Documenttranscriptie
NL
Trainings- en bedieningshandleiding
Inhoudsopgave
Maximale polsslag
Doelpolsslag keuze (fat/fit/man.)
Veiligheidsaanwijzingen
63
63
• Keuze: kJoule / Kcal – weergave
• Keuze: energieweergave real./fys.
68
• Alarmsignaal AAN / UIT
68
Algemene aanwijzingen
• Systeemgeluiden
69
69
• Recovery
69
• Omschakeling tijd / afstand
69
• Doelpolsslag programmering
63
• Service
56
56
• Gereed voor training
63
• Uw veiligheid
56
• Prestatieprofielen 1 – 6
64
Korte beschrijving
57
58
• Omschakeling tijd/afstand
64
• Functiebereik / toetsen
• Weergavebereik / display
59-61
• Weergegeven waardes
61
Snelstart (ter kennismaking)
• Trainingsbegin
61
61
• Trainingseinde
61
• Slaapstand
61
Training
62
... door belastingprogrammering
• Count up
62
• Count down
62
• Programmeervelden
Roeislagen
Aantal slagen
Signalen
Tijd
Energie
Afstand
Prestatieweergave
Leeftijd
62
62
62
62
63
63
63
63
63
... door polsslagprogrammering
68
• HRC1 – Count up
• HRC2 – Count down
65
65
• Profielweergave tijdens de training 69
• Toerentalafhankelijk gebruik
69
• HRC3 -- vaarspel 30 min.
65
• Berekening gemiddelde waarde
69
• HRC4 -- extensieve intervaltraining
40 min.
65
Trainingsfuncties
• Aanwijzingen voor polsslagmeting 69
Met oorclip
69
Met borstgordel
69
• Weergavewisseling
66
66
• Profielwijziging
66
• Aanwijzingen voor de PC-Interface 69
• Prestatieweergave
66
• Trainingsonderbreking/-einde
66
Glossar
• Voortzetten van de training
66
• Recovery (herstelpolsmeting)
67
Programmeringen en functies
67
• Tabel: programmeringen/functies 67
• Tabel: polsslaggebeurtenissen
67
• Computerstoringen
69
69
G
Dit teken verwijst in de handleiding naar
de woordenlijst. Daar wordt het betreffende begrip verklaard.
Trainingshandleiding
70
70
Individuele instellingen
68
• Wissen van het totale aantal kilometers 68
• Duurtraining
• Belastingintensiteit
71
• Opslaan van de programmeringen 68
• Belastingomvang
71
• Keuze: km/mijl – weergave
• Geïntegreerde trainingsprogramma’s 73
• Trainingsbeschrijving
74
68
Veiligheidsaanwijzingen
Let voor uw veiligheid op onderstaande punten:
• Plaats het trainingsapparaat op een geschikte, stevige
ondergrond.
• Controleer vóór het eerste gebruik en vervolgens na 6 maanden of alle verbindingen goed vast zitten.
• Gebruik het trainingsapparaat uitsluitend volgens de aanwijzingen in de handleiding, dit om foutieve belasting of overbelasting te voorkomen.
• Het opstellen van het apparaat in vochtige ruimtes is, op
langere termijn, wegens de daarmee verbonden roestvorming
niet aan te raden.
• Controleer regelmatig of het apparaat goed functioneert en
in goede conditie is.
• De veiligheidstechnische controles behoren tot de plichten
van een gebruiker en dienen regelmatig en nauwkeurig
plaats te vinden.
• Defecte of beschadigde onderdelen dienen meteen
vervangen te worden. Gebruik hiervoor uitsluitend originele
KETTLER onderdelen.
• Het apparaat mag tot na de reparatie niet gebruikt worden.
56
• Het veiligheidsniveau van het apparaat kan alleen behouden
blijven, als regelmatig op schade en slijtage gecontroleerd
wordt.
Voor uw veiligheid:
• Raadpleeg vóór u gaat trainen uw huisarts of uw gezondheid
trainen met dit apparaat toelaat. Baseer de opbouw van uw
trainingsprogramma op zijn advies. Foutieve of overmatige
training kan tot schade aan de gezondheid leiden.
Korte beschrijving
De elektronica heeft een functiebereik met toetsen en een weergavebereik (display) met wijzigende symbolen en grafieken.
Weergavebereik
Display
Functiebereik
Toetsen
57
Korte handleiding
Functiebereik
De zes toetsen worden hieronder kort uitgelegd.
Het precieze gebruik wordt in de afzonderlijke hoofdstukken uitgelegd. In deze beschrijvingen worden de namen
van de functietoetsen identiek gebruikt.
SET (kort indrukken)
Met deze functietoets worden de programmeringen
opgeroepen. De ingestelde gegevens worden overgenomen.
SET (langer indrukken)
Wissen van het veld (Reset)
Uitzondering: bij de weergave van alle segmenten:
oproep ”individuele instellingen” met weergave: Reset +/-
G
Display (kort indrukken)
Met deze functietoets schakelt het actuele middelste
veld naar het volgende weergaveveld of schakelt de automatische gegevenwisseling uit.
Display (langer indrukken)
Automatische gegevenswisseling
Weergave: SCAN
Programm
G
Met deze functietoets worden de diverse programma’s
gekozen.
Nogmaals indrukken
> volgende programma
Langer indrukken
> programmadoorloop
Min – / plus + toetsen
Met deze functietoetsen worden voor de training in de diverse menu’s waardes gewijzigd en tijdens de training de
belasting gewijzigd.
• verder ”plus”
• of terug ”min”
• langer indrukken > snellere wisseling
• ”plus” en ”min” tegelijk indrukken:
• belasting springt op
• programma’s springen op
• waardeprogrammering springt op
niveau 1
oorspronkelijk
uit (off)
RECOVERY
G
Met deze functietoets wordt de herstelpolsfunctie gestart.
Opmerking:
Andere functies van de toetsen worden op de betreffende
plaatsen in de bedieningshandleiding uitgelegd.
Polsslagmeting
De polsslagmeting gebeurt via de meegeleverde borstgordel. Lees hiervoor a.u.b. de bijbehorende handleiding.
58
Weergavebereik / display
Het weergavebereik informeert over de verschillende
functies en de gekozen instelmodi.
Programma’s: count up / count down
De programma’s onderscheiden zich door de manier van tellen.
Count up: telt op, count down: telt terug
Programma’s
Belasting via tijd of afstand
Voorgeprogrammeerde profielen 1–6
Polsslaggestuurde programma’s: HRC1- HRC4
Doelpolsslag via de tijd
Vier programma’s, die via een voorgeprogrammeerde
polsslagwaarde of meerdere voorgeprogrammeerde
polsslagwaardes de belasting regelen.
PC-interface
Als dit symbool verschijnt, bestaat er een verbinding met
een PC.
59
Slagen / aantal slagen
Pijlen voor bereik aantal slagen
Weergave bij afwijking van
–/+ 4 slagen/min.
Gemiddelde waarde (AVG)
Slagen (aantal)
Waarde 0 – 9999
G
Dimensie
Aantal slagen (slagen per minuut)
Waarde 0 – 199
Remniveau
Gemiddelde waarde (AVG)
Waarde 1 – 15
Polsslag
Maximale polsslag
Alarm (knippert) max. polsslag +1
Doelpolsslag overschreden +11
Alarmsignaal AAN/UIT
Procentuele waarde
Actuele polsslag / max. polsslag
Doelpolsslag te laag –11
Hartsymbool (knippert)
Dimensie
Waarde 0 – 220
Gemiddelde waarde
Afstand
Dimensie instelbaar
Waarde 0 – 499
Prestatie
POWER weergave
(gemiddeld vermogen van een roeislag)
MAXPOWER weergave
(topvermogen van een roeislag)
Gemiddelde waarde
60
Dimensie
Waarde 25 – 999
Energieverbruik
Dimensie instelbaar
Waarde 0 – 9999
Punten
G
Tekst – en waardeweergave
1 kolom is 1 minuut
of
200 m of 0,1 mijl
Belastingprofiel
1 punt (hoogte) = 1 niveau
30 kolommen
Snelstart (ter kennismaking)
Trainingsbegin:
Zonder bijzondere instellingen
• Begroetingsbeeld bij het inschakelen
Weergave van het totale aantal kilometers en de totale
trainingstijd
• Na 3 seconden: weergave ”count up”;
Alle waardes staan op 0;
m.u.v. remniveau en prestatie
• Trainingsbegin
Weergave
Slagen, slagen/min., remniveau, prestatie, tijd, polsslag (indien polsslagmeting actief), afstand, energie
Wijzigen van de belasting en tijdens de training:
• ”plus”: remniveau wordt met 1 niveau verhoogd.
• ”min” verlaagt met 1 niveau
Uit het remniveau en de slagen/min. volgt de prestatie.
Aanwijzing:
De roeislagen per minuut worden pas na ca. 5 seconden
weergegeven.
Trainingseinde
• Gemiddelde waardes (Ø):
Weergave
Slagen/min., remniveau, prestatie en polsslag (indien
polsslagmeting actief)
• Totale waardes
Slagen, tijd, afstand en energie
Slaapstand
Het apparaat schakelt 4 minuten na trainingseinde in
de slaapstand. Door indrukken van een willekeurige
toets begint de computer weer met de ”count up”.
61
Training
De computer beschikt over 12 trainingsprogramma’s.
Deze onderscheiden zich duidelijk in de belastingintensiteit en -duur.
1. Training door belastingprogrammering
a. Manuele belastingprogrammering
• (PROGRAM) ”count up”
• (PROGRAM) ”count down”
b. Belastingprofielen
• (PROGRAM) ”1” – ”6”
2. Training door polsslagprogrammering
a. Manuele polsslagprogrammering
• (PROGRAM) ”HRC1 count up”
• (PROGRAM) ”HRC2 count down”
b. Polsslagprofielen
• (PROGRAM) ”HRC3”
• (PROGRAM) ”HRC4 ”
Training door belastingprogrammering
a. Manuele belastingprogrammering
(PROGRAM) ”count up”
• ”PROGRAM” indrukken tot: weergave: ”count up”
training beginnen, alle waardes tellen op.
Of
• ”SET” indrukken: programmeerveld
• ”Plus” of ”min”: belasting wijzigen.
Trainingsbegin alle waardes tellen op.
(PROGRAM) ”count down”
•”PROGRAM” indrukken tot: weergave: ”count down”
Het programma telt van de ingevoerde waarde terug
> 0. Als géén programmering plaatsvindt, begint de
training in het programma ”count up”. Voor het starten
van het programma moet minstens één programmering
in het programmeerveld aanwezig zijn.
• ”SET” indrukken: programmeerveld
Programmeerveld
Weergave: roeislagenprogrammering ”str.”
Roeislagenprogrammering
• Met ”plus” of ”min” waarde ingeven (bijv. 900)
Met ”SET” bevestigen.
Weergave: volgende menu programmering aantal slagen ”st./min”
Programmering aantal slagen
• Met ”plus” of ”min” waarde ingeven (bijv. 30)
Met ”SET” bevestigen.
Weergave: volgende menu signalen ”beep”.
Signalen
”Beep off” = géén akoestische roeislagondersteuning
”Beep 1x” = 1 signaal voor totale roeislag
”Beep 2x” = 1 signaal voor 1/2 roeislag
• Met ”plus” of ”min” waarde ingeven (bijv. 1x)
Met ”SET” bevestigen.
Weergave: volgende menu tijdprogrammering ”TIME”.
62
Tijdprogrammering
• Met ”plus” of ”min” waarde ingeven (bijv. 45:00)
Met ”SET” bevestigen.
Weergave: volgende menu energieprogrammering ”Energy”
Energieprogrammering
• Met ”plus” of ”min” waarde ingeven (bijv. 1500)
Met ”SET” bevestigen.
Weergave: volgende menu afstandprogrammering ”Dist.”
Afstandprogrammering
• Met ”plus” of ”min” waarde ingeven (bijv. 14,00)
Met ”SET” bevestigen.
Weergave: volgende menu vermogenprogrammering ”power”
Vermogenprogrammering
Bij keuze van ”Power AVG” wordt het gemiddelde
vermogen bij ”Power Max” het topvermogen van een
roeislag weergegeven.
• Met ”plus” of ”min” kiezen
Met ”SET” bevestigen.
Weergave: volgende menu leeftijdprogrammering ”Age”.
Leeftijdprogrammering
Het programmeren van de leeftijd dient voor het berekenen en bewaken van de maximale polsslag (symbool HI,
alarmsignaal indien geactiveerd).
• Met ”plus” of ”min” waarde ingeven (bijv. 34)
Daaruit wordt volgens de formule (220-leeftijd)
een maximale polsslag van 186 berekend.
Met ”SET” bevestigen.
Weergave: volgende menu programmering maximale polsslag ”Max”.
Programmering maximale polsslag
• Met ”min” waarde ingeven.
Een maximale polsslag kan alleen verlaagd worden!
Met ”SET” bevestigen.
Weergave: volgende menu keuze doelpolsslag ”Fat 65%”
Keuze doelpolsslag
• Met ”plus” of ”min” keuze maken
• Vetverbranding 65%, conditie 75%, manueel 40-90%
Met ”SET” bevestigen (manueel 40-90%)
• Met ”plus” of ”min” waarde ingeven (bijv. man. 83)
Met ”SET” bevestigen (programmeermodus eindigt)
Weergave: gereed voor training met alle programmeringen
Of
Doelpolsslag programmering
Invoeren van 40 – 200 dient voor het vastleggen en bewaken van een leeftijdonafhankelijke trainingspolsslag (symbool HI, alarmsignaal indien geactiveerd, géén maximale
polsslag bewaking). Daarvoor moet de programmering
maximale polsslag op ”Off” staan.
• Met ”plus” of ”min” de maximale polsslag bewaking
kiezen. Weergave: ”Max Off”
Met ”SET” bevestigen
Weergave: volgende programmering ”doelpolsslag” (Pulse)
• Met ”plus” of ”min” waarde ingeven (bijv. 130)
Met ”SET” bevestigen (programmeermodus eindigt)
Weergave: gereed voor training met alle programmeringen
Gereed voor training
Belasting
• Met ”plus” of ”min” belasting wijzigen. Trainingsbegin
door roeien. De voor de training ingestelde belasting
wordt opgeslagen.
63
Opmerking:
• Een overzicht van alle instelmogelijkheden in de programma’s zijn in de tabellen samengevat (zie pagina 67).
• De programmeringen gaan bij een ”Reset” verloren.
Wordt bij individuele instellingen ”opslaan van programmeringen” geactiveerd (pagina 68), blijven de
programmeringen opgeslagen. Bij een volgende
oproep van count up / count down worden de gegevens overgenomen.
b. Prestatieprofielen (PROGRAM) ”1” – ”6”
Alle profielen worden door indrukken van ”PROGRAM”
gekozen.
Bijv. Weergave: ”1”
Intervaltraining 20 ; belasting niveau 5-8, 20 min.
”SET” indrukken: programmeerveld,,
• ”PROGRAM” indrukken tot: Weergave: ”2”
Spurts ; belasting niveau 5-9, 30 min.
”SET” indrukken: programmeerveld
• ”PROGRAM” indrukken tot: Weergave: ”3”
Gewichtsreductie ; belasting niveau 5-7, 40 min.
”SET” indrukken: programmeerveld
• ”PROGRAM” indrukken tot: Weergave: ”4”
Conditie ; belasting niveau 5-8, 40 min.
”SET” indrukken: programmeerveld
• ”PROGRAM” indrukken tot: Weergave: ”5”
Powerprogramma ; belasting niveau 5-9, 30 min.
”SET” indrukken: programmeerveld
• ”PROGRAM” indrukken tot: Weergave: ”6”
Interval 60; belasting niveau 1-5, 60 min.
”SET” indrukken: programmeerveld
Opmerking:
Bij tijden boven 30 minuten wordt in het programmaveld
het profiel op 30 kolommen gecomprimeerd.
Omschakeling tijd / afstand
In de programma’s 1-6 is in het programmeerveld de
omschakeling van tijd- naar afstandmodus mogelijk.
• Met ”min” of ”plus” modus instellen
Met ”SET” bevestigen.
Weergave: gereed voor training
De afstand per kolom bedraagt 0,2 km (0,1 mijl).
64
2. Training door polsslagprogrammering
Manuele polsslagprogrammering
(PROGRAM) ”HRC1” count up”
• ”PROGRAM” indrukken tot: Weergave: HRC1
• ”SET” indrukken: programmeerveld
Of
Training beginnen, alle waardes tellen op. De belasting
wordt automatisch verhoogd tot de doelpolsslag bereikt
is (bijv. 130).
(PROGRAM) ”HRC2” Count Down
• ”PROGRAM” indrukken tot: Weergave: HRC2
• ”SET” indrukken: programmeerveld
De programmeringen en verstelmogelijkheden zijn
analoog aan het programmapunt ”count down”.
• Trainingsbegin
De belasting wordt automatisch verhoogd tot de
doelpolsslag bereikt is (bijv. 130)
(PROGRAM) ”HRC3” vaarspel 30 min.
• ”PROGRAM” indrukken tot: Weergave: HRC3
• ”SET” indrukken: programmeerveld
• Trainingsbegin
De belasting wordt automatisch verhoogd tot de diverse
doelpolsslagen bereikt zijn.
(PROGRAM) ”HRC4” extensieve intervaltraining 40 Min
• ”PROGRAM” indrukken tot: Weergave: HRC4
• ”SET” indrukken: programmeerveld
• Trainingsbegin
De belasting wordt automatisch verhoogd tot de diverse
doelpolsslagen bereikt zijn.
Aanwijzing:
Beginbelasting
In HRC-programma’s is in het programmeerveld het vastleggen van de beginbelasting van niveau 1 – 10 mogelijk.
• Met ”plus” of ”min” waarde ingeven (bijv. 10)
De belasting wordt dan vanaf niveau 10 automatisch
verhoogd tot de doelpolsslag bereikt is (bijv. 130)
Polsslag
• Met ”plus” of ”min” kan de polsslagwaarde op
dit punt en tijdens de training nog gewijzigd
worden, bijv. van 130 naar 135.
Trainingsbegin door roeien.
Programmeermogelijkheden: zie tabellen pagina 13
Opmerking:
• Een belastingwijziging vindt in HRC-programma’s bij
afwijkingen van +/- 6 hartslagen plaats.
65
Trainingsfuncties
Weergavewisseling tijdens de training
Verstelling: manueel
>
>
>
>
>
>
>
>
>
Met ”display” wisselt de weergave in het puntenveld in de
volgorde: Time / SPM. / Str. / Brake / Dist. / Power /
Energy / Pulse / (Profil) / Time ……
Verstelling: automatisch (SCAN)
”Display”-toets langer indrukken tot het ”SCAN”-symbool
in de display verschijnt. Elke 5 seconden wisseling van
de weergave. De SCAN-functie wordt door opnieuw
indrukken van de ”Display”-toets, recovery-functie of
trainingsonderbreking beëindigd.
Wijziging van het belastingprofiel
Wordt de belasting tijdens het programma gewijzigd,
werkt de wijziging vanaf de knipperende kolom naar
rechts. De kolommen links ervan tonen de afgelegde
belastingniveaus en blijven ongewijzigd.
Vermogenweergave (POWER / MAXPOWER)
Tijdens de training kan de vermogenweergave van
gemiddelde waarde ”POWER” in topwaarde
”MAXPOWER” gewijzigd worden.
• Met ”SET” keuze maken
Opmerking:
In het middelste veld wordt altijd het gemiddelde
vermogen weergegeven.
Trainingsonderbreking of –einde
Bij minder dan 10 roeislagen/min. of indrukken van
”RECOVERY” herkent de computer een trainingsonderbreking. De bereikte trainingswaardes worden getoond.
Slagen/min., remniveau, vermogen en polsslag (indien
polsslagmeting geactiveerd) worden als gemiddelde
waarde met het Ø-symbool weergegeven.
Met ”plus” of ”min” wisselen naar de actuele weergave.
De trainingsgegevens worden 4 minuten getoond.
Drukt u binnen deze tijd niet op een toets of traint u niet,
schakelt de computer in de slaapstand.
Voortzetten van de training
Wordt de training binnen 4 minuten voortgezet, worden
alle waardes verder opgeteld of afgeteld.
66
RECOVERY – functie
Herstelpolsmeting
Bij trainingseinde ”RECOVERY” indrukken.
De computer meet 60 seconden terugtellend uw polsslag.
Drukt u op ”RECOVERY”, wordt onder ”STROKES” de
actuele polsslag opgeslagen; onder ”BRAKE” wordt de
polsslagwaarde na 60 seconden opgeslagen. Onder
”POWER” wordt het verschil tussen deze waardes
getoond. Hieruit wordt een conditiecijfer (bijv. F 1.1)
berekend. De weergave stopt na 20 seconden.
”RECOVERY” of ”RESET” onderbreekt de functie. Wordt
aan het begin of einde van de teruglopende tijd géén
polsslag gemeten, verschijnt er een foutmelding.
Programmeringen en functies
Training
Stilstaan
Belasting
Belasting
Profiel
Profiel
✔
✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔
Slagen
Slagen/min
✔
✔
Tijd, energie, afstand
✔
✔
✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔
✔
✔
✔
✔
✔
✔
✔
Max. polsslag
✔
✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔
✔
✔
✔
Vetverbranding 65%
of conditie 75%
of manueel 40-90%
✔
✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔
✔
✔
✔
Doelpolsslag 40-200
✔
✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔
✔
✔
✔
✔
✔
✔
of
✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔
Tijd/afstand omschakeling
✔
✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔
Recovery
Weergave bij polsslaggebeurtenissen
Bij het niet halen van de geprogrammeerde trainingspolsslag (-11 slagen) verschijnt
het symbool ”LO”.
Overschrijding
%
Waarde/programmering
✔
Maximale polsslag 80-210
Uit (off)
Doelpolsslag vetverbranding
of
conditie
of
manueel
Doelpolsslag
40-200
65%
75%
40-90%
}
✔
MAX
+1
+1
+1
+11 –11*
Bij overschrijding (+11 slagen) verschijnt
het symbool ”HI”.
Bij overschrijding van de maximale
polsslag knippert de ”HI”-pijl en het woord
”MAX” verschijnt.
Is bij individuele instellingen het ”alarmsignaal bij maximale polsslag overschrijding”
geactiveerd hoort u tevens enkele alarmtonen.
+11 –11*
* Opmerking: verschijnt alleen als de doelpolsslag 1x bereikt werd.
67
Individuele instellingen
Ga volgens het hiernaast staande schema te werk: ”Reset”
indrukken
Weergave: alle segmenten
Nu ”SET” langer indrukken: menu: individuele
instellingen
Weergave: Reset +/-, totaal aantal kilometers en totale
trainingstijd
=>
1. Wissen van het totaal aantal kilometers en totale trainingstijd
”Plus” + ”min” tegelijk indrukken
Functie: wissen van het veld: ”Reset OK”
”Set” indrukken: sprong naar de volgende instelling
Weergave: Store
>=
=>
Of
Wissen van het totale waardes overslaan, alleen ”SET”
indrukken
Weergave: Store
2. Opslaan van programmeringen
”Plus” of ”min” indrukken
Programmeringen voor tijd, energie, afstand, leeftijd,
doelpolsslag worden voor langere tijd opgeslagen.
Functie:
ON = opslaan ook na ”reset”
Off = opslaan tot de volgende ”reset”
”Set” indrukken
Sprong naar de volgende instelling
Weergave: metric of English
>=
=>
3. Weergave van de eenheid in kilometers / mijlen
”Plus” of ”min” indrukken
Functie: Kiezen van kilometer of mijlen weergave
”Set” indrukken: gekozen eenheid wordt opgeslagen en
sprong naar de volgende instelling
Weergave: Energy.
>=
=>
4. Weergave van het energieverbruik in kJoule /
Kcalorieën
”Plus” of ”min” indrukken
Functie: Keuze van de energieverbruik weergave
”Set” indrukken: gekozen eenheid wordt opgeslagen en
sprong naar de volgende instelling
Weergave: Energy
>=
=>
5. Weergave van mechanische / menselijke energieomzetting
”Plus” of ”min” indrukken
Functie: keuze van de energieomzetting weergave
Real.: de energieomzetting van de trainende persoon met
16,7% werking.
Phys.: de energieomzetting van het apparaat, puur natuurkundig berekend
>=
=>
”Set” indrukken: gekozen eenheid wordt opgeslagen en
sprong naar de volgende instelling.
Weergave: Alarm
7. Alarmsignaal bij maximale overschrijding
”Plus” of ”min” indrukken
Functie: alarmsignaal AAN/UIT
”Set” indrukken: gekozen instelling wordt opgeslagen
en ”nieuwe start” van de weergave
68
Algemene aanwijzingen
Aanwijzingen voor PC-interface
Op onze website www.kettler.net vindt u aanwijzingen over de
mogelijkheden met een PC-interface.
Systeemgeluiden
Inschakelen
Bij het inschakelen tijdens de segmenttest is een kort geluid
hoorbaar.
Woordenlijst
Conditie polsslag
Programma einde
Berekende waarde van: 75% max. polsslag.
Een programma einde (profielprogramma’s, count down) wordt
door een kort geluid gemarkeerd.
Dimensie
Maximale polsslag overschrijding
Wordt de ingestelde maximale polsslag met een slag overschreden, hoort u elke 5 seconden 2 korte tonen.
Foutmelding
Bij fouten, bijv. recovery niet uitvoerbaar zonder
polsslagsignaal, hoort u 3 korte tonen.
Automatische scanfunctie in- en uitschakelen
Bij het activeren of deactiveren van de automatische scanfunctie
hoort u een kort geluid.
Eenheden voor weergave van km/h of mph, Kjoule of kcal,
uren(h) en vermogen (Watt).
Doelpolsslag
Manueel of door het programma bepaalde polsslagwaarde, die
bereikt moet worden.
Energie (real.)
Berekent de energieomzetting van het lichaam met een werkingsgraad van 16,7% voor het opbrengen van een mechanische prestatie. De overige 83,3% zet het lichaam om in warmte.
HI-symbool
Recovery
Verschijnt ”HI” is een doelpolsslag 11 slagen te hoog. Knippert
HI is de maximale polsslag overschreden.
In deze functie wordt het vliegwiel automatisch afgeremd.
Verder trainen heeft geen nut.
Leeftijd
Berekening van het conditiecijfer (F):
Cijfer (F) = 6.0 –
( 10 x P1(P1–P2) )2
Invoeren voor het berekenen van de maximale polsslag.
LO-symbool
Verschijnt ”LO” is een doelpolsslag 11 slagen te laag.
P1 = belastingpolsslag
P2 = herstelpolsslag
Manueel
F1,0 = uitstekend
F 6,0 = onvoldoende
Berekende waarde van: 40-90% maximale polsslag.
Omschakeling tijd/afstand
Bij de programma’s 1-6 kan bij het programmeren het profiel
per kolom van tijdmodus (1 minuut) in afstandmodus (200 meter
of 0,1 mijl) omgezet worden.
Profielweergave tijdens de training
Aan het begin knippert de eerste kolom. Na afloop schuift deze
naar rechts.
Max. Polsslag
Berekende waarde uit 220 min leeftijd.
Menu
Veld waarin waardes ingevoerd of gekozen kunnen worden.
PC-interface
9-polige SUB-D bus (RS232/serieel) voor gegevenswisseling met
een PC.
Polsslag
Bij profielen boven 30 minuten tot het midden (kolom 15).
Dan verschuift het profiel van rechts naar links. Verschijnt het
profieleinde in de laatste kolom (kolom 30) schuift de knipperende kolom verder naar rechts tot het programma afgelopen is.
Meten van de hartslag per minuut.
Toerentalafhankelijk gebruik
Profiel
(constant remmoment)
De elektromagnetische wervelstroomrem stelt een constant remmoment in.
In het puntenveld weergegeven wijziging van de belastingen via
tijd of afstand.
Power
Actuele waarde van het mechanische (rem) vermogen in Watt,
die het apparaat in warmte omzet.
Programma’s
Berekening gemiddelde waarde
Trainingsmogelijkheden die manueel of door het programma
bepaalde belastingen of doelpolsslag vragen.
De berekening van de gemiddelde waarde gebeurt per trainingseenheid.
Puntenveld
Aanwijzingen voor polsslagmeting
De polsslagberekening begint als het hartsymbool in het veld
synchroon met uw polsslag knippert.
Weergaveveld met 30 x 16 punten voor het weergeven van
vermogenprofielen, tekst en waardes.
Recovery
Lees hiervoor de bijbehorende handleiding.
Herstelpolsmeting bij trainingseinde. Uit begin en eind
polsslag van één minuut wordt het verschil en een conditiecijfer
berekend. Bij gelijke training is de verbetering van het conditiecijfer een indicatie voor een betere conditie.
Computerstoringen
Reset
Met borstgordel
Druk de SET-toets langer in.
Wissen van het weergaveveld en nieuwe start van de weergave.
69
Recovery
Herstelpolsmeting bij trainingseinde. Uit begin en eind
polsslag van één minuut wordt het verschil en een conditiecijfer
berekend. Bij gelijke training is de verbetering van het conditiecijfer een indicatie voor een betere conditie.
Reset
Wissen van het weergaveveld en nieuwe start van de weergave.
Sturing
De computer regelt de belasting of de polsslag aan de hand van
manueel ingegeven of voorgeprogrammeerde waardes.
Toerentalafhankelijk gebruik
Het weergegeven vermogen wijzigt niet, totdat het aantal slagen/min of het remniveau gewijzigd wordt. Bij een wijziging
van het aantal slagen, wordt uit het (constante) remmoment (remniveau) en het actuele aantal slagen het actuele vermogen berekend en overeenkomstig getoond. Tijdens de training wordt
met de ”+” resp. ”-” toets het remniveau in stappen van 1 verhoogd of verlaagd. Daarna word het remmoment constant gehouden en de vermogenweergave bij wijzigende slagenaantal,
zoals hierboven beschreven, opnieuw berekend.
Vetverbranding polsslag
Berekende waarde van: 65% max. polsslag.
Woordenlijst
Een verzameling van verklaringspogingen.
NL
Trainingsinstructies voor de KETTLER COACH
Met het roeiapparaat COACH van KETTLER kunt u alle voordelen van de
roeitraining benutten zonder het vaak moeizame ”te water laten” van
een boot. Met de roeitraining verbetert u niet alleen het prestatievermogen van hart en bloedsomloop, maar ook uw krachtvermogen.
Belangrijke aanwijzing
Raadpleeg vóór u met de training begint uw huisarts en laat hem vaststellen of een training met de KETTLER COACH voor u geschikt is. Dit
onderzoek behoort een basis te zijn voor een goede opbouw van uw
trainingsprogramma. De volgende trainingsaanwijzingen zijn alleen voor
gezonde personen bedoeld.
Voordelen van de roeitraining
Roeien verhoogt, zoals reeds vermeld, het prestatievermogen van hart en
bloedsomloop. De zuurstofopname wordt hiermee eveneens verbeterd.
Door de roeitraining worden ook vetcellen afgebroken, omdat voor duurtraining vetzuren voor het beschikbaar worden van energie nodig zijn.
Nog een voordeel van de roeitraining is dat alle belangrijke spiergroepen van het gehele lichaam worden verstevigd. Bijzonder waardevol uit
orthopedisch standpunt is de versteviging van rug- en schouderspieren,
die de roeitraining teweegbrengt.
Vooral de versteviging van de rugspieren kan talrijke orthopedische
problemen voorkomen.
De training met de KETTLER COACH houdt een uitgebreide fitness - training in. Deze verhoogt het uithoudings- en krachtvermogen en spaart de
gewrichten.
Welke spieren worden belast?
Met de roeibeweging gebruikt men alle spieren van het lichaam. Een
paar spiergroepen, die onderstaand worden afgebeeld, worden nog
eens extra getraind.
7
10
9
1
6
5
8
3
4
2
Zoals u uit deze afbeelding kunt opmaken worden bij de roeitraining
boven- en onderlichaam geactiveerd. Wat de beenspieren betreft belast
men bij de roeitraining vooral de beenstrek- (1), de beenbuig- (2), de
scheenbeen- (5) en de kuitspieren (4). Door de heupstrekbeweging worden bij de roeitraining tevens de bilspieren belast. Van de rompspieren
worden door de roeitraining vooral de brede rug- (6) en de rugstrekspieren belast. Verder worden trapezium- (7) en de deltaspieren (9) en
de biceps (10) getraind.
Door middel van speciale oefeningen kunt u met de KETTLER COACH nog
andere spiergroepen trainen, die in een ander hoofdstuk worden genoemd.
70
Planning en opbouw van uw roeitraining
De basis voor de planning van uw training is uw huidige lichamelijk prestatievermogen. Door middel van een test kan uw huisarts dit persoonlijke
prestatievermogen vaststellen. Indien u deze test niet heeft laten uitvoeren,
dient u niet te intensief te trainen. Voor de planning van uw training dient
u er rekening mee te houden dat de training van het uithoudingsvermogen niet alleen door middel van de omvang van de belasting, maar ook
door middel van de intensiteit hiervan wordt geregeld.
Intensiteit van de training
De mate van belasting kan bij de roeitraining middels uw polsslag worden gecontroleerd. De intensiteit van de training wordt zowel via het
aantal slagen als ook via de mate van weerstand van de roeigreep bepaald. Indien het aantal slagen wordt opgevoerd, wordt de intensiteit
van de training verhoogd. Dit gebeurt eveneens indien de weerstand
door de standenschakeling wordt verhoogd.
Een beginner dient een te hoog aantal slagen of een training met een te
hoge weerstand te vermijden. Probeer uw individuele aantal slagen en
de voor u meest geschikte weerstand van de roeigreep middels de aanbevolen polsslagfrequentie te bepalen (zie polsslagdiagram). Meet de polsslag op drie momenten:
- vóór de training - pols in rust
- 10 minuten na begin van de training - trainings- of belastingspols
- een minuut na de training - herstelpols
Een regelmatige training heeft een verlaging van de rust - en belastingspols ten gevolg. Dit is een van de talrijke positieve effekten van de
duurtraining. Omdat de hartslag lager wordt, is er meer tijd ter beschikking voor het vullen van de hartkamers en voor de bloedsvoorziening
van de hartspieren (via de kransslagaders).
Polsdiagramm
Polsslag
Conditie en Vetverbanding
Trainingseenheden van 20 - 30 minuten/30 - 60 minuten zijn niet geschikt
voor beginners. Beginners dienen de omvang van de belasting geleidelijk op te voeren.
De eerste trainingseenheden dienen relatief kort te zijn. Een gunstige
variant van de training voor een beginner is de intervaltraining.
Voor de beginner kan de training er in de eerste 4 weken als volgt uitzien:
1e en 2e week
frequentie van de training
3x per week
Omvang van een trainingseenheid
3 minuten roeien
1 minuut pauze
3 minuten roeien
1 minuut pauze
3 minuten roeien
3e en 4e week
frequentie van de training
4x per week
Omvang van een trainingseenheid
5 minuten roeien
1 minuut pauze
5 minuten roeien
Aansluitend aan deze beginnerstraining van 4 weken kunt u per dag 10
minuten zonder pauze met het roeiapparaat trainen. Indien u daarna de
voorkeur geeft aan een training van 3x per week 20 - 30 minuten, dient
tussen twee trainingsdagen één dag zonder training te liggen.
Begeleidende gymnastiek
Gymnastiek is een zeer goede aanvulling van de roeitraining. Begin
iedere training met een warming up. Activeer uw bloedsomloop enkele
minuten met lichte roeioefeningen (10 -15 slagen per minuut). Daarna
volgen rekoefeningen en dan pas begint de werkelijke roeitraining. Elke
training dient u af te sluiten met enkele lichte rekoefeningen voor de cooldown.
220
Maximale polsslag
200
(220 – Leeftijd)
180
160
Conditie polsslag
(75 % van Max. pols)
140
120
100
Vetverbrandings-polsslag
(65 % van Max. pols)
80
20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 80 90 Leeftijd
Omvang van de belasting
Onder omvang van de belasting wordt de duur van één trainingseenheid
en het aantal trainingseenheden per week verstaan. Sportartsen adviseren de volgende training:
Frequentie van de training
Dagelijks
Duur van de training
10 minuten
2 - 3 x per week
20 - 30 minuten
1 - 2 x per week
30 - 60 minuten
71
Aanwijzingen voor de krachttraining met de COACH
Waarschuwing!
Behalve voor roeitraining is de COACH eveneens geschikt voor krachttraining. Voor een juiste training dient echter in elk geval op onderstaande punten gelet te worden.
1. Vermijd als beginner een training met te zware weerstanden.
2. Train alleen met een dusdanige weerstand dat u de oefening zonder
geforceerd ademen kunt uitvoeren.
3. Voer alle bewegingen gelijkmatig uit.
4. Bij alle oefeningen dient u op een rechte rug te letten; training
met een bolle of holle rug dient u te vermijden.
5. Denk eraan dat uw spierkracht en uw kracht sneller toenemen dan
de aanpassing van banden, pezen en gewrichten.
Conclusie: voer tijdens de training de weerstand derhalve steeds geleidelijk op.
U traint met een apparaat dat veiligheidstechnisch volgens de nieuwste
ontwikkelingen werd geconstrueerd. Eventueel gevaarlijke delen, welke
letsel zouden kunnen veroorzaken, zijn zoveel mogelijk vermeden of
beveiligd.
Foutieve of overmatige training kan schade voor de gezondheid tot gevolg hebben. Laat voorafgaande aan de training door uw huisarts vaststellen of een training met het apparaat voor u geschikt is. De diagnose
dient de basis voor de opbouw van uw trainingsprogramma te zijn. De
in het boven- en onderstaande genoemde trainingsadviezen zijn alleen
geschikt voor gezonde personen.
Het apparaat is in geen geval geschikt als speelgoed daar het voornamelijk voor volwassenen werd ontworpen. Door de natuurlijke speelsheid
van kinderen bij de omgang met het apparaat kunnen situaties en gevaren ontstaan, die buiten de verantwoordelijkheid van de fabrikant vallen.
Wanneer u kinderen toch tot het apparaat toelaat, dienen ze onder toezicht te zijn en op een juist gebruik gewezen te worden.
De montage van het apparaat dient zorgvuldig door een volwassene te
worden uitgevoerd. Let erop dat het trainingsmechanisme niet in werking
wordt gesteld vóór dat de totale montage heeft plaatsgevonden.
Bij regelmatige training verdient het aanbeveling iedere één of twee
maanden een controle van alle onderdelen, vooral van de schroefbevestigingen, uit te voeren. Om het bij de constuctie voorziene veiligheidsniveau van het toestel te waarborgen, dient het gebruik van het apparaat
bij de eerste tekenen van slijtage te worden onderbroken en dienen de
versleten onderdelen door nieuwe vervangen te worden.
Korte omschrijving van enige trainingsmethoden
Voor de fitnesstraining is de aan het kracht/uithoudingsvermogen gerelateerde trainingsmethode het meest geschikt.
Dit betekent dat oefeningen met lichte weerstand (ca. 40 -50%) van de
individuele maximale kracht*) 15 tot 20 maal herhaald worden.
*AIs maximale kracht wordt hier de persoonlijke krachtinspanning beschouwd, die
opgebracht kan worden om een zwaar gewicht éénmaal te heffen.
Voorbeeld van de trainingsplanning
Oefening 1e-2e
1
4
7
9
13
14
17
S*
1 -2
1 -2
1 -2
1 -2
1 -2
1 -2
1 -2
S* = set of serie
week
3e- 4e
week
5e- 6e
week
H*
individ.
12 -15
12 -15
12 -15
12 -15
12 -15
12 -15
S*
2
2
2
2
2
2
2
H*
individ.
15 - 20
15 - 20
15 - 20
15 - 20
15 - 20
15 - 20
S*
3
3
3
3
3
3
3
H*
individ.
15 - 20
15 - 20
15 - 20
15 - 20
15 - 20
15 - 20
H* = aantal herhalingen van een beweging
Begin de training steeds met een warming up.
Pauzeer gedurende de training na iedere set 60 seconden en gebruik de
pauzes voor ontspannings- en rekoefeningen.
Train 2 tot 3 maal per week met uw COACH en benut iedere gelegenheid uw training aan te vullen door bijv. uitgebreide wandelingen te maken, te fietsen, te zwemmen, etc.
U zult bemerken dat een regelmatige training uw conditie en gezondheid op korte termijn verbetert.
Verdere trainingsbeschrijving: pagina 74.
72
Geïntegreerde trainingsprogramma’s
De computer van de KETTLER-COACH heeft 6 voorgeprogrammeerde vermogenprofielen en 2 polsslaggestuurde programma’s.
U kunt deze met de programm-toets kiezen. De programma’s onderscheiden zich duidelijk in de belastingintensiteit en – duur.
De 6 vermogenprofielen zijn voor ”intervaltraining 20 min.”, ”spurts 30 min.”, ”gewichtsreductie 40 min.”, ”conditie 40 min.”,
”powerprogramma 30 min.” en ”intervaltraining 60 min.” ontworpen. De twee polsslaggestuurde programma’s bestaan uit
”extensieve intervaltraining 40 min.” en ”vaarspel 30 min.”. De volgende beschrijving van de programma’s helpt u, het voor
uw trainingsniveau geschikte programma te kiezen. Over het algemeen zijn de profielen aan hand van de intensiteit (belastingniveau of polsslagfrequentie) verticaal te verschuiven, d.w.z. de intensiteit kan individueel verhoogd of verlaagd worden.
P1 ”Intervaltraining 20 min.”
Intensieve training voor gevorderden (of reductie van het instapniveau nodig).
Gemiddeld slagen aantal (ca. 20-27 / min.), ca. 80-90% van de maximale
polsslag, duurt 20 minuten.
P2 ”Spurts 30 min.”
Voor gevorderden met wisseling van hoogte en intensiteit van het aantal
slagen in de top en rustig roeien, duurt 30 minuten.
P3 ”Gewichtsreductie”
Gemiddeld slagen aantal (ca. 20-27 / min.), ca. 60-75% van de maximale
polsslag, duurt 40 minuten.
P4 ”Conditie 40 min.”
Gemiddeld slagen aantal (ca. 20-27 / min.), ca. 75-85% van de maximale
polsslag voor beginners of 80-90% van de maximale polsslag voor gevorderden, duurt 40 minuten.
P5 ”Powerprogramma 30 min.”
Voor gevorderden (of reductie van het instapniveau nodig).
Hoog slagen aantal (ca. 27-35 / min.), ca. 85-95% van de
maximale polsslag, duurt 30 minuten.
P6 ”Intervaltraining 60 min.”
Gemiddeld slagen aantal (ca. 20-27 /min.), ca. 70-85% van de maximale
polsslag, duurt 60 minuten.
HRC 3 ”Vaarspel 30 min.”, polsslaggestuurd
Gemiddeld slagen aantal (ca. 20-27 / min.), 65% (in de pauze) –
85% van de maximale polsslag.
HRC 4 ”Extensieve intervaltraining 40 min.”, polsslaggestuurd
Gemiddeld slagen aantal (ca. 20-27 / min.), 75%-82% van de
maximale polsslag.
73
D
l Bewegungsfehler, die zu vermeiden sind:
• Rundrücken während der einzelnen Bewegungsphasen
• Vollkommene Streckung der Arme. Dies kann zu Beschwerden im
Ellenbogengelenk führen.
• Vollkommene Streckung der Beine. Dies kann Beschwerden im Kniegelenk provozieren.
Bevor Sie mit dem eigentlichen Training beginnen, sollten Sie den Bewegungsablauf des Ruderns üben. Den Bewegungsablauf erlernen Sie optimal bei geringstem Widerstand und kleiner Schlagzahl. Erst wenn die
Ruderbewegung perfekt beherrscht wird, ist das reguläre Training aufzunehmen.
D
l 1. Phase Zum Ablauf der Ruderbewegung
In der Ausgangsposition wird der Sitz in die vordere Position gebracht,
indem man Hüft- und Kniegelenke beugt. Die Hände fassen den Griff von
oben. Die Arme sind leicht gebeugt. Sitzen Sie mit geradem Rücken,
leicht vorgeneigt. Bei chronischen Beschwerden im Kniegelenk sollten Sie
das Kniegelenk nicht unter 90° anwinkeln.
GB
l 1st phase The rowing movements
To start, the seat is pushed into the forward position by bending the hip
and knee joints. The handle is gripped from above. The arms are bent
slightly. Sit with the back straight but inclined slightly forward. Should
you suffer from any knee complaints, do not bend the knees at an angle
of less than 90°.
F
l
1re phase Déroulement des mouvements du rameur
En position initiale, le siège se trouve dans sa position la plus avancée,
en fléchissant les articulations des hanches et des genoux. Les mains empoignent les poignées par le haut, les bras légèrement fléchis. Asseyezvous le dos droit, légèrement incliné vers l’avant. En cas de douleurs
dans les genoux, ne pas les fléchir à moins de 90°.
NL
l Fase 1 - Uitvoering van de roeibeweging
Als uitgangspositie wordt de zitting in de voorste positie gebracht, terwijl
men de heup- en kniegewrichten buigt. Met de handen bovenhands de
handgrepen vastpakken. De armenet rechte rug zitten, iets naar voren
gebogen. Bij chronische klachten van de kniegewrichten mogen deze
niet onder een hoek van 90 graden worden gebogen.
74
GB
l Mistakes to be avoided
• Rounded back during the individual phases of movement.
• Do not straighten the arms fully -this can lead to elbow trouble.
• Do not straighten the legs fully - this can lead to knee trouble.
Practice the rowing movement before starting rowing. The correct movement can best be learned at low resistance and low strokes per minute.
Regular exercising should only be started when the rowing movement has
been mastered.
D
l 2. Phase
Der Trainierende beginnt in dieser Phase mit der Streckung der Beine.
Der Griff wird weiterhin mit leicht gebeugten Armen gehalten. Auf einen
geraden Rücken achten.
GB
l 2nd phase
This phase begins by stretching the legs. The handle is still gripped with
the arms slightly bent. Ensure that your back is still straight.
F
l 2e phase
Commencer cette phase par l’extension des jambes. Continuer à tenir les
poignées, les bras légèrement fléchis. Garder le dos bien droit.
NL
l Fase 2
U begint deze fase met het strekken van de benen. Voorts wordt de
handgreep vastgehouden terwijl de armen licht gebogen zijn. Let erop
dat de rug gestrekt is.
F
l Ce qu’il ne faut pas faire
NL
l Vermijd de volgende fouten:
• arrondir le dos pendant les phases de mouvements
• tendre complètement les bras, cela pouvant provoquer des douleurs
dans les articulations des bras
• tendre complètement les jambes, cela pouvant provoquer des douleurs
dans les articulations des genoux
• Rondduwen tijdens de afzonderlijke bewegingsfases
• strek uw armen nooit helemaal, u zou hierdoor last van uw ellebooggewrichten kunnen krijgen.
• strek uw benen nooit helemaal om last van uw kniegewrichten te voorkomen.
Avant de commencer l’entraînement, simuler le déroulement des mouvements de canotage.
On apprend le mieux les mouvements si la résistance est faible et le nombre de coups de rame, réduit, Ce n’est que lorsqu’on maîtrise parfaitement les mouvements que l’on peut commencer l’entraînement proprement dit.
Vóór u met de werkelijke training begint, dient u de roeibeweging te
oefenen, bij voorkeur met de kleinste weerstand en het kleinste aantal
slagen. Pas als u de roeibewegingg onder de knie heeft, kunt u met de
normale training beginnen.
D
l 3. Phase
Wenn die Beine nahezu gestreckt sind, sollten Sie den Griff zum Körper
ziehen. Den Oberkörper leicht rückwärts neigen. Die Beine auch zum
Ende der Bewegungsphase leicht gebeugt lassen.
GB
l 3rd phase
When the legs are almost stretched to their full extent, pull the handle
towards your body. Lean backwards slightly. At the end of the movement, the knees should still be slightly bent.
l 3e phase
Quand les jambes sont pratiquement étendues, tirer les poignées vers le
F
corps. Incliner légèrement le tronc vers l’arrière. A la fin de la phase, laisser les jambes légèrement fléchies.
NL
l Fase 3
D
l 4. Phase
Führen Sie den Griff nach vorne. Sobald sich der Griff etwa auf Höhe
der Knie befindet, ziehen Sie die Beine an und begeben sich in die
Ausgangsposition.
GB
l 4th phase
Push the handle forward. As soon as the handle is approximate at knee
level, bend the knees once again and return to the starting position.
F
l 4e phase
Pousser les poignées vers l’avant. Dès que les poignées arrivent à hauteur des genoux, fléchir les jambes et revenir dans la position initiale.
NL
l Fase 4
Beweeg de greep naar voren. Zodra de greep zich op kniehoogte
bevindt trekt U de benen in en komt U terug in de uitgangspositie.
Terwijl de benen bijna gestrekt zijn trekt U de greep naar U toe. Het
bovenlichaam licht naar achteren buigen. De benen ook aan het einde
van de beweging licht gebogen houden.
75
D
l 1. Crunches
Ausgangsposition:
Rückenlage
auf
dem
Polsterbrett. Beine in Hochhalte, die Hüft-und
Kniegelenke sind zu 90° gebeugt. Hände
berühren den Nacken.
Bewegungsausführung: Der Oberkörper wird eingerollt, leicht angehoben und danach wieder gesenkt. Die Lendenwirbelsäule und das Becken
nicht anheben.
Beanspruchte Muskulatur:
Bauchmuskulatur
l 1. Crunches
Starting position: Flat on back on the padded bench. Pull the knees up toGB
wards the chest. Keep the hip and knee joints bent at 90°. The hands are
in contact with the neck.
Exercise: The upper torso is lifted forward, raised slightly and again lowered. Do not lift the pelvis area off the bench.
Benefits: Abdominals
l 1. Crunches
Position initiale: étendu de dos sur la planche capitonnée. Les jambes leF
vées, les articulations des hanches et des genoux fléchies á 90°, les
mains dans la nuque.
Mouvement: rouler le tronc. le lever légèrement puis le laisser redescendre. Ne pas lever la colonne vertébrale ni le bassin.
Muscles sollicités: les abdominaux
l 1. Crunch
Uitgangspositie: ga op uw rug op het kussen liggen en breng uw benen
NL
gekruist onhoog (in een hoek van 90° t.o.v. de heupen). Leg uw handen in
uw nek.
Oefening: breng uw bovenlichaam naar beneden, vervolgens iets onhoog en laat dit daarna weer zakken. Lendewervelkolom en bekken mag
u niet omhoog brengen.
Getrainde spieren: buikspieren
76
D
l 2. Rudern vorgebeugt
Ausgangsposition: Oberkörper mit geradem
Rücken leicht nach vorne beugen. Die Füße stehen auf der Trittplatte. Knie leicht beugen. Hände
fassen die Zugstange. Die Arme sind gestreckt.
Bewegungsausführung: Zugstange in Richtung
Bauch hochziehen. Ellenbogen am Oberkörper
vorbeiführen, danach die Arme wieder strecken.
Beanspruchte Muskulatur: Schultermuskulatur,
Rückenmuskulatur, Armbeuger
GB
l 2. Bent-over row
Starting position: Incline the torso forward keeping the back straight.
Stand on the footplate. Bend the knees slightly. Grip the handle with both
hands Extend the arms.
Exercise: Pull the handle upwards towards the stomach. The elbows move
upwards past the sides of the body. Stretch the arms once again.
Benefits: Shoulder muscles, back muscles, biceps
F
l 2. Ramer, légèrement incliné vers l’avant
Position initiale: le dos bien droit, incliner le tronc vers l’avant. Les pieds
se trouvent sur le repose-pieds. Fléchir légèrement les genoux. Les mains
saisissent la barre de traction. Les bras sont tendus.
Mouvement: lever la barre de traction en direction du ventre. Passer les
coudes le long du tronc, puis étendre de nouveau les bras.
Muscles sollicités: muscles des épaules, dorsaux, fléchisseurs des bras
NL
l 2. Voorovergebogen roeien
Uitgangspositie: beweeg uw bovenlichaam met gestrekte rug naar voren.
Voeten op de treeplank, knieën licht gebogen, handen aan de trekstang.
Houd uw armen gestrekt.
Oefening: beweeg de trekstang naar uw buik. Beweeg uw ellebogen
langs uw lichaam en strek daarna uw armen.
Getrainde spieren: schouder-, rugspieren en biceps
D
l 3. Einarmiges Rudern
Ausgangsposition: Mit einem Bein auf dem Sitzpolster knien. Mit einer Hand die Zugstange in der
Mitte fassen. Die Zugstange in der Vertikalen halten. Der Arm ist gestreckt.
Bewegungsausführung: Die Zugstange zum
Körper
ziehen,
dabei
den
Arm
im
Ellenbogengelenk beugen. Das Ellenbogengelenk
am Brustkorb vorbeiziehen. Nach Abschluß eines
Satzes die Seite wechseln und zur gegenüberliegenden Geräteseite gehen.
Beanspruchte Muskulatur: Schultermuskulatur, Rückenmuskulatur, Armbeuger.
GB
GB
l
3. Single-arm rowing
l
3. Ramer à une main
Starting position: Rest one knee on the seat. Grip the handle in the centre
with one hand. Hold the handle in the vertical position. The arm is extended.
Exercise: Pull the handle towards the body, bending the arm at the elbow.
The elbow passes the body at chest level. On completion of one set,
cross over to the other side of the machine and use the other arm.
Benefits: Shoulder muscles, back muscles, biceps
F
l 3. Roeien met één arm
Uitgangspositie: kniel met één been op het kussen. Pak met één hand de
trekstang in het midden vast. Houd de trekstang met gestrekte arm in vertikale positie.
Oefening: breng de trekstang met gebogen arm naar uw lichaam. Breng
uw elleboog achter uw borstkas. Voer deze oefening na één serie met
uw andere arm uit (ga dan aan de andere kant van het toestel staan).
Getrainde spieren: schouder-, rugspieren en biceps
l 4. Überzüge
l 4. Pull-overs
Starting position: Flat on back on bench. The head rests on the seat. Grip
the handle with both hands. Hold the handle behind the head with arms
slightly bent.
Exercise: With arms slightly bent, the handle is pulled towards the pelvis.
Then return the handle to the position behind the head.
Benefits: Chest muscles, back muscles
F
Position initiale: un genou sur la planche capitonnée. Prendre d’une main
la barre de traction au milieu. Garder la barre à la verticale, le bras est
étendu.
Mouvement: tirer la barre vers le corps en pliant le coude. Passer le coude
devant la poitrine. Changer de côté à la fin d´une série - passer de l’autre
côté de l’appareil.
Muscles sollicités: muscles des épaules, dorsaux, fléchisseurs des bras
NL
D
Ausgangsposition:
Rückenlage
auf
dem
Polsterbrett. Der Kopf liegt auf dem Sitzpolster.
Die Zugstange mit beiden Händen fassen. Mit
leicht gebeugten Armen die Zugstange hinter dem
Kopf halten.
Bewegungsausführung:
Mit
leicht
im
Ellenbogengelenk angewinkelten Armen wird die
Zugstange in Richtung Becken gezogen.
Anschließend die Zug stange hinter den Kopf
führen.
Beanspruchte Muskulatur: Brustmuskulatur, Rückenmuskulatur
l 4. Pull-over (passer au-dessus de la tête)
Position initiale: couché de dos sur la planche capitonnée, la tête repose
sur le siège. Prendre la barre des deux mains. Les bras étant légèrement
fléchis, tenir la barre derrière la tête.
Mouvement: les bras légèrement pliés aux coudes, tirer la barre en direction du bassin. La passer ensuite derrière la tête.
Muscles sollicités: pectoraux, dorsaux
NL
l 4. Pull-overs
Uitgangspositie: Ga op uw rug op het kussen liggen met uw hoofd op de
zitting. Pak de trekstang met beide handen vast en houd deze met licht
gebogen armen achter uw hoofd.
Oefening: breng de trekstang met licht gebogen armen naar uw bekken
en vervolgens achter uw hoofd.
Getrainde spieren: borst- en rugspieren
77
D
l 5. Seilzug stehend
Ausgangsposition: Seitlicher Stand zum Gerät.
Der linke Fuß steht auf der Trittplatte. Oberkörper
mit geradem Rücken leicht nach vorne beugen.
Knie leicht beugen. Die linke Hand faßt die Mitte
der Zugstange.
Bewegungsausführung: Die Zugstange vor den
Körper in Vorhalteposition ziehen. Danach wieder
in die Ausgangsposition zurückführen. Nach einem Satz die Seite wechseln.
Beanspruchte Muskulatur: Brustmuskulatur, vordere Schultermuskulatur
GB
l 5. Cable pull in standing position
Starting position: Stand at the side of the unit. The left foot is on the foot
plate. Lean the upper body slightly forward keeping the back straight.
Bend the knee slightly. Grasp the bar in the middle with the left hand.
Exercise: Pull the handle outwards until it is in front of the body. Allow it
to return to the starting position. Change sides after one set.
Benefits: Chest muscles, front shoulder muscles
F
l 5. Traction du câbles, debout
Position de départ: position debout sur le côté de l’appareil. Le pied gauche est sur la pédale.
Incliner légèrement le haut du corps avec le dos droit vers l’avant. Plier
légèrement le genou. La main gauche tient le milieu de la barre de traction.
Mouvement: tirer la barre jusque devant le corps, puis la laisser revenir
dans la position initiale. Changer de côté après une série.
Muscles sollicités: pectoraux, muscles avant des épaules
l 5. Koordtrekken, staand.
Uitgangspositie: langs het apparaat gaan staan. De linker voet staat op
NL
de treeplank. Bovenlichaam met rechte rug iets naar voren buigen. Knie
licht buigen. De linker hand pakt de trekstang in het midden vast.
Oefening: trek de stang naar uw lichaam en breng deze vervolgens terug
in de uitgangspositie. Voer de oefening na beëndiging van een serie met
uw andere arm uit.
Getrainde spieren: borstspieren
78
D
l 6. Seilzug kniend
Ausgangsposition: Seitliche Position zum Gerät.
Ein Fuß steht auf dem Bodenrohr. Mit dem anderen Bein befindet sich der Trainierende in
Kniestand. Die Mitte der Zugstange mit einer
Hand greifen. Der Rücken bleibt gerade.
Bewegungsausführung: Die Zugstange vor den
Körper in Vorhalteposition ziehen. Anschließend
die Zugstange in die Ausgangsposition zurückführen. Nach einem Satz die Seite wechseln.
Beanspruchte Muskulatur: Brustmuskulatur, vordere
Schultermuskulatur
GB
l 6. Cable pull in kneeling position
Starting positions: Right angles to machine. One foot is on the base bar.
The other knee rests on the ground. The handle is held in the centre. The
back remains straight.
Exercise: Pull the handle outwards until it is in front of the body. Allow it
to return to the starting position. Change sides after one set.
Benefits: Chest muscles, front shoulder muscles
F
l 6. Traction du câble, à genou
Position initiale: se placer à côté de l’appareil. Un pied est placé sur le
tube au sol. L’autre jambe est à moitié fléchie. Prendre d’une main le
milieu de la barre de traction, le dos reste droit.
Mouvement: tirer la barre jusque devant le corps, puis la laisser revenir
dans la position initiale. Changer de côté après une série.
Muscles sollicités: pectoraux, muscles avant des épaules
NL
l 6. Koordtrekken, geknield
Uitgangspositie: kniel op één knie naast het apparaat. Een voet staat op de bodembuis. Pak met één
hand de handgreep in het midden vast. Houd uw
rug recht.
Oefening: breng de trekstang tot aan uw lichaam
en vervolgens terug in de uitgangspositie. Voer de
oefening na beëindiging van één serie met uw andere arm uit.
Getrainde spieren: borstspieren
D
l 7. Rudern stehend
Ausgangsposition: Gerader Stand vor dem Gerät
auf der Trittplatte. Zugstange von oben fassen und
in Hüfthöhe halten.
Bewegungsausführung: Zugstange bis auf
Schulterhöhe anheben. Die Ellenbogen zeigen dabei seitlich nach oben. Danach Zugstange senken.
Beanspruchte Muskulatur:
Schultermuskulatur,
Arm beuger
GB
l 7. Rowing in standing position
Starting positions: Upright stance with both feet on footplate. Grip handle
from above and hold at hip level.
Exercise: Pull the handle up to shoulder height. The elbows point upwards
and to the side. Lower the handle and repeat the movement.
Benefits: Shoulder muscles, biceps
F
l 7. Ramer debout
Position initiale: debout sur le marchepieds, face à l’appareil. Prendre la
barre par le haut et la tenir à hauteur des hanches.
Mouvement: lever la barre jusqu’à hauteur des épaules. Dans ce mouvement, les coudes sont tournés vers l’extérieur. Laisser revenir ensuite la
barre.
Muscles sollicités: muscles des épaules, fléchisseurs des bras
l 7. Roeien, staand
Uitgangspositie: ga rechtop staan met uw voeten op de treeplank. Pak de
NL
trekstang bovenhands vast en breng deze op heuphoogte.
Oefening: breng de stang tot op schouderhoogte. Uw ellebogen dienen
hierbij in horizontale positie en haaks op uw lichaam te staan. Laat de
trekstang vervolgens zakken.
Getrainde spieren: schouderspieren en arm biceps
D
l 8. Rudern mit angehobenen Ellenbogen
Ausgangsposition: Wie in
Phase 1.
Bewegungsausführung: Beine strecken und
während der Rückwärtsbewegung die Ellenbogen
auf Schulterhöhe anheben. Die Arme werden weit
zurückgeführt. Danach in die Ausgangsposition
begeben.
Beanspruchte Muskulatur:
Rückenund
Schulter muskulatur, Armbeuger
GB
l 8. Rowing with raised elbows
Starting positions: As for 1 st phase.
Exercise: Stretch the legs and raise the elbows to shoulder level while
sliding backwards. Pull the arms back. Return to the starting position.
Benefits: Shoulder muscles, back muscles, biceps
F
l 8. Ramer, les coudes levés
Position initiale: comme pour la phase 1.
Mouvement: étendre les jambes et tirer les bras en arrière en levant les
coudes à hauteur des épaules. Ramener les bras très loin. Revenir en
suite en position initiale.
Muscles sollicités: muscles des épaules, dorsaux, fléchisseurs des bras
NL
l 8. Roeien met opgetrokken ellebogen
Uitgangspositie: Zoals in fase 1.
Oefening: Strek uw benen en trek uw ellebogen tijdens de achterwaartse
beweging tot uw schouders op. Uw armen worden nu ver naar achteren
gebracht. Ga vervolgens terug naar de uitgangspositie.
Getrainde spieren: schouder-, rugspieren en biceps
79
D
l 9. Frontheben stehend
Ausgangsposition: Gerader Stand vor dem Gerät
auf der Trittplatte. Die Hände fassen die
Zugstange von oben. Die Arme werden leicht gebeugt in Beckenhöhe gehalten.
Bewegungsausführung: Die Arme nach oben in
die Vorhalte führen, bis sie sich in Schulterhöhe
befinden. Danach die Arme senken.
Beanspruchte Muskulatur: Schultermuskulatur
GB
l 9. Front raise in standing position
Starting position: Upright stance with both feet on footplate. The handle
is gripped from above by both hands. The arms are held slightly bent at
waist level.
Exercise: Move the extended arms upwards until they reach shoulder
level. Lower the arms once again.
Benefits: Shoulder muscles
F
l 9. Lever devant soi, debout
Position initiale: droit devant l’appareil, debout sur le marchepieds.
Prendre la barre de traction par le haut. Fléchir légèrement les bras et les
maintenir à hauteur du bassin.
Mouvement: lever les bras devant soi jusqu’à hauteur des épaules, puis
les baisser.
Muscles sollicités: muscles des épaules
NL
l 9. Heffen, staand
Uitgangspositie: ga rechtop staan met uw voeten op de treeplank. Pak
met beide handen de greep bovenhands vast. Houd uw armen hierbij
licht gebogen ter hoogte van uw bekken.
Oefening: breng uw naar voren gestrekte armen tot op schouderhoogte
en laat deze daarna zakken.
Getrainde spieren: schouderspieren
80
D
l 10. Frontheben sitzend
Ausgangsposition: Gerader Sitz auf dem Gerät
und die Zugstange von oben greifen. Der Rücken
ist aufgerichtet, die Arme sind leicht gebeugt. Die
Beine leicht angewinkelt.
Bewegungsausführung: Die Zugstange aus der
Vorhalteposition über den Kopf in die Hochhalteposition führen. Anschließend die Zugstange wieder in die Vorhalte bringen.
Beanspruchte Muskulatur:
Schultermuskulatur
GB
l 10. Front raise in seated position
Starting position: Seated upright on machine. The handle is gripped from
above. The back is straight and the arms slightly bent. Bend the knees
slightly.
Exercise: Move the handle upwards from its position in front of the body
until it is over the head. Then return it to the position in front of the body.
Benefits: Shoulder muscles
F
l 10. Lever devant soi, assis
Position initiale: assis bien droit sur l’appareil, prendre la barre de traction par le haut. Le dos bien droit, les bras légèrement pliés, les jambes
légèrement fléchies.
Mouvement: tirer la barre de la position basse en position haute, audessus de la tête, puis ramener la barre en position basse.
Muscles sollicités: muscles des épaules
NL
l 10. Heffen, zittend
Uitgangspositie: ga rechtop zitten en pak de trekstang bovenhands vast.
Houd uw rug recht en uw armen licht gebogen. Uw benen dient u iets op
te trekken.
Oefening: breng de trekstang vanuit horizontale positie tot boven uw hoofd. Breng de stang daarna in de uitgangspositie terug.
Getrainde spieren: schouderspieren
D
l 11. Armseitheben
Ausgangsposition: Seitlicher Stand zum Gerät.
Der linke Fuß steht auf der Trittplatte. Die rechte
Hand faßt die Mitte der Zugstange. Die
Zugstange wird neben dem limken Oberschenkel
gehalten. Der Arm ist leicht gebeugt.
Bewegungsausführung: Die Zugstange seitlich
vom Körper bis auf Schulterhöhe führen und wieder zum Oberschenkel senken. Nach einem Satz
die Seite wechseln.
Beanspruchte Muskulatur: Schultermuskulatur
GB
l 11. Side pull
Starting position: Upright stance at side of machine. The left foot rests on
the footplate. The handle is held in the centre with the right hand. The
handle is held close to the left thigh. The arm is slightly bent.
Exercise: Pull the handle upwards and to the side until it reaches shoulder
level. Then allow it to return to thigh level. Change sides after one set.
Benefits: Shoulder muscles
F
l 11. Lever le bras sur le côté
Position initiale: se placer à côté de l’appareil, le pied droit sur le marchepied. La main gauche saisit la barre de traction au milieu. Celle--ci est
gardée à côté de la cuisse gauche, le bras légèrement plié au coude.
Mouvement: tirer la barre sur le côté du corps, jusqu’à hauteur de l’épaule,
puis la laisser revenir jusque contre la cuisse. Changer de côté après une
série d’exercises.
Muscles sollicités: muscles des épaules
NL
l 11. Zijwaarts armheffen
Uitgangspositie: zijdelings naast het toestel gaan staan. De linkervoet op
de treeplank zetten. Met de rechterhand het midden van de trekstang
vasthouden. De arm licht gebogen.
Oefening: de trekstang aan de zijkant van het lichaam tot op schouderhoogte brengen en weer terug tot dijbeenhoogte. Na een serie van zijde
wisselen.
Getrainde spieren: schouderspieren
D
l 12. Armseitheben kniend
Ausgangsposition: Seitliche Position zum Gerät.
Der rechte Fuß steht auf dem Bodenrohr. Mit dem
linken Bein in den Kniestand gehen. Die linke
Hand faßt die Zugstange. Die Zugstange in
Schulterhöhe vor dem Körper halten.
Bewegungsausführung: Die Zugstange aus der
Vorhalteposition seitwärts führen und anschließend in die Vorhalteposition zurückführen.
Nach einem Satz die Seite wechseln.
Beanspruchte Muskulatur:
Schultermuskulatur
GB
l 12. Side pull
Starting position: At side of machine. The right foot is on the base bar.
The left leg is in the kneeling position. The handle is held in the centre
with the left hand. The handle is held at shoulder height in front of the
body.
Exercise: Pull the handle to the side away from the body. Then allow it to
return to the position in front of the body. Change sides after one set.
Benefits: Shoulder muscles
F
l 12. Lever le bras, à genou
Position initiale: se placer à côté de l’appareil, le pied droit est placé sur
le tube au sol. Mettre le genou droit à terre, la main droite prend la barre.
Tenir celle-ci devant le corps, à hauteur des épaules.
Mouvement: tirer la barre devant soi, sur le côté, puis la ramener devant
soi. Changer de côté après une série.
Muscles sollicités: muscles des épaules
NL
l 12. Armheffen, zijwaarts, geknield
Uitgangspositie: ga naast het toestel staan. Rechtervoet staat op de bodembuis. Kniel op één knie. Pak de trekstang met uw linker hand vast en
houd de stang op schouderhoogte voor uw lichaam.
Oefening: trek de stang naast uw lichaam en breng deze terug in de uitgangspositie. Voer deze oefening na beëindiging van één serie met uw
andere hand uit.
Getrainde spieren: schouderspieren
81
D
l 13. Kniebeugen
Ausgangsposition: Fester Stand auf der Trittplatte.
Die Hände fassen die Zugstange von oben.
Bewegungsausführung: Knie- und Hüftgelenke
beugen und anschließend wieder strecken. Dabei
stets auf einen geraden Rücken achten.
Beanspruchte
Muskulatur:
Beinstrecker,
Beinbeuger, Gesäßmuskulatur, Wadenmuskulatur
GB
l 13. Squats
Starting position: Firm stance on the footplate. The handle is gripped
from above with both hands.
Exercise: Crouch forward bending at both knees and thingh. Ensure that
the back remains straight.
Benefits: Leg muscles, gluteal muscles
F
l 13. Flexion des genoux
Position initiale: debout sur le marchepieds, les mains prennent la barre
par le haut.
Mouvement: fléchir les genoux et les hanches puis les étendre. veiller à
ce que le dos reste bien droit.
Muscles sollicités: extenseurs et fléchisseurs des jambes, muscles des fesses
NL
l 13. Kniebuiging
Uitgangspositie: vaste stand op de treeplank. Met beide handen de trekstang bovenhands vasthouden.
Oefening: knie- en heupgewricht buigen en aansluitend strekken. Erop letten dat de rug voortdurend gestrekt is.
Getrainde spieren: quadriceps, hamstrings, bilspieren en kuitspieren
D
l 14. Bizepscurls stehend
Ausgangsposition: Fester Stand auf der Trittplatte.
Die Hände fassen die Zugstange im Untergriff.
Die Zugstange vor dem Körper halten. Die Arme
sind leicht gebeugt. Die Oberarme liegen am
Oberkörper an.
Bewegungsausführung: Durch Beugen der Arme
im Ellenbogen wird die Zugstange in Richtung
Schulter bewegt. Die Oberarme bleiben dabei am
Körper fixiert.
Beanspruchte Muskulatur: Armbeuger
GB
l 14. Biceps curls standing
Starting position: Firm stance on the footplate. The handle is gripped in
both hands from below. Hold the handle in front of the body. The arms
are slightly bent. The upper arms are held close to the body.
Exercise: The handle is moved towards the shoulder by bending the arm
at the elbow. The upper arms remain pressed against the body.
Benefits: Biceps
F
l 14. Rouler les biceps,en position debout
Position initiale: bien debout sur le marchepieds. Les mains saisissent la
barre par le dessous. Maintenir la barre de traction devant le corps, les
bras légèrement fléchis, la partie supérieure des bras collée au tronc.
Mouvement: plier les bras au coude pour déplacer la barre de traction
en direction des épaules. La partie supérieure des bras reste collée au
corps.
Muscles sollicités: fléchisseurs des bras
NL
l 14. Biceptraining, staand
Uitgangspositie: ga rechtop op de treeplank staan. Pak met beide handen de greep onderhands vast. Houd de trekstang met licht gebogen armen voor het lichaam. Houd uw bovenarmen tegen uw bovenlichaam.
Oefening: door het buigen van de armen wordt de trekstang in de
richting van de schouders bewogen. De bovenarmen blijven daarbij tegen het lichaam gedrukt.
Getrainde spieren: biceps
82
D
l 15. Bizepscurls sitzend
Ausgangsposition: Gerader Sitz auf dem Gerät.
Die Hände fassen die Zugstange im Untergriff.
Die Zugstange auf Brusthöhe mit leicht gebeugten
Armen vor dem Körper halten.
Bewegungsausführung: Durch Beugen der Arme
im Ellenbogen wird die Zugstange in Richtung
Schulter bewegt.
Beanspruchte Muskulatur: Armbeuger
GB
l 15. Biceps curls in seated position
Starting position: Seated upright on machine. The handle is gripped from
beneath. It is held at chest level in front of the body with arms slightly bent.
Exercise: The handle is moved towards the shoulder by bending the arm
at the elbow.
Benefits: Biceps
F
l 15. Rouler les biceps étant assis
Position initiale: assis bien droit sur l’appareil. Les mains saisissent la
poignée par le bas. Maintenir la barre de traction devant le corps, à
hauteur de la poitrine, les bras légèrement pliés.
Mouvement: mouvoir la barre de traction en direction des épaules, en pliant les bras au coude.
Muscles sollicités: fléchisseurs des bras
NL
l 15. Bicepstraining, zittend
Uitgangspositie: ga rechtop op het toestel zitten. Pak de trekstang met
beide handen onderhands vast en houd deze met licht gebogen armen
op borsthoogte voor uw lichaam.
Oefening: breng de trekstang door uw armen te buigen naar uw schouders.
Getrainde spieren: biceps
D
l 16. Bizepscurls liegend
Ausgangsposition:
Rückenlage
auf
dem
Polsterbrett. Der Kopf befindet sich auf dem
Sitzpolster. Die Hände fassen die Zugstange im
Untergriff. Die Arme sind leicht gebeugt und liegen am Oberkörper an.
Bewegungsausführung: Durch Beugen der Arme
im Ellenbogengelenk wird die Zugstange in
Richtung Kinn bewegt. Die Oberarme bleiben dabei am Oberkörper fixiert.
Beanspruchte Muskulatur: Armbeuger
GB
l 16. Biceps curls in reclined position
Starting position: Flat on back on padded bench. The head rests on the
seat. The handle is held from beneath in both hands. The arms are slightly bent and held close to the body.
Exercise: The handle is moved toward the chin by bending the arms at
the elbow. The upper arms remain pressed against the body.
Benefits: Biceps
F
l 16. Rouler les biceps étant couché
Position initiale: couché de dos sur la planche capitonnée, la tête repose
sur le siège. Saisir la barre de traction par le bas, les bras, légèrement
fléchis, reposent contre le tronc.
Mouvement: en pliant les bras au coude, on déplace la barre de traction
en direction du menton. La partie supérieure des bras reste collee au
tronc.
Muscles sollicités: fléchisseurs des bras
NL
l 16. Bicepstraining, liggend
Uitgangspositie: ga op uw rug op het kussen liggen. Pak met beide handen de trekstang onderhands vast. Uw armen dienen hierbij licht gebogen
te zijn en zich ter hoogte van uw bovenlichaam te bevinden.
Oefening: beweeg de trekstang naar uw kin door uw armen te buigen.
Uw bovenarmen dienen daarbij ter hoogte van uw bovenlichaam te blijven.
Getrainde spieren: biceps
83
D
l 17. Armstrecken liegend
Ausgangsposition:
Rückenlage
auf
dem
Polsterbrett. Der Kopf befindet sich auf dem
Sitzpolster. Die Hände fassen die Zugstange im
Obergriff. Oberarme und Oberkörper stehen im
90° Winkel zueinander. Das Ellenbogengelenk ist
ebenfalls im 90° Winkel gebeugt.
Bewegungsausführung: Durch Strecken der Arme
im Ellenbogengelenk wird die Zugstange über den
Brustkorb geführt. Anschließend die Arme im Ellenbogengelenk beugen.
Beanspruchte Muskulatur: Armstrecker
GB
l 17. Arm extension in reclining position
Starting position: Flat on back on padded bench. The head rests on the
seat. The handle is gripped from above by both hands. The upper arms
are held at an angle of 90° to the body. The elbow is also bent at an
angle of 90°.
Exercise: The handle is pulled over the chest by straightening the arms at
the elbow, and returned by bending them again.
Benefits: Triceps
F
l 17. Extension des bras, en position couchée
Position initiale: couché de dos sur la planche capitonnée, la tête repose
sur le siège. Saisir la barre de traction par le haut. Avant-bras et tronc
forment un angle de 90°. Avant-bras et bras forment également un angle
de 90°.
Mouvement: en étendant les avant-bras au coude, la barre passe audessus du tronc. Plier ensuite les bras au coude.
Muscles sollicités: extenseurs des bras
NL
l 17. Tricepsoefening
Uitgangspositie: Ga op uw rug op het kussen liggen met uw hoofd op de
zitting. Pak met beide handen de trekstang bovenhands vast. Buig uw ellebogen 90°; bovenarmen en bovenlichaam bevinden zich nu ten opzichte van elkaar in een hoek van 90°.
Oefening: strek uw armen, breng de trekstang naar uw borst en buig uw
armen dan weer
Getrainde spieren: triceps
84
D
l 18. Armstrecken sitzend
Ausgangsposition: Stand vor dem Gerät. Die Zugstange mit einer Seillänge von ca. 1,5 m aus der
Ver kleidung herausziehen. Den Rollsitz in die
Nähe der Verkleidung schieben. Auf den Rollsitz
setzen, Rücken zur Verkleidung. Die Arme in die
Hochhalteposition bringen. Die Hände halten die
Zugstange im Obergriff. Die Ellenbogengelenke
sind im 90° Winkel gebeugt, so daß sich die
Zugstange hinter dem Kopf befindet.
Bewegungsausführung: Die Arme im Ellenbogengelenk strecken und die
Zugstange über den Kopf führen. Anschließend die Arme beugen und
die Zugstange hinter den Kopf in die Ausgangsposition bringen.
Beanspruchte Muskulatur: Armstrecker
GB
l 18. Arm extension in seated position
Starting position: Pull the handle until about 1.5 metres of cable has
emerged from the casing of the machine. Push the seat close to the machine. Sit with your back to the casing. Raise the arms above the head,
holding the handle from above. The elbow joints are bent at an angle of
90°, which means that the handle is behind the head.
Exercise: Straighten the arms, thus pulling the handle over the head.
Bend the arms again and return the handle to the starting position behind
the head.
Benefits: Triceps
F
l 18. Extension des bras en position assis
Position initiale: debout devant l’appareil. Tirer de son logement la barre
de traction avec environ 1,5 m de câble. Pousser le siège sur roulettes
près de l’habillage. S’assesoir sur le siège, le dos tourné vers l’habillage.
Amener les mains en position haute. Les mains tiennent la barre par le
haut, de sorte qu`elle se trouve derrière la tête.
Mouvement: éntendre les bras au coude et amener la barre au-dessus de la
tête. Fléchir ensuite les bras et amener la barre derrière la tête en position
initiale.
Muscles sollicités: extenseurs des bras
NL
l 18. Armstrekken, zittend
Uitgangspositie: ga vóór het apparaat staan. Trek de trekstang helemaal
uit (ca. 1,5 m). Plaats de rollenzitting in de nabijheid van de koordhouder. Ga op de zitting zitten met uw rug naar de koordhouder. Breng beide armen omhoog en pak de trekstang onderhands vast. Uw ellebogen
dienen hierbij 90° gebogen te zijn zodat de trekstang zich achter uw hoofd bevindt.
Oefening: strek uw armen en trek de stang over uw hoofd heen, buig uw
armen en breng dan de trekstang weer in de uitgangspositie.
Getrainde spieren: triceps
HEINZ KETTLER GmbH & Co. KG · Postfach 1020 · D - 59463 Ense -Parsit
www.kettler.net
docu 2816/06.10