![](//vs1.manuzoid.nl/store/data-gzf/7fb8f5fedbceab18f6124e6280cb16f7/2/000204225.htmlex.zip/bgb0.jpg)
174
NL
AANBEVELINGEN EN VERKLARING VAN DE FABRIKANTOPMERKING- ELEKTROMAGNETISCHE IMMUNITEIT
De Compex is ontworpen voor gebruik in de hierna vermelde elektromagnetische omgeving. De klant of gebruiker van de Compex moet
zich ervan verzekeren dat hij in een dergelijke omgeving gebruikt wordt.
IMMUNITEITSTEST
TESTNIVEAU
IEC 60601
NALEVINGSNIVEAU
ELEKTROMAGNETISCHE OMGEVING -
AANBEVELINGEN
RF geleid
IEC 61000-4-6
RF gestraald
IEC 61000-4-3
3 Vrms
150 kHz tot 80 MHz
3 V/m
80 MHz tot 2.5 GHz
10 V/m
26 MHz tot 1 GHz
3Vrms
3V/m
10V/m
Draagbare en mobiele
communicatietoestellen met RF mogen
niet in de omgeving van de Compex en zijn kabels
gebruikt worden op een afstand die kleiner is
dan een aanbevolen afstand, berekend aan de
hand van de formule die overeenkomt met de
frequentie van de zender. Aanbevolen afstand
d = 1.2 √P
d = 1.2 √P 80 MHz tot 800 MHz
d = 2.3 √P 800 MHz tot 2,5 GHz
Waarin P het maximale spanningsdebiet van
de zender in Watt (W) is, zoals opgegeven
door de fabrikant, en d de aanbevolen afstand
in meter (m) is. De intensiteit van het veld
van vaste RF-zenders, zoals bepaald door een
elektromagnetisch onderzoeka moet lager zijn dan
het nalevingsniveau binnen elk frequentiebereik
b. Parasietstoringen kunnen optreden in de
nabijheid van elk toestel dat door het volgende
symbool
geïdenticeerd wordt:
OPMERKING 1: Bij 80 MHz en bij 800 MHz is de hoogfrequentie-amplitude van toepassing.
OPMERKING 2: Deze richtlijnen kunnen ongeschikt zijn voor bepaalde situaties. De elektromagnetische
voortplanting wordt gewijzigd door de absorptie en de weerkaatsing door gebouwen, voorwerpen en mensen.
a
De intensiteit van het veld dat wordt opgewekt door vaste zenders, zoals het basisstation van een radiotelefoon (gsm/draadloze
telefoon), een draagbare radio, een amateurradio, AM- en FM-radiouitzendingen en TV-uitzendingen, is niet nauwkeurig te voorspellen.
Het is mogelijk dat men de elektromagnetische omgeving van de plaats moet analyseren om de elektromagnetische omgeving te
berekenen die door vaste RF-zenders wordt geschapen. Als de intensiteit van het gemeten veld in de omgeving waar de Compex
zich bevindt groter is dan het bovenvermelde geschikte RF-niveau, moet men de goede werking van de Compex controleren. Bij een
abnormale werking kan het nodig zijn andere maatregelen te nemen, zoals een andere oriëntatie of het verplaatsen van de Compex.
b
Boven de frequentiebreedte van 150 kHz tot 80 MHz moet de intensiteit van de velden lager zijn dan 3 V/m.