van de globale instellingen van het apparaat af. Info verb.art. Demopagina Drukt een pagina met gegevens over verbruiksartikelen af. Druk de demopagina af om te controleren of uw apparaat goed werkt. PCL-lettertype (PCL-lettert.) De lijst met PCL-lettertypen afdrukken. PS-lettertype (Lijst met PSlettert.) De lijst met PS-lettertypen afdrukken. EPSON-lettert. (Lijst met EPSON-lettert.) De lijst met EPSON-lettertypen afdrukken. Item 30 Omschrijving KSC5843letteryp. De lijst met KS-lettertypen afdrukken. KSC5895lettertyp. De lijst met KS5895-lettertypen afdrukken. KSSM-lettert. De lijst met KSSM-lettertypen afdrukken. Opgeslagen taken Drukt de momenteel in het geheugen of op een harde schijf (HDD) opgeslagen afdruktaken af. Gebruiksteller Drukt een verbruikspagina af. De pagina met informatie over het verbruik bevat het totaal aantal afgedrukte pagina’s. Taak voltooid Drukt de lijst met voltooide afdruktaken af. Account Deze functie is alleen beschikbaar als Job Accounting is ingeschakeld in het programma SyncThru™ Web Admin Service. Voor elke gebruiker kunt u een rapport met aantal afdrukken printen. Lay-out 3. Menu´s met nuttige instellingen Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat. Item Omschrijving Stelt de papiermarges in de laden in. Lade X • Enkelzijdig: Stelt de marge voor enkelzijdig afdrukken in. • Dubbelzijdig: Stelt de marges voor dubbelzijdig afdrukken in. Item Afdrukstand Omschrijving Selecteert de richting waarin informatie wordt afgedrukt op een pagina. Emulatiemarge Stelt de papiermarge voor de emulatie(Emulatiemarge) afdrukpagina in. Als u op beide zijden van het papier wilt afdrukken kiest u de bindrand. • Marge enkelz.: Stelt de marge voor enkelzijdig afdrukken in. • Uit: Hiermee schakelt u deze optie uit. • Dubbelzijdig: Stelt de marge voor dubbelzijdig afdrukken in. Algemene marge • Binding: Bij het afdrukken op beide zijden van het papier is de marge op kant A het dichtst bij de bindrand evengroot als de smalste marge op zijde B. De marges aan de andere kant van de bindrind zijn in beide gevallen ook hetzelfde. Stelt de papiermarge in de multifunctionele lade in. MP-lade • Enkelzijdig: Stelt de marge voor enkelzijdig afdrukken in. • Dubbelzijdig: Stelt de marges voor dubbelzijdig afdrukken in. • Lange zijde: Deze bindrand is de conventionele lay-out voor boekbinden. Duplex • Korte zijde: Deze bindrand is de conventionele lay-out voor kalenders. 31 Lay-out Item Nietpositie bij afdrukstand Liggend 3. Menu´s met nuttige instellingen Omschrijving Stelt de plaats van de nietjes in. 32 Papier 3. Menu´s met nuttige instellingen Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat. Item Exemplaren MF-lade / [Lade <x>] Papierinvoer Ladekoppeling (Aut. Ladekeuze) Omschrijving Hiermee kunt u het aantal kopieën selecteren. • Papierformaat: Selecteert het standaard papierformaat. • Type papier: Selecteert het type papier dat zich momenteel in de lade bevindt. Stelt in uit welke lade papier gebruikt moet worden. Als u onder Auto een andere waarde dan Papierinvoer kiest en de geselecteerde lade is leeg, kunt u instellen dat het apparaat automatisch vanuit een andere lade afdrukt. Als u bij Papierinvoer de optie Auto kies, zal deze melding niet getoond worden. Item Lade bevestigen 33 Omschrijving Activeert de melding ter bevestiging van de lade. Als u een lade opent en sluit, wordt een venster geopend met de vraag om het papierformaat en -type van de zojuist geopende lade in te stellen. Grafisch 3. Menu´s met nuttige instellingen Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat. Item Omschrijving Resolutie Specificeert het aantal afgedrukte punten per inch (dpi - dots per inch). Hoe hoger de instelling, hoe scherper de tekens en afbeeldingen worden afgedrukt. Tkst dnk. mk. (Tkst. lcht. mk.) Drukt de tekst donkerder af dan op een normaal document. Tonersterkte Maakt de afdrukk op de pagina helderder of donkerder. De instelling Normaal levert doorgaans het beste resultaat. Gebruik de instelling Licht om toner te besparen. 34 Systeeminstallatie Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat. Item Omschrijving Datum en tijd Stelt de datum en tijd in. Klokmodus Stelt de indeling voor het weergeven van de tijd in, 12-uur of 24-uur. 3. Menu´s met nuttige instellingen Item • Double form: hiermee wordt het voorblad afgedrukt met het eerste formulier, en de achterpagina met het tweede formulier. Form. select. Formulier-overlay zijn afbeeldingen die op de harde schijf van de printer zijn opgeslagen in een speciale bestandsindeling en die in een willekeurig document in lagen kunnen worden afgedrukt. Taal Stelt de taal van de tekst op het display in. Omschrijving Standaardpapie Hiermee kunt u het standaard papierformaat rformaat selecteren. Energ.spaarst. Stel in na welke wachttijd de printer overschakelt naar de energiebesparende modus. Wanneer het apparaat gedurende langere tijd geen gegevens ontvangt wordt het energiegebruik automatisch verlaagd. U kunt instellen in welke situaties de printer moet ontwaken uit sluimerstand. Zet het onderdeel aan. • Uit: hiermee kunt u afdrukken in modus Normaal. • Enkel form: Hiermee worden alle pagina’s afgedrukt met het eerste formulier. Menu Formulier 35 Ontw.gebeurt. • Druk op knop: Als u op een willekeurige knop drukt, uitgezonderd de aan/uitknop, wordt het apparaat wakker uit sluimerstand. • Printer: Als u de papierlade opent of sluit, ontwaakt het apparaat uit de sluimerstand. Systeeminstallatie Item Omschrijving Bepaalt of de printer door moet gaan met afdrukken als waargenomen wordt dat het gebruikte papier niet overeenkomt met de instellingen. Aut. doorgaan • Uit: Als het type of formaat papier niet overeenkomt, wacht het apparaat tot u de juiste papiersoort invoert. • Aan: Als er een papierstoring optreedt, wordt er een foutbericht getoond. De printer zal ongeveer 30 seconden wachten, het bericht automatisch wissen en doorgaan met afdrukken. Verv. papier Hiermee wordt het ingestelde papierformaat in het printerstuurprogramma automatisch vervangen om inconsistenties tussen A4- en Letter-papier te voorkomen. Als u bijvoorbeeld A4-papier in de lade hebt geplaatst, maar u het papierformaat in het printerstuurprogramma op Letter hebt ingesteld, zal het apparaat afdrukken op A4papier en omgekeerd. 3. Menu´s met nuttige instellingen Item 36 Omschrijving Verk. pap.frm. Hiermee wordt bepaald of de foutmelding Verkeerd papier wordt genegeerd of niet. Wanneer u Uit selecteert, stopt het apparaat niet met afdrukken, zelfs niet wanneer het papier verkeerd is. Luchtdrukcorr. Afdrukkwaliteit optimaliseren naargelang de hoogte boven zeeniveau. Auto CR Met deze optie kunt u een harde return plaatsen aan het einde van een regel, zeer handig voor Unix- of DOS-gebruikers. Time-out taak Als er gedurende een bepaalde periode geen gegevens worden ontvangen, wordt een taak afgesloten. U kunt instellen hoe lang het apparaat moet wachten voordat de taak wordt afgesloten. Meerdere vakken • Modus: Selecteert de te gebruiken modus met meerdere vakken. • Standaardlade: Selecteert de te gebruiken lade als standaardlade. Systeeminstallatie Item Omschrijving Item 37 Omschrijving Inst. import. Importeert gegevens opgeslagen op een USB-geheugenstick naar het apparaat. • Fuser reinig.: Reinigt de fixeereenheid door middel van het afdrukken van een vel. Inst. export. Exporteert de op het apparaat opgeslagen instellingen naar een geheugenstick. • Toner Op wis.: Deze optie verschijnt alleen als de tonercassette leeg is. Als u deze modus activeert, gaat uw tonercassette langer mee en zijn de kosten Tonerbesparing per pagina lager dan wanneer u in de normale modus afdrukt. Dit gaat echter wel ten koste van de afdrukkwaliteit. • Drum reinigen: Reinigt de OPC-drum van de cassette door middel van het afdrukken van een vel. • Info verb.art.: Via dit menu-item kunt u zien hoeveel afdrukken er zijn gemaakt en hoeveel toner er nog in de cassette zit. Onderhoud 3. Menu´s met nuttige instellingen • Ws tr bijna op: Als er geen toner meer in de tonercassette zit, verschijnt een bericht waarin de gebruiker wordt gevraagd om de tonercassette te vervangen. U kunt de weergave van dit bericht in- en uitschakelen. • Papier stapel.: Als u het apparaat in een vochtige omgeving gebruikt of afdrukmaterialen gebruikt die vochtig zijn als gevolg van een hoge luchtvochtigheid, kunnen de afgedrukte vellen krullen vertonen en worden ze mogelijk niet goed gestapeld. In dit geval kunt u het apparaat instellen om de functie te gebruiken waarmee de afdrukken goed gestapeld worden. Deze functie zal de afdruksnelheid echter verlagen. Stille modus Met dit menu kan de hoeveelheid lawaai tijdens het afdrukken verminderd worden. De snelheid en de kwaliteit van de afdruk kan echter lager worden. Systeeminstallatie Item Omschrijving Met deze optie kunt u hulpbronnen besparen en milieuvriendelijke afdrukken maken. • Standaardmodus: Selecteert of de Ecomodus in- of uitgeschakeld wordt. Eco-inst. Geforc.: Schakelt de Eco-modus in en beveiligt de instelling met een wachtwoord. Als een gebruiker de Eco-modus wil wijzigen, moet deze het wachtwoord invoeren. • Sjabloon wijzigen: Kiest het ingetelde eco-sjabloon via de SyncThru™ Web Service. Instel. wissen Herstelt de standaardinstellingen vanuit de fabriek. 3. Menu´s met nuttige instellingen 38 Emulatie 3. Menu´s met nuttige instellingen Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat. Item Omschrijving Type emulatie De apparaattaal definieert hoe de computer met het apparaat communiceert. Instellingen Stelt de gedetailleerde instelllingen voor het geselecteerde emulatietype in. 39 Netwerk 3. Menu´s met nuttige instellingen Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat. Optie Omschrijving Selecteer het passende protocol en de configuratieparameters voor gebruik in de netwerkomgeving. TCP/IP (IPv4) Er moeten heel wat parameters ingesteld worden. Als u niet zeker bent, laat u ze ongemoeid of raadpleeg u de netwerkbeheerder. TCP/IP (IPv6) Selecteer deze optie om gebruik te maken van een IPv6-netwerkomgeving (zie "IPv6configuratie" op pagina 25). Ethernet-snel. Hiermee kunt u de transmissiesnelheid van het netwerk configureren. 802.1x U kunt de gebruikersverificatie voor netwerkcommunicatie instellen. Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor details. Optie 40 Omschrijving Instel. wissen Hiermee zet u de standaard netwerkinstellingen terug. Netwerkconf. (Netwerkconfig uratie) Deze lijst toont informatie over de netwerkverbinding en -configuratie van uw apparaat. Net. activeren U kunt instellen of u Ethernet aan of uit wilt zetten. Http activeren U kunt selecteren of u al dan niet gebruik wilt maken van de functie SyncThru™ Web Service. Beheerinstellingen Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat. Item Wacht bescherming Wachtw. wijzigen 3. Menu´s met nuttige instellingen Item Wijzigt het wachtwoord voor toegang tot de Beheerinstellingen van het apparaat. Omschrijving • Fixeereenheid reinigen: Reinigt de fixeereenheid door middel van het afdrukken van een vel. Het afgedrukte vel bevat tonerresten. • Toner Op wissen: Voorkomt dat het bericht Ws tr bijna op op het display wordt weergegeven. Omschrijving Stelt het wachtwoord in voor toegang tot het menu Beheerinstellingen. Kies Aan om gebruik te maken van deze optie en om het wachtwoord in te voeren. 41 • Info verb.art.: Via dit menu-item kunt u zien hoeveel afdrukken er zijn gemaakt en hoeveel toner er nog in de cassette zit. Onderhoud • Ws tr bijna op: Als er geen toner meer in de tonercassette zit, verschijnt een bericht waarin de gebruiker wordt gevraagd om de tonercassette te vervangen. U kunt de weergave van dit bericht in- en uitschakelen. • Ramschijf: Schakelt de Ramschijf in of uit voor het beheren van afdruktaken. Afhankelijk van de grootte van het geïnstalleerde optionele geheugen, kunt u de grootte van de Ramschijf instellen tussen 32 en 64 MB. Deze optie verschijnt niet als u een harde schijf geïnstalleerd heeft. 4. Speciale functies In dit hoofdstuk worden speciale afdrukfuncties verklaard. • Aanpassing aan luchtdruk of hoogte 43 • De lettertype-instelling wijzigen 44 • De standaardafdrukinstellingen wijzigen 45 • Uw apparaat instellen als standaardprinter 46 • Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken 47 • Afdrukken in Macintosh 55 • Afdrukken in Linux 58 • Afdrukken in Unix 61 † De procedures in dit hoofdstuk zijn voornamelijk gebaseerd op Windows 7. Aanpassing aan luchtdruk of hoogte De afdrukkwaliteit wordt beïnvloed door de atmosferische druk, die wordt bepaald door de hoogte boven zeeniveau waar het apparaat staat. De volgende informatie zal u helpen bij de instelling van uw apparaat voor de beste afdrukkwaliteit. Ga na op welke hoogte u zich bevindt en stel de juiste luchtdruk in. 4,000 m (13,123 ft) 1 3,000 m (9,842 ft) 2 2,000 m (6,561 ft) 3 1,000 m (3,280 ft) 4 0 1 2 3 4 Hoog 3 Hoog 2 Hoog 1 Normaal • Zie "Apparaatinstellingen" op pagina 72 als u Windows gebruikt. • Zie "Gebruiken van Smart Panel (alleen voor Macintosh en Linux)" op pagina 74 als u Macintosh, Linux of UNIX OS gebruikt. 4. Speciale functies 43 • Als uw computer is verbonden met internet, kunt u de hoogte instellen via SyncThru™ Web Service. • U kunt de hoogte ook instellen via de optie Systeeminst. op het display van het apparaat. De lettertype-instelling wijzigen Het apparaat is standaard ingesteld op het lettertype dat in uw regio of land wordt gebruikt. Als u het lettertype wilt wijzigen of een lettertype wilt instellen voor een speciale omgeving (bijvoorbeeld DOS), kunt u de lettertype-instelling wijzigen in het gedeelte Apparaatinstellingen of Emulatie. • Zie "Apparaatinstellingen" op pagina 72 als u Windows gebruikt. • Zie "Gebruiken van Smart Panel (alleen voor Macintosh en Linux)" op pagina 74 als u Macintosh, Linux of UNIX OS gebruikt. • Als uw computer is verbonden met internet is verbonden, kunt u de lettertypen instellen via SyncThru™ Web Service. • U kunt het lettertype ook wijzigen via de optie Emulatie op het display van het apparaat. • Hieronder vindt u de lijst met lettertypen voor de overeenkomstige talen. - Russisch: CP866, ISO 8859/5 Latin Cyrillic - Hebreeuws: Hebrew 15Q, Hebrew-8, Hebrew-7 (alleen voor Israël) - Grieks: ISO 8859/7 Latin Greek, PC-8 Latin/Greek 4. Speciale functies 44 - Arabisch & Farsi: HP Arabic-8, Windows Arabic, Code Page 864, Farsi, ISO 8859/6 Latin Arabic - OCR: OCR-A, OCR-B De standaardafdrukinstellingen wijzigen 1 2 45 Klik op het menu Start van Windows. Als bij het item Voorkeursinstellingen voor afdrukken het teken ► staat, kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde printer selecteren. In Windows Server 2000 selecteert u Instellingen > Printers. • Als u Windows XP/Server 2003 gebruikt, selecteert u Printers en faxapparaten. • Als u Windows Server 2008/Vista gebruikt, selecteert u Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers. • • 3 4 4. Speciale functies In Windows 7 selecteert u Configuratiescherm > Apparaten en Printers. In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm > Hardware > Apparaten en printers. Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat. In Windows XP/Server 2003/Server 2008/Vista kiest u Voorkeursinstellingen voor afdrukken. In Windows 7 en Windows Server 2008 R2 selecteert u Voorkeursinstellingen voor afdrukken in de contextmenu’s. 5 6 Wijzig de instellingen op elk tabblad. Klik op OK. In Voorkeursinstellingen voor afdrukken kunt u de instellingen voor elke afdruktaak wijzigen. Uw apparaat instellen als standaardprinter 1 2 3 4 Klik op het menu Start van Windows. In Windows Server 2000 selecteert u Instellingen > Printers. • Als u Windows XP/Server 2003 gebruikt, selecteert u Printers en faxapparaten. • Als u Windows Server 2008/Vista gebruikt, selecteert u Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers. • In Windows 7 selecteert u Configuratiescherm > Apparaten en Printers. • In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm > Hardware > Apparaten en printers. Selecteer uw apparaat. Klik met uw rechtermuisknop op uw apparaat en selecteer Als standaard instellen. Als bij het item Als standaard instellen voor Windows 7 of Windows Server 2008 R2 het teken ► staat, kunt u andere printerstuurprogramma’s selecteren die met de geselecteerde printer verbonden zijn. 4. Speciale functies 46 Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken XPS-printerstuurprogramma: wordt gebruikt om af te drukken in een XPS-bestandsindeling. 4. Speciale functies 1 Kruis het selectievak Afdrukken naar bestand in het venster Afdrukken aan. 2 3 Klik op Afdrukken. 47 • Het XPS-printerstuurprogramma kan alleen geïnstalleerd worden op Windows Vista OS of een recentere versie. • U kunt het XPS-stuurprogramma installeren wanneer u de software-cd in het cd-rom-station plaatst. • Installeer extra geheugen wanneer een XPS-taak niet wordt afgedrukt omdat de printer onvoldoende geheugen heeft. 1 Afdrukken naar een bestand (PRN) Het kan soms handig zijn om de af te drukken gegevens op te slaan als een bestand. Voer het doelpad en de bestandsnaam in en klik vervolgens op OK. Bijvoorbeeld c:\Temp\bestandsnaam. Als u enkel de bestandsnaam invoert wordt het bestand automatisch opgeslagen in Mijn documenten, Documents and Settings of Gebruikers. De opslagmap kan verschillen, afhankelijk van uw besturingssysteem of het gebruikte programma. Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken 4. Speciale functies 48 2 Speciale afdrukfuncties verklaard U kunt geavanceerde afdrukfuncties gebruiken voor uw printer. Om de printerfuncties van uw printerstuurprogramma te gebruiken, klikt u op Eigenschappen of Voorkeuren in het venster Afdrukken van de toepassing om de afdrukinstellingen te wijzigen. De apparaatnaam die in het printereigenschappenvenster wordt weergegeven is afhankelijk van het gebruikte apparaat. Item Omschrijving Meerdere pagina's per U kunt het aantal pagina’s selecteren dat u op één vel wilt afdrukken. Als u meer dan één pagina per vel afdrukt zijde worden de pagina’s verkleind en in de door u opgegeven volgorde gerangschikt. U kunt op één vel tot 16 pagina’s afdrukken. Poster afdrukken U kunt een document van één enkele pagina op 4 (poster van 2x2), 9 (poster van 3x3) of 16 vellen (poster van 4x4) papier drukken om ze aan elkaar te plakken en er een poster van te maken. Selecteer de waarde Posteroverlap. Geef de Posteroverlap op in millimeters of inches door het keuzerondje bovenaan rechts op het tabblad Basis te selecteren om de vellen gemakkelijker aan elkaar te kunnen plakken. Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken Item 4. Speciale functies 49 Omschrijving Met deze functie kunt u een document op beide zijden van het papier afdrukken en worden de pagina’s zo gerangschikt dat u het afgedrukte papier dubbel kunt vouwen om een boekje te maken. Boekje afdrukken 8 9 Als u een boekje wilt maken, moet u afdrukken op afdrukmateriaal van het formaat Letter, Legal, A4, US Folio of Oficio. De optie Boekje afdrukken is niet beschikbaar voor alle papierformaten. Kies de Formaat-optie onder het tabblad Papier om te kijken welke papierformaten beschikbaar zijn. Als u een onbeschikbaar papierformaat selecteert, wordt deze optie mogelijk automatisch geannuleerd. Selecteer alleen beschikbaar papier (papier waarbij geen of staat). U kunt op beide zijden van een vel papier afdrukken (dubbelzijdig). Voor u afdrukt, moet u de gewenste afdrukstand van het document opgeven. Dubbelzijdig afdrukken • U kunt deze functie gebruiken met papier van het formaat Letter, Legal, A4, US Folio of Oficio. • Als uw printer geen duplexeenheid heeft, moet u de afdruktaak handmatig uitvoeren. De printer drukt eerst elke andere pagina van het document af. Hierna verschijnt er een bericht op uw computer. • De functie Blanco pagina's overslaan werkt niet als u de dubbelzijdige optie heeft ingeschakeld. Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken Item 4. Speciale functies 50 Omschrijving • Standaardinstelling printer: Als u deze optie selecteert, wordt deze functie bepaald door de instelling die u hebt opgegeven op het bedieningspaneel van de printer. Deze optie is alleen beschikbaar bij gebruik van het PCL/XPS-printerstuurprogramma. • Geen: Hiermee schakelt u deze functie uit. • Lange zijde: Deze optie is de conventionele lay-out die bij boekbinden wordt gebruikt. Dubbelzijdig afdrukken (Optie) • Korte zijde: Deze optie is de conventionele lay-out die voor kalenders wordt gebruikt. • Omgekeerd dubbelzijdig afdrukken: Schakel deze optie in om de afdrukvolgorde om te keren bij het dubbelzijdig afdrukken. Papieropties Wijzigt de afmetingen van een document zodat deze kleiner of groter op het vel afgedrukt wordt, door een percentage in te voeren waarmee het document vergroot of verkleind wordt. Watermerk Met de optie Watermerk kunt u tekst afdrukken over een bestaand document, U gebruikt het bijvoorbeeld om in grote grijze letters "CONCEPT" of "VERTROUWELIJK" diagonaal op de eerste pagina of op alle pagina’s afdrukken. Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken Item Watermerk (Een watermerk maken) Watermerk (Een watermerk bewerken) Watermerk (Een watermerk verwijderen) 4. Speciale functies 51 Omschrijving a Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken. b Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Watermerk. Het venster Watermerken bewerken wordt geopend. c Voer een tekst in het vak Tekst watermerk in. U kunt maximaal 256 tekens invoeren. De tekst wordt in het voorbeeldvenster weergegeven. a Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken b Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Watermerk. Het venster Watermerken bewerken wordt geopend. c Selecteer in het vak Huidige watermerken het watermerk dat u wilt bewerken en wijzig de tekst van het watermerk en de opties. d Klik op Wijzigen als u de wijzigingen wilt opslaan. e Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten. a Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken. b Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Watermerk. Het venster Watermerken bewerken wordt geopend. c Selecteer in het vak Huidige watermerken het watermerk dat u wilt verwijderen en klik op de knop Wissen. d Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten. Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken Item 4. Speciale functies 52 Omschrijving Deze optie is alleen beschikbaar bij gebruik van het PCL-stuurprogramma. Overlay Een overlay is tekst en/of een afbeelding die op de harde schijf van de computer is opgeslagen in een speciale bestandsindeling en die in een willekeurig document kan worden afgedrukt. Overlays worden vaak gebruikt in plaats van voorgedrukte formulieren en papier met een briefhoofd. In plaats van een voorgedrukt briefhoofd kunt u een overlay samenstellen die precies dezelfde informatie bevat. Als u een brief met het briefhoofd van uw bedrijf wilt afdrukken, hoeft u geen voorbedrukt briefhoofdpapier in het apparaat te plaatsen. U drukt het briefhoofd gewoon als overlay op uw document af. Als u een paginaoverlay wilt gebruiken, moet u een nieuwe paginaoverlay maken met uw logo of afbeelding. • Het formaat van het overlaydocument moet hetzelfde zijn als dat van de documenten die u met de overlay afdrukt. Maak geen overlay met een watermerk. • De resolutie van het overlaydocument moet dezelfde zijn als die van het document waarop u de overlay wilt afdrukken. a Ga naar de Voorkeursinstellingen voor afdrukken als u het document als een overlay wilt opslaan. b Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Tekst. Het venster Overlay bewerken verschijnt. Overlay c Klik in het venster Overlay bewerken op Maken. d Typ een naam van maximaal acht tekens in het vak Opslaan als in het venster Bestandsnaam. Selecteer (Een nieuwe indien nodig de map waarin u het overlaybestand wilt opslaan. Standaard is dit de map C:\Formover. paginaoverlay maken) e Klik op Opslaan. De naam verschijnt in Overzicht overlays. f Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten. Het bestand wordt niet afgedrukt. Het wordt opgeslagen op de harde schijf van uw computer. Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken Item Overlay (Een paginaoverlay gebruiken) Overlay (Een paginaoverlay verwijderen) 4. Speciale functies 53 Omschrijving a Klik op het tabblad Geavanceerd. b Selecteer de gewenste overlay in de vervolgkeuzelijst Tekst. c Als het overlaybestand dat u zoekt niet in de vervolgkeuzelijst Tekst voorkomt, selecteert u Bewerken... in de lijst en klikt u op Laden. Selecteer het overlaybestand dat u wilt gebruiken. Als u het gewenste overlaybestand op een externe bron hebt opgeslagen, kunt u het bestand ook laden vanuit het venster Openen. Klik op Openen als u het bestand hebt geladen. Het bestand verschijnt in het vak Overzicht overlays en kan worden afgedrukt. Selecteer de overlay in de vervolgkeuzelijst Overzicht overlays. d Schakel indien nodig het selectievakje Overlay bevestigen voor afdrukken in. Als dit selectievakje is ingeschakeld, verschijnt telkens als u een document naar de printer verzendt een berichtvenster waarin u gevraagd wordt om te bevestigen of u een overlay op uw document wilt afdrukken. Als dit selectievakje niet is ingeschakeld en er een overlay is geselecteerd, wordt de overlay automatisch op uw document afgedrukt. e Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten. a b c d e f Klik in het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken op het tabblad Geavanceerd. Selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Tekst. Selecteer in het vak Overzicht overlays de overlay die u wilt verwijderen. Klik op Wissen. Als er een venster verschijnt waarin u om bevestiging wordt gevraagd, klikt u op Ja. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten. Paginaoverlays die u niet meer gebruikt, kunt u verwijderen. Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken Item 4. Speciale functies 54 Omschrijving • Deze functie is alleen beschikbaar als u de optionele harde schijf hebt geïnstalleerd of de Ramschijf hebt ingesteld. Om de Ramschijf in te stellen moet u deze inschakelen via SyncThru™ Web Service > Settings > Machine Settings > Ram Disk. • Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat. Afdrukmodus • Afdrukmodus: De standaard Afdrukmodus is Normaal, en is bedoeld om af te drukken zonder het afdrukbestand op te slaan in het geheugen. - Normaal: in deze modus wordt uw document afgedrukt zonder het op te slaan in het optioneel geheugen. - Proefafdruk: deze modus is handig als u meer dan een exemplaar wilt afdrukken. U kunt eerst een exemplaar afdrukken om te controleren en daarna de andere exemplaren afdrukken. - Vertrouwelijk: deze modus wordt gebruikt voor het afdrukken van vertrouwelijke documenten. U moet een wachtwoord invoeren om af te drukken. - Opslaan: selecteer deze instelling om een document op de harde schijf op te slaan zonder het af te drukken. - Opslaan en afdrukken: Deze modus wordt gebruikt wanneer een document tegelijkertijd wordt opgeslagen en afgedrukt. - Wachtrij: deze optie is handig om een grote hoeveelheid gegevens te verwerken. Als u deze instelling selecteert, wordt het document op de harde schijf in een afdrukwachtrij geplaatst en vervolgens van daaruit afgedrukt. Op die manier wordt de belasting van de computer lager. - Afdrukschema: selecteer deze instelling om het document op een opgegeven tijdstip af te drukken. • Gebruikersnaam: deze optie wordt gebruikt als u een opgeslagen bestand wilt vinden via het bedieningspaneel. • Taaknaam: deze optie wordt gebruikt als u een opgeslagen bestand wilt vinden via het bedieningspaneel. Afdrukken in Macintosh 4. Speciale functies Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund. 55 5 Kies het aantal exemplaren en geef aan welke pagina’s u wilt afdrukken. 6 Klik op Druk af. 4 3 Printerinstellingen wijzigen Een document afdrukken Als u afdrukt met een Macintosh-computer moet u in elke toepassing die u gebruikt de instellingen van het printerstuurprogramma controleren. Volg de onderstaande stappen om af te drukken vanaf een Macintosh-computer: 1 2 3 4 Open het af te drukken document. Open het menu Bestand en klik op Pagina-instelling (Documentinstellingen in enkele toepassingen). Selecteer papierformaat, -oriëntatie, -schaal en andere opties, en zorg ervoor dat uw apparaat is geselecteerd. Klik op OK. Open het menu Bestand en klik op Druk af. U kunt geavanceerde afdrukfuncties gebruiken voor uw printer. Open een toepassing en selecteer Druk af in het menu Bestand. De printernaam die in het printereigenschappenvenster wordt weergegeven is afhankelijk van de gebruikte printer. Het printereigenschappenvenster is afgezien van de naam vergelijkbaar met het onderstaande venster. 5 Afdrukken meerdere pagina's op één blad U kunt meer dan één pagina afdrukken op één vel papier. Dit is een goedkope manier om conceptpagina's af te drukken. Afdrukken in Macintosh 1 Open een toepassing en selecteer Druk af uit het menu Bestand. 2 Selecteer Lay-out in de vervolgkeuzelijst Afdrukstand. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Pagina's per vel het aantal pagina's dat u op één vel papier wilt afdrukken. 3 4 Kies de andere te gebruiken opties. Klik op Druk af. Het apparaat drukt het gekozen aantal pagina's op één vel papier af. 6 Dubbelzijdig afdrukken Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund. 4. Speciale functies 56 Voordat u dubbelzijdig afdrukt, moet u aangeven langs welke rand u de pagina's wilt inbinden. De bindopties zijn: • Lange kant binden: dit is de klassieke opmaak die bij het boekbinden wordt gebruikt. • Korte kant binden: deze optie wordt vaak gebruikt voor kalenders. 1 Selecteer Druk af in het menu Bestand van uw Macintosh-toepassing. 2 3 4 5 Selecteer Lay-out in de vervolgkeuzelijst Afdrukstand. Selecteer een bindrichting in de optie Dubblezijdig. Kies de andere te gebruiken opties. Als u op Druk af klikt, drukt de printer op beide zijden van het papier af. Als u meer dan 2 kopieën afdrukt, kunnen de eerste en de tweede kopie op hetzelfde vel papier worden afgedrukt. Vermijd op beide zijden van het papier af te drukken als u meer dan 1 kopie afdrukt. Afdrukken in Macintosh 7 Help gebruiken Klik op het vraagteken in de linkeronderhoek van het venster en klik op het onderwerp waarover u meer wilt weten. Er verschijnt een pop-upvenster met informatie over de functie van die optie waarover het stuurprogramma beschikt. 4. Speciale functies 57 Afdrukken in Linux 4. Speciale functies • Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund. 58 General: Wijzigt het papierformaat, papiertype en de afdrukstand van de documenten. Hiermee kunt u de functie dubbelzijdig afdrukken inschakelen, start- en eindvaandels toevoegen en het aantal pagina’s per vel wijzigen. 8 Afhankelijk van het model is automatisch/handmatig dubbelzijdig afdrukken mogelijk niet beschikbaar. Als alternatief kunt u het lpr-afdruksysteem of andere programma's gebruiken voor het afdrukken van even en oneven pagina's. Afdrukken vanuit een toepassing Vanuit een groot aantal Linux-toepassingen kunt u afdrukken met Common UNIX Printing System (CUPS). U kunt vanuit al deze toepassingen met uw printer afdrukken. 1 2 3 4 • Text: Stelt de paginamarges en tekstopties, zoals regelafstand en kolommen in. • Graphics: Op dit tabblad kunt u afbeeldingsopties instellen voor het afdrukken van afbeeldingsbestanden, zoals kleuropties en grootte of positie van de afbeelding. • Advanced: Afdrukresolutie, papierbron en bestemming instellen. Open een toepassing en selecteer Print in het menu File. Selecteer rechtstreeks Print via lpr. Selecteer uw model uit de lijst met printers in het venster LPR GUI en klik op Properties. Wijzig de eigenschappen van de afdruktaak met behulp van de volgende vier tabbladen die bovenaan in het venster worden weergegeven. 5 Klik op Apply om de wijzigingen toe te passen en sluit het venster Properties. Afdrukken in Linux 4. Speciale functies 59 6 Klik op OK in het venster LPR GUI om met afdrukken te beginnen. 2 In het venster LPR GUI selecteert u uw apparaat uit de lijst en wijzigt u de eigenschappen van de afdruktaak. 7 Het venster Printing verschijnt. Hierin kunt u de status van de afdruktaak controleren. 3 Klik op OK om met afdrukken te beginnen. Klik op Cancel als u de huidige afdruktaak wilt annuleren. 10 Printereigenschappen configureren 9 Bestanden afdrukken U kunt een groot aantal bestandstypen afdrukken op dit apparaat door de standaard-CUPS-methode direct vanaf de opdrachtregel toe te passen. Met het CUPS-lpr-hulpgramma kunt u dat doen, maar het programma uit het besturingsbestand vervang het standaard lpr-hulpprogramma door een veel gebruiksvriendelijker LPR GUI-programma. Zo drukt u elk bestand af: 1 Typ lpr <bestandsnaam> op de commandoregel van de Linux-shell en druk op Enter. Het venster LPR GUI wordt geopend. Wanneer u enkel lpr typt en op Enter drukt, verschijnt eerst het venster Select file(s) to print. Selecteer de bestanden die u wilt afdrukken en klik op Open. In Printer Properties dat u kunt openen in het venster Printers configuration kunt u de verschillende eigenschappen van uw printer wijzigen. 1 2 Open Unified Driver Configurator. Schakel indien nodig over naar Printers configuration. Selecteer uw apparaat in de lijst met beschikbare printers en klik op Properties. Afdrukken in Linux 3 Het venster Printer Properties wordt geopend. Dit venster bestaat uit de volgende vijf tabbladen: • General: locatie en naam van de printer wijzigen. De naam die u op dit tabblad invoert, wordt weergegeven in de printerlijst in Printers configuration. • Connection: een andere poort bekijken of selecteren. Als u de poort van het apparaat van USB wijzigt in parallel of omgekeerd terwijl de printer in gebruik is, moet u de poort van het apparaat op dit tabblad opnieuw configureren. • Driver: Hiermee kunt u een ander printerstuurprogramma bekijken of selecteren. Klik op Options als u de standaardopties van het apparaat wilt instellen. • Jobs: de lijst met afdruktaken weergeven. Klik op Cancel job om de geselecteerde taak te annuleren. Schakel het selectievakje Show completed jobs in om een lijst met vorige afdruktaken weer te geven. • Classes: Hier ziet u de klasse waartoe uw apparaat behoort. Klik op Add to Class om uw apparaat toe te voegen aan een bepaalde klasse of klik op Remove from Class als u het apparaat wilt verwijderen uit een geselecteerde klasse. 4. Speciale functies 4 60 Klik op OK om de wijzigingen toe te passen en sluit het venster Printer Properties. Afdrukken in Unix 4. Speciale functies Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund. 61 Druk op Properties om gebruik te maken van de printerfuncties die uw printerstuurprogramma biedt (zie "Printerinstellingen wijzigen" op pagina 55). 5 11 Doorgaan met de afdruktaak Druk op OK om te beginnen met de afdruktaak. 12 Printerinstellingen wijzigen Kies na de installatie van de printer een afbeelding, tekst, PS- of HPGL-bestand om af te drukken. 1 Voer de opdracht "printui <file_name_to_print>" uit. U wilt bijvoorbeeld "document1" afdrukken. printui document1 Hiermee wordt Print Job Manager van het UNIXprinterstuurprogramma geopend waarin de gebruiker verschillende afdrukopties kan instellen. Het UNIX-printerstuurprogramma Print Job Manager waarin de gebruiker verschillende afdrukopties kan selecteren in printer Properties. De volgende sneltoetsen kunnen worden gebruikt: "H" voor Help, "O" voor OK, "A" voor Apply en "C" voor Cancel. Het tabblad General • Paper Size: Hiermee kunt u naar eigen keuze het papierformaat instellen op A4, Letter of andere papierformaten. 2 3 Selecteer een printer die reeds is toegevoegd. Selecteer de afdrukopties uit het venster, zoals Page Selection. • Paper Type: hiermee kiest u het type papier. Beschikbare opties uit de keuzelijst zijn: Printer Default, Plain en Thick. 4 Selecteer in Number of Copies hoeveel exemplaren u nodig hebt. • Paper Source: Kiest uit welke lade het papier gehaald moet worden. De standaardinstelling is Auto Selection. Afdrukken in Unix 4. Speciale functies • Orientation: hiermee selecteert u de richting waarin informatie wordt afgedrukt op een pagina. Het tabblad HPGL/2 • Duplex: hiermee worden beide zijden van het papier bedrukt om papier te besparen. • Use only black pen: Hiermee worden alle grafische elementen in zwart/wit afgedrukt. • Fit plot to page: Hiermee wordt de volledige afbeelding aangepast zodat ze op een enkele pagina past. • Pen Width: Hiermee kunt u de waarde voor de pendikte wijzigen. De standaardwaarde is 1.000. Afhankelijk van het model is automatisch/handmatig dubbelzijdig afdrukken mogelijk niet beschikbaar. Als alternatief kunt u het lpr-afdruksysteem of andere programma's gebruiken voor het afdrukken van even en oneven pagina's. • Multiple pages: Hiermee worden meerdere pagina’s afgedrukt op één vel papier. • Page Border: Hiermee kunt een van de randstijlen kiezen (bv.: Single-line hairline, Double-line hairline). 62 Het tabblad Margins • Use Margins: Hiermee stelt u de marges van het document in. De marges zijn standaard uitgeschakeld. De gebruiker kan de marges instellen door de waarde in de respectieve velden aan te passen. Standaard worden deze waarden bepaald door het geselecteerde papierformaat. Het tabblad Image • Unit: Hiermee kunt u de eenheden wijzigen in points, inches of centimeters. Op dit tabblad kunt u de helderheid, resolutie of de positie van een afbeelding op uw document wijzigen. Het tabblad Printer-Specific Settings Het tabblad Text Stel de tekenafstand, regelafstand of de kolommen op de afdruk in. Selecteer verschillende opties in de JCL en General frames om verschillende instellingen aan te passen. Deze opties zijn specifiek voor de printer en afhankelijk van het PPD-bestand. 5. Onderhoud Dit hoofdstuk introduceert beheerprogramma’s waarmee u de mogelijkheden van uw apparaat maximaal kunt benutten. Er wordt ook informatie gegeven over het onderhoud van de tonercassette. • De tonercassette bewaren 64 • Tips voor het verplaatsen en opbergen van uw apparaat 66 • Nuttige beheerprogramma´s 67 De tonercassette bewaren 5. Onderhoud Tonercassettes bevatten componenten die gevoelig zijn voor licht, temperatuur en vochtigheid. Samsung raadt u aan deze aanbevelingen te volgen met het oog op optimale prestaties, de hoogste kwaliteit en de langste gebruiksduur van uw nieuwe Samsung-tonercassette. Bewaar deze cassette op de plaats waar de printer wordt gebruikt; idealiter in een omgeving met gecontroleerde temperatuur en vochtigheid. Haal de tonercassette pas uit haar originele, ongeopende verpakking op het moment dat u de cassette gaat installeren. Als de originele verpakking ontbreekt, moet u de bovenste opening van de cassette bedekken met papier en moet u de cassette in een donkere kast bewaren. 64 - in een omgeving met een luchtvochtigheid lager dan 20% of hoger dan 80%. - in een omgeving met extreme temperatuur- of vochtigheidsschommelingen. - in direct zon- of kunstlicht. - op stoffige plaatsen. - in een auto gedurende een lange periode. - in een omgeving met corrosieve gassen. - in een omgeving met zilte lucht. 1 Door de verpakking van de cassette te openen voor u de cassette in gebruik neemt, zal de levensduur en bewaartijd van de cassette aanzienlijk verkorten. Plaats ze niet op de vloer. Volg de onderstaande procedures om een tonercassette die u uit de printer hebt verwijderd te bewaren. Behandelingsrichtlijnen • Raak het oppervlak van de fotogeleidende drum in de cassette niet aan. • Bewaar de cassette in de beschermhoes van de originele verpakking. • Stel de cassette niet nodeloos bloot aan schokken of trillingen. • Bewaar de tonercassette liggend (niet staand) met dezelfde kant boven als bij de installatie. • Roteer de drum niet handmatig, vooral in de tegengestelde richting. Dit kan interne schade en een tonerlek veroorzaken. • Bewaar geen verbruiksartikelen onder de volgende omstandigheden: - bij temperaturen boven 40 °C. De tonercassette bewaren 2 Gebruik tonercassette Samsung Electronics raadt het gebruik van tonercassettes van andere merken dan Samsung af, met inbegrip van generische, hervulde of gerecycleerde tonercassettes of tonercassettes van witte producten. De printergarantie van Samsung dekt geen schade aan het apparaat die ontstaan is door het gebruik van een bijgevulde cassette, gerecyclede cassette of een tonercassette van een ander merk dan Samsung. 3 Geschatte levensduur van cassette De geschatte levensduur van een cassette is afhankelijk van de hoeveelheid toner die afdruktaken vereisen. Het werkelijk aantal pagina’s kan variëren afhankelijk van de afdrukdichtheid van de pagina’s waarop u afdrukt, het besturingssysteem, de tijd tussen de afdruktaken, het type media en het mediaformaat. Als u bijvoorbeeld veel afbeeldingen afdrukt, wordt er meer toner verbruikt en moet de cassette waarschijnlijk vaker worden vervangen. 5. Onderhoud 65 Tips voor het verplaatsen en opbergen van uw apparaat • U mag het apparaat bij het verplaatsen niet ondersteboven of op zijn kant houden. Er kan hierbij toner vrijkomen in het apparaat waardoor er schade aan het apparaat kan ontstaan of de afdrukkwaliteit kan verslechteren. • Als u het apparaat verplaatst, moet u ervoor zorgen dat ten minste twee mensen het apparaat goed vasthouden. 5. Onderhoud 66 Nuttige beheerprogramma´s 4 Samsung AnyWeb Print Met dit hulpprogramma kunt u van schermen in Windows Internet Explorer een schermopname of afdrukvoorbeeld maken en afdrukken, op een veel eenvoudigere manier dan in het gebruikelijke programma. Klik op Start > Alle programma’s > Samsung Printers > Samsung AnyWeb Print > Download the latest version om naar de website te gaan waar u het hulpprogramma kunt downloaden. 5. Onderhoud 67 SyncThru™ Web Service weergeven 1 Open een webbrowser in Windows, zoals Internet Explorer. Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in het adresveld en druk op de Enter-toets of klik op Ga naar. 2 De in het apparaat geïntegreerde website wordt geopend. ► Aanmelden bij SyncThru™ Web Service 5 SyncThru™ Web Service gebruiken • Voor SyncThru™ Web Service is minimaal Internet Explorer 6.0 of hoger vereist. • De uitleg over SyncThru™ Web Service in deze gebruikershandleiding kan afhankelijk zijn van de opties en het model, en komt mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat. • Alleen voor netwerkmodel. Voor u de opties in SyncThru™ Web Service kunt instellen, moet u zich aanmelden als beheerder. U kunt SyncThru™ Web Service nog altijd gebruiken zonder u aan te melden, maar u zult geen toegang hebben tot het tabblad Settings en het tabblad Security. 1 Klik op Login in de rechterbovbenhoek van de SyncThru™ Web Service-website. 2 Typ de juiste gegevens bij ID en Password en klik vervolgens op Login. • ID: admin • Password: sec00000 Nuttige beheerprogramma´s SyncThru™ Web Service overzicht 5. Onderhoud 68 ► Het tabblad Settings Op dit tabblad kunt u de configuratie van uw apparaat en netwerk instellen. U moet zich aanmelden als beheerder om dit tabblad weer te geven. Afhankelijk van uw model zullen sommige menu’s mogelijk niet verschijnen. • Het tabblad Machine Settings: Stelt de door uw machine geleverde opties in. • Het tabblad Network Settings: Toont opties voor de netwerkomgeving. Stelt opties in zoals TCP/IP en netwerkprotocollen. ► Het tabblad Information Op dit tabblad wordt algemene informatie over het apparaat weergegeven. U kunt diverse gegevens controleren, waaronder de resterende hoeveelheid toner. U kunt ook rapporten afdrukken, zoals een foutenrapport. ► Het tabblad Security • Active Alerts: Toont de waarschuwingen die in het apparaat zijn gegenereerd en hun ernst. • • Supplies: Toont hoeveel pagina´s zijn afgedrukt en hoeveel toner er nog in de cassette zit. System Security: Stelt de gegevens van de systeembeheerder in en schakelt tevens de apparaatfuncties in- of uit. • Network Security: Stelt instellingen voor HTTPs, IPSec, IPv4/IPv6 filtering en 802.1x in. • Usage Counters: Toont het tellers van het aantal vellen per type afdruk: enkelzijdig en dubbelzijdig. • Current Settings: Toont informatie of het apparaat en het netwerk. • Print information: Drukt rapporten af zoals systeemgerelateerde rapporten en lettertyperapporten. Op dit tabblad kunt u de beveiligingsgegevens van uw systeem en van het netwerk instellen. U moet zich aanmelden als beheerder om dit tabblad weer te geven. Nuttige beheerprogramma´s 5. Onderhoud ► Het tabblad Maintenance Op dit tabblad kunt u uw apparaat onderhouden door de firmware te upgraden en contactgegevens voor het versturen van e-mails in te stellen. U kunt ook verbinding maken met de website van Samsung of stuurprogramma's downloaden door het menu Link te selecteren. • Firmware Upgrade: Bijwerken van de firmware van uw apparaat. • Contact Information: Contactgegevens tonen. • Link: Toont koppelingen naar nuttige sites waar u informatie kunt downloaden of lezen. Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in het adresveld en druk op de Enter-toets of klik op Ga naar. 2 3 1 De in het apparaat geïntegreerde website wordt geopend. Selecteer Machine Settings > E-mail Notification op het tabblad Settings. Als u de server voor uitgaande e-mail nog niet hebt geconfigureerd, gaat u naar Settings > Network Settings > Outgoing Mail Server(SMTP) om de netwerkomgeving te configureren voor u e-mailmelding instelt. E-mailmelding instellen U kunt e-mails ontvangen over de status van uw apparaat door deze optie in te stellen. Door gegevens, zoals IP-adressen, hostnaam, e-mailadressen en SMTP-servergegevens in te stellen zal de apparaatstatus (tonercassette leeg of machinefout) automatisch naar het e-mailadres van een bepaald persoon worden verzonden. Deze optie wordt mogelijk vaker gebruikt door een apparaatbeheerder. 69 4 Schakel het selectievakje voor Enable in om E-mail Notification te gebruiken. 5 Klik op de knop Add om een gebruiker van e-mailmelding in te stellen. Stel de naam van de ontvanger in en het (de) emailadres(sen) met meldingsitems waarvoor u een waarschuwing wilt ontvangen. Open een webbrowser in Windows, zoals Internet Explorer. 6 Klik op Apply. Nuttige beheerprogramma´s 5. Onderhoud 70 6 Als de firewall is ingeschakeld, zal de e-mail mogelijk niet verzonden kunnen worden. Neem in dat geval contact op met de netwerkbeheerder. Informatie over de systeembeheerder instellen Deze instelling is nodig om gebruik te kunnen maken van de optie e-mailmelding. 1 Open een webbrowser in Windows, zoals Internet Explorer. Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in het adresveld en druk op de Enter-toets of klik op Ga naar. Gebruiken van Samsung Easy Printer Manager (alleen voor Windows) Samsung Easy Printer Manager is een Windows-programma waarbinnen alle printerinstellingen van Samsung op een enkele plaats samengebracht zijn. Samsung Easy Printer Manager combineert printerinstellingen met omgevingsfactoren, instellingen/taakopties en startopties. Met al deze functies heeft overzichtelijk toegang tot alle functies van uw Samsung-printer. Samsung Easy Printer Manager biedt twee verschillende interfaces waaruit de gebruiker kan kiezen: een basisinterface en een interface voor gevorderde gebruikers. Overschakelen tussen de twee interfaces is eenvoudig: klik gewoon op een knop. Voor Samsung Easy Printer Manager is minimaal Internet Explorer 6.0 of hoger vereist. 2 3 De in het apparaat geïntegreerde website wordt geopend. 4 Voer de naam, het telefoonnummer, locatie en emailadres van de beheerder in. Openen van het programma: Klik op Apply. Kies Start > Programma's or Alle programma's > Samsung Printers > Samsung Easy Printer Manager > Samsung Easy Printer Manager. 5 Selecteer op het tabblad Security System Security > System Administrator. Informatie over Samsung Easy Printer Manager Nuttige beheerprogramma´s 5. Onderhoud De Samsung Easy Printer Manager-interface bestaat uit verschillende kaders die in de onderstaande tabel worden beschreven: 71 Printerinfor In dit kader staat algemene informatie over uw matie apparaat. U kunt deze informatie controleren, zoals de naam van het printermodel, het IPadres (of poortnummer) en de printerstatus. 2 Knop Handleiding: Deze knop verandert in Probleemoplossingsgids als er een fout optreedt. U kunt direct naar het desbetreffende deel in de gebruikershandleiding gaan. Programma Bevat koppelingen voor overschakelen naar -informatie geavanceerde instellingen, voorkeursinstellingen, hulp en informatie over het programma. Printerlijst 1 In de printerlijst worden pictogrammen weergegeven van de printers die op uw computer zijn geïnstalleerd. 3 Met de knop kunt u de interface wijzigen in de interface voor gevorderde gebruikers. Snelkoppeli Toont Snelkoppelingen naar printerspecifieke ngen functies. Dit gedeelte bevat ook koppelingen 4 naar toepassingen in de geavanceerde instellingen. Nuttige beheerprogramma´s Inhoud 5 Benodighe 6 den bestellen Toont informatie over de geselecteede printer, het niveau van de toner en het papier. De informatie wijzigt naargelang de gekozen printer. Niet alle apparaten beschikken over deze functie. Klik op de knop Bestellen in het deelvenster om verbruiksartikelen te bestellen. U kunt online reservetonercassette(s) bestellen. 5. Onderhoud 72 ► Waarschuwingsinstellingen Dit menu bevat instellingen gerelateerd aan de waarschuwingen over fouten en storingen. • Printerwaarschuwing: Levert instellingen met betrekking tot wanneer waarschuwingen ontvangen worden. • E-mailwaarschuwing: Levert opties met betrekking tot het ontvangen van waarschuwingen via e-mail. • Overzicht van waarschuwingen: Levert een geschiedenis met betrekking tot waarschuwingen gerelateerd aan het apparaat en de toner. Klik achtereenvolgens op de knop Help ( ) rechtsboven in het venster en de optie waarover u meer wilt weten. ► Taakaccountbeheer Overzicht interface instellingen voor gevorderde gebruikers De interface voor gevorderde gebruikers is bedoeld voor de beheerder van het netwerk en de printers. Levert een overzicht van informatie over de verdeling van afdruktaken per specifieke gebruiker. Deze verdeling kan aangemaakt en toegepast worden op op apparaten via taakaccountancysoftware zoals SyncThru™ of de CounThru™ administratiesoftware. 7 ► Apparaatinstellingen U kunt verschillende apparaatinstellingen zoals papier, indeling, emulatie, netwerk en afdrukinformatie instellen. Gebruiken van Samsung-printerstatus (alleen voor Windows) Samsung-printerstatus is een programma dat de status van de printer controleert en u daarvan op de hoogte houdt. Nuttige beheerprogramma´s • Het venster Samsung-printerstatus en de inhoud die in deze gebruikershandleiding worden getoond, kunnen verschillen afhankelijk van de gebruikte printer of het gebruikte besturingssysteem. • Controleer welke besturingssystemen compatibel zijn met uw apparaat (zie basishandleiding). Overzicht Samsung-printerstatus 5. Onderhoud Picto gram betekent Normaal U kunt Samsung-printerstatus ook handmatig opstarten. Ga naar Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het tabblad Basis > de knop Printerstatus. Deze pictogrammen verschijnen op de Windows-taakbalk: Omschrijving Het apparaat staat klaar voor gebruik en er zijn geen fouten of waarschuwingen. Waarschu Het apparaat is in een toestand waarin er in wing de toekomst een fout kan optreden. Dit is bijvoorbeeld als het niveau van de toner laag is, wat kan leiden tot de toner-leegstatus. Fout Als er een fout optreedt tijdens het gebruik van het apparaat, kunt u de fout controleren in Samsung-printerstatus. Samsungprinterstatus wordt automatisch geïnstalleerd wanneer u de apparaatsoftware installeert. 73 Er is minstens één fout in het apparaat. Nuttige beheerprogramma´s 5. Onderhoud 74 8 Tonerniveau 1 Hier wordt het resterende tonerniveau in de cassette(s) weergegeven. Het apparaat en het aantal tonercassette(s) in het bovenstaande venster kunnen verschillen afhankelijk van de gebruikte printer. Niet alle apparaten beschikken over deze functie. 2 Waarschuw.inst Selecteer de gewenste instellingen in het elling venster Opties. 3 Benod. bestellen U kunt reservetonercassette(s) online bestellen. Problemen 4 oplossen U kunt direct naar het deel met de probleemoplossing gaan in de gebruikershandleiding. 5 Sluiten Sluit het venster. Gebruiken van Smart Panel (alleen voor Macintosh en Linux) Smart Panel is een programma waarmee de status van het apparaat wordt bewaakt. U kunt de status bekijken en de apparaatinstellingen aanpassen. Bij Macintosh wordt Smart Panel automatisch geïnstalleerd op het moment dat u de apparaatsoftware installeert. Voor Linux kunt u Smart Panel downloaden van de website van Samsung (zie "Smart Panel installeren" op pagina 8). • Het venster Smart Panel en de inhoud die in deze gebruikershandleiding worden getoond, kunnen verschillen afhankelijk van de gebruikte printer of het gebruikte besturingssysteem. • Controleer welke besturingssystemen compatibel zijn met uw apparaat (zie basishandleiding). Overzicht Smart Panel Als er een fout optreedt tijdens het gebruik, kunt u de fout controleren in Smart Panel. U kunt Smart Panel ook handmatig starten. Nuttige beheerprogramma´s Macintosh Klik op het Smart Panel-pictogram op de menubalk. Linux Dubbelklik op het Smart Panel-pictogram in het berichtenkader. 5. Onderhoud Gebruikershan U kunt de Gebruikershandleiding bekijken. dleiding Deze knop verandert in Probleemoplossingsgids als er een fout optreedt. U kunt direct naar het deel met de probleemoplossing gaan in de gebruikershandleiding. 3 Instelling printer Tonerniveau 1 2 Nu kopen Hier wordt het resterende tonerniveau in de cassette(s) weergegeven. Het apparaat en het aantal tonercassette(s) in het bovenstaande venster kunnen verschillen afhankelijk van de gebruikte printer. Niet alle apparaten beschikken over deze functie. U kunt online reservetonercassette(s) bestellen. 75 4 U kunt diverse apparaatinstellingen configureren in het venster Hulpprogramma Printerinstellingen. Niet alle apparaten beschikken over deze functie. Als u uw apparaat op een netwerk aansluit, verschijnt het venster SyncThru™ Web Service in plaats van Hulpprogramma Printerinstellingen. Wijzigen van de instellingen van Smart Panel Klik met de rechtermuisknop in Linux of Mac OS X op het pictogram voor Smart Panel en selecteer Opties. Selecteer de gewenste instellingen in het venster Opties. Nuttige beheerprogramma´s 5. Onderhoud 76 9 De Linux Unified Driver Configurator gebruiken Unified Linux Driver Configurator is een hulpprogramma dat hoofdzakelijk bestemd is voor de configuratie van apparaten. U moet Unified Linux Driver installeren om Unified Driver Configurator te kunnen gebruiken (zie "Installatie voor Linux" op pagina 8). Na de installatie van het stuurprogramma op uw Linux-systeem wordt automatisch het pictogram voor Unified Driver Configurator op uw bureaublad geplaatst. 1 Printer Configuration 2 Port Configuration Klik op Help voor schermhulp. Unified Driver Configurator openen 1 2 Dubbelklik op Unified Driver Configurator op het bureaublad. 3 Breng de wijzigingen aan in de configuratie en klik op Exit om Unified Driver Configurator te sluiten. U kunt ook op pictogram van het menu Startup klikken en Samsung Unified Driver > Unified Driver Configurator selecteren. Printers configuration Klik op de knoppen links om het overeenkomstige configuratievenster te openen. Printers configuration bevat twee tabbladen: Printers en Classes. Nuttige beheerprogramma´s 5. Onderhoud 77 ► Het tabblad Printers • Klik op het pictogram van het apparaat links in het venster Unified Driver Configurator om de printerconfiguratie van het huidige systeem weer te geven. Remove Printer: hiermee verwijdert u het geselecteerde apparaat. • Set as Default: hiermee stelt u het geselecteerde apparaat in als standaardapparaat. • Stop/Start: hiermee kunt u het apparaat stoppen/starten. • Test: hiermee kunt u een testpagina afdrukken om te controleren of de printer goed werkt. • Properties: Hiermee kunt u de eigenschappen van de printer weergeven en wijzigen. ► Het tabblad Classes Op het tabblad Classes wordt een lijst met beschikbare apparaatklassen weergegeven. 1 Schakelt naar Printers configuration. 2 Hier worden alle geïnstalleerde apparaten weergegeven. 3 Hiermee worden de status, modelnaam en URI van uw apparaat weergegeven. 1 De bedieningsknoppen van de printer zijn: • Refresh: hiermee vernieuwt u de lijst met beschikbare apparaten. • Add Printer: hiermee voegt u een nieuw apparaat toe. 2 Nuttige beheerprogramma´s 1 Hiermee geeft u alle apparaatklassen weer. 2 Hiermee geeft u de status van de klasse en het aantal apparaten in de klasse aan. • Refresh: vernieuwt de lijst met klassen. • Add Class: hiermee kunt u een nieuwe apparaatklasse toevoegen. • Remove Class: hiermee verwijdert u de geselecteerde apparaatklasse. 5. Onderhoud 78 Ports configuration In dit venster kunt u de lijst met beschikbare poorten weergeven, de status van elke poort controleren en een poort vrijgeven die bezet wordt door een afgebroken taak. 2 1 3 1 Schakelt naar Ports configuration. 2 Alle beschikbare poorten. 3 Hiermee geeft u het poorttype, het op de poort aangesloten apparaat en de status weer. • Refresh: hiermee vernieuwt u de lijst met beschikbare poorten. • Release port: hiermee kunt u de geselecteerde poort vrijgeven. 6. Problemen oplossen In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt. • Problemen met papierinvoer 80 • Problemen met de voeding en het netsnoer 82 • Afdrukproblemen 83 • Problemen met de afdrukkwaliteit 88 • Problemen met het besturingssysteem 96 Problemen met papierinvoer Toestand 6. Problemen oplossen 80 Voorgestelde oplossing Het papier loopt vast tijdens het afdrukken. Verwijder het vastgelopen papier. Papier kleeft aan elkaar. • Controleer de maximale papiercapaciteit van de lade. • Zorg dat u een geschikte papiersoort gebruikt. • Haal het papier uit de lade en buig het of waaier het uit. • In vochtige omstandigheden kunnen bepaalde papiersoorten aan elkaar blijven kleven. Invoerprobleem met een aantal vellen tegelijk. Er kan niet meer dan één papiersoort tegelijk in de lade worden geplaatst. Plaats alleen papier van hetzelfde soort en hetzelfde formaat en gewicht. Afdrukpapier wordt niet ingevoerd. • Verwijder vastgelopen papier in het apparaat. • Het papier werd niet goed in de lade gelegd. Verwijder het papier en plaats het op de juiste manier in de lade. • Er ligt te veel papier in de lade. Verwijder het teveel aan papier. • Het papier is te dik. Gebruik alleen papier dat voldoet aan de specificaties van het apparaat. Het papier blijft vastlopen. • Er ligt te veel papier in de lade. Verwijder het teveel aan papier. Gebruik de multifunctionele lade (of de handmatige papierinvoer) om af te drukken op speciale materialen. • U gebruikt een verkeerde papiersoort. Gebruik alleen papier dat voldoet aan de specificaties van het apparaat. • Misschien zitten er materiaalresten in het apparaat. Open de voorklep en verwijder de resten. Transparanten plakken aan elkaar Gebruik alleen transparanten die speciaal zijn bedoeld voor laserprinters. Verwijder elk in de papieruitvoerlade. transparant zodra het is uitgevoerd. Problemen met papierinvoer Toestand Enveloppen trekken scheef of worden niet goed ingevoerd. 6. Problemen oplossen 81 Voorgestelde oplossing Zorg dat de papiergeleiders aan beide kanten van de envelop goed zijn ingesteld (ze moeten de envelop net raken). Problemen met de voeding en het netsnoer 6. Problemen oplossen 82 Klik op deze koppeling om een animatie te bekijken over het oplossen van problemen met de netvoeding. Toestand Het apparaat krijgt geen stroom, of de verbindingskabel tussen de computer en het apparaat is niet goed aangesloten. Voorgestelde oplossing • Sluit het apparaat eerst aan op het stopcontact en schakel vervolgens de aan/uit-schakelaar in. Druk op de knop (aan/uit) op het configuratiescherm. • Maak de kabel van het apparaat los en sluit deze opnieuw aan. Afdrukproblemen Toestand Het apparaat drukt niet af. 6. Problemen oplossen Mogelijke oorzaak 83 Voorgestelde oplossing Het apparaat krijgt geen stroom. Controleer of het netsnoer is aangesloten. Controleer de aan/uitschakelaar en het stopcontact. Het apparaat is niet als standaardprinter geselecteerd. Selecteer uw printer als standaardprinter in Windows. Controleer het volgende: • De klep aan de voorzijde is niet gesloten. Sluit de voorklep. • Er is een papierstoring opgetreden. Verwijder het vastgelopen papier. • De papierlade is leeg. Vul papier bij. • Er is geen tonercassette geplaatst. Plaats een tonercassette. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice als er een systeemfout optreedt. De verbindingskabel tussen de computer en het apparaat is niet goed aangesloten. Maak de kabel van het apparaat los en sluit hem opnieuw aan. De verbindingskabel tussen de computer en het apparaat is mogelijk defect. Sluit de kabel indien mogelijk aan op een andere computer die naar behoren werkt en druk een document af. U kunt ook proberen om een andere kabel voor uw apparaat te gebruiken. De poortinstelling is niet juist. Controleer de printerinstellingen in Windows om vast te stellen of de afdruktaak naar de juiste poort wordt gestuurd. Als uw computer meerdere poorten heeft, controleert u of het apparaat op de juiste poort is aangesloten. Het apparaat is mogelijk niet goed geconfigureerd. Controleer de Voorkeursinstellingen voor afdrukken om na te gaan of alle afdrukinstellingen correct zijn. Afdrukproblemen Toestand Het apparaat drukt niet af. Mogelijke oorzaak 6. Problemen oplossen 84 Voorgestelde oplossing Mogelijk is het printerstuurprogramma niet goed geïnstalleerd. Deïnstalleer het stuurprogramma van uw printer en installeer het programma opnieuw. Het apparaat werkt niet goed. Kijk of het display van het bedieningspaneel een systeemfout aangeeft. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice. Het document is zo groot dat er niet Maak extra ruimte op de harde schijf vrij en druk het document voldoende ruimte op de harde schijf van opnieuw af. de computer is om toegang te krijgen tot de afdruktaak. Het apparaat haalt papier uit de verkeerde invoer. De uitvoerlade is vol. Wanneer het papier uit de uitvoerlade is verwijderd, gaat het apparaat door met afdrukken. De papieroptie die in Voorkeursinstellingen voor afdrukken is geselecteerd is mogelijk onjuist. In veel softwaretoepassingen kunt u de papierbron instellen op het tabblad Papier in Voorkeursinstellingen voor afdrukken. Selecteer de juiste papierbron. Raadpleeg de help bij het printerstuurprogramma. Een afdruktaak Mogelijk is de afdruktaak zeer complex. Maak de pagina minder complex of wijzig de instellingen voor de wordt uiterst afdrukkwaliteit. langzaam afgedrukt. De helft van de pagina is blanco. Mogelijk is de afdrukstand verkeerd ingesteld. Wijzig de afdrukstand in het desbetreffende programma. Raadpleeg de help bij het printerstuurprogramma. Het ingestelde papierformaat stemt niet Controleer of het papierformaat in de printerinstellingen overeenstemt overeen met het formaat van het papier met het papier in de lade of met de papierselectie in de instellingen van in de lade. de softwaretoepassing die u gebruikt. Afdrukproblemen Toestand Mogelijke oorzaak 6. Problemen oplossen 85 Voorgestelde oplossing Het apparaat drukt De kabel van het apparaat zit los of is wel af, maar de tekst defect. is niet correct, vervormd of niet volledig. Maak de kabel van het apparaat los en sluit hem opnieuw aan. Druk een document af dat u eerder wel correct hebt kunnen afdrukken. Sluit de kabel en het apparaat indien mogelijk aan op een andere computer en druk een document af dat u eerder wel correct hebt kunnen afdrukken. Als dit alles niet helpt, probeert u een nieuwe printerkabel. Het verkeerde printerstuurprogramma is geselecteerd. Controleer in het afdrukmenu van de toepassing of u de juiste printer hebt geselecteerd. De softwaretoepassing werkt niet naar behoren. Probeer een document af te drukken vanuit een andere toepassing. Het besturingssysteem werkt niet naar behoren. Sluit Windows af en start de computer opnieuw op. Schakel het apparaat uit en weer in. Als u in een DOS-omgeving werkt, is het mogelijk dat het lettertype voor uw apparaat verkeerd is ingesteld. zie "De lettertype-instelling wijzigen" op pagina 44. Er worden blanco pagina’s afgedrukt. De tonercassette is leeg of beschadigd. Herverdeel indien nodig het tonerpoeder. Vervang indien nodig de tonercassette. Mogelijk bevat het bestand blanco pagina’s. Controleer of het bestand blanco pagina’s bevat. Mogelijk is een onderdeel van het apparaat defect (bijvoorbeeld de controller of het moederbord). Neem contact op met een medewerker van de klantenservice. Afdrukproblemen Toestand Mogelijke oorzaak 6. Problemen oplossen 86 Voorgestelde oplossing Het apparaat drukt het PDF-bestand niet juist af. Sommige delen van afbeeldingen, tekst of illustraties ontbreken. Incompatibiliteit tussen het PDFbestand en de Acrobat-producten. Het bestand kan worden afgedrukt door het PDF-bestand af te drukken als een afbeelding. Schakel Afdrukken als afbeelding uit de afdrukopties van Acrobat in. De afdrukkwaliteit van foto’s is niet goed. De afbeeldingen zijn niet duidelijk. De resolutie van de foto is zeer laag. Verklein de afmetingen van de foto. Als u de afmetingen van de foto in het programma vergroot, wordt de resolutie verlaagd. Er komt voor het afdrukken ter hoogte van de uitvoerlade stoom uit het apparaat. Het gebruik van geperforeerd papier kan damp veroorzaken tijdens het afdrukken. Dit is geen probleem. Ga gewoon door met afdrukken. Een PDF-bestand als afbeelding afdrukken neemt meer tijd in beslag. Het apparaat drukt Het papierformaat en de geen speciaal papier papierformaatinstelling komen niet zoals overeen. rekeningpapier af. Stel het juiste papierformaat in onder Aangepast in het tabblad Papier in Voorkeursinstellingen voor afdrukken. Afdrukproblemen Toestand Het afgedrukte papier krult op. 6. Problemen oplossen 87 Mogelijke oorzaak Voorgestelde oplossing De instelling voor de papiersoort klopt niet. Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar de Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het tabblad Papier en stel het type in op Dik papier. Problemen met de afdrukkwaliteit 6. Problemen oplossen 88 Vuil aan de binnenkant van het apparaat of verkeerd geplaatst papier kan leiden tot een verminderde afdrukkwaliteit. Raadpleeg de onderstaande tabel om het probleem te verhelpen. Toestand Voorgestelde oplossing Lichte of vage afdrukken • Als u een verticale witte strook of vaag gedeelte op de afdruk ziet, is de toner bijna op. Plaats een nieuwe tonercassette. • Mogelijk voldoet het papier niet aan de papierspecificaties. Het papier kan bijvoorbeeld te vochtig of te ruw zijn. • Als de hele pagina te licht is, is de afdrukresolutie te laag ingesteld of staat het apparaat in de tonerspaarstand. Wijzig de afdrukresolutie en schakel de energiebesparende modus uit. Raadpleeg de Help bij het printerstuurprogramma. • Een combinatie van vage plekken en vegen kan erop wijzen dat de tonercassette moet worden gereinigd. Reinig de binnenkant van het apparaat. • Het oppervlak van het LSU-gedeelte in het apparaat kan vuil zijn. Reinig de binnenkant van het apparaat. Als het probleem hiermee niet kan worden opgelost, neemt u contact op met een medewerker van de klantenservice. De bovenste helft van het De toner hecht mogelijk niet aan dit papiertype. papier is lichter bedrukt • Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar Voorkeursinstellingen voor dan de rest van het afdrukken, klik op het tabblad Papier en stel het papiertype in op Kringlooppapier. papier. Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand Tonervlekken 6. Problemen oplossen 89 Voorgestelde oplossing • Mogelijk voldoet het papier niet aan de specificaties. Het papier kan bijvoorbeeld te vochtig of te ruw zijn. • Mogelijk is de transportrol vuil. Reinig de binnenkant van het apparaat. A aB bC c A aB bC c A aB bC c A aB bC c A aB bC c • Het papierpad is mogelijk aan een reinigingsbeurt toe. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice. Onregelmatigheden Als op willekeurige plaatsen vage, doorgaans ronde, plekken verschijnen: A aBb C A aBb C A aBb C A aBb C A aBb C • Er zit mogelijk een slecht vel tussen het papier. Druk het document opnieuw af. • Het vochtgehalte van het papier is niet op alle plaatsen gelijk of het papier bevat vochtplekken. Probeer papier van een ander merk. • Een hele partij papier is niet in orde. Problemen tijdens de productie kunnen ertoe leiden dat sommige delen toner afstoten. Probeer een ander soort of merk papier. • Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het tabblad Papier en stel het type in op Dik papier of Dikker (zie de Basishandleiding voor papiergewicht per vel). Als het probleem hiermee niet kan worden opgelost, neemt u contact op met een medewerker van de klantenservice. Witte vlekken Er verschijnen witte vlekken op de pagina: • Het papier is te ruw en er valt veel papierstof op de interne onderdelen van het apparaat, wat erop wijst dat de rol vuil kan zijn. Reinig de binnenkant van het apparaat. • Het papierpad is mogelijk aan een reinigingsbeurt toe. Reinig de binnenkant van het apparaat. Als het probleem hiermee niet kan worden opgelost, neemt u contact op met een medewerker van de klantenservice. Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand Verticale strepen 6. Problemen oplossen 90 Voorgestelde oplossing Als de pagina zwarte, verticale strepen vertoont: • Er zitten mogelijk krassen op het oppervlak (drumgedeelte) van de tonercassette in het apparaat. Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe. Als de pagina witte verticale strepen vertoont: • Het oppervlak van het LSU-gedeelte in het apparaat kan vuil zijn. Reinig de binnenkant van het apparaat. Als het probleem hiermee niet kan worden opgelost, neemt u contact op met een medewerker van de klantenservice. Zwarte achtergrond Als er in lichte gedeelten te veel toner wordt gebruikt (grijze achtergrond): • Gebruik papier met een lager gewicht. • Controleer de omgevingsvoorwaarden: bijzonder droge omstandigheden of een hoge luchtvochtigheid (meer dan 80% RV) kunnen aanleiding geven tot een grijzere achtergrond. • Verwijder de oude tonercassette en plaats een nieuwe. Tonervegen • Reinig de binnenkant van het apparaat. • Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier. • Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe. Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand Verticaal terugkerende afwijkingen 6. Problemen oplossen 91 Voorgestelde oplossing Als de bedrukte zijde van de pagina met gelijke intervallen afwijkingen vertoont: • De tonercassette is mogelijk beschadigd. Als u nog steeds dezelfde problemen ondervindt, verwijdert u de tonercassette en plaatst u een nieuwe. • Er zit mogelijk toner op sommige onderdelen van het apparaat. Als de afwijkingen zich op de achterkant van de pagina bevinden zal het probleem waarschijnlijk na enkele pagina’s vanzelf verdwijnen. • De fixeereenheid is mogelijk beschadigd. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice. Schaduwvlekken A Schaduwvlekken worden veroorzaakt door kleine hoeveelheden toner die willekeurig verspreid op de afdruk voorkomen. • Misschien is het papier te vochtig. Probeer af te drukken op papier van een andere partij. Maak een pak papier pas open op het moment dat u het gaat gebruiken zodat het papier niet te veel vocht opneemt. • Wijzig de afdruklay-out als er schaduwvlekken verschijnen op een envelop om te voorkomen dat wordt afgedrukt op een gebied met overlappende naden aan de rugzijde. Afdrukken op naden kan problemen veroorzaken. • Als het gehele oppervlak van een afgedrukte pagina wordt bedekt met schaduwvlekken kiest u een andere afdrukresolutie in het softwareprogramma of in de Voorkeursinstellingen voor afdrukken. Controleer of u het juiste papiertype hebt geselecteerd. Voorbeeld: Als Dikker papier wordt geselecteerd, maar als er momenteel Normaal papier gebruikt wordt, kan het papier verzadigen met inkt en dit probleem tot gevolg hebben. Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand 6. Problemen oplossen 92 Voorgestelde oplossing Er blijven tonerdeeltjes De toner hecht mogelijk niet aan dit papiertype. hangen rond vetgedrukte • Wijzig de instelling van de printer en probeer het opnieuw. Ga naar Voorkeursinstellingen voor tekens of donkere foto’s. afdrukken, klik op het tabblad Papier en stel het papiertype in op Kringlooppapier. Controleer of u het juiste papiertype hebt geselecteerd. Voorbeeld: Als Dikker papier wordt geselecteerd, maar als er momenteel Normaal papier gebruikt wordt, kan het papier verzadigen met inkt en dit probleem tot gevolg hebben. Misvormde tekst • Als tekst er vervormd uitziet ("uitgehold" effect) is het papier mogelijk te glad. Probeer een ander soort papier. Papier schuin • Plaats het papier op de juiste manier in de lade. • Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier. • Let erop dat de geleiders niet te dicht en niet te ver af staan van de stapel papier. Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand Gekruld of gegolfd 6. Problemen oplossen Voorgestelde oplossing • Plaats het papier op de juiste manier in de lade. • Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier. Papier kan krullen als de temperatuur of de vochtigheid te hoog is. • Draai de stapel papier in de lade om. Probeer ook eens om het papier 180° te draaien in de lade. Vouwen of kreuken • Plaats het papier op de juiste manier in de lade. • Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier. • Draai de stapel papier in de lade om. Probeer ook eens om het papier 180° te draaien in de lade. Achterkant van afdrukken is vuil • Mogelijk lekt een tonercassette. Reinig de binnenkant van het apparaat. 93 Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand Volledig gekleurde of zwarte pagina’s A Losse toner 6. Problemen oplossen 94 Voorgestelde oplossing • Mogelijk is de tonercassette niet goed geplaatst. Verwijder de cassette en plaats deze opnieuw. • Mogelijk is de tonercassette defect. Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe. • Het apparaat moet mogelijk worden gerepareerd. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice. • Reinig de binnenkant van het apparaat. • Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier. • Verwijder de tonercassette en installeer een nieuwe. Lost dit het probleem niet op, dan moet het apparaat mogelijk worden hersteld. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice. Openingen in tekens A Letters worden onvolledig afgedrukt omdat er witte plekken verschijnen op plaatsen die zwart zouden moeten zijn: • Als dit probleem optreedt bij transparanten, probeert u een ander soort transparant. Als gevolg van de samenstelling van de transparanten kunnen onvolledige tekens voorkomen. • Misschien drukt u af op de verkeerde kant van het papier. Verwijder het papier en draai het om. • Mogelijk voldoet het papier niet aan de papierspecificaties. Problemen met de afdrukkwaliteit Toestand Horizontale strepen 6. Problemen oplossen 95 Voorgestelde oplossing Controleer bij horizontale zwarte strepen of vegen het volgende: • De tonercassette is mogelijk verkeerd geplaatst. Verwijder de cassette en plaats deze opnieuw. • Mogelijk is de tonercassette defect. Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe. Lost dit het probleem niet op, dan moet het apparaat waarschijnlijk worden hersteld. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice. Krullen Als het afgedrukte papier opkrult of als het papier niet wordt ingevoerd, doet u het volgende: • Draai de stapel papier in de lade om. Probeer ook eens om het papier 180° te draaien in de lade. • Wijzig de papierinstelling op de printer en probeer het opnieuw. Ga naar de Voorkeursinstellingen voor afdrukken, klik op het tabblad Papier en stel het type in op Dun papier. Uw apparaat wordt mogelijk gebruikt op een hoogte van 1.000 m of hoger. Een dergelijke hoogte kan de • Op enkele vellen verschijnt afdrukkwaliteit beïnvloeden (bijv. losse toner of een vage afdruk). Stel uw apparaat in op de juiste hoogte herhaaldelijk een (zie "Aanpassing aan luchtdruk of hoogte" op pagina 43). onbekende afbeelding. • Losse toner • Vage afdruk of vervuiling Problemen met het besturingssysteem 6. Problemen oplossen 96 1 Algemene Windows-problemen Toestand Tijdens de installatie verschijnt het bericht "Bestand in gebruik". Voorgestelde oplossing Sluit alle softwaretoepassingen af. Verwijder alle software uit de opstartgroep en start vervolgens Windows weer op. Installeer het printerstuurprogramma opnieuw. Het bericht "Algemene Sluit alle andere toepassingen af, start Windows opnieuw op en probeer opnieuw af te drukken. beschermingsfout", "OE-uitzondering", "Spool 32" of "Ongeldige bewerking" verschijnt. De berichten "Kan niet Deze meldingen kunnen tijdens het afdrukken verschijnen. Wacht gewoon even tot het apparaat klaar is afdrukken" of "Er is een met afdrukken. Als het bericht verschijnt als de printer klaar staat voor gebruik of nadat de afdruk is voltooid, time-outfout in de printer controleert u de aansluiting en gaat u na of er een fout is opgetreden. opgetreden" verschijnen. Raadpleeg de gebruikershandleiding van Microsoft Windows 2000/XP/2003/Vista die met uw pc werd meegeleverd voor meer informatie over foutmeldingen in Windows. Problemen met het besturingssysteem 6. Problemen oplossen 97 2 Algemene Macintosh-problemen Toestand Voorgestelde oplossing Het apparaat drukt het PDFHet bestand kan worden afgedrukt door het PDF-bestand af te drukken als een afbeelding. Schakel bestand niet juist af. Sommige Afdrukken als afbeelding uit de afdrukopties van Acrobat in. delen van afbeeldingen, tekst of illustraties ontbreken. Een PDF-bestand als afbeelding afdrukken neemt meer tijd in beslag. Het document is afgedrukt, maar Werk uw Mac OS-versie bij tot MAC OS X 10.3.3. of hoger. de afdruktaak blijft in de wachtrij van Mac OS X 10.3.2 staan. Bepaalde letters worden niet Mac OS kan bij het afdrukken van het voorblad het gebruikte lettertype niet maken . Normale letters normaal weergegeven tijdens en cijfers worden normaal weergegeven op het voorblad. het afdrukken van het voorblad. Als u op een MacintoshControleer of de resolutie-instelling in uw printerstuurprogramma overeenkomt met de resolutiecomputer een document afdrukt instelling in Acrobat Reader. met Acrobat Reader 6.0 of hoger worden de kleuren niet op de juiste wijze afgedrukt. Problemen met het besturingssysteem 6. Problemen oplossen 98 Raadpleeg de gebruikershandleiding van Macintosh die met uw computer is meegeleverd voor meer informatie over Macintoshfoutmeldingen. 3 Algemene Linux-problemen Toestand Het apparaat drukt niet af. Voorgestelde oplossing • Controleer of het printerstuurprogramma is geïnstalleerd. Open Unified Driver Configurator en selecteer het tabblad Printers in Printers configuration om de lijst met beschikbare printers weer te geven. Controleer of uw apparaat in de lijst staat. Als dit niet zo is, opent u Add new printer wizard om uw apparaat in te stellen. • Controleer of het apparaat is ingeschakeld. Open Printers configuration en selecteer uw apparaat uit de lijst met printers. Bekijk de omschrijving in het deelvenster Selected printer. Druk op de knop Start als tussen de status de tekenreeks Stopped voorkomt. Hierna zou de printer weer normaal moeten werken. De status "stopped" is mogelijk geactiveerd wanneer zich problemen met het afdrukken voordoen. • Controleer of er speciale afdrukopties zijn ingesteld voor de toepassing, zoals "-oraw". Als de parameter "-oraw" is opgegeven in de opdrachtregel verwijdert u deze om het afdrukprobleem op te lossen. Voor Gimp front-end kiest u “print” -> “Setup printer” en bewerkt u de opdrachtregelparameter in de menuoptie. Problemen met het besturingssysteem 6. Problemen oplossen 99 Toestand Voorgestelde oplossing Het apparaat drukt geen volledige pagina’s af. Slechts de helft van de pagina wordt afgedrukt. Dit is een bekend probleem dat zich voordoet bij gebruik van een kleurenprinter met versie 8.51 of een oudere versie van Ghostscript, 64-bits Linux OS. Dit probleem is bij bugs.ghostscript.com gemeld als Ghostscript Bug 688252. Het probleem is opgelost in AFPL Ghostscript versie 8.52 en hoger. Download de meest recente versie van AFPL Ghostscript van http://sourceforge.net/projects/ghostscript/ en installeer deze om dit probleem op te lossen. Tijdens het afdrukken van een document wordt de foutmelding "Cannot open port device file" getoond. Wijzig nooit de parameters van een afdruktaak (bijvoorbeeld met LPR GUI) terwijl er een afdruktaak wordt uitgevoerd. Diverse versies van CUPS-server breken de afdruktaak af als de afdrukopties worden gewijzigd en proberen vervolgens de taak vanaf het begin opnieuw uit te voeren. Aangezien Unified Linux Driver de poort tijdens het afdrukken wordt vergrendelt, blijft deze vergrendeld door het abrupte afbreken van het stuurprogramma zodat de poort niet beschikbaar is voor volgende afdruktaken. Als deze situatie zich voordoet, probeert u de poort vrij te geven door Release port te selecteren in Port configuration. Problemen met het besturingssysteem 6. Problemen oplossen 100 Raadpleeg de gebruikershandleiding van Linux die bij uw computer werd geleverd voor meer informatie over Linuxfoutberichten. 4 Veelvoorkomende PostScript-problemen De volgende problemen hebben specifiek betrekking op de PS-taal en kunnen optreden als er meerdere printertalen worden gebruikt. Probleem Het PostScript-bestand kan niet worden afgedrukt. Mogelijke oorzaak Mogelijk is het PostScriptstuurprogramma niet correct geïnstalleerd. Oplossing • Installeer het PostScript-stuurprogramma (zie "Installatie van de software" op pagina 4). • Druk een configuratiepagina af en controleer of u kunt afdrukken in PS. • Neem contact op met de klantenservice als het probleem zich blijft voordoen. Het rapport Fout limietcontrole wordt afgedrukt. De afdruktaak is te complex. Er wordt een PostScript- De afdruktaak is mogelijk geen foutenpagina afgedrukt. PostScript-taak. Maak de pagina minder complex of breid het geheugen uit. Controleer of de afdruktaak een PostScript-taak is. Controleer of de softwaretoepassing verwacht dat er een installatiebestand of PostScript-headerbestand naar het apparaat wordt gestuurd. Problemen met het besturingssysteem Probleem De optionele lade is niet geselecteerd in het stuurprogramma. Mogelijke oorzaak 6. Problemen oplossen Oplossing Het printerstuurprogramma is niet Open de eigenschappen van het PostScript-stuurprogramma, geconfigureerd om de optionele lade te selecteer het tabblad Apparaatopties en stel de ladeoptie in. herkennen. 101 Contact SAMSUNG worldwide If you have any comments or questions regarding Samsung products, contact the Samsung customer care center. Country/Region Customer Care Center 42 27 5755 ARGENTINE 0800-333-3733 ARMENIA 0-800-05-555 AUSTRALIA 1300 362 603 www.samsung.com AUSTRIA 0810-SAMSUNG (7267864, € 0.07/min) www.samsung.com AZERBAIJAN 088-55-55-555 BAHRAIN 8000-4726 BELARUS 810-800-500-55-500 02-201-24-18 BELGIUM BOSNIA BRAZIL BULGARIA www.samsung.com www.samsung.com 05 133 1999 www.samsung.com 4004-0000 07001 33 11 www.samsung.com Web Site CANADA 1-800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com CHILE 800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com CHINA 400-810-5858 www.samsung.com COLOMBIA 01-8000112112 www.samsung.com COSTA RICA 0-800-507-7267 www.samsung.com CROATIA 062 SAMSUNG (062 726 7864) www.samsung.com 800-SAMSUNG (800-726786) www.samsung.com CZECH REPUBLIC www.samsung.com /be (Dutch) www.samsung.com /be_fr (French) 0800-124-421 Country/Region Customer Care Center Web Site ALBANIA 102 Samsung Zrt., česká organizační složka, Oasis Florenc, Sokolovská394/17, 180 00, Praha 8 DENMARK 70 70 19 70 www.samsung.com DOMINICA 1-800-751-2676 www.samsung.com ECUADOR 1-800-10-7267 www.samsung.com EGYPT 0800-726786 www.samsung.com EIRE 0818 717100 www.samsung.com EL SALVADOR 800-6225 www.samsung.com Contact SAMSUNG worldwide Country/Region Customer Care Center Web Site ESTONIA 800-7267 www.samsung.com FINLAND 030-6227 515 www.samsung.com FRANCE 01 48 63 00 00 www.samsung.com GERMANY 01805 - SAMSUNG (726-7864 € 0,14/min) www.samsung.com Country/Region Customer Care Center HUNGARY INDIA INDONESIA GEORGIA 8-800-555-555 GREECE IT and Mobile : 80111www.samsung.com SAMSUNG (80111 7267864) from land line, local charge/ from mobile, 210 6897691 Cameras, Camcorders, Televisions and Household AppliancesFrom mobile and fixed 2106293100 103 Web Site 06-80-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com 3030 8282 www.samsung.com 1800 3000 8282 0800-112-8888 www.samsung.com 021-5699-7777 IRAN 021-8255 www.samsung.com ITALY 800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com JAMAICA 1-800-234-7267 www.samsung.com JAPAN 0120-327-527 www.samsung.com JORDAN 800-22273 www.samsung.com KAZAKHSTAN 8-10-800-500-55-500 (GSM:7799) www.samsung.com GUATEMALA 1-800-299-0013 www.samsung.com KOSOVO +381 0113216899 HONDURAS 800-27919267 www.samsung.com KUWAIT 183-2255 www.samsung.com (852) 3698-4698 www.samsung.com /hk KYRGYZSTAN 00-800-500-55-500 www.samsung.com LATVIA 8000-7267 www.samsung.com LITHUANIA 8-800-77777 www.samsung.com HONG KONG www.samsung.com /hk_en/ Contact SAMSUNG worldwide Country/Region Customer Care Center Web Site LUXEMBURG 261 03 710 www.samsung.com MALAYSIA 1800-88-9999 www.samsung.com MACEDONIA 023 207 777 MEXICO 01-800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com 104 Country/Region Customer Care Center PERU PHILIPPINES 0-800-777-08 www.samsung.com 1800-10-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com 1-800-3-SAMSUNG (726-7864) MOLDOVA 00-800-500-55-500 1-800-8-SAMSUNG (726-7864) MONTENEGRO 020 405 888 02-5805777 MOROCCO 080 100 2255 www.samsung.com NIGERIA 080-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com 0900-SAMSUNG (0900- www.samsung.com NETHERLANDS 7267864) (€ 0,10/min) NEW ZEALAND 0800 SAMSUNG (0800 726 786) www.samsung.com NICARAGUA 00-1800-5077267 www.samsung.com NORWAY 815-56 480 www.samsung.com OMAN 800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com PANAMA 800-7267 www.samsung.com POLAND Web Site 0 801 1SAMSUNG (172678) www.samsung.com 022-607-93-33 PORTUGAL 80820-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com PUERTO RICO 1-800-682-3180 www.samsung.com www.samsung.com RUMANIA 08010 SAMSUNG (08010 726 7864) only from landline, local network Romtelecom local tariff /021 206 01 10 for landline and mobile, normal tariff. RUSSIA 8-800-555-55-55 www.samsung.com Contact SAMSUNG worldwide Country/Region Customer Care Center Web Site SAUDI ARABIA 9200-21230 www.samsung.com SERBIA 0700 SAMSUNG (0700 726 7864) www.samsung.com SINGAPORE 1800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com SLOVAKIA 0800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com SOUTH AFRICA 0860 SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com SPAIN 902-1-SAMSUNG (902 172 678) www.samsung.com 0771 726 7864 (SAMSUNG) www.samsung.com 0848-SAMSUNG (7267864, CHF 0.08/ min) www.samsung.com /ch TADJIKISTAN 8-10-800-500-55-500 www.samsung.com TAIWAN 0800-329-999 www.samsung.com 1800-29-3232 www.samsung.com SWEDEN SWITZERLAND THAILAND 02-689-3232 105 Country/Region Customer Care Center TRINIDAD & TOBAGO 1-800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com TURKEY 444 77 11 www.samsung.com U.A.E 800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com U.K 0330 SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com U.S.A 1-800-SAMSUNG (726-7864) www.samsung.com 0-800-502-000 www.samsung.com /ua UKRAINE www.samsung.com /ch_fr/ Web Site www.samsung.com /ua_ru UZBEKISTAN 8-10-800-500-55-500 www.samsung.com VENEZUELA 0-800-100-5303 www.samsung.com VIETNAM 1 800 588 889 www.samsung.com Verklarende woordenlijst 106 Toegangspunt De onderstaande woordenlijst helpt u vertrouwd te raken met het product en de terminologie die in deze gebruikershandleiding wordt gebruikt en verband houdt met afdrukken. Een toegangspunt of draadloos toegangspunt (AP of WAP) is een apparaat dat draadlozecommunicatieapparaten verbindt in een draadloos netwerk (WLAN) en dienst doet als een centrale zender en ontvanger van WLAN-radiosignalen. 802.11 ADF 802.11 bevat een reeks standaarden voor draadlozenetwerkcommunicatie (WLAN) ontwikkeld door het IEEE LAN/ MAN-Standards Committee (IEEE 802). De automatische documentinvoer (ADF) is een mechanisme dat automatisch een origineel vel papier invoert zodat het apparaat een gedeelte van het papier in één keer kan scannen. 802.11b/g/n AppleTalk 802.11b/g/n kan dezelfde hardware delen over een bandbreedte van 2,4 GHz. 802.11b ondersteunt een bandbreedte tot maximaal 11 Mbps, 802.11n ondersteunt een bandbreedte tot 150 Mbps. 802.11b/g/n-apparaten kunnen interferentie ondervinden van magnetrons, draadloze telefoons en Bluetoothapparaten. AppleTalk is een octrooirechtelijk beschermde suite van door Apple Inc ontwikkelde protocollen voor computernetwerken. Deze suite was opgenomen in de oorspronkelijke Macintosh (1984) en wordt nu door Apple ingezet voor TCP/IP-netwerken. Verklarende woordenlijst 107 Bitdiepte CCD Een grafische computerterm die beschrijft hoeveel bits er nodig zijn om de kleur van één pixel in een bitmapafbeelding te vertegenwoordigen. Een hogere kleurdiepte geeft een breder scala van te onderscheiden kleuren. Naarmate het aantal bits toeneemt, wordt het aantal mogelijke kleuren te groot voor een kleurtabel. Een 1-bits kleur wordt doorgaans monochroom of zwart-wit genoemd. CCD (Charge Coupled Device) is hardware die de scantaak mogelijk maakt. Het CCD-vergrendelingsmechanisme wordt ook gebruikt om de CCD-module te blokkeren en schade te voorkomen wanneer u het apparaat verplaatst. BMP Een grafische bitmapindeling die intern wordt gebruikt door het grafische subsysteem van Microsoft Windows (GDI) en algemeen wordt gebruikt als een eenvoudige grafische bestandsindeling op dat platform. BOOTP Bootstrap-protocol. Een netwerkprotocol dat wordt gebruikt door een netwerkclient om automatisch het IP-adres op te halen. Dit gebeurt doorgaans in het bootstrapproces van computers of de daarop uitgevoerde besturingssystemen. De BOOTP-servers wijzen aan iedere client een IP-adres toe uit een pool van adressen. Met BOOTP kunnen computers met een "schijfloos werkstation" een IP-adres ophalen voordat een geavanceerd besturingssysteem wordt geladen. Sorteren Sorteren is een proces waarbij een kopieertaak bestaande uit meerdere exemplaren in sets wordt afgedrukt. Wanneer de optie Sorteren is ingeschakeld, wordt eerst een volledige set afgedrukt voordat de overige kopieën worden gemaakt. Configuratiescherm Een bedieningspaneel is het platte, doorgaans verticale, gedeelte waarop de bedienings- of controle-instrumenten worden weergegeven. Deze bevinden zich doorgaans aan de voorzijde van het apparaat. Verklarende woordenlijst 108 Dekkingsgraad Standaard Dit is de afdrukterm die wordt gebruikt om het tonergebruik bij het afdrukken te meten. Een dekkingsgraad van 5% betekent bijvoorbeeld dat een vel A4-papier 5% aan afbeeldingen of tekst bevat. Dus als het papier of origineel ingewikkelde afbeeldingen of veel tekst bevat, is de dekkingsgraad en daarmee het tonergebruik hoger. De waarde of instelling die van kracht is wanneer de printer uit de verpakking wordt gehaald, opnieuw wordt ingesteld of wordt geïnitialiseerd. CSV Kommagescheiden waarden (CSV). CSV is een type bestandsindeling. CSV wordt gebruikt om gegevens uit te wisselen tussen verschillende toepassingen. Deze bestandsindeling wordt in Microsoft Excel gebruikt en is min of meer de norm geworden in de IT-sector, ook op nietMicrosoftplatformen. DHCP Een DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) is een client/ servernetwerkprotocol. Een DHCP-server stuurt configuratieparameters naar de DHCP-clienthost die deze gegevens opvraagt om deel te kunnen uitmaken van een IPnetwerk. DHCP biedt ook een mechanisme voor de toewijzing van IP-adressen aan clienthosts. DIMM DADF De DIMM (Dual In-line Memory Module) is een kleine printplaat met geheugen. DIMM slaat alle gegevens in het apparaat op, zoals afdrukgegevens of ontvangen faxgegevens. De dubbelzijdige automatische documentinvoer (DADF) is een scanmechanisme waarmee een origineel automatisch wordt ingevoerd en omgedraaid, zodat het apparaat beide zijden van het papier kan inscannen. DLNA DLNA (Digital Living Network Alliance) is een standaard waarmee apparaten in een thuisnetwerk gegevens met elkaar kunnen uitwisselen via het netwerk. Verklarende woordenlijst 109 DNS Duplex DNS (Domain Name Server) is een systeem dat domeinnaaminformatie opslaat in een gedistribueerde database op netwerken, zoals het internet. Een mechanisme dat een vel papier automatisch omkeert zodat het apparaat beide zijden van het vel kan bedrukken (of scannen). Een printer met een duplexeenheid kan afdrukken op beide zijden van een vel papier tijdens één printcyclus. Matrixprinter Een matrixprinter is een printer met een printerkop die heen en weer loopt over de pagina en afdrukt door middel van aanslagen, waarbij een van inkt voorzien lint tegen het papier wordt geslagen, zoals bij een typemachine. DPI DPI (Dots Per Inch) is een maateenheid voor resolutie die wordt gebruikt voor scannen en afdrukken. Over het algemeen leidt een hogere DPI tot een hogere resolutie, meer zichtbare details in de afbeelding en een groter bestandsformaat. DRPD Distinctieve belpatroondetectie. Distinctieve belpatroondetectie is een dienst van de telefoonmaatschappij waarmee een gebruiker met een enkele telefoonlijn oproepen naar verschillende telefoonnummers kan ontvangen. Afdrukvolume Het afdrukvolume bestaat uit de hoeveelheid afgedrukte pagina’s per maand die de printerprestaties niet beïnvloedt. Doorgaans heeft de printer een beperkte levensduur, zoals een bepaald aantal pagina’s per jaar. De levensduur duidt de gemiddelde afdrukcapaciteit aan, meestal binnen de garantieperiode. Als het afdrukvolume bijvoorbeeld 48 000 pagina’s per maand (20 werkdagen) bedraagt, beperkt de printer het aantal pagina’s tot 2 400 per dag. ECM Foutcorrectiemodus (ECM) is een optionele verzendmodus voor foutcorrectie die is opgenomen in faxapparaten of faxmodems van Klasse 1. Hiermee worden fouten tijdens de verzending van faxen, die soms worden veroorzaakt door ruis op de telefoonlijn, automatisch opgespoord en gecorrigeerd. Verklarende woordenlijst 110 Emulatie EtherTalk Emulatie is een techniek waarbij met één apparaat dezelfde resultaten worden behaald als met een ander. Een protocolsuite die Apple Computer ontwikkelde voor computernetwerken. Deze suite was opgenomen in de oorspronkelijke Macintosh (1984) en wordt nu door Apple ingezet voor TCP/IP-netwerken. Een emulator kopieert de functies van één systeem naar een ander systeem, zodat het tweede systeem zich als het eerste gedraagt. Emulatie is gericht op de exacte reproductie van extern gedrag, in tegenstelling tot simulatie; dit houdt verband met een abstract model van het systeem dat wordt gesimuleerd, vaak met betrekking tot de interne staat. Ethernet Ethernet is een op frames gebaseerde computernetwerktechnologie voor LAN’s. Hiermee worden de bedrading en de signalen gedefinieerd voor de fysieke laag en frameformaten en protocollen voor de MAC/ gegevenskoppelingslaag van het OSI-model. Ethernet wordt meestal gestandaardiseerd als IEEE 802.3. Het is sedert de jaren ’90 van afgelopen eeuw de meest gebruikte LANtechnologie. FDI Interface extern apparaat (FDI) is een kaart die in het apparaat is geïnstalleerd zodat andere apparaten van derden, bijvoorbeeld een muntautomaat of een kaartlezer, kunnen worden aangesloten. Met deze apparaten kunt u laten betalen voor afdrukservices die worden uitgevoerd met uw apparaat. FTP Protocol voor bestandsuitwisseling (FTP) is een algemeen gebruikt protocol voor de uitwisseling van bestanden via een willekeurig netwerk dat het TCP/IP-protocol ondersteunt (zoals internet of een intranet). Verklarende woordenlijst 111 Fixeereenheid Halftoon Het onderdeel van een laserprinter dat de toner op het afdrukmateriaal fixeert. De eenheid bestaat uit een rol die het papier verwarmt en een rol die druk uitoefent. Nadat toner op het papier is aangebracht, maakt de fixeereenheid gebruik van hitte en druk om ervoor te zorgen dat de toner aan het papier hecht. Dat verklaart ook waarom het papier warm is als het uit een laserprinter komt. Een type afbeelding dat grijswaarden simuleert door het aantal punten te variëren. Kleurrijke gebieden bestaan uit een groot aantal punten, terwijl lichtere gebieden uit een kleiner aantal punten bestaan. Gateway Een verbinding tussen computernetwerken of tussen computernetwerken en een telefoonlijn. Gateways worden veel gebruikt omdat het computers of netwerken zijn die toegang bieden tot andere computers of netwerken. HDD De HDD (Hard Disk Drive), doorgaans een harde of vaste schijf genoemd, is een niet-vluchtig opslagapparaat dat digitaal gecodeerde gegevens opslaat op sneldraaiende platen met een magnetisch oppervlak. IEEE Grijswaarden Het IEEE (Institute of Electrical and Electronics Engineers) is een internationale professionele non-profitorganisatie voor de bevordering van elektrische technologie. Grijstinten die de lichte en donkere delen van een afbeelding weergeven worden omgezet in grijswaarden; kleuren worden door verschillende grijstinten weergegeven. IEEE 1284 De 1284-norm voor de parallelle poort is ontwikkeld door het IEEE (Institute of Electrical and Electronics Engineers). De term "1284-B" verwijst naar een bepaald type connector aan het uiteinde van de parallelle kabel die kan worden aangesloten op het randapparaat (bijvoorbeeld een printer). Verklarende woordenlijst 112 Intranet IPP Een besloten netwerk dat gebruikmaakt van internetprotocollen, netwerkconnectiviteit en eventueel het openbaar telecommunicatiesysteem om werknemers op een veilige manier bedrijfsgegevens te laten uitwisselen of verrichtingen te laten uitvoeren. De term kan nu en dan ook enkel verwijzen naar de meest zichtbare dienst, de interne website. IPP (Internet Printing Protocol) is een standaardprotocol voor zowel afdrukken als het beheren van afdruktaken, mediaformaat, resolutie, enzovoort. IPP kan lokaal of via het internet voor honderden printers worden gebruikt en ondersteunt tevens toegangsbeheer, verificatie en codering, waardoor het een veel effectievere en veiligere afdrukoplossing is dan eerdere oplossingen. IP-adres Een Internet Protocol-adres (IP-adres) is een uniek nummer dat apparaten gebruiken om elkaar te identificeren en informatie uit te wisselen in een netwerk met behulp van de Internet Protocolstandaard. IPM IPM (Afbeeldingen per minuut) is een eenheid waarmee de snelheid van een printer wordt gemeten. Het IPM-cijfer geeft het aantal vellen papier aan dat een printer binnen één minuut eenzijdig kan bedrukken. IPX/SPX IPX/SPX staat voor Internet Packet Exchange/Sequenced Packet Exchange. Het is een netwerkprotocol dat wordt gebruikt door de besturingssystemen van Novell NetWare. IPX en SPX bieden beide verbindingsservices aan die vergelijkbaar zijn met TCP/IP, waarbij het IPX-protocol vergelijkbaar is met IP en SPX vergelijkbaar is met TCP. IPX/SPX was in eerste instantie bedoeld voor LAN’s (lokale netwerken) en is een bijzonder efficiënt protocol voor dit doel (doorgaans overtreffen de prestaties die van TCP/IP in een LAN). Verklarende woordenlijst 113 ISO JBIG De Internationale organisatie voor standaardisatie (ISO) is een internationale organisatie die normen vastlegt en samengesteld is uit vertegenwoordigers van nationale standaardiseringsorganisaties. De ISO produceert wereldwijd industriële en commerciële normen. JBIG (Joint Bi-level Image Experts Group) is een norm voor de compressie van afbeeldingen zonder verlies van nauwkeurigheid of kwaliteit, die ontworpen is voor de compressie van binaire afbeeldingen, in het bijzonder voor faxen, maar ook voor andere afbeeldingen. ITU-T JPEG De Internationale Telecommunicatie Unie is een internationale organisatie die is opgericht voor de standaardisering en regulering van internationale radio- en telecommunicatie. De belangrijkste taken omvatten standaardisering, de toewijzing van het radiospectrum en de organisatie van onderlinge verbindingen tussen verschillende landen waarmee internationale telefoongesprekken mogelijk worden gemaakt. De -T in ITU-T duidt op telecommunicatie. JPEG (Joint Photographic Experts Group) is de meest gebruikte standaardcompressiemethode voor foto’s. Deze indeling wordt gebruikt voor het opslaan en verzenden van foto’s over het internet. ITU-T No. 1 chart Gestandaardiseerd testdiagram dat is gepubliceerd door ITU-T voor het verzenden van faxdocumenten. LDAP LDAP (Lightweight Directory Access Protocol) is een netwerkprotocol voor het zoeken in en aanpassen van directoryservices via TCP/IP. LED Een LED (Light-Emitting Diode) is een halfgeleider die de status van een apparaat aangeeft. Verklarende woordenlijst 114 MAC-adres MH Het MAC-adres (Media Access Control) is een uniek adres dat aan een netwerkadapter is gekoppeld. Het MAC-adres is een unieke naam van 48 bits die gewoonlijk wordt genoteerd als 12 hexadecimale tekens die telkens per twee worden gegroepeerd (bijvoorbeeld 00-00-0c-34-11-4e). Dit adres wordt doorgaans door de fabrikant in een netwerkinterfacekaart (NIC) geprogrammeerd en gebruikt als een hulpmiddel aan de hand waarvan routers apparaten kunnen vinden in grote netwerken. MH (Modified Huffman) is een compressiemethode voor het beperken van de hoeveelheid gegevens die tussen faxapparaten worden verzonden om een afbeelding te versturen. MH wordt aanbevolen door ITU-T T.4. MH is een op een codeboek gebaseerd lengtecoderingsschema dat geoptimaliseerd werd om op een doeltreffende wijze witruimtes te comprimeren. Aangezien de meeste faxen voornamelijk uit witruimte bestaan, kan hiermee de verzendtijd van de meeste faxen tot een minimum worden teruggebracht. MFP Een MFP (Multi Function Peripheral) is een kantoorapparaat dat verschillende functies in één fysieke behuizing combineert, bijvoorbeeld een printer, kopieerapparaat, faxapparaat en scanner. MMR MMR (Modified Modified READ) is een compressiemethode die wordt aanbevolen door ITU-T T.6. Modem Een apparaat dat een draaggolfsignaal moduleert om digitale informatie te coderen en een dergelijk signaal demoduleert om de verzonden informatie te decoderen. Verklarende woordenlijst MR MR (Modified READ) is een compressiemethode die wordt aanbevolen door ITU-T T.4. MR codeert de eerst gescande lijn met behulp van MH. De volgende regel wordt vergeleken met de eerste, het verschil wordt vastgesteld en vervolgens worden de verschillen gecodeerd en verzonden. NetWare Een netwerkbesturingssysteem dat is ontwikkeld door Novell, Inc. Aanvankelijk maakte dit systeem gebruik van coöperatieve multi-tasking om verschillende services op een pc te kunnen uitvoeren en waren de netwerkprotocollen gebaseerd op de klassieke Xerox XNS-stack. Tegenwoordig ondersteunt NetWare zowel TCP/IP als IPX/SPX. OPC Organische fotogeleider (OPC) is een mechanisme dat een virtuele afbeelding maakt om af te drukken met behulp van een laserstraal uit een laserprinter. Het is meestal groen of grijs en cilindervormig. 115 Indien een beeldeenheid een drum bevat, wordt het oppervlak van de drum op den duur aangetast door het gebruik in de printer. De drum moet dan ook regelmatig worden vervangen, omdat deze slijt door het contact met de ontwikkelborstel van de cassette, het reinigingsmechanisme en het papier. Originelen Het eerste exemplaar van bijvoorbeeld een document, foto of tekst, dat wordt gekopieerd, gereproduceerd of omgezet om volgende exemplaren te verkrijgen, maar dat zelf niet van iets anders is gekopieerd of afgeleid. OSI OSI (Open Systems Interconnection) is een communicatiemodel dat is ontwikkeld door de ISO (International Organization for Standardization). OSI biedt een standaard modulaire benadering van netwerkontwerp waarmee de vereiste set complexe functies wordt opgesplitst in hanteerbare, op zichzelf staande, functionele lagen. De lagen zijn van boven naar onder: applicatie, presentatie, sessie, transport, netwerk, gegevenskoppeling en fysiek. Verklarende woordenlijst 116 PABX Printerstuurprogramma PABX (Private Automatic Branch Exchange) is een automatisch telefoonschakelsysteem in een besloten onderneming. Een programma dat wordt gebruikt om opdrachten te verzenden en gegevens over te brengen van de computer naar de printer. PCL Afdrukmedia Printeropdrachttaal (PCL) is een paginabeschrijvingstaal (PDL) die ontwikkeld is door HP als printerprotocol en inmiddels is uitgegroeid tot een norm in de branche. PCL werd aanvankelijk ontwikkeld voor de eerste inkjetprinters en is in verschillende versies verschenen voor thermische printers, matrix- en laserprinters. Het materiaal, zoals papier, enveloppen, etiketten en transparanten, dat in een printer, scanner, fax of kopieerapparaat kan worden gebruikt. PPM PDF Pagina’s per minuut (PPM) is een methode voor het meten van de snelheid van een printer en verwijst naar het aantal pagina’s dat een printer in één minuut kan afdrukken. PDF (Portable Document Format) is een door Adobe Systems ontwikkelde bestandsindeling voor het weergeven van tweedimensionale documenten in een apparaat- en resolutieonafhankelijke indeling. PRN-bestand PostScript PS (PostScript) is een paginabeschrijvings- en programmeertaal die voornamelijk gebruikt wordt voor e-publishing en desktop publishing. - die in een interpreter wordt uitgevoerd om een afbeelding te produceren. Een interface voor een apparaatstuurprogramma waarlangs software kan communiceren met het apparaatstuurprogramma via standaard invoer-/uitvoeraanroepen, waardoor veel taken worden vereenvoudigd. Verklarende woordenlijst 117 Protocol Resolutie Een conventie of standaard die de verbinding, communicatie en het gegevensverkeer tussen twee computers inschakelt of controleert. De scherpte van een afbeelding, gemeten in dpi (punten per inch). Hoe hoger de dpi, hoe hoger de resolutie. PS Zie PostScript. PSTN Openbaar telefoonnet (PSTN) is het netwerk van openbare circuitgeschakelde telefoonnetwerken wereldwijd dat in een bedrijfsomgeving doorgaans via een schakelbord wordt gerouteerd. RADIUS RADIUS (Remote Authentication Dial In User Service) is een protocol voor gebruikersidentificatie en accounting op afstand. RADIUS laat toe om verificatiegegevens zoals gebruikersnamen en wachtwoorden met behulp van een AAA-concept (authentication, authorization en accounting) voor het beheer van de netwerktoegang. SMB SMB (Server Message Block) is een netwerkprotocol dat hoofdzakelijk wordt toegepast op gedeelde bestanden, printers, seriële poorten en diverse verbindingen tussen de knooppunten in een netwerk. Het biedt tevens een geverifieerd communicatiemechanisme voor processen onderling. SMTP SMTP (Simple Mail Transfer Protocol) is de standaard voor emailverkeer over het internet. SMTP is een relatief eenvoudig op tekst gebaseerd protocol waarbij één of meer ontvangers van een bericht worden aangegeven, waarna de berichttekst wordt verzonden. Het is een client-serverprotocol, waarbij de client een e-mailbericht verzendt naar de server. Verklarende woordenlijst 118 SSID TIFF SSID (Service Set Identifier) is een benaming van een draadloos netwerk (WLAN). Alle draadloze apparaten in een draadloos netwerk gebruiken dezelfde SSID om met elkaar te communiceren. De SSID’s zijn hoofdlettergevoelig en kunnen tot 32 tekens lang zijn. TIFF (Tagged Image File Format) is een bestandsindeling voor bitmapafbeeldingen met een variabele resolutie. TIFF beschrijft de afbeeldingsgegevens die doorgaans afkomstig zijn van de scanner. TIFF-afbeeldingen maken gebruik van tags: trefwoorden die de kenmerken definiëren van de in het bestand opgenomen afbeelding. Deze flexibele en platformonafhankelijke indeling kan worden gebruikt voor illustraties die met diverse beeldverwerkingstoepassingen zijn gemaakt. Subnetmasker Het subnetmasker wordt gebruikt in samenhang met het netwerkadres om te bepalen welk deel van het adres het netwerkadres is en welk deel het hostadres. TCP/IP TCP (Transmission Control Protocol) en IP (Internet Protocol): de set communicatieprotocollen die de protocolstack implementeren waarop het internet en de meeste commerciële netwerken draaien. TCR Verzendrapport (TCR) geeft de details van elke verzending weer, zoals de taakstatus, het verzendresultaat en het aantal verzonden pagina’s. Er kan worden ingesteld dat dit rapport na elke taak of alleen na een mislukte verzending wordt afgedrukt. Tonercassette Een soort fles of container die in apparaten zoals printers wordt gebruikt en die toner bevat. Toner is een poeder dat in laserprinters en kopieerapparaten wordt gebruikt voor het vormen van tekst en afbeeldingen op afdrukpapier. Toner wordt gefixeerd door een combinatie van hitte en druk vanuit de fixeereenheid, waardoor het zich aan de vezels in het papier gaat hechten. Verklarende woordenlijst 119 TWAIN USB Een standaard voor scanners en software. Als een TWAINcompatibele scanner wordt gebruikt met een TWAIN-compatibel programma, kan een scan worden gestart vanuit het programma; dit een API voor het vastleggen van afbeeldingen voor de besturingssystemen van Microsoft Windows en Apple Macintosh. USB (Universal Serial Bus) is een door het USB Implementers Forum, Inc. ontwikkelde standaard om computers en randapparatuur met elkaar te verbinden. In tegenstelling tot de parallelle poort is USB ontworpen om een enkele computerUSB-poort tegelijkertijd met meerdere randapparaten te verbinden. UNC-pad Watermerk UNC (Uniform Naming Convention) is een standaardmanier om gedeelde netwerkbronnen te benaderen in Windows NT en andere Microsoft-producten. De notatie van een UNC-pad is: \\<servernaam>\<naam_gedeelde_bron>\<aanvullende map> Een watermerk is een herkenbare afbeelding of patroon dat helderder oplicht wanneer het voor een lichtbron wordt gehouden. Watermerken werden voor het eerst in 1282 in het Italiaanse Bologna gebruikt door papiermakers om hun product te merken. Ze werden ook toegepast in postzegels, papiergeld en andere officiële documenten om fraude te voorkomen. URL URL (Uniform Resource Locator) is het internationale adres van documenten en informatiebronnen op internet. Het eerste deel van het adres geeft aan welk protocol moet worden gebruikt en het tweede deel geeft het IP-adres of de domeinnaam aan waar de informatiebron zich bevindt. WEP WEP (Wired Equivalent Privacy) is een beveiligingsprotocol dat gespecificeerd wordt in IEEE 802.11 om eenzelfde beveiligingsniveau als een bedraad LAN te garanderen. WEP beveiligt gegevens door deze via radiogolven te coderen, zodat ze veilig van het ene punt naar het andere kunnen worden verzonden. Verklarende woordenlijst 120 WIA WPS WIA (Windows Imaging Architecture) is een beeldverwerkingsarchitectuur die oorspronkelijk werd gebruikt in Windows Me en Windows XP. Een scan kan vanuit deze besturingssystemen worden gestart door middel van een WIAcompatibele scanner. WPS (Wi-Fi Protected Setup) is een standaard voor het tot stand brengen van een draadloos thuisnetwerk. Als uw draadloze toegangspunt WPS ondersteunt, kunt u de draadloze netwerkverbinding gemakkelijk configureren zonder computer. WPA WPA (Wi-Fi Protected Access) is een klasse van systemen voor de beveiliging van draadloze (Wi-Fi) computernetwerken die ontwikkeld werd voor een betere beveiliging van WEP. WPA-PSK WPA-PSK (vooraf gedeelde WPA-sleutel) is een speciale WPAmodus voor kleine ondernemingen en thuisgebruikers. Een gedeelde sleutel of een gedeeld wachtwoord wordt geconfigureerd in het draadloze toegangspunt (WAP) en draadloze laptop- of desktopapparaten. WPA-PSK genereert een unieke sleutel voor elke sessie tussen een draadloze client en de daarmee geassocieerde WAP voor een betere veiligheid. XPS XML-papierspecificatie (XPS) is een specificatie voor een paginabeschrijvingstaal (PDL) en een nieuw uitwisselbaar documentformaat dat door Microsoft is ontwikkeld. Dit vectorgebaseerd apparaatonafhankelijk documentformaat is gebaseerd op XML en op een nieuw afdrukpad. Index 121 A D afdrukken De afdrukken naar een bestand 47 de standaardafdrukinstellingen wijzigen 45 dubbelzijdig afdrukken Macintosh Linux 44 E afdrukken 58 algemene Linuxproblemen 98 besturingsbestand opnieuw installeren voor een via een USBkabel verbonden apparaat 10 een document afdrukken Linux 58 56 Macintosh 55 installatie van het stuurprogramma voor 20 het verbonden netwerk Linux 58 UNIX 61 printereigenschappen 59 Macintosh 55 SetIP gebruiken 15 meerdere pagina's afdrukken op één vel papier 55 Macintosh functies van het apparaat 28 G afdrukresolutie instellen Linux 58 31, 33, 34, 39 general settings 35 H apparaat instellen stuurprogramma van een met een USBkabel verbonden apparaat installeren 8 functies 61 UNIX algemene instellingen F unified driver configurator M Macintosh afdrukken apparaatstatus 30 help gebruiken 57 apparaatgegevens 30 het programma SetIP 14 76 55 besturingsbestand opnieuw installeren voor een via een USBkabel verbonden 7 apparaat B L benodigdheden installatie van het stuurprogramma voor het verbonden netwerk 18 LCDdisplay SetIP gebruiken geschatte gebruiksduur van tonercassette 65 de status van het apparaat controleren 30 lettertypeinstellingen 44 15 stuurprogramma van een met een USBkabel verbonden apparaat installeren 5 veelvoorkomende problemen onder Index Macintosh 122 97 Meerdere pagina's op één vel afdrukken nup Macintosh T PostScriptstuurprogramma problemen oplossen 100 Printerstatus 55 algemene informatie tonercassette 72, 74 printervoorkeursinstellingen N Linux netwerk algemene instelling het programma SetIP 40 14, 15 IPv6configuratie stuurprogrammainstallatie Linux Macintosh UNIX Windows 25 20 18 21 17 O opslaan problemen met de afdrukkwaliteit 88 problemen met papierinvoer 80 53 maken 52 verwijderen 53 UNIX afdrukken USBkabel rapporten apparaatgegevens besturingsbestand opnieuw installeren 7, 10 30, 35 stuurprogrammainstallatie speciale afdrukfuncties 102 42 stuurprogrammainstallatie Unix algemene informatie plaatsing van het apparaat aanpassing aan de hoogte 43 61 installatie van het stuurprogramma voor 21 het verbonden netwerk 21 SyncThru Web Service P 64 U R service contact numbers afdrukken 64 83 S overlay afdrukken instructies voor het hanteren van cassettes nietoriginele Samsung en bijgevulde 65 cassettes problemen met betrekking tot netvoeding 82 introductie van netwerkprogrammas 12 65 59 problemen afdrukproblemen geschatte gebruiksduur 67 5, 8 V verklarende woordenlijst 106 W watermerk bewerken 51 maken 51 Index verwijderen 123 51 Windows installatie van het stuurprogramma voor het verbonden netwerk 17 SetIP gebruiken 14 veelvoorkomende problemen onder Windows 96
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229

HP Samsung ML-3750 Laser Printer series Handleiding

Categorie
Kopieerapparaten
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor