Chicco Eletta Handleiding

Categorie
Autostoelen
Type
Handleiding
Istruzioni d’uso Pag. 2-5
Instructions for use Pag. 6-9
Mode d’emploi Pag. 10-13
Gebrauchsanleitung Pag. 14-17
Instrucciones de uso Pag. 18-21
Instruções de utilização Pag. 22-25
Gebruiksaanwijzing Pag. 26-29
Οδηγίες χρήσης Pag. 30-34
Инструкция по использованию Pag. 35-39
Bruksanvisning Pag. 40-43
Upute Za Uporabu Pag. 44-47
Navodila Za Uporabo Pag. 48-51
Návod K Použití Pag. 52-55
Návod K Použitiu Pag. 56-59
Инструкции за употреба Pag. 60-64
Használati Utasítás Pag. 65-68
Instrucţiuni de folosire Pag. 69-72
Instrukcja sposobu użycia Pag. 73-76
Kullanım bilgileri Pag. 77-80
Pag. 81-84
使用說明 Pag. 85-87
I
GB
F
D
E
P
NL
GR
HR
RUS
SLO
CS
SK
BG
H
R
PL
TR
SA
C
S
26
Gebruiksaanwijzing
ZEER BELANGRIJK: METEEN LEZEN
Volg de instructies voor de montage en de
installatie van het product nauwgezet. Laat
niemand het artikel gebruiken zonder eerst de
instructies te hebben gelezen.
Bewaar deze handleiding voor eventuele latere
raadpleging.
LET OP! Volgens de statistieken over ongelukken
is de achterbank van het voertuig veiliger dan de
voorzittingen: daarom wordt aangeraden het
autostoeltje op de achterbank te installeren. De
veiligste zitting is de middelste achterzitting, als
deze is uitgerust met een driepuntsgordel.
LET OP! ERNSTIG GEVAAR! Gebruik dit auto-
stoeltje bij Groep 0+ (0-13 kg) nooit op een
voorzitting uitgerust met een frontale airbag.
Het stoeltje kan alleen op een voorzitting wor-
den geïnstalleerd, als de frontale airbag is uitge-
schakeld: controleer bij de autofabrikant, of in
de gebruiksaanwijzing van de auto, of de airbag
kan worden uitgeschakeld.
Het wordt aanbevolen alle inzittenden te infor-
meren over hoe het kind in geval van nood kan
worden losgekoppeld.
Als het autostoeltje bij Groep 1 (9-18 kg) op
de voorzitting met ingeschakelde airbag wordt
gezet, wordt voor een grotere veiligheid aange-
raden de zitting zover mogelijk naar achteren te
zetten, voor zover de aanwezigheid van andere
passagiers op de achterbank dit toestaat.
Gebruik dit autostoeltje nooit op zittingen die
zijdelings of tegen de rijrichting in gedraaid zijn.
Plaats dit autostoeltje alleen op zittingen, die
correct aan de structuur van de auto zijn beves-
tigd en die in de rijrichting staan. Kijk goed uit
dat inklapbare of draaiende autozittingen stevig
vastzitten, omdat deze bij een ongeluk een ge-
vaar kunnen inhouden.
Let erop hoe het autostoeltje in de auto wordt
geïnstalleerd om te voorkomen dat een mobiele
zitting of het portier stoort.
Bevestig het autostoeltje nooit op een autozit-
ting uitgerust met enkel een buikgordel (twee-
puntsgordel).
Geen enkel autostoeltje kan de absolute vei-
ligheid van het kind in geval van een ongeluk
garanderen, maar het gebruik van dit artikel
vermindert het gevaar voor ernstig letsel of de
dood.
Het gevaar voor ernstig letsel van het kind, en
niet alleen bij een ongeluk, maar ook in andere
omstandigheden (bijv. bij hard remmen, enz.)
wordt groter, als de aanwijzingen die in deze
handleiding worden beschreven niet nauwgezet
in acht worden genomen: controleer altijd dat
het autostoeltje correct aan de zitting is beves-
tigd.
Indien het autostoeltje beschadigd, vervormd
of ernstig versleten mocht zijn, moet het wor-
den vervangen. Het kan de oorspronkelijke vei-
ligheidskenmerken hebben verloren.
Verricht geen wijzigingen aan het artikel en
voeg er niets aan toe zonder toestemming van
de fabrikant.
Breng geen niet door de fabrikant geleverde
accessoires, reserveonderdelen of onderdelen
aan.
Laat het kind nooit en om geen enkele reden
zonder toezicht in het autostoeltje achter.
Laat het autostoeltje nooit onbevestigd op de
autozitting. Het kan tegen andere passagiers
stoten en deze verwonden.
Zet niets dat geen voor het artikel goedgekeurd
accessoire is tussen de autozitting en het auto-
stoeltje, of tussen het autostoeltje en het kind:
in geval van een ongeluk kan het dan gebeuren
dat het autostoeltje niet goed functioneert.
Als de auto in de rechtstreekse zon wordt ach-
tergelaten, wordt aangeraden het autostoeltje
te bedekken.
Ook na een niet ernstig ongeluk kan het auto-
stoeltje schade opgelopen hebben, die echter
niet altijd met het blote oog zichtbaar is: het
moet daarom worden vervangen.
Gebruik geen tweedehands autostoeltjes: deze
kunnen voor het blote oog onzichtbare struc-
turele schade hebben opgelopen, die zodanig
is dat de veiligheid van het artikel niet langer
gewaarborgd wordt.
De rma Artsana wijst elke vorm van aansprake-
lijkheid af voor een oneigenlijk gebruik van het
product.
De hoes kan uitsluitend worden vervangen
met een door de fabrikant goedgekeurde hoes,
omdat deze integraal deel uitmaakt van het au-
tostoeltje. Het autostoeltje mag nooit zonder
hoes worden gebruikt, om de veiligheid van het
kind niet in het gedrang te brengen.
Controleer dat de band van de gordel niet ver-
draaid zit en voorkom dat deze of een gedeelte
van het autostoeltje tussen de portieren komt
of over scherpe punten wrijft. Als de gordel
sneeën of rafels heeft, moet hij worden vervan-
gen.
Controleer dat er geen voorwerpen of bagage,
in het bijzonder op de hoedenplank in het voer-
tuig worden vervoerd, die niet zijn vastgezet of
veilig zijn geplaatst: bij een ongeluk of bij hard
remmen kunnen deze de passagiers verwon-
den.
Verzeker u ervan dat alle passagiers van het
voertuig hun eigen veiligheidsgordel gebruiken,
zowel voor de eigen veiligheid, als omdat zij tij-
dens de reis bij een ongeluk of bij hard remmen
het kind kunnen verwonden.
Stop vaak tijdens lange reizen. Een kind is het al
gauw beu. Haal het kind om geen enkele reden
NL
27
uit het autostoeltje, terwijl de auto rijdt. Als het
kind aandacht nodig heeft, moet u een veilige
plek zoeken en stoppen.
Te vroeg geboren kinderen, die zijn geboren
vóór de 37ste week zwangerschap, kunnen ge-
vaar lopen in het autostoeltje. Deze baby’s kun-
nen ademhalingsmoeilijkheden hebben, terwijl
ze in het autostoeltje zitten. We raden u dus
aan u tot uw arts of het ziekenhuispersoneel te
wenden, zodat uw kind kan worden beoordeeld
en het geschikte autostoeltje kan worden aan-
geraden, voordat u uit het ziekenhuis komt.
GEBRUIKSAANWIJZING
INHOUDSOPGAVE:
• BESCHRIJVING VAN DE ONDERDELEN
KENMERKEN VAN HET PRODUCT
BEPERKINGEN EN GEBRUIKSVEREISTEN BE-
TREFFENDE HET ARTIKEL EN DE AUTOZIT-
TING
HET AUTOSTOELTJE IN DE AUTO INSTALLE-
REN VOOR Gr. 0+ (0-13 kg)
HET AUTOSTOELTJE IN DE AUTO INSTALLE-
REN VOOR Gr. 1 (9-18 kg)
• DE STAND VAN DE GORDELS AFSTELLEN
HET KIND IN HET AUTOSTOELTJE ZETTEN
• REINIGEN EN ONDERHOUD
BESCHRIJVING VAN DE ONDERDELEN
Fig. 1 (Voorkant)
A. hoes
B. openingen om de gordels in hoogte af te stellen
C. schoudergordels
D. gordels van het autostoeltje
E. gesp
F. Bedekkingsvak van de verstelknop van de gordels
G. verstelband van de gordels
H. verkleinkussen
Fig. 2 (Zijaanzicht)
I. zitting
J. basis
K. handgreep om het stoeltje schuin te zetten
L. Geleidingen om de buikgordel van de driepunts-
autogordel doorheen te halen (alleen installatie
voor Gr. 0+)
M. Geleidingen om de buikgordel van de driepuntsgor-
del doorheen te halen (alleen installatie voor Gr. 1)
N. Blokkeerklemmen voor de buikgordel van de drie-
puntsautogordel (alleen installatie voor Gr. 1)
O. Geleiding om het diagonale gedeelte van de au-
togordel doorheen te halen (beide installaties)
P. Bevestigingsplaat van de gordels (zie ook fi g. 22)
KENMERKEN VAN HET PRODUCT
Dit autostoeltje is met inachtneming van de
Europese voorschriften ECE R44/04 goedge-
keurd voor “Groep 0+/1”, voor het vervoer van
kinderen vanaf de geboorte tot 18 kg lichaams-
gewicht (ongeveer van 0 tot 3 jaar).
De goedkeuring is van het “Universele” type,
dus kan het autostoeltje in elke model auto
worden gebruikt. LET OP! “Universeel” bete-
kent dat het compatibel is met de meeste, maar
niet met alle autozittingen.
BELANGRIJKE MEDEDELINGEN
1. Dit is een “Universeel” kinderbeveiligingssysteem,
dat goedgekeurd is volgens het reglement ECE
R44/04 en compatibel is met de meeste, maar niet
alle, autozittingen.
2. De perfecte compatibiliteit is eenvoudiger te
verkrijgen indien de fabrikant van het voertuig in
de handleiding ervan verklaart dat het voertuig
geschikt is om er “universele” kinderbeveiligings-
systemen voor kinderen van deze leeftijdsgroep in
te installeren.
3. Dit kinderbeveiligingssysteem is als “Universeel”
geclassifi ceerd volgens goedkeuringscriteria die
strenger zijn ten opzichte van vorige modellen die
niet met deze mededeling zijn uitgerust.
4. Geschikt om te worden gebruikt in voertuigen
met vaste of oprolbare driepuntsgordel, die goed-
gekeurd is volgens het reglement UN/ECE N°16 of
andere gelijkwaardige standaarden.
5. Neem in geval van twijfel contact op met de fa-
brikant van het kinderbeveiligingssysteem of met
de dealer.
BEPERKINGEN EN GEBRUIKSVEREISTEN BE-
TREFFENDE HET ARTIKEL EN DE AUTOZITTING
LET OP! Neem de volgende beperkingen en gebruiksver-
eisten betreffende het artikel en de autozitting nauwge-
zet in acht: anders is de veiligheid niet verzekerd.
Dit autostoeltje is enkel goedgekeurd voor gebruik
voor kinderen met een gewicht tussen de 0 en 18
kg (vanaf de geboorte tot ongeveer 3 jaar).
De autozitting dient uitgerust te zijn met een
vaste of oprolbare driepuntsgordel, die goedge-
keurd is volgens de Voorschriften UNI/ECE N°16
of andere gelijkwaardige standaarden (Fig. 3).
LET OP! Installeer het autostoeltje nooit met de
tweepuntsgordel van de auto. Fig. 4).
Het autostoeltje kan voorin op de passagiers-
zitting worden aangebracht, of op één van de
achterzittingen. Gebruik dit autostoeltje nooit
op zittingen die zijdelings gekeerd of tegen de
rijrichting in staan (Fig. 5).
Het product is uitsluitend bestemd om te wor-
den gebruikt als autostoeltje en niet voor ge-
bruik in huis.
HET AUTOSTOELTJE IN DE AUTO
INSTALLEREN VOOR Gr. 0+ (0-13 kg)
LET OP! Als het wordt gebruikt voor Gr. 0+ (van 0
tot 13 kg), installeert u het altijd tegen de rijrichting
in. Als de voorzitting van de auto met een airbag
is uitgerust, schakelt u de airbag uit voordat u het
autostoeltje installeert. Levensgevaar of gevaar voor
ernstig letsel.
28
LET OP! De punten waar de gordels voor de instal-
latie voor Gr. 0+ (0-13 kg) doorgehaald moeten wor-
den, zijn BLAUW aangegeven.
LET OP! Gebruik het verkleinkussen nooit als het
kind meer dan 6 kg weegt.
Fig. 6 – Stel het autostoeltje met handgreep K op de
schuinste stand af.
Fig. 7 – Plaats het autostoeltje tegen de rijrichting
in op de zitting.
Fig. 8 – Laat de driepuntsveiligheidsgordel van de
auto tussen de zitting en de basis van het autostoel-
tje lopen en maak hem aan de gesp van de zitting
vast. Laat het buikgedeelte door de speciale blauwe
geleidingen L lopen, aan de achterkant van de rug-
leuning van het autostoeltje.
Fig. 9 – Span het buikgedeelte van de gordel zo strak
mogelijk en laat het door de speciale geleiding O
lopen aan dezelfde kant als de persoon die met de
installatie bezig is.
Fig. 10 – Controleer of de installatie goed is verricht,
of de gordel goed is gespannen en of het autostoeltje
stevig op de zitting is vastgezet. Als dit niet zo zou
zijn, herhaalt u de hele installatie vanaf het begin.
LET OP! Controleer altijd of de gordel gelijkmatig
over alle punten is verdeeld en niet verdraaid zit.
LET OP! Laat de autogordels NOOIT op andere
plaatsen lopen dan de aangeduide.
HET AUTOSTOELTJE IN DE AUTO INSTALLEREN
VOOR Gr. 1 (9-18 kg)
LET OP! Als het wordt gebruikt voor gr. 1 (van 9 tot
18 kg), installeert u het altijd met de rijrichting mee.
Als het autostoeltje op de voorzitting wordt ge-
plaatst, wordt voor een grotere veiligheid aangera-
den de zitting zover mogelijk naar achteren te zet-
ten, voor zover de aanwezigheid van andere passa-
giers op de achterbank dit toelaat, en de rugleuning
zo verticaal mogelijk te zetten.
Als de auto uitgerust is met een hoogteregelaar voor
de gordel, bevestigt u deze op de laagste stand. Con-
troleer vervolgens dat de gordelregelaar ten opzichte
van de rugleuning van de autozitting naar achteren
staat (of er hooguit op één lijn mee staat).
LET OP! De punten waar de gordels voor de installa-
tie voor Gr. 1 (9-18 kg) doorgehaald moeten worden,
zijn ROOD aangegeven.
Stel het autostoeltje met handgreep K op de schuin-
ste stand af (Fig. 6).
Fig. 11 – Plaats het autostoeltje met de rijrichting
mee op de gekozen zitting.
Fig. 12 - Pak de driepuntsautogordel vast en laat hem
tussen de basis en de zitting doorlopen. Maak hem
aan de andere kant vast.
Fig. 13 - Laat het horizontale gedeelte van de gordel
(buikgedeelte) onder de twee speciale rode gordel-
doorgangen M heen lopen.
Fig. 14 - Span de gordel zo strak mogelijk door hem
aan het diagonale (borst-) gedeelte vast te pakken.
Fig. 15 - Druk met een vinger op de knop op blok-
keerklem N aan de kant van degene die de installatie
verricht en laat het diagonale gedeelte van de gordel
er doorheen lopen. Laat de knop vervolgens weer los,
die automatisch weer op de vergrendelde stand te-
rugkeert. Span de gordel opnieuw zo strak mogelijk.
Fig. 16 - Haal het bovenste gedeelte van de diago-
nale gordel door geleiding O.
Fig. 17 – Span de gordel nogmaals zo strak mogelijk
en laat het autostoeltje goed op de zitting aanslui-
ten. Ga indien nodig met een knie op het autostoel-
tje zitten.
Fig. 18 – Controleer of de installatie goed is verricht,
of de gordel goed is gespannen en of het autostoeltje
stevig op de zitting is vastgezet. Als dit niet zo zou
zijn, herhaalt u de hele installatie vanaf het begin.
LET OP! Controleer altijd of de gordel gelijkmatig
over alle punten is verdeeld en niet verdraaid zit.
LET OP! Laat de autogordels NOOIT op andere
plaatsen lopen dan de aangeduide.
DE STAND VAN DE GORDELS AFSTELLEN
LET OP! De gordels moeten altijd aan de groei van
het kind worden aangepast.
Fig. 19 – Voor een goede afstelling moeten de gor-
dels ter hoogte van de schouders van het kind uit de
rugleuning komen.
Handel voor de afstelling als volgt:
Stel het autostoeltje met handgreep K op de schuin-
ste stand af (Fig. 6).
Fig. 20 - Druk in het speciale vak F op de afstelknop
van de gordels en pak tegelijkertijd de 2 gordels D
van het autostoeltje onder de schouderbanden vast
en trek ze naar u toe, om ze losser te maken.
Fig. 21 - Maak de veiligheidsgordel los, door op de
rode knop van de gesp te drukken.
Fig. 22 – Haal de twee uiteinden van de gordels uit
bevestigingsplaat P achter de rugleuning.
Fig. 23 - Trek aan de voorkant aan de gordels, om ze
uit de rugleuning en de schouderbanden te halen.
Fig. 24 – Verwijder de schouderbanden door de be-
vestigingsplaatjes uit de bijbehorende openingen in
de rugleuning te halen door ze te draaien.
Fig. 25 – Steek de plaatjes van de twee schouder-
banden op de gewenste hoogte weer in de voorziene
opening van de rugleuning.
Fig. 26 – Maak de twee lipjes in de gesp vast om de
juiste richting van de gordels eenvoudiger te con-
troleren.
Fig. 27 – Steek de twee uiteinden van de gordels
eerst door de schouderbanden en vervolgens in de
openingen in de rugleuning en in de bevestigings-
plaatjes van de schouderbanden.
Fig. 28 – Steek de twee uiteinden van de gordels
weer in het plaatje.
Fig. 29 – Controleer dat zowel de plaat, als de uitein-
den van de gordels zich zo bevinden, als in de afbeel-
ding wordt getoond.
LET OP! Controleer dat de gordels niet verdraaid zitten.
HET KIND IN HET AUTOSTOELTJE ZETTEN
Maak de gordels van het autostoeltje precies zo los
29
en koppel ze los, zoals in de paragraaf “DE HOOGTE
VAN DE GORDELS AFSTELLEN” staat beschreven,
Fig. 20 en 21.
Fig. 30 – Zet het kind in het autostoeltje.
LET OP! Controleer altijd dat het kind met het li-
chaam stevig tegen de rugleuning van het autostoel-
tje zit en dat het tussenbeenstuk goed is geplaatst.
Fig. 31 – Neem de gordels en breng de twee lipjes
van de gesp samen.
Fig. 32 – Duw de twee met elkaar verbonden lipjes
van de gesp in de gesp tot u een duidelijke klik hoort.
Om de veiligheid te garanderen, zijn de twee lipjes
van de gesp zodanig ontworpen, dat het onmogelijk
is er slechts één vast te klikken, of één voor één.
Fig. 33 - Om de gordels van het autostoeltje aan te
spannen, trekt u aan de verstelband van de gordels G
tot ze goed op het kinderlichaam aansluiten.
LET OP! De gordels moeten goed gespannen zijn en
op het kind aansluiten, maar niet te strak zitten: ter
hoogte van de schouders moet er een vinger tussen
de gordel en het kind kunnen worden gestoken.
LET OP! Controleer dat de gordels niet verdraaid
zitten.
REINIGEN EN ONDERHOUD
Reinigings- en onderhoudswerkzaamheden mogen
alleen door een volwassene worden verricht.
DE HOES REINIGEN
De hoes van het autostoeltje is volledig verwijder-
baar en kan met de hand of op 30°C in de wasma-
chine worden gewassen. Om ze te wassen, houdt u
zich aan de instructies op het etiket van de bekleding
met de volgende wassymbolen:
Op 30°C in de wasmachine wassen
Handwas
Niet bleken
Niet chemisch reinigen
Niet in de droger drogen
Niet strijken
Gebruik nooit schuur- of oplosmiddelen. Centri-
fugeer de hoes niet en hang ze op zonder ze uit te
wringen.
Om de hoes te verwijderen moeten eerst de gordels
worden verwijderd. Een handeling waarvoor naar de
vorige paragraaf “DE HOOGTE VAN DE GORDELS
AFSTELLEN” wordt verwezen, bij de punten van Fig.
20 tot Fig. 23:
Als de gordels eenmaal van de rugleuning zijn ver-
wijderd:
Fig. 34 – verwijder de hoes van het autostoeltje door
de schouderbanden en de twee gedeeltes van de
gordels uit de bijbehorende openingen in de hoes
zelf te halen.
Om de hoes en de gordels weer aan te brengen, han-
delt u als volgt:
Fig. 35 – breng de hoes weer op de zitting van het
autostoeltje aan, door de twee gedeeltes van de
gordels van het autostoeltje door de respectievelijke
openingen in de hoes zelf te halen.
Herhaal vervolgens de handelingen, precies zoals
ze in de paragraaf “DE HOOGTE VAN DE GORDELS
AFSTELLEN” van Fig. 26 tot Fig. 29 worden beschre-
ven.
LET OP! Controleer dat de gordels niet verdraaid
zitten.
DE PLASTIC EN METALEN
ONDERDELEN REINIGEN
Gebruik alleen een vochtige doek om de kunststof of
metalen delen te reinigen. Gebruik nooit schuur- of
oplosmiddelen.
De bewegende delen van het autostoeltje mogen op
geen enkele wijze worden gesmeerd.
CONTROLE DAT DE ONDERDELEN INTACT ZIJN
Aangeraden wordt de volgende onderdelen regel-
matig op beschadiging en slijtage te controleren:
Hoes: controleer dat de vulling niet uitpuilt of
dat er geen delen loszitten. Controleer de staat
van de naden die altijd intact moeten zijn.
Gordels: controleer dat de stof niet rafelt of dui-
delijk dun is geworden ter hoogte van de afstel-
band, het tussenbeenstuk, de schouderbanden
en het gebied van de afstelplaat van de gordels.
Kunststof delen: controleer de slijtagestaat van
alle kunststof delen, die geen duidelijke bescha-
digingen of verkleuring mogen hebben.
LET OP! Indien het autostoeltje vervormd mocht zijn
of ernstig versleten, dient het te worden vervangen:
het kan de originele veiligheidskenmerken hebben
verloren.
HET ARTIKEL OPBERGEN
Als het niet in de auto geïnstalleerd is, wordt aan-
geraden het autostoeltje op een droge plaats, uit de
buurt van warmtebronnen en beschermd tegen stof,
vocht en rechtstreeks zonlicht te bewaren.
HET PRODUCT AFDANKEN
Als de voorziene gebruiksgrens van het autostoeltje
is bereikt, gebruikt u het niet meer en zet u het bij
het afval. Uit respect voor het milieu scheidt u de
verschillende soorten afval volgens wat door de gel-
dende voorschriften in uw land is voorgeschreven.
VOOR MEER INFORMATIE:
PHARSANA NV
Klantenservice
Temselaan 5
1853 Strombeek-Bever – BELGIË
Tel. 02/300 82 40
www.chicco.com

Documenttranscriptie

I GB Istruzioni d’uso Pag. 2-5 Instructions for use Pag. 6-9 F Mode d’emploi Pag. 10-13 D Gebrauchsanleitung Pag. 14-17 E Instrucciones de uso Pag. 18-21 P Instruções de utilização Pag. 22-25 NL Gebruiksaanwijzing Pag. 26-29 GR Οδηγίες χρήσης Pag. 30-34 RUS Инструкция по использованию Pag. 35-39 Bruksanvisning Pag. 40-43 HR Upute Za Uporabu Pag. 44-47 SLO Navodila Za Uporabo Pag. 48-51 CS Návod K Použití Pag. 52-55 SK Návod K Použitiu Pag. 56-59 BG Инструкции за употреба Pag. 60-64 H Használati Utasítás Pag. 65-68 R Instrucţiuni de folosire Pag. 69-72 PL Instrukcja sposobu użycia Pag. 73-76 TR Kullanım bilgileri Pag. 77-80 S SA C Pag. 81-84 使用說明 Pag. 85-87 NL Gebruiksaanwijzing • ZEER BELANGRIJK: METEEN LEZEN • Volg de instructies voor de montage en de installatie van het product nauwgezet. Laat niemand het artikel gebruiken zonder eerst de instructies te hebben gelezen. • Bewaar deze handleiding voor eventuele latere raadpleging. • LET OP! Volgens de statistieken over ongelukken is de achterbank van het voertuig veiliger dan de voorzittingen: daarom wordt aangeraden het autostoeltje op de achterbank te installeren. De veiligste zitting is de middelste achterzitting, als deze is uitgerust met een driepuntsgordel. • LET OP! ERNSTIG GEVAAR! Gebruik dit autostoeltje bij Groep 0+ (0-13 kg) nooit op een voorzitting uitgerust met een frontale airbag. Het stoeltje kan alleen op een voorzitting worden geïnstalleerd, als de frontale airbag is uitgeschakeld: controleer bij de autofabrikant, of in de gebruiksaanwijzing van de auto, of de airbag kan worden uitgeschakeld. • Het wordt aanbevolen alle inzittenden te informeren over hoe het kind in geval van nood kan worden losgekoppeld. • Als het autostoeltje bij Groep 1 (9-18 kg) op de voorzitting met ingeschakelde airbag wordt gezet, wordt voor een grotere veiligheid aangeraden de zitting zover mogelijk naar achteren te zetten, voor zover de aanwezigheid van andere passagiers op de achterbank dit toestaat. • Gebruik dit autostoeltje nooit op zittingen die zijdelings of tegen de rijrichting in gedraaid zijn. • Plaats dit autostoeltje alleen op zittingen, die correct aan de structuur van de auto zijn bevestigd en die in de rijrichting staan. Kijk goed uit dat inklapbare of draaiende autozittingen stevig vastzitten, omdat deze bij een ongeluk een gevaar kunnen inhouden. • Let erop hoe het autostoeltje in de auto wordt geïnstalleerd om te voorkomen dat een mobiele zitting of het portier stoort. • Bevestig het autostoeltje nooit op een autozitting uitgerust met enkel een buikgordel (tweepuntsgordel). • Geen enkel autostoeltje kan de absolute veiligheid van het kind in geval van een ongeluk garanderen, maar het gebruik van dit artikel vermindert het gevaar voor ernstig letsel of de dood. • Het gevaar voor ernstig letsel van het kind, en niet alleen bij een ongeluk, maar ook in andere omstandigheden (bijv. bij hard remmen, enz.) wordt groter, als de aanwijzingen die in deze handleiding worden beschreven niet nauwgezet in acht worden genomen: controleer altijd dat het autostoeltje correct aan de zitting is bevestigd. • • • • • • • • • • • • • • 26 Indien het autostoeltje beschadigd, vervormd of ernstig versleten mocht zijn, moet het worden vervangen. Het kan de oorspronkelijke veiligheidskenmerken hebben verloren. Verricht geen wijzigingen aan het artikel en voeg er niets aan toe zonder toestemming van de fabrikant. Breng geen niet door de fabrikant geleverde accessoires, reserveonderdelen of onderdelen aan. Laat het kind nooit en om geen enkele reden zonder toezicht in het autostoeltje achter. Laat het autostoeltje nooit onbevestigd op de autozitting. Het kan tegen andere passagiers stoten en deze verwonden. Zet niets dat geen voor het artikel goedgekeurd accessoire is tussen de autozitting en het autostoeltje, of tussen het autostoeltje en het kind: in geval van een ongeluk kan het dan gebeuren dat het autostoeltje niet goed functioneert. Als de auto in de rechtstreekse zon wordt achtergelaten, wordt aangeraden het autostoeltje te bedekken. Ook na een niet ernstig ongeluk kan het autostoeltje schade opgelopen hebben, die echter niet altijd met het blote oog zichtbaar is: het moet daarom worden vervangen. Gebruik geen tweedehands autostoeltjes: deze kunnen voor het blote oog onzichtbare structurele schade hebben opgelopen, die zodanig is dat de veiligheid van het artikel niet langer gewaarborgd wordt. De firma Artsana wijst elke vorm van aansprakelijkheid af voor een oneigenlijk gebruik van het product. De hoes kan uitsluitend worden vervangen met een door de fabrikant goedgekeurde hoes, omdat deze integraal deel uitmaakt van het autostoeltje. Het autostoeltje mag nooit zonder hoes worden gebruikt, om de veiligheid van het kind niet in het gedrang te brengen. Controleer dat de band van de gordel niet verdraaid zit en voorkom dat deze of een gedeelte van het autostoeltje tussen de portieren komt of over scherpe punten wrijft. Als de gordel sneeën of rafels heeft, moet hij worden vervangen. Controleer dat er geen voorwerpen of bagage, in het bijzonder op de hoedenplank in het voertuig worden vervoerd, die niet zijn vastgezet of veilig zijn geplaatst: bij een ongeluk of bij hard remmen kunnen deze de passagiers verwonden. Verzeker u ervan dat alle passagiers van het voertuig hun eigen veiligheidsgordel gebruiken, zowel voor de eigen veiligheid, als omdat zij tijdens de reis bij een ongeluk of bij hard remmen het kind kunnen verwonden. Stop vaak tijdens lange reizen. Een kind is het al gauw beu. Haal het kind om geen enkele reden • uit het autostoeltje, terwijl de auto rijdt. Als het kind aandacht nodig heeft, moet u een veilige plek zoeken en stoppen. Te vroeg geboren kinderen, die zijn geboren vóór de 37ste week zwangerschap, kunnen gevaar lopen in het autostoeltje. Deze baby’s kunnen ademhalingsmoeilijkheden hebben, terwijl ze in het autostoeltje zitten. We raden u dus aan u tot uw arts of het ziekenhuispersoneel te wenden, zodat uw kind kan worden beoordeeld en het geschikte autostoeltje kan worden aangeraden, voordat u uit het ziekenhuis komt. • De goedkeuring is van het “Universele” type, dus kan het autostoeltje in elke model auto worden gebruikt. LET OP! “Universeel” betekent dat het compatibel is met de meeste, maar niet met alle autozittingen. BELANGRIJKE MEDEDELINGEN 1. Dit is een “Universeel” kinderbeveiligingssysteem, dat goedgekeurd is volgens het reglement ECE R44/04 en compatibel is met de meeste, maar niet alle, autozittingen. 2. De perfecte compatibiliteit is eenvoudiger te verkrijgen indien de fabrikant van het voertuig in de handleiding ervan verklaart dat het voertuig geschikt is om er “universele” kinderbeveiligingssystemen voor kinderen van deze leeftijdsgroep in te installeren. 3. Dit kinderbeveiligingssysteem is als “Universeel” geclassificeerd volgens goedkeuringscriteria die strenger zijn ten opzichte van vorige modellen die niet met deze mededeling zijn uitgerust. 4. Geschikt om te worden gebruikt in voertuigen met vaste of oprolbare driepuntsgordel, die goedgekeurd is volgens het reglement UN/ECE N°16 of andere gelijkwaardige standaarden. 5. Neem in geval van twijfel contact op met de fabrikant van het kinderbeveiligingssysteem of met de dealer. GEBRUIKSAANWIJZING INHOUDSOPGAVE: • BESCHRIJVING VAN DE ONDERDELEN • KENMERKEN VAN HET PRODUCT • BEPERKINGEN EN GEBRUIKSVEREISTEN BETREFFENDE HET ARTIKEL EN DE AUTOZITTING • HET AUTOSTOELTJE IN DE AUTO INSTALLEREN VOOR Gr. 0+ (0-13 kg) • HET AUTOSTOELTJE IN DE AUTO INSTALLEREN VOOR Gr. 1 (9-18 kg) • DE STAND VAN DE GORDELS AFSTELLEN • HET KIND IN HET AUTOSTOELTJE ZETTEN • REINIGEN EN ONDERHOUD BESCHRIJVING VAN DE ONDERDELEN Fig. 1 (Voorkant) A. hoes B. openingen om de gordels in hoogte af te stellen C. schoudergordels D. gordels van het autostoeltje E. gesp F. Bedekkingsvak van de verstelknop van de gordels G. verstelband van de gordels H. verkleinkussen BEPERKINGEN EN GEBRUIKSVEREISTEN BETREFFENDE HET ARTIKEL EN DE AUTOZITTING LET OP! Neem de volgende beperkingen en gebruiksvereisten betreffende het artikel en de autozitting nauwgezet in acht: anders is de veiligheid niet verzekerd. • Dit autostoeltje is enkel goedgekeurd voor gebruik voor kinderen met een gewicht tussen de 0 en 18 kg (vanaf de geboorte tot ongeveer 3 jaar). • De autozitting dient uitgerust te zijn met een vaste of oprolbare driepuntsgordel, die goedgekeurd is volgens de Voorschriften UNI/ECE N°16 of andere gelijkwaardige standaarden (Fig. 3). • LET OP! Installeer het autostoeltje nooit met de tweepuntsgordel van de auto. Fig. 4). • Het autostoeltje kan voorin op de passagierszitting worden aangebracht, of op één van de achterzittingen. Gebruik dit autostoeltje nooit op zittingen die zijdelings gekeerd of tegen de rijrichting in staan (Fig. 5). • Het product is uitsluitend bestemd om te worden gebruikt als autostoeltje en niet voor gebruik in huis. Fig. 2 (Zijaanzicht) I. zitting J. basis K. handgreep om het stoeltje schuin te zetten L. Geleidingen om de buikgordel van de driepuntsautogordel doorheen te halen (alleen installatie voor Gr. 0+) M. Geleidingen om de buikgordel van de driepuntsgordel doorheen te halen (alleen installatie voor Gr. 1) N. Blokkeerklemmen voor de buikgordel van de driepuntsautogordel (alleen installatie voor Gr. 1) O. Geleiding om het diagonale gedeelte van de autogordel doorheen te halen (beide installaties) P. Bevestigingsplaat van de gordels (zie ook fig. 22) HET AUTOSTOELTJE IN DE AUTO INSTALLEREN VOOR Gr. 0+ (0-13 kg) LET OP! Als het wordt gebruikt voor Gr. 0+ (van 0 tot 13 kg), installeert u het altijd tegen de rijrichting in. Als de voorzitting van de auto met een airbag is uitgerust, schakelt u de airbag uit voordat u het autostoeltje installeert. Levensgevaar of gevaar voor ernstig letsel. KENMERKEN VAN HET PRODUCT • Dit autostoeltje is met inachtneming van de Europese voorschriften ECE R44/04 goedgekeurd voor “Groep 0+/1”, voor het vervoer van kinderen vanaf de geboorte tot 18 kg lichaamsgewicht (ongeveer van 0 tot 3 jaar). 27 LET OP! De punten waar de gordels voor de installatie voor Gr. 0+ (0-13 kg) doorgehaald moeten worden, zijn BLAUW aangegeven. LET OP! Gebruik het verkleinkussen nooit als het kind meer dan 6 kg weegt. Fig. 6 – Stel het autostoeltje met handgreep K op de schuinste stand af. Fig. 7 – Plaats het autostoeltje tegen de rijrichting in op de zitting. Fig. 8 – Laat de driepuntsveiligheidsgordel van de auto tussen de zitting en de basis van het autostoeltje lopen en maak hem aan de gesp van de zitting vast. Laat het buikgedeelte door de speciale blauwe geleidingen L lopen, aan de achterkant van de rugleuning van het autostoeltje. Fig. 9 – Span het buikgedeelte van de gordel zo strak mogelijk en laat het door de speciale geleiding O lopen aan dezelfde kant als de persoon die met de installatie bezig is. Fig. 10 – Controleer of de installatie goed is verricht, of de gordel goed is gespannen en of het autostoeltje stevig op de zitting is vastgezet. Als dit niet zo zou zijn, herhaalt u de hele installatie vanaf het begin. LET OP! Controleer altijd of de gordel gelijkmatig over alle punten is verdeeld en niet verdraaid zit. LET OP! Laat de autogordels NOOIT op andere plaatsen lopen dan de aangeduide. verricht en laat het diagonale gedeelte van de gordel er doorheen lopen. Laat de knop vervolgens weer los, die automatisch weer op de vergrendelde stand terugkeert. Span de gordel opnieuw zo strak mogelijk. Fig. 16 - Haal het bovenste gedeelte van de diagonale gordel door geleiding O. Fig. 17 – Span de gordel nogmaals zo strak mogelijk en laat het autostoeltje goed op de zitting aansluiten. Ga indien nodig met een knie op het autostoeltje zitten. Fig. 18 – Controleer of de installatie goed is verricht, of de gordel goed is gespannen en of het autostoeltje stevig op de zitting is vastgezet. Als dit niet zo zou zijn, herhaalt u de hele installatie vanaf het begin. LET OP! Controleer altijd of de gordel gelijkmatig over alle punten is verdeeld en niet verdraaid zit. LET OP! Laat de autogordels NOOIT op andere plaatsen lopen dan de aangeduide. DE STAND VAN DE GORDELS AFSTELLEN LET OP! De gordels moeten altijd aan de groei van het kind worden aangepast. Fig. 19 – Voor een goede afstelling moeten de gordels ter hoogte van de schouders van het kind uit de rugleuning komen. Handel voor de afstelling als volgt: Stel het autostoeltje met handgreep K op de schuinste stand af (Fig. 6). Fig. 20 - Druk in het speciale vak F op de afstelknop van de gordels en pak tegelijkertijd de 2 gordels D van het autostoeltje onder de schouderbanden vast en trek ze naar u toe, om ze losser te maken. Fig. 21 - Maak de veiligheidsgordel los, door op de rode knop van de gesp te drukken. Fig. 22 – Haal de twee uiteinden van de gordels uit bevestigingsplaat P achter de rugleuning. Fig. 23 - Trek aan de voorkant aan de gordels, om ze uit de rugleuning en de schouderbanden te halen. Fig. 24 – Verwijder de schouderbanden door de bevestigingsplaatjes uit de bijbehorende openingen in de rugleuning te halen door ze te draaien. Fig. 25 – Steek de plaatjes van de twee schouderbanden op de gewenste hoogte weer in de voorziene opening van de rugleuning. Fig. 26 – Maak de twee lipjes in de gesp vast om de juiste richting van de gordels eenvoudiger te controleren. Fig. 27 – Steek de twee uiteinden van de gordels eerst door de schouderbanden en vervolgens in de openingen in de rugleuning en in de bevestigingsplaatjes van de schouderbanden. Fig. 28 – Steek de twee uiteinden van de gordels weer in het plaatje. Fig. 29 – Controleer dat zowel de plaat, als de uiteinden van de gordels zich zo bevinden, als in de afbeelding wordt getoond. LET OP! Controleer dat de gordels niet verdraaid zitten. HET AUTOSTOELTJE IN DE AUTO INSTALLEREN VOOR Gr. 1 (9-18 kg) LET OP! Als het wordt gebruikt voor gr. 1 (van 9 tot 18 kg), installeert u het altijd met de rijrichting mee. Als het autostoeltje op de voorzitting wordt geplaatst, wordt voor een grotere veiligheid aangeraden de zitting zover mogelijk naar achteren te zetten, voor zover de aanwezigheid van andere passagiers op de achterbank dit toelaat, en de rugleuning zo verticaal mogelijk te zetten. Als de auto uitgerust is met een hoogteregelaar voor de gordel, bevestigt u deze op de laagste stand. Controleer vervolgens dat de gordelregelaar ten opzichte van de rugleuning van de autozitting naar achteren staat (of er hooguit op één lijn mee staat). LET OP! De punten waar de gordels voor de installatie voor Gr. 1 (9-18 kg) doorgehaald moeten worden, zijn ROOD aangegeven. Stel het autostoeltje met handgreep K op de schuinste stand af (Fig. 6). Fig. 11 – Plaats het autostoeltje met de rijrichting mee op de gekozen zitting. Fig. 12 - Pak de driepuntsautogordel vast en laat hem tussen de basis en de zitting doorlopen. Maak hem aan de andere kant vast. Fig. 13 - Laat het horizontale gedeelte van de gordel (buikgedeelte) onder de twee speciale rode gordeldoorgangen M heen lopen. Fig. 14 - Span de gordel zo strak mogelijk door hem aan het diagonale (borst-) gedeelte vast te pakken. Fig. 15 - Druk met een vinger op de knop op blokkeerklem N aan de kant van degene die de installatie HET KIND IN HET AUTOSTOELTJE ZETTEN Maak de gordels van het autostoeltje precies zo los 28 en koppel ze los, zoals in de paragraaf “DE HOOGTE VAN DE GORDELS AFSTELLEN” staat beschreven, Fig. 20 en 21. Fig. 30 – Zet het kind in het autostoeltje. LET OP! Controleer altijd dat het kind met het lichaam stevig tegen de rugleuning van het autostoeltje zit en dat het tussenbeenstuk goed is geplaatst. Fig. 31 – Neem de gordels en breng de twee lipjes van de gesp samen. Fig. 32 – Duw de twee met elkaar verbonden lipjes van de gesp in de gesp tot u een duidelijke klik hoort. Om de veiligheid te garanderen, zijn de twee lipjes van de gesp zodanig ontworpen, dat het onmogelijk is er slechts één vast te klikken, of één voor één. Fig. 33 - Om de gordels van het autostoeltje aan te spannen, trekt u aan de verstelband van de gordels G tot ze goed op het kinderlichaam aansluiten. LET OP! De gordels moeten goed gespannen zijn en op het kind aansluiten, maar niet te strak zitten: ter hoogte van de schouders moet er een vinger tussen de gordel en het kind kunnen worden gestoken. LET OP! Controleer dat de gordels niet verdraaid zitten. zelf te halen. Om de hoes en de gordels weer aan te brengen, handelt u als volgt: Fig. 35 – breng de hoes weer op de zitting van het autostoeltje aan, door de twee gedeeltes van de gordels van het autostoeltje door de respectievelijke openingen in de hoes zelf te halen. Herhaal vervolgens de handelingen, precies zoals ze in de paragraaf “DE HOOGTE VAN DE GORDELS AFSTELLEN” van Fig. 26 tot Fig. 29 worden beschreven. LET OP! Controleer dat de gordels niet verdraaid zitten. DE PLASTIC EN METALEN ONDERDELEN REINIGEN Gebruik alleen een vochtige doek om de kunststof of metalen delen te reinigen. Gebruik nooit schuur- of oplosmiddelen. De bewegende delen van het autostoeltje mogen op geen enkele wijze worden gesmeerd. CONTROLE DAT DE ONDERDELEN INTACT ZIJN Aangeraden wordt de volgende onderdelen regelmatig op beschadiging en slijtage te controleren: • Hoes: controleer dat de vulling niet uitpuilt of dat er geen delen loszitten. Controleer de staat van de naden die altijd intact moeten zijn. • Gordels: controleer dat de stof niet rafelt of duidelijk dun is geworden ter hoogte van de afstelband, het tussenbeenstuk, de schouderbanden en het gebied van de afstelplaat van de gordels. • Kunststof delen: controleer de slijtagestaat van alle kunststof delen, die geen duidelijke beschadigingen of verkleuring mogen hebben. LET OP! Indien het autostoeltje vervormd mocht zijn of ernstig versleten, dient het te worden vervangen: het kan de originele veiligheidskenmerken hebben verloren. REINIGEN EN ONDERHOUD Reinigings- en onderhoudswerkzaamheden mogen alleen door een volwassene worden verricht. DE HOES REINIGEN De hoes van het autostoeltje is volledig verwijderbaar en kan met de hand of op 30°C in de wasmachine worden gewassen. Om ze te wassen, houdt u zich aan de instructies op het etiket van de bekleding met de volgende wassymbolen: Op 30°C in de wasmachine wassen Handwas Niet bleken HET ARTIKEL OPBERGEN Als het niet in de auto geïnstalleerd is, wordt aangeraden het autostoeltje op een droge plaats, uit de buurt van warmtebronnen en beschermd tegen stof, vocht en rechtstreeks zonlicht te bewaren. Niet chemisch reinigen Niet in de droger drogen Niet strijken HET PRODUCT AFDANKEN Als de voorziene gebruiksgrens van het autostoeltje is bereikt, gebruikt u het niet meer en zet u het bij het afval. Uit respect voor het milieu scheidt u de verschillende soorten afval volgens wat door de geldende voorschriften in uw land is voorgeschreven. Gebruik nooit schuur- of oplosmiddelen. Centrifugeer de hoes niet en hang ze op zonder ze uit te wringen. Om de hoes te verwijderen moeten eerst de gordels worden verwijderd. Een handeling waarvoor naar de vorige paragraaf “DE HOOGTE VAN DE GORDELS AFSTELLEN” wordt verwezen, bij de punten van Fig. 20 tot Fig. 23: Als de gordels eenmaal van de rugleuning zijn verwijderd: Fig. 34 – verwijder de hoes van het autostoeltje door de schouderbanden en de twee gedeeltes van de gordels uit de bijbehorende openingen in de hoes VOOR MEER INFORMATIE: PHARSANA NV Klantenservice Temselaan 5 1853 Strombeek-Bever – BELGIË Tel. 02/300 82 40 www.chicco.com 29
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90

Chicco Eletta Handleiding

Categorie
Autostoelen
Type
Handleiding