AL-KO Robolinho® 1000 Handleiding

Type
Handleiding
Vertaling van de originele gebruikershandleiding
456403_a 41
VERTALING VAN DE ORIGINELE
GEBRUIKERSHANDLEIDING
Inhoudsopgave
Vertaling van de originele
gebruikershandleiding............................ 41
Technische gegevens...................................... 41
Apparaat uitpakken.......................................... 42
Inhoud van de levering.................................... 42
Over dit handboek............................................42
Productbeschrijving.......................................... 43
Reglementair gebruik....................................... 43
Mogelijk foutief gebruik.................................... 43
Veiligheidsinstructies........................................43
Veiligheidsvoorzieningen..................................43
Productoverzicht...............................................44
Beschrijving van de werking............................ 44
Sensoren.......................................................... 44
Transformator...................................................44
Montage............................................................45
Bedieningspaneel.............................................47
PIN- en PUK-code........................................... 47
Ingebruikname..................................................47
Overzicht hoofdmenu....................................... 49
Programmamenu..............................................49
Startpunten instellen........................................ 50
Instellingenmenu.............................................. 51
Informatiemenu.................................................51
Tips bij het maaien.......................................... 52
Maaihoogte instellen........................................ 52
Accu..................................................................52
Onderhoud........................................................53
Reparaties........................................................ 54
Hulp bij storingen............................................. 54
GARANTIE....................................................... 57
EG-conformiteitsverklaring............................... 58
TECHNISCHE GEGEVENS
Gegevens Robolinho
Lengte / Breedte / Hoogte in mm 600 / 490 / 245
Gewicht in kg ca. 8
Maaisysteem elektrisch met 2 messen
Maaimotor omw/min 3400
Maaihoogte in mm 30 - 60
Central
Maaihoogte-instelling in 5 stappen 6 mm per stap
Maaibreedte in mm 280
Max. te maaien oppervlak in m
2
ca. 700
35%
Max. hellingshoek van gazonoppervlak in % 35
Afstand begrenzingskabel ten opzichte van grenslijn (wand/hek)
in cm
ca. 15
nl
Apparaat uitpakken
42 Robolinho
®
1000/100
Gegevens basisstation / transformator
Voedingsspanning basisstation 230 V 16 A 50 HZ
Uitgangsspanning/stroomsterkte/vermogen 27 VAC / 2,2 A / 60 VA
Geluidsemissies
Geluidssterkte gemeten in dB(A) / Gegarandeerde geluidssterkte
in dB(A)
L
WA
= 63 / 65 (K = 1,9)
Accu
Spanning in V 18,5
Capaciteit in Ah 2,2
18 V
Energie in Wh 41,6
APPARAAT UITPAKKEN
Pak het apparaat en de bijbehorende compo-
nenten voorzichtig uit en controleer alles op
transportschade. Neem bij transportschade
overeenkomstig de garantiebepalingen direct
contact op met uw dealer, technicus of ser-
vicepartner van AL-KO.
Bewaar de originele verpakking en bijbeho-
rende papieren ingeval het apparaat weer
moet worden teruggezonden.
INHOUD VAN DE LEVERING
Inhoud van de levering (1)
(1/1) Robolinho-maaimachine
(1/2) Basisstation
(1/3) Transformator
(1/4) Begrenzingskabel (100 m)
(1/5) Gazonpennen (100 stuks)
(1/6) Gebruikershandleiding
(1/7) Beknopte handleiding
OVER DIT HANDBOEK
Lees deze documentatie vóór ingebruikname
door. Dit is een voorwaarde voor veilig wer-
ken en storingsvrij gebruik.
Neem de veiligheidsvoorschriften en waar-
schuwingen in deze documentatie en op het
product in acht.
Deze documentatie is permanent onderdeel
van het beschreven product en dient bij ver-
koop aan de koper te worden overgedragen.
Legenda
LET OP!
Het nauwkeurig in acht nemen van deze
waarschuwingen kan verwondingen en/
of materiële schade voorkomen.
ADVICE
Speciale aanwijzingen voor een beter
begrip en gebruik.
Afvoeren
Gebruikte apparaten, batterijen of
accu´s niet afvoeren via de vuilnisop-
haaldienst!
Verpakking, apparaat en accessoires zijn
gemaakt van recyclebare materialen en
moeten ook als zodanig worden afgevo-
erd.
Bij afdanken de plaatselijke regelgeving opvol-
gen.
Om af te danken bestaan er de volgende mogel-
ijkheden:
Via de vakhandel.
Via een afvalinzamelcentrum met CCR-aan-
duiding.
De accu alleen afdanken in ontladen toe-
stand.
De gebruiker verplicht zich tot teruggave van
de accu. Deze kan bij een vakhandel of ser-
vicepartner van AL-KO kosteloos worden in-
geleverd.
Productbeschrijving
456403_a 43
PRODUCTBESCHRIJVING
Deze documentatie beschrijft de werking van een
volautomatische gazonmaaier met accuaandrij-
ving.
Symbolen op het apparaat
Houd anderen uit de buurt van de ge-
varenzone!
Let op! Vereist extra voorzichtigheid tij-
dens gebruik.
Blijf met uw handen en voeten bij het
snijmechanisme vandaan!
Houd afstand tot de gevarenzone.
Lees voor de ingebruikname de ge-
bruikershandleiding door!
Alvorens te gaan maaien moet de pin-
code worden ingevoerd!
Niet meerijden op de gazonmaaier!
REGLEMENTAIR GEBRUIK
Dit apparaat is bedoeld voor het maaien van ga-
zons in particuliere tuinen. Elke andere of verder
strekkende toepassing wordt beschouwd als niet
overeenkomstig het gebruiksdoel.
MOGELIJK FOUTIEF GEBRUIK
Dit apparaat is niet geschikt voor gebruik in open-
bare omgevingen, parken, op sportterreinen of in
de land- en bosbouw.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Neem de veiligheids- en waarschuwingsin-
structies in deze documentatie en op het pro-
duct in acht.
Laat beschadigde onderdelen, transformator
en accu's vervangen of repareren door de
dealer, technicus of servicepartner van AL-
KO.
De gebruiker is verantwoordelijk voor even-
tueel letsel bij derden en voor materiële
schade.
Anderen op afstand houden van gevaren-
zone.
Gebruik het apparaat uitsluitend in onbe-
schadigde toestand.
Kinderen of andere personen die de ge-
bruikshandleiding niet kennen, mogen het
apparaat niet gebruiken.
Mensen me verminderde lichamelijke, zintu-
iglijke of geestelijke vermogens of personen
met onvoldoende kennis of ervaring moet niet
gebruiken het toestel, tenzij ze worden bege-
leid door een persoon die verantwoordelijk is
voor hen of geïnstrueerd.
Tijdens het bedrijf ervoor zorgen dat kinderen
niet zonder toezicht worden achtergelaten in
de nabijheid van het apparaat of met het ap-
paraat spelen.
Met uw lichaam en kleding bij het maaiwerk
vandaan blijven.
Controleer of er zich op het gazon geen
takken, stenen of andere voorwerpen (zo-
als tuingereedschap of speelgoed) bevinden
die bij overrijden de snijmessen van de Ro-
bolinho zouden kunnen beschadigen of die
zelf beschadigd kunnen worden.
Robolinho en tuinsproeiers niet tegelijkertijd
gebruiken.
WAARSCHUWING!
Het nauwkeurig opvolgen van deze
waarschuwingsinstructies kan lichame-
lijk letsel of materiële schade voorko-
men.
ADVICE
Speciale aanwijzingen voor meer duide-
lijkheid en beter gebruik.
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN
Beveiligingen mogen niet worden doorver-
bonden, verwijderd of gemanipuleerd. Bij ne-
geren hiervan kan de eigen gezondheid of die
van anderen in gevaar worden gebracht.
Controleer voedingskabel naar het basissta-
tion op beschadigingen.
Om het onbedoeld of onbevoegd inschakelen
van de Robolinho te voorkomen is deze be-
veiligd via een PIN-code.
Handen en voeten niet in de buurt van de
draaiende delen brengen. Wacht tot het mes
stilstaat!
nl
Productoverzicht
44 Robolinho
®
1000/100
De Robolinho is uitgerust met een veilig-
heidssensor. Als het apparaat wordt opgetild,
zullen de motor en de messen binnen 2 se-
conden stilstaan.
Na aanraking met een obstakel rijdt de
Robolinho achteruit, stopt dan en verandert
zijn rijrichting.
Controleer het apparaat en het basisstation
regelmatig op beschadigingen.
Apparatuur en basisstation bij beschadiging
niet gebruiken.
PRODUCTOVERZICHT
Het productoverzicht (2) geeft een overzicht van
het apparaat.
2-1 Bedieningspaneel (onder afdekkap)
2-2 Aansluitcontacten voor opladen
2-3 Bumper
2-4 Behuizing
2-5 Afdekkap (luik voor hoogteverstelling)
2-6 Verzonken hoogteverstelknop
2-7 STOP-knop
2-8 Voorste wielen (stuurbaar)
2-9 Messenschijf
2-10 Aandrijfwielen
2-11 Mes
2-12 Wegruimmes
BESCHRIJVING VAN DE WERKING
De Robolinho is een volautomatische gazon-
maaier met accu-aandrijving die zich zelf-
standig binnen een begrensd maaibereik ver-
plaatst.
Het maaibereik is door een begrenzingskabel
afgebakend, deze kabel is verbonden met het
basisstation.
Om de accu op te laden rijdt de Robolinho
langs de begrenzingskabel terug naar het ba-
sisstation.
Voor maaibedrijf heeft de fabriek
maaiprogramma's geïnstalleerd waarin ook
oppervlak- en randmaaifuncties zijn opgeno-
men. Deze maaiprogramma's kunnen door
de gebruiker worden gewijzigd.
Door de speciale messenconstructie wordt
het maaisel niet verzameld maar blijft dit op
het gazon liggen en zorgt zo voor een mulch-
of groenbemestingeffect.
SENSOREN
De Robolinho is uitgerust met een aantal veilig-
heidssensors (9).
Hefsensor
Als de Robolinho tijdens het maaien wordt
opgetild aan de behuizing, zet een sensor het
mes binnen 2 seconden stil en wordt de rija-
andrijving uitgeschakeld.
Stootsensoren en obstakelherkenning
De Robolinho is uitgerust met sensoren die
bij contact met een obstakel zorgen dat de
rijrichting wordt aangepast. Wanneer het ap-
paraat tegen een hindernis stuit, verschuift
het bovendeel (9-1) van de behuizing iets. De
sensor kiest dan een andere rijrichting.
Hellingsensor in rijrichting
Bij een hellingspercentage omhoog of om-
laag van meer dan 35% wordt de Robolinho
via de hellingsensor uitgeschakeld.
Hellingsensor in dwarsrichting
Bij een hellingspercentage in dwarsrichting
van meer dan 35% wordt de Robolinho via de
hellingsensor uitgeschakeld.
ADVICE
Als de Robolinho is uitgeschakeld via
een veiligheidssensor, schakelt hij niet
weer automatisch in. Om verder te gaan
met maaien moet de storing worden be-
vestigd en opgeheven door op de multi-
functionele knop te drukken.
TRANSFORMATOR
De transformator levert de elektrische stroom
voor het basisstation.
Transformator
456403_a 45
WAARSCHUWING!
Schade door sproeiwater!
Plaats de transformator op een droge
plek waar deze beschermd is tegen
sproeiwater.
Wij raden aan het apparaat aan te sluiten
via een FI-aardlekschakelaar met een
nominale lekstroom van <30mA!
MONTAGE
ADVICE
De hier beschreven chronologische vol-
gorde moet beslist worden aangehou-
den
LET OP!
Gevaar voor letsel!
Let bij het werken op een zekere stand!
Arbeid en beschermende kleding!
Basisstation
Het basisstation wordt met de laagspan-
ningskabel aangesloten (6) op de stroomvo-
orziening (transformator).
Het basisstation produceert een besturings-
signaal en stuurt dit uit via de begrenzingska-
bel.
Het basisstation is voorzien van twee aans-
luitingen voor de oplaadkabel die aan de
oplaadaansluiting op de Robolinho vastkop-
pelen nadat deze naar het basisstation is ge-
reden.
Basisstation opbouwen
1 Het basisstation (4-2) op een beschaduwde,
tegen regen beschutte en horizontale plek (5)
in de tuin plaatsen en met gazonpennen (4-1)
vastzetten. Daarbij de aangegeven afmetin-
gen aanhouden (12-3).
Begrenzingskabel
De begrenzingskabel wordt met gazonpennen
vastgezet. Als blijkt dat de meegeleverde begren-
zingskabel voor uw gazonoppervlak niet lang ge-
noeg is, kunt u bij uw dealer, technicus of service-
partner van AL-KO de bijbehorende verlengings-
kabel aanschaffen.
Een stuk isolatie van 10 mm van de begren-
zingskabel (6-2) strippen, deze aan de ene
kant van het basisstation (6-1) aansluiten en
zoals afgebeeld (12) verder monteren; daar-
bij de aangeduide afstanden aanhouden.
Voorkom beschadigingen tijdens het maaien
door er bij het aanleggen van de begren-
zingskabel op te letten dat deze overal strak
aanligt tegen de grond.
Op plaatsen waar de begrenzingskabel niet
strak tegen de grond ligt, moet deze met een
extra gazonpen worden vastgezet.
WAARSCHUWING!
Schade aan begrenzingskabel!
Vlakbij de begrenzingskabel het gazon
niet verticuteren.
Kabelreserve
Om na de inrichting van het maaibereik het ba-
sisstation nog te kunnen verplaatsen of het maai-
bereik vergroten, kan het best op regelmatige af-
standen een reservelengte (12-1) in de begren-
zingskabel worden aangehouden. Haal daartoe
de begrenzingskabel om een gazonpen heen, ga
terug om de kabel rondom de vorige gazonpen te
halen en ga dan weer verder zoals afgebeeld; zet
de reservelengte vast met een extra gazonpen.
Kies het aantal kabelreservelengten naar ei-
gen goeddunken.
Aanlegmogelijkheden
De begrenzingskabel kan zowel op het gazon
(8-1) worden gelegd of kan tot 10 cm diep onder
de grasnerf (8-2) worden ingewerkt. Laat het in-
werken onder de grasnerf uitvoeren door uw dea-
ler.
Zo nodig kunnen beide varianten ook gecom-
bineerd worden toegepast.
Aanleg van kabel rondom obstakels
Bij het aanleggen van de kabel rondom obstakels
moeten de in de afbeelding (12) aangeduide af-
standen worden aangehouden.
Bij een afstand van 0 cm tussen aangrenzende
kabels kan de kabel worden overreden. De beste
oplossing, in de meeste gevallen.
Vanaf een afstand van minstens 30 cm herkent
de Robolinho de afstand als weg en rijdt de robot
om het obstakel heen.
Bij het aanleggen van de begrenzingskabel in
doorgangen (12-4) moeten voor een probleem-
loos gebruik van de Robolinho de in de tekening
(12) aangeduide minimumafstanden ten opzichte
nl
Montage
46 Robolinho
®
1000/100
van obstakels worden aangehouden, evenals de
minimumbreedte voor doorgangen.
ADVICE
Als begrenzingskabels elkaar kruisen
leidt dit tot storingen, omdat op zo'n plek
binnen- en buitenkant worden omgewis-
seld.
Begrenzingskabel aansluiten aan basissta-
tion
1 Na de aanleg de isolatie op het uiteinde van
de begrenzingskabel (6-2) strippen en de ka-
bel verbinden aan de stekker.
Laagspanningskabel aansluiten aan transfor-
mator
1 De schroeven met een schroevendraaier
(6-3) losdraaien en de laagspanningskabel
aansluiten aan de transformator (6-5).
De kabels kunnen willekeurig worden
aangesloten, aanhouden van polariteit is
niet nodig.
2 De netstekker van de transformator in het
stopcontact (6-4) steken.
Het basisstation openen
Bij storingzoeken kan het deksel (7-3) ter controle
van de LED-aanduidingen worden geopend (bij
storing).
Verbinding controleren
Na het aansluiten van de kabel moeten de LED's
(7-1) en (7-2) oplichten. Haal als dat niet zo is de
netstekker los en controleer alle stekkerverbindin-
gen en de kabel op een correcte ligging of bescha-
diging.
Gele LED (7-1)
brandt wanneer het basisstation is ver-
bonden aan de transformator en de elektri-
sche verbinding naar de transformator bedri-
jfsklaar is.
knippert tijdens het laden van de Robolinho.
Groene LED (7-2)
brandt wanneer de begrenzingskabel correct
is aangelegd en het circuit in orde is.
knippert eerst en dooft vervolgens wanneer
het circuit van de begrenzingskabel niet in
orde is.
ADVICE
De accu is getest volgens het UN-hand-
boek. Daarom valt deze zowel als los
onderdeel als ingebouwd in het appa-
raat niet onder nationale en internatio-
nale voorschriften voor gevaarlijke stof-
fen.
Bedieningspaneel
456403_a 47
BEDIENINGSPANEEL
3-1
Op het [LCD-display] wordt de huidige conditie of het geselecteerde menu weer-
gegeven.
3-2
Bij het indrukken van de [STOP-knop] stopt de Robolinho en staan de messen
binnen 2 seconden stil.
3-3
De [Pijlknoppen omhoog en omlaag] dienen om in menu's te navigeren en voor
het wijzigen van waarden.
3-4
Met de [START/PAUZE-knop] wordt de Robolinho gestart of wordt de werking on-
derbroken. Voorzichtig - apparaat start na ca. 30 minuten uit zichzelf!
3-5
[Multifunctionele knop rechts]
Bevestigen (een menu openen, wijzigen van waarden bevestigen)
Verder
Wijzigen
Inschakelen / Uitschakelen
Opslaan / Bevestigen
3-6
[Multifunctionele knop links]
Stoppen
Terug (menu sluiten, bij invoeren van waarde één waarde teruggaan)
3-7 Met de [ON/OFF-knop] wordt de Robolinho aan- of uitgezet.
3-8
Met de [Menu-knop] kan vanuit elk submenu snel worden teruggesprongen naar
het hoofdmenu.
3-9
Met de [HOME-knop] wordt de huidige maaibeurt afgebroken. De Robolinho rijdt
naar het basisstation. De Robolinho start de volgende dag met de volgende ge-
plande maaibeurt.
PIN- EN PUK-CODE
PIN-code en PUK-code veilig bewaren, onto-
egankelijk voor onbevoegden.
Deze PIN-code kan door de eigenaar worden
gewijzigd.
De PUK-code kan veilig worden bewaard
door registratie op de volgende webpagina:
http://robolinho.al-ko.com
Bij driemaal invoeren van een foutieve PIN-
code moet een PUK-code worden opgege-
ven.
Wacht 24 uur nadat meermaals een foutieve
PUK-code is ingevoerd alvorens een nieuwe
poging te doen.
INGEBRUIKNAME
Voorbereiding
LET OP!
Voordat u de Robolinho voor de eerste
keer, zet het apparaat in de oplader om
de batterij op te laden!
Plaats vooraf aan de ingebruikname de Robolinho
in de uitgangspositie op het afgebakende maai-
bereik (12-3).
Houd de aangeduide afmetingen aan.
nl
Ingebruikname
48 Robolinho
®
1000/100
Aanzetten
Modell Robolinho 100
Software # xxxxxx
Seriennummer xxxxxx
AL-KO Robolinho
Statusweergave
1 De Robolinho inschakelen door op de [ON/
OFF-knop] (3-7) te drukken.
Op het LCD-display (3-1) verschijnt dan
de hier getoonde informatie.
Taalkeuze
English (Engels)
Deutsch (Duits)
Bevestigen
[ Taalkeuze ]
Alleen bij de eerste ingebruikname moet de ge-
bruiker hier de gewenste taal selecteren.
1 Met de bijbehorende [Pijlknoppen] (3-3)
wordt de gewenste taal geselecteerd.
2 Met [Multifunctionele knop] (3-5) bevestigen.
Na de bevestiging wordt op het LCD-
display (3-1) [PIN-aanmelding invoeren]
weergegeven.
PIN-code
De op de fabriek ingevoerde PIN-code invoe-
ren
Alleen bij de eerste ingebruikname moet de door
de fabriek ingestelde PIN-code worden ingevo-
erd. De PIN-code is door de fabriek ingesteld op
[0000].
PIN invoeren
****
[ Aanmelding ]
1 Met de bijbehorende [Pijlknoppen] (3-3) de
gewenste cijfers selecteren en steeds met de
[Multifunctionele knop] (3-6) bevestigen.
2 De drie volgende cijfers op dezelfde wijze in-
voeren.
Het LCD-display (3-1) toont vervolgens
het invoervenster [PIN wijzigen].
PIN-code wijzigen
1 Nieuwe PIN opgeven en herhalen.
Vervolgens verschijnt op het LCD-dis-
play (3-1) het [Datuminvoervenster].
Datum instellen of wijzigen
De datum en het tijdstip correct invoeren, omdat
andere programmeringen hiervan afhankelijk zijn.
[ Datum invoeren ]
13.06.2013
Verder
DD.MM.JJJJ
1 Met de bijbehorende [Pijlknoppen] (3-3) de
gewenste cijfers selecteren en steeds met de
[Multifunctionele knop] (3-5) bevestigen.
Na de bevestiging toont het LCD-display
(3-1) het [Tijdstipinvoervenster].
ADVICE
Om het jaar (JJJJ) in te voeren zijn alleen
de laatste cijfers vereist, de twee eerste
cijfers 20XX staan al vermeld.
Tijdstip instellen of wijzigen
24-uur indeling
7:00
Verder
[ Tijdstip invoeren ]
Stoppen
1 Met de bijbehorende [Pijlknoppen] (3-3) de
gewenste cijfers selecteren en steeds met de
[Multifunctionele knop] (3-5) bevestigen.
Het LCD-display (3-1) toont vervolgens
het statusvenster [Niet gekalibreerd].
Kalibreren
Om te kalibreren de Robolinho op de juiste wijze
opstellen (12-3)
Ingebruikname
456403_a 49
13.06.2013
12:15
! Waarschuwing!
Aandrijving start
Acculaadconditie 80%
1 Na indrukken van de [START-knop] (3-4)
start de automatische kalibratieprocedure.
Op het LCD-display (3-1) knippert de
waarschuwing [Aandrijving start].
LET OP!
Na indrukken van de [START-knop]
loopt de aandrijving.
Niet in roterende onderdelen grijpen.
Kalibratieprocedure
De Robolinho rijdt om de signaalsterkte vast te
stellen eerst recht over de begrenzingskabel heen
en vervolgens terug naar het basisstation. De
accu van de Robolinho wordt opgeladen.
ADVICE
De Robolinho moet bij het inrijden in
het basisstation blijven staan. Als de
Robolinho bij inrijden van het basissta-
tion de aansluitcontacten niet aantreft, ri-
jdt hij verder langs de begrenzingskabel
tot de contacten wel worden aangetrof-
fen of tot de procedure wordt afgebro-
ken.
Weergave na de kalibratierit
Na de kalibratie wordt het op de fabriek al inge-
stelde maaivenster getoond.
Het maaiprogramma is actief, de accu's op-
geladen.
Na afsluiten van de ingebruikname kan met de
Robolinho worden gemaaid volgens de door de
fabriek ingestelde maaitijden of volgens een an-
dere programmering.
Op de fabriek zijn de volgende maaitijden inge-
steld: Maandag - vrijdag: 7:00 - 10:00 uur en ma-
andag - vrijdag: 17:00 - 19:00 uur.
Neem de specifieke voorschriften voor de ge-
bruikstijden in uw land in acht.
OVERZICHT HOOFDMENU
De volgende menu-items kunnen worden ge-
selecteerd:
Weekprogramma
Startpunten *Programma
Programma-info
Tijdstip
Datum
Taal
PIN-code
Geluidssignaal
knopbediening
Regensensor
Randen maaien
Displaycontrast
Opnieuw kalibre-
ren
Instellingen
Fabrieksinstellin-
gen
Hardware
Software
Programma-info
Hoof-
dmenu
Informatie
Storingen
* Robolinho 1000
Menuknop [3-8] indrukken om het hoof-
dmenu te openen.
Het gewenste programma-item selecteren
met de [Pijlknoppen] (3-3) en bevestigen met
de [Multifunctionele knop rechts] (3-5).
Elk menu kan worden afgesloten via de men-
uknop [3-8].
PROGRAMMAMENU
Instellingen aangeven in het weekpro-
gramma.
Programma-info, resp. maaiprogramma, be-
kijken.
nl
Programmamenu
50 Robolinho
®
1000/100
Het weekprogramma instellen
*Elke dag [X]
Maandag [X]
Wijzigen
Terug
[ Weekprogramma ]
In het weekprogramma worden de dagen van
de week en de tijdstippen ingesteld waarop de
Robolinho zelfstandig moet gaan maaien.
In het menu-item 1 [Elke dag] maait de
Robolinho elke dag op de ingestelde tijdstip-
pen.
Het symbool [X] geeft de huidige actieve
dag aan.
In het menu-item 2 [Weekdag] maait de
Robolinho op de ingestelde dag van de week,
op het ingestelde tijdstip.
1. Met de bijbehorende [Pijlknop] (3-3) de ge-
wenste cijfers selecteren en steeds met de
[Multifunctionele knop rechts] bevestigen.
Controleer het maairesultaat en maai zo
lang als nodig is voor een fraai en verz-
orgd gazon.
Menu-item [Elke dag]
1. Het menu-item [Elke dag] selecteren met de betreffende [Pijlknop] (3-3) en bevestigen met de [Mul-
tifunctionele knop rechts] (3-5).
2. De [Pijlknop] (3-3) omlaag drukken tot [Wijzigen] actief wordt.
3. Het gewenste menu-item selecteren met de betreffende [Pijlknop] (3-3) en bevestigen met de [Mul-
tifunctionele knop rechts] (3-5).
Verklaring van tekens
(1) Menu-item Elke dag (Alle dagen worden gewijzigd.)
(2) Menu-item Weekdag
[-] Maaibeurt uitgeschakeld
[R]
Randen maaien
De Robolinho maait met de rechterzijde langs de be-
grenzingskabel (1x). Na het maaien langs de randen
maait de Robolinho verder op het afgebakende maai-
bereik.
(3)
[M] Normaal maaien
(4) Starttijd De Robolinho rijdt op het eerder geselecteerde tijdstip
weg uit het basisstation.
(5) Eindtijd De Robolinho rijdt op het eerder geselecteerde tijdstip
terug naar het basisstation.
[0 - 9]
Vast startpunt
De Robolinho rijdt op het eerder voor maaien geselec-
teerde tijdstip van het geselecteerde startpunt van-
daan.
(6)
[?]
Automatisch startpunt
De startpunten worden automatisch gewisseld (aanbe-
volen als instelling).
STARTPUNTEN INSTELLEN
(Robolinho 1000)
Programma
Instellingen
Hoofdmenu
Terug
Bevestigen
Startpunten instellen
456403_a 51
1. Met de [Pijlknop omhoog] of de [Pijlknop om-
laag] het menu-item [Programma] selecteren
totdat het sterretje bij het menu-item staat.
2. Met [Multifunctionele knop rechts] bevesti-
gen.
Startpunten oproepen
(Robolinho 1000)
Weekprogramma
Startpunten
Programma
Terug
Bevestigen
Punt X1 bij
Punt X2 bij
Startpunten
Terug
Bevestigen
1. Met de [Pijlknop omhoog] of de [Pijlknop om-
laag] het menu-item [Startpunten] selecteren
totdat het sterretje bij het menu-item staat.
2. Met [Multifunctionele knop rechts] bevesti-
gen.
3. Met de [Pijlknop omhoog] of de [Pijlknop om-
laag] het menu-item [Punt X*] selecteren tot-
dat het sterretje bij het menu-item staat.
4. De gewenste afstanden instellen, eventueel
andere startpunten instellen.
5. Met [Multifunctionele knop rechts] bevesti-
gen.
6. Door nogmaals indrukken van de [Menuknop]
terug gaan naar het hoofdmenu.
ADVICE
Het eerste startpunt bevindt zich
standaard steeds op 1 m rechts
naast het basisstation en kan niet
worden gewijzigd.
De andere negen startpunten zijn
standaard ingedeeld over de totale
lengte van de begrenzingskabel (na
de eerste keer randmaaien of na
maaien van het hele maaibereik).
Deze startpunten kunnen worden
gewijzigd en zijn programmeerbaar
naargelang de afmetingen en de ei-
genschappen van het maaibereik.
Startpunten inleren
(Robolinho 1000)
1. De procedure starten door op de [START/
PAUZE-knop] te drukken.
De aanwijzing op het display opvolgen.
[Startpunt inleren]
2. Startpunt X instellen.
3. Positie: Y met de [Multifunctionele knop
rechts] instellen.
ADVICE
Er is geen startpunt ingesteld.
De circuitlengte wordt opgemeten
en de startpunten worden automa-
tisch gelijkmatig over deze lengte
verdeeld.
De startpunten kunnen elk afzon-
derlijk worden aangepast.
INSTELLINGENMENU
Datum, Tijdstippen, Taal en Opnieuw kalibreren
instellen, zie onder Inbedrijfname.
Geluidssignaal knoppen aan- of uitzetten
1. [Geluidssignaal knopbediening] selecteren.
2. Met [Multifunctionele knop rechts] (3-5) be-
vestigen.
3. Geluidssignaal knopbediening met de [Multi-
functionele knop rechts] (3-5) aan- of uitzet-
ten.
4. De betreffende selectie bevestigen met de
[Menuknop] (3-8).
Displaycontrast wijzigen
1 [Displaycontrast] selecteren.
2 [Displaycontrast] instellen met de [Pijlknop-
pen] (3-3) en bevestigen met de [Multifunc-
tionele knop rechts] (3-5).
3 De betreffende selectie bevestigen met de
[Menuknop] (3-8) en teruggaan naar het
hoofdmenu.
Terugstellen naar fabrieksinstellingen
1 [Fabrieksinstellingen] selecteren.
2 De PIN-code opnieuw invoeren en bevesti-
gen.
3 De betreffende selectie bevestigen met de
[Menuknop] (3-8) en teruggaan naar het
hoofdmenu.
INFORMATIEMENU
Het informatiemenu is bedoeld voor het oproepen
van de Softwareversie, de Hardwareversie, de
huidige Instellingen (Programma-info) en Storin-
gen. In dit menu kunnen verder geen instellingen
worden gedaan.
Storingen
Weergave van Datum, Tijdstip en Storingscode
met foutmelding. Alle storingsmeldingen sinds de
inbedrijfname staan vermeld.
nl
Tips bij het maaien
52 Robolinho
®
1000/100
TIPS BIJ HET MAAIEN
Houd een gelijkmatige maaihoogte aan tot 3
- 6 cm, maai niet meer af dan de helft van de
grashoogte.
Stem de maaitijden hierop af.
Als het motortoerental in dichtbegroeid gras
merkbaar daalt, vergroot dan de maaihoogte
en maai vaker.
ADVICE
Om de functionaliteit van de Robolinho
volop te benutten, raden we aan om de
maairobot te laten maaien op koele mo-
menten overdag en 's nachts.
GEVAAR!
Risico op letsel door snijmessen!
Vooraf aan alle werkzaamheden
voor onderhoud en verzorging altijd
de maairobot uitzetten via de [ON/
OFF-knop].
Transformator van het basisstation
losmaken van het stroomnet.
Draag altijd werkhandschoenen bij
onderhoud en verzorging aan werk-
tuigen die kunnen draaien en/of sni-
jden!
MAAIHOOGTE INSTELLEN
Deksel openen
Op positie (2-6) drukken.
Maaihoogte instellen (10)
1 De hendel omhoog halen en een kwartslag
rechtsom draaien in de richting [Slotsymbool
geopend].
De maaihoogte-instelling is nu ontgren-
deld.
2 De hendel omhoog trekken.
De maaihoogte wordt nu hoger.
3 De hendel omlaag drukken.
De maaihoogte wordt nu lager.
4 De hendel vervolgens een kwartslag linksom
draaien in de richting [Slotsymbool gesloten]
en vastklikken.
De maaihoogte-instelling is nu vergren-
deld.
5 De hendel omlaag klappen en het deksel
(2-6) sluiten.
ADVICE
De maaihoogte is instelbaar binnen een
bereik van 3 - 6 cm grashoogte. Binnen
dit bereik zijn er vijf instellingen mogelijk
die onderling 6 mm verschillen.
ACCU
De ingebouwde accu is bij aflevering gedeel-
telijk opgeladen. Bij normaal gebruik zal de
accu van de Robolinho regelmatig worden
opgeladen.
Bij een acculading van 0 % rijdt de Robolinho
zelfstandig naar het basisstation om de accu
op te laden.
De accu raakt niet beschadigd als het la-
den wordt onderbroken.
Het basisstation is uitgerust met con-
trole-elektronica. Deze beëindigt het opladen
bij het bereiken van een oplaadstatus van
100 %.
De laadconditie van de accu wordt getoond
op het display.
Controleren of het laadcontact (10-1) van het
basisstation goed contact maakt met de con-
tactvlakken (10-2) op de Robolinho.
Het temperatuurbereik tijdens laadbedrijf
moet tussen 0 en 40 °C liggen.
Bij een temperatuur hoger dan 45 °C blok-
keert de ingebouwde beveiliging het opladen
van de accu. Op deze wijze wordt een accus-
toring voorkomen.
Als de bedrijfsduur van de geheel opgeladen
accu duidelijk korter is geworden, wissel deze
dan om bij een dealer, technicus of service-
partner van AL-KO.
Als de accu door veroudering of een te
lange opslagduur ontladen raakt tot beneden
de door de fabrikant vastgelegde drempel-
waarde, kan hij niet meer worden opgeladen.
Laat de accu en de controle-elektronica con-
troleren door uw AL-KO dealer, technicus of
servicepartner.
De laadconditie van de accu wordt getoond
op het display. Accustatus na ca. 3 maanden
controleren. Daartoe de Robolinho inschake-
len en de accustatus aflezen. Eventueel in
het basisstation parkeren om op te laden.
In geval van lekkage van elektroliet moet wor-
den gespoeld met water / neutraliserend. Bij
aanraking met de ogen, zodat een arts moet
worden geraadpleegd.
Accu
456403_a 53
ADVICE
De accu is getest volgens het UN-hand-
boek. Daarom valt deze zowel als los
onderdeel als ingebouwd in het appa-
raat niet onder nationale en internatio-
nale voorschriften voor gevaarlijke stof-
fen.
ONDERHOUD
LET OP!
Voordat u onderhoudswerkzaamheden
STOP!
GEVAAR!
Risico op letsel door snijmessen!
Bij verplaatsing van het apparaat moet
de messenschijf van het lichaam van-
daan zijn gericht.
Controleer Robolinho, basisstation en de ka-
bel regelmatig op beschadigingen
Laat beschadigde onderdelen en accu's
vervangen of repareren door de dealer, tech-
nicus of servicepartner van AL-KO
Transport
Draag de Robolinho uitsluitend aan de behui-
zing.
De Robolinho via de [STOP-knop] (13-2) stil-
zetten.
De Robolinho uitschakelen via de [ON/OFF-
knop] (13-7).
GEVAAR!
Risico op letsel door snijmessen!
Bij verplaatsing van het apparaat moet
de messenschijf van het lichaam van-
daan zijn gericht.
Reinigen
GEVAAR!
Risico op letsel door snijmessen!
Bij verplaatsing van het apparaat moet
de messenschijf van het lichaam van-
daan zijn gericht.
1 De maairobot eenmaal per week grondig rei-
nigen met een handborstel of een poetsdoek.
Door niet verwijderde vervuiling kan de
werking verslechteren.
2 Eenmaal per week de maaimessen (2-11)
controleren op beschadigingen.
ADVICE
Schade aan elektra/elektronica door
ondeskundige reiniging!
De maairobot niet reinigen met een ho-
gedrukreiniger of onder stromend wa-
ter. Het binnendringende water kan de
schakelaars, accu, motor of printplaat
vernielen.
Aansluitcontacten controleren
1 De contactvlakken (12-2) op de maairobot bij
vervuiling met een doek reinigen.
ADVICE
Sporen van inbranding op de contactv-
lakken wijzen op een slechte aansluiting
met de lader.
De veren op het basisstation naar
buiten buigen (11-1).
Chassis reinigen
1 De grasvanger (13-5) en de geleider (13-7)
grondig reinigen met een handborstel of een
poetsdoek.
Wielen controleren op vrije beweging
1 Eenmaal per week de directe omgeving ron-
dom de wielen (13-1) grondig reinigen met
een handborstel of doek.
2 De wielen (13-1) controleren op onbelem-
merd zwenken en ronddraaien.
Als de wielen (13-1) niet vrij bewegen,
moeten ze gangbaar worden gemaakt of
worden vervangen.
Basisstation controleren
1 De stroomkabelstekker losmaken van de
transformator.
2 De contacten (11-1) op het basisstation con-
troleren op vervuiling en eventueel met een
doek reinigen.
3 De contacten richting basisstation drukken
en loslaten.
De contacten moeten weer terugveren in
de uitgangspositie.
ADVICE
Als de contacten niet terugveren in de
uitgangspositie, laat dan controleren of
repareren door uw dealer, technicus of
servicepartner van AL-KO.
Basisstation controleren
Vóór opslag (winter) van de Mähroboters vol-
gende punten te worden opgemerkt:
Volledig opladen van de batterij.
Uit grasmaaier.
nl
Reparaties
54 Robolinho
®
1000/100
Clean grasmaaier.
Vervang beschadigde mes.
Grasmaaier Bewaren in een droge, vorstvrije
ruimte.
REPARATIES
Reparatiewerkzaamheden mogen uitsluitend
worden uitgevoerd in de vakhandel of op onze AL-
KO Servicevestigingen.
Reparatiewerkzaamheden is alleen toegestaan
met originele onderdelen.
Messen vervangen
1 Maairobot uitschakelen (3-7).
2 De maairobot omkeren met de messen naar
boven toe.
3 De schroeven (2-11) losdraaien met sleutel-
maat SW 5.5.
4 De messen (14-5) uit de meszitting trekken.
5 De meszitting reinigen met een zacht bors-
teltje.
6 De nieuwe messen plaatsen en met de schro-
even weer vast draaien.
De wegruimmessen hoeven over het al-
gemeen niet worden vervangen.
Als ernstige vervuiling niet met een borstel kan
worden verwijderd, moet de messenschijf (13-3)
worden vervangen, anders kan onbalans zorgen
voor extra slijtage en een verstoorde werking.
ADVICE
Beschadiging door ondeskundige re-
paratie!
Verbogen messen mogen bij een be-
schadiging niet worden teruggebogen.
HULP BIJ STORINGEN
Algemeen
Foutmelding Mogelijke oorzaak Oplossing
Defecte begrenzingskabel,
de robot vindt het basisstation niet.
De begrenzingskabel controleren op
onderbrekingen, eventueel laten door-
meten door een servicepartner van AL-
KO.
Accu opgebruikt. Acculevensduur is overschreden. Accu
laten vervangen door een servicepart-
ner van AL-KO.
Oplaadelektronica defect. Oplaadelektronica laten controleren
door een servicepartner van AL-KO.
Lage accuspan-
ning
Robot sluit niet aan op de oplaadcon-
tacten.
Robot opstellen in het basisstation
en controleren of de oplaadcontac-
ten contact maken.
Oplaadcontacten laten controleren
door een servicepartner van AL-KO
en laten vernieuwen.
Foutieve PIN-
code
PIN-code werd foutief ingevoerd. De juiste PIN-code invoeren. Er zijn
drie pogingen mogelijk, daarna moet
een PUK-code worden ingevoerd.
De werkduur van de robot is te kort. Langere werktijden programmeren.
Het maaibereik is te groot. Maaibereik verkleinen.
Het maairesultaat
is ongelijkmatig
De maaihoogte past niet bij de
grashoogte.
De maaihoogte hoger instellen, daarna
in stapjes lager instellen tot de ge-
wenste hoogte.
Hulp bij storingen
456403_a 55
Foutmelding Mogelijke oorzaak Oplossing
De messen zijn bot. De messen vervangen of laten slijpen
door een servicepartner van AL-KO;
monteren met nieuwe schroeven.
Gras blokkeert of belemmert het rond-
draaien van de messenschijf of de mo-
toras.
Gras verwijderen en controleren of de
messenschijf vrij kan ronddraaien.
De robot maait op
verkeerde tijdstip-
pen
Op de robot moet de juiste tijd of be-
gin- en eindtijd van het maaien worden
ingesteld.
Tijdstip instellen.
De robot trilt Onbalans in messen of in messenaan-
drijving.
Messen of messenschijf controleren en
reinigen, eventueel vernieuwen.
Storingscode
Foutmelding Mogelijke oorzaak Oplossing
CN001: Kantel-
sensor
Max. hellingshoek over-
schreden
Robot werd gedragen
Helling te steil
Robot opstellen op een horizontale ondergrond
en de storing bevestigen/wissen.
CN002: Hefsensor
De kap werd door optillen of
door een of ander voorwerp
naar boven toe weggedrukt.
Voorwerp verwijderen.
CN005: Bumper
verbogen
Robot is tegen een obstakel
gereden en kan zich niet los-
maken (botsing nabij het ba-
sisstation).
CN007: Geen cir-
cuitsignaal
CN017: Kalibratie,
zwak signaal
Er is geen circuitsignaal.
Storing tijdens kalibratie, cir-
cuitsignaal is te zwak.
Voeding naar basisstation controleren
Circuit begrenzingskabel controleren
Transformator losmaken en weer aansluiten
CN008: Zwak cir-
cuitsignaal
Het circuitsignaal is zwak. Voeding naar basisstation controleren
Circuit begrenzingskabel controleren, even-
tueel dieper inwerken
Transformator losmaken en weer aansluiten
CN010: Slechte
positie
Robot bevindt zich buiten
het begrenzingskabelcircuit.
Robot opstellen binnen het maaibereik
Begrenzingskabel ligt kruiselings
CN011: Robot
ontsnapt
Robot heeft het gazon verla-
ten.
Ligging van begrenzingskabel controleren (boch-
ten, obstakels etc.)
nl
Hulp bij storingen
56 Robolinho
®
1000/100
Foutmelding Mogelijke oorzaak Oplossing
CN012: Kalibratie,
geen circuit
CN015: Kalibratie,
buiten
Storing tijdens kalibratie, ro-
bot kon circuit niet vinden.
Robot haaks opstellen ten opzichte van be-
grenzingskabel, robot moet over begrenzings-
kabel heen kunnen rijden
Voeding naar basisstation controleren
Circuit begrenzingskabel controleren
Transformator losmaken en weer aansluiten
Begrenzingskabel ligt kruiselings
CN018: Cal: Kali-
bratie, botsing
Storing tijdens kalibratie,
botsing
Obstakel verwijderen
Accu leeg. Basisstation controleren op hindernissen
Oplaadcontacten van basisstation controle-
ren
Circuit begrenzingskabel te lang, te veel eilan-
den
Robot heeft zich vastgereden
Begrenzingskabel defect,
robot vindt het basisstation
niet.
De begrenzingskabel controleren op onderbre-
kingen, eventueel laten doormeten door een ser-
vicepartner van AL-KO.
Accu opgebruikt. Acculevensduur is overschreden. Accu laten
vervangen door een servicepartner van AL-KO.
Oplaadelektronica defect. Oplaadelektronica laten controleren door een
servicepartner van AL-KO.
CN038: Accu
Robot sluit niet aan op de
oplaadcontacten.
Robot opstellen in het basisstation en contro-
leren of de oplaadcontacten contact maken
Oplaadcontacten laten controleren door een
servicepartner van AL-KO en laten vernieu-
wen
Automatisch verhelpen van
storing onmogelijk.
Storing handmatig verhelpen.CN099: Herstel na
ontsnapping
Robot bevindt zich buiten
het begrenzingskabelcircuit.
Robot opstellen in basisstation.
CN104: Accu
oververhit
Accu oververhit - accutem-
peratuur hoger dan 60°C,
ontlading niet mogelijk
Noodstop uitgevoerd door controle-elektronica.
Robot niet in basisstation plaatsen. Robot uitzet-
ten en accu laten afkoelen.
CN110: Maaimo-
tor oververhit
Maaimotor oververhit, tem-
peratuur hoger dan 80°C
Robot uitzetten en laten afkoelen. Bij herhalen
van storing robot laten controleren door een ser-
vicepartner van AL-KO.
CN119: Rechter-
bumper verbogen
CN120: Linker-
bumper verbogen
Robot is tegen obstakel ge-
reden en kan zich om veilig-
heidsredenen niet bevrijden,
bijvoorbeeld botsing nabij
basisstation.
Obstakel weghalen en foutmelding bevesti-
gen/wissen.
Hulp bij storingen
456403_a 57
Foutmelding Mogelijke oorzaak Oplossing
CN128: Herstel
onmogelijk
Tegen obstakel gereden of
buiten circuit gekomen ->
achteruitrijden niet mogelijk,
robot kan zich niet bevrijden.
Obstakel verwijderen, klemmen van kap controle-
ren.
CN129: Linkerwiel
geblokkeerd
Motor van linkerwiel geblok-
keerd.
Blokkering verwijderen.
CN130: Rechter-
wiel geblokkeerd
Motor van rechterwiel geb-
lokkeerd.
Blokkering verwijderen.
ADVICE
Bij storingen, die niet in deze tabel werden opgenomen of die u niet zelf kunt verhelpen,richt u
zich tot de betrokken klantendienst.
GARANTIE
Eventuele materiaal- of fabricagefouten aan het apparaat verhelpen we gedurende de wettelijke termijn
voor garantieaanspraken naar onze keuze door reparatie of een vervangende levering. Deze garantie-
termijn wordt bepaald door de wetgeving in het land, waar het apparaat is gekocht.
Onze garantietoezegging geldt enkel bij:
correcte behandeling van het apparaat
inachtneming van de bedieningshandleiding
gebruik van originele reserveonderdelen
De garantie vervalt bij:
pogingen tot reparatie van het apparaat
technische wijzigingen aan het apparaat
gebruik dat niet in overeenstemming is met de
bestemming
Uitgesloten van de garantie zijn:
lakschade die is veroorzaakt door normale slijtage
slijtageonderdelen, die op de kaart met reserveonderdelen zijn gekenmerkt met de omkadering [xxx
xxx (x)]
verbrandingsmotoren (hiervoor gelden de aparte garantiebepalingen van de betreffende motorfabri-
kant)
De garantieperiode begint op de aankoop door de eerste eindgebruiker. Bepalend is de datum van het
ontvangstbewijs. Bij garantieaanspraken kunt u zich met deze garantieverklaring en het aankoopbewijs
wenden tot de distributeur o f de bevoegde klantenservice bij u in de buurt. Met deze garantietoezegging
blijven de wettelijke aanspraken bij gebreken van de koper tegenover de verkoper onverkort van kracht.
nl
EG-conformiteitsverklaring
58 Robolinho
®
1000/100
EG-CONFORMITEITSVERKLARING
Hiermee verklaren wij, dat dit product, in de door ons in het verkeer gebrachte uitvoering, voldoet aan
de eisen van de geharmoniseerde EU-richtlijnen, EU-veiligheidsnormen en de productspecifieke nor-
men.
Product Fabrikant Gevolmachtigde
Robot grasmaaier
Type
Robolinho 1000
Robolinho 100
AL-KO Kober GmbH
Hauptstraße 51
A-8742 Obdach
Andreas Hedrich
Ichenhauser Str. 14
D-89359 Kötz
Seriennummer EU-richtlijnen Geharmoniseerde normen
G1501502
Obdach, 22.06.2015
2006/42/EG
2004/108/EG
2011/65/EU
EN 55014-1
EN 55014-2
EN 61000-6-1
EN 61000-3-2
EN 61000-3-3
EN 60335-1
prEN 60335-2-107
Ing. Klaus Rainer, Managing Director

Documenttranscriptie

Vertaling van de originele gebruikershandleiding VERTALING VAN DE ORIGINELE GEBRUIKERSHANDLEIDING Montage............................................................45 Inhoudsopgave PIN- en PUK-code........................................... 47 Vertaling van de originele gebruikershandleiding............................ 41 Technische gegevens...................................... 41 Apparaat uitpakken.......................................... 42 Inhoud van de levering.................................... 42 Over dit handboek............................................42 Productbeschrijving.......................................... 43 Reglementair gebruik....................................... 43 Mogelijk foutief gebruik.................................... 43 Veiligheidsinstructies........................................ 43 Veiligheidsvoorzieningen..................................43 Productoverzicht...............................................44 Beschrijving van de werking............................ 44 Sensoren.......................................................... 44 Transformator................................................... 44 Bedieningspaneel............................................. 47 Ingebruikname..................................................47 Overzicht hoofdmenu....................................... 49 Programmamenu..............................................49 Startpunten instellen........................................ 50 Instellingenmenu.............................................. 51 Informatiemenu.................................................51 Tips bij het maaien.......................................... 52 Maaihoogte instellen........................................ 52 Accu..................................................................52 Onderhoud........................................................53 Reparaties........................................................ 54 Hulp bij storingen............................................. 54 GARANTIE....................................................... 57 EG-conformiteitsverklaring............................... 58 TECHNISCHE GEGEVENS Gegevens Robolinho Central 35% Lengte / Breedte / Hoogte in mm 600 / 490 / 245 Gewicht in kg ca. 8 Maaisysteem elektrisch met 2 messen Maaimotor omw/min 3400 Maaihoogte in mm 30 - 60 Maaihoogte-instelling in 5 stappen 6 mm per stap Maaibreedte in mm 280 Max. te maaien oppervlak in m2 ca. 700 Max. hellingshoek van gazonoppervlak in % 35 Afstand begrenzingskabel ten opzichte van grenslijn (wand/hek) in cm ca. 15 456403_a 41 nl Apparaat uitpakken Gegevens basisstation / transformator Voedingsspanning basisstation 230 V 16 A 50 HZ Uitgangsspanning/stroomsterkte/vermogen 27 VAC / 2,2 A / 60 VA Geluidsemissies Geluidssterkte gemeten in dB(A) / Gegarandeerde geluidssterkte LWA = 63 / 65 (K = 1,9) in dB(A) Accu Spanning in V 18,5 Capaciteit in Ah 2,2 Energie in Wh 41,6 APPARAAT UITPAKKEN Pak het apparaat en de bijbehorende componenten voorzichtig uit en controleer alles op transportschade. Neem bij transportschade overeenkomstig de garantiebepalingen direct contact op met uw dealer, technicus of servicepartner van AL-KO. Bewaar de originele verpakking en bijbehorende papieren ingeval het apparaat weer moet worden teruggezonden. INHOUD VAN DE LEVERING Inhoud van de levering (1) (1/1) Robolinho-maaimachine (1/2) Basisstation (1/3) Transformator (1/4) Begrenzingskabel (100 m) (1/5) Gazonpennen (100 stuks) (1/6) Gebruikershandleiding (1/7) Beknopte handleiding OVER DIT HANDBOEK Lees deze documentatie vóór ingebruikname door. Dit is een voorwaarde voor veilig werken en storingsvrij gebruik. Neem de veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen in deze documentatie en op het product in acht. Deze documentatie is permanent onderdeel van het beschreven product en dient bij verkoop aan de koper te worden overgedragen. 42 Legenda LET OP! Het nauwkeurig in acht nemen van deze waarschuwingen kan verwondingen en/ of materiële schade voorkomen. ADVICE 18 V Speciale aanwijzingen voor een beter begrip en gebruik. Afvoeren Gebruikte apparaten, batterijen of accu´s niet afvoeren via de vuilnisophaaldienst! Verpakking, apparaat en accessoires zijn gemaakt van recyclebare materialen en moeten ook als zodanig worden afgevoerd. Bij afdanken de plaatselijke regelgeving opvolgen. Om af te danken bestaan er de volgende mogelijkheden: Via de vakhandel. Via een afvalinzamelcentrum met CCR-aanduiding. De accu alleen afdanken in ontladen toestand. De gebruiker verplicht zich tot teruggave van de accu. Deze kan bij een vakhandel of servicepartner van AL-KO kosteloos worden ingeleverd. Robolinho® 1000/100 Productbeschrijving Deze documentatie beschrijft de werking van een volautomatische gazonmaaier met accuaandrijving. Symbolen op het apparaat Houd anderen uit de buurt van de gevarenzone! Let op! Vereist extra voorzichtigheid tijdens gebruik. Blijf met uw handen en voeten bij het snijmechanisme vandaan! Houd afstand tot de gevarenzone. Lees voor de ingebruikname de gebruikershandleiding door! Alvorens te gaan maaien moet de pincode worden ingevoerd! Niet meerijden op de gazonmaaier! REGLEMENTAIR GEBRUIK Dit apparaat is bedoeld voor het maaien van gazons in particuliere tuinen. Elke andere of verder strekkende toepassing wordt beschouwd als niet overeenkomstig het gebruiksdoel. MOGELIJK FOUTIEF GEBRUIK Dit apparaat is niet geschikt voor gebruik in openbare omgevingen, parken, op sportterreinen of in de land- en bosbouw. VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Neem de veiligheids- en waarschuwingsinstructies in deze documentatie en op het product in acht. Laat beschadigde onderdelen, transformator en accu's vervangen of repareren door de dealer, technicus of servicepartner van ALKO. De gebruiker is verantwoordelijk voor eventueel letsel bij derden en voor materiële schade. 456403_a Anderen op afstand houden van gevarenzone. Gebruik het apparaat uitsluitend in onbeschadigde toestand. Kinderen of andere personen die de gebruikshandleiding niet kennen, mogen het apparaat niet gebruiken. Mensen me verminderde lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke vermogens of personen met onvoldoende kennis of ervaring moet niet gebruiken het toestel, tenzij ze worden begeleid door een persoon die verantwoordelijk is voor hen of geïnstrueerd. Tijdens het bedrijf ervoor zorgen dat kinderen niet zonder toezicht worden achtergelaten in de nabijheid van het apparaat of met het apparaat spelen. Met uw lichaam en kleding bij het maaiwerk vandaan blijven. Controleer of er zich op het gazon geen takken, stenen of andere voorwerpen (zoals tuingereedschap of speelgoed) bevinden die bij overrijden de snijmessen van de Robolinho zouden kunnen beschadigen of die zelf beschadigd kunnen worden. Robolinho en tuinsproeiers niet tegelijkertijd gebruiken. WAARSCHUWING! Het nauwkeurig opvolgen van deze waarschuwingsinstructies kan lichamelijk letsel of materiële schade voorkomen. ADVICE PRODUCTBESCHRIJVING Speciale aanwijzingen voor meer duidelijkheid en beter gebruik. VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN Beveiligingen mogen niet worden doorverbonden, verwijderd of gemanipuleerd. Bij negeren hiervan kan de eigen gezondheid of die van anderen in gevaar worden gebracht. Controleer voedingskabel naar het basisstation op beschadigingen. Om het onbedoeld of onbevoegd inschakelen van de Robolinho te voorkomen is deze beveiligd via een PIN-code. Handen en voeten niet in de buurt van de draaiende delen brengen. Wacht tot het mes stilstaat! 43 nl PRODUCTOVERZICHT Het productoverzicht (2) geeft een overzicht van het apparaat. 2-1 Bedieningspaneel (onder afdekkap) 2-2 Aansluitcontacten voor opladen 2-3 Bumper 2-4 Behuizing 2-5 Afdekkap (luik voor hoogteverstelling) 2-6 Verzonken hoogteverstelknop 2-7 STOP-knop 2-8 Voorste wielen (stuurbaar) 2-9 Messenschijf 2-10 Aandrijfwielen 2-11 Mes 2-12 Wegruimmes BESCHRIJVING VAN DE WERKING De Robolinho is een volautomatische gazonmaaier met accu-aandrijving die zich zelfstandig binnen een begrensd maaibereik verplaatst. Het maaibereik is door een begrenzingskabel afgebakend, deze kabel is verbonden met het basisstation. Om de accu op te laden rijdt de Robolinho langs de begrenzingskabel terug naar het basisstation. 44 Voor maaibedrijf heeft de fabriek maaiprogramma's geïnstalleerd waarin ook oppervlak- en randmaaifuncties zijn opgenomen. Deze maaiprogramma's kunnen door de gebruiker worden gewijzigd. Door de speciale messenconstructie wordt het maaisel niet verzameld maar blijft dit op het gazon liggen en zorgt zo voor een mulchof groenbemestingeffect. SENSOREN De Robolinho is uitgerust met een aantal veiligheidssensors (9). Hefsensor Als de Robolinho tijdens het maaien wordt opgetild aan de behuizing, zet een sensor het mes binnen 2 seconden stil en wordt de rijaandrijving uitgeschakeld. Stootsensoren en obstakelherkenning De Robolinho is uitgerust met sensoren die bij contact met een obstakel zorgen dat de rijrichting wordt aangepast. Wanneer het apparaat tegen een hindernis stuit, verschuift het bovendeel (9-1) van de behuizing iets. De sensor kiest dan een andere rijrichting. Hellingsensor in rijrichting Bij een hellingspercentage omhoog of omlaag van meer dan 35% wordt de Robolinho via de hellingsensor uitgeschakeld. Hellingsensor in dwarsrichting Bij een hellingspercentage in dwarsrichting van meer dan 35% wordt de Robolinho via de hellingsensor uitgeschakeld. ADVICE De Robolinho is uitgerust met een veiligheidssensor. Als het apparaat wordt opgetild, zullen de motor en de messen binnen 2 seconden stilstaan. Na aanraking met een obstakel rijdt de Robolinho achteruit, stopt dan en verandert zijn rijrichting. Controleer het apparaat en het basisstation regelmatig op beschadigingen. Apparatuur en basisstation bij beschadiging niet gebruiken. Productoverzicht Als de Robolinho is uitgeschakeld via een veiligheidssensor, schakelt hij niet weer automatisch in. Om verder te gaan met maaien moet de storing worden bevestigd en opgeheven door op de multifunctionele knop te drukken. TRANSFORMATOR De transformator levert de elektrische stroom voor het basisstation. Robolinho® 1000/100 Transformator WAARSCHUWING! Schade door sproeiwater! Plaats de transformator op een droge plek waar deze beschermd is tegen sproeiwater. Wij raden aan het apparaat aan te sluiten via een FI-aardlekschakelaar met een nominale lekstroom van <30mA! ADVICE MONTAGE De hier beschreven chronologische volgorde moet beslist worden aangehouden LET OP! Gevaar voor letsel! Let bij het werken op een zekere stand! Arbeid en beschermende kleding! Basisstation Het basisstation wordt met de laagspanningskabel aangesloten (6) op de stroomvoorziening (transformator). Het basisstation produceert een besturingssignaal en stuurt dit uit via de begrenzingskabel. Het basisstation is voorzien van twee aansluitingen voor de oplaadkabel die aan de oplaadaansluiting op de Robolinho vastkoppelen nadat deze naar het basisstation is gereden. Basisstation opbouwen 1 Het basisstation (4-2) op een beschaduwde, tegen regen beschutte en horizontale plek (5) in de tuin plaatsen en met gazonpennen (4-1) vastzetten. Daarbij de aangegeven afmetingen aanhouden (12-3). Begrenzingskabel De begrenzingskabel wordt met gazonpennen vastgezet. Als blijkt dat de meegeleverde begrenzingskabel voor uw gazonoppervlak niet lang genoeg is, kunt u bij uw dealer, technicus of servicepartner van AL-KO de bijbehorende verlengingskabel aanschaffen. 456403_a Een stuk isolatie van 10 mm van de begrenzingskabel (6-2) strippen, deze aan de ene kant van het basisstation (6-1) aansluiten en zoals afgebeeld (12) verder monteren; daarbij de aangeduide afstanden aanhouden. Voorkom beschadigingen tijdens het maaien door er bij het aanleggen van de begrenzingskabel op te letten dat deze overal strak aanligt tegen de grond. Op plaatsen waar de begrenzingskabel niet strak tegen de grond ligt, moet deze met een extra gazonpen worden vastgezet. WAARSCHUWING! Schade aan begrenzingskabel! Vlakbij de begrenzingskabel het gazon niet verticuteren. Kabelreserve Om na de inrichting van het maaibereik het basisstation nog te kunnen verplaatsen of het maaibereik vergroten, kan het best op regelmatige afstanden een reservelengte (12-1) in de begrenzingskabel worden aangehouden. Haal daartoe de begrenzingskabel om een gazonpen heen, ga terug om de kabel rondom de vorige gazonpen te halen en ga dan weer verder zoals afgebeeld; zet de reservelengte vast met een extra gazonpen. ➯ Kies het aantal kabelreservelengten naar eigen goeddunken. Aanlegmogelijkheden De begrenzingskabel kan zowel op het gazon (8-1) worden gelegd of kan tot 10 cm diep onder de grasnerf (8-2) worden ingewerkt. Laat het inwerken onder de grasnerf uitvoeren door uw dealer. ➯ Zo nodig kunnen beide varianten ook gecombineerd worden toegepast. Aanleg van kabel rondom obstakels Bij het aanleggen van de kabel rondom obstakels moeten de in de afbeelding (12) aangeduide afstanden worden aangehouden. Bij een afstand van 0 cm tussen aangrenzende kabels kan de kabel worden overreden. De beste oplossing, in de meeste gevallen. Vanaf een afstand van minstens 30 cm herkent de Robolinho de afstand als weg en rijdt de robot om het obstakel heen. Bij het aanleggen van de begrenzingskabel in doorgangen (12-4) moeten voor een probleemloos gebruik van de Robolinho de in de tekening (12) aangeduide minimumafstanden ten opzichte 45 nl Montage Als begrenzingskabels elkaar kruisen leidt dit tot storingen, omdat op zo'n plek binnen- en buitenkant worden omgewisseld. Begrenzingskabel aansluiten aan basisstation 1 Na de aanleg de isolatie op het uiteinde van de begrenzingskabel (6-2) strippen en de kabel verbinden aan de stekker. Laagspanningskabel aansluiten aan transformator 1 De schroeven met een schroevendraaier (6-3) losdraaien en de laagspanningskabel aansluiten aan de transformator (6-5). ➯ De kabels kunnen willekeurig worden aangesloten, aanhouden van polariteit is niet nodig. 2 De netstekker van de transformator in het stopcontact (6-4) steken. Het basisstation openen Bij storingzoeken kan het deksel (7-3) ter controle van de LED-aanduidingen worden geopend (bij storing). 46 Verbinding controleren Na het aansluiten van de kabel moeten de LED's (7-1) en (7-2) oplichten. Haal als dat niet zo is de netstekker los en controleer alle stekkerverbindingen en de kabel op een correcte ligging of beschadiging. Gele LED (7-1) brandt wanneer het basisstation is verbonden aan de transformator en de elektrische verbinding naar de transformator bedrijfsklaar is. knippert tijdens het laden van de Robolinho. Groene LED (7-2) brandt wanneer de begrenzingskabel correct is aangelegd en het circuit in orde is. knippert eerst en dooft vervolgens wanneer het circuit van de begrenzingskabel niet in orde is. ADVICE ADVICE van obstakels worden aangehouden, evenals de minimumbreedte voor doorgangen. De accu is getest volgens het UN-handboek. Daarom valt deze zowel als los onderdeel als ingebouwd in het apparaat niet onder nationale en internationale voorschriften voor gevaarlijke stoffen. Robolinho® 1000/100 Bedieningspaneel BEDIENINGSPANEEL 3-1 Op het [LCD-display] wordt de huidige conditie of het geselecteerde menu weergegeven. 3-2 Bij het indrukken van de [STOP-knop] stopt de Robolinho en staan de messen binnen 2 seconden stil. 3-3 De [Pijlknoppen omhoog en omlaag] dienen om in menu's te navigeren en voor het wijzigen van waarden. 3-4 Met de [START/PAUZE-knop] wordt de Robolinho gestart of wordt de werking onderbroken. Voorzichtig - apparaat start na ca. 30 minuten uit zichzelf! 3-5 [Multifunctionele knop rechts] Bevestigen (een menu openen, wijzigen van waarden bevestigen) Verder Wijzigen Inschakelen / Uitschakelen Opslaan / Bevestigen 3-6 [Multifunctionele knop links] Stoppen Terug (menu sluiten, bij invoeren van waarde één waarde teruggaan) 3-7 Met de [ON/OFF-knop] wordt de Robolinho aan- of uitgezet. 3-8 Met de [Menu-knop] kan vanuit elk submenu snel worden teruggesprongen naar het hoofdmenu. 3-9 Met de [HOME-knop] wordt de huidige maaibeurt afgebroken. De Robolinho rijdt naar het basisstation. De Robolinho start de volgende dag met de volgende geplande maaibeurt. PIN- EN PUK-CODE PIN-code en PUK-code veilig bewaren, ontoegankelijk voor onbevoegden. Deze PIN-code kan door de eigenaar worden gewijzigd. De PUK-code kan veilig worden bewaard door registratie op de volgende webpagina: ➯ http://robolinho.al-ko.com Bij driemaal invoeren van een foutieve PINcode moet een PUK-code worden opgegeven. Wacht 24 uur nadat meermaals een foutieve PUK-code is ingevoerd alvorens een nieuwe poging te doen. 456403_a INGEBRUIKNAME Voorbereiding LET OP! Voordat u de Robolinho voor de eerste keer, zet het apparaat in de oplader om de batterij op te laden! Plaats vooraf aan de ingebruikname de Robolinho in de uitgangspositie op het afgebakende maaibereik (12-3). ➯ Houd de aangeduide afmetingen aan. 47 nl Ingebruikname 1 Aanzetten AL-KO Robolinho Modell Robolinho 100 2 Software # xxxxxx Seriennummer xxxxxx Statusweergave 1 De Robolinho inschakelen door op de [ON/ OFF-knop] (3-7) te drukken. ➯ Op het LCD-display (3-1) verschijnt dan de hier getoonde informatie. Taalkeuze PIN-code wijzigen 1 Nieuwe PIN opgeven en herhalen. ➯ Vervolgens verschijnt op het LCD-display (3-1) het [Datuminvoervenster]. Datum instellen of wijzigen De datum en het tijdstip correct invoeren, omdat andere programmeringen hiervan afhankelijk zijn. [ [ Taalkeuze ] English (Engels) Deutsch (Duits) Alleen bij de eerste ingebruikname moet de gebruiker hier de gewenste taal selecteren. 1 Met de bijbehorende [Pijlknoppen] (3-3) wordt de gewenste taal geselecteerd. 2 Met [Multifunctionele knop] (3-5) bevestigen. ➯ Na de bevestiging wordt op het LCDdisplay (3-1) [PIN-aanmelding invoeren] weergegeven. PIN-code PIN invoeren **** ] DD.MM.JJJJ 13.06.2013 Verder 1 Met de bijbehorende [Pijlknoppen] (3-3) de gewenste cijfers selecteren en steeds met de [Multifunctionele knop] (3-5) bevestigen. ➯ Na de bevestiging toont het LCD-display (3-1) het [Tijdstipinvoervenster]. Om het jaar (JJJJ) in te voeren zijn alleen de laatste cijfers vereist, de twee eerste cijfers 20XX staan al vermeld. Tijdstip instellen of wijzigen [ Tijdstip invoeren ] 24-uur indeling 7:00 De op de fabriek ingevoerde PIN-code invoeren Alleen bij de eerste ingebruikname moet de door de fabriek ingestelde PIN-code worden ingevoerd. De PIN-code is door de fabriek ingesteld op [0000]. [ Aanmelding ] Datum invoeren ADVICE Bevestigen Met de bijbehorende [Pijlknoppen] (3-3) de gewenste cijfers selecteren en steeds met de [Multifunctionele knop] (3-6) bevestigen. De drie volgende cijfers op dezelfde wijze invoeren. ➯ Het LCD-display (3-1) toont vervolgens het invoervenster [PIN wijzigen]. Stoppen 1 Verder Met de bijbehorende [Pijlknoppen] (3-3) de gewenste cijfers selecteren en steeds met de [Multifunctionele knop] (3-5) bevestigen. ➯ Het LCD-display (3-1) toont vervolgens het statusvenster [Niet gekalibreerd]. Kalibreren Om te kalibreren de Robolinho op de juiste wijze opstellen (12-3) 48 Robolinho® 1000/100 Ingebruikname Weekprogramma 13.06.2013 12:15 ! Waarschuwing! Aandrijving start Acculaadconditie 80% 1 Programma Programma-info Tijdstip Datum Taal Na indrukken van de [START-knop] (3-4) start de automatische kalibratieprocedure. ➯ Op het LCD-display (3-1) knippert de waarschuwing [Aandrijving start]. LET OP! Na indrukken van de [START-knop] loopt de aandrijving. Niet in roterende onderdelen grijpen. PIN-code Geluidssignaal knopbediening Hoofdmenu Instellingen Displaycontrast Opnieuw kalibreren Fabrieksinstellingen ADVICE Weergave na de kalibratierit Na de kalibratie wordt het op de fabriek al ingestelde maaivenster getoond. ➯ Het maaiprogramma is actief, de accu's opgeladen. Na afsluiten van de ingebruikname kan met de Robolinho worden gemaaid volgens de door de fabriek ingestelde maaitijden of volgens een andere programmering. Op de fabriek zijn de volgende maaitijden ingesteld: Maandag - vrijdag: 7:00 - 10:00 uur en maandag - vrijdag: 17:00 - 19:00 uur. Neem de specifieke voorschriften voor de gebruikstijden in uw land in acht. Regensensor Randen maaien Kalibratieprocedure De Robolinho rijdt om de signaalsterkte vast te stellen eerst recht over de begrenzingskabel heen en vervolgens terug naar het basisstation. De accu van de Robolinho wordt opgeladen. De Robolinho moet bij het inrijden in het basisstation blijven staan. Als de Robolinho bij inrijden van het basisstation de aansluitcontacten niet aantreft, rijdt hij verder langs de begrenzingskabel tot de contacten wel worden aangetroffen of tot de procedure wordt afgebroken. Startpunten * Hardware Informatie Software Programma-info Storingen * Robolinho 1000 Menuknop [3-8] indrukken om het hoofdmenu te openen. Het gewenste programma-item selecteren met de [Pijlknoppen] (3-3) en bevestigen met de [Multifunctionele knop rechts] (3-5). Elk menu kan worden afgesloten via de menuknop [3-8]. PROGRAMMAMENU Instellingen aangeven in het weekprogramma. Programma-info, resp. maaiprogramma, bekijken. OVERZICHT HOOFDMENU De volgende menu-items kunnen worden geselecteerd: 456403_a 49 nl Programmamenu Het weekprogramma instellen [ Weekprogramma ] *Elke dag [X] Maandag [X] Terug Wijzigen In het weekprogramma worden de dagen van de week en de tijdstippen ingesteld waarop de Robolinho zelfstandig moet gaan maaien. In het menu-item 1 [Elke dag] maait de Robolinho elke dag op de ingestelde tijdstippen. ➯ Het symbool [X] geeft de huidige actieve dag aan. In het menu-item 2 [Weekdag] maait de Robolinho op de ingestelde dag van de week, op het ingestelde tijdstip. 1. Met de bijbehorende [Pijlknop] (3-3) de gewenste cijfers selecteren en steeds met de [Multifunctionele knop rechts] bevestigen. ➯ Controleer het maairesultaat en maai zo lang als nodig is voor een fraai en verzorgd gazon. Menu-item [Elke dag] 1. Het menu-item [Elke dag] selecteren met de betreffende [Pijlknop] (3-3) en bevestigen met de [Multifunctionele knop rechts] (3-5). 2. De [Pijlknop] (3-3) omlaag drukken tot [Wijzigen] actief wordt. 3. Het gewenste menu-item selecteren met de betreffende [Pijlknop] (3-3) en bevestigen met de [Multifunctionele knop rechts] (3-5). Verklaring van tekens (1) Menu-item Elke dag (Alle dagen worden gewijzigd.) (2) Menu-item Weekdag (3) [-] Maaibeurt uitgeschakeld [R] Randen maaien De Robolinho maait met de rechterzijde langs de begrenzingskabel (1x). Na het maaien langs de randen maait de Robolinho verder op het afgebakende maaibereik. [M] Normaal maaien (4) Starttijd De Robolinho rijdt op het eerder geselecteerde tijdstip weg uit het basisstation. (5) Eindtijd De Robolinho rijdt op het eerder geselecteerde tijdstip terug naar het basisstation. (6) [0 - 9] Vast startpunt De Robolinho rijdt op het eerder voor maaien geselecteerde tijdstip van het geselecteerde startpunt vandaan. [?] Automatisch startpunt De startpunten worden automatisch gewisseld (aanbevolen als instelling). STARTPUNTEN INSTELLEN (Robolinho 1000) 50 Hoofdmenu Programma Instellingen Terug Bevestigen Robolinho® 1000/100 1. Met de [Pijlknop omhoog] of de [Pijlknop omlaag] het menu-item [Programma] selecteren totdat het sterretje bij het menu-item staat. 2. Met [Multifunctionele knop rechts] bevestigen. Startpunten oproepen (Robolinho 1000) Programma Weekprogramma Startpunten Terug Bevestigen Startpunten Punt X1 bij Punt X2 bij Terug Bevestigen ADVICE 1. Met de [Pijlknop omhoog] of de [Pijlknop omlaag] het menu-item [Startpunten] selecteren totdat het sterretje bij het menu-item staat. 2. Met [Multifunctionele knop rechts] bevestigen. 3. Met de [Pijlknop omhoog] of de [Pijlknop omlaag] het menu-item [Punt X*] selecteren totdat het sterretje bij het menu-item staat. 4. De gewenste afstanden instellen, eventueel andere startpunten instellen. 5. Met [Multifunctionele knop rechts] bevestigen. 6. Door nogmaals indrukken van de [Menuknop] terug gaan naar het hoofdmenu. Het eerste startpunt bevindt zich standaard steeds op 1 m rechts naast het basisstation en kan niet worden gewijzigd. De andere negen startpunten zijn standaard ingedeeld over de totale lengte van de begrenzingskabel (na de eerste keer randmaaien of na maaien van het hele maaibereik). Deze startpunten kunnen worden gewijzigd en zijn programmeerbaar naargelang de afmetingen en de eigenschappen van het maaibereik. Startpunten inleren (Robolinho 1000) 1. De procedure starten door op de [START/ PAUZE-knop] te drukken. ➯ De aanwijzing op het display opvolgen. [Startpunt inleren] 2. Startpunt X instellen. 3. Positie: Y met de [Multifunctionele knop rechts] instellen. 456403_a ADVICE Startpunten instellen Er is geen startpunt ingesteld. De circuitlengte wordt opgemeten en de startpunten worden automatisch gelijkmatig over deze lengte verdeeld. De startpunten kunnen elk afzonderlijk worden aangepast. INSTELLINGENMENU Datum, Tijdstippen, Taal en Opnieuw kalibreren instellen, zie onder Inbedrijfname. Geluidssignaal knoppen aan- of uitzetten 1. [Geluidssignaal knopbediening] selecteren. 2. Met [Multifunctionele knop rechts] (3-5) bevestigen. 3. Geluidssignaal knopbediening met de [Multifunctionele knop rechts] (3-5) aan- of uitzetten. 4. De betreffende selectie bevestigen met de [Menuknop] (3-8). Displaycontrast wijzigen 1 [Displaycontrast] selecteren. 2 [Displaycontrast] instellen met de [Pijlknoppen] (3-3) en bevestigen met de [Multifunctionele knop rechts] (3-5). 3 De betreffende selectie bevestigen met de [Menuknop] (3-8) en teruggaan naar het hoofdmenu. Terugstellen naar fabrieksinstellingen 1 [Fabrieksinstellingen] selecteren. 2 De PIN-code opnieuw invoeren en bevestigen. 3 De betreffende selectie bevestigen met de [Menuknop] (3-8) en teruggaan naar het hoofdmenu. INFORMATIEMENU Het informatiemenu is bedoeld voor het oproepen van de Softwareversie, de Hardwareversie, de huidige Instellingen (Programma-info) en Storingen. In dit menu kunnen verder geen instellingen worden gedaan. Storingen Weergave van Datum, Tijdstip en Storingscode met foutmelding. Alle storingsmeldingen sinds de inbedrijfname staan vermeld. 51 nl Tips bij het maaien ADVICE Houd een gelijkmatige maaihoogte aan tot 3 - 6 cm, maai niet meer af dan de helft van de grashoogte. Stem de maaitijden hierop af. Als het motortoerental in dichtbegroeid gras merkbaar daalt, vergroot dan de maaihoogte en maai vaker. Om de functionaliteit van de Robolinho volop te benutten, raden we aan om de maairobot te laten maaien op koele momenten overdag en 's nachts. GEVAAR! Risico op letsel door snijmessen! Vooraf aan alle werkzaamheden voor onderhoud en verzorging altijd de maairobot uitzetten via de [ON/ OFF-knop]. Transformator van het basisstation losmaken van het stroomnet. Draag altijd werkhandschoenen bij onderhoud en verzorging aan werktuigen die kunnen draaien en/of snijden! MAAIHOOGTE INSTELLEN Deksel openen Op positie (2-6) drukken. Maaihoogte instellen (10) 1 De hendel omhoog halen en een kwartslag rechtsom draaien in de richting [Slotsymbool geopend]. ➯ De maaihoogte-instelling is nu ontgrendeld. 2 De hendel omhoog trekken. ➯ De maaihoogte wordt nu hoger. 3 4 5 52 De hendel omlaag drukken. ➯ De maaihoogte wordt nu lager. De hendel vervolgens een kwartslag linksom draaien in de richting [Slotsymbool gesloten] en vastklikken. ➯ De maaihoogte-instelling is nu vergrendeld. De hendel omlaag klappen en het deksel (2-6) sluiten. ADVICE TIPS BIJ HET MAAIEN De maaihoogte is instelbaar binnen een bereik van 3 - 6 cm grashoogte. Binnen dit bereik zijn er vijf instellingen mogelijk die onderling 6 mm verschillen. ACCU De ingebouwde accu is bij aflevering gedeeltelijk opgeladen. Bij normaal gebruik zal de accu van de Robolinho regelmatig worden opgeladen. Bij een acculading van 0 % rijdt de Robolinho zelfstandig naar het basisstation om de accu op te laden. ➯ De accu raakt niet beschadigd als het laden wordt onderbroken. Het basisstation is uitgerust met controle-elektronica. Deze beëindigt het opladen bij het bereiken van een oplaadstatus van 100 %. De laadconditie van de accu wordt getoond op het display. Controleren of het laadcontact (10-1) van het basisstation goed contact maakt met de contactvlakken (10-2) op de Robolinho. Het temperatuurbereik tijdens laadbedrijf moet tussen 0 en 40 °C liggen. Bij een temperatuur hoger dan 45 °C blokkeert de ingebouwde beveiliging het opladen van de accu. Op deze wijze wordt een accustoring voorkomen. Als de bedrijfsduur van de geheel opgeladen accu duidelijk korter is geworden, wissel deze dan om bij een dealer, technicus of servicepartner van AL-KO. Als de accu door veroudering of een te lange opslagduur ontladen raakt tot beneden de door de fabrikant vastgelegde drempelwaarde, kan hij niet meer worden opgeladen. Laat de accu en de controle-elektronica controleren door uw AL-KO dealer, technicus of servicepartner. De laadconditie van de accu wordt getoond op het display. Accustatus na ca. 3 maanden controleren. Daartoe de Robolinho inschakelen en de accustatus aflezen. Eventueel in het basisstation parkeren om op te laden. In geval van lekkage van elektroliet moet worden gespoeld met water / neutraliserend. Bij aanraking met de ogen, zodat een arts moet worden geraadpleegd. Robolinho® 1000/100 ONDERHOUD LET OP! Voordat u onderhoudswerkzaamheden STOP! GEVAAR! Risico op letsel door snijmessen! Bij verplaatsing van het apparaat moet de messenschijf van het lichaam vandaan zijn gericht. Controleer Robolinho, basisstation en de kabel regelmatig op beschadigingen Laat beschadigde onderdelen en accu's vervangen of repareren door de dealer, technicus of servicepartner van AL-KO Transport Draag de Robolinho uitsluitend aan de behuizing. De Robolinho via de [STOP-knop] (13-2) stilzetten. De Robolinho uitschakelen via de [ON/OFFknop] (13-7). GEVAAR! Risico op letsel door snijmessen! Bij verplaatsing van het apparaat moet de messenschijf van het lichaam vandaan zijn gericht. Reinigen GEVAAR! Risico op letsel door snijmessen! Bij verplaatsing van het apparaat moet de messenschijf van het lichaam vandaan zijn gericht. 1 2 De maairobot eenmaal per week grondig reinigen met een handborstel of een poetsdoek. ➯ Door niet verwijderde vervuiling kan de werking verslechteren. Eenmaal per week de maaimessen (2-11) controleren op beschadigingen. 456403_a ADVICE Schade aan elektra/elektronica door ondeskundige reiniging! De maairobot niet reinigen met een hogedrukreiniger of onder stromend water. Het binnendringende water kan de schakelaars, accu, motor of printplaat vernielen. Aansluitcontacten controleren 1 De contactvlakken (12-2) op de maairobot bij vervuiling met een doek reinigen. ADVICE De accu is getest volgens het UN-handboek. Daarom valt deze zowel als los onderdeel als ingebouwd in het apparaat niet onder nationale en internationale voorschriften voor gevaarlijke stoffen. Sporen van inbranding op de contactvlakken wijzen op een slechte aansluiting met de lader. ➯ De veren op het basisstation naar buiten buigen (11-1). Chassis reinigen 1 De grasvanger (13-5) en de geleider (13-7) grondig reinigen met een handborstel of een poetsdoek. Wielen controleren op vrije beweging 1 Eenmaal per week de directe omgeving rondom de wielen (13-1) grondig reinigen met een handborstel of doek. 2 De wielen (13-1) controleren op onbelemmerd zwenken en ronddraaien. ➯ Als de wielen (13-1) niet vrij bewegen, moeten ze gangbaar worden gemaakt of worden vervangen. Basisstation controleren 1 De stroomkabelstekker losmaken van de transformator. 2 De contacten (11-1) op het basisstation controleren op vervuiling en eventueel met een doek reinigen. 3 De contacten richting basisstation drukken en loslaten. ➯ De contacten moeten weer terugveren in de uitgangspositie. ADVICE ADVICE Accu Als de contacten niet terugveren in de uitgangspositie, laat dan controleren of repareren door uw dealer, technicus of servicepartner van AL-KO. Basisstation controleren Vóór opslag (winter) van de Mähroboters volgende punten te worden opgemerkt: Volledig opladen van de batterij. Uit grasmaaier. 53 nl Reparaties Clean grasmaaier. Vervang beschadigde mes. Grasmaaier Bewaren in een droge, vorstvrije ruimte. REPARATIES De messen (14-5) uit de meszitting trekken. De meszitting reinigen met een zacht borsteltje. 6 De nieuwe messen plaatsen en met de schroeven weer vast draaien. ➯ De wegruimmessen hoeven over het algemeen niet worden vervangen. Als ernstige vervuiling niet met een borstel kan worden verwijderd, moet de messenschijf (13-3) worden vervangen, anders kan onbalans zorgen voor extra slijtage en een verstoorde werking. ADVICE Reparatiewerkzaamheden mogen uitsluitend worden uitgevoerd in de vakhandel of op onze ALKO Servicevestigingen. Reparatiewerkzaamheden is alleen toegestaan met originele onderdelen. 4 5 Messen vervangen 1 Maairobot uitschakelen (3-7). 2 De maairobot omkeren met de messen naar boven toe. 3 De schroeven (2-11) losdraaien met sleutelmaat SW 5.5. Beschadiging door ondeskundige reparatie! Verbogen messen mogen bij een beschadiging niet worden teruggebogen. HULP BIJ STORINGEN Algemeen Foutmelding Mogelijke oorzaak Oplossing Lage accuspanning Defecte begrenzingskabel, de robot vindt het basisstation niet. De begrenzingskabel controleren op onderbrekingen, eventueel laten doormeten door een servicepartner van ALKO. Accu opgebruikt. Acculevensduur is overschreden. Accu laten vervangen door een servicepartner van AL-KO. Oplaadelektronica defect. Oplaadelektronica laten controleren door een servicepartner van AL-KO. Robot sluit niet aan op de oplaadcontacten. Robot opstellen in het basisstation en controleren of de oplaadcontacten contact maken. Oplaadcontacten laten controleren door een servicepartner van AL-KO en laten vernieuwen. Foutieve PINcode PIN-code werd foutief ingevoerd. De juiste PIN-code invoeren. Er zijn drie pogingen mogelijk, daarna moet een PUK-code worden ingevoerd. Het maairesultaat is ongelijkmatig De werkduur van de robot is te kort. Langere werktijden programmeren. Het maaibereik is te groot. Maaibereik verkleinen. De maaihoogte past niet bij de grashoogte. De maaihoogte hoger instellen, daarna in stapjes lager instellen tot de gewenste hoogte. 54 Robolinho® 1000/100 Hulp bij storingen Foutmelding Mogelijke oorzaak Oplossing De messen zijn bot. De messen vervangen of laten slijpen door een servicepartner van AL-KO; monteren met nieuwe schroeven. Gras blokkeert of belemmert het ronddraaien van de messenschijf of de motoras. Gras verwijderen en controleren of de messenschijf vrij kan ronddraaien. De robot maait op verkeerde tijdstippen Op de robot moet de juiste tijd of begin- en eindtijd van het maaien worden ingesteld. Tijdstip instellen. De robot trilt Onbalans in messen of in messenaandrijving. Messen of messenschijf controleren en reinigen, eventueel vernieuwen. Storingscode Foutmelding CN001: Kantelsensor Mogelijke oorzaak Max. hellingshoek over- Robot opstellen op een horizontale ondergrond schreden en de storing bevestigen/wissen. Robot werd gedragen Helling te steil De kap werd door optillen of CN002: Hefsensor door een of ander voorwerp naar boven toe weggedrukt. CN005: Bumper verbogen Oplossing Voorwerp verwijderen. Robot is tegen een obstakel gereden en kan zich niet losmaken (botsing nabij het basisstation). CN007: Geen cir- Er is geen circuitsignaal. cuitsignaal Storing tijdens kalibratie, cirCN017: Kalibratie, cuitsignaal is te zwak. zwak signaal Voeding naar basisstation controleren Circuit begrenzingskabel controleren Transformator losmaken en weer aansluiten CN008: Zwak circuitsignaal Het circuitsignaal is zwak. Voeding naar basisstation controleren Circuit begrenzingskabel controleren, eventueel dieper inwerken Transformator losmaken en weer aansluiten CN010: Slechte positie Robot bevindt zich buiten het begrenzingskabelcircuit. Robot opstellen binnen het maaibereik Begrenzingskabel ligt kruiselings CN011: Robot ontsnapt Robot heeft het gazon verlaten. 456403_a Ligging van begrenzingskabel controleren (bochten, obstakels etc.) 55 nl Foutmelding Hulp bij storingen Mogelijke oorzaak CN012: Kalibratie, Storing tijdens kalibratie, rogeen circuit bot kon circuit niet vinden. CN015: Kalibratie, buiten CN018: Cal: Kalibratie, botsing Storing tijdens kalibratie, botsing CN038: Accu Accu leeg. Oplossing Robot haaks opstellen ten opzichte van begrenzingskabel, robot moet over begrenzingskabel heen kunnen rijden Voeding naar basisstation controleren Circuit begrenzingskabel controleren Transformator losmaken en weer aansluiten Begrenzingskabel ligt kruiselings Obstakel verwijderen Basisstation controleren op hindernissen Oplaadcontacten van basisstation controleren Circuit begrenzingskabel te lang, te veel eilanden Robot heeft zich vastgereden Begrenzingskabel defect, robot vindt het basisstation niet. De begrenzingskabel controleren op onderbrekingen, eventueel laten doormeten door een servicepartner van AL-KO. Accu opgebruikt. Acculevensduur is overschreden. Accu laten vervangen door een servicepartner van AL-KO. Oplaadelektronica defect. Oplaadelektronica laten controleren door een servicepartner van AL-KO. Robot sluit niet aan op de oplaadcontacten. CN099: Herstel na Automatisch verhelpen van ontsnapping storing onmogelijk. Robot opstellen in het basisstation en controleren of de oplaadcontacten contact maken Oplaadcontacten laten controleren door een servicepartner van AL-KO en laten vernieuwen Storing handmatig verhelpen. Robot bevindt zich buiten het begrenzingskabelcircuit. Robot opstellen in basisstation. CN104: Accu oververhit Accu oververhit - accutemperatuur hoger dan 60°C, ontlading niet mogelijk Noodstop uitgevoerd door controle-elektronica. Robot niet in basisstation plaatsen. Robot uitzetten en accu laten afkoelen. CN110: Maaimotor oververhit Maaimotor oververhit, temperatuur hoger dan 80°C Robot uitzetten en laten afkoelen. Bij herhalen van storing robot laten controleren door een servicepartner van AL-KO. CN119: Rechterbumper verbogen CN120: Linkerbumper verbogen Robot is tegen obstakel gereden en kan zich om veiligheidsredenen niet bevrijden, bijvoorbeeld botsing nabij basisstation. Obstakel weghalen en foutmelding bevestigen/wissen. 56 Robolinho® 1000/100 Hulp bij storingen Foutmelding Mogelijke oorzaak Oplossing CN128: Herstel onmogelijk Tegen obstakel gereden of Obstakel verwijderen, klemmen van kap controlebuiten circuit gekomen -> ren. achteruitrijden niet mogelijk, robot kan zich niet bevrijden. CN129: Linkerwiel Motor van linkerwiel geblokgeblokkeerd keerd. Blokkering verwijderen. CN130: Rechterwiel geblokkeerd Blokkering verwijderen. ADVICE Motor van rechterwiel geblokkeerd. Bij storingen, die niet in deze tabel werden opgenomen of die u niet zelf kunt verhelpen,richt u zich tot de betrokken klantendienst. GARANTIE Eventuele materiaal- of fabricagefouten aan het apparaat verhelpen we gedurende de wettelijke termijn voor garantieaanspraken naar onze keuze door reparatie of een vervangende levering. Deze garantietermijn wordt bepaald door de wetgeving in het land, waar het apparaat is gekocht. Onze garantietoezegging geldt enkel bij: correcte behandeling van het apparaat inachtneming van de bedieningshandleiding gebruik van originele reserveonderdelen De garantie vervalt bij: pogingen tot reparatie van het apparaat technische wijzigingen aan het apparaat gebruik dat niet in overeenstemming is met de bestemming Uitgesloten van de garantie zijn: lakschade die is veroorzaakt door normale slijtage slijtageonderdelen, die op de kaart met reserveonderdelen zijn gekenmerkt met de omkadering [xxx xxx (x)] verbrandingsmotoren (hiervoor gelden de aparte garantiebepalingen van de betreffende motorfabrikant) De garantieperiode begint op de aankoop door de eerste eindgebruiker. Bepalend is de datum van het ontvangstbewijs. Bij garantieaanspraken kunt u zich met deze garantieverklaring en het aankoopbewijs wenden tot de distributeur o f de bevoegde klantenservice bij u in de buurt. Met deze garantietoezegging blijven de wettelijke aanspraken bij gebreken van de koper tegenover de verkoper onverkort van kracht. 456403_a 57 nl EG-conformiteitsverklaring EG-CONFORMITEITSVERKLARING Hiermee verklaren wij, dat dit product, in de door ons in het verkeer gebrachte uitvoering, voldoet aan de eisen van de geharmoniseerde EU-richtlijnen, EU-veiligheidsnormen en de productspecifieke normen. Product Robot grasmaaier Type Robolinho 1000 Robolinho 100 Fabrikant AL-KO Kober GmbH Hauptstraße 51 A-8742 Obdach Gevolmachtigde Andreas Hedrich Ichenhauser Str. 14 D-89359 Kötz Seriennummer G1501502 EU-richtlijnen 2006/42/EG 2004/108/EG 2011/65/EU Geharmoniseerde normen EN 55014-1 EN 55014-2 EN 61000-6-1 EN 61000-3-2 EN 61000-3-3 EN 60335-1 prEN 60335-2-107 Obdach, 22.06.2015 Ing. Klaus Rainer, Managing Director 58 Robolinho® 1000/100
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80

AL-KO Robolinho® 1000 Handleiding

Type
Handleiding