Baby Jogger city GO Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Baby Jogger city GO Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
64
KENNISGEVING
• Dit is een ‘universeel’ kinderzitje. Het is
goedgekeurd volgens voorschrift 44, reeks
04 van wijzigingen, voor algemeen gebruik in
voertuigen, en het past op de meeste, maar niet
alle autobanken.
• Uw auto is wellicht geschikt voor het kinderzitje,
als de autofabrikant in het handboek bij uw auto
heeft verklaard dat het voertuig geschikt is voor
een ‘universeel’ kinderzitje voor deze leeftijdsgroep.
• Het kinderzitje is geclassificeerd als ‘universeel’ in
strengere omstandigheden dan die van toepassing
op oudere ontwerpen waarop deze kennisgeving
niet staat.
• Als u twijfelt, raadpleeg dan de fabrikant van het
kinderzitje of de winkel waar u het hebt gekocht.
• Het draagstoeltje is enkel geschikt
voor goedgekeurde voertuigen met
driepuntsautogordels goedgekeurd conform
UNECE-voorschrift 16 of andere, vergelijkbare
normen.
65
WAARSCHUWING
BELANGRIJK! Lees aandachtig en begrijp alle
instructies in deze handleiding en de uitleg over
kinderzitjes in het handboek bij de auto. Installeer
en gebruik het kinderzitje zoals beschreven in de
handleiding.
Als u dit niet doet, kan dit leiden tot ernstig letsel
of de dood van uw kind. Bewaar de handleiding bij
het kinderzitje voor later gebruik.
Het kinderzitje hoe dan ook NIET veranderen.
Het kinderzitje NIET uiteen halen of proberen om
dit te doen, behalve zoals beschreven in deze
handleiding.
Het kinderzitje NIET gebruiken met beschadigde of
ontbrekende onderdelen.
NIET gebruiken met beschadigde of
uiteengerafelde gareelriemen of autogordels.
Dit kinderzitje NOOIT gebruiken zonder de hoes
voor de autobank.
De hoes van het autostoeltje of het gareel NIET
vervangen met iets anders dan aanbevolen door
de fabrikant, aangezien dit integrale onderdelen zijn
voor de veilige werking van het kinderzitje.
66
Dit kinderzitje NOOIT gebruiken met een basis die
niet wordt toegestaan door de fabrikant.
GEEN kinderzitje gebruiken dat betrokken is
geweest bij een aanrijding. Een aanrijding kan
onzichtbare schade toebrengen aan het kinderzitje.
GEEN tweedehands kinderzitje gebruiken en geen
kinderzitje gebruiken waarvan u het verleden niet
kent.
ALTIJD en vóór elk gebruik controleren of het
kinderzitje en het gareel stevig vastzitten.
ALTIJD en vóór elk gebruik controleren of de
autogordel en gareelriemen niet gedraaid zijn.
Het kind NOOIT in de autostoel laten zitten met
losse of niet-vastgemaakte gareelriemen.
Uw kind NOOIT zonder toezicht laten.
Uw kind NOOIT gedurende een lange tijd in dit
kinderzitje laten.
Dit autostoeltje NIET gebruiken op een
autobank met een actieve, frontale
airbag geïnstalleerd. Dit kan fataal zijn of
tot ernstig letsel leiden.
Het kinderzitje ALTIJD naar achter gericht
installeren.
Onbuigzame zaken en plasticonderdelen van
67
het autostoeltje moeten zo worden geplaatst en
geïnstalleerd dat ze niet vast komen te zitten door
een bewegende autobank of in een autodeur.
Dit kinderzitje NOOIT gebruiken op een
winkelwagen.
NIET gebruiken op autobanken gericht naar de
zij- of achterkant van het voertuig (1a, 1b). Gebruik
het kinderzitje uitsluitend op naar voren gerichte
autobanken. Statistische cijfers over ongevallen
tonen aan dat kinderen veiliger zijn in een autostoel
op de achterbank dan op de voorbank (1c, 1d).
Dit kinderzitje NOOIT gebruiken met
tweepuntsautogordels.
NIET GEBRUIKEN in een configuratie die niet
wordt getoond in de instructies.
NIET GEBRUIKEN in andere banen dan die
getoond in de instructies.
CONTROLEER of het kinderzitje niet vastzit door
een opvouwbare of verplaatsbare passagierszetel
of in de deur van de auto.
68
CONTROLEER of alle opvouwbare
passagierszetels goed zijn bevestigd.
CONTROLEER of alle losse voorwerpen, zoals
bagage en boeken, stevig vastzitten in de auto,
anders kunnen ze bij een aanrijding letsel
veroorzaken.
Dit kinderzitje moet stevig vastzitten in de gordel,
zelfs als de auto niet rijdt. Bij een aanrijding of
plotse stop kan een niet-vastgemaakt kinderzitje
letsel toebrengen aan de inzittenden.
Laat kinderen NIET spelen met het kinderzitje en
laat hen ook niet toe dat ze het veranderen.
Controleer ALTIJD of de hendel stevig gesloten
is in de positie om het draagstoeltje rechtop te
dragen, voordat u uw kind erin draagt.
Een kind NOOIT uit een kinderzitje halen terwijl de
auto rijdt.
WARM! Bedek het kinderzitje als u het in direct
zonlicht laat staan. Sommige onderdelen kunnen
te warm worden voor de huid van uw kind.
Controleer de oppervlakken altijd, voordat u uw
kind in het stoeltje plaatst. De hoes van het stoeltje
kan verbleken in direct zonlicht.
Plaats het autostoeltje of draagstoeltje NOOIT
naast de rand van een verhoogd oppervlak of op
69
een zacht oppervlak, zoals een kussen of matras.
Het autostoeltje of draagstoeltje zou van deze
oppervlakken kunnen vallen en ernstig letsel of de
dood veroorzaken.
Gebruik geen andere lastdragende punten dan
die gespecificeerd door de fabrikant van het
kinderzitje in de instructies of op het kinderzitje zelf.
NEVER place the car seat or infant carrier near the
edge of an elevated surface or on a soft surface
such as a seat cushion or mattress. The car seat
or infant carrier could fall o these surfaces and
cause serious injury or death.
Do not use load bearing points other than
those specified by restraint manufacturer in the
instructions or on the restraint body.
70
8
12
10
11
3
1
2
14
5
4
13
7
9
10
6
1 Bijstelknop 8 Schouderkussens
2 Bijstelriem 9 Gesp
3 Kruiskussen 10 Geleider heupriem
4 Gareel 11 Babykussen
5 Kruisriem 12 Hendel
6 Kap 13 Ontgrendelingsknop voor
hendel
7 7 Kopsteun 14 Sleuf van kruisriem
71
15 Geleider aan
schouderriem
16 Sleuf van gareel
17 Scheidingsplaat
18 Geraamte
19 Adapter
15
16
17
19
18
72
DE HENDEL AANPASSEN
1 Er zijn 4 posities:
A - Positie in de auto/draagpositie
B/C - Middenposities
D - Stationaire positie
2 Om bij te stellen, knijpt u de
ontgrendelingsknoppen van de hendel aan
beide kanten. Daarna draait u de hendel. De
hendel sluit in de juiste positie..
3 U moet een klik horen als de knop van de
hendel en de hendel vastzitten in de
positie om rechtop te dragen.
WAARSCHUWING: Controleer altijd of de
hendel stevig gesloten is in de positie om
rechtop te dragen, voordat u uw kind erin
draagt.
HET GAREEL AANPASSEN
4 Stel de hoogte van schouderriemen bij, totdat
ze op de hoogte van, of net onder de
schouders van uw kind zitten.
5 Om de hoogte van de schouderriemen
aan te passen, verwijdert u de riemen uit de
scheidingsplaat aan de achterkant van
de stoel.
HET GAREEL AANPASSEN
73
6 Trek beide riemen doorheen het geraamte en
de hoes van de stoel.
7 Geleid de gareelriemen door de juiste
gareelsleuf.
Beide riemen moeten gelijk zijn en mogen niet
gedraaid zijn.
Vanaf de achterkant van de stoel bevestigt u
de gareelriem op de scheidingsplaat. Trek om
te controleren of de gareelriemen stevig
vastzitten op de scheidingsplaat.
DE POSITIE VAN DE KRUISRIEM BIJSTELLEN
De kruisriem kan in 2 posities aan de grootte
van het kind worden aangepast. Verplaats de
kruisriempositie enkel naar de buitenpositie, als
uw kind meer weegt dan 7 kg.
8 Om de kruisriem te verplaatsen, zoekt u het
metalen plaatje dat aan de kruisriem bevestigd
is onder het kinderzitje. Draai de metalen plaat
en duw doorheen het geraamte en de
stoelhoes.
9 Zoek de juiste sleuf voor de kruisriem en steek
het metalen plaatje en de kruisriem
doorheen de hoes van de stoel en het
geraamte. Trek aan de gareelgesp,
om te controleren of die goed vastzit.
74
HET KIND IN HET KINDERZITJE VASTZETTEN
10 Duw op de bijstellingsknop in het midden
vooraan van de stoel en trek aan beide
schouderriemen om het gareel te lossen.
11 Druk op de rode knop op de gesp om de
schouderriemen te lossen en naar de zijkant te
verplaatsen.
12 Plaats uw kind in de stoel met het zitvlak op
de basis en de rug plat tegen de achterkant
van de stoel.
Schuif de schouderriemen over de schouders
van uw kind.
Controleer of het gareel op de hoogte van of
net onder de bovenkant van de schouders
van uw kind zit.
HET KIND IN HET KINDERZITJE VASTZETTEN
13 Breng de bovenste en onderste gesptongen in
lijn, zodat ze één tong vormen.
14 Steek de gesp in. U moet een klik horen.
Controleer of de schouderriemen niet
gedraaid zijn.
Stel de schouderkussens bij over het midden
van de schouders van uw kind.
HET KIND IN HET KINDERZITJE VASTZETTEN
15 Trek aan de bijstellingsriem van het gareel,
totdat de schouderriemen goed vastzitten
75
tegen het kind.
16 De riemen zijn goed aangespannen, als één
vinger tussen de gareelriemen en de
schouders van uw kind gaat.
INSTALLATIE IN DE AUTO
WAARSCHUWING
• De autogordel NIET over een ander traject
geleiden bij gebruik van het kinderstoeltje.
• GEEN tweepuntsgordel gebruiken om dit
autostoeltje te plaatsen.
• Dit kinderzitje UITSLUITEND naar achter gericht
installeren op naar voren gerichte autobanken.
INSTALLATIE IN DE AUTO
17 Plaats het kinderzitje naar achter gericht op
de autobank. Controleer of de hendel in de
gespecificeerde positie staat. Het kind
kijkt naar de achterkant van de auto.
18 Steek de gesp in. U moet een klik horen. De
autogordel en de gesp moeten in lijn
met elkaar liggen. Neem contact op met Baby
Jogger als u op dit punt twijfelt.
INSTALLATIE IN DE AUTO
19 Geleid de schouderautogordel rond de
achterkant van het kinderzitje en doorheen de
schouderriemgeleider.
76
NB: Als de autogordel te kort is, verplaats dan de
autobank zo ver mogelijk naar
achter en verlaag de hoogte
van de gordel. Als de autogordel nog altijd te
kort is, probeer dan een andere zitpositie.
20 Trek aan het schoudergedeelte naar het
oprolmechanisme toe, terwijl u naar onder
drukt op het midden van het draagstoeltje om
het aan de autobank vast te maken.
NB: Controleer of het draagstoeltje stevig vastzit.
Neem de kanten van de stoel vast en schuif
de zijkant van het draagstoeltje opzij
en van voren naar achter. Als het draagstoeltje
minder dan 1,5 cm beweegt, zit het vast
genoeg.
DE STOF VERWIJDEREN
21 Aan de zijkant van de kap trekt u aan het lipje.
Maak het frame van de kap los.
22 Verwijder de hoes van het stoeltje door te
tillen rond de zijkanten. Trek af vanaf de
voorkant van het voetgedeelte.
ZORG EN ONDERHOUD
23 Bewaar de handleiding onder het stoelkussen
in de groef van de stoel.
77
Controleer uw kinderstoeltje regelmatig op
versleten of beschadigde onderdelen. Vervang
het kinderstoeltje als onderdelen beschadigd zijn.
Houd het kinderstoeltje schoon.
Gebruik geen vet of olie voor welk onderdeel ook
van het stoeltje.
DE HOES REINIGEN
De stoen onderdelen kunnen worden gewassen
zoals vermeld op het etiket.
DE GESP REINIGEN
Eten, drinken en ander afval kunnen zich
opstapelen in de gesp van het gareel. Dit kan een
goede werking verhinderen.
Maak de gesp schoon in lauw water. U moet een
klik horen, om zekerheid te hebben dat de gesp
goed werkt.
GAREEL EN GERAAMTE REINIGEN
Maak schoon met een spons en lauw water en
een zachte zeep.
Geen andere reinigingsmiddelen gebruiken.
OPBERGING
Opbergen in een veilige en droge ruimte, uit de
nabijheid van hitte of direct zonlicht. Geen zware
voorwerpen op het stoeltje plaatsen.
1/80