Chicco Neptune, NEPTUNE - 2 de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Chicco Neptune de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
2
Istruzioni d’uso Pag. 3-6
Instructions for use Pag. 7-10
Notice d’instructions Pag. 11-14
Gebrauchsanleitung Pag. 15-18
Instrucciones de uso Pag. 19-22
Instruções de utilização Pag. 23-26
Gebruiksaanwijzing Pag. 27-30
Οδηγίες χρήσης Pag. 31-35
Инструкция по использованию Pag. 36-40
Bruksanvisning Pag. 41-44
Upute Za Uporabu Pag. 45-48
Navodila Za Uporabo Pag. 49-52
Návod K Použití Pag. 53-56
Návod na Použitie Pag. 57-60
Инструкции за употреба Pag. 61-65
Használati Utasítás Pag. 66-70
Instrucţiuni de folosire Pag. 71-75
Instrukcja sposobu użycia Pag. 76-80
Kullanım bilgileri Pag. 81-85
Pag. 86-89
Pag. 90-93
I
GB
F
D
E
P
NL
GR
HR
RUS
SLO
CS
SK
BG
H
R
PL
TR
SA
C
S
27
Gebruiksaanwijzing
ZEER BELANGRIJK: METEEN LEZEN
Volg de instructies voor de montage en de installatie van
het product nauwgezet. Laat niemand het artikel gebruiken
zonder eerst de instructies te hebben gelezen.
Bewaar deze handleiding voor eventuele latere ra-
adpleging.
LET OP! Volgens de statistieken over ongelukken is
de achterbank van het voertuig veiliger dan de voor-
zittingen: daarom wordt aangeraden de autostoel op
de achterbank te installeren. De veiligste zitting is de
middelste achterzitting, als deze is uitgerust met een
driepuntsgordel.
Het wordt aanbevolen alle inzittenden te informeren
over hoe het kind in geval van nood kan worden
losgemaakt.
Als de autostoel op de voorzitting met ingeschakelde
airbag wordt gezet, wordt voor een grotere veiligheid
aangeraden de zitting zover mogelijk naar achteren te
zetten, voor zover de aanwezigheid van andere passagiers
op de achterbank dit toestaat.
Gebruik deze autostoel nooit op zittingen die zijdelings
staan of tegen de rijrichting in.
Plaats deze autostoel alleen op zittingen, die correct
aan de structuur van de auto zijn bevestigd en die in
de rijrichting staan. Kijk goed uit dat inklapbare of
draaiende autozittingen stevig vastzitten, omdat deze
bij een ongeluk een gevaar kunnen inhouden.
Let erop hoe de autostoel in de auto wordt geïnstalleerd
om te voorkomen dat een mobiele zitting of portier
het in de weg zitten.
Bevestig de autostoel nooit op een autozitting uitgerust
met enkel een buikgordel (tweepuntsgordel).
Geen enkele autostoel kan de totale veiligheid van
het kind in geval van een ongeluk garanderen, maar
het gebruik van dit artikel vermindert het gevaar voor
ernstig letsel of de dood.
Het gevaar voor ernstig letsel van het kind, en niet alleen
bij een ongeluk, maar ook in andere omstandigheden
(bijv. bij hard remmen, enz.) wordt groter, als men zich
niet nauwgezet houdt aan de aanwijzingen die in deze
handleiding worden gegeven: controleer altijd dat de
autostoel correct aan de zitting is bevestigd.
Indien de autostoel beschadigd, vervormd of ernstig
versleten mocht zijn, moet hij worden vervangen,
omdat hij de oorspronkelijke veiligheidskenmerken
kan hebben verloren.
Verricht geen wijzigingen aan het artikel en voeg er niets
aan toe zonder toestemming van de fabrikant.
Breng geen niet door de fabrikant geleverde accessoires,
reserveonderdelen of onderdelen aan.
Laat het kind nooit en om geen enkele reden zonder
toezicht in de autostoel achter.
Zet niets dat geen voor het artikel goedgekeurd ac-
cessoire is tussen de autozitting en de autostoel, of
tussen de autostoel en het kind: in geval van een
ongeluk kan het dan gebeuren dat de autostoel niet
goed functioneert.
Als het voertuig in de zon heeft gestaan, controleert
u de autostoel zorgvuldig, voordat u het kind erin zet,
door na te gaan of de verschillende delen ervan niet
heet zijn geworden: in dit geval laat u ze eerst afkoelen
voordat u het kind laat plaatsnemen, om te voorkomen
dat het zich kan branden.
Ook na een niet ernstig ongeluk kan de autostoel schade
opgelopen hebben, die echter niet altijd met het blote oog
zichtbaar is: hij moet daarom worden vervangen.
Gebruik geen tweedehands autostoelen: deze kunnen
voor het blote oog onzichtbare structurele schade
hebben opgelopen, die zodanig is dat de veiligheid van
het artikel niet langer gewaarborgd wordt.
De fi rma Artsana wijst elke vorm van aansprakelijkheid
af voor een oneigenlijk gebruik van het product.
De hoes kan uitsluitend worden vervangen met een door
de fabrikant goedgekeurde hoes, omdat deze integraal
deel uitmaakt van de autostoel. De autostoel mag nooit
zonder hoes worden gebruikt, om de veiligheid van het
kind niet in het gedrang te brengen.
Controleer dat de band van de gordel niet verdraaid zit en
voorkom dat deze of een gedeelte van de autostoel tussen
de portieren komt of over scherpe punten wrijft.
De autostoel mag niet meer worden gebruikt als de
gordel gescheurd of gerafeld is.
Als het kind niet wordt vervoerd, moet de autostoel
vast blijven zitten of in de koffer worden gezet. Een niet
vastgezette autostoel kan in geval van een ongeluk of
bij hard remmen namelijk een gevaar inhouden voor
de passagiers.
Controleer dat er geen voorwerpen of bagage, in het
bijzonder op de hoedenplank in het voertuig worden
vervoerd, die niet zijn vastgezet of veilig zijn geplaatst:
bij van een ongeluk of bij hard remmen kunnen deze
de passagiers verwonden.
Controleer dat de hoofdsteun van de zitting de hoofd-
steun van de autostoel niet hindert: hij mag hem niet
naar voren duwen. Als dit mocht gebeuren, verwijdert u
de hoofdsteun van de autozitting waarop de autostoel
wordt geïnstalleerd en zorgt u ervoor dat u hem niet
op de hoedenplank legt.
Verzeker u ervan dat alle passagiers van het voertuig
hun eigen veiligheidsgordel gebruiken, zowel voor de
eigen veiligheid, als omdat zij tijdens de reis in geval
van een ongeluk of bij hard remmen het kind kunnen
verwonden.
Stop vaak tijdens lange reizen. Een kind is het al gauw
beu. Haal het kind om geen enkele reden uit de autostoel,
terwijl de auto rijdt. Als het kind aandacht nodig heeft,
moet u een veilige plek zoeken en stoppen.
GEBRUIKSAANWIJZING
INHOUDSOPGAVE
Beschrijving van de onderdelen
Kenmerken van het product
Beperkingen en gebruiksvereisten betreffende het
artikel en de autozitting
De autostoel in de auto installeren en het kind van
Gr. 1 (9-18 kg) erin zetten.
De autostoel met rugleuning in de auto installeren en
het kind van Gr. 2-3 (15-36 kg) erin zetten
De autostoel zonder rugleuning in de auto installeren
en het kind van Gr. 3 (22-36 kg) erin zetten
De hoogte van de hoofdsteun afstellen
De gordels afstellen voor gebruik in Gr. 1 (9-18 kg)
Reinigen en onderhoud
NL
28
BESCHRIJVING VAN DE ONDERDELEN
Fig. 1 (voorkant)
A. Verstelknop hoofdsteun en gordels
B. Hoofdsteun
C. Diagonale gordeldoorgangen
D. Schouderbanden
E. Gordels van de autostoel
F. Gesp
G. Bescherming tussenbeenstuk
H. Verstelknop van de gordels
I. Verstelband van de gordels
Fig. 2 (zijaanzicht)
J. Rugleuning
K. Zitting
L. Armleuningen
M. Gordeldoorgangen
Fig. 3 (Achterkant)
N. Bevestigingsplaatjes van de schouderbanden en om
de gordels doorheen te halen
O. Gordelbanden
P. Openingen om de autogordels doorheen te halen
(alleen installatie voor Gr. 1)
Q. Bevestigingsplaat van de gordels
Fig. 4 (Onderkant)
R. Plaatjes om de gordels aan de zitting te bevestigen
S. Plaatje om de gesp aan de zitting te bevestigen
T. Loskoppelhendels om de rugleuning van de zitting
te halen
KENMERKEN VAN HET PRODUCT
Deze autostoel is met inachtneming van de Europese
voorschriften ECE R44/04 goedgekeurd voor “Groep
1, 2 en 3”, voor het vervoer van kinderen van 9 tot
36 kg (ongeveer van 1 tot 12 jaar).
De goedkeuring is van het “Universele” type, dus kan
de autostoel in elke model auto worden gebruikt. LET
OP! “Universeel” betekent dat het compatibel is met
de meeste, maar niet met alle autozittingen.
BELANGRIJKE MEDEDELINGEN
1. Dit is een “Universeel” kinderbeveiligingssysteem, dat
goedgekeurd is volgens Voorschrift nr. 44, amende-
menten serie 04. Het is geschikt voor algemeen gebruik
in voertuigen en compatibel met de meeste, maar niet
alle, autozittingen.
2. De perfecte compatibiliteit is eenvoudiger te verkrijgen
indien de fabrikant van het voertuig in de handleiding ervan
verklaart dat het voertuig geschikt is om er “universele”
kinderbeveiligingssystemen voor kinderen van deze
leeftijdsgroep in te installeren.
3. Dit kinderbeveiligingssysteem is als “Universeel” ge-
classifi ceerd volgens goedkeuringscriteria die strenger
zijn ten opzichte van vorige modellen die niet met deze
mededeling zijn uitgerust.
4. Enkel geschikt om te worden gebruikt in voertuigen met
vaste of oprolbare driepuntsgordel, die is goedgekeurd
volgens de Voorschriften UN/ECE N°16 of andere gelij-
kwaardige standaarden.
5. Neem in geval van twijfel contact op met de fabrikant van
het kinderbeveiligingssysteem of met de verkoper.
BEPERKINGEN EN GEBRUIKSVEREISTEN BETREF-
FENDE HET ARTIKEL EN DE AUTOZITTING
LET OP! Neem de volgende beperkingen en gebruiksverei-
sten betreffende het artikel en de autozitting nauwgezet
in acht: anders is de veiligheid niet verzekerd.
Deze autostoel is enkel goedgekeurd voor gebruik
voor kinderen met een gewicht tussen de 9 en 36
kg (van 1 tot ongeveer 12 jaar).
De autozitting dient uitgerust te zijn met een vaste
of oprolbare driepuntsgordel, die goedgekeurd is
volgens de Voorschriften UNI/ECE N°16 of andere
gelijkwaardige standaarden (Fig. 5).
Installeer de autostoel nooit met de tweepuntsgordel
van de auto (Fig. 6).
De autostoel kan voorin op de passagierszitting worden
aangebracht, of op één van de achterzittingen. Gebruik
deze autostoel nooit op zittingen die zijdelings gekeerd
of tegen de rijrichting in staan (Fig. 7).
Het product is uitsluitend bestemd om te worden
gebruikt als autostoel en niet voor gebruik in huis.
Voor een goede installatie zorgt u ervoor dat de
hoofdsteun van de autozitting de rugleuning van de
autostoel op geen enkele manier in de weg zit.
DE AUTOSTOEL IN DE AUTO INSTALLEREN EN HET
KIND VAN GR. 1 (9-18 Kg) ERIN ZETTEN
LET OP! Deze instructies hebben, zowel in de tekst als op
de tekeningen, betrekking op de installatie van de auto-
stoel op de rechter achterzitting. Verricht echter dezelfde
handelingen voor installaties op andere plaatsen.
1. Plaats de autostoel met de rijrichting mee op de
gekozen zitting (Fig. 8).
2. Steek de driepuntsgordel van de auto door de speciaal
hiervoor bestemde opening P in de rugleuning van de
autostoel (Fig. 9A en 9B) en laat hem uit de opening
aan de andere kant van de rugleuning naar buiten
komen (Fig. 9C).
3. Maak de autogordel zodanig aan de gesp vast, dat
zowel de buikgordel als het diagonale gedeelte ervan
onder de armleuning doorlopen (Fig. 10).
4. Span de autogordel zo strak mogelijk en laat de autostoel
goed op de zitting aansluiten (Fig. 11). Ga indien nodig
met een knie op de autostoel zelf zitten.
5. Controleer of de installatie goed is verricht, of de gordel
goed is gespannen en of de autostoel stevig op de
zitting is vastgezet. Als dit niet zo zou zijn, herhaalt u
de hele installatie vanaf het begin (Fig. 12).
LET OP!
Controleer altijd of de gordel gelijkmatig over alle
punten is verdeeld en niet verdraaid zit.
Laat de autogordels NOOIT op andere plaatsen
lopen dan de aangeduide.
Als de autostoel is geïnstalleerd, laat u het kind als volgt
erin plaatsnemen:
6. druk op de verstelknop van de gordels H en pak
tegelijkertijd het onderste gedeelte van de gordels
van de autostoel vast en trek ze naar u toe, tot ze
helemaal zijn uitgetrokken (Fig 13).
7. Maak de gordels van de autostoel los, door op de knop van de
gesp te drukken en leg ze aan de zijkanten neer (Fig. 14).
29
8. Zet het kind met zorg in de autostoel en pas de gordels
aan zijn lichaam aan, zonder eraan te trekken. Maak
de twee lipjes van de gordel aan elkaar vast (Fig. 15A)
en bevestig ze weer in de gesp (Fig. 15B).
9. Via de speciale verstelknop A op de rugleuning, stelt u
de hoogte van de hoofdsteun van de autostoel zodanig
af, dat de gordels er ter hoogte van de schouders van
het kind uitkomen (Fig. 16).
10. Om de spanning van het gordels van de autostoel
af te stellen en ze aan het lichaam van het kind aan
te passen, trekt u voorzichtig aan verstelband I tot
ze goed gespannen zijn (Fig. 17).
11. Controleer of de autostoel goed is bevestigd, zoals
in de afbeelding wordt getoond (Fig. 18).
Om het kind uit de autostoel te halen, drukt u op de knop
van de gesp en maakt u de gordels los (Fig 19).
DE AUTOSTOEL MET RUGLEUNING IN DE AUTO
INSTALLEREN EN HET KIND VAN GR. 2 en 3 (15-36
KG) ERIN ZETTEN
Om de confi guratie van de autostoel van gr. 1 in gr. 2-3 te
veranderen, moeten eerst de gordels volgens de vervolgens
beschreven handelingen worden verwijderd:
1. Maak de gordels van de autostoel uit de gesp los
(Fig. 14)
2. Draai en maak de twee bevestigingsplaatjes van de
gordels R, die zich onder de zitting bevinden, los (Fig.
20A) en laat ze ook uit de twee gleuven in de stoffen
hoes komen (Fig. 20B).
3. Maak de twee uiteinden van de gordels van het
bevestigingsplaatje Q los (Fig. 21).
4. Draai en maak de twee doorgangsplaatjes van de
gordels N van de rugleuning los (Fig. 22).
5. Haal de twee gedeeltes er aan de voorkant uit en haal
ze door de twee rode doorgangen C voor de diagonale
gordel (Fig. 23).
6. Berg de twee op die manier verwijderde gordelgedeeltes
op de speciaal hiervoor bestemde plaats op.
7. Haal de gesp en het stoffen tussenbeenstuk door de
speciale gleuf in het midden van de zitting en berg ze
in de speciaal hiervoor bestemde ruimte in de zitting
op (Fig. 24A, 24B en 24C).
De autostoel is nu klaar en voor installatie in groep 2
en 3 geconfi gureerd.
8. Plaats de autostoel met de rijrichting mee op de
gekozen zitting (Fig. 25).
9. Laat het diagonale gedeelte van de autogordel achter
de hoofdsteun en door de speciale rode gordeldoor-
gang C onder de hoofdsteun zelf doorlopen. Laat het
kind met zorg plaatsnemen en verzeker u ervan dat
zijn rug goed tegen de rugleuning van de autostoel
steunt (Fig. 26).
10. Maak de autogordel zodanig aan de gesp vast, dat
zowel de buikgordel als het diagonale gedeelte ervan
onder de armleuning doorlopen (Fig. 27).
11. Controleer de hoogte van de hoofdsteun en stel deze
af als zij niet goed is: zie de paragraaf “DE HOOGTE
VAN DE HOOFDSTEUN AFSTELLEN”.
12. Trek het diagonale gedeelte van de autogordel in de
richting van het oprolsysteem, zodat de hele gordel
gespannen wordt en goed op de borstkas en de benen
van het kind aansluit (Fig. 28).
13. Controleer of de autostoel goed is bevestigd, zoals
in de afbeelding wordt getoond (Fig. 29).
LET OP!
Controleer altijd of de gordel gelijkmatig over alle
punten is verdeeld en niet verdraaid zit.
Controleer dat de diagonale gordel goed tegen de
schouder van het kind rust en geen druk uitoefent op
de nek. Verstel de hoofdsteun indien nodig.
Controleer of het oprolsysteem van de autogordel
ten opzichte van de rugleuning van de autozitting
naar achteren staat (of er hooguit op één lijn mee
staat).
Om het kind uit de autostoel van Groep 2 en 3 te nemen:
1. Maak de autogordel uit de gesp los.
2. Haal de autogordel van het lichaam van het kind.
3. Haal het kind met zorg uit de autostoel.
LET OP! Als u niet van plan bent de autostoel uit de
auto te nemen, zorgt u ervoor dat de autogordels
weer in de speciale gesp worden vastgemaakt, zodat
ze de autostoel ook zonder kind aan de auto bevestigd
houden. Het kan anders bij hard remmen of een ongeval
gevaarlijk zijn.
DE AUTOSTOEL ZONDER RUGLEUNING IN DE
AUTO INSTALLEREN EN HET KIND VAN GR. 3
(22-36 kg) ERIN ZETTEN
De autostoel mag in groep 1 (9-18 kg) en 2 (15-25
kg) alleen worden gebruikt MET de rugleuning
correct op de zitting gemonteerd.
In groep 3 (22-36 kg) kan de autostoel op twee ma-
nieren worden gebruikt, zowel MET rugleuning
(in ieder geval altijd de veiligste en dus aanbe-
volen manier) als ZONDER rugleuning.
Voor het gebruik zonder rugleuning moet de rugleu-
ning van de zitting worden losgemaakt:
1. Zet de autostoel zodanig op een horizontaal
vlak, dat u toegang heeft tot de onderkant van
de zitting (Fig. 30).
2. Draai de twee loskoppelhendels van de rugleu-
ning T in de getoonde richting (Fig. 31).
3. Haal de rugleuning uit de zitting (Fig. 32).
4. Plaats de zitting van de autostoel zodanig dat
hij tegen de rugleuning van de auto aan staat
(Fig. 33).
5. Laat het kind op de autostoel plaatsnemen en
maak de autogordels aan de gesp vast. Laat het
buikgedeelte ervan onder de armleuning van de
autostoel doorlopen en het diagonale er over-
heen (Fig. 34).
6. Span het diagonale gedeelte van de gordel zorg-
vuldig en zodanig dat het over de schouder van
het kind loopt (Fig. 35).
LET OP! Om de rugleuning aan de zitting te beves-
tigen, herhaalt u de zojuist beschreven handelingen
in omgekeerde volgorde. Controleer na de bevesti-
gingshandelingen dat het bovenste en onderste ge-
deelte van de zitting correct aan elkaar zitten.
30
DE HOOGTE VAN DE HOOFDSTEUN AFSTELLEN
De hoogte van de hoofdsteun kan op oneindig veel
standen worden geregeld om de autostoel zo goed
mogelijk aan de lengte van het kind aan te passen.
Bij een optimale afstelling:
is het hoofd altijd goed gesteund en beschermd
(Gr. 1-2-3).
bevinden de veiligheidsgordels van de autostoel
zich altijd op de goede hoogte, dat wil zeggen,
die van de schouders (Gr. 1).
bevindt de diagonale autogordel zich dankzij de
gordeldoorgangen in de hoofdsteun C altijd op
de juiste hoogte (Gr. 2-3).
Om de hoogte van de hoofdsteun af te stellen, draait
u aan knop A op de bovenkant van de rugleuning, tot
de gewenste hoogte wordt bereikt (Fig. 16).
DE GORDELS WEER AFSTELLEN VOOR GEBRUIK
IN GR. 1 (9-18 Kg)
Om de gordels weer aan het autostoeltje te bevesti-
gen, handelt u als volgt:
1. Maak de twee lipjes van de twee gordelgedeel-
tes aan elkaar vast, steek ze in en bevestig ze
aan de gesp (Fig. 36).
2. Steek de twee bevestigingsplaatjes door de
hoes in zitting R en laat ze uit het gedeelte on-
der zitting naar buiten komen (Fig. 37).
3. Haal de twee bevestigingsplaatjes N van de schou-
derbanden en om de gordels doorheen te halen
eerst door de twee rode diagonale gordeldoorgan-
gen C en vervolgens door de rugleuning (Fig. 38).
4. Maak de twee uiteinden van de gordels aan be-
vestigingsplaatje Q vast (Fig. 39).
REINIGEN EN ONDERHOUD DE HOES REINI-
GEN
De hoes van de autostoel is volledig verwijderbaar
en kan met de hand of op 30°C in de wasmachine
worden gewassen. Om ze te wassen, houdt u zich
aan de instructies op het etiket van de bekleding met
de volgende wassymbolen:
Gebruik nooit schuur- of oplosmiddelen. Centrifu-
geer de hoes niet en hang ze op zonder ze uit te wrin-
gen. Om de verschillende onderdelen van de stoffen
hoes van het frame van de autostoel te verwijderen,
handelt u als volgt:
1. Maak de gordels van de autostoel uit de gesp los
(Fig. 14)
2. Draai en maak de twee bevestigingsplaatjes van
de gordels R, die zich onder de zitting bevinden,
los (Fig. 20A) en laat ze ook uit de twee gleuven
in de stoffen hoes komen (Fig. 20B).
3. Neem de hoes van de hoofdsteun (Fig. 40).
4. Neem de bekleding van de rugleuning door alle
bevestigingsvelcro’s los te maken en de twee
gordeldelen weg te nemen (Fig. 41).
5. Haal de rugleuning van de zitting, zoals wordt
uitgelegd in de paragraaf “DE AUTOSTOEL
ZONDER RUGLEUNING IN DE AUTO INSTAL-
LEREN EN HET KIND VAN GR. 3 (22-36 kg)
ERIN ZETTEN (punten 1-3).
6. Neem de bekleding van de zitting door alle be-
vestigingsvelcro’s los te maken en de twee rits-
sluitingen te openen (Fig. 42).
Om de onderdelen van de hoes weer op hun orig
nele plaats aan te brengen, verricht u de zojuist be-
schreven handelingen in omgekeerde volgorde.
DE PLASTIC EN METALEN ONDERDELEN REI
NIGEN
Gebruik alleen een vochtige doek om de kunststof of
metalen delen te reinigen. Gebruik nooit schuur- of
oplosmiddelen. De bewegende delen van de auto-
stoel mogen op geen enkele wijze worden gesmeerd.
CONTROLE DAT DE ONDERDELEN INTACT ZIJN
Aangeraden wordt de volgende onderdelen regel-
matig op beschadiging en slijtage te controleren:
Hoes: controleer dat de vulling niet uitpuilt of
dat er geen delen loszitten. Controleer de staat
van de naden die altijd intact moeten zijn.
Gordels: controleer dat de stof niet rafelt of dui-
delijk dun is geworden ter hoogte van de afstel-
band, het tussenbeenstuk, de schouderbanden
en het gebied van de afstelplaat van de gordels.
Kunststof delen: controleer de slijtagestaat van
alle kunststof delen, die geen duidelijke bescha-
digingen of verkleuring mogen hebben.
LET OP! Indien de autostoel vervormd mocht zijn of
ernstig versleten, moet hij worden vervangen: hij kan
de originele veiligheidskenmerken hebben verloren.
HET ARTIKEL OPBERGEN
Als hij niet in de auto geïnstalleerd is, wordt aange-
raden de autostoel op een droge plaats, uit de buurt
van warmtebronnen en beschermd tegen stof, vocht
en rechtstreeks zonlicht te bewaren.
HET PRODUCT AFDANKEN
Als de voorziene gebruiksgrens van de autostoel is
bereikt, gebruikt u hem niet meer en zet u hem bij
het afval. Uit respect voor het milieu scheidt u de
verschillende soorten afval volgens wat door de gel-
dende voorschriften in uw land is voorgeschreven.
VOOR MEER INFORMATIE:
PHARSANA NV - Klantenservice
Temselaan 5
1853 Strombeek-Bever - België
www.chicco.com
Op 30°C in de
wasmachine
wassen
Handwas Niet bleken
Niet chemisch
laten reinien
Niet in de
droger drogen
Niet
strijken
G
/