Compex RUNNER Handleiding

Type
Handleiding
151
NL
Het wordt ten zeerste aanbevolen deze instructies en de contra-indicaties en veiligheidsmaatregelen
zorgvuldig door te lezen voordat u de stimulator gebruikt.
1. Verklaring van de Symbolen 153
2. Hoe werkt elektrostimulatie? 154
3. Hoe werkt de MI-technologie (musculaire intelligentie)? 156
4. Apparaatfunctie 157
Inhoud van de set en accessoires 157
Beschrijving van het apparaat 158
Plaatsen van de batterij 159
Aansluitingen 159
Voorlopige instellingen 160
Een categorie kiezen 161
Een programma selecteren 162
Individualiseren van een Programma 162
MI-scantest 163
Aanpassen van de stimulatie-intensiteiten 163
Voortgang van het programma 164
Einde van een programma 165
Ladingsniveau en opladen van de batterij 165
Ladingsniveau van de batterij 165
Opladen 165
5. Probleemoplossing 167
6. Onderhoud van het apparaat 170
7. Technische specicaties 171
8. Tabel EMC 173
9. Programma’s 177
152
NL
1. VERKLARING VAN DE SYMBOLEN
Zie de instructies
Toegepaste onderdelen van type BF.
Naam en adres van de fabrikant en fabricagedatum
Dit apparaat moet gescheiden van huishoudelijk afval worden afgevoerd en naar speciale
inzamelpunten worden gebracht voor recycling en herwinning van grondstoen
De stand-byknop is multifunctioneel
Beschermen tegen zonlicht
Op een droge plaats bewaren
IP20
apparaat
Dit is een indicatie van de bescherming tegen indringen van water en jnstof. Het IP20-teken op
uw apparaat betekent: het apparaat is beschermd tegen indringen van vaste voorwerpen met
een diameter van 12,5 mm en groter. Niet beschermd tegen water.
IP02
draagkoer
IP02 op de draagkoer betekent: beschermd tegen binnendringen van waterdruppels van een
douche of van regen.
LATEX
Bevat geen latex
Referentienummer
Batchnummer
153
NL
2. HOE WERKT ELEKTROSTIMULATIE?
Bij elektrostimulatie worden zenuwvezels gestimuleerd door elektrische impulsen die via elektroden worden afgegeven. De
elektrische impulsen van Compex-stimulatoren zijn van hoge kwaliteit, veilig, comfortabel en eectief, en stimuleren diverse
soorten zenuwvezels:
1. Motorische zenuwen, voor het stimuleren van een spiercontractie, elektromusculaire stimulatie
(EMS) genoemd.
2. Bepaalde soorten sensorische zenuwvezels, om analgetische eecten en pijnverlichting te verkrijgen.
1. STIMULATIE VAN MOTORISCHE ZENUWEN (EMS)
Bij willekeurige activiteit sturen de hersenen een signaal voor samentrekking van een spier, dat vervolgens aan zenuwvezels
wordt overgedragen in de vorm van een elektrisch signaal. Dit signaal wordt naar de spiervezels gestuurd, die daardoor
samentrekken. Het principe van elektrostimulatie bootst precies het proces na dat bij een willekeurige contractie plaatsvindt.
De stimulator stuurt een exciterende elektrische impuls naar de zenuwvezels. Deze excitatie wordt overgedragen aan de
spiervezels en leidt tot een eenvoudige mechanische respons (= een spiersamentrekking). Dit is de basisvoorwaarde voor
spiercontractie. De spierrespons is in alle opzichten identiek aan spierarbeid die door de hersenen wordt aangestuurd. Met
andere woorden, de spier maakt geen onderscheid tussen een door de hersenen of door de stimulator gestuurd signaal.
Programma-instellingen (aantal impulsen per seconde, duur van de contractie, rustduur, totale programmaduur)
bepalen de diverse soorten arbeid voor de spier, afhankelijk van de spiervezel. Diverse soorten spiervezels kunnen
worden onderscheiden, afhankelijk van hun respectievelijke contractiesnelheid: langzame, intermediaire en snelle vezels.
Een sprinter heeft duidelijk meer snelle spiervezels en een marathonloper heeft meer langzame vezels. Met een goede
kennis van de menselijke fysiologie en volledige controle over de stimulatie-instellingen van de diverse programma’s kan
spierarbeid speciek worden afgestemd op het bereiken van het gewenste doel (spierversterking, verhoogde bloedcirculatie,
versteviging, enz.).
154
NL
2. STIMULATIE VAN SENSORISCHE ZENUWEN
Elektrische impulsen kunnen ook sensorische zenuwen exciteren om een analgetische werking of pijnverlichting te
bereiken. Stimulatie van tactiele sensorische zenuwvezels blokkeert de pijn die aan het zenuwstelsel wordt doorgegeven.
Stimulatie van een ander type zenuwvezel verhoogt de productie van endornes en reduceert de pijn op die manier. Met
pijnverlichtingsprogramma’s kan elektrostimulatie worden gebruikt om acute of chronische gelokaliseerde pijn en spierpijn
te behandelen.
Let op: Gebruik pijnverlichtingsprogramma’s niet gedurende langere tijd zonder medisch advies.
VOORDELEN VAN ELEKTROSTIMULATIE
Elektrostimulatie is een zeer werkzame methode om spierarbeid te bewerkstelligen:
met een aanzienlijke verbetering van diverse spiereigenschappen
zonder cardiovasculaire of mentale vermoeidheid
met geringe belasting van gewrichten en pezen. Elektrostimulatie maakt het daardoor mogelijk meer
spierarbeid te verrichten dan bij vrijwillige activiteit.
Compex adviseert uw elektrostimulatie voor optimale resultaten aan te vullen met andere activiteiten, zoals:
regelmatige lichaamsbeweging
een evenwichtig en gezond dieet
een evenwichtige leefstijl
155
NL
3. HOE WERKT DE MI-TECHNOLOGIE (MUSCULAIRE
INTELLIGENTIE)?
Voor de MI-functies moet de MI-sensorkabel worden aangesloten op de stimulator.
MI-SCAN
Vlak voor het begin van een werksessie test de MI-scan de geselecteerde spiergroep en stelt de stimulator automatisch in op
de exciteerbaarheid van dat deel van het lichaam, afhankelijk van uw fysiologie.
Deze functie resulteert in een korte testsequentie aan het begin van het programma, waarbij metingen worden gedaan.
Aan het einde van de test moet de intensiteit worden verhoogd om het programma te starten.
MI-TENS
De MI-tensfunctie beperkt ongewilde spiercontracties op pijnlijke plekken.
Bij iedere verhoging door de gebruiker van de intensiteit vindt een testfase plaats, en als een spiercontractie wordt
gedetecteerd, reduceert het apparaat de intensiteit van de stimulatie automatisch.
MI-RANGE
De MI-rangefunctie geeft het ideale bereik aan voor instellen van de stimulatie-intensiteit, die in de volgende programma’s
moeten worden gebruikt: herstel, massage, capillarisatie en spierpijn.
Wanneer het apparaat het ideale intensiteitsbereik heeft vastgesteld, verschijnt een vinkje op het scherm. Voor optimale
arbeid moet de intensiteit binnen dit bereik worden gehouden.
156
NL
4. APPARAATFUNCTIE
INHOUD VAN DE SET EN ACCESSOIRES
REF. AANT.
STIMULATOR
1518117 1
LADER
6830XX 1
SET VAN 4 DRUKKNOOPKABELS
001119 1
MI-SENSORKABEL
601160 1
ZAK MET KLEINE
5X5-ELEKTRODEN
42215 1
ZAK MET GROTE
5X10-ELEKTRODEN
42216-4 1
WAARSCHUWING LEAFLET
M307816 1
BEKNOPTE HANDLEIDING
4518163 1
DRAAGKOFFER
680029 1
BATTERIJSET
94121X 1
Gebruik dit apparaat alleen met de door Compex aanbevolen kabels, batterij, voedingsadapter en
accessoires.
157
NL
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
A Aan/uit-knop
B Aansluitingen voor de vier stimulatiekabels
C Stimulatiekabels
D +/- knoppen voor de vier stimulatiekanalen
E I-knop, waarmee:
• de intensiteiten op meerdere kanalen tegelijk kan worden verhoogd
• de laatstgebruikte programma kunnen worden opgeroepen
E Laadaansluiting (schuif de rode afdekking naar rechts om de laadaansluiting bloot te leggen)
F Batterijvak
G Houder voor riemclip
A
B
C
DE
F
G
H
158
NL
PLAATSEN VAN DE BATTERIJ
Open het batterijvakdeksel en plaats de batterij met het etiket naar boven, zodat de + en - tegenover de contacten van het
apparaat liggen. Plaats het batterijvakdeksel terug. Als het apparaat langer dan drie maanden niet zal worden gebruikt,
controleer dan of de batterij geheel opgeladen is. Als het apparaat langer dan zes maanden niet zal worden gebruikt,
controleer dan of de batterij volledig geladen is en neem hem uit de stimulator. Schakel de stimulator uit voordat u de
batterij eruit neemt.
AANSLUITINGEN
AANSLUITING VAN DE LADER
COMPEX
Verwijder alle stimulatiekabels van de stimulator voordat u de batterij oplaadt. Sluit de lader aan op een stopcontact en sluit de
stimulator aan door de rode afdekking naar rechts weg te schuiven, zodat de laadaansluiting bloot komt te liggen. Het wordt ten
zeerste aanbevolen de batterij voor het eerste gebruik volledig op te laden om de prestaties en de levensduur ervan te optimaliseren.
AANSLUITEN VAN DE KABELS
De kabels van de stimulator worden aangesloten op de vier aansluitingen aan de voorkant van het apparaat. De MI-
sensorkabel kan op ieder contact van de stimulator worden aangesloten.
COMPEX
159
NL
VOORLOPIGE INSTELLINGEN
Voor het eerste gebruik kunt u diverse instellingen vastleggen. Dit instellingenscherm kan vervolgens worden opgeroepen
door het apparaat uit te schakelen en de aan/uit-knop langer dan twee seconden ingedrukt te houden.
A B C D E
B Druk op de +/- knop van kanaal 1 om de gewenste taal in te stellen.
C Druk op de +/- knop van kanaal 2 om het schermcontrast in te stellen.
D Druk op de +/- knop van kanaal 3 om het volume in te stellen.
E Druk op de +/- knop van kanaal 4 om de achtergrondverlichting in te stellen.
ON: achtergrondverlichting altijd aan.
OFF: achtergrondverlichting altijd uit.
AUTO: achtergrondverlichting wordt steeds geactiveerd wanneer een knop wordt ingedrukt.
A Druk op de aan/uit-knop om uw keuzes te bevestigen en op te slaan. De instellingen worden onmiddellijk toegepast.
160
NL
EEN CATEGORIE KIEZEN
NB De volgende schermen zijn algemene voorbeelden, maar ze werken op dezelfde manier, ongeacht welk apparaat u hebt.
Druk kort op de aan/uit-knop om het apparaat in te schakelen.
Selecteer de gewenste categorie voordat u een programma selecteert.
A B E
A Druk op de aan/uit-knop om het apparaat uit te schakelen.
B Druk op de +/- knop van kanaal 1 om een categorie te selecteren.
E Druk op de +/- knop van kanaal 4 om uw selectie te bevestigen.
LAST
Druk op de I-knop om naar de laatstgebruikte programma te gaan. Selecteer van daaruit het gewenste programma en start
het.
161
NL
EEN PROGRAMMA SELECTEREN
A B E
A Druk op de aan/uit-knop om terug te keren naar het vorige scherm.
B Druk op de +/- knop van kanaal 1 om een programma te selecteren.
E Druk op de +/- knop van kanaal 4 om de selectie te bevestigen.
INDIVIDUALISEREN VAN EEN PROGRAMMA
N.B. Niet alle programma’s beschikken over een personalisatiescherm
A B C D E
A Druk op de aan/uit-knop om terug te keren naar het vorige scherm.
B Druk op de +/- knop van kanaal 1 om de spiergroep die u wilt stimuleren te selecteren.
C Druk op de +/- knop van kanaal 2 om de warming-up over te slaan.
D Druk op de +/- knop van kanaal 3 om de stimulatie cyclus te selecteren.
E Druk op de +/- knop van kanaal 4 om de selectie te bevestigen en de stimulatiesessie te beginnen.
N.B. Wanneer de Compex uitgerust is met het MI-sensor-systeem, wordt de spiergroep automatisch geselecteerd.
N.B. Het wordt aanbevolen met de eerste cyclus te beginnen en de cyclus te wijzigen wanneer deze is voltooid, normaliter
na vier à zes weken bij drie sessies per week. Het is ook van belang dat tijdens de sessies aanzienlijke stimulatie-intensiteiten
zijn bereikt voordat u verdergaat met een andere cyclus. Aan het einde van de cyclus kunt u een nieuwe cyclus starten of een
onderhoudstraining uitvoeren, met een sessie per week.
162
NL
MI-SCAN TEST
NB Zie het hoofdstuk “Hoe MI-technologie werkt”.
Als de MI-sensorkabel is aangesloten, begint de MI-scantest onmiddellijk nadat het programma is geselecteerd.
A
A Druk op de aan/uit-knop om de test te stoppen
De +/- knoppen van de vier kanalen zijn gedurende de test inactief.
AANPASSEN VAN DE STIMULATIE-INTENSITEITEN
Wanneer u een programma start, wordt u gevraagd de stimulatie-intensiteiten te verhogen. Deze stap is essentieel voor het
succes van de sessie.
A B C D E
1
2
1 Programmaduur in minuten en seconden
2 Voortgangsbalk van het programma. Meer informatie over hoe het werkt, vindt u in de volgende paragraaf:
‘Voortgang van het programma’
A Druk op de aan/uit-knop om het apparaat in de pauzestand te zetten.
B C D E De vier kanalen knipperen van + tot 000. De stimulatie-intensiteit moet worden verhoogd om stimulatie te kunnen
starten. Druk daartoe op de +-knoppen van de desbetreende kanalen totdat de gewenste instelling is bereikt.
NB Om de intensiteiten van meerdere kanalen tegelijk te verhogen, drukt u op de I-knop en verhoogt u vervolgens de
intensiteiten. De onderling afhankelijke kanalen worden in wit op een zwarte achtergrond weergegeven.
163
NL
VOORTGANG VAN HET PROGRAMMA
De eigenlijke stimulatie start wanneer de intensiteit van de stimulatie is verhoogd.
De onderstaande voorbeelden verduidelijken de algemene regels. Afhankelijk van het programma kunnen er kleine
verschillen zijn.
A B C D E
1
23
4 5 6
1 Resterende tijd (in minuten en seconden) tot het einde van het programma
2 De balk die de duur van de contractie en de duur van de actieve rust aangeeft, wordt alleen tijdens de
arbeidssequentie weergegeven
3 Sessiesequenties
4 Warm-up
5 Arbeidsperiode
6 Ontspanning
A Druk op de aan/uit-knop om het programma tijdelijk te onderbreken. Om het programma te hervatten, hoeft u slechts op
de +/- knop van kanaal 4 te drukken. De sessie wordt hervat met 80% van de intensiteit van voor de onderbreking.
NB In de pauzestand, en afhankelijk van het programma, kunnen gebruiksstatistieken worden weergegeven:
MAX = de maximaal bereikte intensiteit per kanaal tijdens de contractiefasen
AVG = de gemiddeld bereikte intensiteit over alle kanalen die tijdens de contractiefasen werd toegediend
B C D E De diverse intensiteiten die tijdens de contractiefase werden bereikt, worden weergegeven door een reeks
verticale zwarte balken. De intensiteit tijdens de rustfase wordt weergegeven door gearceerde balken.
Zoals u ziet, worden de stimulatie-intensiteiten voor de actieve rustfase automatisch op 50% van de contractie-intensiteiten
ingesteld. Deze kunnen tijdens de rustfase worden veranderd. Als deze eenmaal zijn veranderd, zijn ze volledig onafhankelijk
van de contractie-intensiteiten.
164
NL
EINDE VAN EEN PROGRAMMA
Aan het einde van een sessie wordt het volgende scherm weergegeven. Om de stimulator te stoppen drukt u op de aan/
uit-knop.
NB Afhankelijk van het programma kunnen gebruiksstatistieken worden weergegeven (zie de vorige paragraaf, ‘Voortgang van
het programma’)
LADINGSNIVEAU EN OPLADEN VAN DE BATTERIJ
De prestaties van de batterij hangen af van het programma en de toegepaste stimulatie-intensiteit. Het wordt ten
zeerste aanbevolen de batterij voor het eerste gebruik volledig op te laden om de prestaties en de levensduur ervan te
optimaliseren. Gebruik altijd de door Compex meegeleverde lader om de batterij op te laden.
Als het apparaat langer dan drie maanden niet zal worden gebruikt, controleer dan of de batterij geheel opgeladen is. Als het
apparaat langer dan zes maanden niet zal worden gebruikt, controleer dan of de batterij volledig geladen is en neem hem uit
de stimulator. Schakel de stimulator uit voordat u de batterij eruit neemt.
LADINGSNIVEAU VAN DE BATTERIJ
Het ladingsniveau van de batterij wordt weergegeven door een batterijpictogram, linksonder op het scherm. Het
batterijpictogram knippert wanneer de batterij helemaal leeg is. Het apparaat kan dan niet meer worden gebruikt. Laad de
batterij onmiddellijk op.
OPLADEN
Verwijder alle stimulatiekabels van de stimulator voordat u de batterij oplaadt. Sluit de lader aan op een stopcontact en sluit
de stimulator aan door de rode afdekking naar rechts weg te schuiven, zodat de laadaansluiting bloot komt te liggen.
165
NL
Het hieronder afgebeelde oplaadmenu wordt automatisch weergegeven.
De duur van het opladen wordt op het scherm weergegeven. Zodra het laden gereed is, begint het batterijpictogram te
knipperen. Ontkoppel de lader. De stimulator wordt dan automatisch uitgeschakeld.
166
NL
5. PROBLEEMOPLOSSING
ELEKTRODESTORING
Het apparaat laat een toon horen en geeft afwisselend het elektrodenpaarsymbool en een pijl naar het kanaal waarop het
probleem is gedetecteerd weer. In het bovenstaande voorbeeld heeft de stimulator een fout ontdekt op kanaal 1.
Controleer of de elektroden op dit kanaal zijn aangesloten.
Probeer het met nieuwe elektroden als de elektroden oud of versleten zijn, en/of als het contact slecht is.
Probeer de stimulatiekabel op een ander kanaal. Als de kabel nog steeds niet goed werkt, vervang deze dan
(www.compexstore.com).
STIMULATIE VEROORZAAKT NIET HET GEBRUIKELIJKE GEVOEL
Controleer of alle instellingen correct zijn en controleer of de elektroden juist geplaatst zijn.
Wijzig de positie van de elektroden enigszins.
STIMULATIE VEROORZAAKT EEN ONPRETTIG GEVOEL
De elektroden verliezen hun hechtkracht en maken niet meer voldoende contact met de huid.
De elektroden zijn versleten en moeten worden vervangen.
Wijzig de positie van de elektroden enigszins.
167
NL
DE STIMULATOR WERKT NIET
Wanneer tijdens het gebruik een foutmeldingsscherm wordt weergegeven, noteer dan het foutnummer (in het voorbeeld is
het foutnummer 1/0/0) en neem contact op met het door Compex erkende klantenservicecentrum.
HET LADINGSNIVEAU VAN DE BATTERIJ IS ERG LAAG
Als het volgende scherm verschijnt, schakel het apparaat dan uit en sluit de lader aan.
Als het ladingsniveau van de batterij erg laag is, begint een herstelcyclus die twee minuten duurt.
168
NL
Als die gereed is en de batterij naar behoren werkt, wordt het laden gestart; in dit geval wordt ten zeerste aanbevolen de
batterij op te laden en weer te ontladen door op de knop van kanaal 4 te drukken en deze cyclus, die maximaal 12 uur
kan duren, te starten. Als er echter een defect wordt gevonden, verschijnt het volgende scherm en moet de batterij worden
vervangen.
169
NL
6. ONDERHOUD VAN HET APPARAAT
GARANTIE
Zie bijsluiter.
ONDERHOUD
Reinigen met een zachte doek en een reinigingsmiddel op alcoholbasis zonder oplosmiddelen. Gebruik bij het reinigen van
het apparaat zo weinig mogelijk vloeistof. Open de stimulator en de lader niet; ze bevatten hoogspanningscomponenten
die elektrocutie kunnen veroorzaken. Het openen moet worden uitgevoerd door door Compex erkende monteurs of
reparatiediensten. Uw stimulator hoeft niet gekalibreerd te worden. Als uw stimulator onderdelen bevat die er versleten of
defect uitzien, neem dan contact op met het dichtstbijzijnde klantenservicecentrum van Compex.
VOORWAARDEN VOOR OPSLAG/TRANSPORT EN GEBRUIK
OPSLAG EN TRANSPORT GEBRUIK
TEMPERATUUR
-20 °C TOT 45 °C 0 °C TOT 40 °C
MAXIMALE RELATIEVE LUCHT-
VOCHTIGHEID
75% 30% TOT 75%
ATMOSFERISCHE DRUK
TUSSEN 700 HPA EN 1060 HPA TUSSEN 700 HPA EN 1060 HPA
Niet gebruiken op plaatsen met explosiegevaar.
AFVOEREN
Batterijen moeten worden afgevoerd in overeenstemming met de geldende nationale regelgeving. Alle producten met een
AEEA-etiket (een doorgestreepte afvalbak met wielen) moeten gescheiden van huishoudelijk afval worden afgevoerd en naar
speciale inzamelpunten worden gebracht voor recycling en herwinning van grondstoen.
170
NL
7. TECHNISCHE SPECIFICATIES
ALGEMENE INFORMATIE
94121x oplaadbare nikkel-metaalhydridebatterij (NiMH) (4,8 V / ≥ 1200 mA/h).
Batterijladers: alleen laadapparaten met onderdeelnummer 6830xx mogen worden gebruikt om de met de stimulator
meegeleverde batterijen op te laden.
NEUROSTIMULATIE
Alle opgegeven elektrische specicaties gelden bij een weerstand van 500 tot 1000 ohm per kanaal.
Kanalen: vier onafhankelijke en individueel instelbare kanalen, elektrisch van elkaar geïsoleerd.
Impulsvorm: constante rechthoekstroom met pulscompensatie voor het elimineren van gelijkspanningscomponenten, om
restpolarisatie op huidniveau te voorkomen.
Maximale pulsintensiteit: 120 mA.
Verhoging van de pulsintensiteit: handmatige instelling van stimulatie-intensiteit tussen 0 en 999 (energie) in stappen van
minimaal 0,5 mA.
Pulsamplitude: tussen de 60 en 400 μs.
Maximale elektrische lading per puls: 96 microcoulomb (2 x 48 μC, gecompenseerd).
Standaard pulsstijgtijd: 3 μs (20%-80% van de maximale stroom).
Pulsfrequentie: 1 tot 150 Hz.
INFORMATIE OVER ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT (EMC)
DE stimulator is ontworpen voor gebruik in normale woonomgevingen, goedgekeurd in overeenstemming met
veiligheidsnorm EMC EN 60601-1-2.
Dit apparaat zendt slechts zeer zwakke golven in het radiospectrum (RF) uit en de kans op storing van nabijgelegen
elektronische apparatuur (radio’s computers, telefoons, enz.) is gering.
De stimulator is ontworpen om weerstand te bieden aan gebruikelijke storingen door elektrostatische ontlading, magnetische
velden van de stroomvoorziening en apparaten die radiogolven uitzenden.
Het is echter niet mogelijk om te garanderen dat de stimulator geen invloed ondervindt van krachtige RF (radiofrequente)
velden van bijvoorbeeld mobiele telefoons.
Neem contact op met Compex voor meer gedetailleerde informatie over elektromagnetische emissies en immuniteit.
171
NL
NORMEN
Om uw veiligheid te waarborgen, is de stimulator ontworpen, gefabriceerd en gedistribueerd in overeenstemming met de
voorwaarden van de geamendeerde Europese Richtlijn 93/42/EEG betreende medische hulpmiddelen.
De stimulator voldoet tevens aan de normen IEC 60601-1 betreende de algemene veiligheid van medisch-elektrische
hulpmiddelen, IEC 60601-1-2 betreende elektromagnetische compatibiliteit en IEC 60601-2-10 betreende speciale
veiligheidseisen voor zenuw- en spierstimulatoren
In overeenstemming met de geldende internationale normen moet een waarschuwing worden gegeven over het aanbrengen
van elektroden op de borst (verhoogde kans op hartbrillatie).
De stimulator voldoet tevens aan Richtlijn 2002/96/EEG betreende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur
(AEEA).
172
NL
8. TABEL EMC
De Compex vereist bijzondere voorzorgen met betrekking tot de EMC en moet geïnstalleerd en in dienst gesteld worden volgens de
in deze handleiding verstrekte informatie over de EMC. Alle draadloze zendapparaten met RF kunnen de Compex beïnvloeden.
Het gebruik van andere dan door de fabrikant aanbevolen accessoires, sensors en kabels kan de emissies versterken of de
immuniteit van de Compex verminderen. De Compex mag niet gebruikt worden op of naast een ander apparaat.
Als het gebruik op of naast een ander apparaat onvermijdelijk is, moet men de goede werking van de Compex in deze conguratie
controleren.
AANBEVELINGEN EN VERKLARING VAN DE FABRIKANT ELEKTROMAGNETISCHE EMISSIE
De Compex is ontworpen voor gebruik in de hierna vermelde elektromagnetische omgeving. De klant of gebruiker van de Compex moet
zich ervan verzekeren dat hij in een dergelijke omgeving gebruikt wordt.
EMISSIETEST CONFORMITEIT
ELEKTROMAGNETISCHE OMGEVING
- GIDS
CISPR 11
Emissies RF
Groep 1
De Compex gebruikt RF-energie
uitsluitend voor zijn interne werking. Hij
geeft dan ook uiterst weinig straling af
en kan geen storing veroorzaken in een
naburig elektronisch apparaat.
CISPR 11
Emissies RF
Klasse B
Harmonische emissies
IEC 61000-3-2
Klasse A
De Compex is geschikt voor gebruik
in alle instellingen, met inbegrip van
privéwoningen en plaatsen die direct
aangesloten zijn op het openbare
laagspanningselektriciteitsnet dat
residentiële gebouwen voedt.
Spanningsschommelingen
/ emissieschommelingen
IEC 61000-3-3
Complies
173
NL
AANBEVELINGEN EN VERKLARING VAN DE FABRIKANTOPMERKING- ELEKTROMAGNETISCHE IMMUNITEIT
De Compex is ontworpen voor gebruik in de hierna vermelde elektromagnetische omgeving. De klant of gebruiker van de Compex moet
zich ervan verzekeren dat hij in een dergelijke omgeving gebruikt wordt.
IMMUNITEITSTEST
TESTNIVEAU
IEC 60601
NALEVINGSNIVEAU
ELEKTROMAGNETISCHE
OMGEVING - GIDS
Electrostatic
discharges
immunity tests
CEI 61000-4-2
± 6 kV bij contact
± 8 kV in de lucht
± 6 kV bij contact
± 8 kV in de lucht
De vloeren moeten van hout, beton of ceramische
tegels zijn. Als de vloeren met kunststof bekleed
zijn, moet de relatieve luchtvochtigheid minimum
30% bedragen.
Electrical fast
transient/burst
immunity test
CEI 61000-4-4
± 2 kV voor
elektrische voedingslijnen
± 1 kV voor
ingangs/uitgangslijnen
±2kV (power lines)
Not Applicable
(I/O lines)
De kwaliteit van het stroomnet moet
overeenkomen met die van een typische
commerciële of ziekenhuisomgeving.
Surge immunity test
CEI 61000-4-5
± 1 kV
dierentiaalmodus
± 2 kV
gemeenschappelijke
modus
±1kV Line to Line
Not Applicable
(Line to Earth)
De kwaliteit van het stroomnet moet
overeenkomen met die van een typische
commerciële of ziekenhuisomgeving.
Voltage dips, short
interruptions and voltage
variations
immunity test
CEI 61000-4-11
<5% UT (dalen > 95%
van UT) gedurende 0,5
cyclus
<40% UT (dalen >
60% van UT)
gedurende 5 cycli
<70% UT (dalen >
30% van UT)
gedurende 25 cycli
<5% UT (dalen > 95%
van UT)
gedurende 5 cycli
<5% UT (dalen > 95%
van UT) gedurende 0,5
cyclus
<40% UT (dalen >
60% van UT)
gedurende 5 cycli
<70% UT (dalen >
30% van UT)
gedurende 25 cycli
<5% UT (dalen > 95%
van UT)
gedurende 5 cycli
De kwaliteit van het stroomnet moet
overeenkomen met die van een typische
commerciële of ziekenhuisomgeving.
Indien men de Compex wil blijven gebruiken
tijdens stroomonderbrekingen, is
het aanbevolen de Compex met een beveiligde
stroomvoorziening of met
batterijen te voeden.
Power frequency
magnetic eld
immunity test (50/60
Hz) CEI 61000-4-8
3 A/m 3 A/m
De magnetische velden met de frequentie van het
stroomnet moeten de kenmerken bezitten
van een representatieve plaats in een typische
commerciële of ziekenhuisomgeving.
OPMERKING: UT is de wisselspanning van het net voor de toepassing van een testniveau.
174
NL
AANBEVELINGEN EN VERKLARING VAN DE FABRIKANTOPMERKING- ELEKTROMAGNETISCHE IMMUNITEIT
De Compex is ontworpen voor gebruik in de hierna vermelde elektromagnetische omgeving. De klant of gebruiker van de Compex moet
zich ervan verzekeren dat hij in een dergelijke omgeving gebruikt wordt.
IMMUNITEITSTEST
TESTNIVEAU
IEC 60601
NALEVINGSNIVEAU
ELEKTROMAGNETISCHE OMGEVING -
AANBEVELINGEN
RF geleid
IEC 61000-4-6
RF gestraald
IEC 61000-4-3
3 Vrms
150 kHz tot 80 MHz
3 V/m
80 MHz tot 2.5 GHz
10 V/m
26 MHz tot 1 GHz
3Vrms
3V/m
10V/m
Draagbare en mobiele
communicatietoestellen met RF mogen
niet in de omgeving van de Compex en zijn kabels
gebruikt worden op een afstand die kleiner is
dan een aanbevolen afstand, berekend aan de
hand van de formule die overeenkomt met de
frequentie van de zender. Aanbevolen afstand
d = 1.2 √P
d = 1.2 √P 80 MHz tot 800 MHz
d = 2.3 √P 800 MHz tot 2,5 GHz
Waarin P het maximale spanningsdebiet van
de zender in Watt (W) is, zoals opgegeven
door de fabrikant, en d de aanbevolen afstand
in meter (m) is. De intensiteit van het veld
van vaste RF-zenders, zoals bepaald door een
elektromagnetisch onderzoeka moet lager zijn dan
het nalevingsniveau binnen elk frequentiebereik
b. Parasietstoringen kunnen optreden in de
nabijheid van elk toestel dat door het volgende
symbool
geïdenticeerd wordt:
OPMERKING 1: Bij 80 MHz en bij 800 MHz is de hoogfrequentie-amplitude van toepassing.
OPMERKING 2: Deze richtlijnen kunnen ongeschikt zijn voor bepaalde situaties. De elektromagnetische
voortplanting wordt gewijzigd door de absorptie en de weerkaatsing door gebouwen, voorwerpen en mensen.
a
De intensiteit van het veld dat wordt opgewekt door vaste zenders, zoals het basisstation van een radiotelefoon (gsm/draadloze
telefoon), een draagbare radio, een amateurradio, AM- en FM-radiouitzendingen en TV-uitzendingen, is niet nauwkeurig te voorspellen.
Het is mogelijk dat men de elektromagnetische omgeving van de plaats moet analyseren om de elektromagnetische omgeving te
berekenen die door vaste RF-zenders wordt geschapen. Als de intensiteit van het gemeten veld in de omgeving waar de Compex
zich bevindt groter is dan het bovenvermelde geschikte RF-niveau, moet men de goede werking van de Compex controleren. Bij een
abnormale werking kan het nodig zijn andere maatregelen te nemen, zoals een andere oriëntatie of het verplaatsen van de Compex.
b
Boven de frequentiebreedte van 150 kHz tot 80 MHz moet de intensiteit van de velden lager zijn dan 3 V/m.
175
NL
AANBEVOLEN RUIMTE TUSSEN EEN DRAAGBAAR COMMUNICATIETOESTEL EN DE COMPEX
De Compex is ontworpen voor een elektromagnetische omgeving met gecontroleerde RF-stralingsturbulenties. De koper of de gebruiker
van de Compex kan bijdragen tot het voorkomen van elektromagnetische parasieten door een minimale afstand te bewaren tussen
draagbare communicatietoestellen en mobiele RF-zenders en de Compex, volgens de onderstaande tabel met aanbevelingen en
afhankelijk van het maximale elektrische debiet van het telecommunicatietoestel.
MAXIMAAL
ELEKTRISCH DEBIET
VAN DE ZENDER W
AFSTAND AFHANKELIJK VAN DE FREQUENTIE VAN DE ZENDER MCISPR 11
150 KHZ TOT 80 MHZ
D = 1.2 √P
80 MHZ TOT 800
MHZ
D = 1.2 √P
800 MHZ TOT 2,5 GHZ
D = 2.3 √P
0,01 0,12 0,12 0,23
0,1 0,38 0,38 0,73
1 1,2 1,2 2,3
10 3,8 3,8 7,3
100 12 12 23
In het geval van zenders waarvan het maximale elektrische debiet niet in de bovenstaande tabel voorkomt, kan men de aanbevolen
afstand in meter (m) berekenen met behulp van de formule die overeenkomt met de frequentie van de zender, waarin P het maximale
elektrische debiet van de zender in Watt (W) is, zoals opgegeven door de fabrikant van de zender.
OPMERKING 1: Bij 80 MHz en bij 800 MHz is de afstand van de hoogfrequentiebreedte van toepassing.
OPMERKING 2: Deze richtlijnen kunnen ongeschikt zijn voor bepaalde situaties. De elektromagnetische voortplanting wordt gewijzigd
door de absorptie en de weerkaatsing door gebouwen, voorwerpen en mensen.
176
NL
9. PROGRAMMA’S
CATEGORIE PREVENTIE
PROGRAMMA’S EFFECTEN TOEPASSINGEN
STIMULATIE-
INTENSITEIT
FUNCTIE
MET
AANGESLOTEN
PREVENTIE VAN
ENKELVERSTUIKINGEN
Verbetering van de
contractiesnelheid en
de kracht van de laterale
kuitbeenspieren
Om het te vermijden na
het verstuiken van de
enkel waarvan de initiële
behandeling het hervatten
van de sportactiviteit toelaat
Maximaal verdraagbare
intensiteit (0-999)
KRAMPPREVENTIE
Verbetering van de
bloedsomloop om nachtelijke
krampen of krampen na
inspanningen te voorkomen
De stimulatie-energie
geleidelijk verhogen tot
duidelijke spierschokken
waarneembaar zijn
De stimulatie-intensiteit
geleidelijk verhogen tot
duidelijke spierschokken
waarneembaar zijn
PREVENTIE VAN LAGE
RUGPIJN
Verbetering van de steun van
de onderrug door de buik-
en lumbale spieren
Maximaal verdraagbare
energie (0-999)
Maximaal verdraagbare
intensiteit (0-999)
177
NL
CATEGORIE PIJNBESTRIJDING
PROGRAMMA’S EFFECTEN TOEPASSINGEN
STIMULATIE-
INTENSITEIT
FUNCTIE
MET
AANGESLOTEN
ACUTE TENDINITIS
Verlichting van de pijn
door de transmissie van de
pijnsignalen te blokkeren
Eenmaal of verscheidene
keren per dag tijdens
de acute fase van de
aandoening
Verhoog de intensiteit van de
stimulatie geleidelijk aan, tot
een duidelijk tintelend gevoel
ontstaat
CHRONISCHE TENDINITIS
Verbetering van het herstel
van de pezen door de
plaatselijke stimulatie van de
bloedsomloop, pijnstillend
eect door het vrijmaken van
endorne
Na de verdwijning van de
ontstekingssymptome n,
tijdens de chronische fase
van de aandoening
De stimulatie-intensiteit
geleidelijk verhogen tot
duidelijke spierschokken
waarneembaar zijn
LAGE RUGPIJN
Pijnstillende werking door
het vrijkomen van endorne
Verhoging van de
bloedstroom
Pijnstillende stroom,
speciek geschikt voor
aanhoudende lage rugpijn
(lendenstreek)
De stimulatie-intensiteit
geleidelijk verhogen tot
duidelijke spierschokken
waarneembaar zijn
ENKELVERSTUIKING
Verlichting van de pijn
door de transmissie van de
pijnsignalen te blokkeren
Verscheidene sessies per
dag, afgewisseld met
herhaald aanbrengen van ijs
Verhoog de intensiteit van de
stimulatie geleidelijk aan, tot
een duidelijk tintelend gevoel
ontstaat
CONTRACTUUR
Vermindering van
de spierspanning
Relaxerend en krampwerend
eect
Tegen recente en lokale
spierpijn
De stimulatie-intensiteit
geleidelijk verhogen tot
duidelijke spierschokken
waarneembaar zijn
178
NL
CATEGORIE VOORBEREIDING
PROGRAMMA’S EFFECTEN TOEPASSINGEN
STIMULATIE-
INTENSITEIT
FUNCTIE
MET
AANGESLOTEN
BUIK/RUGSTABILISATIE
Verbetering van de
stabilisatie van de romp
Tijdens de voorbereiding-
of de onderhoudsfasen
gedurende heel het
sportseizoen
Maximaal verdraagbare
intensiteit (0-999)
UITHOUDINGSVERMOGEN
Verbetering van het
zuurstofverbruik door de
spieren Verbetering van de
prestaties tijdens langdurige
inspanningen
Voor renners met minder
dan 5 conventionele
trainingen per week
Maximaal verdraagbare
intensiteit (0-999)
KRACHT
Toename van de maximale
kracht die de spier
kan ontwikkelen
Betere loopprestaties en
betere krachtverdeling in de
wedstrijd
Voor renners met meer dan
4 conventionele trainingen
per week
Maximaal verdraagbare
intensiteit (0-999)
KRACHT SPECIFIEK TRAIL
Verhoging van de kracht van
de spiercontractie
Betere prestaties op
hellingen en ruw terrein
Voor renners die zich
op een wedstrijd met
grote niveauverschillen
voorbereiden
Maximaal verdraagbare
intensiteit (0-999)
OPTIMALISATIE LANGE
RIT
Sterke stijging van het
lokale bloeddebiet
Ontwikkeling van het
net van haarvaten in de
gestimuleerde spier
Na een lange trainingsrit, om
haar voordelen te versterken
zonder de gewrichten extra
te belasten
De stimulatie-intensiteit
geleidelijk verhogen tot
duidelijke spierschokken
waarneembaar zijn
OVERCOMPENSATIE
Verbetering van de
bloedstroom in de
gestimuleerde spier
Ontwikkeling van het net van
haarvaten in
de gestimuleerde spier
2 sessies per dag, de 4 laatste
dagen voor de wedstrijd
De stimulatie-intensiteit
geleidelijk verhogen tot
duidelijke spierschokken
waarneembaar zijn
FARTLEK
Training en voorbereiding
van de spieren voor
alle soorten spierarbeid
(uithoudingsvermoge n,
weerstand, kracht, explosieve
kracht), dankzij verschillende
arbeidssequenties
Aan het begin van het
seizoen, om de spieren
opnieuw in vorm te brengen
na een rustperiode en
vóór de meer intensieve
en specieke trainingen
Tijdens het seizoen, voor
wie die niet alle aandacht
op één soort training wil
richten maar de spieren aan
verschillende werkregimes
wil onderwerpen
Maximaal verdraagbare
intensitei (0-999)
179
NL
© 2019 DJO, LLC - 4518165 - REV C
CATEGORIE HERSTEL
PROGRAMMA’S EFFECTEN TOEPASSINGEN
STIMULATIE-
INTENSITEIT
FUNCTIE
MET
AANGESLOTEN
ACTIEVE RECUPERATIE
Sterke stijging van
de bloedstroom
Versnelde afvoer van het
afval van de spiercontractie
Endorne-eect
Relaxend en
krampwerend eect
Om het spierherstel te
bevorderen na een
intense inspanning
Gebruiken binnen 3 uur na
een intensieve training of
een wedstrijd
De stimulatie-intensiteit
geleidelijk verhogen tot
duidelijke spierschokken
waarneembaar zijn
HERSTEL INTENSE
INSPANNING
Sterke vergroting van het
bloeddebiet, voor een betere
afvoer van de organische
afvalstoen van
de inspanning
Pijnstillend en krampwerend
eect
Om na een zware inspanning
het beste, snelste
spierherstel te krijgen Het
bijzondere ritme van de
sessie vermindert het risico
op spierkrampen
De stimulatie-intensiteit
geleidelijk verhogen tot
duidelijke spierschokken
waarneembaar zijn
BESTRIJDING SPIERPIJN
Activeren van de
bloedsomloop Verlichting van
de pijn door het
endorne-eect
Herstel van de spiertonus
Vermindering van de duur
en intensiteit van spierpijn
Tijdens de 2 of 3 dagen na de
wedstrijd
De stimulatie-intensiteit
geleidelijk verhogen tot
duidelijke spierschokken
waarneembaar zijn

Documenttranscriptie

NL 1. Verklaring van de Symbolen153 2. Hoe werkt elektrostimulatie?154 3. Hoe werkt de MI-technologie (musculaire intelligentie)?156 4. Apparaatfunctie157 Inhoud van de set en accessoires157 Beschrijving van het apparaat158 Plaatsen van de batterij159 Aansluitingen159 Voorlopige instellingen160 Een categorie kiezen161 Een programma selecteren162 Individualiseren van een Programma162 MI-scantest163 Aanpassen van de stimulatie-intensiteiten163 Voortgang van het programma164 Einde van een programma165 Ladingsniveau en opladen van de batterij165 Ladingsniveau van de batterij165 Opladen165 5. Probleemoplossing167 6. Onderhoud van het apparaat170 7. Technische specificaties171 8. Tabel EMC173 9. Programma’s 177 Het wordt ten zeerste aanbevolen deze instructies en de contra-indicaties en veiligheidsmaatregelen zorgvuldig door te lezen voordat u de stimulator gebruikt. 151 NL 1. VERKLARING VAN DE SYMBOLEN Zie de instructies Toegepaste onderdelen van type BF. Naam en adres van de fabrikant en fabricagedatum Dit apparaat moet gescheiden van huishoudelijk afval worden afgevoerd en naar speciale inzamelpunten worden gebracht voor recycling en herwinning van grondstoffen De stand-byknop is multifunctioneel Beschermen tegen zonlicht Op een droge plaats bewaren IP20 apparaat IP02 draagkoffer LATEX Dit is een indicatie van de bescherming tegen indringen van water en fijnstof. Het IP20-teken op uw apparaat betekent: het apparaat is beschermd tegen indringen van vaste voorwerpen met een diameter van 12,5 mm en groter. Niet beschermd tegen water. IP02 op de draagkoffer betekent: beschermd tegen binnendringen van waterdruppels van een douche of van regen. Bevat geen latex Referentienummer Batchnummer 152 NL 2. HOE WERKT ELEKTROSTIMULATIE? Bij elektrostimulatie worden zenuwvezels gestimuleerd door elektrische impulsen die via elektroden worden afgegeven. De elektrische impulsen van Compex-stimulatoren zijn van hoge kwaliteit, veilig, comfortabel en effectief, en stimuleren diverse soorten zenuwvezels: 1. Motorische zenuwen, voor het stimuleren van een spiercontractie, elektromusculaire stimulatie (EMS) genoemd. 2. Bepaalde soorten sensorische zenuwvezels, om analgetische effecten en pijnverlichting te verkrijgen. 1. STIMULATIE VAN MOTORISCHE ZENUWEN (EMS) Bij willekeurige activiteit sturen de hersenen een signaal voor samentrekking van een spier, dat vervolgens aan zenuwvezels wordt overgedragen in de vorm van een elektrisch signaal. Dit signaal wordt naar de spiervezels gestuurd, die daardoor samentrekken. Het principe van elektrostimulatie bootst precies het proces na dat bij een willekeurige contractie plaatsvindt. De stimulator stuurt een exciterende elektrische impuls naar de zenuwvezels. Deze excitatie wordt overgedragen aan de spiervezels en leidt tot een eenvoudige mechanische respons (= een spiersamentrekking). Dit is de basisvoorwaarde voor spiercontractie. De spierrespons is in alle opzichten identiek aan spierarbeid die door de hersenen wordt aangestuurd. Met andere woorden, de spier maakt geen onderscheid tussen een door de hersenen of door de stimulator gestuurd signaal. Programma-instellingen (aantal impulsen per seconde, duur van de contractie, rustduur, totale programmaduur) bepalen de diverse soorten arbeid voor de spier, afhankelijk van de spiervezel. Diverse soorten spiervezels kunnen worden onderscheiden, afhankelijk van hun respectievelijke contractiesnelheid: langzame, intermediaire en snelle vezels. Een sprinter heeft duidelijk meer snelle spiervezels en een marathonloper heeft meer langzame vezels. Met een goede kennis van de menselijke fysiologie en volledige controle over de stimulatie-instellingen van de diverse programma’s kan spierarbeid specifiek worden afgestemd op het bereiken van het gewenste doel (spierversterking, verhoogde bloedcirculatie, versteviging, enz.). 153 NL 2. STIMULATIE VAN SENSORISCHE ZENUWEN Elektrische impulsen kunnen ook sensorische zenuwen exciteren om een analgetische werking of pijnverlichting te bereiken. Stimulatie van tactiele sensorische zenuwvezels blokkeert de pijn die aan het zenuwstelsel wordt doorgegeven. Stimulatie van een ander type zenuwvezel verhoogt de productie van endorfines en reduceert de pijn op die manier. Met pijnverlichtingsprogramma’s kan elektrostimulatie worden gebruikt om acute of chronische gelokaliseerde pijn en spierpijn te behandelen. Let op: Gebruik pijnverlichtingsprogramma’s niet gedurende langere tijd zonder medisch advies. VOORDELEN VAN ELEKTROSTIMULATIE Elektrostimulatie is een zeer werkzame methode om spierarbeid te bewerkstelligen: • met een aanzienlijke verbetering van diverse spiereigenschappen • zonder cardiovasculaire of mentale vermoeidheid • met geringe belasting van gewrichten en pezen. Elektrostimulatie maakt het daardoor mogelijk meer spierarbeid te verrichten dan bij vrijwillige activiteit. Compex adviseert uw elektrostimulatie voor optimale resultaten aan te vullen met andere activiteiten, zoals: • regelmatige lichaamsbeweging • een evenwichtig en gezond dieet • een evenwichtige leefstijl 154 NL 3. HOE WERKT DE MI-TECHNOLOGIE (MUSCULAIRE INTELLIGENTIE)? Voor de MI-functies moet de MI-sensorkabel worden aangesloten op de stimulator. MI-SCAN Vlak voor het begin van een werksessie test de MI-scan de geselecteerde spiergroep en stelt de stimulator automatisch in op de exciteerbaarheid van dat deel van het lichaam, afhankelijk van uw fysiologie. Deze functie resulteert in een korte testsequentie aan het begin van het programma, waarbij metingen worden gedaan. Aan het einde van de test moet de intensiteit worden verhoogd om het programma te starten. MI-TENS De MI-tensfunctie beperkt ongewilde spiercontracties op pijnlijke plekken. Bij iedere verhoging door de gebruiker van de intensiteit vindt een testfase plaats, en als een spiercontractie wordt gedetecteerd, reduceert het apparaat de intensiteit van de stimulatie automatisch. MI-RANGE De MI-rangefunctie geeft het ideale bereik aan voor instellen van de stimulatie-intensiteit, die in de volgende programma’s moeten worden gebruikt: herstel, massage, capillarisatie en spierpijn. Wanneer het apparaat het ideale intensiteitsbereik heeft vastgesteld, verschijnt een vinkje op het scherm. Voor optimale arbeid moet de intensiteit binnen dit bereik worden gehouden. 155 NL 4. APPARAATFUNCTIE INHOUD VAN DE SET EN ACCESSOIRES REF. AANT. STIMULATOR 1518117 1 LADER 6830XX 1 SET VAN 4 DRUKKNOOPKABELS 001119 1 MI-SENSORKABEL 601160 1 ZAK MET KLEINE 5X5-ELEKTRODEN 42215 1 ZAK MET GROTE 5X10-ELEKTRODEN 42216-4 1 WAARSCHUWING LEAFLET M307816 1 BEKNOPTE HANDLEIDING 4518163 1 DRAAGKOFFER 680029 1 BATTERIJSET 94121X 1 Gebruik dit apparaat alleen met de door Compex aanbevolen kabels, batterij, voedingsadapter en accessoires. 156 NL BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT H A E D F B G C A Aan/uit-knop B Aansluitingen voor de vier stimulatiekabels C Stimulatiekabels D +/- knoppen voor de vier stimulatiekanalen E I-knop, waarmee: • de intensiteiten op meerdere kanalen tegelijk kan worden verhoogd • de laatstgebruikte programma kunnen worden opgeroepen E Laadaansluiting (schuif de rode afdekking naar rechts om de laadaansluiting bloot te leggen) F Batterijvak G Houder voor riemclip 157 NL PLAATSEN VAN DE BATTERIJ Open het batterijvakdeksel en plaats de batterij met het etiket naar boven, zodat de + en - tegenover de contacten van het apparaat liggen. Plaats het batterijvakdeksel terug. Als het apparaat langer dan drie maanden niet zal worden gebruikt, controleer dan of de batterij geheel opgeladen is. Als het apparaat langer dan zes maanden niet zal worden gebruikt, controleer dan of de batterij volledig geladen is en neem hem uit de stimulator. Schakel de stimulator uit voordat u de batterij eruit neemt. AANSLUITINGEN AANSLUITING VAN DE LADER COMPEX Verwijder alle stimulatiekabels van de stimulator voordat u de batterij oplaadt. Sluit de lader aan op een stopcontact en sluit de stimulator aan door de rode afdekking naar rechts weg te schuiven, zodat de laadaansluiting bloot komt te liggen. Het wordt ten zeerste aanbevolen de batterij voor het eerste gebruik volledig op te laden om de prestaties en de levensduur ervan te optimaliseren. AANSLUITEN VAN DE KABELS De kabels van de stimulator worden aangesloten op de vier aansluitingen aan de voorkant van het apparaat. De MIsensorkabel kan op ieder contact van de stimulator worden aangesloten. COMPEX 158 NL VOORLOPIGE INSTELLINGEN Voor het eerste gebruik kunt u diverse instellingen vastleggen. Dit instellingenscherm kan vervolgens worden opgeroepen door het apparaat uit te schakelen en de aan/uit-knop langer dan twee seconden ingedrukt te houden. A B C D E B Druk op de +/- knop van kanaal 1 om de gewenste taal in te stellen. C Druk op de +/- knop van kanaal 2 om het schermcontrast in te stellen. D Druk op de +/- knop van kanaal 3 om het volume in te stellen. E Druk op de +/- knop van kanaal 4 om de achtergrondverlichting in te stellen. ON: achtergrondverlichting altijd aan. OFF: achtergrondverlichting altijd uit. AUTO: achtergrondverlichting wordt steeds geactiveerd wanneer een knop wordt ingedrukt. A Druk op de aan/uit-knop om uw keuzes te bevestigen en op te slaan. De instellingen worden onmiddellijk toegepast. 159 NL EEN CATEGORIE KIEZEN NB De volgende schermen zijn algemene voorbeelden, maar ze werken op dezelfde manier, ongeacht welk apparaat u hebt. Druk kort op de aan/uit-knop om het apparaat in te schakelen. Selecteer de gewenste categorie voordat u een programma selecteert. A B E A Druk op de aan/uit-knop om het apparaat uit te schakelen. B Druk op de +/- knop van kanaal 1 om een categorie te selecteren. E Druk op de +/- knop van kanaal 4 om uw selectie te bevestigen. LAST Druk op de I-knop om naar de laatstgebruikte programma te gaan. Selecteer van daaruit het gewenste programma en start het. 160 NL EEN PROGRAMMA SELECTEREN A B E A Druk op de aan/uit-knop om terug te keren naar het vorige scherm. B Druk op de +/- knop van kanaal 1 om een programma te selecteren. E Druk op de +/- knop van kanaal 4 om de selectie te bevestigen. INDIVIDUALISEREN VAN EEN PROGRAMMA N.B. Niet alle programma’s beschikken over een personalisatiescherm A B C D E A Druk op de aan/uit-knop om terug te keren naar het vorige scherm. B Druk op de +/- knop van kanaal 1 om de spiergroep die u wilt stimuleren te selecteren. C Druk op de +/- knop van kanaal 2 om de warming-up over te slaan. D Druk op de +/- knop van kanaal 3 om de stimulatie cyclus te selecteren. E Druk op de +/- knop van kanaal 4 om de selectie te bevestigen en de stimulatiesessie te beginnen. N.B. Wanneer de Compex uitgerust is met het MI-sensor-systeem, wordt de spiergroep automatisch geselecteerd. N.B. Het wordt aanbevolen met de eerste cyclus te beginnen en de cyclus te wijzigen wanneer deze is voltooid, normaliter na vier à zes weken bij drie sessies per week. Het is ook van belang dat tijdens de sessies aanzienlijke stimulatie-intensiteiten zijn bereikt voordat u verdergaat met een andere cyclus. Aan het einde van de cyclus kunt u een nieuwe cyclus starten of een onderhoudstraining uitvoeren, met een sessie per week. 161 NL MI-SCAN TEST NB Zie het hoofdstuk “Hoe MI-technologie werkt”. Als de MI-sensorkabel is aangesloten, begint de MI-scantest onmiddellijk nadat het programma is geselecteerd. A A Druk op de aan/uit-knop om de test te stoppen De +/- knoppen van de vier kanalen zijn gedurende de test inactief. AANPASSEN VAN DE STIMULATIE-INTENSITEITEN Wanneer u een programma start, wordt u gevraagd de stimulatie-intensiteiten te verhogen. Deze stap is essentieel voor het succes van de sessie. 2 1 A B C D E 1 Programmaduur in minuten en seconden 2 Voortgangsbalk van het programma. Meer informatie over hoe het werkt, vindt u in de volgende paragraaf: ‘Voortgang van het programma’ A Druk op de aan/uit-knop om het apparaat in de pauzestand te zetten. B C D E De vier kanalen knipperen van + tot 000. De stimulatie-intensiteit moet worden verhoogd om stimulatie te kunnen starten. Druk daartoe op de +-knoppen van de desbetreffende kanalen totdat de gewenste instelling is bereikt. NB Om de intensiteiten van meerdere kanalen tegelijk te verhogen, drukt u op de I-knop en verhoogt u vervolgens de intensiteiten. De onderling afhankelijke kanalen worden in wit op een zwarte achtergrond weergegeven. 162 NL VOORTGANG VAN HET PROGRAMMA De eigenlijke stimulatie start wanneer de intensiteit van de stimulatie is verhoogd. De onderstaande voorbeelden verduidelijken de algemene regels. Afhankelijk van het programma kunnen er kleine verschillen zijn. 4 5 6 3 1 A B 2 C D E 1 Resterende tijd (in minuten en seconden) tot het einde van het programma 2 De balk die de duur van de contractie en de duur van de actieve rust aangeeft, wordt alleen tijdens de arbeidssequentie weergegeven 3 Sessiesequenties 4 Warm-up 5 Arbeidsperiode 6 Ontspanning A Druk op de aan/uit-knop om het programma tijdelijk te onderbreken. Om het programma te hervatten, hoeft u slechts op de +/- knop van kanaal 4 te drukken. De sessie wordt hervat met 80% van de intensiteit van voor de onderbreking. NB In de pauzestand, en afhankelijk van het programma, kunnen gebruiksstatistieken worden weergegeven: MAX = de maximaal bereikte intensiteit per kanaal tijdens de contractiefasen AVG = de gemiddeld bereikte intensiteit over alle kanalen die tijdens de contractiefasen werd toegediend B C D E De diverse intensiteiten die tijdens de contractiefase werden bereikt, worden weergegeven door een reeks verticale zwarte balken. De intensiteit tijdens de rustfase wordt weergegeven door gearceerde balken. Zoals u ziet, worden de stimulatie-intensiteiten voor de actieve rustfase automatisch op 50% van de contractie-intensiteiten ingesteld. Deze kunnen tijdens de rustfase worden veranderd. Als deze eenmaal zijn veranderd, zijn ze volledig onafhankelijk van de contractie-intensiteiten. 163 NL EINDE VAN EEN PROGRAMMA Aan het einde van een sessie wordt het volgende scherm weergegeven. Om de stimulator te stoppen drukt u op de aan/ uit-knop. NB Afhankelijk van het programma kunnen gebruiksstatistieken worden weergegeven (zie de vorige paragraaf, ‘Voortgang van het programma’) LADINGSNIVEAU EN OPLADEN VAN DE BATTERIJ De prestaties van de batterij hangen af van het programma en de toegepaste stimulatie-intensiteit. Het wordt ten zeerste aanbevolen de batterij voor het eerste gebruik volledig op te laden om de prestaties en de levensduur ervan te optimaliseren. Gebruik altijd de door Compex meegeleverde lader om de batterij op te laden. Als het apparaat langer dan drie maanden niet zal worden gebruikt, controleer dan of de batterij geheel opgeladen is. Als het apparaat langer dan zes maanden niet zal worden gebruikt, controleer dan of de batterij volledig geladen is en neem hem uit de stimulator. Schakel de stimulator uit voordat u de batterij eruit neemt. LADINGSNIVEAU VAN DE BATTERIJ Het ladingsniveau van de batterij wordt weergegeven door een batterijpictogram, linksonder op het scherm. Het batterijpictogram knippert wanneer de batterij helemaal leeg is. Het apparaat kan dan niet meer worden gebruikt. Laad de batterij onmiddellijk op. OPLADEN Verwijder alle stimulatiekabels van de stimulator voordat u de batterij oplaadt. Sluit de lader aan op een stopcontact en sluit de stimulator aan door de rode afdekking naar rechts weg te schuiven, zodat de laadaansluiting bloot komt te liggen. 164 NL Het hieronder afgebeelde oplaadmenu wordt automatisch weergegeven. De duur van het opladen wordt op het scherm weergegeven. Zodra het laden gereed is, begint het batterijpictogram te knipperen. Ontkoppel de lader. De stimulator wordt dan automatisch uitgeschakeld. 165 NL 5. PROBLEEMOPLOSSING ELEKTRODESTORING Het apparaat laat een toon horen en geeft afwisselend het elektrodenpaarsymbool en een pijl naar het kanaal waarop het probleem is gedetecteerd weer. In het bovenstaande voorbeeld heeft de stimulator een fout ontdekt op kanaal 1. Controleer of de elektroden op dit kanaal zijn aangesloten. Probeer het met nieuwe elektroden als de elektroden oud of versleten zijn, en/of als het contact slecht is. Probeer de stimulatiekabel op een ander kanaal. Als de kabel nog steeds niet goed werkt, vervang deze dan (www.compexstore.com). STIMULATIE VEROORZAAKT NIET HET GEBRUIKELIJKE GEVOEL Controleer of alle instellingen correct zijn en controleer of de elektroden juist geplaatst zijn. Wijzig de positie van de elektroden enigszins. STIMULATIE VEROORZAAKT EEN ONPRETTIG GEVOEL De elektroden verliezen hun hechtkracht en maken niet meer voldoende contact met de huid. De elektroden zijn versleten en moeten worden vervangen. Wijzig de positie van de elektroden enigszins. 166 NL DE STIMULATOR WERKT NIET Wanneer tijdens het gebruik een foutmeldingsscherm wordt weergegeven, noteer dan het foutnummer (in het voorbeeld is het foutnummer 1/0/0) en neem contact op met het door Compex erkende klantenservicecentrum. HET LADINGSNIVEAU VAN DE BATTERIJ IS ERG LAAG Als het volgende scherm verschijnt, schakel het apparaat dan uit en sluit de lader aan. Als het ladingsniveau van de batterij erg laag is, begint een herstelcyclus die twee minuten duurt. 167 NL Als die gereed is en de batterij naar behoren werkt, wordt het laden gestart; in dit geval wordt ten zeerste aanbevolen de batterij op te laden en weer te ontladen door op de knop van kanaal 4 te drukken en deze cyclus, die maximaal 12 uur kan duren, te starten. Als er echter een defect wordt gevonden, verschijnt het volgende scherm en moet de batterij worden vervangen. 168 NL 6. ONDERHOUD VAN HET APPARAAT GARANTIE Zie bijsluiter. ONDERHOUD Reinigen met een zachte doek en een reinigingsmiddel op alcoholbasis zonder oplosmiddelen. Gebruik bij het reinigen van het apparaat zo weinig mogelijk vloeistof. Open de stimulator en de lader niet; ze bevatten hoogspanningscomponenten die elektrocutie kunnen veroorzaken. Het openen moet worden uitgevoerd door door Compex erkende monteurs of reparatiediensten. Uw stimulator hoeft niet gekalibreerd te worden. Als uw stimulator onderdelen bevat die er versleten of defect uitzien, neem dan contact op met het dichtstbijzijnde klantenservicecentrum van Compex. VOORWAARDEN VOOR OPSLAG/TRANSPORT EN GEBRUIK OPSLAG EN TRANSPORT GEBRUIK TEMPERATUUR -20 °C TOT 45 °C 0 °C TOT 40 °C MAXIMALE RELATIEVE LUCHTVOCHTIGHEID 75% 30% TOT 75% ATMOSFERISCHE DRUK TUSSEN 700 HPA EN 1060 HPA TUSSEN 700 HPA EN 1060 HPA Niet gebruiken op plaatsen met explosiegevaar. AFVOEREN Batterijen moeten worden afgevoerd in overeenstemming met de geldende nationale regelgeving. Alle producten met een AEEA-etiket (een doorgestreepte afvalbak met wielen) moeten gescheiden van huishoudelijk afval worden afgevoerd en naar speciale inzamelpunten worden gebracht voor recycling en herwinning van grondstoffen. 169 NL 7. TECHNISCHE SPECIFICATIES ALGEMENE INFORMATIE 94121x oplaadbare nikkel-metaalhydridebatterij (NiMH) (4,8 V / ≥ 1200 mA/h). Batterijladers: alleen laadapparaten met onderdeelnummer 6830xx mogen worden gebruikt om de met de stimulator meegeleverde batterijen op te laden. NEUROSTIMULATIE Alle opgegeven elektrische specificaties gelden bij een weerstand van 500 tot 1000 ohm per kanaal. Kanalen: vier onafhankelijke en individueel instelbare kanalen, elektrisch van elkaar geïsoleerd. Impulsvorm: constante rechthoekstroom met pulscompensatie voor het elimineren van gelijkspanningscomponenten, om restpolarisatie op huidniveau te voorkomen. Maximale pulsintensiteit: 120 mA. Verhoging van de pulsintensiteit: handmatige instelling van stimulatie-intensiteit tussen 0 en 999 (energie) in stappen van minimaal 0,5 mA. Pulsamplitude: tussen de 60 en 400 μs. Maximale elektrische lading per puls: 96 microcoulomb (2 x 48 μC, gecompenseerd). Standaard pulsstijgtijd: 3 μs (20%-80% van de maximale stroom). Pulsfrequentie: 1 tot 150 Hz. INFORMATIE OVER ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT (EMC) DE stimulator is ontworpen voor gebruik in normale woonomgevingen, goedgekeurd in overeenstemming met veiligheidsnorm EMC EN 60601-1-2. Dit apparaat zendt slechts zeer zwakke golven in het radiospectrum (RF) uit en de kans op storing van nabijgelegen elektronische apparatuur (radio’s computers, telefoons, enz.) is gering. De stimulator is ontworpen om weerstand te bieden aan gebruikelijke storingen door elektrostatische ontlading, magnetische velden van de stroomvoorziening en apparaten die radiogolven uitzenden. Het is echter niet mogelijk om te garanderen dat de stimulator geen invloed ondervindt van krachtige RF (radiofrequente) velden van bijvoorbeeld mobiele telefoons. Neem contact op met Compex voor meer gedetailleerde informatie over elektromagnetische emissies en immuniteit. 170 NL NORMEN Om uw veiligheid te waarborgen, is de stimulator ontworpen, gefabriceerd en gedistribueerd in overeenstemming met de voorwaarden van de geamendeerde Europese Richtlijn 93/42/EEG betreffende medische hulpmiddelen. De stimulator voldoet tevens aan de normen IEC 60601-1 betreffende de algemene veiligheid van medisch-elektrische hulpmiddelen, IEC 60601-1-2 betreffende elektromagnetische compatibiliteit en IEC 60601-2-10 betreffende speciale veiligheidseisen voor zenuw- en spierstimulatoren In overeenstemming met de geldende internationale normen moet een waarschuwing worden gegeven over het aanbrengen van elektroden op de borst (verhoogde kans op hartfibrillatie). De stimulator voldoet tevens aan Richtlijn 2002/96/EEG betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA). 171 NL 8. TABEL EMC De Compex vereist bijzondere voorzorgen met betrekking tot de EMC en moet geïnstalleerd en in dienst gesteld worden volgens de in deze handleiding verstrekte informatie over de EMC. Alle draadloze zendapparaten met RF kunnen de Compex beïnvloeden. Het gebruik van andere dan door de fabrikant aanbevolen accessoires, sensors en kabels kan de emissies versterken of de immuniteit van de Compex verminderen. De Compex mag niet gebruikt worden op of naast een ander apparaat. Als het gebruik op of naast een ander apparaat onvermijdelijk is, moet men de goede werking van de Compex in deze configuratie controleren. AANBEVELINGEN EN VERKLARING VAN DE FABRIKANT ELEKTROMAGNETISCHE EMISSIE De Compex is ontworpen voor gebruik in de hierna vermelde elektromagnetische omgeving. De klant of gebruiker van de Compex moet zich ervan verzekeren dat hij in een dergelijke omgeving gebruikt wordt. EMISSIETEST CONFORMITEIT CISPR 11 Emissies RF Groep 1 CISPR 11 Emissies RF Klasse B Harmonische emissies IEC 61000-3-2 Klasse A Spanningsschommelingen / emissieschommelingen IEC 61000-3-3 Complies ELEKTROMAGNETISCHE OMGEVING - GIDS De Compex gebruikt RF-energie uitsluitend voor zijn interne werking. Hij geeft dan ook uiterst weinig straling af en kan geen storing veroorzaken in een naburig elektronisch apparaat. De Compex is geschikt voor gebruik in alle instellingen, met inbegrip van privéwoningen en plaatsen die direct aangesloten zijn op het openbare laagspanningselektriciteitsnet dat residentiële gebouwen voedt. 172 NL AANBEVELINGEN EN VERKLARING VAN DE FABRIKANTOPMERKING- ELEKTROMAGNETISCHE IMMUNITEIT De Compex is ontworpen voor gebruik in de hierna vermelde elektromagnetische omgeving. De klant of gebruiker van de Compex moet zich ervan verzekeren dat hij in een dergelijke omgeving gebruikt wordt. IMMUNITEITSTEST Electrostatic discharges immunity tests CEI 61000-4-2 Electrical fast transient/burst immunity test CEI 61000-4-4 NALEVINGSNIVEAU ± 6 kV bij contact ± 6 kV bij contact ± 8 kV in de lucht ± 8 kV in de lucht ± 2 kV voor elektrische voedingslijnen ±2kV (power lines) ± 1 kV voor ingangs/uitgangslijnen ± 1 kV differentiaalmodus Surge immunity test CEI 61000-4-5 Voltage dips, short interruptions and voltage variations immunity test CEI 61000-4-11 Power frequency magnetic field immunity test (50/60 Hz) CEI 61000-4-8 TESTNIVEAU IEC 60601 Not Applicable (I/O lines) ±1kV Line to Line ± 2 kV gemeenschappelijke modus Not Applicable (Line to Earth) <5% UT (dalen > 95% van UT) gedurende 0,5 cyclus <5% UT (dalen > 95% van UT) gedurende 0,5 cyclus <40% UT (dalen > 60% van UT) gedurende 5 cycli <40% UT (dalen > 60% van UT) gedurende 5 cycli <70% UT (dalen > 30% van UT) gedurende 25 cycli <70% UT (dalen > 30% van UT) gedurende 25 cycli <5% UT (dalen > 95% van UT) gedurende 5 cycli <5% UT (dalen > 95% van UT) gedurende 5 cycli 3 A/m 3 A/m ELEKTROMAGNETISCHE OMGEVING - GIDS De vloeren moeten van hout, beton of ceramische tegels zijn. Als de vloeren met kunststof bekleed zijn, moet de relatieve luchtvochtigheid minimum 30% bedragen. De kwaliteit van het stroomnet moet overeenkomen met die van een typische commerciële of ziekenhuisomgeving. De kwaliteit van het stroomnet moet overeenkomen met die van een typische commerciële of ziekenhuisomgeving. De kwaliteit van het stroomnet moet overeenkomen met die van een typische commerciële of ziekenhuisomgeving. Indien men de Compex wil blijven gebruiken tijdens stroomonderbrekingen, is het aanbevolen de Compex met een beveiligde stroomvoorziening of met batterijen te voeden. De magnetische velden met de frequentie van het stroomnet moeten de kenmerken bezitten van een representatieve plaats in een typische commerciële of ziekenhuisomgeving. OPMERKING: UT is de wisselspanning van het net voor de toepassing van een testniveau. 173 NL AANBEVELINGEN EN VERKLARING VAN DE FABRIKANTOPMERKING- ELEKTROMAGNETISCHE IMMUNITEIT De Compex is ontworpen voor gebruik in de hierna vermelde elektromagnetische omgeving. De klant of gebruiker van de Compex moet zich ervan verzekeren dat hij in een dergelijke omgeving gebruikt wordt. IMMUNITEITSTEST TESTNIVEAU IEC 60601 NALEVINGSNIVEAU ELEKTROMAGNETISCHE OMGEVING AANBEVELINGEN Draagbare en mobiele communicatietoestellen met RF mogen niet in de omgeving van de Compex en zijn kabels gebruikt worden op een afstand die kleiner is dan een aanbevolen afstand, berekend aan de hand van de formule die overeenkomt met de frequentie van de zender. Aanbevolen afstand RF geleid IEC 61000-4-6 RF gestraald IEC 61000-4-3 3 Vrms 150 kHz tot 80 MHz 3Vrms 3 V/m 80 MHz tot 2.5 GHz 3V/m 10 V/m 26 MHz tot 1 GHz 10V/m d = 1.2 √P d = 1.2 √P 80 MHz tot 800 MHz d = 2.3 √P 800 MHz tot 2,5 GHz Waarin P het maximale spanningsdebiet van de zender in Watt (W) is, zoals opgegeven door de fabrikant, en d de aanbevolen afstand in meter (m) is. De intensiteit van het veld van vaste RF-zenders, zoals bepaald door een elektromagnetisch onderzoeka moet lager zijn dan het nalevingsniveau binnen elk frequentiebereik b. Parasietstoringen kunnen optreden in de nabijheid van elk toestel dat door het volgende symbool geïdentificeerd wordt: OPMERKING 1: Bij 80 MHz en bij 800 MHz is de hoogfrequentie-amplitude van toepassing. OPMERKING 2: Deze richtlijnen kunnen ongeschikt zijn voor bepaalde situaties. De elektromagnetische voortplanting wordt gewijzigd door de absorptie en de weerkaatsing door gebouwen, voorwerpen en mensen. a De intensiteit van het veld dat wordt opgewekt door vaste zenders, zoals het basisstation van een radiotelefoon (gsm/draadloze telefoon), een draagbare radio, een amateurradio, AM- en FM-radiouitzendingen en TV-uitzendingen, is niet nauwkeurig te voorspellen. Het is mogelijk dat men de elektromagnetische omgeving van de plaats moet analyseren om de elektromagnetische omgeving te berekenen die door vaste RF-zenders wordt geschapen. Als de intensiteit van het gemeten veld in de omgeving waar de Compex zich bevindt groter is dan het bovenvermelde geschikte RF-niveau, moet men de goede werking van de Compex controleren. Bij een abnormale werking kan het nodig zijn andere maatregelen te nemen, zoals een andere oriëntatie of het verplaatsen van de Compex. b Boven de frequentiebreedte van 150 kHz tot 80 MHz moet de intensiteit van de velden lager zijn dan 3 V/m. 174 NL AANBEVOLEN RUIMTE TUSSEN EEN DRAAGBAAR COMMUNICATIETOESTEL EN DE COMPEX De Compex is ontworpen voor een elektromagnetische omgeving met gecontroleerde RF-stralingsturbulenties. De koper of de gebruiker van de Compex kan bijdragen tot het voorkomen van elektromagnetische parasieten door een minimale afstand te bewaren tussen draagbare communicatietoestellen en mobiele RF-zenders en de Compex, volgens de onderstaande tabel met aanbevelingen en afhankelijk van het maximale elektrische debiet van het telecommunicatietoestel. AFSTAND AFHANKELIJK VAN DE FREQUENTIE VAN DE ZENDER MCISPR 11 MAXIMAAL ELEKTRISCH DEBIET VAN DE ZENDER W 150 KHZ TOT 80 MHZ D = 1.2 √P 80 MHZ TOT 800 MHZ D = 1.2 √P 800 MHZ TOT 2,5 GHZ D = 2.3 √P 0,01 0,12 0,12 0,23 0,1 0,38 0,38 0,73 1 1,2 1,2 2,3 10 3,8 3,8 7,3 100 12 12 23 In het geval van zenders waarvan het maximale elektrische debiet niet in de bovenstaande tabel voorkomt, kan men de aanbevolen afstand in meter (m) berekenen met behulp van de formule die overeenkomt met de frequentie van de zender, waarin P het maximale elektrische debiet van de zender in Watt (W) is, zoals opgegeven door de fabrikant van de zender. OPMERKING 1: Bij 80 MHz en bij 800 MHz is de afstand van de hoogfrequentiebreedte van toepassing. OPMERKING 2: Deze richtlijnen kunnen ongeschikt zijn voor bepaalde situaties. De elektromagnetische voortplanting wordt gewijzigd door de absorptie en de weerkaatsing door gebouwen, voorwerpen en mensen. 175 NL 9. PROGRAMMA’S CATEGORIE PREVENTIE PROGRAMMA’S EFFECTEN TOEPASSINGEN STIMULATIEINTENSITEIT PREVENTIE VAN ENKELVERSTUIKINGEN Verbetering van de contractiesnelheid en de kracht van de laterale kuitbeenspieren Om het te vermijden na het verstuiken van de enkel waarvan de initiële behandeling het hervatten van de sportactiviteit toelaat Maximaal verdraagbare intensiteit (0-999) KRAMPPREVENTIE Verbetering van de bloedsomloop om nachtelijke krampen of krampen na inspanningen te voorkomen De stimulatie-energie geleidelijk verhogen tot duidelijke spierschokken waarneembaar zijn De stimulatie-intensiteit geleidelijk verhogen tot duidelijke spierschokken waarneembaar zijn PREVENTIE VAN LAGE RUGPIJN Verbetering van de steun van de onderrug door de buiken lumbale spieren Maximaal verdraagbare energie (0-999) Maximaal verdraagbare intensiteit (0-999) FUNCTIE MET AANGESLOTEN 176 NL CATEGORIE PIJNBESTRIJDING PROGRAMMA’S EFFECTEN TOEPASSINGEN STIMULATIEINTENSITEIT ACUTE TENDINITIS Verlichting van de pijn door de transmissie van de pijnsignalen te blokkeren Eenmaal of verscheidene keren per dag tijdens de acute fase van de aandoening Verhoog de intensiteit van de stimulatie geleidelijk aan, tot een duidelijk tintelend gevoel ontstaat Verbetering van het herstel van de pezen door de plaatselijke stimulatie van de CHRONISCHE TENDINITIS bloedsomloop, pijnstillend effect door het vrijmaken van endorfine Na de verdwijning van de ontstekingssymptome n, tijdens de chronische fase van de aandoening De stimulatie-intensiteit geleidelijk verhogen tot duidelijke spierschokken waarneembaar zijn LAGE RUGPIJN Pijnstillende werking door het vrijkomen van endorfine Verhoging van de bloedstroom Pijnstillende stroom, specifiek geschikt voor aanhoudende lage rugpijn (lendenstreek) De stimulatie-intensiteit geleidelijk verhogen tot duidelijke spierschokken waarneembaar zijn ENKELVERSTUIKING Verlichting van de pijn door de transmissie van de pijnsignalen te blokkeren Verscheidene sessies per dag, afgewisseld met herhaald aanbrengen van ijs Verhoog de intensiteit van de stimulatie geleidelijk aan, tot een duidelijk tintelend gevoel ontstaat CONTRACTUUR Vermindering van de spierspanning Relaxerend en krampwerend effect Tegen recente en lokale spierpijn De stimulatie-intensiteit geleidelijk verhogen tot duidelijke spierschokken waarneembaar zijn FUNCTIE MET AANGESLOTEN 177 NL CATEGORIE VOORBEREIDING PROGRAMMA’S EFFECTEN TOEPASSINGEN STIMULATIEINTENSITEIT BUIK/RUGSTABILISATIE Verbetering van de stabilisatie van de romp Tijdens de voorbereidingof de onderhoudsfasen gedurende heel het sportseizoen Maximaal verdraagbare intensiteit (0-999) Voor renners met minder dan 5 conventionele trainingen per week Maximaal verdraagbare intensiteit (0-999) KRACHT Toename van de maximale kracht die de spier kan ontwikkelen Betere loopprestaties en betere krachtverdeling in de wedstrijd Voor renners met meer dan 4 conventionele trainingen per week Maximaal verdraagbare intensiteit (0-999) KRACHT SPECIFIEK TRAIL Verhoging van de kracht van de spiercontractie Betere prestaties op hellingen en ruw terrein Voor renners die zich op een wedstrijd met grote niveauverschillen voorbereiden Maximaal verdraagbare intensiteit (0-999) OPTIMALISATIE LANGE RIT Sterke stijging van het lokale bloeddebiet Ontwikkeling van het net van haarvaten in de gestimuleerde spier Na een lange trainingsrit, om haar voordelen te versterken zonder de gewrichten extra te belasten De stimulatie-intensiteit geleidelijk verhogen tot duidelijke spierschokken waarneembaar zijn Verbetering van de bloedstroom in de gestimuleerde spier 2 sessies per dag, de 4 laatste Ontwikkeling van het net van dagen voor de wedstrijd haarvaten in de gestimuleerde spier De stimulatie-intensiteit geleidelijk verhogen tot duidelijke spierschokken waarneembaar zijn Aan het begin van het seizoen, om de spieren opnieuw in vorm te brengen na een rustperiode en vóór de meer intensieve en specifieke trainingen Tijdens het seizoen, voor wie die niet alle aandacht op één soort training wil richten maar de spieren aan verschillende werkregimes wil onderwerpen Maximaal verdraagbare intensitei (0-999) Verbetering van het zuurstofverbruik door de UITHOUDINGSVERMOGEN spieren Verbetering van de prestaties tijdens langdurige inspanningen OVERCOMPENSATIE FARTLEK Training en voorbereiding van de spieren voor alle soorten spierarbeid (uithoudingsvermoge n, weerstand, kracht, explosieve kracht), dankzij verschillende arbeidssequenties FUNCTIE MET AANGESLOTEN 178 NL CATEGORIE HERSTEL EFFECTEN TOEPASSINGEN STIMULATIEINTENSITEIT ACTIEVE RECUPERATIE Sterke stijging van de bloedstroom Versnelde afvoer van het afval van de spiercontractie Endorfine-effect Relaxend en krampwerend effect Om het spierherstel te bevorderen na een intense inspanning Gebruiken binnen 3 uur na een intensieve training of een wedstrijd De stimulatie-intensiteit geleidelijk verhogen tot duidelijke spierschokken waarneembaar zijn HERSTEL INTENSE INSPANNING Sterke vergroting van het Om na een zware inspanning bloeddebiet, voor een betere het beste, snelste afvoer van de organische spierherstel te krijgen Het afvalstoffen van bijzondere ritme van de de inspanning sessie vermindert het risico Pijnstillend en krampwerend op spierkrampen effect De stimulatie-intensiteit geleidelijk verhogen tot duidelijke spierschokken waarneembaar zijn BESTRIJDING SPIERPIJN Activeren van de Vermindering van de duur bloedsomloop Verlichting van en intensiteit van spierpijn de pijn door het Tijdens de 2 of 3 dagen na de endorfine-effect wedstrijd Herstel van de spiertonus De stimulatie-intensiteit geleidelijk verhogen tot duidelijke spierschokken waarneembaar zijn FUNCTIE MET AANGESLOTEN © 2019 DJO, LLC - 4518165 - REV C PROGRAMMA’S 179
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181

Compex RUNNER Handleiding

Type
Handleiding