Bosch 0 607 595 100 Handleiding

Type
Handleiding
Nederlands1
2 609 929 157 • (04.08) T
1 ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VOOR PERSLUCHTGEREEDSCHAPPEN
Lees alle voorschriften en
neem deze in acht. Wan-
neer de volgende veiligheids-
voorschriften niet in acht worden genomen, kunnen
een elektrische schok, brandgevaar of ernstige ver-
wondingen het gevolg zijn.
Bewaar de veiligheidsvoorschriften goed.
De hierna gebruikte begrippen „Persluchtgereed-
schap” en „Gereedschap” hebben betrekking op de in
deze gebruiksaanwijzing genoemde persluchtgereed-
schappen.
Werkomgeving
Houd uw werkomgeving schoon en goed ver-
licht. Een rommelige of onverlichte werkomgeving kan
tot ongevallen leiden.
Werk met het gereedschap niet in een explosie-
gevaarlijke omgeving waarin zich brandbare
vloeistoffen, gassen of stof bevinden. Bij het be-
werken van het werkstuk kunnen vonken ontstaan die
stof of dampen ontsteken.
Houd toeschouwers, kinderen en bezoekers uit
de werkomgeving wanneer u het gereedschap
gebruikt. Wanneer u wordt afgeleid door andere per-
sonen, kunt u de controle over het gereedschap ver-
liezen.
Veiligheid van persluchtgereedschappen
Gebruik perslucht van kwaliteitsklasse 5 volgens
DIN ISO 8573-1 en een aparte verzorgingseen-
heid dichtbij het gereedschap. De toegevoerde
perslucht moet vrij van voorwerpen en vocht zijn om
het gereedschap te beschermen tegen beschadiging,
vervuiling en roestvorming.
Controleer aansluitingen en toevoerleidingen.
Alle verzorgingseenheden, koppelingen en slangen
moeten ten aanzien van druk en luchthoeveelheid zijn
afgestemd op de technische gegevens van het ge-
reedschap. Een te geringe druk heeft een nadelige in-
vloed op de werking van het gereedschap. Een te
hoge druk kan tot materiële schade of persoonlijk let-
sel leiden.
Bescherm de slangen tegen knikken, vernauwin-
gen, oplosmiddelen en scherpe randen. Houd de
slangen uit de buurt van hitte, olie en ronddraai-
ende delen. Vervang een beschadigde slang on-
middellijk. Een beschadigde toevoerleiding kan tot
een zwiepende persluchtslang leiden en kan verwon-
dingen veroorzaken. Opgewerveld stof of spanen kun-
nen tot ernstige oogverwondingen leiden.
Let erop dat slangklemmen altijd stevig vastge-
draaid zijn. Niet vastgedraaide of beschadigde slang-
klemmen kunnen de lucht ongecontroleerd laten ont-
wijken.
Veiligheid van personen
Wees aandachtig, let op wat u doet en ga met
verstand te werk bij het gebruik van het gereed-
schap. Gebruik het gereedschap niet wanneer u
moe bent of onder invloed staat van drugs, alco-
hol of medicijnen. Een moment van onoplettendheid
bij het gebruik van het gereedschap kan tot ernstige
verwondingen leiden.
Draag altijd een veiligheidsbril en beschermende
kleding. Het dragen van beschermende uitrusting als
stofmasker, slipvaste werkschoenen, helm of gehoor-
bescherming, afhankelijk van de aard en het gebruik
van het gereedschap, vermindert de kans op verwon-
dingen.
Voorkom per ongeluk inschakelen van het ge-
reedschap. Controleer dat de aan/uit-schakelaar
in de stand „Uit” staat voordat u het gereed-
schap aansluit op de persluchtvoorziening. Wan-
neer u bij het dragen van het gereedschap de vinger
aan de aan/uit-schakelaar heeft of het gereedschap
op de persluchtvoorziening aansluit terwijl de aan/uit-
schakelaar in de stand „Aan” staat, kan dit tot onge-
vallen leiden.
Verwijder instelgereedschappen voordat u het
gereedschap in gebruik neemt. Een instelgereed-
schap in een draaiend gereedschapdeel kan tot ver-
wondingen leiden.
Overschat uzelf niet. Zorg ervoor dat u stevig
staat en steeds in evenwicht blijft. Wanneer u ste-
vig staat en een goede lichaamshouding hebt, kunt u
het gereedschap in onverwachte situaties beter onder
controle houden.
Draag geschikte werkkleding. Draag geen los-
hangende kleding of sieraden. Houd haren, kle-
ding en handschoenen uit de buurt van bewe-
gende delen van het gereedschap. Loshangende
kleding, sieraden en lange haren kunnen door bewe-
gende delen worden meegenomen.
Wanneer stofafzuigings- of stofopvangvoorzie-
ningen gemonteerd kunnen worden, dient u zich
ervan te verzekeren dat deze zijn aangesloten en
juist worden gebruikt. Het gebruik van deze voor-
zieningen beperkt het gevaar door stof.
Adem de afgevoerde lucht niet rechtstreeks in.
Voorkom dat afgevoerde lucht in uw ogen te-
rechtkomt. De afgevoerde lucht van het persluchtge-
reedschap kan water, olie, metalen deeltjes of veront-
reinigingen uit de compressor bevatten. Dit kan
schade aan de gezondheid veroorzaken.
FoamC_bu_2609929157_t.fm Seite 1 Dienstag, 10. August 2004 12:36 12
Nederlands2
2 609 929 157 • (04.08) T
Zorgvuldige omgang met en gebruik van
persluchtgereedschappen
Gebruik klemmen of een bankschroef om het
werkstuk vast te zetten. Wanneer u het werkstuk
met de hand vasthoudt of tegen uw lichaam drukt,
kunt u het gereedschap niet veilig bedienen.
Overbelast het gereedschap niet. Gebruik voor
uw werkzaamheden het daarvoor bestemde ge-
reedschap. Met het geschikte gereedschap werkt u
beter en veiliger binnen het aangegeven capaciteits-
bereik.
Gebruik geen gereedschap waarvan de aan/uit-
schakelaar defect is. Gereedschap dat niet meer
kan worden in- of uitgeschakeld, is gevaarlijk en moet
worden gerepareerd.
Onderbreek de persluchttoevoer voordat u het
gereedschap instelt, toebehoren wisselt of bij
een langdurige onderbreking van de werkzaam-
heden. Deze voorzorgsmaatregel voorkomt onbe-
doeld inschakelen van het gereedschap.
Bewaar niet-gebruikte persluchtgereedschap-
pen buiten het bereik van kinderen. Laat het
persluchtgereedschap niet gebruiken door per-
sonen die er niet mee vertrouwd zijn en deze ge-
bruiksaanwijzing niet gelezen hebben. Perslucht-
gereedschappen zijn gevaarlijk wanneer deze door
onervaren personen worden gebruikt.
Verzorg het persluchtgereedschap zorgvuldig.
Controleer of bewegende delen van het gereed-
schap correct functioneren en niet vastklemmen
en of onderdelen gebroken of beschadigd zijn die
de werking van het persluchtgereedschap kun-
nen beïnvloeden. Laat beschadigde delen van het
gereedschap repareren voordat u het perslucht-
gereedschap weer in gebruik neemt. Veel ongeval-
len hebben hun oorzaak in slecht onderhouden gereed-
schappen.
Houd de inzetgereedschappen schoon. Zorgvuldig
onderhouden inzetgereedschappen kunnen gemakke-
lijker worden gebruikt en zijn beter onder controle te
houden.
Gebruik persluchtgereedschappen, toebehoren,
inzetgereedschappen en dergelijke volgens deze
aanwijzingen en zoals voor dit speciale gereed-
schapstype voorgeschreven. Let daarbij op de ar-
beidsomstandigheden en de uit te voeren werk-
zaamheden. Het gebruik van het
persluchtgereedschap voor andere dan de voorziene
toepassingen kan tot gevaarlijke situaties leiden.
Service
Laat het persluchtgereedschap alleen repareren
door gekwalificeerd, vakkundig personeel en al-
leen met originele vervangingsonderdelen. Daar-
mee wordt gewaarborgd dat de veiligheid van het
persluchtgereedschap in stand blijft.
2 GEREEDSCHAPSPECIFIEKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VOOR PERSLUCHT-SCHUIMRUBBERSNIJMACHINES
Voorkom contact met een span-
ningvoerende leiding. Het gereed-
schap is niet geïsoleerd. Contact met
een spanningvoerende leiding kan tot een elektrische
schok leiden.
Gebruik een geschikt detectieapparaat om ver-
borgen stroom-, gas- of waterleidingen op te
sporen of raadpleeg het plaatselijke energie- of
waterleidingbedrijf. Contact met elektrische leidin-
gen kan tot brand of een elektrische schok leiden. Be-
schadiging van een gasleiding kan tot een explosie lei-
den. Breuk van een waterleiding veroorzaakt materiële
schade en kan een elektrische schok veroorzaken.
Voorkom aanraking met de huid als u een zaag-
blad wilt verwisselen en gebruik geschikte werk-
handschoenen. Het zaagblad kan bij langdurig ge-
bruik heet worden.
Gebruik alleen onbeschadigde zaagbladen die
helemaal in orde zijn. Verbogen of niet-scherpe
zaagbladen kunnen breken of een terugslag veroorza-
ken.
Controleer of de zaagbladen stevig vastzitten
voordat u het gereedschap aansluit op de pers-
luchtvoorziening. Zaagbladen die niet goed in de
daarvoor bestemde houder zijn gespannen, kunnen
eruit glijden en niet meer worden gecontroleerd.
Beweeg het gereedschap alleen ingeschakeld
naar het werkstuk. Anders bestaat er gevaar voor
een terugslag als de tanden in het werkstuk vastha-
ken.
Houd uw handen uit de buurt van de plaats waar
wordt gezaagd. Grijp niet onder het werkstuk. Bij
aanraking van het zaagblad bestaat verwondingsge-
vaar.
Let er bij het zagen op dat de steunplaat 6 volle-
dig op het werkstuk ligt. Als de steunplaat niet op
het hele oppervlak ligt, kan dit tot een breuk van het
zaagblad leiden.
Schakel het persluchtgereedschap na beëindi-
ging van de werkzaamheden uit en trek het zaag-
blad pas uit de zaagsnede nadat het gereed-
schap tot stilstand is gekomen. Zo voorkomt u een
terugslag en kunt u het persluchtgereedschap veilig
neerleggen.
FoamC_bu_2609929157_t.fm Seite 2 Dienstag, 10. August 2004 12:36 12
Nederlands3
2 609 929 157 • (04.08) T
Rem het zaagblad na het uitschakelen niet af
door er aan de zijkant tegen te drukken. Anders
kan het zaagblad beschadigd worden, breken of een
terugslag veroorzaken.
Het bij het schuren, za-
gen, slijpen, boren en der-
gelijke werkzaamheden
vrijkomende stof kan kankerverwekkend zijn,
ongeboren leven beschadigen of het erfelijk ma-
teriaal veranderen. Enkele van de in dit stof aanwe-
zige bestanddelen zijn:
lood in loodhoudende verven en lakken;
kristallijne kiezelaarde in bakstenen, cement en an-
dere metselmaterialen;
arseen en chromaat in chemisch behandeld hout.
Het risico van een aandoening is ervan afhankelijk, hoe
vaak u aan deze stoffen bent blootgesteld. Ter beper-
king van het gevaar dient u alleen in goed geventileer-
de ruimten met de juiste beschermende uitrusting te
werken (bijvoorbeeld met speciaal geconstrueerde
adembeschermingsapparaten, die ook de kleinste
stofdeeltjes uitfilteren).
SYMBOLEN
Belangrijk: De volgende symbolen kunnen voor het gebruik van het gereedschap van belang zijn. Zorg ervoor
dat u de symbolen en hun betekenis herkent. Het juiste begrip van de symbolen helpt u het gereedschap goed
en veilig te gebruiken.
Symbool Naam Betekenis
W
Hp
Watt
Horsepower
Capaciteit
Nm
ft-lbs
Newtonmeter
foot-pounds
Eenheid van energie, draaimoment
kg
lbs
Kilogram
pounds
Massa, gewicht
mm
in
Millimeter
inches
Lengte
min/s Minuten/seconden Tijdspanne, duur
bar/psi bar/pounds per square inch Luchtdruk
l/s
cfm
Liter per seconde
cubic feet/minute
Luchtverbruik
°C/°F Graden Celsius/
graden Fahrenheit
Temperatuur
dB Decibel Maat van relatieve geluidssterkte
Ø Diameter Bijv. schroefdiameter, slijpschijfdiameter etc.
min
-1
/n
0
Toerental Onbelast toerental
.../min Omwentelingen of bewegingen
per minuut
Omwentelingen, slagen, cirkelbanen etc.
per minuut
0 Stand: Uit Geen snelheid, geen draaimoment
Linksdraaien/rechtsdraaien Draairichting
//UNF Binnenzeskant/buitenvierkant/
Unified National Fine-thread
Soort gereedschapopname
Pijl Voer de handeling uit in de richting van de pijl
Waarschuwing Waarschuwt de gebruiker voor gevaren.
Gebodsteken Aanwijzingen voor correct gebruik, zoals: ge-
bruiksaanwijzing lezen of veiligheidsbril dragen.
FoamC_bu_2609929157_t.fm Seite 3 Dienstag, 10. August 2004 12:36 12
Nederlands4
2 609 929 157 • (04.08) T
3 FUNCTIEBESCHRIJVING
1 Slangnippel
2 Aan/uit-schakelaar (hendelschakelaar)
3 Behuizing
4 Basis van de zaagbladgeleiding
5 Zaagbladgeleiding
6 Steunplaat
7 Zaagbladenpaar (inzetgereedschap)
8 Kartelmoer met veerring
9 Afdekplaat
Afgebeeld en beschreven toebehoren wordt niet altijd
standaard meegeleverd.
Gebruik volgens bestemming
Het gereedschap is bestemd voor het snijden van
schuimrubber, schuimkunststof en vergelijkbare ma-
terialen.
Conformiteitsverklaring
Wij verklaren op eigen verantwoording dat dit product
voldoet aan de volgende normen en normatieve docu-
menten: EN 792, volgens de bepalingen van de richt-
lijn 98/37/EG.
Robert Bosch GmbH, Geschäftsbereich Elektrowerkzeuge
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Dr. Egbert Schneider
Senior Vice President
Engineering
Dr. Eckerhard Strötgen
Head of Product
Certification
FoamC_bu_2609929157_t.fm Seite 4 Dienstag, 10. August 2004 12:36 12
Nederlands5
2 609 929 157 • (04.08) T
Informatie over geluid en trillingen
Meetwaarden voor geluid bepaald volgens EN
ISO 15744.
Meetwaarden voor trillingen bepaald volgens EN
28662 resp. EN ISO 8662.
Het A-gewaardeerde geluidsdrukniveau van de ma-
chine bedraagt kenmerkend 75 dB(A).
Meetonzekerheid K = 3 dB.
Tijdens het werken kan het geluidsniveau 85 dB(A)
overschrijden.
Draag oorbeschermers.
De hand/arm-versnelling is kenmerkend minder dan
2,5 m/s
2
. Meetonzekerheid K = 1,2 m/s
2
.
Technische gegevens
4 MONTAGE
De zaagbladen en de zaagbladgeleiding moeten apart
besteld worden. Het gereedschap wordt ongemon-
teerd verzonden en moet ter plaatse worden gemon-
teerd.
Gebruik uitsluitend zaagbladen in de daarvoor
passende zaagbladgeleiding. Een zaagbladenpaar
met een maximale zaagdiepte van 70 mm (23/4")
kan alleen in een zaagbladgeleiding van 70 mm
(23/4") worden gemonteerd.
Onderbreek de persluchttoevoer voordat u het
gereedschap instelt, toebehoren wisselt of bij
een langdurige onderbreking van de werkzaam-
heden. Deze voorzorgsmaatregel voorkomt onbe-
doeld inschakelen van het gereedschap.
Zaagbladgeleiding monteren
Draai de gleufkopschroeven 10 uit het huis 3.
Kies de passende zaagbladgeleiding afhankelijk van
de sterkte van het te bewerken materiaal (zie Toebe-
horen). Plaats de basis 4 van de zaagbladgeleiding 5
tegen het huis 3.
Let erop dat de cilinderstiften 11 in de bijbehorende
boorgaten van de basis 4 zitten. Schroef de basis 4
van de zaagbladgeleiding 5 met de beide gleufkop-
schroeven 10 op het huis 3.
Perslucht-Schuimrubbersnijmachine
Bestelnummer 0 607 595 100
Aantal zaagbewegingen min
-1
3800
Afgegeven vermogen W
Hp
120
0,16
Zaagdiepte maximaal mm
in
300
12
Nominale druk bar/psi 6,3/91
Aansluitschroefdraad G 1/4"
Inwendige slangdiameter mm
in
10
3/8"
Luchtverbruik bij belasting l/s
cfm
5,5
11,7
Gewicht volgens
EPTA-Procedure 01/2003
kg
lbs
1,2
2,6
10
3
11
10
3
11
4
5
FoamC_bu_2609929157_t.fm Seite 5 Dienstag, 10. August 2004 12:36 12
Nederlands6
2 609 929 157 • (04.08) T
Zaagbladen monteren
Draai de beide kartelmoeren 8 los en verwijder deze
samen met de veerringen en de afdekplaat 9.
Kies het bij de zaagbladgeleiding 5 passende zaagbla-
denpaar 7 uit (zie Toebehoren). Er zijn twee getande
zaagbladen die zij aan zij in tegengestelde richting bin-
nen de zaagbladgeleiding bewegen.
Stel het zaagbladenpaar 7 samen. Let erop dat de
niet-geslepen zijden van de zaagbladen tegen elkaar
staan (en het opschrift van de zaagbladen leesbaar is).
Plaats het zaagbladenpaar 7 met de lengtesleuven in
de geleidingsstift 12 van de zaagbladgeleiding 5.
Druk de zaagbladen in de zaagbladgeleiding 5 en duw
deze één voor één tot aan de bijbehorende aanslag 14
van het aandrijfblok.
De dwarssleuven van de zaagbladen moeten in de
meeneempennen van de aandrijfblokken 13 passen.
De zaagbladen 7 moeten, zoals op de voorafgaande
afbeelding weergegeven, tussen de aandrijfblokken
zitten.
Schroef de afdekplaat 9 met de kartelmoeren 8 en de
veerringen weer vast.
Controleer of de zaagbladen stevig vastzitten
voordat u het gereedschap aansluit op de pers-
luchtvoorziening. Zaagbladen die niet goed in de
daarvoor bestemde houder zijn gespannen, kunnen
eruit glijden en niet meer worden gecontroleerd.
Geleidingsplaat monteren
Druk de geleidingsplaat 6 op de zaagbladgeleiding 5
vast. Draai de spanschroef 15 vast.
8
9
5
12
12
7
7
14
5
13
15
6
5
FoamC_bu_2609929157_t.fm Seite 6 Dienstag, 10. August 2004 12:36 12
Nederlands7
2 609 929 157 • (04.08) T
Aansluiting aan de
persluchtvoorziening
Het gereedschap is ontworpen voor een bedrijfsdruk
van 6,3 bar (91 psi). Voor een maximaal vermogen be-
draagt de inwendige slangdiameter 10 mm bij een
aansluitschroefdraad van G 1/4". Gebruik voor het in-
standhouden van het volledige vermogen alleen slan-
gen tot een lengte van maximaal 4 meter.
De toegevoerde lucht mag geen deeltjes of vocht be-
vatten om de machine te beschermen tegen bescha-
diging, vervuiling en roestvorming.
Het gebruik van een luchtverzorgingseenheid is
noodzakelijk.
Hierdoor wordt een correcte werking van persluchtge-
reedschappen gewaarborgd. Lees de gebruiksaanwij-
zing van de verzorgingseenheid en neem deze in acht.
Alle armaturen, verbindingsleidingen en slangen moe-
ten zijn aangelegd in overeenstemming met de vereis-
te hoeveelheid perslucht.
Voorkom vernauwingen van de aanvoerleidingen bijv.
door drukken, knikken of trekken.
Controleer in geval van twijfel de druk bij de luchttoe-
voeropening van de machine met een manometer.
Aansluiting van de persluchtvoorziening aan
het gereedschap
Schroef de slangnippel 1 in het aansluitstuk op de
luchtingang 17.
Maak de slangklemmen 18 van de maximaal 4 meter
lange luchttoevoerslang 19 los en bevestig de lucht-
toevoerslang over de slangnippel 1 met de slangklem
door deze stevig vast te draaien.
Bevestig de luchttoevoerslang 19 altijd eerst aan
het gereedschap en vervolgens aan de verzor-
gingseenheid.
Stulp de luchttoevoerslang 19 over de koppelingsnip-
pel 20 en bevestig de luchttoevoerslang door de
slangklem 18 stevig vast te draaien.
Schroef in de luchtuitgang van de verzorgingseenheid
22 een automatische slangkoppeling 21. Met automa-
tische slangkoppelingen kan snel een verbinding tot
stand worden gebracht en wordt de luchttoevoer bij
het loskoppelen automatisch onderbroken.
Let erop dat u het gereedschap niet per ongeluk in-
schakelt wanneer u de koppelingsnippel 20 in de kop-
peling 21 steekt.
5 GEBRUIK
Ingebruikneming
De machine werkt optimaal bij een overdruk van
6,3 bar (91 psi), gemeten bij de luchttoevoeropening
terwijl de machine in werking is.
In- en uitschakelen
Schakel de machine uit bij een onderbreking
van de luchttoevoer of bij een vermindering
van de bedrijfsdruk. Controleer de bedrijfs-
druk en start de machine opnieuw bij optimale
bedrijfsdruk.
Inschakelen:
Druk op de hendelschakelaar 2 en
houd deze tijdens de werkzaamhe-
den ingedrukt.
Uitschakelen:
Laat de hendelschakelaar 2 los.
Tips voor de werkzaamheden
Onderbreek de persluchttoevoer voordat u het
gereedschap instelt, toebehoren wisselt of bij
een langdurige onderbreking van de werkzaam-
heden. Deze voorzorgsmaatregel voorkomt onbe-
doeld inschakelen van het gereedschap.
Plotseling optredende belastingen leiden tot een
scherpe daling van het toerental of stilstand, maar
schaden de motor niet.
Schakel de machine uit bij een onderbreking
van de luchttoevoer of bij een vermindering
van de bedrijfsdruk. Controleer de bedrijfs-
druk en start de machine opnieuw bij optimale
bedrijfsdruk.
17
1
18
19
20
21
22
2
FoamC_bu_2609929157_t.fm Seite 7 Dienstag, 10. August 2004 12:36 12
Nederlands8
2 609 929 157 • (04.08) T
Geleidingsplaat met glijwieltjes
De schuimrubbersnijmachine kan met of zonder gelei-
dingsplaat 6 worden gebruikt. Dankzij de van glijwiel-
tjes 16 voorziene geleidingsplaat kan de zaag gemak-
kelijk en recht worden geleid. Let erop dat de
ondergrond vrij van obstakels is.
Voor het snijden van willekeurige vormen en het ma-
ken van uitsparingen kunt u de geleidingsplaat verwij-
deren.
Geleidingsplaat verwijderen
Draai de spanschroef 15 los. Trek de geleidingsplaat 6
van de zaagbladgeleiding 5.
Snijden
Werk met een matige aandrukkracht als u nauwkeurig
snijdt, vooral bij zacht schuimrubber en vergelijkbare
materialen. Draai en druk het materiaal bij het bewer-
ken niet te sterk.
Te grote aandrukkracht vermindert de capaciteit aan-
zienlijk en verkort de levensduur van de zaagbladen.
Scherpe inzetgereedschappen zorgen voor een goe-
de zaagcapaciteit en ontzien de machine.
Als u uitsparingen wilt maken, verwijdert u de gelei-
dingsplaat 6 (zie Geleidingsplaat verwijderen). Steek
met een mes of een schaar een gat in de te maken uit-
sparing, zodat u de zaagbladgeleiding kunt laten inval-
len. Bewerk de uitsparing met matige aandrukkracht.
Gebruik alleen de bij de materiaaldikte passende
zaagbladen en zaagbladgeleiding. Alleen zo kunt u
nauwkeurig snijden.
Gebruik uitsluitend zaagbladen in de daarvoor
passende zaagbladgeleiding. Een zaagbladenpaar
met een maximale zaagdiepte van 70 mm (23/4")
kan alleen in een zaagbladgeleiding van 70 mm
(23/4") worden gemonteerd.
Zaagbladen vervangen
Voorkom aanraking met de huid als u een zaag-
blad wilt verwisselen en gebruik geschikte werk-
handschoenen. Het zaagblad kan bij langdurig ge-
bruik heet worden.
Draai de beide kartelmoeren 8 los en verwijder deze
samen met de veerringen en de afdekplaat 9.
Trek de zaagbladen 7 eerst uit de meeneempen 13
tussen de aandrijfblokken en vervolgens aan de gelei-
dingsstift 12 uit de zaagbladgeleiding 5.
Vervang de zaagbladen door nieuwe, onbeschadigde
zaagbladen van dezelfde grootte (zie Zaagbladen
monteren). Als u een andere materiaaldikte wilt bewer-
ken, moet u ook de zaagbladgeleiding vervangen.
15
16
5
6
8
9
13
7
5
12
12
7
FoamC_bu_2609929157_t.fm Seite 8 Dienstag, 10. August 2004 12:36 12
Nederlands9
2 609 929 157 • (04.08) T
Zaagbladgeleiding vervangen
Draai de gleufkopschroeven 10 uit het huis 3.
Vervang de zaagbladgeleiding 5 door een andere en
bevestig de nieuwe zaagbladgeleiding op het huis (zie
Zaagbladgeleiding monteren).
Zaagbladen slijpen
U kunt de zaagbladen zelf slijpen. Daarvoor is de zaag-
bladen-slijpvoorziening 24 en de slijpsteen 25 vereist
(zie Toebehoren).
Slijp de zaagbladen altijd per paar. Draai de schroeven
van de slijpvoorziening 24 los, zodat u de zaagbladen
in de houder 23 kunt vastklemmen. De afgeschuinde
zijde van de vertanding moet naar boven gericht zijn
(ongeslepen zijde van de zaagbladen omlaag, zodat
het opschrift van de zaagbladen leesbaar is). Schroef
de zaagbladen in de houder 23 vast.
Geleid de slijpsteen 25 gelijkmatig over de afschuinin-
gen van de beide zaagbladen. Enkele bewegingen
met de slijpsteen zijn voldoende om de zaagbladen
weer scherpe punten te geven.
De zaagbladen moeten weer grondig worden gerei-
nigd voordat deze opnieuw worden ingebouwd.
6 ONDERHOUD EN SERVICE
Onderhoud
Onderbreek de persluchttoevoer voordat u het
gereedschap instelt, toebehoren wisselt of bij
een langdurige onderbreking van de werkzaam-
heden. Deze voorzorgsmaatregel voorkomt onbe-
doeld inschakelen van het gereedschap.
Mocht de machine ondanks zeer zorgvuldige fabrica-
ge- en testmethoden toch defect raken, dient de repa-
ratie door een erkende servicewerkplaats voor Bosch
elektrisch gereedschap te worden uitgevoerd.
Vermeld altijd bij vragen en bestellingen van vervan-
gingsonderdelen het uit tien cijfers bestaande bestel-
nummer volgens het typeplaatje van de machine.
Reinig regelmatig de zeef aan de
luchtingang van het gereed-
schap. Schroef daarvoor de
slangnippel 1 los en verwijder
stof- en vuildeeltje uit de zeef.
Monteer vervolgens de slangnip-
pel weer stevig vast.
Water- en vuildeeltjes in de perslucht
veroorzaken roestvorming en leiden tot
slijtage van lamellen, ventielen etc. Om
dit te voorkomen, laat u enkele drup-
pels motorolie in de luchtingang 17 lo-
pen. Sluit het gereedschap weer aan
op de persluchtvoorziening en laat het 5 tot 10 secon-
den lopen terwijl u de naar buiten lopende olie met een
doek opzuigt. Voer deze handeling altijd uit als het
gereedschap gedurende lange tijd niet wordt ge-
bruikt.
Bij alle Bosch-persluchtgereedschappen die niet be-
horen tot de CLEAN-serie (een bijzonder type pers-
luchtmotor dat met olievrije perslucht werkt), dient de
doorstromende perslucht voortdurend te worden ver-
mengd met een olienevel. De daarvoor noodzakelijke
persluchtolienevelaar bevindt zich in de persluchtver-
zorgingseenheid, die in de leiding voor het gereed-
schap is opgenomen (meer informatie daarover is ver-
krijgbaar bij de fabrikant van de compressor).
Gebruik voor het rechtstreeks smeren van het gereed-
schap of voor toevoeging in de verzorgingseenheid
motorolie SAE 10 of SAE 20.
10
3
5
23
24
25
1
FoamC_bu_2609929157_t.fm Seite 9 Dienstag, 10. August 2004 12:36 12
Nederlands10
2 609 929 157 • (04.08) T
Reinig de zaagbladen 7 en de zaagbladgeleiding 5
elke 8 à 10 bedrijfsuren. Verwijder de aanslag in de
zaagbladgeleiding met het meegeleverde schaafmes
26.
De motorlamellen moeten regelmatig door een vak-
man worden gecontroleerd en indien nodig worden
vervangen.
Laat onderhouds- en reparatiewerkzaamheden
alleen uitvoeren door gekwalificeerd, vakbe-
kwaam personeel. Daarmee wordt gewaarborgd dat
de veiligheid van de machine in stand blijft.
De klantenservice van Bosch voert deze werkzaamhe-
den snel en correct uit.
Voer smeer- en reinigingsmiddelen op een voor
het milieu verantwoorde wijze af. Neem de wet-
telijke voorschriften in acht.
Toebehoren
De schuimrubbersnijmachine kan worden uitgerust
met zaagbladen 7 en bijpassende zaagbladgeleiding 5
voor verschillende snijdiepten. Zaagbladen en de bij-
passende zaagbladgeleidingen voor een maximale
snijdiepte van 70, 130, 200 en 300 mm resp. 23/4",
5", 8" en 12" zijn verkrijgbaar bij de vakhandel.
De vakhandel kan u ook de zaagbladen-slijpvoorzie-
ning 24 met de slijpsteen 25 en een passende schroe-
vendraaier 27 voor de montage van de zaagbladgelei-
ding leveren. Bovendien zijn daar de geleidingsplaat 6
en het schaafmes 26 als vervangingsonderdeel ver-
krijgbaar.
Meer informatie over het volledige programma met
kwaliteitstoebehoren vindt u op het internet op
www.bosch-pt.com en
www.boschproductiontools.com, of vraag uw vak-
handel om advies.
Service
Robert Bosch GmbH is aansprakelijk voor de levering
volgens overeenkomst van deze machine in het kader
van de wettelijke of landspecifieke bepalingen. Neem
bij klachten over de machine contact op met de vol-
gende instantie:
Fax . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . +49 (711) 7 58 24 36
www.boschproductiontools.com
Afvoer van afval
Machine, toebehoren en verpakking dienen op een
voor het milieu verantwoorde manier te worden herge-
bruikt.
De kunststof delen zijn gekenmerkt om ze per soort te
kunnen recyclen.
Als uw gereedschap niet meer kan worden gebruikt,
kunt u het afgeven bij een recyclingcentrum, bij uw le-
verancier of bij een erkende Bosch-klantenservice.
Wijzigingen voorbehouden
5
26
7
5
26
27
25
24
6
7
FoamC_bu_2609929157_t.fm Seite 10 Dienstag, 10. August 2004 12:36 12

Documenttranscriptie

FoamC_bu_2609929157_t.fm Seite 1 Dienstag, 10. August 2004 12:36 12 1 ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR PERSLUCHTGEREEDSCHAPPEN Lees alle voorschriften en neem deze in acht. Wanneer de volgende veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen, kunnen een elektrische schok, brandgevaar of ernstige verwondingen het gevolg zijn. Bewaar de veiligheidsvoorschriften goed. De hierna gebruikte begrippen „Persluchtgereedschap” en „Gereedschap” hebben betrekking op de in deze gebruiksaanwijzing genoemde persluchtgereedschappen. Werkomgeving Houd uw werkomgeving schoon en goed verlicht. Een rommelige of onverlichte werkomgeving kan tot ongevallen leiden. Werk met het gereedschap niet in een explosiegevaarlijke omgeving waarin zich brandbare vloeistoffen, gassen of stof bevinden. Bij het bewerken van het werkstuk kunnen vonken ontstaan die stof of dampen ontsteken. Houd toeschouwers, kinderen en bezoekers uit de werkomgeving wanneer u het gereedschap gebruikt. Wanneer u wordt afgeleid door andere personen, kunt u de controle over het gereedschap verliezen. Veiligheid van persluchtgereedschappen Gebruik perslucht van kwaliteitsklasse 5 volgens DIN ISO 8573-1 en een aparte verzorgingseenheid dichtbij het gereedschap. De toegevoerde perslucht moet vrij van voorwerpen en vocht zijn om het gereedschap te beschermen tegen beschadiging, vervuiling en roestvorming. Controleer aansluitingen en toevoerleidingen. Alle verzorgingseenheden, koppelingen en slangen moeten ten aanzien van druk en luchthoeveelheid zijn afgestemd op de technische gegevens van het gereedschap. Een te geringe druk heeft een nadelige invloed op de werking van het gereedschap. Een te hoge druk kan tot materiële schade of persoonlijk letsel leiden. Bescherm de slangen tegen knikken, vernauwingen, oplosmiddelen en scherpe randen. Houd de slangen uit de buurt van hitte, olie en ronddraaiende delen. Vervang een beschadigde slang onmiddellijk. Een beschadigde toevoerleiding kan tot een zwiepende persluchtslang leiden en kan verwondingen veroorzaken. Opgewerveld stof of spanen kunnen tot ernstige oogverwondingen leiden. Let erop dat slangklemmen altijd stevig vastgedraaid zijn. Niet vastgedraaide of beschadigde slangklemmen kunnen de lucht ongecontroleerd laten ontwijken. 2 609 929 157 • (04.08) T Veiligheid van personen Wees aandachtig, let op wat u doet en ga met verstand te werk bij het gebruik van het gereedschap. Gebruik het gereedschap niet wanneer u moe bent of onder invloed staat van drugs, alcohol of medicijnen. Een moment van onoplettendheid bij het gebruik van het gereedschap kan tot ernstige verwondingen leiden. Draag altijd een veiligheidsbril en beschermende kleding. Het dragen van beschermende uitrusting als stofmasker, slipvaste werkschoenen, helm of gehoorbescherming, afhankelijk van de aard en het gebruik van het gereedschap, vermindert de kans op verwondingen. Voorkom per ongeluk inschakelen van het gereedschap. Controleer dat de aan/uit-schakelaar in de stand „Uit” staat voordat u het gereedschap aansluit op de persluchtvoorziening. Wanneer u bij het dragen van het gereedschap de vinger aan de aan/uit-schakelaar heeft of het gereedschap op de persluchtvoorziening aansluit terwijl de aan/uitschakelaar in de stand „Aan” staat, kan dit tot ongevallen leiden. Verwijder instelgereedschappen voordat u het gereedschap in gebruik neemt. Een instelgereedschap in een draaiend gereedschapdeel kan tot verwondingen leiden. Overschat uzelf niet. Zorg ervoor dat u stevig staat en steeds in evenwicht blijft. Wanneer u stevig staat en een goede lichaamshouding hebt, kunt u het gereedschap in onverwachte situaties beter onder controle houden. Draag geschikte werkkleding. Draag geen loshangende kleding of sieraden. Houd haren, kleding en handschoenen uit de buurt van bewegende delen van het gereedschap. Loshangende kleding, sieraden en lange haren kunnen door bewegende delen worden meegenomen. Wanneer stofafzuigings- of stofopvangvoorzieningen gemonteerd kunnen worden, dient u zich ervan te verzekeren dat deze zijn aangesloten en juist worden gebruikt. Het gebruik van deze voorzieningen beperkt het gevaar door stof. Adem de afgevoerde lucht niet rechtstreeks in. Voorkom dat afgevoerde lucht in uw ogen terechtkomt. De afgevoerde lucht van het persluchtgereedschap kan water, olie, metalen deeltjes of verontreinigingen uit de compressor bevatten. Dit kan schade aan de gezondheid veroorzaken. Nederlands–1 FoamC_bu_2609929157_t.fm Seite 2 Dienstag, 10. August 2004 12:36 12 Zorgvuldige omgang met en gebruik van persluchtgereedschappen Gebruik klemmen of een bankschroef om het werkstuk vast te zetten. Wanneer u het werkstuk met de hand vasthoudt of tegen uw lichaam drukt, kunt u het gereedschap niet veilig bedienen. Overbelast het gereedschap niet. Gebruik voor uw werkzaamheden het daarvoor bestemde gereedschap. Met het geschikte gereedschap werkt u beter en veiliger binnen het aangegeven capaciteitsbereik. Gebruik geen gereedschap waarvan de aan/uitschakelaar defect is. Gereedschap dat niet meer kan worden in- of uitgeschakeld, is gevaarlijk en moet worden gerepareerd. Onderbreek de persluchttoevoer voordat u het gereedschap instelt, toebehoren wisselt of bij een langdurige onderbreking van de werkzaamheden. Deze voorzorgsmaatregel voorkomt onbedoeld inschakelen van het gereedschap. Bewaar niet-gebruikte persluchtgereedschappen buiten het bereik van kinderen. Laat het persluchtgereedschap niet gebruiken door personen die er niet mee vertrouwd zijn en deze gebruiksaanwijzing niet gelezen hebben. Persluchtgereedschappen zijn gevaarlijk wanneer deze door onervaren personen worden gebruikt. Verzorg het persluchtgereedschap zorgvuldig. Controleer of bewegende delen van het gereedschap correct functioneren en niet vastklemmen en of onderdelen gebroken of beschadigd zijn die de werking van het persluchtgereedschap kunnen beïnvloeden. Laat beschadigde delen van het gereedschap repareren voordat u het persluchtgereedschap weer in gebruik neemt. Veel ongevallen hebben hun oorzaak in slecht onderhouden gereedschappen. Houd de inzetgereedschappen schoon. Zorgvuldig onderhouden inzetgereedschappen kunnen gemakkelijker worden gebruikt en zijn beter onder controle te houden. Gebruik persluchtgereedschappen, toebehoren, inzetgereedschappen en dergelijke volgens deze aanwijzingen en zoals voor dit speciale gereedschapstype voorgeschreven. Let daarbij op de arbeidsomstandigheden en de uit te voeren werkzaamheden. Het gebruik van het persluchtgereedschap voor andere dan de voorziene toepassingen kan tot gevaarlijke situaties leiden. Service Laat het persluchtgereedschap alleen repareren door gekwalificeerd, vakkundig personeel en alleen met originele vervangingsonderdelen. Daarmee wordt gewaarborgd dat de veiligheid van het persluchtgereedschap in stand blijft. 2 GEREEDSCHAPSPECIFIEKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR PERSLUCHT-SCHUIMRUBBERSNIJMACHINES Voorkom contact met een spanningvoerende leiding. Het gereedschap is niet geïsoleerd. Contact met een spanningvoerende leiding kan tot een elektrische schok leiden. Gebruik een geschikt detectieapparaat om verborgen stroom-, gas- of waterleidingen op te sporen of raadpleeg het plaatselijke energie- of waterleidingbedrijf. Contact met elektrische leidingen kan tot brand of een elektrische schok leiden. Beschadiging van een gasleiding kan tot een explosie leiden. Breuk van een waterleiding veroorzaakt materiële schade en kan een elektrische schok veroorzaken. Voorkom aanraking met de huid als u een zaagblad wilt verwisselen en gebruik geschikte werkhandschoenen. Het zaagblad kan bij langdurig gebruik heet worden. Gebruik alleen onbeschadigde zaagbladen die helemaal in orde zijn. Verbogen of niet-scherpe zaagbladen kunnen breken of een terugslag veroorzaken. 2 609 929 157 • (04.08) T Controleer of de zaagbladen stevig vastzitten voordat u het gereedschap aansluit op de persluchtvoorziening. Zaagbladen die niet goed in de daarvoor bestemde houder zijn gespannen, kunnen eruit glijden en niet meer worden gecontroleerd. Beweeg het gereedschap alleen ingeschakeld naar het werkstuk. Anders bestaat er gevaar voor een terugslag als de tanden in het werkstuk vasthaken. Houd uw handen uit de buurt van de plaats waar wordt gezaagd. Grijp niet onder het werkstuk. Bij aanraking van het zaagblad bestaat verwondingsgevaar. Let er bij het zagen op dat de steunplaat 6 volledig op het werkstuk ligt. Als de steunplaat niet op het hele oppervlak ligt, kan dit tot een breuk van het zaagblad leiden. Schakel het persluchtgereedschap na beëindiging van de werkzaamheden uit en trek het zaagblad pas uit de zaagsnede nadat het gereedschap tot stilstand is gekomen. Zo voorkomt u een terugslag en kunt u het persluchtgereedschap veilig neerleggen. Nederlands–2 FoamC_bu_2609929157_t.fm Seite 3 Dienstag, 10. August 2004 12:36 12 Rem het zaagblad na het uitschakelen niet af door er aan de zijkant tegen te drukken. Anders kan het zaagblad beschadigd worden, breken of een terugslag veroorzaken. Het bij het schuren, zagen, slijpen, boren en dergelijke werkzaamheden vrijkomende stof kan kankerverwekkend zijn, ongeboren leven beschadigen of het erfelijk materiaal veranderen. Enkele van de in dit stof aanwezige bestanddelen zijn: – lood in loodhoudende verven en lakken; – kristallijne kiezelaarde in bakstenen, cement en andere metselmaterialen; – arseen en chromaat in chemisch behandeld hout. Het risico van een aandoening is ervan afhankelijk, hoe vaak u aan deze stoffen bent blootgesteld. Ter beperking van het gevaar dient u alleen in goed geventileerde ruimten met de juiste beschermende uitrusting te werken (bijvoorbeeld met speciaal geconstrueerde adembeschermingsapparaten, die ook de kleinste stofdeeltjes uitfilteren). SYMBOLEN Belangrijk: De volgende symbolen kunnen voor het gebruik van het gereedschap van belang zijn. Zorg ervoor dat u de symbolen en hun betekenis herkent. Het juiste begrip van de symbolen helpt u het gereedschap goed en veilig te gebruiken. Symbool W Hp Nm ft-lbs kg lbs mm in min/s bar/psi l/s cfm °C/°F dB Ø min-1 /n0 .../min 0 /■/UNF 2 609 929 157 • (04.08) T Naam Watt Horsepower Newtonmeter foot-pounds Kilogram pounds Millimeter inches Minuten/seconden bar/pounds per square inch Liter per seconde cubic feet/minute Graden Celsius/ graden Fahrenheit Decibel Diameter Toerental Omwentelingen of bewegingen per minuut Stand: Uit Linksdraaien/rechtsdraaien Betekenis Capaciteit Eenheid van energie, draaimoment Massa, gewicht Lengte Tijdspanne, duur Luchtdruk Luchtverbruik Temperatuur Maat van relatieve geluidssterkte Bijv. schroefdiameter, slijpschijfdiameter etc. Onbelast toerental Omwentelingen, slagen, cirkelbanen etc. per minuut Geen snelheid, geen draaimoment Draairichting Binnenzeskant/buitenvierkant/ Unified National Fine-thread Pijl Soort gereedschapopname Voer de handeling uit in de richting van de pijl Waarschuwing Waarschuwt de gebruiker voor gevaren. Gebodsteken Aanwijzingen voor correct gebruik, zoals: gebruiksaanwijzing lezen of veiligheidsbril dragen. Nederlands–3 FoamC_bu_2609929157_t.fm Seite 4 Dienstag, 10. August 2004 12:36 12 3 FUNCTIEBESCHRIJVING 1 2 3 9 8 4 7 5 6 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Slangnippel Aan/uit-schakelaar (hendelschakelaar) Behuizing Basis van de zaagbladgeleiding Zaagbladgeleiding Steunplaat Zaagbladenpaar (inzetgereedschap) Kartelmoer met veerring Afdekplaat Conformiteitsverklaring Wij verklaren op eigen verantwoording dat dit product voldoet aan de volgende normen en normatieve documenten: EN 792, volgens de bepalingen van de richtlijn 98/37/EG. Dr. Egbert Schneider Senior Vice President Engineering Dr. Eckerhard Strötgen Head of Product Certification Afgebeeld en beschreven toebehoren wordt niet altijd standaard meegeleverd. Robert Bosch GmbH, Geschäftsbereich Elektrowerkzeuge Gebruik volgens bestemming Het gereedschap is bestemd voor het snijden van schuimrubber, schuimkunststof en vergelijkbare materialen. 2 609 929 157 • (04.08) T Nederlands–4 FoamC_bu_2609929157_t.fm Seite 5 Dienstag, 10. August 2004 12:36 12 Informatie over geluid en trillingen Meetwaarden voor geluid bepaald volgens EN ISO 15744. Meetwaarden voor trillingen bepaald volgens EN 28662 resp. EN ISO 8662. Het A-gewaardeerde geluidsdrukniveau van de machine bedraagt kenmerkend 75 dB(A). Meetonzekerheid K = 3 dB. Tijdens het werken kan het geluidsniveau 85 dB(A) overschrijden. Draag oorbeschermers. De hand/arm-versnelling is kenmerkend minder dan 2,5 m/s2. Meetonzekerheid K = 1,2 m/s2. Technische gegevens Perslucht-Schuimrubbersnijmachine Bestelnummer 0 607 595 100 Aantal zaagbewegingen min-1 3800 Afgegeven vermogen W 120 Hp 0,16 Zaagdiepte maximaal mm 300 in 12 Nominale druk bar/psi 6,3/91 Aansluitschroefdraad G 1/4" Inwendige slangdiameter mm 10 in 3/8" Luchtverbruik bij belasting l/s 5,5 cfm 11,7 Gewicht volgens kg 1,2 EPTA-Procedure 01/2003 lbs 2,6 4 MONTAGE De zaagbladen en de zaagbladgeleiding moeten apart besteld worden. Het gereedschap wordt ongemonteerd verzonden en moet ter plaatse worden gemonteerd. Gebruik uitsluitend zaagbladen in de daarvoor passende zaagbladgeleiding. Een zaagbladenpaar met een maximale zaagdiepte van 70 mm (2–3/4") kan alleen in een zaagbladgeleiding van 70 mm (2–3/4") worden gemonteerd. Onderbreek de persluchttoevoer voordat u het gereedschap instelt, toebehoren wisselt of bij een langdurige onderbreking van de werkzaamheden. Deze voorzorgsmaatregel voorkomt onbedoeld inschakelen van het gereedschap. Zaagbladgeleiding monteren 5 10 4 3 11 Kies de passende zaagbladgeleiding afhankelijk van de sterkte van het te bewerken materiaal (zie Toebehoren). Plaats de basis 4 van de zaagbladgeleiding 5 tegen het huis 3. Let erop dat de cilinderstiften 11 in de bijbehorende boorgaten van de basis 4 zitten. Schroef de basis 4 van de zaagbladgeleiding 5 met de beide gleufkopschroeven 10 op het huis 3. 10 11 3 Draai de gleufkopschroeven 10 uit het huis 3. 2 609 929 157 • (04.08) T Nederlands–5 FoamC_bu_2609929157_t.fm Seite 6 Dienstag, 10. August 2004 12:36 12 De dwarssleuven van de zaagbladen moeten in de meeneempennen van de aandrijfblokken 13 passen. De zaagbladen 7 moeten, zoals op de voorafgaande afbeelding weergegeven, tussen de aandrijfblokken zitten. Zaagbladen monteren 9 8 13 Draai de beide kartelmoeren 8 los en verwijder deze samen met de veerringen en de afdekplaat 9. Kies het bij de zaagbladgeleiding 5 passende zaagbladenpaar 7 uit (zie Toebehoren). Er zijn twee getande zaagbladen die zij aan zij in tegengestelde richting binnen de zaagbladgeleiding bewegen. Stel het zaagbladenpaar 7 samen. Let erop dat de niet-geslepen zijden van de zaagbladen tegen elkaar staan (en het opschrift van de zaagbladen leesbaar is). 7 Schroef de afdekplaat 9 met de kartelmoeren 8 en de veerringen weer vast. Controleer of de zaagbladen stevig vastzitten voordat u het gereedschap aansluit op de persluchtvoorziening. Zaagbladen die niet goed in de daarvoor bestemde houder zijn gespannen, kunnen eruit glijden en niet meer worden gecontroleerd. Geleidingsplaat monteren 5 5 12 15 12 Plaats het zaagbladenpaar 7 met de lengtesleuven in de geleidingsstift 12 van de zaagbladgeleiding 5. 6 5 Druk de geleidingsplaat 6 op de zaagbladgeleiding 5 vast. Draai de spanschroef 15 vast. 7 14 Druk de zaagbladen in de zaagbladgeleiding 5 en duw deze één voor één tot aan de bijbehorende aanslag 14 van het aandrijfblok. 2 609 929 157 • (04.08) T Nederlands–6 FoamC_bu_2609929157_t.fm Seite 7 Dienstag, 10. August 2004 12:36 12 Aansluiting aan de persluchtvoorziening Het gereedschap is ontworpen voor een bedrijfsdruk van 6,3 bar (91 psi). Voor een maximaal vermogen bedraagt de inwendige slangdiameter 10 mm bij een aansluitschroefdraad van G 1/4". Gebruik voor het instandhouden van het volledige vermogen alleen slangen tot een lengte van maximaal 4 meter. De toegevoerde lucht mag geen deeltjes of vocht bevatten om de machine te beschermen tegen beschadiging, vervuiling en roestvorming. Het gebruik van een luchtverzorgingseenheid is noodzakelijk. Hierdoor wordt een correcte werking van persluchtgereedschappen gewaarborgd. Lees de gebruiksaanwijzing van de verzorgingseenheid en neem deze in acht. Alle armaturen, verbindingsleidingen en slangen moeten zijn aangelegd in overeenstemming met de vereiste hoeveelheid perslucht. Voorkom vernauwingen van de aanvoerleidingen bijv. door drukken, knikken of trekken. Controleer in geval van twijfel de druk bij de luchttoevoeropening van de machine met een manometer. Aansluiting van de persluchtvoorziening aan het gereedschap Schroef de slangnippel 1 in het aansluitstuk op de luchtingang 17. 17 20 1 21 22 18 19 Maak de slangklemmen 18 van de maximaal 4 meter lange luchttoevoerslang 19 los en bevestig de luchttoevoerslang over de slangnippel 1 met de slangklem door deze stevig vast te draaien. Bevestig de luchttoevoerslang 19 altijd eerst aan het gereedschap en vervolgens aan de verzorgingseenheid. Stulp de luchttoevoerslang 19 over de koppelingsnippel 20 en bevestig de luchttoevoerslang door de slangklem 18 stevig vast te draaien. Schroef in de luchtuitgang van de verzorgingseenheid 22 een automatische slangkoppeling 21. Met automatische slangkoppelingen kan snel een verbinding tot stand worden gebracht en wordt de luchttoevoer bij het loskoppelen automatisch onderbroken. Let erop dat u het gereedschap niet per ongeluk inschakelt wanneer u de koppelingsnippel 20 in de koppeling 21 steekt. 5 GEBRUIK Ingebruikneming Tips voor de werkzaamheden De machine werkt optimaal bij een overdruk van 6,3 bar (91 psi), gemeten bij de luchttoevoeropening terwijl de machine in werking is. Onderbreek de persluchttoevoer voordat u het gereedschap instelt, toebehoren wisselt of bij een langdurige onderbreking van de werkzaamheden. Deze voorzorgsmaatregel voorkomt onbedoeld inschakelen van het gereedschap. Plotseling optredende belastingen leiden tot een scherpe daling van het toerental of stilstand, maar schaden de motor niet. Schakel de machine uit bij een onderbreking van de luchttoevoer of bij een vermindering van de bedrijfsdruk. Controleer de bedrijfsdruk en start de machine opnieuw bij optimale bedrijfsdruk. In- en uitschakelen Schakel de machine uit bij een onderbreking van de luchttoevoer of bij een vermindering van de bedrijfsdruk. Controleer de bedrijfsdruk en start de machine opnieuw bij optimale bedrijfsdruk. Inschakelen: Druk op de hendelschakelaar 2 en houd deze tijdens de werkzaamhe2 den ingedrukt. Uitschakelen: Laat de hendelschakelaar 2 los. 2 609 929 157 • (04.08) T Nederlands–7 FoamC_bu_2609929157_t.fm Seite 8 Dienstag, 10. August 2004 12:36 12 Geleidingsplaat met glijwieltjes De schuimrubbersnijmachine kan met of zonder geleidingsplaat 6 worden gebruikt. Dankzij de van glijwieltjes 16 voorziene geleidingsplaat kan de zaag gemakkelijk en recht worden geleid. Let erop dat de ondergrond vrij van obstakels is. Voor het snijden van willekeurige vormen en het maken van uitsparingen kunt u de geleidingsplaat verwijderen. Zaagbladen vervangen Voorkom aanraking met de huid als u een zaagblad wilt verwisselen en gebruik geschikte werkhandschoenen. Het zaagblad kan bij langdurig gebruik heet worden. 9 Geleidingsplaat verwijderen 8 5 15 16 Draai de beide kartelmoeren 8 los en verwijder deze samen met de veerringen en de afdekplaat 9. 7 6 13 Draai de spanschroef 15 los. Trek de geleidingsplaat 6 van de zaagbladgeleiding 5. Snijden Werk met een matige aandrukkracht als u nauwkeurig snijdt, vooral bij zacht schuimrubber en vergelijkbare materialen. Draai en druk het materiaal bij het bewerken niet te sterk. Te grote aandrukkracht vermindert de capaciteit aanzienlijk en verkort de levensduur van de zaagbladen. Scherpe inzetgereedschappen zorgen voor een goede zaagcapaciteit en ontzien de machine. Als u uitsparingen wilt maken, verwijdert u de geleidingsplaat 6 (zie Geleidingsplaat verwijderen). Steek met een mes of een schaar een gat in de te maken uitsparing, zodat u de zaagbladgeleiding kunt laten invallen. Bewerk de uitsparing met matige aandrukkracht. Gebruik alleen de bij de materiaaldikte passende zaagbladen en zaagbladgeleiding. Alleen zo kunt u nauwkeurig snijden. Gebruik uitsluitend zaagbladen in de daarvoor passende zaagbladgeleiding. Een zaagbladenpaar met een maximale zaagdiepte van 70 mm (2–3/4") kan alleen in een zaagbladgeleiding van 70 mm (2–3/4") worden gemonteerd. 2 609 929 157 • (04.08) T Trek de zaagbladen 7 eerst uit de meeneempen 13 tussen de aandrijfblokken en vervolgens aan de geleidingsstift 12 uit de zaagbladgeleiding 5. 7 5 12 12 Vervang de zaagbladen door nieuwe, onbeschadigde zaagbladen van dezelfde grootte (zie Zaagbladen monteren). Als u een andere materiaaldikte wilt bewerken, moet u ook de zaagbladgeleiding vervangen. Nederlands–8 FoamC_bu_2609929157_t.fm Seite 9 Dienstag, 10. August 2004 12:36 12 Zaagbladgeleiding vervangen Draai de gleufkopschroeven 10 uit het huis 3. Zaagbladen slijpen U kunt de zaagbladen zelf slijpen. Daarvoor is de zaagbladen-slijpvoorziening 24 en de slijpsteen 25 vereist (zie Toebehoren). 5 25 10 24 23 3 Vervang de zaagbladgeleiding 5 door een andere en bevestig de nieuwe zaagbladgeleiding op het huis (zie Zaagbladgeleiding monteren). Slijp de zaagbladen altijd per paar. Draai de schroeven van de slijpvoorziening 24 los, zodat u de zaagbladen in de houder 23 kunt vastklemmen. De afgeschuinde zijde van de vertanding moet naar boven gericht zijn (ongeslepen zijde van de zaagbladen omlaag, zodat het opschrift van de zaagbladen leesbaar is). Schroef de zaagbladen in de houder 23 vast. Geleid de slijpsteen 25 gelijkmatig over de afschuiningen van de beide zaagbladen. Enkele bewegingen met de slijpsteen zijn voldoende om de zaagbladen weer scherpe punten te geven. De zaagbladen moeten weer grondig worden gereinigd voordat deze opnieuw worden ingebouwd. 6 ONDERHOUD EN SERVICE Onderhoud Onderbreek de persluchttoevoer voordat u het gereedschap instelt, toebehoren wisselt of bij een langdurige onderbreking van de werkzaamheden. Deze voorzorgsmaatregel voorkomt onbedoeld inschakelen van het gereedschap. Mocht de machine ondanks zeer zorgvuldige fabricage- en testmethoden toch defect raken, dient de reparatie door een erkende servicewerkplaats voor Bosch elektrisch gereedschap te worden uitgevoerd. Vermeld altijd bij vragen en bestellingen van vervangingsonderdelen het uit tien cijfers bestaande bestelnummer volgens het typeplaatje van de machine. Reinig regelmatig de zeef aan de luchtingang van het gereedschap. Schroef daarvoor de slangnippel 1 los en verwijder stof- en vuildeeltje uit de zeef. Monteer vervolgens de slangnip1 pel weer stevig vast. 2 609 929 157 • (04.08) T Water- en vuildeeltjes in de perslucht veroorzaken roestvorming en leiden tot slijtage van lamellen, ventielen etc. Om dit te voorkomen, laat u enkele druppels motorolie in de luchtingang 17 lopen. Sluit het gereedschap weer aan op de persluchtvoorziening en laat het 5 tot 10 seconden lopen terwijl u de naar buiten lopende olie met een doek opzuigt. Voer deze handeling altijd uit als het gereedschap gedurende lange tijd niet wordt gebruikt. Bij alle Bosch-persluchtgereedschappen die niet behoren tot de CLEAN-serie (een bijzonder type persluchtmotor dat met olievrije perslucht werkt), dient de doorstromende perslucht voortdurend te worden vermengd met een olienevel. De daarvoor noodzakelijke persluchtolienevelaar bevindt zich in de persluchtverzorgingseenheid, die in de leiding voor het gereedschap is opgenomen (meer informatie daarover is verkrijgbaar bij de fabrikant van de compressor). Gebruik voor het rechtstreeks smeren van het gereedschap of voor toevoeging in de verzorgingseenheid motorolie SAE 10 of SAE 20. Nederlands–9 FoamC_bu_2609929157_t.fm Seite 10 Dienstag, 10. August 2004 12:36 12 Service 5 Robert Bosch GmbH is aansprakelijk voor de levering volgens overeenkomst van deze machine in het kader van de wettelijke of landspecifieke bepalingen. Neem bij klachten over de machine contact op met de volgende instantie: 7 26 Reinig de zaagbladen 7 en de zaagbladgeleiding 5 elke 8 à 10 bedrijfsuren. Verwijder de aanslag in de zaagbladgeleiding met het meegeleverde schaafmes 26. De motorlamellen moeten regelmatig door een vakman worden gecontroleerd en indien nodig worden vervangen. Laat onderhouds- en reparatiewerkzaamheden alleen uitvoeren door gekwalificeerd, vakbekwaam personeel. Daarmee wordt gewaarborgd dat de veiligheid van de machine in stand blijft. De klantenservice van Bosch voert deze werkzaamheden snel en correct uit. Voer smeer- en reinigingsmiddelen op een voor het milieu verantwoorde wijze af. Neem de wettelijke voorschriften in acht. Fax . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . +49 (711) 7 58 24 36 www.boschproductiontools.com Toebehoren Afvoer van afval De schuimrubbersnijmachine kan worden uitgerust met zaagbladen 7 en bijpassende zaagbladgeleiding 5 voor verschillende snijdiepten. Zaagbladen en de bijpassende zaagbladgeleidingen voor een maximale snijdiepte van 70, 130, 200 en 300 mm resp. 2–3/4", 5", 8" en 12" zijn verkrijgbaar bij de vakhandel. Machine, toebehoren en verpakking dienen op een voor het milieu verantwoorde manier te worden hergebruikt. De kunststof delen zijn gekenmerkt om ze per soort te kunnen recyclen. Als uw gereedschap niet meer kan worden gebruikt, kunt u het afgeven bij een recyclingcentrum, bij uw leverancier of bij een erkende Bosch-klantenservice. 7 26 Wijzigingen voorbehouden 5 27 25 6 24 De vakhandel kan u ook de zaagbladen-slijpvoorziening 24 met de slijpsteen 25 en een passende schroevendraaier 27 voor de montage van de zaagbladgeleiding leveren. Bovendien zijn daar de geleidingsplaat 6 en het schaafmes 26 als vervangingsonderdeel verkrijgbaar. Meer informatie over het volledige programma met kwaliteitstoebehoren vindt u op het internet op www.bosch-pt.com en www.boschproductiontools.com, of vraag uw vakhandel om advies. 2 609 929 157 • (04.08) T Nederlands–10
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134

Bosch 0 607 595 100 Handleiding

Type
Handleiding