Kettler VITO M Training And Operating Instructions

Type
Training And Operating Instructions

Deze handleiding is ook geschikt voor

Trainings- en bedieningshandleiding
Inhoudsopgave 32
Veiligheidsaanwijzingen 32
Service 32
Uw veiligheid 32
Korte beschrijving 33-35
Functiebereik / toetsen 33
Weergavebereik / display 34-35
Snelstart (ter kennismaking) 36
Gereed voor training 36
Trainingsbegin 36
Trainingseinde 36
Slaapstand 36
Training 37
Zonder programmeringen 37
Met programmeringen 37
Tijd 37
Afstand 37
Energie (KJoule/kcal) 37
Leeftijd invoeren (10-99) 37
Alarmsignaal instellen (ja/nee) 37
Doelpolsslag keuze (Fa 65% / Fi
75%) 37
Doelpolsslag invoeren (40-199) 37
Gereed voor training 37
Trainingsonderbreking / -einde 38
Hervatten van de training 38
Recovery (herstelpolsmeting) 38
Algemene aanwijzingen 39
Systeemgeluiden 39
Recovery 39
Gemiddelde waarde berekening 39
Aanwijzingen voor polsslagmeting 39
Met oorclip 39
Met borstgordel 39
Met handsensoren 39
Computerstoringen 39
Trainingshandleiding 39
Duurtraining 39
Belastingintensiteit 39
Belastingomvang 40
Woordenlijst 40-41
Dit teken verwijst in de handleiding naar
de woordenlijst. Daar wordt het betref-
fende begrip verklaard..
G
Veiligheidsaanwijzingen
Plaats het trainingsapparaat op een daarvoor geschikte, ste-
vige ondergrond.
Voor het eerste gebruik en vervolgens na 6 dagen gebruik
controleren of de verbindingen nog stevig vast zitten.
Om letsel door foutieve belasting of overbelasting te voorko-
men, mag het trainingsapparaat alleen volgens de handlei-
ding bediend worden.
Het opstellen van het apparaat in een vochtige ruimte is op
langere termijn, wegens de daarmee verbonden roestvor-
ming, niet aan te bevelen.
Controleer regelmatig of het apparaat nog goed werkt en of
het nog in goede toestand is.
De veiligheidstechnische controles behoren tot de plichten
van een gebruiker en dienen regelmatig en grondig plaats te
vinden.
Defecte of beschadigde onderdelen direct vervangen.
Gebruik hiervoor uitsluitend originele KETTLER onderdelen.
Het apparaat niet meer gebruiken totdat reparatie heeft
plaatsgevonden.
•Het veiligheidsniveau van het apparaat kan alleen gewaar-
borgd blijven als u regelmatig op schade en slijtage contro-
leert.
Voor uw veiligheid:
Raadpleeg voor begin van de training uw huisarts, of trai-
ning met dit apparaat geschikt is voor u. Het advies van uw
arts dient als basis voor de opbouw van uw trainingspro-
gramma. Verkeerde of overmatige training kan tot letsel lei-
den.
32
NL
Weergavebereik
Display
Functiebereik
Toetsen
G
G
Korte handleiding
Functiebereik
De vier toetsen worden hierna kort uitgelegd. Het precie-
ze gebruik wordt in de diverse hoofdstukken verklaard. In
deze beschrijvingen worden de namen van de functietoet-
sen op dezelfde wijze gebruikt.
Set (kort indrukken)
Met deze functietoets worden programmeringen opgev-
raagd.
De ingevoerde gegevens worden opgeslagen
Reset (Set langer indrukken)
Het actuele veld wordt gewist voor een nieuwe start.
Minus – / Plus +
Met deze functietoetsen worden voor de training de diver-
se programmeerwaardes gewijzigd.
Langer indrukken > sneller doorlopen van de waardes
“Plus” en “min” tegelijk indrukken: waardeprogramme-
ring spring op uit (off)
RECOVERY
Met deze functietoets wordt de herstelpolsfunctie gestart.
Polsslagmeting
De polsslagmeting kan via 3 bronnen gebeuren:
1. Oorclip – de stekker wordt in de bus gestoken;
2. Handsensoren – de aansluiting bevindt zich aan de
achterzijde van de computer;
3. Borstgordel (als accessoire verkrijgbaar). A.u.b de
daarbij horende handleiding lezen.
Korte beschrijving
De computer heeft een functiebereik met toetsen en een
weergavebereik (display) met wijzigende symbolen en
grafieken.
33
NL
Trainings- en bedieningshandleiding
Korte handleiding
Weergavebereik / display
Het weergavebereik (display) informeert over de diverse
functies.
Afstand (Distance)
14 – 130 [1/min]
1 segment = 2 [1/min]
Trapfrequentie (RPM)
Herstelpolsfunctie
RECOVERY
Polsslag (Pulse)
Percentage
Vergelijking actuele polsslag /
max. polsslag
Polsslagpercentage
Doelpolsslaggrens overschreden +11
Alarmsignaal aan/uit
Weergave gemiddelde waarde
Maximale polsslag
Alarm (knippert) max. polsslag +1
Waarde 0,00 – 99,99
Snelheid
Waarde 0 – 99,9
Weergave gemiddelde waarde
Doelpolsslag niet gehaald -11
Hartsymbool (knippert)
Polsslagweergave
40 – 199 [1/min]
G
34
NL
Kloksymbool
Waarde: 0:00 – 99:59
Tijd (Time)
Batterijspanning
Energieverbruik
Waarde: 0 – 9999
Odo-waarde > totaal (km)
Batterijspanning voldoende
voor polsslagmeting
Batterijspanning onvoldoende
voor polsslagmeting.
Batterij wisselen
Getoonde waardes
De voorbeeldvelden tonen het gebruik als hometrainer.
Bij identiek toerental met de voorbeeldvelden, liggen de waar-
des voor snelheid en afstand bij crosstrainers lager.
Bij 60 min-1 (RPM)
Hometrainer: = 21,3 km/h
Crosstrainer: = 9,5 km/h
35
NL
Trainings- en bedieningshandleiding
Snelstart (ter kennismaking)
Zonder bijzondere instellingen
Druk op een toets
Weergave
Alle segmenten worden kort getoond (segmenttest)
Het totale aantal kilometers wordt kort getoond.
Daarna wisseling naar het veld “gereed voor training”
Gereed voor training
Weergave
Alle velden staan op “nul” behalve polsslag (indien
actief).
Trainingsbegin door trappen.
Trainingsbegin
Weergave
Pedaalomwenteling segmenten. Afstand, snelheid, ener-
gie en tijd tellen op.
Polsslag (indien actief)
Remniveau 1-10 wijzigen
Durch Drehen nach rechts wird die Bremsstufe erhöht
und nach links vermindert.
Trainingsonderbreking of –einde
Bij trainingsonderbreking of –einde worden de gemiddel-
de waardes van de laatste trainingseenheid met een Ø-
symbool weergegeven.
Weergave
Gemiddelde waarde (Ø):
Pedaalomwenteling segmenten, snelheid en polsslag
(indien actief)
Totale waardes
Afstand, energie en tijd
Slaapstand
Het apparaat schakelt 4 minuten na trainingseinde in de
slaapstand. Willekeurige toets indrukken, display begint
weer met segmenttest, odometer en gereed voor training.
Training
1. Training zonder programmeringen
Een willekeurige toets indrukken
36
NL
en / of
Trappen (zie ook “snelstart”)
2. Training met programmeringen
Weergave:
“gereed voor traininggereed voor training”
“set” indrukken: programmeerveld
Tijdprogrammering (Time)
Met “plus” of “min” waarde ingeven (bijv. 30:00)
Met “set” bevestigen
Weergave :
volgende menu “afstand”
Afstandprogrammering (distance)
Met “plus” of “min” waarde ingeven (bijv. 7,50)
Met “set” bevestigen
Weergave:
volgende menu “energie”
Energieprogrammering (KJoule / kcal)
Met “plus” of “min” waarde ingeven (bijv. 780)
Met “set” bevestigen
“plus” of “min” eenheid KJoule of kcal kiezen
Met “set” bevestigen
Weergave:
volgende menu “leeftijdprogrammering”
Leeftijdprogrammering (age)
Het invoeren van de leeftijd dient voor het berekenen en
bewaken van de maximale polsslag (symbool HI, alarmsi-
gnaal indien actief).
Met “plus” of “min” waarde ingeven (bijv. 50)
Daaruit volgt de berekening volgens de regel (220-leef-
tijd) de maximale polsslag van 170
Met “set” bevestigen
Weergave:
volgende menu “alarmsignaal”
Alarmsignaal bij overschrijding maximale polsslag
Met “plus” of “min” functie kiezen
Met “set” bevestigen
Weergave:
nächstes Menü Zielpulsauswahl “FA 65%”
Doelpolsslagbewaking Fa 65% / Fi 75%
Met “plus” of “min” keuze maken
Vetverbranding 65%, conditie 75% van maximale
polsslag
Met “set” bevestigen (programmeermodus beëindigd)
Weergave: gereed voor training met programmeringen
Of
Doelpolsslag programmering
Het invoeren van 40-199 dient voor het vastleggen en
bewaken van een leeftijdonafhankelijke trainingspolsslag
(symbool HI, alarmsignaal indien actief, géén bewaking
maximale polsslag). Hiervoor moet de leeftijdprogramme-
ring op “off” staan.
Met “plus” of “min” de maximale polsslag bewaking
kiezen.
Weergave:
“Age Off”
Met “set” bevestigen
Weergave:
volgende programmering “doelpolsslag
(Pulse)”
Met “plus” of “min” waarde invoeren (bijv. 130)
Met “set” bevestigen (programmeermodus beëindigd)
Weergave:
gereed voor training met programmeringen
Trappen
Bij programmeringen wordt teruggeteld.
37
NL
Trainings- en bedieningshandleiding
De programmeringen gaan bij een “reset” verloren.
Trainingsonderbreking of –einde
Bij minder dan 14 omwentelingen/min herkent de compu-
ter een trainingsonderbreking. De bereikte trainingswaar-
des worden getoond. Omwentelingen, polsslag en snel-
heid worden als gemiddelde waarde met een Ø-symbool
getoond.
Met “plus” of “min” wisselen naar het actuele veld.
De trainingsgegevens worden 4 minuten lang getoond.
Drukt u gedurende deze tijd niet op een toets of traint u
niet, schakelt de computer in de slaapstand.
Hervatten van de training
Bij het hervatten van de training binnen 4 minuten worden
de laatste waardes verder opgeteld of teruggeteld.
RECOVERY – Functie
Herstelpolsmeting
Bij trainingseinde “recovery” indrukken.
Weergave:
RECOVERY
De computer meet 60 seconden terugtellend uw polsslag.
Bij “distance” wordt de actuele polsslag en bij “km/h”
wordt de polsslagwaarde na 60 seconden opgeslagen.
Naast “% polsslag” wordt het verschil tussen beide waar-
des getoond. Daaruit wordt een conditiecijfer berekend (in
het voorbeeld F 1.6).
De weergave wordt na 20 seconden beëindigd
“Recovery” onderbreekt de herstelpolsfunctie of conditie-
cijfer weergave.
Wordt aan het begin of einde van de teruglopende tijd
géén polsslag gemeten, verschijnt de foutmelding “E”.
Opmerking:
38
NL
Algemene aanwijzingen
Systeemgeluiden
Inschakelen
Bij het inschakelen tijdens de segmenttest wordt een geluid
weergegeven.
Programmeringen
Bij het bereiken van een programmering bij tijd, afstand en
Kjoule/kcal is een kort geluid hoorbaar.
Overschrijding maximale polsslag
Als de maximale polsslag met één polsslag wordt overschreden,
zijn 2 korte tonen hoorbaar.
Recovery
Berekening van het conditiecijfer (F):
Cijfer (F) = 6.0 –
(
10 x (P1–P2)
)
2
P1
P1 Belastingpolsslag, P2 = Herstelpolsslag
F1.0 = uitstekend F6.0 = onvoldoende
Berekening gemiddelde waarde
De berekening van de gemiddelde waarde zijn gebaseerd op
de uitgevoerde trainingseenheden tot een reset heeft plaatsge-
vonden of de slaapstand inschakelt.
Aanwijzingen voor polsslagmeting
De polsslagberekening begint als het hart in de display syn-
chroon met uw polsslag knippert.
Met oorclip
De polsslagsensor werkt met infraroodlicht en meet de wijzigin-
gen in de lichtdoorlatendheid van uw huid, die door uw polss-
lag opgewekt wordt. Wrijf 10 keer krachtig over uw oorlelletje
eer u de sensor aan uw oorlelletje klemt.
Vermijd stoorimpulsen:
Bevestig de oorclip zorgvuldig aan uw oorlelletje en zoek het
beste punt voor de meting (hartsymbool knippert zonder
onderbreking).
Train niet direct onder een sterke lichtbron zoals bijv. neon-
licht, halogeenlicht, spotjes en zonlicht.
Sluit schudden en wakkelen van de oorsensor incl. kabel vol-
ledig uit. Bevestig de kabel met de klemmetjes aan uw kle-
ding of beter nog aan een hoofdband.
Met borstgordel
Zie hiervoor de handleiding die bij de borstgordel geleverd
wordt.
Met handsensoren
Een door de contractie van het hart opgewekte kleine spanning
wordt door de handsensoren gemeten en door de computer van
een waarde voorzien.
Pak de contactvlakken altijd met beide handen vast.
Vermijd rukachtig vastpakken.
Houd de handen rustig en vermijd contracties en wrijven
over de contactvlakken.
Er is slechts één manier van polsslagmeting mogelijk: of met
oorclip of met handsensoren of met de borstgordel. Bevindt zich
géén oorclip resp. insteekontvanger in de polsslagbus, zijn de
handsensoren actief. Wordt een oorclip resp. insteekontvanger
in de polsslagbus gestoken, worden de handsensoren automa-
Opmerking:
tisch uitgeschakeld. Het is niet noodzakelijk om de stekker van
de handsensoren eruit te trekken.
Computerstoringen
Druk de set-toets langer in (reset)
Handleiding voor de training
Sportgeneeskunde en trainingswetenschap maken gebruik van
de fiets-ergometrie o.a. voor de controle van de goede werking
van hart, de bloedsomloop en ademhalingssysteem.
Of uw training na enkele weken de gewenste effecten heeft
bereikt, kunt u als volgt vaststellen:
1. U behaalt een bepaalde duurprestatie met minder hart–/blo-
edsomloopinspanning dan tevoren
2. U houdt een bepaalde duurprestatie met dezelfde hart–/blo-
edsomloop-inspanning gedurende langere tijd vol.
3. U herstelt zich na een bepaalde hart–/bloedsomloopinspan-
ning sneller dan tevoren.
Richtwaarden voor de duurtraining
Maximale polsslag: Men verstaat onder een maximale belasting
het bereiken van de individuele maximum polsslag. De maxi-
maal bereikbare hartfrequentie is afhankelijk van de leeftijd.
Hier geldt de vuistregel: De maximale hartfrequentie per minuut
komt overeen met 220 polsslagen minus leeftijd.
Voorbeeld: leeftijd 50 jaar > 220 – 50 = 170 polssla-
gen/min.
Belastingsintensiteit
Belastingspolsslag: De optimale belastingsintensiteit wordt bij
65–75% (vgl. diagram) Van de maximale polsslag bereikt.
Afhankelijk van de leeftijd verandert deze waarde.
Belastingomvang
Duur van een trainingseenheid en de frequentie daarvan per
week:
Van de optimale belastingomvang is sprake, als er over een lan-
gere periode 65–75% van de individuele hart–/bloedsomloo-
pinspanning wordt bereikt.
Vuistregel:
Beginners moeten niet met trainingseenheden van 30-60 minu-
ten beginnen.
Training voor de beginners kan in de eerste 4 weken als volgt
eruit zien:
Polsdiagramm
Conditie en Vetverbanding
220
200
180
160
140
120
100
80
Polsslag
Leeftijd
20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 80
Vetverbrandings-polsslag
(65 % van Max. pols)
90
Conditie polsslag
(75 % van Max. pols)
Maximale polsslag
(220 – Leeftijd)
Trainingsintensiteit Trainingsduur
Dagelijks 10 min.
2–3 x per week 20 – 30 min.
1–2 x per week 30 – 60 min.
39
NL
Trainings- en bedieningshandleiding
Voor en na iedere trainingseenheid dient ca. 5 minuten gymna-
stiek voor het opwarmen c.q. de cool down. Tussen twee trai-
ningseenheden moet een trainingsvrije dag liggen, als u in het
latere verloop de voorkeur geeft aan een training van 3 maal
per week 20-30 minuten. Verder is er niets tegen een dagelijkse
training.
Trainingsintensiteit Opbouw van de training
3 x per week 2 minuten trainen
1 minuut pauze voor gymnastiek
2 minuten trainen
1 minuut pauze voor gymnastiek
2 minuten trainen
3 x per week 3 minuten trainen
1 minuut pauze voor gymnastiek
3 minuten trainen
1 minuut pauze voor gymnastiek
2 minuten trainen
3 x per week 4 minuten trainen
1 minuut pauze voor gymnastiek
3 minuten trainen
1 minuut pauze voor gymnastiek
3 minuten trainen
3 x per week 5 minuten trainen
1 minuut pauze voor gymnastiek
4 minuten trainen
1 minuut pauze voor gymnastiek
4 minuten trainen
4
e
week
3
e
week
2
e
week
1
e
week
Woordenlijst
Leeftijd
Programmering voor de berekening van de maximale polsslag.
Dimensie
Eenheden voor weergave van km/h of mph, Kjoule of kcal.
Vetverbranding polsslag
Bereikte waarde van: 65% max. polsslag
Conditie polsslag
Bereikte waarde van: 75% max. polsslag
Woordenlijst
Een verzameling van begrippenverklaringen.
HI symbool
Verschijnt “HI” in de display, is de doelpolsslag 11 slagen te
hoog.
Knippert HI is de maximale polsslag overschreden. “HI” bewa-
king is altijd actief.
LO symbool
Verschijnt “LO” in de display, is de doelpolsslag 11 slagen te
laag.
“LO” bewaking is actief als tijdens de training de doelpolsslag
bereikt werd.
Maximale polsslag
Berekende waarde uit 220 min leeftijd.
Menu
Veld waarin de waardes geprogrammeerd of gekozen moeten
worden.
Polsslag
Meting van de hartslag per minuut.
Recovery
Herstelpolsmeting aan het einde van een training. Uit begin- en
eindpolsslag van één minuut wordt het verschil en een conditie-
cijfer berekend. Bij gelijke training is een verbetering van dit
cijfer een indicatie voor een beter wordende conditie.
Reset
Wissen van de velden en nieuwe start van de display.
Doelpolsslag
Door programmering bepaalde polsslagwaarde die bewaakt
moet worden.
40
NL
Datum Rustpols Belastingspols Ontspanningspols Hellingshoek Tijd Afstand Calorieenverbruik Waard.
(min.) (km) (Kcal) cijfer
Prestatientabel
41
NL

Documenttranscriptie

Trainings- en bedieningshandleiding Inhoudsopgave 32 Veiligheidsaanwijzingen 32 • Service 32 • Uw veiligheid 32 Korte beschrijving • Functiebereik / toetsen • Weergavebereik / display 33-35 33 34-35 Snelstart (ter kennismaking) 36 • Gereed voor training 36 • Trainingsbegin 36 • Trainingseinde 36 • Slaapstand 36 Training 37 Zonder programmeringen 37 Met programmeringen 37 • Tijd 37 • Afstand 37 • Energie (KJoule/kcal) 37 Met oorclip Met borstgordel Met handsensoren 39 39 39 • Computerstoringen 39 Trainingshandleiding 39 • Leeftijd invoeren (10-99) 37 • Alarmsignaal instellen (ja/nee) 37 • Doelpolsslag keuze (Fa 65% / Fi 75%) 37 • Duurtraining 39 • Doelpolsslag invoeren (40-199) 37 • Belastingintensiteit 39 • Gereed voor training 37 • Belastingomvang 40 • Trainingsonderbreking / -einde 38 Woordenlijst • Hervatten van de training 38 • Recovery (herstelpolsmeting) 38 Algemene aanwijzingen 39 • Systeemgeluiden 39 • Recovery 39 • Gemiddelde waarde berekening 39 40-41 G Dit teken verwijst in de handleiding naar de woordenlijst. Daar wordt het betreffende begrip verklaard.. • Aanwijzingen voor polsslagmeting 39 Veiligheidsaanwijzingen • Plaats het trainingsapparaat op een daarvoor geschikte, stevige ondergrond. • Voor het eerste gebruik en vervolgens na 6 dagen gebruik controleren of de verbindingen nog stevig vast zitten. • Om letsel door foutieve belasting of overbelasting te voorkomen, mag het trainingsapparaat alleen volgens de handleiding bediend worden. • Het opstellen van het apparaat in een vochtige ruimte is op langere termijn, wegens de daarmee verbonden roestvorming, niet aan te bevelen. • Controleer regelmatig of het apparaat nog goed werkt en of het nog in goede toestand is. • De veiligheidstechnische controles behoren tot de plichten van een gebruiker en dienen regelmatig en grondig plaats te vinden. • Defecte of beschadigde onderdelen direct vervangen. • Gebruik hiervoor uitsluitend originele KETTLER onderdelen. • Het apparaat niet meer gebruiken totdat reparatie heeft plaatsgevonden. • •Het veiligheidsniveau van het apparaat kan alleen gewaarborgd blijven als u regelmatig op schade en slijtage controleert. 32 NL Voor uw veiligheid: • Raadpleeg voor begin van de training uw huisarts, of training met dit apparaat geschikt is voor u. Het advies van uw arts dient als basis voor de opbouw van uw trainingsprogramma. Verkeerde of overmatige training kan tot letsel leiden. Korte beschrijving De computer heeft een functiebereik met toetsen en een weergavebereik (display) met wijzigende symbolen en grafieken. Weergavebereik Display Functiebereik Toetsen Korte handleiding Functiebereik De vier toetsen worden hierna kort uitgelegd. Het precieze gebruik wordt in de diverse hoofdstukken verklaard. In deze beschrijvingen worden de namen van de functietoetsen op dezelfde wijze gebruikt. Set (kort indrukken) Met deze functietoets worden programmeringen opgevraagd. De ingevoerde gegevens worden opgeslagen Reset (Set langer indrukken) Het actuele veld wordt gewist voor een nieuwe start. G Minus – / Plus + Met deze functietoetsen worden voor de training de diverse programmeerwaardes gewijzigd. • Langer indrukken > sneller doorlopen van de waardes • “Plus” en “min” tegelijk indrukken: waardeprogrammering spring op uit (off) RECOVERY Met deze functietoets wordt de herstelpolsfunctie gestart. G Polsslagmeting De polsslagmeting kan via 3 bronnen gebeuren: 1. Oorclip – de stekker wordt in de bus gestoken; 2. Handsensoren – de aansluiting bevindt zich aan de achterzijde van de computer; 3. Borstgordel (als accessoire verkrijgbaar). A.u.b de daarbij horende handleiding lezen. 33 NL Trainings- en bedieningshandleiding Korte handleiding Weergavebereik / display Het weergavebereik (display) informeert over de diverse functies. Trapfrequentie (RPM) 14 – 130 [1/min] 1 segment = 2 [1/min] Polsslag (Pulse) G Maximale polsslag Alarm (knippert) max. polsslag +1 Weergave gemiddelde waarde Herstelpolsfunctie RECOVERY Doelpolsslaggrens overschreden +11 Doelpolsslag niet gehaald -11 Hartsymbool (knippert) Polsslagweergave 40 – 199 [1/min] Polsslagpercentage Alarmsignaal aan/uit Percentage Vergelijking actuele polsslag / max. polsslag Afstand (Distance) Waarde 0,00 – 99,99 Snelheid Waarde 0 – 99,9 Weergave gemiddelde waarde 34 NL Energieverbruik Waarde: 0 – 9999 Odo-waarde > totaal (km) Tijd (Time) Waarde: 0:00 – 99:59 Batterijspanning Kloksymbool Batterijspanning voldoende voor polsslagmeting Batterijspanning onvoldoende voor polsslagmeting. Batterij wisselen Getoonde waardes De voorbeeldvelden tonen het gebruik als hometrainer. Bij identiek toerental met de voorbeeldvelden, liggen de waardes voor snelheid en afstand bij crosstrainers lager. Bij 60 min-1 (RPM) Hometrainer: = 21,3 km/h Crosstrainer: = 9,5 km/h 35 NL Trainings- en bedieningshandleiding Snelstart (ter kennismaking) Zonder bijzondere instellingen • Druk op een toets Weergave • Alle segmenten worden kort getoond (segmenttest) • Het totale aantal kilometers wordt kort getoond. Daarna wisseling naar het veld “gereed voor training” Gereed voor training Weergave Alle velden staan op “nul” behalve polsslag (indien actief). Trainingsbegin door trappen. Trainingsbegin Weergave • Pedaalomwenteling segmenten. Afstand, snelheid, energie en tijd tellen op. • Polsslag (indien actief) Remniveau 1-10 wijzigen • Durch Drehen nach rechts wird die Bremsstufe erhöht und nach links vermindert. Trainingsonderbreking of –einde Bij trainingsonderbreking of –einde worden de gemiddelde waardes van de laatste trainingseenheid met een Øsymbool weergegeven. Weergave • Gemiddelde waarde (Ø): Pedaalomwenteling segmenten, snelheid en polsslag (indien actief) • Totale waardes Afstand, energie en tijd Slaapstand Het apparaat schakelt 4 minuten na trainingseinde in de slaapstand. Willekeurige toets indrukken, display begint weer met segmenttest, odometer en gereed voor training. Training 1. Training zonder programmeringen • Een willekeurige toets indrukken 36 NL en / of • Trappen (zie ook “snelstart”) 2. Training met programmeringen Weergave: “gereed voor traininggereed voor training” • “set” indrukken: programmeerveld Tijdprogrammering (Time) • Met “plus” of “min” waarde ingeven (bijv. 30:00) • Met “set” bevestigen Weergave : volgende menu “afstand” Afstandprogrammering (distance) • Met “plus” of “min” waarde ingeven (bijv. 7,50) • Met “set” bevestigen Weergave: volgende menu “energie” Energieprogrammering (KJoule / kcal) • Met “plus” of “min” waarde ingeven (bijv. 780) • Met “set” bevestigen • “plus” of “min” eenheid KJoule of kcal kiezen • Met “set” bevestigen Weergave: volgende menu “leeftijdprogrammering” Leeftijdprogrammering (age) Het invoeren van de leeftijd dient voor het berekenen en bewaken van de maximale polsslag (symbool HI, alarmsignaal indien actief). • Met “plus” of “min” waarde ingeven (bijv. 50) Daaruit volgt de berekening volgens de regel (220-leeftijd) de maximale polsslag van 170 • Met “set” bevestigen Weergave: volgende menu “alarmsignaal” Alarmsignaal bij overschrijding maximale polsslag • Met “plus” of “min” functie kiezen • Met “set” bevestigen Weergave: nächstes Menü Zielpulsauswahl “FA 65%” Doelpolsslagbewaking Fa 65% / Fi 75% • Met “plus” of “min” keuze maken • Vetverbranding 65%, conditie 75% van maximale polsslag • Met “set” bevestigen (programmeermodus beëindigd) Weergave: gereed voor training met programmeringen Of Doelpolsslag programmering Het invoeren van 40-199 dient voor het vastleggen en bewaken van een leeftijdonafhankelijke trainingspolsslag (symbool HI, alarmsignaal indien actief, géén bewaking maximale polsslag). Hiervoor moet de leeftijdprogrammering op “off” staan. • Met “plus” of “min” de maximale polsslag bewaking kiezen. Weergave: “Age Off” • Met “set” bevestigen Weergave: volgende programmering “doelpolsslag (Pulse)” • Met “plus” of “min” waarde invoeren (bijv. 130) • Met “set” bevestigen (programmeermodus beëindigd) Weergave: gereed voor training met programmeringen • Trappen Bij programmeringen wordt teruggeteld. 37 NL Trainings- en bedieningshandleiding Opmerking: • De programmeringen gaan bij een “reset” verloren. Trainingsonderbreking of –einde Bij minder dan 14 omwentelingen/min herkent de computer een trainingsonderbreking. De bereikte trainingswaardes worden getoond. Omwentelingen, polsslag en snelheid worden als gemiddelde waarde met een Ø-symbool getoond. Met “plus” of “min” wisselen naar het actuele veld. De trainingsgegevens worden 4 minuten lang getoond. Drukt u gedurende deze tijd niet op een toets of traint u niet, schakelt de computer in de slaapstand. Hervatten van de training Bij het hervatten van de training binnen 4 minuten worden de laatste waardes verder opgeteld of teruggeteld. RECOVERY – Functie Herstelpolsmeting Bij trainingseinde “recovery” indrukken. Weergave: • RECOVERY De computer meet 60 seconden terugtellend uw polsslag. Bij “distance” wordt de actuele polsslag en bij “km/h” wordt de polsslagwaarde na 60 seconden opgeslagen. Naast “% polsslag” wordt het verschil tussen beide waardes getoond. Daaruit wordt een conditiecijfer berekend (in het voorbeeld F 1.6). De weergave wordt na 20 seconden beëindigd “Recovery” onderbreekt de herstelpolsfunctie of conditiecijfer weergave. Wordt aan het begin of einde van de teruglopende tijd géén polsslag gemeten, verschijnt de foutmelding “E”. 38 NL Algemene aanwijzingen tisch uitgeschakeld. Het is niet noodzakelijk om de stekker van de handsensoren eruit te trekken. Systeemgeluiden Computerstoringen Druk de set-toets langer in (reset) Inschakelen Bij het inschakelen tijdens de segmenttest wordt een geluid weergegeven. Programmeringen Bij het bereiken van een programmering bij tijd, afstand en Kjoule/kcal is een kort geluid hoorbaar. Overschrijding maximale polsslag Als de maximale polsslag met één polsslag wordt overschreden, zijn 2 korte tonen hoorbaar. Recovery ( 10 x P1(P1–P2)) Sportgeneeskunde en trainingswetenschap maken gebruik van de fiets-ergometrie o.a. voor de controle van de goede werking van hart, de bloedsomloop en ademhalingssysteem. Of uw training na enkele weken de gewenste effecten heeft bereikt, kunt u als volgt vaststellen: 1. U behaalt een bepaalde duurprestatie met minder hart–/bloedsomloopinspanning dan tevoren 2. U houdt een bepaalde duurprestatie met dezelfde hart–/bloedsomloop-inspanning gedurende langere tijd vol. Berekening van het conditiecijfer (F): Cijfer (F) = 6.0 – Handleiding voor de training 2 P1 Belastingpolsslag, P2 = Herstelpolsslag F1.0 = uitstekend F6.0 = onvoldoende Berekening gemiddelde waarde De berekening van de gemiddelde waarde zijn gebaseerd op de uitgevoerde trainingseenheden tot een reset heeft plaatsgevonden of de slaapstand inschakelt. Aanwijzingen voor polsslagmeting 3. U herstelt zich na een bepaalde hart–/bloedsomloopinspanning sneller dan tevoren. Richtwaarden voor de duurtraining Maximale polsslag: Men verstaat onder een maximale belasting het bereiken van de individuele maximum polsslag. De maximaal bereikbare hartfrequentie is afhankelijk van de leeftijd. Hier geldt de vuistregel: De maximale hartfrequentie per minuut komt overeen met 220 polsslagen minus leeftijd. Voorbeeld: leeftijd 50 jaar > 220 – 50 = 170 polsslagen/min. De polsslagberekening begint als het hart in de display synchroon met uw polsslag knippert. Belastingsintensiteit Met oorclip Belastingspolsslag: De optimale belastingsintensiteit wordt bij 65–75% (vgl. diagram) Van de maximale polsslag bereikt. Afhankelijk van de leeftijd verandert deze waarde. De polsslagsensor werkt met infraroodlicht en meet de wijzigingen in de lichtdoorlatendheid van uw huid, die door uw polsslag opgewekt wordt. Wrijf 10 keer krachtig over uw oorlelletje eer u de sensor aan uw oorlelletje klemt. Polsslag 220 Vermijd stoorimpulsen: 200 • Bevestig de oorclip zorgvuldig aan uw oorlelletje en zoek het beste punt voor de meting (hartsymbool knippert zonder onderbreking). 180 • Train niet direct onder een sterke lichtbron zoals bijv. neonlicht, halogeenlicht, spotjes en zonlicht. • Sluit schudden en wakkelen van de oorsensor incl. kabel volledig uit. Bevestig de kabel met de klemmetjes aan uw kleding of beter nog aan een hoofdband. Polsdiagramm Conditie en Vetverbanding 160 140 Maximale polsslag (220 – Leeftijd) Conditie polsslag (75 % van Max. pols) 120 100 80 Vetverbrandings-polsslag (65 % van Max. pols) 20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 80 90 Leeftijd Met borstgordel Zie hiervoor de handleiding die bij de borstgordel geleverd wordt. Belastingomvang Met handsensoren Duur van een trainingseenheid en de frequentie daarvan per week: Een door de contractie van het hart opgewekte kleine spanning wordt door de handsensoren gemeten en door de computer van een waarde voorzien. • Pak de contactvlakken altijd met beide handen vast. • Vermijd rukachtig vastpakken. • Houd de handen rustig en vermijd contracties en wrijven over de contactvlakken. Opmerking: Er is slechts één manier van polsslagmeting mogelijk: of met oorclip of met handsensoren of met de borstgordel. Bevindt zich géén oorclip resp. insteekontvanger in de polsslagbus, zijn de handsensoren actief. Wordt een oorclip resp. insteekontvanger in de polsslagbus gestoken, worden de handsensoren automa- Trainingsintensiteit Trainingsduur Van de optimale belastingomvang is sprake, als er over een langere periode 65–75% van de individuele Dagelijks 10hart–/bloedsomloomin. pinspanning wordt bereikt. 2–3 x per week 20 – 30 min. Vuistregel: 1–2 x per week 30 – 60 min. Beginners moeten niet met trainingseenheden van 30-60 minuten beginnen. Training voor de beginners kan in de eerste 4 weken als volgt eruit zien: 39 NL Trainings- en bedieningshandleiding Trainingsintensiteit Opbouw van de training Woordenlijst 1 week e 3 x per week 2 1 2 1 2 minuten trainen minuut pauze voor gymnastiek minuten trainen minuut pauze voor gymnastiek minuten trainen 2e week 3 x per week 3 1 3 1 2 minuten trainen minuut pauze voor gymnastiek minuten trainen minuut pauze voor gymnastiek minuten trainen 3e week 3 x per week 4 1 3 1 3 minuten trainen minuut pauze voor gymnastiek minuten trainen minuut pauze voor gymnastiek minuten trainen 4e week 3 x per week 5 1 4 1 4 minuten trainen minuut pauze voor gymnastiek minuten trainen minuut pauze voor gymnastiek minuten trainen Leeftijd Programmering voor de berekening van de maximale polsslag. Dimensie Eenheden voor weergave van km/h of mph, Kjoule of kcal. Vetverbranding polsslag Bereikte waarde van: 65% max. polsslag Conditie polsslag Bereikte waarde van: 75% max. polsslag Woordenlijst Een verzameling van begrippenverklaringen. HI symbool Verschijnt “HI” in de display, is de doelpolsslag 11 slagen te hoog. Knippert HI is de maximale polsslag overschreden. “HI” bewaking is altijd actief. LO symbool Verschijnt “LO” in de display, is de doelpolsslag 11 slagen te laag. “LO” bewaking is actief als tijdens de training de doelpolsslag bereikt werd. Maximale polsslag Berekende waarde uit 220 min leeftijd. Menu Voor en na iedere trainingseenheid dient ca. 5 minuten gymnastiek voor het opwarmen c.q. de cool down. Tussen twee trainingseenheden moet een trainingsvrije dag liggen, als u in het latere verloop de voorkeur geeft aan een training van 3 maal per week 20-30 minuten. Verder is er niets tegen een dagelijkse training. Veld waarin de waardes geprogrammeerd of gekozen moeten worden. Polsslag Meting van de hartslag per minuut. Recovery Herstelpolsmeting aan het einde van een training. Uit begin- en eindpolsslag van één minuut wordt het verschil en een conditiecijfer berekend. Bij gelijke training is een verbetering van dit cijfer een indicatie voor een beter wordende conditie. Reset Wissen van de velden en nieuwe start van de display. Doelpolsslag Door programmering bepaalde polsslagwaarde die bewaakt moet worden. 40 NL Prestatientabel Datum Rustpols Belastingspols Ontspanningspols Hellingshoek Tijd (min.) Afstand (km) Calorieenverbruik (Kcal) Waard. cijfer 41 NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144

Kettler VITO M Training And Operating Instructions

Type
Training And Operating Instructions
Deze handleiding is ook geschikt voor

in andere talen