ProForm PFEX43921-INT de handleiding

Type
de handleiding
Serienummer-
sticker
OPGELET
Lees alle voorzorgsmaatregelen
en instructies in deze handleiding
door voordat u deze apparatuur
gebruikt. Bewaar deze handlei-
ding voor latere raadpleging.
Modelnr. PFEX43921-INT.0
Serienr.
Schrijf het serienummer in het vakje
hierboven voor latere raadpleging.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
iconeurope.com
LEDENZORG
Indien u assistentie nodig heeft,
verzoeken wij u uw product op onze
website ifitsupport.eu te registreren.
Telefoonnummer: 207 082 883
Openingstijden: maandag–vrijdag
08.00–17.00 uur
2
PLAATSING WAARSCHUWINGSSTICKER
317705
INHOUDSOPGAVE
PLAATSING WAARSCHUWINGSSTICKER. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN ...................................................3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
ONDERDELENOVERZICHT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
MONTAGE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
DE TRAININGSFIETS GEBRUIKEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
HET BEDIENINGSPANEEL GEBRUIKEN .......................................................15
ONDERHOUD EN PROBLEEMOPLOSSING ....................................................22
TRAININGSRICHTLIJNEN ...................................................................23
ONDERDELENLIJST .......................................................................25
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26
VERVANGINGSONDERDELEN BESTELLEN .............................................Achterkant
RECYCLINGINFORMATIE ............................................................Achterkant
De hier afgebeelde waarschuwingsstickers
worden bij dit product meegeleverd. Bevestig
de waarschuwingsstickers op de aangegeven
locatie bovenop de Engelse waarschuwingen.
Raadpleeg de voorkant van deze handleiding
als een sticker ontbreekt of niet leesbaar is en
vraag om een gratis vervangende sticker. Plak
de sticker op de aangegeven plaats. Let op:
De stickers worden mogelijk niet op ware grootte
weergegeven.
PROFORM en IFIT zijn geregistreerde handelsmerken van iFIT Inc. App Store is een handelsmerk van Apple
Inc., geregistreerd in de VS en andere landen. Android en Google Play zijn handelsmerken van Google LLC. Het
woordmerk Bluetooth® en de logo’s zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. en worden onder
licentie gebruikt. IOS is een handelsmerk of een geregistreerd handelsmerk van Cisco in de VS en andere landen
en wordt onder licentie gebruikt.
3
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING: Om het risico op ernstig letsel te verminderen, dient u alle
belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in deze handleiding en alle waarschuwingen op uw
trainingsfiets te lezen voordat u uw trainingsfiets gebruikt. iFIT aanvaardt geen verantwoordelijkheid
voor persoonlijk letsel of materiële schade opgelopen door dit product of door het gebruik van dit
product.
1. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar om ervoor te zorgen dat alle gebruikers
van de trainingsfiets goed geïnformeerd zijn
over alle voorzorgsmaatregelen.
2. Houd kinderen jonger dan 16 jaar en huisdie-
ren altijd bij de trainingsfiets vandaan.
3. Raadpleeg uw medisch zorgverlener
voordat u met enig trainingsprogramma
begint. Dit is vooral belangrijk voor per-
sonen ouder dan 35 jaar of met bestaande
gezondheidsproblemen.
4. Raadpleeg uw medisch zorgverlener voordat
u begint of doorgaat met een trainingspro-
gramma tijdens de zwangerschap. Gebruik
de trainingsfiets alleen met toestemming van
uw medisch zorgverlener.
5. De trainingsfiets is niet bedoeld om gebruikt
te worden door personen met verminderd
lichamelijk, zintuiglijk of verstandelijk vermo-
gen of met een gebrek aan ervaring en ken-
nis, tenzij er toezicht is of tenzij zij instructies
hebben ontvangen over het gebruik van de
trainingsfiets door iemand die voor hun vei-
ligheid verantwoordelijk is.
6. Gebruik de trainingsfiets alleen zoals in deze
handleiding is beschreven.
7. De trainingsfiets is alleen voor thuisgebruik
bedoeld. Gebruik de trainingsfiets niet voor
zakelijke, institutionele of verhuurdoeleinden.
8. Houd de trainingsfiets binnenshuis en
uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
trainingsfiets niet in een garage, op een over-
dekt terras of bij water.
9. Plaats de trainingsfiets op een vlakke onder-
grond met minstens 0,6 meter vrije ruimte
rondom de fiets. Leg een matje onder de
trainingsfiets om uw vloer of vloerbedekking
niet te beschadigen.
10. Controleer de onderdelen elke keer dat de
trainingsfiets wordt gebruikt en draai ze goed
vast. Vervang versleten onderdelen meteen.
Gebruik alleen door de fabrikant geleverde
onderdelen.
11. Sluit de stroomadapter altijd aan op de trai-
ningsfiets voordat u deze op een stopcontact
aansluit.
12. Draag geschikte kleding tijdens het trainen.
Draag geen losse kleding die in de trai-
ningsfiets bekneld kan raken. Draag altijd
sportschoenen voor voetbescherming.
13. De trainingsfiets mag alleen door mensen die
minder dan 135 kg wegen gebruikt worden.
14. Wees voorzichtig bij het op- en afstappen van
de trainingsfiets.
15. Houd uw rug tijdens het gebruik van de trai-
ningsfiets altijd recht. Krom uw rug niet.
16. Te veel trainen kan leiden tot ernstig letsel
of de dood. Stop onmiddellijk en begin met
afkoelen als u tijdens het trainen uitgeput
raakt, kortademig wordt of pijn voelt.
4
VOORDAT U BEGINT
Dank u dat u heeft gekozen voor de nieuwe
PROFORM® 325 CSX trainingsfiets. Fietsen is een
effectieve training voor het verbeteren van het hart- en
vaatstelsel, het opbouwen van uithoudingsvermogen
en het in vorm brengen van uw lichaam. De 325 CSX
trainingsfiets biedt een reeks functies die zijn ontwik-
keld om uw oefeningen thuis effectiever en leuker te
maken.
Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u
de trainingsfiets gebruikt. Raadpleeg de voorkant
van deze handleiding als u na het doorlezen van deze
handleiding nog vragen hebt. Noteer het product-
model- en serienummer voordat u contact met ons
opneemt, zodat wij u van dienst kunnen zijn. U vindt
het modelnummer en de locatie van de serienummer-
sticker op de voorkant van deze handleiding.
Voordat u verder leest, dient u zich vertrouwd te maken
met de onderdelen die in de onderstaande tekening
zijn aangeduid.
Handvat
Handvat
Bedieningspaneel
Wiel
Zitting
Rugleuning
Pedaal/riem
Stelvoet
Accessoireshouder
Ventilator
Afstelhendel
Hendel Lengte: 145 cm
Breedte: 64 cm
5
M10 x 80mm Schroef (21)–4
M8 x 20mm
Schroef (42)–1
M8 x 15mm
Schroef (24)–4
M8 x 40mm
Schroef (28)–4
M6 x 40mm
Schroef (27)–6
M6 x 16mm
Schroef (33)–2
M4 x 16mm
Schroef (49)–6
M6 Veerring
(34)–2
M8 x 30mm
Schroef (41)–1
M6 Sluitring (35)–2 M8 Borgmoer
(25)–2
M8 x 63mm Bout
(26)–2
ONDERDELENOVERZICHT
Raadpleeg de onderstaande afbeeldingen voor een overzicht van de kleine onderdelen die nodig zijn voor mon-
tage. Het nummer tussen haakjes onder elke tekening is het referentienummer van het onderdeel. U vindt alle
onderdelen terug in de ONDERDELENLIJST achterin deze handleiding. Het getal volgend op het referentienum-
mer geeft het aantal te monteren onderdelen aan. Let op: Als een onderdeel van de set met bevestigingson-
derdelen ontbreekt, controleer dan eerst of het vooraf al is gemonteerd. Er kunnen extra onderdelen zijn
meegeleverd.
6
De montage moet door twee personen worden
uitgevoerd.
Plaats alle onderdelen op een open plek en
verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het
verpakkingsmateriaal niet weg tot u volledig klaar
bent met de montage.
De linkeronderdelen worden aangegeven met
“L” of “Left” en de rechteronderdelen met “R” of
“Right”.
Voor het vaststellen van de kleine onderdelen,
kijkt u op bladzijde 5.
U hebt behalve het meegeleverde gereedschap
ook het volgende gereedschap nodig:
één kruiskopschroevendraaier
één verstelbare moersleutel
Het monteren gaat mogelijk eenvoudiger met uw
eigen set sleutels. Gebruik geen elektrisch gereed-
schap om schade aan onderdelen te voorkomen.
MONTAGE
2. Draai de Achterste Stabilisator (3), zoals wordt
afgebeeld.
Laat een tweede persoon de achterkant van het
Onderstel (1) optillen. Bevestig vervolgens zelf
de Achterste Stabilisator (3) aan het Onderstel
met twee M10 x 80mm Schroeven (21).
2
1
3
21
1
1. Ga naar ifitsupport.eu op uw computer en
registreer uw product.
• documenteert uw eigendom
activeert uw garantie
zorgt voor prioriteit bij klantondersteuning als u
ooit hulp nodig heeft
Let op: Indien u geen toegang tot internet heeft,
kunt u bellen met de Ledenzorg (zie de voorkant
van deze handleiding) en uw product registreren.
7
4
3. Draai de Voorste Stabilisator (2) zoals op de
sticker is afgebeeld.
Laat een tweede persoon de voorkant van het
Onderstel (1) optillen. Bevestig vervolgens zelf
de Voorste Stabilisator (2) aan het Onderstel met
twee M10 x 80mm Schroeven (21).
21
2
1
5
41
8
7
42
5. Draai het Rugleuningonderstel (8), zoals wordt
afgebeeld.
Bevestig het Rugleuningonderstel (8) aan de
Zittingdrager (7) met een M8 x 20mm Schroef
(42) en een M8 x 30mm Schroef (41).
6
34
35
4. Draai de Afstelhendel (6), zoals wordt afgebeeld.
Bevestig de Afstelhendel (6) aan de Remas
(37) met twee M6 x 16mm Schroeven (33),
twee Gespleten M6 Sluitringen (34) en twee M6
Sluitringen (35).
33
3
37
8
6
6. Oriënteer het Zittingonderstel (9) zoals getoond.
Bevestig het Zittingonderstel (9) aan de Zitting-
drager (7) met vier M8 x 40mm Schroeven (28).
Draai eerst alle Schroeven aan en draai ze
daarna vast.
7
7. Richt de Zitting (10) zoals is afgebeeld.
Bevestig de Zitting (10) aan het Zittingonderstel
(9) met vier M6 x 40mm Schroeven (27) (slechts
twee Schroeven zijn afgebeeld); draai alle
Schroeven eerst aan en draai ze daarna vast.
10
27
9
9
7
28
28
9
9
9. Verwijder de Accessoireshouder (5) van het
Linker- en Rechtervoorscherm (57, 58). Leg de
Accessoireshouder even weg. Tip: Gebruik een
standaardschroevendraaier om de lipjes op
de Accessoireshouder los te maken.
Zorg dat een tweede persoon de Staander (4)
vasthoudt in de buurt van het Onderstel (1).
Zoek de kabelbinder (A) in de Staander (4).
Knoop de onderkant van de kabelbinder aan
de Hoofddraad (77). Trek vervolgens de andere
kant van de kabelbinder omhoog tot de Hoofd-
draad helemaal door de Staander loopt.
Tip: Bevestig de Hoofddraad (77) met de
kabelbinder (A) aan de Staander, zodat de
Hoofddraad niet in de Staander (4) kan vallen.
A
A
4
1
5
77
57, 58
8
8. Draai de Rugleuning (11), zoals wordt afgebeeld.
Bevestig de Rugleuning (11) aan het Rug-
leuningonderstel (8) met twee M6 x 40mm
Schroeven (27).
11
27 8
10
11. Haal de kabelbinder van de Hoofddraad (77) en
gooi de kabelbinder weg.
Leid, terwijl een tweede persoon het Handvat
(14) bij de Staander (4) houdt, de Hoofddraad
(77) door de inkeping (B) in de Staander en door
het gat (C) in het Handvat.
Tip: Klem de Hoofddraad (77) niet af. Plaats
het Handvat (14) in de Staander (4). Bevestig
het Handvat met twee M8 x 63mm Bouten
(26) en twee M8 Borgmoeren (25). Zorg dat
de Borgmoeren in de zeshoekige gaten (D)
zitten.
14
4
11
10
D
25
26
77
10. Tip: Klem de Hoofddraad (77) niet af. Houd de
Staander (4) tegen het Onderstel (1). Bevestig
de Staander met vier M8 x 15mm Schroeven
(24). Draai eerst alle Schroeven aan en draai
ze daarna vast.
Draai de Accessoireshouder (5) en de Kap
van het Bedieningspaneel (16), zoals wordt
afgebeeld.
Tip: Klem de Hoofddraad (77) niet af. Schuif
de Accessoireshouder (5) en de Kap van het
Bedieningspaneel (16) op de Staander (4). Druk
vervolgens de Accessoireshouder op het Linker-
en Rechtervoorscherm (57, 58).
5
16
77
4
1
24
Klem de
Hoofddraad
(77) niet af
Klem de
Hoofddraad (77)
niet af
B
C
57, 58
11
12
77
15 14 49
49
Klem de Hoofddraad
(77) niet af
13
13. Schuif de Kap van het Bedieningspaneel (16)
omhoog tegen het Handvat (14). Bevestig de
Kap van het Bedieningspaneel met twee M4 x
16mm Schroeven (49).
14
49
16
12. Sluit, terwijl een tweede persoon het Bedie-
ningspaneel (15) bij het Handvat (14) houdt, de
Hoofddraad (77) aan op de aansluiting op het
Bedieningspaneel. Tip: De draadconnector zou
er makkelijk in moeten glijden en met een
hoorbare klik op zijn plaats moeten klikken.
Als dit niet gebeurt, dient u de connector te
draaien en het nog eens te proberen.
Steek de overmatige draad in het Handvat (14).
Tip: Klem de Hoofddraad (77) niet af. Bevestig
het Bedieningspaneel (15) aan het Handvat
(14) met vier M4 x 16mm Schroeven (49). Draai
eerst alle Schroeven aan en draai ze daarna
vast.
12
14. Zoek het Rechterpedaal (13). Gebruik uw
vingers en draai het Rechterpedaal ongeveer
halverwege in de Rechtercrankarm (71). Gebruik
vervolgens een verstelbare moersleutel om het
Rechterpedaal volledig vast te draaien.
Herhaal deze stap bij het Linkerpedaal
(niet afgebeeld). BELANGRIJK: U moet het
Linkerpedaal LINKSOM draaien om het te
bevestigen.
Stel vervolgens de rechterriem (E) af op de
gewenste stand en druk de uiteinden van de
riem in de lipjes (F) op het Rechterpedaal (13).
Stel de riem op het Linkerpedaal (niet afge-
beeld) op dezelfde manier af.
13
E
F
14
71
50
15
15. Steek de Stroomadapter (50) in de aansluiting
aan de voorkant van de trainingsfiets.
Let op: Raadpleeg DE STROOMADAPTER
INSTEKEN op bladzijde 13 om de Stroom-
adapter (50) in een stopcontact te steken.
16. Nadat de trainingsfiets is gemonteerd, controleert u of deze juist is gemonteerd en goed werkt en of
alle onderdelen goed zijn bevestigd. Er kunnen extra onderdelen zijn meegeleverd. Plaats een matje onder
de trainingsfiets om de vloer(bedekking) te beschermen.
13
DE STROOMADAPTER INSTEKEN
BELANGRIJK: Als de trainingsfiets aan koude
temperaturen is blootgesteld, moet u deze op
kamertemperatuur laten komen voordat u de
stroomadapter (A) aansluit. Doet u dit niet, dan
kunnen de displays van het bedieningspaneel
of andere elektrische componenten beschadigd
raken.
Steek de stroom-
adapter (A) in de
aansluiting aan de
voorkant van de
trainingsfiets. Steek,
indien nodig, de
juiste verloopstekker
in de stroomadapter.
Steek vervolgens de
stroomadapter in een
geschikt stopcontact dat op de juiste wijze is geïnstal-
leerd volgens de lokale codes en verordeningen.
DE TRAININGSFIETS VERPLAATSEN
Vanwege de afmetingen en het gewicht van de trai-
ningsfiets moet deze door twee personen worden
verplaatst. Neem de vereiste maatregelen om uw
vloer te beschermen.
Houd het handvat
(B) op de achterste
stabilisator vast en til
deze omhoog tot u de
trainingsfiets op de
voorwielen kunt ver-
plaatsen. Verplaats
de trainingsfiets
voorzichtig naar de
gewenste locatie en
zet het apparaat weer
neer.
DE ZITTING BIJSTELLEN
U kunt de zitting naar
voren of naar ach-
teren afstellen in de
meest comfortabele
positie. Duw hier-
voor de afstelhendel
(C) omlaag, schuif
de zitting naar de
gewenste stand en
trek de afstelhendel
omhoog om de zitting te vergrendelen.
DE PEDAALRIEMEN AFSTELLEN
Trek eerst de uitein-
den van de riempjes
van de lipjes op
de pedalen om de
pedaalriemen bij
te stellen. Stel de
riemen af en steek
de uiteinden van de
riemen weer in de
lipjes.
A
B
C
D
DE TRAININGSFIETS GEBRUIKEN
14
DE TRAININGSFIETS WATERPAS STELLEN
Draai, als de trai-
ningsfiets tijdens het
gebruik enigszins op
uw vloer wiebelt, aan
één of aan beide stel-
voeten (E) onder de
achterste stabilisator,
tot het wiebelen is
opgeheven.
DE OPTIONELE TABLETHOUDER
De optionele
tablethouder (F)
houdt uw tablet goed
op zijn plaats en
zorgt ervoor dat u
uw tablet tijdens het
oefenen kan gebrui-
ken. De optionele
tablethouder is ont-
worpen voor gebruik
met de meeste
tablets van volledige grootte. Voor het kopen van een
tablethouder raadpleegt u de voorkant van deze
handleiding.
E
E
F
15
HET BEDIENINGSPANEEL GEBRUIKEN
BEDIENINGSPANEELFUNCTIES
Het geavanceerde bedieningspaneel bevat bepaalde
functies om uw trainingen effectiever en leuker te
maken.
U kunt de weerstand van de pedalen met een druk op
de toets afstellen wanneer u de handmatige modus
van het bedieningspaneel gebruikt.
Het bedieningspaneel geeft tijdens de training door-
lopend feedback. U kunt zelfs uw hartslag meten met
een compatibele hartslagmonitor.
U kunt ook het geluidssysteem van het bedienings-
paneel gebruiken tijdens uw training.
Het bedieningspaneel biedt ook onbeperkte iFIT-trai-
ningen wanneer u de iFIT-app naar uw smart-toestel
downloadt en dit op het bedieningspaneel aansluit.
Met de iFIT-app heeft u toegang tot een grote en
gevarieerde bibliotheek met iFIT-videotrainingen,
kunt u uw eigen trainingen creëren, resultaten van uw
trainingen bijhouden en hebt u toegang tot vele andere
mogelijkheden.
Elke iFIT-training verandert automatisch de weerstand
van de pedalen, terwijl een iFIT-coach u leidt door een
meeslepende en effectieve videotraining.
Voor gebruik van de handmatige modus, zie blad-
zijde 16. Voor gebruik van een iFIT-training, zie
bladzijde 18.
Om uw hartslagmonitor aan te sluiten op het bedie-
ningspaneel, zie bladzijde 19. Voor gebruik van het
geluidssysteem, zie bladzijde 20. Voor het wijzigen
van bedieningspaneelinstellingen, zie bladzijde 21.
Let op: Als er een laagje plastic op het display zit, moet
u dat verwijderen.
Jar Jar Jr
EBPF43921
PFEX43921
PFEX43921-INT
BEDIENINGSPANEELOVERZICHT
16
DE HANDMATIGE MODUS GEBRUIKEN
1. Begin te fietsen of druk op een toets op het
bedieningspaneel om het bedieningspaneel aan
te zetten.
Het display gaat aan als u het bedieningspaneel
inschakelt. Op dat moment is het bedieningspaneel
klaar voor gebruik.
2. Kies de handmatige modus.
Wanneer u het bedieningspaneel aanzet, wordt de
handmatige modus automatisch gekozen.
3. Verander de weerstand van de pedalen.
Begin te fietsen om de handmatige modus te
starten.
U kunt de weerstand van de pedalen tijdens het
fietsen aanpassen. Om de weerstand te wijzi-
gen, drukt u op een van de genummerde toetsen
Silent Magnetic Resistance (stille magnetische
weerstand) of drukt u op de toenametoets en
afnametoets Silent Magnetic Resistance (stille
magnetische weerstand).
Let op: Als u een toets hebt ingedrukt, duurt het
even voordat de pedalen het geselecteerde weer-
standsniveau bereiken.
4. Bekijk uw voortgang op het display.
Het display kan de volgende trainingsinformatie
bevatten:
CALS (calorieën) – Het geschatte aantal calorieën
dat u heeft verbrand.
CALS/HR (calorieën per uur) – Een schatting van
het aantal calorieën dat u per uur verbrandt.
MI of KM (afstand) – De afstand die u in mijl of
kilometer heeft gefietst. Druk op de toets St/M
(standaard/metrisch) om de meeteenheid te
wijzigen.
Pace (tempo) – Uw fietssnelheid in minuten per
mijl of kilometer. Druk op de toets St/M (standaard/
metrisch) om de meeteenheid te wijzigen.
BPM en hartsymbool (hartslag) – Uw hartslag
als u een compatibele hartslagmonitor gebruikt (zie
stap 5).
RESIST (weerstand) – Het weerstandsniveau van
de pedalen.
RPM (tpm) – Uw fietssnelheid in toeren per minuut
(RPM).
MPH of KPH (snelheid) – Uw fietssnelheid in mijl
of kilometer per uur. Druk op de toets St/M (stan-
daard/metrisch) om de meeteenheid te wijzigen.
Time (tijd) – De verstreken tijd.
Druk herhaalde-
lijk op de toets
Display (A) om de
gewenste trainings-
informatie weer te
geven.
Scanmodus – Het bedieningspaneel heeft een
scanmodus waarmee trainingsinformatie in een
herhalingscyclus wordt getoond. Druk op de toets
Scan (B) om de scanmodus aan te zetten. De sca-
nindicator (D) en het woord SCAN worden dan op
het display weergegeven.
AB C
D
17
Als u de scancyclus handmatig verder wilt laten
gaan, drukt u herhaaldelijk op de toets Scan.
Druk op de toets Display om de scanmodus uit
te zetten. De scanindicator en het woord SCAN
worden dan niet meer op het display weergegeven.
U kunt de scanmodus ook aanpassen om in een
herhalingscyclus alleen gewenste trainingsinforma-
tie weer te geven.
Druk, om de scanmodus aan te passen, eerst
herhaaldelijk op de toets Display totdat de trai-
ningsinformatie op het display verschijnt die u wilt
toevoegen aan of verwijderen uit de scancyclus.
Druk vervolgens op de toets Add/Remove (toevoe-
gen/verwijderen) (C) om die trainingsinformatie toe
te voegen aan of te verwijderen uit de scancyclus.
Wanneer trainingsinformatie wordt toege-
voegd, gaat de indicator ervan aan op het display.
Wanneer trainingsinformatie wordt verwijderd,
gaat de indicator ervan uit.
Druk daarna op de toets Scan om de scanmodus
aan te zetten.
Let op: Het bedieningspaneel geeft automatisch
uw hartslag in de scancyclus weer wanneer het
een hartslag van een compatibele hartslagmonitor
herkent.
Druk op de toename-
toets en afnametoets
Vol (volume) om het
volumeniveau van het
bedieningspaneel te
wijzigen.
Stop eenvoudigweg met fietsen om het bedie-
ningspaneel te pauzeren. Als het bedieningspaneel
wordt gepauzeerd, knippert de tijd op het display.
Begin gewoon weer te fietsen om door te gaan met
uw training.
5. Draag een compatibele hartslagmonitor en
meet indien gewenst uw hartslag.
U kunt een compatibele hartslagmonitor dragen
om uw hartslag te meten. Let op: Het bedie-
ningspaneel ondersteunt alle Bluetooth® Smart
hartslagmonitoren.
Een compatibele hartslagmonitor is bij sommige
modellen meegeleverd. Als een hartslagmonitor
is meegeleverd, zie DE HARTSLAGMONITOR in
deze handleiding om te weten te komen hoe u hem
moet gebruiken.
Als er bij dit model geen compatibele hart-
slagmonitor is meegeleverd, zie dan bladzijde
20 voor informatie over hoe u er een kunt
bestellen.
Druk op de iFIT Sync toets op het bedienings-
paneel om een compatibele hartslagmonitor met
het bedieningspaneel te verbinden; het koppe-
lingsnummer van het bedieningspaneel zal op het
display verschijnen. Als de verbinding tot stand is
gebracht, knippert het LED-lampje op het bedie-
ningspaneel tweemaal rood. Uw hartslag wordt
weergegeven wanneer uw hartslag wordt gede-
tecteerd. Zie UW HARTSLAGMONITOR OP HET
BEDIENINGSPANEEL AANSLUITEN op bladzijde
19 voor meer informatie.
6. Zet de ventilator indien gewenst aan.
De ventilator heeft
meerdere snel-
heidsinstellingen
waaronder een auto-
matische modus. Als de
automatische modus is
geselecteerd, wordt de snelheid van de ventilator
automatisch verhoogd of verlaagd als uw fiets-
snelheid toe- of afneemt. Druk herhaaldelijk op de
toenametoets en afnametoets Fan (ventilator) op
het bedieningspaneel om een ventilatorsnelheid te
kiezen of om de ventilator uit te zetten.
Let op: De ventilator gaat automatisch uit als het
startscherm is geselecteerd en de pedalen enige
tijd niet bewegen.
7. Het bedieningspaneel gaat automatisch uit als
u klaar bent met uw training.
Als de pedalen enkele seconden niet bewegen,
pauzeert het bedieningspaneel en knippert de tijd
op het display. Begin weer te fietsen om de training
te hervatten.
Als u de pedalen enkele minuten niet beweegt
en niet op de toetsen drukt, schakelt het bedie-
ningspaneel uit en wordt het display gereset.
Let op: Het bedieningspaneel heeft een demo-
modus die is ontwikkeld voor het tentoonstellen
van een trainingsfiets in een winkel. Als de demo-
modus aan staat, gaat het bedieningspaneel
niet uit en reset het display niet als u klaar bent
met trainen. Zie DE INSTELLINGEN VAN HET
BEDIENINGSPANEEL WIJZIGEN op bladzijde 21
om de demomodus uit te zetten.
18
EEN IFIT-TRAINING GEBRUIKEN
Het bedieningspaneel biedt toegang tot een grote en
gevarieerde bibliotheek van iFIT-trainingen wanneer u
de iFIT-app naar uw smart-toestel downloadt en dit op
het bedieningspaneel aansluit.
Let op: Het bedieningspaneel ondersteunt Bluetooth-
verbindingen naar smart-toestellen via de iFIT-app en
naar compatibele hartslagmonitoren. Andere Bluetooth-
verbindingen worden niet ondersteund.
1. Download en installeer de iFIT-app op uw
smart-toestel.
Open op uw iOS® of Android™ smart-toestel, de
App Store℠ of de Google Play™ winkel, zoek naar
de gratis iFIT-app en installeer dan de app op uw
smart-toestel. Zorg ervoor dat de Bluetooth-
optie op uw smart-toestel is ingeschakeld.
Open dan de iFIT-app en volg de instructies om
een iFIT-account aan te maken en instellingen aan
te passen.
Neem de tijd om de iFIT-app te ontdekken en
meer te weten te komen over de functies en
instellingen ervan.
2. Sluit uw hartslagmonitor indien gewenst aan op
het bedieningspaneel.
Indien u zowel uw hartslagmonitor als uw
smart-toestel op het bedieningspaneel wilt aan-
sluiten, dient u eerst uw hartslagmonitor aan
te sluiten voordat u uw smart-toestel aansluit.
Zie UW HARTSLAGMONITOR OP HET BEDIE-
NINGSPANEEL AANSLUITEN op bladzijde 19.
3. Uw smart-toestel aansluiten op het
bedieningspaneel.
Druk op de iFIT Sync toets op het bedieningspaneel.
Het koppelingsnummer van het bedieningspaneel
wordt op het display weergegeven. Volg vervolgens
de instructies op de iFIT-app om uw smart-toestel
op het bedieningspaneel aan te sluiten.
Als er een verbinding tot stand is gebracht, brandt
het LED-lampje op het bedieningspaneel continu
blauw.
4. Kies een iFIT-training.
Druk in de iFIT-app op de toetsen onderaan het
scherm voor het selecteren van het startscherm
(toets Home) of de trainingsbibliotheek (toets
Browse).
Als u een training uit het startscherm of de trai-
ningsbibliotheek wilt selecteren, drukt u op de
gewenste training-toets op het scherm. Veeg of
tik met uw vinger over het scherm om omhoog of
omlaag te scrollen.
Als u een training kiest, geeft het scherm een
overzicht van de training weer met informatie over
de duur en de afstand van de training, en het
geschatte aantal calorieën dat u tijdens de training
verbrandt.
5. De training starten.
Druk op Start Workout (training starten) om de
training te starten.
Tijdens sommige trainingen zal een iFIT-coach
u begeleiden door een meeslepende videotrai-
ning. Raak het scherm op een open plek aan om
muziek-, trainerstem- en volume-opties voor de
training te bekijken en te selecteren.
Tijdens sommige trainingen geeft het scherm een
kaart van de route weer en toont een markering uw
voortgang. Druk op de toetsen op het scherm om
de gewenste kaartopties te selecteren.
Als het weerstandsniveau voor het huidige seg-
ment van de training te hoog of te laag is, kunt u
de instelling handmatig veranderen door te druk-
ken op de toetsen Resistance (weerstand) op het
bedieningspaneel.
Druk op Follow Trainer (trainer volgen) om terug te
keren naar de geprogrammeerde weerstandsinstel-
lingen van de training.
Let op: Het caloriedoel dat in de trainingsbe-
schrijving wordt weergegeven, is een schat-
ting van het aantal calorieën dat u tijdens de
training verbrandt. Het daadwerkelijke aantal
calorieën dat u verbrandt, hangt af van verschil-
lende factoren, waaronder uw gewicht. Als u
bovendien tijdens de training het weerstandsni-
veau handmatig wijzigt, heeft dat invloed op het
aantal calorieën dat u verbrandt.
19
Druk eenvoudigweg op het scherm of stop met
fietsen om de training te pauzeren. Begin weer
te fietsen om door te gaan met uw training.
Als u de training wilt beëindigen, drukt u op het
scherm om de training te pauzeren en volgt u de
aanwijzingen op het scherm om de training te
beëindigen en terug te keren naar het startscherm.
Als de training stopt, wordt een samenvatting
van de training op het scherm weergegeven.
Desgewenst kunt u opties selecteren, zoals het
toevoegen van de training aan uw schema of de
training toevoegen aan uw lijst met favorieten. Druk
dan op Finish (voltooien) om terug te keren naar
het startscherm.
6. Uw smart-toestel ontkoppelen van het
bedieningspaneel.
Om uw smart-toestel te ontkoppelen van het bedie-
ningspaneel, dient u eerst de ontkoppelingsoptie in
de iFIT-app te selecteren. Houd vervolgens de iFIT
Sync toets op het bedieningspaneel ingedrukt tot
het LED-lampje op het bedieningspaneel continu
groen brandt.
Let op: Alle Buetooth-verbindingen tussen het
bedieningspaneel en andere toestellen (inclusief
smart-toestellen, hartslagmonitoren etc.) zullen
losgekoppeld worden.
7. Het bedieningspaneel gaat automatisch uit als
u klaar bent met uw training.
Als de pedalen enkele seconden niet bewegen,
pauzeert het bedieningspaneel en knippert de tijd
op het display. Begin weer te fietsen om de training
te hervatten.
Als u de pedalen enkele minuten niet beweegt
en niet op de toetsen drukt, schakelt het bedie-
ningspaneel uit en wordt het display gereset.
Let op: Het bedieningspaneel heeft een demo-
modus die is ontwikkeld voor het tentoonstellen
van een trainingsfiets in een winkel. Als de demo-
modus aan staat, gaat het bedieningspaneel
niet uit en reset het display niet als u klaar bent
met trainen. Zie DE INSTELLINGEN VAN HET
BEDIENINGSPANEEL WIJZIGEN op bladzijde 21
om de demomodus uit te zetten.
UW HARTSLAGMONITOR OP HET BEDIENINGS-
PANEEL AANSLUITEN
Het bedieningspaneel ondersteunt alle Bluetooth
Smart hartslagmonitoren. Zie bladzijde 20 voor
informatie over het bestellen van een compatibele
hartslagmonitor.
Druk op de iFIT Sync toets op het bedieningspaneel
om uw Bluetooth Smart hartslagmonitor met het bedie-
ningspaneel te verbinden. Het koppelingsnummer van
het bedieningspaneel zal op het display verschijnen.
Als de verbinding tot stand is gebracht, knippert het
LED-lampje op het bedieningspaneel tweemaal rood.
Let op: Als er meer dan één compatibele hartslagmoni-
tor in de nabijheid van het bedieningspaneel is, maakt
het bedieningspaneel verbinding met de hartslagmoni-
tor met het sterkste signaal.
Als u uw hartslagmonitor van het bedieningspaneel
wilt ontkoppelen, houdt u de iFIT Sync toets op het
bedieningspaneel ingedrukt tot het LED-lampje op het
bedieningspaneel continu groen brandt.
Let op: Alle Buetooth-verbindingen tussen het
bedieningspaneel en andere toestellen (inclusief
smart-toestellen, hartslagmonitoren etc.) zullen losge-
koppeld worden.
20
HET GELUIDSSYSTEEM GEBRUIKEN
Sluit een 3,5 mm mannetje tot 3,5 mm mannetje
audiokabel (niet meegeleverd) aan op de aansluiting
van het bedieningspaneel en op een aansluiting van
uw persoonlijke audiospeler om muziek of audioboe-
ken via het geluidssysteem van het bedieningspaneel
tijdens uw training te beluisteren; zorg ervoor dat de
audiokabel goed aangesloten is. Let op: Ga naar
uw plaatselijke elektronicawinkel om een audioka-
bel aan te schaffen.
Druk vervolgens op de
afspeeltoets op uw per-
soonlijke audiospeler. Pas
het volume aan met de
toenametoets of afname-
toets Vol (volume) op het
bedieningspaneel of met de volumeregelaar van uw
persoonlijke audiospeler.
DE OPTIONELE HARTSLAGMONITOR
Het maakt niet
uit of u vet wilt
verbranden
of uw hart- en
vaatstelsel wilt
verbeteren: de
beste resulta-
ten behaalt u
door de juiste
hartslag tijdens
uw training te
behouden. Met de optionele hartslagmonitor kunt u
tijdens de training voortdurend uw hartslag meten. Dat
zal u helpen uw persoonlijke fitnessdoelen te behalen.
Kijk op de voorkant van deze handleiding om een
optionele hartslagmonitor aan te schaffen.
Let op: Het bedieningspaneel ondersteunt alle
Bluetooth Smart hartslagmonitoren.
21
DE INSTELLINGEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL
WIJZIGEN
1. Selecteer de instellingenmodus.
Om de instellingenmodus te
selecteren, drukt u op de instellin-
gentoets (tandwielpictogram). Het
eerste instellingenscherm wordt
dan op het display weergegeven.
2. Navigeer door de instellingenmodus.
Als de instellingenmodus is geselecteerd, kunt u
door verschillende instellingenschermen navigeren.
Druk herhaaldelijk op de toets Display om naar het
gewenste instellingenscherm te gaan.
3. Verander indien gewenst de instellingen.
Softwareversienummer – Het softwareversienum-
mer wordt weergegeven op het display.
Meeteenheid – De momenteel geselecteerde
meeteenheid wordt weergegeven op het display.
Het bedieningspaneel kan snelheid en afstand in
standaard of metrische meeteenheden weergeven.
Druk meerdere keren op de toets St/M (stan-
daard/metrisch) om de meeteenheid te wijzigen.
Selecteer STD (standaard) om trainingsinformatie
in standaardeenheden weer te geven. Selecteer
MET (metrisch) om trainingsinformatie in metrische
eenheden weer te geven.
Displaytest – Dit scherm is bedoeld om te worden
gebruikt door onderhoudsmonteurs om te bepalen
of het display correct werkt.
Toetstest – Dit scherm is bedoeld om te worden
gebruikt door onderhoudsmonteurs om te bepalen
of een bepaalde toets correct werkt.
Totale tijd – Geeft het woord TIME (tijd) op het
display weer. Het display zal het totale aantal
uren, dat de trainingsfiets in gebruik is geweest,
weergeven.
Totale afstand – De letters MI (mijl) of KM (kilo-
meter) verschijnen op het display. Het display geeft
dan de totale afstand (in mijl of kilometer) weer dat
er op de trainingsfiets is gefietst.
Contrastniveau – Het momenteel geselecteerde
contrastniveau verschijnt op het display. Druk op
de toenametoets en afnametoets Silent Magnetic
Resistance (stille magnetische weerstand) om het
contrastniveau aan te passen.
Demomodus – De momenteel geselecteerde
demomodus-optie zal op het display worden
weergegeven. Het bedieningspaneel heeft een
demomodus die is ontwikkeld voor het tentoon-
stellen van een trainingsfiets in een winkel. Als de
demomodus aan staat, gaat het bedieningspaneel
niet uit en reset het display niet als u klaar bent
met trainen. Druk herhaaldelijk op de toenametoets
Silent Magnetic Resistance (stille magnetische
weerstand) om een demomodus-optie te selecte-
ren. Selecteer DON (demo aan) om de demomo-
dus aan te zetten. Selecteer DOFF (demo uit) om
de demomodus uit te zetten.
4. De instellingenmodus verlaten.
Druk op de instellingentoets om de instellingen-
modus te verlaten.
22
ONDERHOUD
Regelmatig onderhoud is belangrijk voor een optimale
werking en om slijtage te verminderen. Controleer
de onderdelen elke keer dat de trainingsfiets wordt
gebruikt en draai ze goed vast. Vervang versleten
onderdelen meteen. Gebruik alleen door de fabrikant
geleverde onderdelen.
Gebruik een vochtige doek en een klein beetje
milde zeep om de trainingsfiets schoon te maken.
BELANGRIJK: Houd vloeistoffen uit de buurt
van het bedieningspaneel om schade aan het
bedieningspaneel te voorkomen en houd het bedie-
ningspaneel uit direct zonlicht.
PEDAALONDERHOUD
Draai de pedalen elke week vast. Draai het rechterpe-
daal naar rechts en draai het linkerpedaal naar links.
PROBLEMEN MET HET BEDIENINGSPANEEL
OPLOSSEN
Controleer of de stroomadapter volledig is ingestoken
als het bedieningspaneel niet aan gaat.
Bel met het telefoonnummer op de voorkant
van deze handleiding als een vervangende
stroomadapter nodig is. BELANGRIJK: Gebruik
alleen een door de fabrikant geleverde geregu-
leerde stroomadapter om schade aan het bedie-
ningspaneel te voorkomen.
DE SNELHEIDSSENSOR AFSTELLEN
Als het bedieningspaneel niet de juiste gegevens weer-
geeft, moet u de snelheidssensor afstellen.
Als u de snel-
heidssensor wilt
afstellen, haalt u eerst
de stroomadapter
uit het stopcontact.
Gebruik vervolgens
een standaardschroe-
vendraaier en maak de
lipjes op de Accessoi-
reshouder (5) los. Til
de Accessoireshouder dan voorzichtig omhoog van het
onderstel.
Zoek de Snelheidssensor (18). Maak de aangegeven
M4 x 12mm Schroef met Sluitringkop (65) los maar
haal hem er niet vanaf.
Draai vervolgens aan de Katrol (75) totdat een Mag-
neet (67) op gelijke hoogte komt met de Snelheids-
sensor (18). Schuif de Snelheidssensor wat dichter
naar de Magneet toe of verder van de Magneet af.
Draai dan de M4 x 12mm Schroef met Sluitringkop (65)
weer vast.
Steek de stroomadapter in het stopcontact en laat de
Katrol (75) eventjes roteren. Herhaal deze acties tot
het bedieningspaneel de juiste informatie weergeeft.
Als de snelheidssensor goed is afgesteld, maakt
u de accessoireshouder weer vast en steekt u de
stroomadapter weer in het stopcontact.
65
18
67
75
ONDERHOUD EN PROBLEEMOPLOSSING
5
23
TRAININGSRICHTLIJNEN
Deze richtlijnen helpen u bij het uitvoeren van uw trai-
ningsprogramma. Raadpleeg een goed aangeschreven
boek of maak een afspraak met uw huisarts voor
gedetailleerde trainingsinformatie. Onthoud dat goede
voeding en voldoende rust essentieel zijn voor succes-
volle resultaten.
TRAININGSINTENSITEIT
Het maakt niet uit of u vet wilt verbranden of uw hart-
en vaatstelsel wilt verbeteren: de beste resultaten
behaalt u door op de juiste intensiteit te trainen. U kunt
het juiste intensiteitsniveau bepalen door uw hartslag
als leidraad te gebruiken. Het diagram hieronder geeft
de aanbevolen hartslagen aan voor vetverbranding en
voor aerobic-oefeningen.
Zoek uw leeftijd (leeftijden zijn afgerond op de dichtst-
bijzijnde tien jaar) onderaan het overzicht om het
juiste intensiteitsniveau te bepalen. De drie getallen
boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone”. Het
laagste getal is de hartslag voor vetverbranding, het
middelste getal is de hartslag voor maximale vetver-
branding en het hoogste getal is de hartslag voor
aerobic-oefeningen.
Vet verbranden – U moet gedurende een langere
tijd op een lage intensiteit trainen om vet effectief te
verbranden. Tijdens de eerste minuten training ver-
bruikt uw lichaam koolhydraten voor energie. Pas na
de eerste minuten training begint uw lichaam met het
verbranden van opgeslagen vetcalorieën voor energie.
Als het uw doel is om vet te verbranden, stelt u de
intensiteit van uw training in totdat uw hartslag rond het
laagste getal van uw trainingszone zit. Als u maximaal
vet wilt verbranden, traint u totdat uw hartslag rond het
middelste getal van uw trainingszone ligt.
Aerobic-oefeningAls het uw doel is om uw hart- en
vaatstelsel te versterken, moet u een aerobic-oefening
uitvoeren wat een activiteit is die grote hoeveelheden
zuurstof vereist gedurende langere perioden. Stel de
intensiteit van uw oefening af totdat uw hartslag rond
het hoogste getal van uw trainingszone ligt als u een
aerobic-oefening wilt uitvoeren.
UW HARTSLAG METEN
U moet minstens vier
minuten trainen om
uw hartslag te kunnen
meten. Stop dan met
trainen en plaats twee
vingers op uw pols zoals
is afgebeeld. Neem uw
hartslag gedurende zes
seconden op en vermenigvuldig het resultaat met 10
om uw hartslag te weten. Als u bijvoorbeeld 14 hartsla-
gen in zes seconden tijd voelt, dan is uw hartslag 140
slagen per minuut.
TRAININGSRICHTLIJNEN
Warming up – Begin gedurende 5 tot 10 minuten met
strekken en lichte trainingen. Een juiste warming up
verhoogt uw lichaamstemperatuur en uw hartslag en
bevordert uw bloedsomloop als voorbereiding op uw
training.
Trainingszone-oefening – Train gedurende 20 tot
30 minuten en houd uw hartslag in de trainingszone.
(Houd tijdens de eerste paar weken van uw trainings-
programma uw hartslag niet langer dan 20 minuten in
uw trainingszone.) Adem regelmatig en diep in tijdens
het trainen. Houd nooit uw adem in.
Afkoelen – Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken bevordert de soepelheid van uw spieren en
helpt problemen voorkomen na de training.
TRAININGSFREQUENTIE
Voer per week drie trainingen uit en houd ten minste
één dag rust tussen de trainingen om uw conditie
op peil te houden of te verbeteren. Na een aantal
maanden regelmatig trainen, kunt u dit desgewenst uit-
bouwen naar vijf trainingen per week. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig oefeningen doen en hier plezier in
hebben, de sleutel tot succes is.
WAARSCHUWING:
Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of
een ander trainingsprogramma begint. Dit is
vooral belangrijk voor personen ouder dan 35
jaar of met bestaande gezondheidsproblemen.
24
AANBEVOLEN STREKOEFENINGEN
De juiste manier voor verschillende basisstrekoefeningen wordt rechts weergegeven. Beweeg langzaam bij het
strekken en spring nooit op.
1. Teen aanraken strekoefening
Sta met lichtgebogen knieën en buig langzaam vanuit uw heupen naar
voren. Houd uw rug en schouders ontspannen terwijl u zover mogelijk
richting uw tenen naar beneden reikt. Houd deze positie gedurende
15 tellen vast en ontspan dan weer. Herhaal dit 3 keer. Strekken:
Hamstrings, achterkant van de knieën en rug.
2. Strekken van de hamstrings
Ga zitten met één uitgestrekt been. Breng de zool van de andere voet
naar u toe en laat deze tegen de binnenkant van de dij van uw uitge-
strekte been rusten. Probeer zover mogelijk naar uw teen te reiken.
Houd deze positie gedurende 15 tellen vast en ontspan dan weer.
Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: Hamstrings, onderrug
en liezen.
3. Strekken van de kuiten/achillespees
Reik naar voren met het ene been voor het ander en plaats uw
handen tegen een muur. Houd uw achterbeen gestrekt en uw ach-
terste voet plat op de vloer. Buig uw voorste been, leun naar voren
en beweeg uw heupen in de richting van de muur. Houd deze positie
gedurende 15 tellen vast en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer
voor elk been. Als u uw achillespezen nog verder wilt strekken, buigt u
ook uw achterste been. Strekken: Kuiten, achillespezen en enkels.
4. Strekken van de quadriceps
Leun met een hand tegen de muur voor balans en reik met de andere
hand naar achteren en grijp uw voet. Breng uw hiel zo dicht mogelijk
bij uw billen. Houd deze positie gedurende 15 tellen vast en ontspan
dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: Quadriceps
en heupspieren.
5. Strekken van de binnenkant van het dijbeen
Zit met de zolen van uw voeten tegen elkaar aan en richt uw knieën
naar buiten. Trek uw voeten zover mogelijk naar uw liezen. Houd deze
positie gedurende 15 tellen vast en ontspan dan weer. Herhaal dit 3
keer. Strekken: Quadriceps en heupspieren.
1
2
3
4
5
25
ONDERDELENLIJST
1 1 Onderstel
2 1 Voorste Stabilisator
3 1 Achterste Stabilisator
4 1 Staander
5 1 Accessoireshouder
6 1 Afstelhendel
7 1 Zittingdrager
8 1 Rugleuningonderstel
9 1 Zittingonderstel
10 1 Zitting
11 1 Rugleuning
12 1 Linkerpedaal/Riem
13 1 Rechterpedaal/Riem
14 1 Handvat
15 1 Bedieningspaneel
16 1 Kap van het Bedieningspaneel
17 1 Klem
18 1 Snelheidssensor/Draad
19 2 Wiel
20 2 M10 x 41mm Schouderschroef
21 4 M10 x 80mm Schroef
22 2 Stabilisatordop
23 2 Stelvoet
24 4 M8 x 15mm Schroef
25 14 M8 Borgmoer
26 2 M8 x 63mm Bout
27 6 M6 x 40mm Schroef
28 8 M8 x 40mm Schroef
29 2 Handgreep
30 2 Handvatdop van de Zitting
31 2 Kap van het Zittingonderstel
32 2 Onderstelkap van de Rugleuning
33 12 M6 x 16mm Schroef
34 14 M6 Veerring
35 14 M6 Sluitring
36 1 Remplaat
37 1 Remas
38 2 Remtussenstuk
39 1 Rem
40 1 Handgreep
41 1 M8 x 30mm Schroef
42 7 M8 x 20mm Schroef
43 2 M6 x 13mm Schroef
44 2 Bovenste Rol
45 2 Onderste Rol
46 4 Rolas
47 1 Dragerbalk
48 2 Dragerbalkbumper
49 22 M4 x 16mm Schroef
50 1 Stroomadapter
51 2 Handvatdop
52 1 M4 x 16mm Aardeschroef
53 1 Stroomdraad/Aansluiting
54 6 M4 x 25mm Schroef
55 2 Schijf
56 8 M4 x 12mm Schroef
57 1 Linkervoorscherm
58 1 Rechtervoorscherm
59 1 Linkerachterscherm
60 1 Rechterachterscherm
61 1 Aandrijfriem
62 1 Wervelmechanisme
63 1 Spanrol
64 1 Spanrolschroef
65 5 M4 x 12mm Schroef met
Sluitringkop
66 1 Weerstandsmotor
67 2 Magneet
68 2 Dop van de Crankarm
69 2 Crankarmschroef
70 1 Linkercrankarm
71 1 Rechtercrankarm
72 2 Borgring
73 2 Onderstellager
74 1 Crank
75 1 Katrol
76 4 M8 Sluitring
77 1 Hoofddraad
* Montagegereedschap
* Gebruikershandleiding
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
Modelnr. PFEX43921-INT.0 R1021A
Let op: Technische gegevens zijn onderhevig aan wijzigingen zonder voorafgaande kennisgeving. Zie de ach-
terkant van deze handleiding voor informatie over het bestellen van vervangingsonderdelen. *Deze onderdelen
worden niet weergegeven.
26
GEDETAILLEERDE TEKENING A
48
48
49
30
51
14
26
25
16
49
49
29
10
31
4
24
25
28
49
33
33
34
34
35
35 37
36
38
39
6
40
32
8
47
7
27
33
34
35
46
41
42
27
28
28
29
38
45
44
35 25
35
34
34
33
32
11
43
28
9
15
Modelnr. PFEX43921-INT.0 R1021A
27
25
49
49
55
58
69
69
70
71
13
68
68
56
56
76
76
60
53
54
49
54
54
49
49
54
54
49
1
3
77
64
22
22
23
23
21
54
42
67
67 75
65
73
72
72
25 74
25
73
20
19
19
2
5
21
62
57
12 55
17
49
52
18
25
56
63
25
66
65
61
42
42
49
49
49
49
49
59
50
GEDETAILLEERDE TEKENING B Modelnr. PFEX43921-INT.0 R1021A
Onderdeelnr. 435469 R1021A Gedrukt in China © 2021 iFIT Inc.
Raadpleeg de voorkant van deze handleiding voor het bestellen van vervangingsonderdelen. Houd de volgende
informatie bij de hand als u contact met ons opneemt, zodat wij u van dienst kunnen zijn:
het model- en serienummer van het product (zie de voorkant van deze handleiding)
de naam van het product (zie de voorkant van deze handleiding)
het referentienummer en de beschrijving van de vervangingsonderdelen (zie de ONDERDELENLIJST en de
GEDETAILLEERDE TEKENING achterin deze handleiding)
VERVANGINGSONDERDELEN BESTELLEN
Dit elektronische product mag niet met het normale huishoudelijke afval wor-
den weggegooid. Om het milieu te beschermen moet dit product na afloop
van de levensduur overeenkomstig de wetgeving worden gerecycled.
Gebruik recyclingfaciliteiten bij u in de buurt die bevoegd zijn om dit type afval
te verzamelen. Hiermee helpt u mee aan het behoud van natuurlijke bronnen en
verbetering van de Europese niveaus voor milieubescherming. Als u meer infor-
matie nodig heeft over veilige en correcte verwijderingsmethoden, kunt u contact
opnemen met de plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product heeft
gekocht.
RECYCLINGINFORMATIE
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

ProForm PFEX43921-INT de handleiding

Type
de handleiding