ESAB ESP-150 Plasma Cutting System Handleiding

Type
Handleiding
0558004122
Deze handleiding voorziet in de installatie en
uitvoeringsinstructies voor de volgende
componenten beginnende met serie nummer
PORJ129127:
ESP-150
Plasma Snijsysteem
Instructie Handleiding (NL)
Dit apparaat werkt conform de beschrijving in deze handleiding en de bijbehorende labels en/of bladen wan-
neer het wordt geïnstalleerd, bediend, onderhouden en gerepareerd volgens de bijgeleverde instructies. Dit ap-
paraat moet periodiek worden gecontroleerd. Een slecht werkend of verkeerd onderhouden apparaat mag niet
worden gebruikt. Gebroken, ontbrekende, versleten, vervormde of besmette onderdelen moeten onmiddellijk
worden vervangen. Als een dergelijke reparatie of vervanging nodig is, raadt de fabrikant u aan om telefonisch
of schriftelijk een serviceaanvraag in te dienen bij de erkende distributeur, of bij wie u het apparaat hebt aan-
geschaft.
Dit apparaat en de bijbehorende onderdelen mogen niet zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van
de fabrikant worden gewijzigd. De gebruiker van dit apparaat is zelf verantwoordelijk voor defecten die ont-
staan vanwege onjuist gebruik, verkeerd onderhoud, schade, verkeerde reparatie of wijzigingen door iemand
anders dan de fabrikant of een servicefaciliteit die door de fabrikant is aangewezen.
ZORG DAT U DEZE INFORMATIE DOORGEEFT AAN DE BEDIENER
VAN DIT APPARAAT.
BIJ UW LEVERANCIER KUNT U EXTRA EXEMPLAREN KRIJGEN.
Deze instructies zijn voor ervaren bedieners. Als u niet bekend bent met de principes van
de bediening en veilige werking van booglassen en -snijden, raden wij u dringend aan om
ons boekje “Precautions and Safe Practices for Arc Welding, Cutting, and Gouging,” for-
mulier 52-529 door te lezen. Laat ongetraind personeel dit apparaat NIET installeren, be-
dienen of onderhouden. Probeer dit apparaat NIET te installeren of te bedienen voordat
u deze instructies volledig hebt gelezen en begrepen. Als u deze instructies niet helemaal
begrijpt, neemt u contact op met de leverancier voor meer informatie. Lees de veiligheids-
voorschriften voordat u dit apparaat installeert of bedient.
LET OP
VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE GEBRUIKER
LEES EN BEGRIJP DE INSTRUCTIEHANDELING VOORDAT U HET APPARAAT BEDIENT.
BESCHERM UZELF EN ANDEREN!
INHOUD
i
HOOFDSTUK TITEL PAGINA
HOOFDSTUK 1 VEILIGHEID ....................................................................................................... 5
HOOFDSTUK 2 BESCHRIJVING ................................................................................................ 7
Specificaties ........................................................................................................ 7
Mogelijkheden ..................................................................................................... 7
HOOFDSTUK 3 INSTALLATIE ....................................................................................................11
Algemeen ...........................................................................................................11
Inspectie en plaatsing ........................................................................................11
Eerste aansluiting en electrische verbindingen ................................................. 12
Brander verbindingen ........................................................................................ 17
Gas toevoer verbindingen ................................................................................. 18
Werk en geaarde verbindingen ......................................................................... 19
Brander koeling voorbereiding ........................................................................... 19
HOOFDSTUK 3 WERKING ........................................................................................................ 21
Controle en indicatoren ..................................................................................... 21
EPS-150 bijstellingen ........................................................................................ 22
Uitvoering .......................................................................................................... 22
Afstand en de snijkwaliteit ................................................................................. 24
Vormering van lasslakken ................................................................................. 26
Algemene snij problemen ................................................................................. 27
Algemene snij problemen ................................................................................. 28
Aanbevolen gas en stroomtoevoer ................................................................... 30
HOOFSTUK 4 ...................................................................................................... ONDERHOUD
31
Inspectie en schoonmaken ............................................................................. 213
Stroom test ..................................................................................................... 213
Bijstelling vonkopening .................................................................................... 213
Testen en vervangen van de brug assemblage componenten ....................... 214
Problemen ...................................................................................................... 214
Handleiding problemen ................................................................................... 215
Volgorde van werking ...................................................................................... 216
Status licht problemen schema ...................................................................... 218
HOOFDSTUK 6 VERVANGING ONDERDELEN ..................................................................... 219
INHOUD
ii
HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
1.0 Veiligheidsvoorschriften
Gebruikers van ESAB-las- en plasmasnijapparaten moeten er zelf voor zorgen dat iedereen die met of in de buurt
van het apparaat werkt zich aan de betreff ende veiligheidsvoorschriften houdt. De veiligheidsvoorschriften
moeten aan de eisen voor dit type las- of plasmasnijapparaat voldoen. Houd u aan de volgende aanbevelingen
en aan de standaardreguleringen die voor de werkplek gelden.
Het werk moet worden uitgevoerd door getraind personeel dat goed bekend is met de bediening van las- of
plasmijsnijapparaten. Onjuiste bediening van de apparatuur kan leiden tot gevaarlijke situaties, die kunnen leiden
tot persoonlijk letsel en schade aan het apparaat.
1. Iedereen die las- of plasmasnijapparaten gebruikt, moet bekend zijn met:
- de bediening
- de plaats van noodstop
- de werking
- de relevante veiligheidsvoorschriften
- lassen en/of plasmasnijden
2. Degene die het apparaat bedient, moet ervoor zorgen dat:
- er zich geen ongeautoriseerd personeel in het werkgebied van het apparaat bevindt wanneer dit wordt
opgestart
- niemand onbeschermd is wanneer de boog wordt gestart
3. Het werkgebied moet:
- geschikt zijn voor het doel
- vrij zijn van tocht
4. Artikelen voor uw persoonlijke veiligheid:
- Draag altijd de aanbevolen artikelen voor persoonlijke veiligheid, zoals een veiligheidsbril,
vlambestendige kleding en veiligheidshandschoenen.
- Draag geen loszittende artikelen, zoals dassen, armbanden, ringen, enz. Deze kunnen verstrikt raken en
brandwonden veroorzaken.
5. Algemene voorzorgsmaatregelen:
- Zorg dat de retourkabel veilig is aangesloten.
- Werkzaamheden met apparatuur van een hoog voltage mogen alleen door een gekwalifi ceerde
elektricien worden uitgevoerd.
- De juiste brandblusapparatuur moet duidelijk zijn aangegeven en binnen handbereik staan.
- Tijdens de bediening van het apparaat mag geen smering en onderhoud worden uitgevoerd.
HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LASSEN EN PLASMASNIJDEN KUNEN PERSOONLIJK LETSEL EN LETSEL BIJ
ANDEREN VEROORZAKEN. NEEM VOORZORGSMAATREGELEN WANNEER
U LAST OF SNIJDT. VRAAG UW WERKGEVER WELKE MAATREGELEN U
MOET TREFFEN, OP BASIS VAN DE RISICOGEGEVENS VAN DE FABRIKANT.
ELEKTRISCHE SCHOK - kan dodelijk zijn.
- Installeer en aard de las- of plasmasnijunit volgens de geldende normen.
- Raak geen elektrische onderdelen of elektrodes die onder stroom staan met de blote huid, natte hand
schoenen of natte kleding aan.
- Isoleer uzelf van de aarde en het werkstuk.
- Zorg voor een goede werkhouding.
ROOK EN GAS - kunnen gevaarlijk voor de gezondheid zijn.
- Houd uw hoofd uit de rook.
- Gebruik ventilatie of boogextractie, of beide, om rook en gassen uit de ademzone en de algemene ruimte
te verwijderen.
BOOGSTRALEN - kunnen letsel aan ogen en huid veroorzaken.
- Bescherm uw lichaam en uw ogen. Gebruik het juiste las/plasmasnijscherm en fi lterlens, en draag bescher -
mende kleding.
- Bescherm omstanders met geschikte schermen of gordijnen.
BRANDGEVAAR
- Vonken (spatten) kunnen brand veroorzaken. Zorg daarom dat er geen ontvlambare materialen in de
buurt staan.
LAWAAI - te veel lawaai kan het gehoor beschadigen.
- Bescherm uw oren. Gebruik oorbeschermers of een andere gehoorbescherming.
- Wijs omstanders op het risico.
DEFECTEN - bel voor assistentie van een expert als het apparaat defect is.
LEES EN BEGRIJP DE INSTRUCTIEHANDELING VOORDAT U HET APPARAAT BEDIENT.
BESCHERM UZELF EN ANDEREN!
WAARSCHUWING
7
ESP-150 KRACHTBRON SPECIFICATIES
Invoer Voltage 50 Hz Model ................................. 380-400 / 415 Vac, 3 fase 50/60 Hz
Invoer huidig 50 Hz Model ........................................... 78A @ 380-400V, 71A @ 415V
Krachtfactor ............................................................................................................54%
Huidige uitvoer klasse........ ............. 150A (40% vermogen), 110A (100% vermogen)
Uitvoer voltage ................... 140V DC (40% vermogen), 124V DC (100% vermogen)
Open Circuit Voltage ...................................................................................... 370V DC
Afmetingen krachtbron ....... 31.5” H (800 mm), 21.75” B (552 mm, 40” L (1016 mm)
Gewicht krachtbron ............................................................................ 792 lbs (360 kg).
Plasma Gas (snijden) ................ N
2
of lucht @ 25psi (25 cfh) of H-35 @ 65psi (75 cfh)
Plasma Gas (uitsnijden) ............................................ H-35 of lucht @ 20 psi (130 cfh)
SECTION 2 BESCHRIJVING
EIGENSCHAPPEN
Met hoge sneldheid snijden van de meeste materiaal soorten van een snijdikte
tot 2-
380-400/415 drie fase voltage invoer - veelzijdigheid
Aanpasbare uitvoer - 25 tot 150 amps voor grotere veelzijdigheid
Water gekoelde brander PT-26 en PT-26 lijn
Snijden m.b.v. lucht, stikstof, argon-waterstof of stikstof-waterstof mixes
Het ontwerp van de brander zorgt voor een perfecte centrering van de elec-
trode - zorgt voor een langere levensduur door het minimaliseren van de
mogelijkheid van een dubbele vonkontlading.
Bij elk compleet pakket wordt een brander reserve onderdelen kit geleverd -
voldoende voorraad van reserve onderdelen waaraan geen extra kosten
verbonden zijn om de niet operationele tijd te minimaliseren.
Thermische schakelaars voor overbelasting - voorkomt schade als de unit
oververhit raakt vanwege onvoldoende luchtstroom
Lijn voltage compensatie
Automatisch onderbroken snijden - extra capaciteit die zorgt voor het con-
tinue snijden van roosters, metaalgaas, zwaar rastermateriaal enz.
Wiel en cylinder rek - allen standaard voorzien waaraan geen extra kosten
verbonden zijn t.b.v. portabiliteit en groter gebruik.
Ideaal voor plasma uitsnijden
Figuur 1 - ESP-150
8
HOOFSTUK 2 BESCHRIJVING
Figuur 2b - PT-26 Afmetingen
PT-26 Technische specificaties (Plasma Gas)
Type gas N
2
, Air, AR-H
2
, N
2
-H
2
Druk 100 psig (6.9 bar)
Stroom 240 cfh (6.8 M
3
/h)
Benodige zuiverheid O
2
- 99.5% min., N
2
-99.995% min.,
Lucht - schoon en droog
Aanbevolen vloeistof cilinder
Service regulatoren Edelgas R-76-150-580LC 19977
Aanbevolen cilinder 2-Stadia
Regulatoren Argon-Waterstof R-77-75-350 998341
Stikstof R-77-75-580 998343
Industriële lucht R-77-150-590 998348
Aanbevolen voor zwaar werk hoge stroom
Station of pijplijn regulatoren Stikstof R-76-75-034 19155
PT-26 Technische specificaties (Startgas/Snijgas)
Type N
2
, Lucht (voor Ar-H
2
snijgas gebruik N
2
of Ar-H
2
)
Druk 100 psig (6.9 bar)
Stroom 200 cfh (5.66M
3
/h) @ 60 psig (4.1 bar)
Benodige zuiverheid N
2
- 99% min., Lucht - schoon en droog
PT-26 Technische specificaties (beschermingsgas)
Type N
2
of lucht
Druk 100 psig (6.9 bar) maximum
Stroom 200 cfh (5.66 M
3
/h) @ 85 psig (5.86 bar)
Benodigde zuiverheid Stikstof - 99% minimum, Lucht - schoon en droog
Figuur 2a - PT-26 Afmetingen
2.00”
(50.8mm)
16.50”
(419.1mm)
9
HOOFDSTUK 2 BESCHRIJVING
ESP-150 GEMECHANISEERDE PLASMA SNIJPAKKETTEN
LUCHT PAKKETTEN Ar/H
2
PAKKETTEN
0558002913 - ESP-150 / PT-26 25' Invoer / Lucht
0558002919 - ESP-150 / PT-26 25' Invoer / Ar+H
2
Mix
P/N ST. BESCHRIJVING P/N ST. BESCHRIJVING
0558002677 1 ESP-150 Console 0558002677 1 ESP-150 Console
0558002320 1 PT-26, 25' Invoer Plasma Brander 0558002320 1 PT-26, 25' Invoer Plasma Brander
0558002864 1 PT-26 Reserve onderdelenkitt, 150A 0558002864 1 PT-26 Reserve onderdelenkit, 150A
0558003242 3 Lucht Reg. Assemblage 998341 2 Argon/w aterstof Mix Regulator
678723 1 Werkkabel, 25' 998343 1 Stikstof Regulator
33122 3 Slangen
678723 1 Werkkabel, 25'
33053 1 Snoerontlasting
33053 1 Snoerontlasting 951188 1 Borgmoer
951188 1 Borgmoer 19X54 2 Adaptors
156F05 4 Koelvloeistof (4 gallons) 156F05 4 Koelvloeistof (4 gallons)
680794 1 Truck & CyIinder Rek 680794 1 Truck & CyIinder Rek
0558002914 - ESP-150 / PT-26 50' Invoer / Lucht
0558002920 - ESP-150 / PT-26-50' Invoer / Ar+H
2
Mix
P/N ST. BESCHRIJVING P/N ST. BESCHRIJVING
0558002677 1 ESP-150 Console 0558002677 1 ESP-150 Console
0558002321 1 PT-26, 50' Invoer Plasma Brander 0558002321 1 PT-26, 50' Invoer Plasma Brander
0558002864 1 PT-26 Onderdelenreserve kit, 150A 0558002864 1 PT-26 Reserve onderdelenkit, 150A
0558003242 3 Lucht Reg. Assemblage 998341 2 Argon/w aterstof Mix Regulator
678724 1 Werkkabel, 50' 998343 1 Stikstof Regulator
33122 3 Slangen
678724 1 Werkkabel, 50'
33053 1 Snoerontlasting
33053 1 Snoerontlasting 951188 1 Borgmoer
951188 1 Borgmoer 19X54 2 Adaptors
156F05 4 Koelvloeistof (4 gallons) 156F05 4 Koelvloeistof (4 gallons)
680794 1 Truck & CyIinder Rek 680794 1 Truck & CyIinder Rek
10
HOOFDSTUK 2 BESCHRIJVING
11
HOOFDSTUK 3 INSTALLATIE
ALGEMEEN
Een juiste installatie kan bijdragen tot tevredenheid m.b.t. het materiaal en een
probleemloze werking van de snij-uitrusting. Elke stap in dit hoofdstuk dient
zorgvuldig te worden doorgelezen en zo nauwkeurig als mogelijk te worden gevolgd.
A. INSPECTIE EN PLAATSING
1. Als de machine uit de schipcontainer geplaatst is, en voordat u de pallet
verwijderd heeft, controleert u of er enige schade is aangebracht die u niet op
het eerste gezicht bij de ontvangst heeft ontdekt. Informeer de vervoerder
direct als u enige schade of gebreken contstateert.
2. Controleer de container op eventueel ontbrekende onderdelen. Controleer
luchtdoorgangen bij het achterpaneel of de kast voor eventueel
verpakkingsmateriaal dat misschien de luchtstroom naar de voeding kan
verhinderen.
De ESP-150 Stroombron is uitgerust met een liftoog dat dient voor het ophijsen
van de unit. Zorg ervoor dat de hijsapparatuur genoeg capaciteit heeft om de
unit veilig omhoog te liften. Wij verwijzen u naar de SPECIFICATIES voor het
gewicht van de unit.
3. Monteer de componenten TR-21 Truck Kit aan de unit conform het formulier
F-14-413 welke verpakt is bij de truck kit.
4. De componenten van de machine dienen te worden onderhouden bij juiste
uitvoeringstemperaturen door gestuwde lucht die door het voorpaneel rooster
en openingen in de basis en uit het achterpaneel wordt getrokken via een
zware ventilator. Plaats deze machine in een open ruimte waar de lucht vrij
kan circuleren via de openingen. Laat ten minste 2 voet (610 mm) ruimte
tussen de unit en de muur of een andere obstructie. De ruimten rond de unit
dienen relatief vrij te zijn van stof, rook en extreme hitte. (Installeren of het
plaatsen van enige vorm van filteringsapparatuur zal het volume van invoerlucht
beperken waarbij als gevolg de interne componenten van de machine oververhit
kunnen raken. Gebruik van enige vorm van filterapparatuur maakt de garantie
ongeldig).
5. Een schone, droge lucht met een minimum van 250cfh (7.08 M
3
H bij 110psig
(7.6 bar)) is nodig voor de werking van de snijapparatuur. De luchtvoorziening
mag niet een 150psig (10.3 bars) overschrijden - maximale belasting drukinvoer
van de filter regulator is bijgeleverd bij het pakket.
Voorzorgsmaatregelen dienen te
worden genomen voor een
maximale bescherming tegen een
electrische schok. Zorg ervoor dat
alle stroomtoevoer is
uitgeschakeld als u de stroombron
opent en u de kabel (muur) uit het
contact haalt en uit de unit als er
primaire electrische verbindingen
aan de stroombron worden
aangesloten.
EEN ELECTRISCHE SCHOK KAN TOT
DE DOOD LEIDEN!
Voorzorgsmaatregelen dienen te
worden genomen voor een
maximale bescherming tegen een
electrische schok. Zorg ervoor dat
alle stroomtoevoer is
uitgeschakeld als u de stroombron
opent en als u de kabel (muur) uit
het contact haalt en uit de unit als
er binnenin de stroombron
verbindingen worden aangesloten.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
12
HOOFSTUK 3 INSTALLATIE
B. EERSTE AANSLUITING ELECTRISCHE VERBINDINGEN
1. Een kabel (muur) afsluitschakelaar, met zekeringen of stroomonderbrekers,
dienen te worden aangebracht aan het hoofdstroompaneel. De eerste
stroomvoorzieningskabels dienen te worden geïsoleerd met koper
stroomgeleiders met daarbij drie stroomkabels en een grond geaarde kabel.
De kabels mogen van dik rubber materiaal zijn of kunnen geleid worden in
een solide of flexibele buis. Zie tabel 1 voor de aanbevolen invoer
stroomgeleiders en de grootte van de zekeringen.
Voorzorgsmaatregelen dienen te
worden genomen voor een
maximale bescherming tegen een
electrische schok. Zorg ervoor dat
alle stroomtoevoer is uitgeschakeld
als u de stroombron opent en u de
kabel (muur) uit het contact haalt
en uit de unit als er primaire
electrische verbindingen aan de
stroombron worden aangesloten.
Invoer benodigheden Invoer & Gnd. Soort
Stroomgeleiding zekeringen/
Voltage Fase Ampère CU/AWG fase. ampère
220 3 121 Nr. 1 150
230 3 116 Nr. 1 150
380 3 70 Nr. 4 100
415 3 64 Nr. 6 90
460 3 58 Nr. 6 80
575 3 45 Nr. 6 70
Table 1. Aanbevelingen Invoer stroomgeleiding en
grootte zekeringen
De grootte per nationale electrische code voor 75
o
klasse
stroomgeleiders @ 30
o
C gebaseerd op de omgeving. Niet meer dan
drie stroomgeleiders in een aanvoerkanaal of kabel. De lokale codes
dienen te worden nagevolgd als er een specifieke kracht/grootte
wordt aangevolen anders dan het hierboven vermelde.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Het is uitermate belangrijk dat het
chassis wordt aangesloten op een
goedgekeurde electrische aarde om
een schok te voorkomen. Zorg
ervoor dat de geaarde kabel aan
geen enkele hoofdkabel is
aangesloten.
FIG. 3. Standardinstallation –
Brugerleveret 3-faset sikrings
strømafbryderdåse med
stikkontaktdåse og stikkontakt
13
HOOFDSTUK 3 INSTALLATIE
EEN ELECTRISCHE SCHOK KAN TOT DE
DOOD LEIDEN!
Voorzorgsmaatregelen dienen te
worden genomen voor een
maximale bescherming tegen een
electrische schok. zorg ervoor dat
alle stroomtoevoer is uitgeschakeld
als u de stroombron opent en als u
de kabel (muur) uit het contact haalt
en uit de unit als er binnenin de
stroombron verbindingen worden
aangesloten.
WAARSCHUWING
Fig. 5a - Invoer Contactstrook
(Terminal board (TB)) voor
380/415 Vac Modellen
380-400 Vac Configuratiee
Fig. 5b - Invoer Contactstrook
(Terminal board (TB)) voor
380/415 Vac Modellen
415 Vac Configuratiee
(Fabrieks geleverd)
2. 50Hz Model - Vanaf de fabriek is de ESP-150 geconfigureerd voor het hoogste
voltage aansluiting. Als er andere aansluitvoltage worden gebruikt, moeten
de verwijzingen op de contactstrook (terminal board (TB) in de unit worden
ingesteld worden op de juiste invoer voltage. Zie de afbeeldingen 5a & b
hieronder voor de configuratie van de voltage invoer. Om toegang te krijgen tot
de contactstrook, opent u het toegangspaneel aan de linker zijde.
14
HOOFDSTUK 3 INSTALLATIE
Voordat u enige verbiniding maakt
met de terminals van de
stroomvoorzieningsuitvoer, zorg
ervoor dat alle primaire
stroominvoer naar de machine
afgekoppeld (uit) zijn van de
afsluitschakelaar.
Fig.6 - Configuratie Primaire stroomkabel
Een slechte verbinding of het niet
goed aansluiten van de werkkabel
aan de apparatuur kan resulteren
in een fatale schok..
Het nalaten van het aansluiten van
de apparatuur met een geaarde
kabel zal resulteren in het openen
van ZEKERING F3 en de
STROOMONDERBREKER waardoor de
console buiten werking wordt
gesteld.
3. Veiligheidcodes specificeren dat de geaarde stroomkabel de laatste dient te
zijn om de verbinding te onderbreken in het geval dat de kabel uit de unit
wordt getrokken, zorg ervoor dat de kabel op zo’n manier te snijden en te
demonteren zoals getoond in figuur 6.
4. Trek de invoer stroomvoorzieningskabel vanaf de muur stroomonderbreker
door de snoerontlasting in het achterpaneel van de hoofdschakelaar (MC).
Verbind de stroomleiding naar de hoofdschakelaar terminal (zie fig. 3) gebruik
de UL gemarkeerde drukkabel verbindingen. Verbind ook de geaarde kabel
met de schroefbout die voorzien is op de chassis basis aan de linker achterzijde
van de kast. Maak de invoerkabel stevig vast door de koppeling van de
snoerontlasting aan te trekken.
5. Controleer opnieuw alle verbindingen om er zeker van te zijn dat deze goed
aangesloten zijn, goed geïsoleerd zijn en dat de juiste verbinden gemaakt
zijn. Sluit dan het toegangspaneel af en breng opnieuw de bevestigingspunten
aan.
Fig. 7- Invoer stroomkabel, gedetailleerde afbeelding, linker zijde
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
4-Stroomgeleider
invoer kabel
(Door de klant
geleverd)
Geaarde
schroefbout
Groene
stroomgeleider
EERSTE
INVOERKABEL
(3) EERSTE
INVOER
GELEIDERS
GROEN OF
GROEN/GEEL
(GEAARD)
15
HOOFDSTUK 3 INSTALLATIE
Bemærk: J1 forbindelsesstik
og klemme
BRUGERLEVERET KABEL
14-stikben, lige
Forbind.stik .................... 636667
Klemme ........................ 6271127
J1
FORBIND.STIK
Fig. 9. J1 Fjernstyring
Stikkontaktdåse benkonfiguration til CNC forbindelse
6.
Selectie van de regelmodus voor bediening met de op afstand
bedienbare aansluitkast
De ESP-150 wordt af fabriek geleverd met stekker P45
aangesloten op het J4 (MAN)-contact (de
snijbrandergassen en snijbrander zijn direct aangesloten
op de ESP-150 voeding). Als het apparaat moet worden
gebruikt met een op afstand bedienbare aansluitkast,
verplaats P45 dan naar het J5 (MECH)-contact.
Af fabriek geleverd
voor standaardbediening
- P45 naar J4 (MAN)
P45 verplaatst naar het J5
(MECH)-
contact om de op afstand
bedienbare aansluitkast te
kunnen gebruiken
*BEMÆRK: Hvis CNC ikke har en
normalt lukket nødstopkontakt,
skal man installere en krydstråd
mellem TB1-16 og TB1-20.
Fig. 8. Manuel kontra mekaniseret betjening
*
FEJLSIGNAL
TIL CNC
GAS
FØRGENNEMSTRØMNING
SIGNAL FRA CNC
LYSBUE TÆNDT
SIGNAL TIL CNC
PLASMA START
SIGNAL FRA CNC
NØDSTOP SIGNAL
FRA CNC
LYSBUESPÆNDING
SIGNAL 20:1
OPDELER
16
HOOFDSTUK 3 INSTALLATIE
Fig. 12 - Interconnectie Diagram - Voorzijde van de ESP-150
Plasma/Start
Gas
Water UIT (-)
(Brander
Water IN (+)
(Proefboog)
Schakelaar Brander
Recept. PT-26
+
-
+
-
Beschermingsgas
a. Hvis man bruger en PT-26 installeret svejsebrænder i en mekaniseret
installation, hvortil der kun kræves et lysbue startsignal, skal man forbinde
den valgfrie fjernbetjenings håndafbryder, ESAB bestillingsnr. 2075600,
til svejsebrænderens stikkontaktdåse, der findes på monteringspanelet
på forsiden af ESP-150 konsollet. Fig. 11.
b. Hvis man bruger en PT-26 installeret svejsebrænder i en mekaniseret
installation sammen med CNC udstyr, henvises der til fig. 9 vedrørende
fjernbetjenings stikkontaktdåsens indgang/udgang signalben konfiguration
og fig. 8
vedrørende betjeningsmetode udvælgelsesvejledninger.
Fig. 11 - Ved mekaniserede anvendelser, hvor der bruges en afskærmet installeret
svejsebrænder, skal man fjerne gummi grommetringen og føre enheden gennem
blik metalforsiden på ESP-150 og fastgøre den ved hjælp af en låsemøtrik.
Fig. 10 – Ved manuelle svejsebrænderanvendelser skal man føre
servicetilslutningerne gennem gummi grommetringen på forsiden af ESP-150 og
tilslutte som vist.
1
2
3
4
5
1
2
4
5
3
1. Open de bovenste beschermingsplaat aan de voorzijde om toegang te krijgen
tot de brander verbindingen. (Fig. 10)
2. Verbind de vijf service snoeren (gas, stroom en schakel verbindingskabel) van
de PT-26 brander middels invoeging door de bovenste linkerhoek van het
voorpaneel en verbindt deze naar de overeenkomende fittings op de uitvoer
terminal. De slangverbindingen dienen goed aangedraaid te worden. Zorg ervoor
dat het stopcontact van de schakelverbinding goed vast zit. Sluit en maak de
scharnierplaat vast.
D. TILSLUTNINGER
17
HOOFDSTUK 3 INSTALLATIE
(3) Lucht Filter Regulatoren
P/N-36932
Selecteer ALLEEN EEN
(1) invoer verbinding,
NOOIT TWEE, bij de
selectie van
plasmagas.
Fig. 13 -
Fig. 14 - Gasverbindingen
E. GASFORSYNINGS TILSLUTNINGER
1. Sluit de gasverbindingen aan. De cilinders kunnen worden geplaatst en
vastgezet worden op het cilinderrek van de truck. Voordat de regulatoren
aangesloten worden, zorg ervoor dat u alle instructies die bij de regulatoren
geleverd zijn heeft gelezen en goed heeft begrepen.
2. Verbind de gasslangen aan op de regulatoren en sluit deze aan op de juiste
fittings (Adaptors: 74S76, Air; 19X54, Ar/H
2
) op het achterpaneel van de ESP-
150. Vebindingen dienen stevig aangesloten te worden; dit geldt ook voor die
verbindingen die reeds aangesloten zijn. (Fig. 14)
SNIJ
GAS
BESCHERM
GAS
OF
LUCHT
OF
LUCHT
OF
LUCHT
18
HOOFDSTUK 3 INSTALLATIE
PT-26
Geaarde
werktafel
Geaarde
grond
Werkkabel -
25 ft. - 678723
50 ft. - 678724
1. Verwijder de kap van de koelfiltertank. Vul de koeltank met 2 gallons (7.5
liter) plasma systeem koelmiddel (P/N 156F05) - bijgeleverd bij het pakket.
Het koelmiddel zorgt ook voor een anti-vries bescherming totaan -34°.
Door de hoge electrische productiviteit, wordt het gebruik van leidingwater of
commerciële anti-vries middelen NIET aanbevolen voor branderkoeling. Het
gebruik van leidingwater kan resulteren in algengroei in de waterkoeler en de
brander. Anti-vries middelen speciaal voor auto’s zal een ongunstig effect
hebben op het starten en zal een laag achterlaten in de brander die schade
zal veroorzaken.
2. Als de installatie voltooid is, controleer alle gas en koelingsaansluitpunten
op lekken waarbij u gebruik maakt van een standaard oplossing.
TOEGANG
VULLING
BRANDER
KOELER
NIVEAU
INDICATOR
Figuur 15 - Toegang tot de tank voor het vullen van de
koeling voor de brander
Het in werking stellen van de unit
zonder koeling zal permanente
schade aanbrengen aan de
koelpomp.
1. Verbind de terminal eindaansluitpunten van de werkkabel assemblage met de
schroefbout aan de linkeronderzijde van het voorste paneel. De bout dient
goed aangedraaid te worden. (Fig. 6) Sluit de electrische werkkabel aan aan
de apparatuur. De verbinding moeten schoon zijn, bootgelegde metaal
oppervlakken vrij van verf, roest, walshuid enz. (Fig. 6)
2. Zorg ervoor dat de apparatuur aangesloten is met een goedgekeurde geaarde
verbinding. Gebruik koper geaarde kabels die gelijk zijn of langer zijn dan de
geaarde stroomvoorzieningsbasis vermeld in tabel 4.
F. WERK EN GEAARDE VERBINDINGEN
G. BRANDER KOELING VOORBEREIDINGEN
WAARSCHUWING
OPGELET
19
HOOFDSTUK 3 INSTALLATIE
20
HOOFDSTUK 3 INSTALLATIE
21
Dit hoofdstuk voorziet in de beschrijving van het bedienen van de krachtbron en
algemene uitvoeringsprocedures plus enige tips voor de snijkwaliteit.
BEDIENING EN INDICATOREN
Het status lichtje gelegen aan de voorzijde bovenop de ESP-150 console zorgt
voor de condities van het circuit gedurende een normale plasma boog snijding.
Door het op de hoogte zijn van de juiste reeks van gebeurtenissen en bij het
observeren van de status lichten kan men problemen in de console in een korte
tijd oplossen om de tijd dat de apparatuur niet werkt te minimaliseren.
Deze lichten zullen niet funtioneren als een onjuiste invoer van de voltage is
uitgevoerd met de verbindingen naar de invoer contactstrook (terminal board (TB).
Als deze goed is aangesloten op de invoer voltage, is de ON (AAN)-OFF (UIT)
schakelaar aan en de bovenste deksel van de console is goed afgesloten.
Hieronder volgt een opsomming van de bediening:
POWER/KRACHT (ROS) — Zorgt voor de energie toevoer naar de ventilator,
waterkoeler en het controle circuit. Dit geeft aan dat de unit gereed is voor de
uitvoering.
GAS MODE/GASSTAND (OSS) — CUT/SNIJDEN - Zorgt voor de setup van de
druk en de stroom van het snijgas; START/SHIELD/START/BESCHERMING - zorgt
voor de setup van de druk en de stroom van beschermingsgas en OPERATE/
WERKING - positie voor de werking van snijprocedures.
CURRENT CONTROL/HUIDIGE UITVOERING — Controleert de gewenste
snijprocedure voor het optimaliseren van de snelheid en de dikte van het snijden.
zie Applicatiedata op de pagina’s 27 tot 29.
OVER TEMP/OVER TEMPERATUUR — Deze zal oplichten als een van de (een
of meer) terminale schakelaars in de console open is vanwege oververhitting. (Dit
lichtje zou kunnen uitgaan als de gasstroom in de nastroomstand is). Als het
lichtje gaat branden, stopt de snijprocedure en geef de unit de gelegenheid om af
te koelen (met de ventilator aan) totdat het lichtje uit gaat. Als het lichtje aan is en
u merkt dat de unit koud is, controleer dan of de terminale schakelaar(s) defect
zijn of maak de verbindingen los.
READY/LOW GAS/ (GEREED/LAGE GAS) — Dit lichtje geeft aan dat de ma-
chine GEREED is, branderschakelaar en uitvoerings/instellingen schakelaar
controle alsook een lage gasstroom of een druk indicator. Het zal oplichten als de
unit in ruststand is of READY/GEREED (stroomschakelaar ON/OFF (AAN/UIT) is
ON (AAN). Dit lampje zal vervolgens weer oplichten als de schakelaar van oper-
ate/set (uitvoeren/instellen) (OSS) geschakeld is in de SET/INSTELLEN positie
ook wanneer de gasstroom of druk juist is ingesteld. Het lichtje zal niet uitgaan
als de OSS scfhakelaar geschakeld is in de OPERATE/UITVOERING positie (gas
solenoïde kleppen zullen sluiten).
In de operationele mode zal dit lichtje functioneren als een LOW GAS (LAGE
GAS) lichtje. Nadat de knop van de branderschakelaar is ingedrukt en het lichtje
van de LOW GAS (LAGE GAS) gaat branden tijdens een snijprocedure, is de
gasdruk of de stroom onvoldoende.
HIGH FREQ ENERGIZED (HOGE FREQUENTIE ENERGIE TOEVOER) — Deze
zal oplichten als de unit in de OPERATE stand is geschakeld en de knop van de
branderschakelaar is ingedrukt. Dit dient op te lichten totdat de hoofdsnijhoek tot
stand is gekomen. Het geeft aan dat de juiste voltage (ongeveer. 115 VAC) is
toegevoegd aan de primaire hoge frequentie transformer (HFTR). De voltage is
toegevoegd aan de HFTR middels juiste werking van de proefboog levering (PAC).
TORCH ON (BRANDER AAN) Dit lichtje zal oplichten als de stroomtoevoer
wordt geleverd aan de volgtage om een boog te genereren (ongeacht er wel of
geen hoofdboog is vastgesteld). Dit geeft aan dat er meer dan 50 volt is tussen
NEG uitvoer en de WERK terminals. Raak nooit de voorkant aan van de
einddelen of maak nooit enige veranderingen aan aan de brander als de
TORCH ON/BRANDER AAN licht aan is, ook waneer de AAN/UIT schakelaar
UIT is.
HOOFDSTUK 4 UITVOERING
22
Werk nooit onder enigerlei
omstandigheden aan de
stroomtoevoer als de afdekplaat
verwijderd is. Behalve het
veiligheidsrisico kan een onjuiste
koeling schade veroorzaken aan de
interne onderdelen. Zorg dat de
zijpanelen gesloten zijn als de
energietoevoer open is. Zorg er ook
voor dat u adequaat beschermd bent
als u begint met snijden; een laskap
en handschoenen dienen altijd
gedragen te worden. Zie pagina 2
voor extra maatregelen t.b.v. de
uitvoering.
Voltage is beschikbaar bij de
Stroomschakelaar On (Aan)-Off (Uit)
op de bovenste scharnierplaat als de
voltage is toegevoegd aan de invoer
van de contactstrook (TB) ook als de
Stroomschakelaar op UIT staat.
Voordat u enige wijzigingen of
onderhoudswerkzaamheden
verricht aan de brander, zorg ervoor
dat de stroomtoevoer naar de
brander uitgeschakeld is.
HOOFDSTUK 4 UITVOERING
UITVOERING
ESP-150 AANPASSINGEN
1. Open voorzichtig de gas cilinder klep.
2. Plaats de ESP-150 GAS MODE (GAS STAND) en de POWER (STROOM)
schakelaars in de OPERATE (UITVOERINGS) en OFF (UIT) positie.
3. Plaats de primaire (muur) schakelaar in de ON (AAN) positie.
4. Plaats de machine in de POWER to READY (STROOMTOEVOER GEREED)
positie. Het POWER (STOOMTOEVOER) lichtje zal oplichten. De ventilator
dient te gaan draaien.
5. Als de GAS MODE (GAS STAND) schakelaar in de START/SHIELD (START/
BESCHERMING) positie staat, zullen de gas solenoïde kleppen open gaan.
Stel de START (START) gas en SHIELD (BESCHERMING) regulatoren in om
de druk gespecificeerd in tabel 2 af te leveren.
Plaats de schakelaar in CUT (SNIJ) positie en stel de CUT (SNIJ) Gas
regulatoren bij om de druk gespecificeerd in tabel 2 af te leveren.
6. Geef de gassen gelegenheid om te stromen voor een aantal minuten. Hierdoor
dient enige vorm van condensatie te verdwijnen dat eventueel ontstaan kan
zijn tijdens de buiten werking stelling.
7. Plaats de GAS MODE (GAS STAND) schakelaar in de OPERATE
(UITVOERINGS) positie. Hierdoor zal de gasstroom afgesloten worden.
8. Stel de knop voor CURRENT CONTROL (HUIDIGE CONTROLE) bij tot de
gewenste instellingen voor snijden bereikt is.
UITVOERING
1. Zet de brander op het werkstuk door te leunen op het hitteschild op de hoek
van werkstuk waar u van plan bent om te gaan snijden.
2. Plaats de beschermende laskap voor het gezicht en breng dan de brander
1/8-inch (3.2 mm) boven uw werkstuk.
3. Druk de knop van de branderschakelaar in die gemonteerd is op het
branderhandvat. De proef boogschakelaar en de hoge frequentie zullen worden
voorzien van energie en de gas zal beginnen te stromen. Twee seconden later
zal de hoofdschakelaar omhoog komen.De proefboog zal dan beginnen met
de snijden.
N.B.: Als de snijboog niet binnen 6 seconden begint, zal de proefboog
afgesloten worden. Laat de branderschakelaar los. Controleer of de
gasdruk voldoende is, de werkkabel goed is aangesloten op het werkstuk,
de brander 1/8 to 1/4 boven het werkstuk enz. Begin dan opnieuw vanaf
stap 1.
23
Bij een positieve snijhoek, is de bovenafmeting enigermate minder dan de
onderafmeting. Bij een negatieve snijhoek, is de bovenafmeting enigszins groter
dan de onderafmeting. De snijhoek wordt beheersd door de afstand (boog volt-
age), de snijsnelheid en de electrische spanning van het snijden. Als de snijsnelheid
en de electrische spanning van het snijden juist zijn en het onderdeel heeft een
overdreven positieve hoek, dan is de afstand te groot. Begin met het verlagen van
de boogvoltage met 5 volt, waarbij u het snijvierkant observeert. Er zullen altijd
enigiszins lichte hoofd hoekrondingen op het onderdeel zijn, als u gebruik maakt
van stikstof.
De optimale brandhoogte is het punt, net voordat u begint met het maken van de
negatieve snijhoek. Om de andere twee variabelen uit te breiden; met de juiste
branderafstand zal een overdreven snijsnelheid resulteren in een positieve snijhoek;
onvoldoende snijsnelheid zal een negatieve snijhoek produceren. Als de electrische
spanning van het snijden te hoog of te laag is, zal een positieve snijhoek worden
geprocudeerd.
Arc Voltage/Standoff (Snij Voltage/Afstand) - Interactieve parameters die
proportioneel zijn. Hoe hoger de brander boven de plaat gehouden wordt (standoff/
werkafstand), des te hoger het uitvoeringsvoltage moet zijn en vice versa.
Lag Lines (Naloop Lijnen) - Deze lijnen verschijnen op het snijoppervak. Deze zijn
ter ondersteuning in het vaststellen of de proces parameters correct zijn.
BOOGSTRALEN KUNNEN
BRANDWONDEN VEROORZAKEN AAN
DE OGEN EN DE HUIS EN HET GELUID
KAN HET GEHOOR BESCHADIGEN!
Draag bescherming voor de ogen,
het gehoor en het lichaam.
Draag de gebruikelijke beschermende
handschoenen, kleding en lashelm.
Lashelmen met een filterlens nummer 6
of 7, voorzien in een adequate
bescherming voor uw ogen.
Raak nooit enige delen aan, aan de
voorzijde van het branderhandvat
(de punt, hitteschild, electrode enz.)
tenzij de stroomschakeleaar in de
OFF (UIT) positie staat.
Werk NOOIT aan de unit als de
beschermingskap verwijderd is.
Schakel NOOIT de unit aan als u deze
vasthoudt of deze draagt.
Raak NOOIT enige onderdelen aan
van de brander aan als de
stroomvoorziening ingeschakeld is.
Plaats de ESP-150 ten minste 10 voet
(3 meter) van de snijplaats. Vonken
en hete metaaldeeltjes van de
snijprocedure kunnen de unit
beschadigen.
correct te langzaamte snel
Fig. 8 - Effect van de snelheid van snijden
HOOFDSTUK 4 UITVOERING
4. Voor handmatig en gemechaniseerd snijden behoudt u de werkafstand (afstand
brander tot werk) van ongeveer 3/8 inc. (9.6 mm) (de handleiding voor
werkafstand, P/N 36648, geeft deze afstand). Houd de branderkop verticaal
en beweeg deze zo totdat de gewenste snijkwaliteit bereikt is. Het snijden
dient een rechte fijne spray te produceren onder het werkstuk van gegoten
metaal, zoals weergegeven in figuur 8. Voor gemechaniseerd snijden, zie
tabel 2 of 3 voor de aanbevolen reeks snelheden voor snijden.
5. Als de snijboog tijdens het snijden verloren gaat, zal de proefboog onmiddellijk
opnieuw ontbranden zolang de branderschakelaar is ingedrukt. U heeft
ongeveer 6 seconden om de brander dicht genoeg naar het werkstuk te
verplaatsen om de snijboog opnieuw te herstellen.
6. De snijboog zal ophouden aan het einde van het snijden, echter de
branderschakelaar dient los gelaten te worden om ervoor te zorgen dat de
proefboog niet opnieuw zal ontbranden.
7. Als de snijprocedure klaar is, wacht dan een aantal minuten voordat u de
POWER (STROOM) schakelaar op OFF (UIT) zet, zodat de koelventilator
tijd genoeg heeft om de unit te laten afkoelen. Sluit dan de primaire
stroomvoorziening af, d.m.v. de hoofdafsluitschakelaar.
24
AFSTAND EN DE SNIJKWALITEIT
De afstand (boogvoltage) is van directe invloed op de snijkwaliteit en de
vierkantigheid. Er wordt aanbevolen dat voordat u met snijden begint, alle
snijparameters ingesteld worden op de door de fabrikant aanbevolen condities.
Zie de aangebevelingen in de procestabellen. Een snijvoorbeeld dient te worden
gemaakt met het huidige materiaal waarbij u goed het materiaaldeel observeert.
Als het snijoppervlak van het onderdeel een extreme schuine kant heeft of een
afgeronde hoofdhoek, kan het zijn dat de afstand te groot is. Als de afstand wordt
beheersd door een hoge controle boogvoltage, verminder dan de boogvoltage
instellingen waardoor ook de afstand minder zal zijn.
Verminder de afstand totdat de overdreven schuine kant of afgeronde tophoek
verdwijnt. De karakteristieken van plasma snijden vermindert de productie van
een perfect vierkant. Bij een materiaal dikte van 1/4 inch (6.35 mm) of dikker, kan
een te dichte afstand resulteren in een negatieve snijhoek.
HOOFDSTUK 4 UITVOERING
Fig. 9 - Snijhoek
Onderafmeting "B" is
kleiner dan afmeting
"A"
NEGATIEVE (-) SNIJHOEK
Onderafmeting "B" is
groter dan afmeting
"A"
POSITIEVE (+) SNIJHOEK
A
B
A
B
Fig. 10 - Snijkwaliteit
NALOOP
LIJNEN
BOOG
VOLTAGE
AFSTAND
25
HOOFDSTUK 4 UITVOERING
Fig. 14 - Boogvoltage te laag
(-/+ Snijhoek)
Correcte snijsnelheid
Onder snijhoektop
Negatieve snijhoek
Braamvorming
Grove snijoppervlak
Verticale gezaagde nalooplijnen
-/+ SNIJ
HOEK
BOOG
VOLTAGE
AANZICHT
SNIJOPP.
Fig. 12 - Boogvoltage correct
Correcte snijsnelheid
Geen braamvorming
Vierkante hoofdhoek
Gladde snijoppervlak
Weinig/geen braamvorming aan de bodem
Uniforme nalooplijnen
OPTIMUM
BOOG
AANZICHT
SNIJ OPP.
Fig. 11 - Boogvoltage is te hoog
(Positieve snijhoek)
Juiste snijsnelheid
Positieve snijhoek
Afgeronde hoektop
Meer braamvorming
Hoofd braamvorming
Snijoppervlak is glad
AANZICHT
SNIJ OPP.
BOOG
(+) SNIJ
Fig. 13 - Boogvoltage te laag
(Negatieve snijhoek)
Correcte snijsnelheid
Onder snij hoektop
Negatieve snijhoek
Braamvorming
Grove snijoppervlak
(-) SNIJ
AANZICHT
SNIJ OPP.
BOOG
26
SAMENVATTING
De boogvoltage is een afhankelijke variant. het is afhankelijk van de
snijstroomsterkte, spruitgrootte, de branderafstand, de snijgas stroomhoeveelheid
en de snijsnelheid. Een verhoging van de boogvoltage kan resulteren in een
verlaging in de snijsnelheid, een verhoging in de snijstroomsterkte, een verlaging
in de spruitgrootte, een verhoging in de gasstroom en een verlaging in de
branderafstand. Als we aannemen dat alle variabelen ingesteld zijn op de
aanbevolen instellingen, heeft de branderafstand de meeste invloed ten opzichte
van alle variabelen in dit proces.Een goede en accurate controle van de hoogte is
essentieel in de productie van een uitstekende snijkwaliteit.
HOOFDSTUK 4 UITVOERING
LAGE SNELHEID BRAAMVORMING
Druppelvormige bramen die zich
vormen in een dikke laag. Gaat er
zeer gemakkelijk af.
HOGE SNELHEID BRAAMVORMING:
Een fijne over liggende
braamvorming dat vastgehecht is
aan de onderkant van de hoek.
Schoonmaken d.m.v. afhakken of
slijpen.
Fig. 15 - Hoofd braamvorming
HOOFD BRAAMVORMING:
Spatten verschijnen op de bovenhoek
van beide plaatstukken
Verlaag het voltage met hoeveelheden
van 5 volt dc (maximaal) totdat de
hoofd braamvorming verdwijnt.
Fig. 16 - Hoge snelheid braamvorming
Fig. 17 - Lage snelheid braamvorming
BRAAMVORMING
De snijsnelheid, de selectgie gas en variaties in de metaalsamenstelling dragen
bij, bij de vorming van bramen. De juiste snijafstand heeft ook invloed op de
vomring van bramen. Als de boogvoltage te hoog ingesteld is, wordt de snijhoek
positief. Daarentegen worden bramen gevormd op de onderkant van het onderdeel.
Deze braamvorming kan erg hardnekkig zijn en moet afgehakt of afgeslepen
worden om deze weg te krijgen. Als de snijvoltage te laag ingesteld is kan dit
resulteren in het ondersnijden van de onderdelen of een negatieve snijhoek. De
vorming van bramen komt voor, maar in de meeste gevallen kan dit gemakkelijk
verwijderd worden.
Hoofd braamvorming
Hoofdbraamvorming komt meestal voor bij spatten dicht bij de bovenhoek van de
zaagsnee. Dit is het resultaat van een branderafstand (boogvoltage) die te hoog
is ingesteld of de snijsnelheid is te hoog. De meeste uitvoerders gebruiken de
parameter grafieken voor de aanbevolen snelheid. Het meest voorkomende
probleem is de controle van de branderafstand of de boogvoltage. Verlaag
eenvoudigweg de instellingen met een voltage 5 volt totdat de hoofd braamvorming
verdwijnt. Als de controle van de boogvoltage niet wordt gebruikt, kan de brander
handmatig worden verlaagd totdat de braamvorming verdwijnt.
27
De uitschakelbare
stroomonderbreker (gesitueerd
onder de bovenste gescharnierde
afdekplaat) kan een gevaarlijke volt-
age aangeven die bestaat tussen de
werkkabel en de geaarde kabel. Dit
wordt meestal veroorzaakt bij het
gebrek aan een goede verbinding
van de werkkabel naar het
werkstuk. De werkkabel MOET
electrisch aangesloten worden met
het werkstuk om een gevaarlijke
schok te voorkomen.
HOOFDSTUK 4 UITVOERING
ALGEMENE SNIJPROBLEMEN
Het volgende is een lijst van de algemene snijproblemen en de mogelijke oorzaak.
Als de problemen die ontstaan worden veroorzaakt door de ESP-150, verwijzen
wij u naar het hoofdstuk onderhoud van deze handleiding. Als het probleem niet
wordt hersteld nadat u het hoofdstuk onderhoud heeft geraadpleegd, neem dan
contact op met uw ESAB vertegenwoordiger.
A. Onvoldoende penetratie:
1. De snijsnelheid is te snel
2. Beschadigd snijspuitstuk
3. Onjuiste gas instellingen
4. Onvoldoende vertraging voor doorsnijden
B. Hoofdboog is gedoofd:
1. De snijsnelheid is te langzaam
C. Metaalschuim vorming:
1. De snijsnelheid is te snel of te langzaam
2. Onjuiste luchtdruk
3. Defect spruitstuk of electrode
4. Onjuiste werkafstand
5. Stroom is te laag
D. Dubbele boogvorming:
1. Lage luchtdruk
2. Beschadigde snijspruitstuk
3. Losgekomen snijspruitstuk
4. Zware spatten
5. Spruitstuk maakt contact met het werk tijdens snijden
6. Doorsnijhoogte is te laag
7. Stroom is te laag
E. Ongelijkmatige boog:
1. Beschadigde snijspruitstuk of versleten electrode
F. Onstabiele snij omstandigheden:
1. Onjuiste snijsnelheid
2. Losse kabel of slang verbindingen
3. Electrode en/of snijspruitstuk is in slechte staat
G. Hoofdboog houdt ermee op:
1. Losse verbindingen
2. Werkklem is niet aangesloten
3. Gasdruk is niet juist
4. Onvoldoende koeling om de stroomschakelaar in werking te stellen
H. Onvoldoende bruikbare activiteit:
1. Onjuiste gasdruk
2. Vervuilde luchtvoorziening
3. Onjuiste gas/electrode combinatie
4. Brander raakt het werkstuk of omgedraaide onderdelen
5. Onderdelen beschadigd door dubbele boog (zie punt D hierboven)
6. Gebruik van niet originele onderdelen
7. Water lekt in de brander
8. Brander is niet schoongemaakt na de verbruiksperiode of na een periode
van stilstand
9. Verkeerd gebruik van de verbruiksgoederen of de geselecteerde gassen
28
STANDAARD VOORWAARDEN
De snijsnelheid en de voorwaarden in de volgende tabelen zijn gekozen om de
beste kwaliteit te garanderen met een bepaalde gascombinatie bij een specifieke
stroom.
Verbruiksonderdelen - Zie de PT-26 brander handleiding voor de aanbevolen
onderdelen onder deze omstandigheden. Gebruik van onderdelen in combinatie’s
en applicaties anders dan hetgeen hierin is beschreven, kan resulteren in
beschadiging van de brander of een slechte werking.
De gas en stroom selectie - Zie pagina 29 en de volgende tabellen om de meest
geschikte omstandigheden te kiezen voor uw applicatie.
Snij Parameters voor de PT-26 en de ESP-150
Tabel 2. PT-26 Koolstaal snijgegevens
Materiaal
Type-Dikte
in.(mm)
Stroom
(Ampère)
Loop
Snelheid
ipm(M/m)
Snij
Hoogte
in.(mm)
Plasma Gas
Type/Druk
psi(bar)
Start Gas
Type/Druk
psi(bar)
Beschermingsgas
Type/Druk
psi(bar)
CS-1/8 (3.2) 50 195 (4.95) 5/16 (8) Lucht - 30 (2.1) Lucht - 60 (4.14) Lucht - 50 (3.45)
CS-3/16 (4.7) 150 (3.8)
CS-1/4 (6.35) 100 (2.58)
CS-5/16 (8) 75 (1.9)
CS-3/8 (9.5) 50 (1.27)
CS-1/2 (12.7) 25 (.63)
CS-5/8 (15.9) 12 (.3)
CS-3/4 (19) 6 (.15)
CS-1 (25.4) 2 (.05)
CS-1/16 (1.6) 150 175 (4.45) 5/16 (8) Lucht - 30 (2.1) Lucht - 60 (4.14) Lucht - 50 (3.45)
CS-1/8 (3.2) 155 (3.94)
CS-1/4 (6.3) 137 (3.48)
CS-5/16 (8) 125 (3.17)
CS-3/8 (9.5) 87 (2.2)
CS-1/2 (12.7) 76 (1.93)
CS-5/8 (15.9) 62 (1.57)
CS-3/4 (19) 50 (1.27)
CS-1 (25.4) 30 (.76)
CS-1-1/8 (28.6) 25 (.63)
CS-1-1/4 (31.7) 20 (.5)
CS-1-3/8 (34.9) 15 (.38)
CS-1-1/2 (38) 13 (.33)
CS-1-3/4 (44.5) 6 (.15)
CS-2 (50.8) 4 (.10)
HOOFDSTUK 4 UITVOERING
29
Materiaal
Type-Dikte
in.(mm)
Stroom
(Ampère)
Loop
Snelheid
ipm(M/m)
Snij
Hoogte
in.(mm)
Plasma Gas
Type/Druk
psi(bar)
Start Gas
Type/Druk
psi(bar)
Beschermingsgas
Type/Druk
psi(bar)
Tabel 3 - PT-26 Aluminum Snijgegevens
AL-1/4 (6.35) 150 112 (2.84) 5/16 (8) H-35 or N
2
H-35 - 50 (3.45) Lucht - 50 (3.45)
30 (2.1)
AL-5/16 (8) 100 (2.54)
AL-3/8 (9.6) 93 (2.36)
AL-1/2 (12.7) 78 (1.98)
AL-5/8 (15.9) 63 (1.6)
AL-3/4 (19) 52 (1.32)
AL-1 (25.4) 37 (.94)
AL-1-1/8 (28.6) 30 (.76)
AL-1-1/4 (31.7) 25 (.63)
AL-1-3/8 (34.9) 20 (.5)
AL-1-1/2 (38) 18 (.46)
AL-1-3/4 (44.5) 12 (.3)
AL-2 (50.8) 10 (.25)
HOOFDSTUK 4 UITVOERING
30
AANBEVOLEN GAS EN STROOM
Het volgende biedt u de aanbevolen gas en stroomselecties
voor gewone metaalsoorten om het beste resultaat te krijgen.
KOOLSTOFSTAAL
1/8" (3.2mm)
en dunner 50 / 65 Ampère, Lucht
Plasma/Luchtbescherming
3/16 - 1/2
(4.8-12.7mm) 100 Ampère, Plasma/
Luchtbescherming.100
Ampère, Lucht Plasma/
Luchtbescherming is ook goed
maar er zal altijd een braamvorming
van 1/2" (12.7mm) zijn.
1/2” - 2”
(12.7mm - 50mm) 150 Ampère, Plasma/Lucht)
ROESTVRIJSTAAL
1/8" (3.2mm)
en dunner 50 - 65 Ampère, N
2
Plasma/N
2
Bescherming produceert de
beste oppervlakte maar lichte
vorm van bramen bij 1/8" (3.2
mm) materiaal.
50 - 65 Ampère, Lucht
Plasma/Luchtbescherming
kan een braam vrije
snijding geven maar
oppervlak is ruw.
ROESTVRIJSTAAL
1/4 - 3/8"
(3.2-9.6mm) 100 Ampères, N
2
Plasma/N
2
Bescherming kan een kleine vorm of
helemaal geen braamvorming geven en
een goed oppervlakte kwaliteit van 1/
2" (12.7mm) materiaal.
ALUMINIUM
1/4" (6.4mm)
en dunner 50/65 Ampère, N
2
Plasma/N
2
Bescherming produceerd
normaal tamelijk
braam vrije snijdingen.
50/65 Ampère, Lucht
Plasma/Lucht Bescherming
produceerd een veel grover
snijoppervlak
1/4” (6.4mm)
en dikker 150 Ampère, Plasma/N2
H-35
100 Amps, Lucht Plasma/Lucht
bescherming is goed, aan de
onderzijde braamvorming maar
produceert een grover
snijoppervlak.
HOOFDSTUK 4 UITVOERING
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30

ESAB ESP-150 Plasma Cutting System Handleiding

Type
Handleiding