Alpha innotec RBE de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Alpha innotec RBE de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
Technische wzigingen voorbehouden.
83032600bNL – Vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding
Installatie- en gebruikershandleiding
RBE
Ruimtebedieningseenheid
i bh
2
Inhoudsopgave
INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS EN GEKWALIFICEERD
VAKPERSONEEL
A.U.B. EERST LEZEN .....................................................................................................2
PICTOGRAMMEN .........................................................................................................2
DOELMATIG GEBRUIK ................................................................................................3
UITSLUITING AANSPRAKELIJKHEID .....................................................................3
KLANTENSERVICE ........................................................................................................3
GARANTIE/VRIJWARING ...........................................................................................3
VERWIJDERING ............................................................................................................. 3
LEVERINGSOMVANG .................................................................................................. 3
ALGEMEEN .....................................................................................................................3
MONTAGE .......................................................................................................................4
ELEKTRISCHE AANSLUITING ...................................................................................5
Aansluiting van communicatie en elektrische voeding .........................5
TECHNISCHE GEGEVENS ..........................................................................................5
INBEDRIJFSTELLING EN CONFIGURATIE VAN DE
RUIMTEBEDIENINGSEENHEID RBE ................................................................6
INSTELLINGEN VOOR DE RUIMTEBEDIENINGSEENHEID .............................6
Invloedsfactor RT .................................................................................................. 6
Vrijgave koeling .....................................................................................................7
Warmteverdeelsysteem ......................................................................................7
AANPASSING VAN DE INGESTELDE RETOURTEMPERATUUR ONDER
INVLOED VAN DE RUIMTETEMPERATUUR .................................................7
OPBOUW EN BEDIENING .......................................................................................... 8
STARTSCHERM .............................................................................................................. 8
Functies en informatie op het startscherm: ................................................ 8
HOOFDMENU ................................................................................................................9
Fundamentele structuur ....................................................................................9
Inhoud van de submenu’s .................................................................................9
STORINGEN ................................................................................................................. 11
83032600bNL – Vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding – Technische wzigingen voorbehouden.
Pictogrammen
Informatie voor gebruikers.
Informatie of aanwijzingen voor gekwaliceerd vakpersoneel.
GEVAAR!
Dit duidt op levensgevaar door elektrische stroom!
GEVAAR!
Dit duidt op acuut gevaar dat tot zwaar letsel of zelfs de dood kan
leiden.
WAARSCHUWING!
Dit duidt op mogelijk gevaar dat tot zwaar letsel of de dood kan lei-
den.
VOORZICHTIG!
Dit duidt op mogelijk gevaar dat tot middelzwaar of licht letsel kan
leiden.
LET OP
Dit duidt op mogelijk gevaar dat materiële schade kan veroorzaken.
AANWIJZING
Gemarkeerde informatie.
Verwijzing naar andere passages van de installatie- en gebrui-
kershandleiding.
Verwijzing naar andere documentatie van de fabrikant.
ENERGIEBESPARINGSTIP
Dit zijn adviezen om u te helpen energie, grondstoen en kos-
ten te besparen.
A.u.b. eerst lezen
Deze installatie- en gebruikershandleiding bevat belangrijke aanwijzin-
gen voor het gebruik van het apparaat. Ze is onderdeel van het product
en dient in de directe omgeving van het apparaat te worden bewaard. Ze
moet beschikbaar blijven zolang het apparaat wordt gebruikt. Geef de
installatie- en gebruikershandleiding aan eventuele volgende gebruikers
van het apparaat door.
Lees deze installatie- en gebruikershandleiding, alvorens met de werk-
zaamheden aan en met het apparaat te beginnen. Vooral het hoofdstuk
Veiligheid’. Volg alle aanwijzingen volledig en onverkort op.
Het kan gebeuren dat deze handleiding beschrijvingen bevat die ondui-
delijk of onbegrijpelijk lijken. Bij vragen of onduidelijkheden a.u.b. altijd
de klantenservice of contact opnemen met de lokale partner van de fa-
brikant.
Deze handleiding is uitsluitend bestemd voor personen die met of aan
het apparaat werken. Ga er vertrouwelijk mee om. De inhoud is door de
auteurswet beschermd. Deze mag noch geheel noch gedeeltelijk en in
geen enkele vorm worden gereproduceerd, overgedragen, gekopieerd,
in elektronische systemen worden opgeslagen of in een andere taal wor-
den vertaald, zonder schriftelijke toestemming van de fabrikant.
383032600bNL – Vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding – Technische wzigingen voorbehouden.
Doelmatig gebruik
Als afstandsbediening en afstandsweergave voor bepaalde functies van
de warmtepompregelaar
alleen in combinatie met de warmtepompregelaar,
alleen voor geselecteerde producten (meer informatie vindt u in de
actueel geldige prijslijst).
Uitsluiting aansprakelijkheid
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die door onjuist gebruik
van het apparaat wordt veroorzaakt.
Bovendien vervalt de aansprakelijkheid van de fabrikant:
indien werkzaamheden aan het apparaat en zijn componenten zijn
uitgevoerd die niet conform deze handleiding zijn;
indien werkzaamheden aan het apparaat en zijn componenten on-
vakkundig zijn uitgevoerd;
indien er werkzaamheden aan het apparaat zijn uitgevoerd die niet
in deze handleiding beschreven zijn en waarvoor de fabrikant geen
uitdrukkelijke schriftelijke toestemming heeft gegeven;
indien het apparaat of componenten in het apparaat zonder uit-
drukkelijke, schriftelijke toestemming van de fabrikant veranderd,
omgebouwd of gedemonteerd zijn.
Klantenservice
Voor technische informatie kunt u terecht bij uw installateur of bij de lo-
kale partner van de fabrikant.
DE: www.alpha-innotec.de
EU: www.alpha-innotec.eu
Garantie/vrijwaring
De vrijwarings- en garantiebepalingen kunt u in de aankoopdocumen-
ten terugvinden.
AANWIJZING
Spreek met uw leverancier voor alle vrijwarings- en garantieaangelegen-
heden.
Verwijdering
Als het apparaat wordt afgedankt, dient u zich te houden aan de lokaal
geldende wetten, richtlijnen en normen voor de terugwinning, recycling
en afvoer van onderdelen.
Leveringsomvang
Allgemeines
Mit RMU 40 können Sie Ihre NIBE-Wärmepumpe von ei-
nem Raum im Gebäude aus steuern und überwachen.
Inhalt
LEK
LEK
2 Schrauben1 Abstandsstück
aus Kunststoff
1 RMU 40
Installationsmöglichkeiten
RMU 40 kann auf unterschiedliche Weise installiert wer-
den. Einige Varianten werden im Folgenden aufgeführt.
1
1
2
1
2
1
2
3
1
2
508b
508b
508b
508b
508b
508b
508b
%7
%7
Raumtemperaturfühler
RMU 40 enthält einen Raumfühler, der dieselbe Funkti-
onsweise wie der Raumfühler im Lieferumfang der Wär-
mepumpe (BT50) aufweist.
So kann gewählt werden, welchen Raumfühler die Wär-
mepumpe zur Anzeige und eventuellen Regelung der
Raumtemperatur verwenden soll.
Der Raumfühler erfüllt bis zu drei Funktionen:
1.
Anzeige der aktuellen Raumtemperatur im Wär-
mepumpendisplay.
2.
Ermöglicht die Änderung der Raumtemperatur in
°C.
3.
Ermöglicht das Aufwerten bzw. Stabilisieren der
Raumtemperatur.
Montieren Sie den Fühler an einem neutralen Ort, an
dem die eingestellte Temperatur gewünscht wird. Als
geeigneter Ort kommt z.B. eine freie Innenwand im
Flur ca. 1,5 m über dem Fußboden in Frage. Der Fühler
darf nicht an der Messung einer korrekten Raumtem-
peratur gehindert werden, z.B. durch die Anbringung
in einer Nische, zwischen Regalen, hinter einer Gardi-
ne, über bzw. in der Nähe einer Wärmequelle, in ei-
nem Luftzugbereich von der Außentür oder in direkter
Sonneneinstrahlung. Auch geschlossene Heizkörper-
thermostate können Probleme hervorrufen.
Wenn der Fühler zum Ändern der Raumtemperatur in
°C und bzw. oder zum Aufwerten bzw. Stabilisieren
der Raumtemperatur genutzt werden soll, muss er in
Menü 1.9.4 der Wärmepumpe aktiviert werden.
ACHTUNG!
Wenn der Raumfühler in einem Raum mit
Fußbodenheizung platziert ist, sollte er ledig-
lich eine Anzeigefunktion besitzen, jedoch
keine Regelungsfunktion für die Raumtempe-
ratur.
21
Deutsch, Installateurhandbuch - RMU 40
DE
1 RBE 1 opbouwframe
van kunststof
2 schroeven
Algemeen
Via de RBE kunnen de belangrijkste parameters en bedrijfsgegevens
comfortabel in de woonruimte worden afgelezen, veranderd en geopti-
maliseerd (bijv. aanpassing van de verwarmingstemperatuur of warmwa-
tertemperatuur, aezen van temperaturen).
Allgemeines
Mit RMU 40 können Sie Ihre NIBE-Wärmepumpe von ei-
nem Raum im Gebäude aus steuern und überwachen.
Inhalt
LEK
LEK
2 Schrauben1 Abstandsstück
aus Kunststoff
1 RMU 40
Installationsmöglichkeiten
RMU 40 kann auf unterschiedliche Weise installiert wer-
den. Einige Varianten werden im Folgenden aufgeführt.
1
1
2
1
2
1
2
3
1
2
508b
508b
508b
508b
508b
508b
508b
%7
%7
Raumtemperaturfühler
RMU 40 enthält einen Raumfühler, der dieselbe Funkti-
onsweise wie der Raumfühler im Lieferumfang der Wär-
mepumpe (BT50) aufweist.
So kann gewählt werden, welchen Raumfühler die Wär-
mepumpe zur Anzeige und eventuellen Regelung der
Raumtemperatur verwenden soll.
Der Raumfühler erfüllt bis zu drei Funktionen:
1.
Anzeige der aktuellen Raumtemperatur im Wär-
mepumpendisplay.
2.
Ermöglicht die Änderung der Raumtemperatur in
°C.
3.
Ermöglicht das Aufwerten bzw. Stabilisieren der
Raumtemperatur.
Montieren Sie den Fühler an einem neutralen Ort, an
dem die eingestellte Temperatur gewünscht wird. Als
geeigneter Ort kommt z.B. eine freie Innenwand im
Flur ca. 1,5 m über dem Fußboden in Frage. Der Fühler
darf nicht an der Messung einer korrekten Raumtem-
peratur gehindert werden, z.B. durch die Anbringung
in einer Nische, zwischen Regalen, hinter einer Gardi-
ne, über bzw. in der Nähe einer Wärmequelle, in ei-
nem Luftzugbereich von der Außentür oder in direkter
Sonneneinstrahlung. Auch geschlossene Heizkörper-
thermostate können Probleme hervorrufen.
Wenn der Fühler zum Ändern der Raumtemperatur in
°C und bzw. oder zum Aufwerten bzw. Stabilisieren
der Raumtemperatur genutzt werden soll, muss er in
Menü 1.9.4 der Wärmepumpe aktiviert werden.
ACHTUNG!
Wenn der Raumfühler in einem Raum mit
Fußbodenheizung platziert ist, sollte er ledig-
lich eine Anzeigefunktion besitzen, jedoch
keine Regelungsfunktion für die Raumtempe-
ratur.
21
Deutsch, Installateurhandbuch - RMU 40
DE
ENERGIEBESPARINGSTIP
Onnodig hoge aanvoertemperaturen in het verwarmings-
of warmwaterbedrijf verlagen de eciëntie van de installa-
tie, verhogen de stilstands- en leidingverliezen en verhogen
zo de bedrijfskosten. Door de ruimtebedieningseenheid kun-
nen deze temperaturen eenvoudig en comfortabel vanuit de
woonruimte overeenkomstig de behoeften worden ingesteld
en geoptimaliseerd. Verlaag hiervoor de temperaturen gelei-
delijk, om uw persoonlijke comfortinstellingen te bepalen.
Met de RBE is een regeling met ruimtetemperatuurinvloed mogelijk.
De RBE geeft de functies van de warmtepomp overeenkomstig in het
menu aan:
verwarming
warm water
koeling
ventilatie
thermische zonne-energie
zwembad
fotovoltaïsche zonne-energie
Om de warmtepompregeling met een ruimtebedieningseenheid te kun-
nen uitrusten, is een bedieningselement met RS485-interface benodigd:
RS485 / LIN-BUS
Bedieningselement met RS485- en LIN-BUS-interface
Zie installatie- en gebruikershandleiding van de warmte-
pompregelaar.
583032600bNL – Vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding – Technische wzigingen voorbehouden.
A
+12V
2
GND
1
B
RBE
LIN-Bus
RJ45
4
3
RBE
RJ45
A2
1
2
3
4
Funktion
Raumbedieneinheit
A
+12V
2
GND
1
B
RBE
LIN-Bus
RJ45
4
3
RBE
RJ45
A2
A2
Bezeichnung
Legende: DE831183
Bedienteil
1
Raumbedieneinheit
2
3
4
RBE
Raumbedieneinheit RBE
Datum
831183
Achim Pfleger 24.07.2013
- PEP 008/2013
Bl von Anz
Name
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
1/1
1
Datum
Bearb.
Änderung
24.07.2013
Zustand
-
Blatt-Nr.
A. Pfleger
AANSLUITING VAN COMMUNICATIE EN ELEKTRISCHE VOEDING
De communicatie en elektrische voeding vinden plaats via de RS485-
interface die aan het warmtepompbedieningselement is aangebracht.
Met deze interface moet de RBE worden verbonden.
Gebruik een exibel kabeltype (LiYY, EKKX) of gelijkwaardig. Noodzakelij-
ke en tegelijk maximale kabeldoorsnede 0,5 mm².
Ga hierbij volgens volgend aansluitschema te werk:
Aansluitklem
Elektrischer Anschluss
HINWEIS!
Alle elektrischen Anschlüsse müssen von einem
geprüften Elektriker ausgeführt werden.
Bei der Elektroinstallation und beim Verlegen
der Leitungen sind die geltenden Vorschriften
zu berücksichtigen.
F1145/F1245/F370/F470/F750 darf bei der Instal-
lation von RMU 40 nicht mit Spannung versorgt
werden.
Anschluss von Kommunikation und Span-
nungsversorgung
Die Klemme in RMU 40 wird mit Klemme X4:9–12 an
der Eingangskarte (AA3) in der Wärmepumpe verbunden.
Verwenden Sie Kabeltyp LiYY, EKKX oder gleichwertig.
RMU 40
+12V GND B A
$QVFKOXVVNOHPPH
F1145
F1145RMU 40
A
B
GND
+12V
8
9
10
7
11
12
13
$$;
508b )
$$;
F1245
+12V
ABGND
12
1110 13987
F1245
RMU 40
508b
)
$$;
$$;
F370/F470
+12V
ABGND
12
1110 13987
F1245
RMU 40
508b
))
$$;
$$;
F750
+12V
ABGND
12
1110 13987
F1245
RMU 40
508b
)
$$;
LEK
$$;
Mehrere RMU 40/SMS 40-Einheiten
Soll eine weitere RMU 40-Einheit bzw. SMS 40-Einheit
mit F1145/F1245/F370/F470/F750 verbunden werden,
ist diese von der Anschlussklemme in der ersten Einheit
umzusetzen. Es können maximal zwei Einheiten ange-
schlossen werden.
)))))
508b
606 
508b
606 
Värmepump
RMU 40
RMU 40
8
9
10
7
11
12
13
A
B
GND
+12V
A
B
GND
+12V
$$;
508b
508b
:¦UPHSXPSH
23
DE
Technische gegevens
Opbouwframe van kunststof b x h x d (mm) 85 x 85 x 35
RBE-afmetingen b x h x d (mm) 85 x 85 x 14
Nominale spanning 12 V DC 40 mA
(elektrische voeding van de warmtepomp)
Ga voor de inbedrijfstelling te werk zoals beschreven op pa-
gina9.
Elektrische aansluiting
GEVAAR!
Levensgevaar door elektrische stroom!
De elektrische installatie mag uitsluitend door ge-
kwaliceerde elektromonteurs worden uitgevoerd.
Schakel de installatie spanningsvrij en beveilig deze
tegen herinschakelen, voordat u het apparaat opent!
WAARSCHUWING!
Neem de geldige EN-, VDE- en/of lokale veiligheids-
voorschriften in acht bij de installatie en uitvoering
van werkzaamheden aan elektrische aansluitingen.
Neem de technische aansluitvoorwaarden van het
bevoegde energiebedrijf in acht!
WAARSCHUWING!
Alleen vakpersoneel (verwarmings-, koelinstallatie-
en elektromonteurs) mag aan dit apparaat en de
componenten ervan werken.
VOORZICHTIG!
Bij een kabel met kleine doorsnede vermindert de toegesta-
ne lengte van de verbindingskabel. Bij een langere kabel is
het mogelijk dat de RBE niet werkt!
LET OP
Elektrische werkzaamheden aan de ruimtebedieningseen-
heid mogen uitsluitend worden uitgevoerd door geautori-
seerd servicepersoneel en door gespecialiseerde bedrijven
die door de fabrikant zijn geautoriseerd.
max. 30 m*
* De 30 m tussen het WP-bedieningselement en de RBE is alleen toegestaan, als de aansluitkabel tussen het WP-bedieningsele-
ment en de hoofdprintplaat van de WP-regeling ≤ 3 m lang is.
Ruimtebedieningseenheid
6 83032600bNL – Vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding – Technische wzigingen voorbehouden.
INBEDRIJFSTELLING EN CONFIGURATIE VAN DE
RUIMTEBEDIENINGSEENHEID RBE
Als de ruimtebedieningseenheid met de warmtepompbesturing verbon-
den is, dan kan deze in bedrijf worden gesteld. Nu wordt de in de ruim-
te geplaatste ruimtebedieningseenheid van spanning voorzien en geac-
tiveerd. De verbinding wordt tot stand gebracht en de blauwe statusbalk
links onderaan op het display begint te branden:
Nu moet de ruimtebedieningseenheid aan de warmtepompregelaar wor-
den gekoppeld: Service >> Instellingen >> Systeeminstelling
Als de ruimtebedieningseenheid als kamerstation werd geactiveerd, dan
start de communicatie tussen warmtepompregelaar en RBE. Na enkele
seconden heeft de RBE alle benodigde gegevens van de warmtepompre-
geling ontvangen en is deze bedrijfsklaar. Hij geeft nu alle relevante be-
drijfsgegevens uit de verbonden warmtepomp aan:
INSTELLINGEN VOOR DE RUIMTEBEDIENINGSEENHEID
Als de ruimtebedieningseenheid overeenkomstig gecongureerd werd,
verschijnt in het menu ‘Service >> Instellingen’ het menu-item ‘RBE’:
Dit bevat alle relevante instelparameters voor de ruimtebedieningseen-
heid RBE:
INVLOEDSFACTOR RT
Met de invloedsfactor RT (ruimtetemperatuur) wordt vastgelegd in welke
mate de ruimtetemperatuurafwijking de door de stooklijn berekende, in-
gestelde retourtemperatuur moet beïnvloeden:
Invloedsfactor RT 0% uitsluitend buitentemperatuurafhankelijke
regeling
Invloedsfactor RT 100% 1K temperatuurverschil in de ruimte leidt
tot 1K aanpassing van de ingestelde retour-
temperatuur
Invloedsfactor RT 200% 1K temperatuurverschil in de ruimte leidt
tot 2K aanpassing van de ingestelde retour-
temperatuur
Instelbereik 0% tot 200% in stappen van 10%.
Richtwaarden voor de invloedsfactor RT:
vloerverwarming 100%
• radiatoren/ventilatorconvectoren 200%
ENERGIEBESPARINGSTIP
Door de ruimtetemperatuur op te nemen, kan beter re-
kening worden gehouden met de externe energie-in-
breng en kan de systeemtemperatuur van de warm-
tepomp volgens de behoefte worden aangepast.
AANWIJZING
Indien de controlekamer in vergelijking met de andere woonruimten boven-
matig wordt verwarmd (bijv. door een open haard), dan kan dit bij een over-
dreven hoog ingestelde invloedsfactor RT tot minder comfortabele tempe-
raturen in de andere woonruimten leiden. Want door de energie-inbreng in
de controlekamer wordt de capaciteit van het verwarmingssysteem en dus
de temperatuur verlaagd
.
AANWIJZING
De invloedsfactor RT is in wezen afhankelijk van de aard en karakteristiek
van het warmteverdeelsysteem.
783032600bNL – Vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding – Technische wzigingen voorbehouden.
VRIJGAVE KOELING
Hier bestaan in wezen 2 mogelijkheden om de koeling vrij te geven en
te activeren:
Alleen op basis van de buitentemperatuur
Bij overschrijding van de ingestelde buitentemperatuurvrijgave gedu-
rende de vastgelegde tijdspanne schakelt de warmtepomp over naar de
bedrijfsmodus Koelen.
Handleiding RBE > zie ‘Koeling’
Handleiding voor de installateur, zie ‘Koeling – parameters instellen
Handleiding comfortprintplaat, zie ‘Comfortkoeling – parameters
instellen
Op basis van de buitentemperatuur en ruimtetemperatuur-
invloed
Bij overschrijding van de ingestelde ruimtetemperatuurvrijgave gedu-
rende de vastgelegde tijdspanne controleert de warmtepompregeling
de buitentemperatuurvrijgave. Als de buitentemperatuurvrijgave even-
eens gegeven is, schakelt de warmtepomp over naar de bedrijfsmodus
Koelen.
Handleiding RBE > zie ‘Koeling’
WARMTEVERDEELSYSTEEM
Door de parameter warmteverdeelsysteem wordt de maximale aanpas-
sing van de ingestelde retourtemperatuur van de warmtepompregeling
begrensd:
Vloerverwarming max. +/- 2 K
Radiatoren/ventilatorconvectoren max. +/- 4 K
AANPASSING VAN DE INGESTELDE RETOURTEMPERATUUR
ONDER INVLOED VAN DE RUIMTETEMPERATUUR
In principe wordt de ruimtetemperatuurinvloed met de volgende formu-
le berekend:
(t
ruimte instel
t
ruimte reëel
) * f
RT
= aanpassing T
RL
instel
t
ruimte instel
= ingestelde ruimtetemperatuur
t
ruimte reëel
= huidige ruimtetemperatuur
f
RT
= invloedsfactor RT 0…200%
T
RL
instel = ingestelde retourtemperatuur in de warm-
tepompregeling
AANWIJZING
De regeling met ruimtetemperatuurinvloed is compatibel met de be-
drijfsmodi Verwarmen en Koelen. Maximale aanvoer- en retourtempera-
tuurbegrenzingen voor verwarming en koeling blijven actief, om de in
het systeem geïntegreerde onderdelen te beschermen.
Hierna volgen 3 voorbeelden, om het regelingsprincipe te verduidelijken.
Voorbeeld 1:
Verhogen van de ingestelde retourtemperatuur in de verwarmings-
modus:
Ingestelde retourtemperatuur = 28°C
Vloerverwarming
Ruimtetemperatuur = 19°C
Ingestelde ruimtetemperatuur = 22°C
Gekozen invloedsfactor in de warmtepompregelaar: 50%
(22°C - 19°C) * 50% = 1,5 K
--> controle < 2 K --> JA --> aanpassing ingestelde retour --> 29,5°C
Voorbeeld 2:
Verlagen van de ingestelde retourtemperatuur in de verwarmings-
modus:
Ingestelde retourtemperatuur = 30°C
Vloerverwarming
Ruimtetemperatuur = 22°C
Ingestelde ruimtetemperatuur = 20°C
Gekozen invloedsfactor in de warmtepompregelaar: 50%
(20°C - 22°C) * 50% = - 1K
--> controle < 2 K --> JA --> aanpassing ingestelde retour --> 29°C
Voorbeeld 3:
Verlagen van de aanvoertemperatuur (mengcircuit) in het koelbedrijf:
Aanvoertemperatuur mengcircuit koeling = 18°C
Vloerverwarming
Ruimtetemperatuur = 24°C
Ingestelde ruimtetemperatuur = 22°C
Gekozen invloedsfactor in de warmtepompregelaar: 50%
(22°C - 24°C) * 50% = - 1K
--> controle < 2K --> JA --> aanvoertemperatuur koeling aanpas-
sing --> 17°C --> indien minimale aanvoertemperatuur koeling
17°C toegestaan --> ja --> indien niet, geen aanpassing!
983032600bNL – Vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding – Technische wzigingen voorbehouden.
Hoofdmenu
FUNDAMENTELE STRUCTUUR
3
1
2
4
Buitentemperatuur -9,2°C
Buitentemperatuur instel 22,0°C
Buitentemperatuur reëel 22,1°C
Verw.elem. toegest. actief 16-03-2014 11:11
1. Informatie en instellingen in het betreende submenu
2. Andere menu-items (optioneel als overeenkomstig veel functies
beschikbaar zijn)
3. Submenu
4. Geselecteerd menu-item
INHOUD VAN DE SUBMENU’S
INFORMATIE
Huidige buitentemperatuur
Huidige ingestelde ruimtetemperatuur resp. ingestelde retourtem-
peratuur
Huidige reële ruimtetemperatuur resp. reële retourtemperatuur
Elektrisch verwarmingselement laatst actief op
Hier kan worden gecontroleerd wanneer het elektrische verwarmings-
element door de regeling het laatst werd ingeschakeld.
VERWARMING
Bedrijfsmodus
Hier kan de actuele bedrijfsmodus worden bekeken en desgewenst ook
worden gewijzigd (automatisch, party, uit).
Klokprogramma
Informatie of de warmtepompregeling op basis van het klokprogramma
in dagbedrijf of nachtbedrijf werkt. De temperaturen en tijden
hiervoor kunnen in de warmtepompregeling worden ingesteld.
Verwarmen onder Ø buitentemperatuur
= stookgrens in de warmtepompregelaar
Bij onderschrijding van de ingestelde temperatuur schakelt de warmte-
pomp over naar de bedrijfsmodus Verwarmen. Deze temperatuur is in
de eerste plaats afhankelijk van de energieprestatie van het gebouw.
Richtwaarden: Oud gebouw: 15°C
Nieuw gebouw: 12°C
Passiefhuis: 10°C
Gemiddelde buitentemperatuur
= gemiddelde temperatuur in de warmtepompregelaar
De gemiddelde buitentemperatuur wordt bepaald op basis van het
buitentemperatuurverloop van de laatste 24 uur en vormt de contro-
lewaarde voor de warmtepompregeling om het verwarmingsbedrijf te
activeren resp. te deactiveren.
WARM WATER
Bedrijfsmodus
Hier kan de actuele bedrijfsmodus worden bekeken en desgewenst ook
worden gewijzigd (automatisch, party, uit).
Klokprogramma
Informatie of de warmtepompregeling op basis van het spertijdenpro-
gramma kan werken of niet kan werken . De temperaturen en
tijden hiervoor kunnen in de warmtepompregeling worden ingesteld.
Warm water ingesteld
Gewenste temperatuur voor warm water in het buervat
Warm water reëel
Actuele temperatuur van het warme water in het buervat
AANWIJZING
Onnodig hoge warmtapwatertemperaturen in het buervat verlagen
door de hoge aanvoertemperaturen de eciëntie van de installatie, ver-
groten de stilstandsverliezen in het buervat en verhogen zo de bedrijfs-
kosten. De nationale voorschriften dienen in acht te worden genomen.
ENERGIEBESPARINGSTIP
Gebruik de extra warm water’-functie om de warmwa-
tertemperaturen en zo de tapcapaciteit tijdelijk te verho-
gen. Na aoop van de timer wordt de warmwatertempe-
ratuur automatisch op de standaardwaarde teruggezet.
Extra warm water ingesteld
Hier kan desgewenst een tijdelijk hogere warmwatertemperatuur wor-
den vastgelegd, die voor een instelbare duur wordt aangehouden.
Duur extra warm water
Na aoop van deze tijd keert de warmtepomp weer terug naar de stan-
daard instelwaarde.
10 83032600bNL – Vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding – Technische wzigingen voorbehouden.
THERMISCHE ZONNEENERGIE
Zonnecollector reëel
Huidige zonnecollectortemperatuur
Zonneboiler reëel
Huidige zonneboilertemperatuur
Zonnecollector max.
De op deze dag maximaal bereikte zonnecollectortemperatuur
Zonneboiler max.
De op deze dag maximaal bereikte zonneboilertemperatuur
ZWEMBAD
Bedrijfsmodus
Hier kan de actuele bedrijfsmodus worden opgevraagd en desgewenst
ook worden gewijzigd (automatisch, party, vakantie, uit).
FOTOVOLTAÏSCHE ZONNEENERGIE
Bedrijfsmodus
Hier kan de actuele bedrijfsmodus worden opgevraagd en desgewenst
ook worden gewijzigd (automatisch, party, vakantie, uit).
INSTELLINGEN
Softwareversie
Actuele softwareversie van de ruimtebedieningseenheid.
Taal
Bij de eerste inbedrijfstelling neemt de ruimtebedieningseenheid de taal
over die in de warmtepompregeling is ingesteld. Desgewenst kan deze
taal handmatig worden veranderd en dus van de taal in de warmte-
pomp regelaar afwijken.
Kalibratie ruimtevoeler
Met deze functie kan de in de RBE geïntegreerde ruimtevoeler worden
gekalibreerd.
KOELING
Bedrijfsmodus
Hier kan de actuele bedrijfsmodus worden bekeken en desgewenst ook
worden gewijzigd (automatisch, uit).
Koelen vanaf buitentemperatuur
= BT-vrijgave in de warmtepompregelaar
Bij overschrijding van de ingestelde buitentemperatuur schakelt de
warmtepomp over naar de bedrijfsmodus Koelen. Deze temperatuur is
in de eerste plaats afhankelijk van de energieprestatie van het gebouw
en van de behoefte aan koeling in het gebouw.
Koelen vanaf ruimtetemperatuur
= RT-overschrijding in de warmtepompregelaar
Bij overschrijding van de ingestelde ruimtetemperatuur bestaat behoef-
te aan koeling. De koeling wordt alleen gestart, als ook de buitentempe-
ratuurvrijgave gegeven ist
AANWIJZING
De vrijgave van de bedrijfsmodus koelen kan naar keuze op basis van de
• buitentemperatuur
buiten- en ruimtetemperatuur
plaatsvinden. Deze fundamentele instelling moet in de warmtepompre-
geling worden vastgelegd.
AANWIJZING
De koeling wordt geactiveerd, wanneer de betreende vrijgavetem-
peratur(en) voor de in de warmtepompregelaar ingestelde periode (fa-
brieksinstelling: 12 h) werd(en) overschreden.
De koeling wordt gedeactiveerd, wanneer de buitentemperatuurvrijga-
ve voor de in de warmtepompregelaar ingestelde periode (fabrieksinstel-
ling: 12 h) werd onderschreden.
De periode wordt overgeslagen, indien een vrijgavetemperatuur al met 5
K over- resp. onderschreden wordt.
Uitgebreide informatie hierover vindt u in de handleiding van
de warmtepompregelaar.
VENTILATIE
Bedrijfsmodus
Hier kan de actuele bedrijfsmodus worden bekeken en desgewenst ook
worden gewijzigd (automatisch, party, uit).
Ventilatorstand
Informatie welke van de 4 ventilatorstanden actief is:
Uit
Condensbeveiliging
Gereduceerd bedrijf
Normale ventilatie/party
Maximale ventilatie
Duur maximale ventilatie
Hier kan desgewenst de ventilatie voor een instelbare duur op maxi-
mumbedrijf worden ingeschakeld, om voor maximale luchtverversing te
zorgen. Na aoop van deze tijd keert de warmtepomp weer terug naar
het bedrijfsmodusprogramma.
1183032600bNL – Vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding – Technische wzigingen voorbehouden.
STORINGEN
Melding Beschrijving Oplossing
Zwart display en statusbalk voor totstand-
brenging verbinding brandt permanent
Tussen bedieningselement warmtepomp en RBE kan
geen communicatie tot stand worden gebracht.
Dit kan aan de software (instellingen in de warmte-
pompregelaar) of hardware (bedrading) liggen.
Controleer of
• de RBE onder de systeeminstellingen in de
warmtepompregelaar is geactiveerd;
• de RBE correct met het bedieningselement
van de warmtepomp is bedraad;
• de software van de warmtepompregelaar
ten minste softwareversie x.68 heeft.
De in de RBE weergegeven bedrijfsmodi
komen niet overeen met die van de warm-
tepomp.
De RBE weerspiegelt de bedrijfsmodi uit de warmte-
pompregeling. Als een bedrijfsmodus door de RBE
niet wordt aangegeven, dan wordt deze ook niet
door de warmtepompregelaar aangegeven.
Activeer de gewenste bedrijfsmodi onder de
systeeminstellingen in de warmtepompre-
gelaar. Omdat dit fundamentele instellingen
voor het bedrijf van de warmtepompinstalla-
tie zijn, dient hiervoor een vakman (installa-
teur) te worden geraadpleegd.
Wanneer een niet-zelfresettende (harde) storing aan de warmtepompregelaar actief is, dan wordt deze in de woonruimte door de ruimtebedienings-
eenheid inclusief foutcode weergegeven. Als in de warmtepompregelaar gecongureerd is dat tijdens een storing de tweede warmteopwekker (ZWE)
automatisch wordt geactiveerd, dan wordt dit eveneens aangegeven.
Meer informatie over de weergegeven foutcodes vindt u in de handleiding van de warmtepompregelaar.
Aangemaakt door ait-deutschland GmbH
1/12