Chicco XPACE de handleiding

Categorie
Autostoelen
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

2
Istruzioni D’uso Pag. 9-13
Mode D’emploi Pag. 14-18
Gebrauchsanleitung Pag. 19-23
Instructions for use Pag. 24-28
Instrucciones De Uso Pag. 29-33
Instruções De Utilização Pag. 34-38
Gebruiksaanwijzing Pag. 39-43
Kullanim Bilgileri Pag. 44-48
Brukerveiledning Pag. 49-52
Bruksanvisning Pag. 53-57
Οδηγιεσ χρησησ Pag. 58-62
Upute Za Uporabu Pag. 63-67
Navodila Za Uporabo Pag. 68-72
Návod K Použití Pag. 73-77
Návod K Použitiu Pag. 78-81
InstrukcjaSposobuUżycia Pag. 82-86
Használati Utasítás Pag. 87-90
InstrucţiuniDeFolosinţă Pag. 91-95
ИнструкцияПоЭксплуатации Pag. 96-100
Pag. 101-104
I
F
D
GB
E
P
NL
GR
TR
HR
N
SL
CS
SK
PL
H
R
RU
SA
S
38
Gebruiksaanwijzing
BELANGRIJK: LEES DEZE GEBRUIKSAANWIJ-
ZING VOOR HET GEBRUIK AANDACHTIG
EN HELEMAAL DOOR, OM GEVAREN BIJ
HET GEBRUIK TE VOORKOMEN. BEWAAR
ZE VOOR LATERE RAADPLEGING. HOUD U
ZORGVULDIG AAN DEZE INSTRUCTIES, OM
DE VEILIGHEID VAN UW KIND NIET OP HET
SPEL TE ZETTEN.
LET OP! VERWIJDER VOOR HET GEBRUIK
EVENTUELE PLASTIC ZAKKEN EN ALLE AN-
DERE VERPAKKINGSONDERDELEN EN GOOI
ZE WEG OF HOUD ZE IN IEDER GEVAL BUI-
TEN HET BEREIK VAN KINDEREN. GOOI ZE
WEG IN OVEREENSTEMMING MET DE GEL-
DENDE WETTEN VOOR GESCHEIDEN AFVAL-
VERWERKING.
ZEER BELANGRIJK! METEEN LEZEN
Dit autostoeltje is met inachtneming van
de Europese voorschriften ECE R44/04
goedgekeurd voor “Groep 1”, voor het
vervoer van kinderen tussen de 9 en 18 kg
lichaamsgewicht (ongeveer tussen de 9-12
maanden en 3 jaar).
Het stoeltje is “Universeel” goedgekeurd en
kan dus in elk model voertuig worden geïn-
stalleerd, door het met de driepuntsgordel
van de zitting vast te zetten.
LET OP! “Universeel” betekent dat het compa-
tibel is met de meeste, maar niet met alle
autozittingen. Controleer daarom de com-
patibiliteit met de zitting van de eigen auto,
voordat u het koopt.
Leder land heeft andere wetten en voor-
schriften betreffende een veilig vervoer van
kinderen in de auto. Het is daarom raad-
zaam voor meer informatie contact op te
nemen met de plaatselijke autoriteiten.
Het autostoeltje mag uitsluitend door een
volwassene worden versteld.
Laat niemand het artikel gebruiken zonder
eerst de instructies te hebben gelezen.
Het gevaar voor ernstig letsel van het kind,
en niet alleen bij een ongeluk, maar ook in
andere omstandigheden (bijv. bij hard rem-
men, enz.) wordt groter, als men zich niet
nauwgezet houdt aan de aanwijzingen die
in deze handleiding worden gegeven.
Het product is uitsluitend bestemd om te
worden gebruikt als autostoeltje en niet
voor gebruik in huis.
Geen enkel autostoeltje kan de totale vei-
ligheid van het kind in geval van een on-
geluk garanderen, maar het gebruik van dit
artikel vermindert het gevaar voor ernstig
letsel of de dood.
Gebruik ook op korte trajecten altijd het
correct geïnstalleerde autostoeltje met
vastgemaakte veiligheidsgordels. Als dit
niet gebeurt, brengt dit de veiligheid van uw
kind in het gedrang. Controleer vooral dat
de gordel strak genoeg zit, niet verdraaid is
en zich op de goede plaats bevindt.
Ook na een niet ernstig ongeluk moet het
autostoeltje worden vervangen, omdat het
schade opgelopen kan hebben, die niet al-
tijd met het blote oog zichtbaar is.
Gebruik geen tweedehands autostoeltjes:
deze kunnen voor het blote oog onzicht-
bare structurele schade hebben opgelopen,
die zodanig is dat de veiligheid van het ar-
tikel niet langer gewaarborgd wordt.
Gebruik een autostoeltje niet als het be-
schadigd, vervormd, versleten is, of als er
delen ontbreken: het kan de originele vei-
ligheidskenmerken hebben verloren.
Verricht geen wijzigingen aan het artikel en
voeg er niets aan toe zonder toestemming
van de fabrikant. Breng geen accessoires,
reserveonderdelen of niet door de fabrikant
geleverde en goedgekeurde onderdelen aan
om met het autostoeltje te gebruiken.
Gebruik niets, bijv. kussens of dekens, om
het autostoeltje wat hoger op de stoel van
het voertuig te zetten of om het kind hoger
op het autostoeltje te zetten: in geval van
een ongeluk kan het dan gebeuren dat het
autostoeltje niet goed functioneert.
Controleer dat er zich geen voorwerpen
tussen het autostoeltje en de zitting of het
autostoeltje en het portier bevinden.
Controleer dat de stoelen van het voertuig
(inklapbare, kantelbare of draaiende) stevig
vastzitten.
Controleer dat er geen voorwerpen of ba-
gage, in het bijzonder op de hoedenplank in
het voertuig worden vervoerd, die niet zijn
vastgezet of veilig zijn geplaatst: in geval
van een ongeluk of bij hard remmen kun-
nen deze de passagiers verwonden.
Laat andere kinderen niet met onderdelen
of delen van het autostoeltje spelen.
Laat het kind nooit alleen in de auto. Dit
kan gevaarlijk zijn.
Vervoer niet meer dan één kind tegelijk in
het autostoeltje.
Verzeker u ervan dat alle passagiers van
het voertuig hun eigen veiligheidsgordel
NL
39
gebruiken, zowel voor de eigen veiligheid,
als omdat zij tijdens de reis in geval van een
ongeluk of bij hard remmen het kind kun-
nen verwonden.
LET OP! Bij het verstellen (van de hoofd-
steun en de veiligheidsgordels), dient u zich
ervan te verzekeren dat de bewegende de-
len van het autostoeltje niet in aanraking
komen met het lichaam van het kind
Tijdens het rijden, dient u het voertuig op
een veilige plaats stil te zetten, voordat u
het autostoeltje verstelt of het kind verzet.
Controleer regelmatig dat het kind de gesp
van de veiligheidsgordel niet opent en dat
het niet aan het autostoeltje of delen ervan
komt.
Geef het kind tijdens de reis geen eten, in
het bijzonder geen lolly, ijslolly of andere
etenswaar op een stokje. In geval van een
ongeluk of bij hard remmen kunnen deze
hem verwonden.
Tijdens lange reizen wordt aangeraden vaak
te pauzeren: het kind verveelt zich al gauw
in het autostoeltje en moet zich kunnen
bewegen. Het is raadzaam het kind aan de
kant van de stoep in- en uit te laten stap-
pen.
Haal de etiketten en merken niet van de
bekleding, aangezien dit de bekleding zelf
kan beschadigen.
Laat het autostoeltje niet lang in de zon
staan: de materialen en stoffen kunnen
hierdoor van kleur verschieten.
Als het voertuig in de zon heeft gestaan,
controleert u, voordat u het kind in het
autostoeltje laat plaatsnemen, dat de ver-
schillende delen niet heet zijn geworden: in
dit geval laat u ze eerst afkoelen voordat u
het kind laat plaatsnemen, om verbranding
te voorkomen.
Als het kind niet wordt vervoerd, moet het
autostoeltje, als het zich in het voertuig
bevindt, vastgemaakt blijven of in de kof-
ferbak worden gezet. Een niet vastgezet
autostoeltje kan in geval van een ongeluk
of bij hard remmen namelijk een gevaar
inhouden voor de passagiers.
De firma Artsana wijst elke vorm van aan-
sprakelijkheid af bij oneigenlijk gebruik van
het artikel en bij elk gebruik dat niet over-
eenstemt met deze instructies.
BELANGRIJKE MEDEDELINGEN
1. Dit is een “Universeel” kinderbeveiligings-
systeem, dat goedgekeurd is volgens Voor-
schrift nr. 44, amendementen serie 04. Het
is geschikt voor algemeen gebruik in voer-
tuigen en compatibel met de meeste, maar
niet alle, autozittingen.
2. De perfecte compatibiliteit is eenvoudiger
te verkrijgen indien de fabrikant van het
voertuig in de handleiding ervan verklaart
dat het voertuig geschikt is om er “uni-
versele” kinderbeveiligingssystemen voor
kinderen van deze leeftijdsgroep in aan te
brengen.
3. Dit kinderbeveiligingssysteem is als “Univer-
seel” geclassificeerd volgens goedkeurings-
criteria die strenger zijn ten opzichte van
vorige modellen die niet met deze medede-
ling zijn uitgerust.
4. Enkel geschikt om te worden gebruikt in
voertuigen met vaste of oprolbare drie-
puntsgordel, die goedgekeurd is volgens
de Voorschriften UN/ECE N°16 of andere
gelijkwaardige standaarden.
5. Neem in geval van twijfel contact op met
de fabrikant van het kinderbeveiligingssy-
steem of met de dealer.
GEBRUIKSAANWIJZING
Onderdelen
Beperkingen en gebruiksvereisten betref-
fende het artikel en de autozitting
Het autostoeltje in de auto installeren
Waarschuwingen om het autostoeltje goed
te installeren
Het kind in het autostoeltje zetten
De hoofdsteun en de gordels afstellen
De schuine stand van de zitting afstellen
Onderhoud
ONDERDELEN (Fig. 1-2-3)
Fig. 1 (Voorkant)
A. Hoofdsteun
B. Knoopsgaten waar de gordels doorheen ge-
haald worden
C. Schouderbanden
D. Gordels van het autostoeltje
E. Verstelknop van de gordellengte
F. Verstelband van de gordels
G. Gesp om de gordels dicht/open te maken
H. Hoes
I. Gewatteerd tussenbeenstuk
J. Basis van het autostoeltje
K. Zitting van het autostoeltje
Fig. 2 (Achterkant)
L. Verstelknop van de hoofdsteun
M. Goedkeuringslabel
40
N. Verbindingsplaat van de gordels van het
autostoeltje
Fig. 3 (Zijaanzicht)
O. Regelhendel van de zitting
P. Vakje om de instructies in te bewaren
Q. Geleiding om het horizontale gedeelte van
de autogordel doorheen te halen
R. Blokkeerklem van het schuine gedeelte van
de autogordel
S. Etiket met installatie-instructies
T Gleuf voor dwarsdeel autoriem
BEPERKINGEN EN GEBRUIKSVEREISTEN BE-
TREFFENDE HET ARTIKEL EN DE AUTOZIT-
TING
LET OP! Neem de volgende beperkingen en
gebruiksvereisten betreffende het artikel en
de autozitting nauwgezet in acht: anders is de
veiligheid niet verzekerd.
Het kind moet tussen de 9 en de 18 kg we-
gen.
Het autostoeltje kan voorin op de pas-
sagierszitting worden aangebracht, of op
één van de achterzittingen en moet altijd
in de rijrichting worden geplaatst. Gebruik
dit autostoeltje nooit op zittingen die zij-
delings staan of tegen de rijrichting in (Fig.
4).
De autozitting dient uitgerust te zijn met
een vaste of oprolbare driepuntsgordel, die
goedgekeurd is volgens de Voorschriften
UNI/ECE N°16 of andere gelijkwaardige
standaarden (Fig. 5).
LET OP! Volgens de statistieken over ongeluk-
ken is de achterbank van het voertuig veiliger
dan de voorzittingen: daarom wordt aangera-
den het autostoeltje op de achterbank te in-
stalleren. De veiligste zitting is de middelste
achterzitting, als deze is uitgerust met een
driepuntsgordel: in dit geval wordt aangeraden
het autostoeltje op de middelste achterzitting
te plaatsen.
Als het autostoeltje op de voorzitting wordt
geplaatst, wordt voor een grotere veiligheid
aangeraden de zitting zover mogelijk naar
achteren te zetten, voor zover de aanwezig-
heid van andere passagiers op de achterbank
dit toelaat, en de rugleuning zo verticaal mo-
gelijk te zetten. Als de auto uitgerust is met
een hoogteregelaar voor de gordel, bevestigt
u deze op de laagste stand. Controleer vervol-
gens dat de gordelregelaar ten opzichte van de
rugleuning van de autozitting naar achteren
staat (of er hooguit op één lijn mee staat).
Als de voorzitting is uitgerust met een frontale
airbag wordt afgeraden het autostoeltje op
deze zitting aan te brengen. Bij installatie op
een zitting die beschermd is door een airbag
dient u altijd de handleiding van de auto te
raadplegen.
LET OP! Installeer het autostoeltje nooit op
een zitting uitgerust met alleen de horizontale
tweepuntsgordel (Fig. 6)
HET AUTOSTOELTJE IN DE AUTO INSTAL-
LEREN
LET OP! LAAT DE AUTOGORDELS NOOIT OP
ANDERE PLAATSEN LOPEN DAN DIE IN DEZE
GEBRUIKSAANWIJZING WORDEN AANGE-
DUID: ANDERS KAN DE VEILIGHEID VAN HET
KIND IN HET GEDRANG KOMEN!
De passages van de gordels zijn met rode te-
kens op het autostoeltje aangegeven.
LET OP! Deze instructies hebben, zowel in de
tekst als op de tekeningen, betrekking op de
installatie van het autostoeltje op de rechter
achterzitting. Verricht dezelfde handelingen
voor installaties op andere plaatsen.
1. Plaats het autostoeltje op de gekozen zit-
ting. LET OP! Controleer dat er zich geen
voorwerpen tussen het autostoeltje en de
zitting of het autostoeltje en het portier
bevinden.
2. Hel de rugleuning van het autostoeltje he-
lemaal naar achteren door de hendel (O)
onder de zitting naar u toe te trekken (Fig.
7).
3. Trek aan de veiligheidsgordel van de auto
en laat hem door de ruimte tussen de rug-
leuning en de basis van het autostoeltje
heen lopen (Fig. 8).
4. Laat het buikgedeelte van de driepuntsgor-
del van de auto door de speciale geleidin-
gen voor de gordels (Fig. 9) heen lopen.
5. Trek hem er aan de andere kant van het au-
tostoeltje uit en zet hem in de gesp van de
zitting vast (Fig. 10).
6. Open de blokkeerklem (R) die zich aan de-
zelfde kant bevindt als de gesp van de zit-
ting, door op de hendel ervan (Fig. 11) te
drukken.
7. Doe het schuine gedeelte van de autogor-
del in de klem en plaats hem precies zoals
wordt getoond in Fig. 12. Laat de hendel
van de klem (R) los, zodat die automatisch
weer op de blokkeerstand komt.
8. Trek hard aan het schuine gedeelte van de
autogordel en laat het autostoeltje goed op
de zitting (Fig. 13) aansluiten. Ga indien no-
dig met een knie op het autostoeltje zitten.
41
9. Haal de bovenkant van de dwarsriem door
gleuf T, precies volgens de aanwijzingen van
afb. 14.
10. Trek de riem stevig in de richting aangege-
ven in afb. 14 zodat ook het laatste deel
van de riem goed strakzit.
11. Controleer dat de installatie goed is ver-
richt (Fig. 15).
WAARSCHUWINGEN OM HET AUTOSTOEL-
TJE GOED TE INSTALLEREN
LET OP! Om de veiligheid niet in gevaar te
brengen, controleert u na de installatie ALTIJD
of:
- de autogordel nergens verdraait zit.
- de gordel overal goed gespannen staat.
- na deze handelingen moet het autostoeltje
goed op de autozitting aansluiten. Als dit niet
het geval is, moeten de installatiehandelingen
worden herhaald.
HET KIND IN HET AUTOSTOELTJE ZETTEN
- Voordat u het kind laat zitten, drukt u op de
afstelknop van de gordels en pakt u tegelij-
kertijd de twee gordels van het autostoeltje
onder de schouderbanden vast en trekt ze
naar u toe, om ze los te maken (Fig. 16).
- Maak de gesp (G) van de veiligheidsgordels
los, door op de rode knop te drukken (Fig.
17) en trek de gordels naar de buitenkant.
Nu kan het kind in het autostoeltje worden
gezet (Fig. 18).
LET OP! Controleer altijd dat het kind met het
lichaam stevig tegen de rugleuning van het
autostoeltje zit (Fig. 19).
- Plaats het tussenbeenstuk goed, pak de
gordels. Leg de twee lipjes van de gesp (Fig.
20-21) over elkaar en duw ze samen in de
gesp, tot u een duidelijke “klik” hoort (Fig.
22).
Om de veiligheid te garanderen, zijn de twee
lipjes van de gesp zodanig ontworpen dat het
onmogelijk is er slechts één vast te klikken.
DE HOOFDSTEUN EN DE GORDELS AFSTEL-
LEN
De hoofdsteun en gordels zijn via de knop aan
de achterkant (L) tegelijkertijd op 6 verschil-
lende standen in hoogte verstelbaar.
LET OP! Voor een goede afstelling moet de
hoofdsteun zodanig zijn geplaatst dat de
gordels ter hoogte van de schouders van het
kind uit de rugleuning komen (Fig. 23). Voor
de afstelling houdt u de verstelknop achter de
rugleuning (Fig. 24) ingedrukt en verplaatst
u de hoofdsteun op de gewenste stand (Fig.
25). Laat de knop nu los en begeleid de hoofd-
steun tot u een klik hoort, die bevestigt dat
hij vastzit.
Om de gordels van het autostoeltje goed aan
te spannen, trekt u aan de verstelband van de
gordels (Fig. 26), tot ze goed op het kinderli-
chaam aansluiten.
Na de gordels te hebben afgesteld, pakt u de
schouderbanden beet en trekt ze omlaag.
LET OP! De gordels moeten goed gespannen
zijn en op het kind aansluiten, maar niet te
strak zitten: ter hoogte van de schouders moet
er een vinger tussen de gordel en het kind kun-
nen worden gestoken.
LET OP! Controleer dat de gordels niet ver-
draaid zitten. Controleer vooral de buik van
het kind.
DE SCHUINE STAND VAN DE ZITTING AF-
STELLEN
Het autostoeltje kan op 5 schuine standen
worden afgesteld.
Om de schuine stand te veranderen, moet u
de hendel onder de zitting (Fig. 27) naar u toe
trekken.
LET OP! Na de gewenste schuine stand te
hebben verkregen, blijft u de zitting bewegen,
voordat u de hendel loslaat, tot u een klik
hoort ter bevestiging dat de hendel vastzit.
LET OP! Na de gewenste schuine stand te heb-
ben verkregen, controleert u altijd dat de gor-
dels goed om het autostoeltje zijn gespannen.
LET OP! Verzeker u er bij de afstelhandelingen
van dat de bewegende delen niet in aanraking
komen met het lichaam van het kind, of van
andere kinderen die op de autozitting worden
vervoerd.
ONDERHOUD
Reinigings- en onderhoudswerkzaamheden
mogen alleen door een volwassene worden
verricht.
De hoes reinigen
De hoes van het autostoeltje is volledig ver-
wijderbaar en kan met de hand of op 30°C in
de wasmachine worden gewassen. Om ze te
wassen, houdt u zich aan de instructies op het
etiket van de bekleding. Gebruik nooit schuur-
of oplosmiddelen. Centrifugeer de hoes niet en
hang ze op zonder ze uit te wringen.
De hoes mag uitsluitend worden vervangen
met een door de fabrikant goedgekeurde re-
servehoes, aangezien ze integrerend deel uit-
42
maakt van het autostoeltje en dus een veilig-
heidselement is.
LET OP! Het autostoeltje mag nooit zonder
hoes worden gebruikt, om de veiligheid van
het kind niet op het spel te zetten.
Om de hoes te verwijderen, moeten eerst de
gordels als volgt worden weggenomen:
- druk op de afstelknop van de gordels en pak
tegelijkertijd de twee gordels van het auto-
stoeltje onder de schouderbeschermers vast
en trek ze naar u toe, om ze los te maken
(Fig. 16).
- maak de veiligheidsgordel los, door op de
rode knop van de gesp te drukken (Fig. 17).
- maak de velcro sluiting van de hoes los van
de binnenkant van de rugleuning (Fig. 28).
- verplaats de gordel compleet met schouder-
beschermer onder de hoes (Fig. 29).
- herhaal deze handeling bij de andere gordel.
- verwijder de bekleding van de hoofdsteun,
het tussenbeenstuk en de hoes van het au-
tostoeltje.
Om de hoes en de gordels weer aan te bren-
gen, moet:
- de bekleding van de hoofdsteun, het tus-
senbeenstuk en de hoes van het autostoeltje
weer worden aangebracht.
- voordat u de velcro’s sluit, laat u de veilig-
heidsgordels over de hoes lopen (Fig. 30).
LET OP! Controleer of de gordels niet ver-
draaid zitten.
LET OP! Bij sommige uitvoeringen moet een
ritssluiting wordt gebruikt in plaats van de vel-
cro’s om de hoes te sluiten.
De kunststof of metalen delen reinigen
Gebruik alleen een vochtige doek om de
kunststof of metalen delen te reinigen. Ge-
bruik nooit schuur- of oplosmiddelen.
De bewegende delen van het autostoeltje mo-
gen op geen enkele wijze worden gesmeerd.
Controle dat de onderdelen intact zijn
Aangeraden wordt de volgende onderdelen
regelmatig op beschadiging en slijtage te con-
troleren:
Hoes: controleer dat de vulling niet uitpuilt
of dat er geen delen loszitten. Controleer de
staat van de naden die altijd intact moeten
zijn.
Gordels: controleer dat de stof niet rafelt en
duidelijk dun is geworden ter hoogte van de
afstelband, het tussenbeenstuk, de schou-
derbanden en het gebied van de afstelplaat
van de gordels.
Kunststof delen: controleer de slijtagestaat
van alle kunststof delen, die geen duidelijke
beschadigingen of verkleuring mogen heb-
ben.
LET OP! Indien het autostoeltje vervormd
mocht zijn of ernstig versleten, dient het te
worden vervangen: het kan de originele veilig-
heidskenmerken hebben verloren.
Het artikel opbergen
Als het niet in de auto geïnstalleerd is, wordt
aangeraden het autostoeltje op een droge
plaats, uit de buurt van warmtebronnen en
beschermd tegen stof, vocht en rechtstreeks
zonlicht te bewaren.
VOOR MEER INFORMATIE:
PHARSANA NV
Klantenservice
Maccabilaan 34
2660 Hoboken – BELGIË
Tel. 03/828 08 80
www.chicco.com

Documenttranscriptie

I Istruzioni D’uso Pag. 9-13 F Mode D’emploi Pag. 14-18 D Gebrauchsanleitung Pag. 19-23 GB Instructions for use Pag. 24-28 E Instrucciones De Uso Pag. 29-33 P Instruções De Utilização Pag. 34-38 NL Gebruiksaanwijzing Pag. 39-43 TR Kullanim Bilgileri Pag. 44-48 N Brukerveiledning Pag. 49-52 S Bruksanvisning Pag. 53-57 Οδηγιεσ χρησησ Pag. 58-62 HR Upute Za Uporabu Pag. 63-67 SL Navodila Za Uporabo Pag. 68-72 CS Návod K Použití Pag. 73-77 SK Návod K Použitiu Pag. 78-81 PL Instrukcja Sposobu Użycia Pag. 82-86 H Használati Utasítás Pag. 87-90 R Instrucţiuni De Folosinţă Pag. 91-95 GR RU Инструкция По Эксплуатации SA Pag. 96-100 Pag. 101-104 2 NL Gebruiksaanwijzing BELANGRIJK: LEES DEZE GEBRUIKSAANWIJZING VOOR HET GEBRUIK AANDACHTIG EN HELEMAAL DOOR, OM GEVAREN BIJ HET GEBRUIK TE VOORKOMEN. BEWAAR ZE VOOR LATERE RAADPLEGING. HOUD U ZORGVULDIG AAN DEZE INSTRUCTIES, OM DE VEILIGHEID VAN UW KIND NIET OP HET SPEL TE ZETTEN. • • LET OP! VERWIJDER VOOR HET GEBRUIK EVENTUELE PLASTIC ZAKKEN EN ALLE ANDERE VERPAKKINGSONDERDELEN EN GOOI ZE WEG OF HOUD ZE IN IEDER GEVAL BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN. GOOI ZE WEG IN OVEREENSTEMMING MET DE GELDENDE WETTEN VOOR GESCHEIDEN AFVALVERWERKING. • • ZEER BELANGRIJK! METEEN LEZEN • Dit autostoeltje is met inachtneming van de Europese voorschriften ECE R44/04 goedgekeurd voor “Groep 1”, voor het vervoer van kinderen tussen de 9 en 18 kg lichaamsgewicht (ongeveer tussen de 9-12 maanden en 3 jaar). • Het stoeltje is “Universeel” goedgekeurd en kan dus in elk model voertuig worden geïnstalleerd, door het met de driepuntsgordel van de zitting vast te zetten. LET OP! “Universeel” betekent dat het compatibel is met de meeste, maar niet met alle autozittingen. Controleer daarom de compatibiliteit met de zitting van de eigen auto, voordat u het koopt. • Leder land heeft andere wetten en voorschriften betreffende een veilig vervoer van kinderen in de auto. Het is daarom raadzaam voor meer informatie contact op te nemen met de plaatselijke autoriteiten. • Het autostoeltje mag uitsluitend door een volwassene worden versteld. • Laat niemand het artikel gebruiken zonder eerst de instructies te hebben gelezen. • Het gevaar voor ernstig letsel van het kind, en niet alleen bij een ongeluk, maar ook in andere omstandigheden (bijv. bij hard remmen, enz.) wordt groter, als men zich niet nauwgezet houdt aan de aanwijzingen die in deze handleiding worden gegeven. • Het product is uitsluitend bestemd om te worden gebruikt als autostoeltje en niet voor gebruik in huis. • Geen enkel autostoeltje kan de totale vei- • • • • • • • • • 38 ligheid van het kind in geval van een ongeluk garanderen, maar het gebruik van dit artikel vermindert het gevaar voor ernstig letsel of de dood. Gebruik ook op korte trajecten altijd het correct geïnstalleerde autostoeltje met vastgemaakte veiligheidsgordels. Als dit niet gebeurt, brengt dit de veiligheid van uw kind in het gedrang. Controleer vooral dat de gordel strak genoeg zit, niet verdraaid is en zich op de goede plaats bevindt. Ook na een niet ernstig ongeluk moet het autostoeltje worden vervangen, omdat het schade opgelopen kan hebben, die niet altijd met het blote oog zichtbaar is. Gebruik geen tweedehands autostoeltjes: deze kunnen voor het blote oog onzichtbare structurele schade hebben opgelopen, die zodanig is dat de veiligheid van het artikel niet langer gewaarborgd wordt. Gebruik een autostoeltje niet als het beschadigd, vervormd, versleten is, of als er delen ontbreken: het kan de originele veiligheidskenmerken hebben verloren. Verricht geen wijzigingen aan het artikel en voeg er niets aan toe zonder toestemming van de fabrikant. Breng geen accessoires, reserveonderdelen of niet door de fabrikant geleverde en goedgekeurde onderdelen aan om met het autostoeltje te gebruiken. Gebruik niets, bijv. kussens of dekens, om het autostoeltje wat hoger op de stoel van het voertuig te zetten of om het kind hoger op het autostoeltje te zetten: in geval van een ongeluk kan het dan gebeuren dat het autostoeltje niet goed functioneert. Controleer dat er zich geen voorwerpen tussen het autostoeltje en de zitting of het autostoeltje en het portier bevinden. Controleer dat de stoelen van het voertuig (inklapbare, kantelbare of draaiende) stevig vastzitten. Controleer dat er geen voorwerpen of bagage, in het bijzonder op de hoedenplank in het voertuig worden vervoerd, die niet zijn vastgezet of veilig zijn geplaatst: in geval van een ongeluk of bij hard remmen kunnen deze de passagiers verwonden. Laat andere kinderen niet met onderdelen of delen van het autostoeltje spelen. Laat het kind nooit alleen in de auto. Dit kan gevaarlijk zijn. Vervoer niet meer dan één kind tegelijk in het autostoeltje. Verzeker u ervan dat alle passagiers van het voertuig hun eigen veiligheidsgordel • • • • • • • • • • gebruiken, zowel voor de eigen veiligheid, als omdat zij tijdens de reis in geval van een ongeluk of bij hard remmen het kind kunnen verwonden. LET OP! Bij het verstellen (van de hoofdsteun en de veiligheidsgordels), dient u zich ervan te verzekeren dat de bewegende delen van het autostoeltje niet in aanraking komen met het lichaam van het kind Tijdens het rijden, dient u het voertuig op een veilige plaats stil te zetten, voordat u het autostoeltje verstelt of het kind verzet. Controleer regelmatig dat het kind de gesp van de veiligheidsgordel niet opent en dat het niet aan het autostoeltje of delen ervan komt. Geef het kind tijdens de reis geen eten, in het bijzonder geen lolly, ijslolly of andere etenswaar op een stokje. In geval van een ongeluk of bij hard remmen kunnen deze hem verwonden. Tijdens lange reizen wordt aangeraden vaak te pauzeren: het kind verveelt zich al gauw in het autostoeltje en moet zich kunnen bewegen. Het is raadzaam het kind aan de kant van de stoep in- en uit te laten stappen. Haal de etiketten en merken niet van de bekleding, aangezien dit de bekleding zelf kan beschadigen. Laat het autostoeltje niet lang in de zon staan: de materialen en stoffen kunnen hierdoor van kleur verschieten. Als het voertuig in de zon heeft gestaan, controleert u, voordat u het kind in het autostoeltje laat plaatsnemen, dat de verschillende delen niet heet zijn geworden: in dit geval laat u ze eerst afkoelen voordat u het kind laat plaatsnemen, om verbranding te voorkomen. Als het kind niet wordt vervoerd, moet het autostoeltje, als het zich in het voertuig bevindt, vastgemaakt blijven of in de kofferbak worden gezet. Een niet vastgezet autostoeltje kan in geval van een ongeluk of bij hard remmen namelijk een gevaar inhouden voor de passagiers. De firma Artsana wijst elke vorm van aansprakelijkheid af bij oneigenlijk gebruik van het artikel en bij elk gebruik dat niet overeenstemt met deze instructies. schrift nr. 44, amendementen serie 04. Het is geschikt voor algemeen gebruik in voertuigen en compatibel met de meeste, maar niet alle, autozittingen. 2. De perfecte compatibiliteit is eenvoudiger te verkrijgen indien de fabrikant van het voertuig in de handleiding ervan verklaart dat het voertuig geschikt is om er “universele” kinderbeveiligingssystemen voor kinderen van deze leeftijdsgroep in aan te brengen. 3. Dit kinderbeveiligingssysteem is als “Universeel” geclassificeerd volgens goedkeuringscriteria die strenger zijn ten opzichte van vorige modellen die niet met deze mededeling zijn uitgerust. 4. Enkel geschikt om te worden gebruikt in voertuigen met vaste of oprolbare driepuntsgordel, die goedgekeurd is volgens de Voorschriften UN/ECE N°16 of andere gelijkwaardige standaarden. 5. Neem in geval van twijfel contact op met de fabrikant van het kinderbeveiligingssysteem of met de dealer. GEBRUIKSAANWIJZING • Onderdelen • Beperkingen en gebruiksvereisten betreffende het artikel en de autozitting • Het autostoeltje in de auto installeren • Waarschuwingen om het autostoeltje goed te installeren • Het kind in het autostoeltje zetten • De hoofdsteun en de gordels afstellen • De schuine stand van de zitting afstellen • Onderhoud ONDERDELEN (Fig. 1-2-3) Fig. 1 (Voorkant) A. Hoofdsteun B. Knoopsgaten waar de gordels doorheen gehaald worden C. Schouderbanden D. Gordels van het autostoeltje E. Verstelknop van de gordellengte F. Verstelband van de gordels G. Gesp om de gordels dicht/open te maken H. Hoes I. Gewatteerd tussenbeenstuk J. Basis van het autostoeltje K. Zitting van het autostoeltje BELANGRIJKE MEDEDELINGEN Fig. 2 (Achterkant) L. Verstelknop van de hoofdsteun M. Goedkeuringslabel 1. Dit is een “Universeel” kinderbeveiligingssysteem, dat goedgekeurd is volgens Voor39 N. Verbindingsplaat van de gordels van het autostoeltje Als de voorzitting is uitgerust met een frontale airbag wordt afgeraden het autostoeltje op deze zitting aan te brengen. Bij installatie op een zitting die beschermd is door een airbag dient u altijd de handleiding van de auto te raadplegen. LET OP! Installeer het autostoeltje nooit op een zitting uitgerust met alleen de horizontale tweepuntsgordel (Fig. 6) Fig. 3 (Zijaanzicht) O. Regelhendel van de zitting P. Vakje om de instructies in te bewaren Q. Geleiding om het horizontale gedeelte van de autogordel doorheen te halen R. Blokkeerklem van het schuine gedeelte van de autogordel S. Etiket met installatie-instructies T Gleuf voor dwarsdeel autoriem BEPERKINGEN EN GEBRUIKSVEREISTEN BETREFFENDE HET ARTIKEL EN DE AUTOZITTING LET OP! Neem de volgende beperkingen en gebruiksvereisten betreffende het artikel en de autozitting nauwgezet in acht: anders is de veiligheid niet verzekerd. • Het kind moet tussen de 9 en de 18 kg wegen. • Het autostoeltje kan voorin op de passagierszitting worden aangebracht, of op één van de achterzittingen en moet altijd in de rijrichting worden geplaatst. Gebruik dit autostoeltje nooit op zittingen die zijdelings staan of tegen de rijrichting in (Fig. 4). • De autozitting dient uitgerust te zijn met een vaste of oprolbare driepuntsgordel, die goedgekeurd is volgens de Voorschriften UNI/ECE N°16 of andere gelijkwaardige standaarden (Fig. 5). LET OP! Volgens de statistieken over ongelukken is de achterbank van het voertuig veiliger dan de voorzittingen: daarom wordt aangeraden het autostoeltje op de achterbank te installeren. De veiligste zitting is de middelste achterzitting, als deze is uitgerust met een driepuntsgordel: in dit geval wordt aangeraden het autostoeltje op de middelste achterzitting te plaatsen. Als het autostoeltje op de voorzitting wordt geplaatst, wordt voor een grotere veiligheid aangeraden de zitting zover mogelijk naar achteren te zetten, voor zover de aanwezigheid van andere passagiers op de achterbank dit toelaat, en de rugleuning zo verticaal mogelijk te zetten. Als de auto uitgerust is met een hoogteregelaar voor de gordel, bevestigt u deze op de laagste stand. Controleer vervolgens dat de gordelregelaar ten opzichte van de rugleuning van de autozitting naar achteren staat (of er hooguit op één lijn mee staat). 40 HET AUTOSTOELTJE IN DE AUTO INSTALLEREN LET OP! LAAT DE AUTOGORDELS NOOIT OP ANDERE PLAATSEN LOPEN DAN DIE IN DEZE GEBRUIKSAANWIJZING WORDEN AANGEDUID: ANDERS KAN DE VEILIGHEID VAN HET KIND IN HET GEDRANG KOMEN! De passages van de gordels zijn met rode tekens op het autostoeltje aangegeven. LET OP! Deze instructies hebben, zowel in de tekst als op de tekeningen, betrekking op de installatie van het autostoeltje op de rechter achterzitting. Verricht dezelfde handelingen voor installaties op andere plaatsen. 1. Plaats het autostoeltje op de gekozen zitting. LET OP! Controleer dat er zich geen voorwerpen tussen het autostoeltje en de zitting of het autostoeltje en het portier bevinden. 2. Hel de rugleuning van het autostoeltje helemaal naar achteren door de hendel (O) onder de zitting naar u toe te trekken (Fig. 7). 3. Trek aan de veiligheidsgordel van de auto en laat hem door de ruimte tussen de rugleuning en de basis van het autostoeltje heen lopen (Fig. 8). 4. Laat het buikgedeelte van de driepuntsgordel van de auto door de speciale geleidingen voor de gordels (Fig. 9) heen lopen. 5. Trek hem er aan de andere kant van het autostoeltje uit en zet hem in de gesp van de zitting vast (Fig. 10). 6. Open de blokkeerklem (R) die zich aan dezelfde kant bevindt als de gesp van de zitting, door op de hendel ervan (Fig. 11) te drukken. 7. Doe het schuine gedeelte van de autogordel in de klem en plaats hem precies zoals wordt getoond in Fig. 12. Laat de hendel van de klem (R) los, zodat die automatisch weer op de blokkeerstand komt. 8. Trek hard aan het schuine gedeelte van de autogordel en laat het autostoeltje goed op de zitting (Fig. 13) aansluiten. Ga indien nodig met een knie op het autostoeltje zitten. 9. Haal de bovenkant van de dwarsriem door gleuf T, precies volgens de aanwijzingen van afb. 14. 10. Trek de riem stevig in de richting aangegeven in afb. 14 zodat ook het laatste deel van de riem goed strakzit. 11. Controleer dat de installatie goed is verricht (Fig. 15). u de hoofdsteun op de gewenste stand (Fig. 25). Laat de knop nu los en begeleid de hoofdsteun tot u een klik hoort, die bevestigt dat hij vastzit. Om de gordels van het autostoeltje goed aan te spannen, trekt u aan de verstelband van de gordels (Fig. 26), tot ze goed op het kinderlichaam aansluiten. Na de gordels te hebben afgesteld, pakt u de schouderbanden beet en trekt ze omlaag. LET OP! De gordels moeten goed gespannen zijn en op het kind aansluiten, maar niet te strak zitten: ter hoogte van de schouders moet er een vinger tussen de gordel en het kind kunnen worden gestoken. LET OP! Controleer dat de gordels niet verdraaid zitten. Controleer vooral de buik van het kind. WAARSCHUWINGEN OM HET AUTOSTOELTJE GOED TE INSTALLEREN LET OP! Om de veiligheid niet in gevaar te brengen, controleert u na de installatie ALTIJD of: - de autogordel nergens verdraait zit. - de gordel overal goed gespannen staat. - na deze handelingen moet het autostoeltje goed op de autozitting aansluiten. Als dit niet het geval is, moeten de installatiehandelingen worden herhaald. DE SCHUINE STAND VAN DE ZITTING AFSTELLEN Het autostoeltje kan op 5 schuine standen worden afgesteld. Om de schuine stand te veranderen, moet u de hendel onder de zitting (Fig. 27) naar u toe trekken. LET OP! Na de gewenste schuine stand te hebben verkregen, blijft u de zitting bewegen, voordat u de hendel loslaat, tot u een klik hoort ter bevestiging dat de hendel vastzit. LET OP! Na de gewenste schuine stand te hebben verkregen, controleert u altijd dat de gordels goed om het autostoeltje zijn gespannen. LET OP! Verzeker u er bij de afstelhandelingen van dat de bewegende delen niet in aanraking komen met het lichaam van het kind, of van andere kinderen die op de autozitting worden vervoerd. HET KIND IN HET AUTOSTOELTJE ZETTEN - Voordat u het kind laat zitten, drukt u op de afstelknop van de gordels en pakt u tegelijkertijd de twee gordels van het autostoeltje onder de schouderbanden vast en trekt ze naar u toe, om ze los te maken (Fig. 16). - Maak de gesp (G) van de veiligheidsgordels los, door op de rode knop te drukken (Fig. 17) en trek de gordels naar de buitenkant. Nu kan het kind in het autostoeltje worden gezet (Fig. 18). LET OP! Controleer altijd dat het kind met het lichaam stevig tegen de rugleuning van het autostoeltje zit (Fig. 19). - Plaats het tussenbeenstuk goed, pak de gordels. Leg de twee lipjes van de gesp (Fig. 20-21) over elkaar en duw ze samen in de gesp, tot u een duidelijke “klik” hoort (Fig. 22). Om de veiligheid te garanderen, zijn de twee lipjes van de gesp zodanig ontworpen dat het onmogelijk is er slechts één vast te klikken. ONDERHOUD Reinigings- en onderhoudswerkzaamheden mogen alleen door een volwassene worden verricht. DE HOOFDSTEUN EN DE GORDELS AFSTELLEN De hoofdsteun en gordels zijn via de knop aan de achterkant (L) tegelijkertijd op 6 verschillende standen in hoogte verstelbaar. LET OP! Voor een goede afstelling moet de hoofdsteun zodanig zijn geplaatst dat de gordels ter hoogte van de schouders van het kind uit de rugleuning komen (Fig. 23). Voor de afstelling houdt u de verstelknop achter de rugleuning (Fig. 24) ingedrukt en verplaatst De hoes reinigen De hoes van het autostoeltje is volledig verwijderbaar en kan met de hand of op 30°C in de wasmachine worden gewassen. Om ze te wassen, houdt u zich aan de instructies op het etiket van de bekleding. Gebruik nooit schuurof oplosmiddelen. Centrifugeer de hoes niet en hang ze op zonder ze uit te wringen. De hoes mag uitsluitend worden vervangen met een door de fabrikant goedgekeurde reservehoes, aangezien ze integrerend deel uit41 maakt van het autostoeltje en dus een veiligheidselement is. LET OP! Het autostoeltje mag nooit zonder hoes worden gebruikt, om de veiligheid van het kind niet op het spel te zetten. van de gordels. • Kunststof delen: controleer de slijtagestaat van alle kunststof delen, die geen duidelijke beschadigingen of verkleuring mogen hebben. LET OP! Indien het autostoeltje vervormd mocht zijn of ernstig versleten, dient het te worden vervangen: het kan de originele veiligheidskenmerken hebben verloren. Om de hoes te verwijderen, moeten eerst de gordels als volgt worden weggenomen: - druk op de afstelknop van de gordels en pak tegelijkertijd de twee gordels van het autostoeltje onder de schouderbeschermers vast en trek ze naar u toe, om ze los te maken (Fig. 16). - maak de veiligheidsgordel los, door op de rode knop van de gesp te drukken (Fig. 17). - maak de velcro sluiting van de hoes los van de binnenkant van de rugleuning (Fig. 28). - verplaats de gordel compleet met schouderbeschermer onder de hoes (Fig. 29). - herhaal deze handeling bij de andere gordel. - verwijder de bekleding van de hoofdsteun, het tussenbeenstuk en de hoes van het autostoeltje. Het artikel opbergen Als het niet in de auto geïnstalleerd is, wordt aangeraden het autostoeltje op een droge plaats, uit de buurt van warmtebronnen en beschermd tegen stof, vocht en rechtstreeks zonlicht te bewaren. Om de hoes en de gordels weer aan te brengen, moet: - de bekleding van de hoofdsteun, het tussenbeenstuk en de hoes van het autostoeltje weer worden aangebracht. - voordat u de velcro’s sluit, laat u de veiligheidsgordels over de hoes lopen (Fig. 30). LET OP! Controleer of de gordels niet verdraaid zitten. LET OP! Bij sommige uitvoeringen moet een ritssluiting wordt gebruikt in plaats van de velcro’s om de hoes te sluiten. De kunststof of metalen delen reinigen Gebruik alleen een vochtige doek om de kunststof of metalen delen te reinigen. Gebruik nooit schuur- of oplosmiddelen. De bewegende delen van het autostoeltje mogen op geen enkele wijze worden gesmeerd. Controle dat de onderdelen intact zijn Aangeraden wordt de volgende onderdelen regelmatig op beschadiging en slijtage te controleren: • Hoes: controleer dat de vulling niet uitpuilt of dat er geen delen loszitten. Controleer de staat van de naden die altijd intact moeten zijn. • Gordels: controleer dat de stof niet rafelt en duidelijk dun is geworden ter hoogte van de afstelband, het tussenbeenstuk, de schouderbanden en het gebied van de afstelplaat VOOR MEER INFORMATIE: PHARSANA NV Klantenservice Maccabilaan 34 2660 Hoboken – BELGIË Tel. 03/828 08 80 www.chicco.com 42
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104

Chicco XPACE de handleiding

Categorie
Autostoelen
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor