ProForm PFEVEX71919 de handleiding

Type
de handleiding
GEBRUIKERSHANDLEIDING
OPGELET
Lees alle instructies en voor-
zorgsmaatregelen in deze
handleiding door voordat u de
apparatuur gebruikt. Bewaar
deze handleiding voor latere
raadpleging.
Modelnr. PFEVEX71919.0
Serienr.
Schrijf het serienummer in het vakje
hierboven voor latere raadpleging.
Serienummersticker
iconeurope.com
KLANTENSERVICE
Neem contact op met de
Klantenservice (zie informatie hier-
onder) of neem contact op met de
winkel waar u dit product gekocht
heeft wanneer u nog vragen heeft of
wanneer er onderdelen ontbreken of
beschadigd zijn.
207 082 883
Maandag–Vrijdag 08:00–17:00
Website:
iconsupport.eu/nl
Email:
2
De hier afgebeelde waarschuwingsstickers
worden bij dit product meegeleverd. Bevestig
de waarschuwingsstickers op de aangegeven
locatie bovenop de Engelse waarschuwingen.
Als een sticker ontbreekt of niet leesbaar
is, belt u het nummer op de voorkant van
deze handleiding en vraagt u om een
gratis vervangende sticker. Plak de stic-
ker op de aangegeven plaats. Let op: De
stickers worden mogelijk niet op ware grootte
weergegeven.
PLAATSING WAARSCHUWINGSSTICKER. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN ...................................................3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4
ONDERDELENOVERZICHT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
MONTAGE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
HET GEBRUIKEN VAN DE TRAININGSFIETS ...................................................12
ONDERHOUD EN PROBLEEMOPLOSSING .....................................................26
TRAININGSRICHTLIJNEN ...................................................................27
ONDERDELENLIJST .......................................................................29
GEDETAILLEERDE TEKENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
RESERVEONDERDELEN BESTELLEN ..................................................Achterkant
RECYCLINGINFORMATIE ............................................................Achterkant
PLAATSING WAARSCHUWINGSSTICKER
INHOUDSOPGAVE
PROFORM en IFIT zijn gedeponeerde handelsmerken van ICON Health & Fitness, Inc. LE TOUR DE FRANCE
is een gedeponeerd handelsmerk van Société du Tour de France. Google Maps is een handelsmerk van Google
Inc. Het woordmerk Bluetooth
®
en de logo’s zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. en worden
onder licentie gebruikt. Wi-Fi is een geregistreerd handelsmerk van Wi-Fi Alliance. WPA en WPA2 zijn handels-
merken van Wi-Fi Alliance.
3
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
WAARSCHUWING: Lees alle belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in
deze handleiding en alle waarschuwingen op uw trainingsets voordat u deze gebruikt om het risico
op brandwonden, brand, elektrische schok of ernstig letsel aan personen te verminderen. ICON is
niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade opgelopen door dit product of tijdens het
gebruik van dit product.
1. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar om ervoor te zorgen dat alle gebruikers
van de trainingsets goed zijn geïnformeerd
over alle voorzorgsmaatregelen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met een
trainingsprogramma begint. Dit is vooral
belangrijk voor personen ouder dan 35 jaar
of met gezondheidsproblemen.
3. De trainingsets is niet bedoeld om gebruikt
te worden door personen met verminderde
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke
vermogens of met een gebrek aan erva-
ring en kennis, tenzij er toezicht is of tenzij
zij instructie hebben ontvangen over het
gebruik van de trainingsets door iemand
die voor hun veiligheid verantwoordelijk is.
4. Gebruik de trainingsets alleen zoals in deze
handleiding beschreven wordt.
5. Deze trainingsets is alleen voor thuisge-
bruik bedoeld. Gebruik de trainingsets niet
commercieel of voor verhuur.
6. Gebruik de trainingsets uitsluitend binnens-
huis en uit de buurt van vocht en stof. Plaats
de trainingsets niet in een garage, op een
overdekt terras of bij water.
7. Plaats de trainingsets op een vlakke
ondergrond met minstens 0,6 m vrije ruimte
rondom de ets. Leg een matje onder de
trainingsets om uw vloer of vloerbedekking
niet te beschadigen.
8. Controleer steeds bij gebruik alle onderdelen
van de trainingsets en draai ze goed vast.
Vervang versleten onderdelen meteen.
9. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 16 en
huisdieren bij de trainingsets vandaan.
10. Draag geschikte kleding wanneer u de
trainingsets gebruikt. Draag nooit losse kle-
ding die in de ets bekneld kan raken. Draag
altijd sportschoenen voor voetbescherming.
11. De trainingsets mag alleen door mensen die
minder dan 150 kg wegen gebruikt worden.
12. Wees voorzichtig bij het monteren en demon-
teren van de trainingsets.
13. Houd tijdens het gebruik van de trainings-
ets uw rug recht. Krom uw rug niet.
14. Overtraining kan tot ernstig letsel of tot de
dood leiden. Als u tijdens het trainen uitge-
put raakt of pijn voelt, stop dan onmiddellijk
en zorg dat u afkoelt.
4
Gefeliciteerd met uw keuze voor de revolutionaire
PROFORM
®
LE TOUR DE FRANCE
®
trainingsets.
De LE TOUR DE FRANCE trainingsets is anders dan
elke gewone trainingsets. LE TOUR DE FRANCE
trainingsets is ontwikkeld om u te laten genieten van
een etservaring buiten, volledig instelbaar, met Wi-Fi
®
etsbedieningspaneel, een hellingsysteem dat een
echt wegterrein simuleert en een reeks innovatieve
functies.
Lees voor uw eigen welzijn deze handleiding zorg-
vuldig door voordat u de trainingsets gebruikt.
Raadpleeg de voorkant van deze handleiding als u na
het doorlezen van de handleiding nog vragen hebt.
Noteer van dit product het model- en serienummer
voordat u contact met ons opneemt, zodat wij u beter
van dienst kunnen zijn. U vindt het modelnummer
en de serienummersticker op de voorkant van deze
handleiding.
Bekijk eerst onderstaande afbeelding voor meer infor-
matie over de verschillende onderdelen.
Zadel
Schuiver
Drager van het Zadel
Afstelhendel
Afstelhendel
Handvat
Houder
Afstelhendel
Wiel
Pedaal/riem
Bedieningspaneel
Stelvoet
Stroomschakelaar
Lengte: 163 cm
Breedte: 64 cm
Gewicht: 55 kg
VOORDAT U BEGINT
5
M6 x 16mm
Schroef
(110)–4
M4 x 10mm
Schroef
(116)–2
M10 x 58mm
Schroef (74)–4
M4 Sluitring
(54)–1
M4 x 14mm
Schroef
(117)–1
M4 x 12mm
Schroef
(111)–4
ONDERDELENOVERZICHT
Raadpleeg onderstaande afbeelding voor een overzicht van alle kleine onderdelen. Het nummer tussen haakjes
onder elke tekening is het hoofdnummer van het onderdeel. U vindt alle onderdelen terug in de ONDERDELEN-
LIJST achterin deze handleiding. Het tweede getal geeft het aantal te monteren onderdelen aan. Let op: Als
er een onderdeel lijkt te ontbreken, controleer dan eerst of het vooraf al is gemonteerd. Er kunnen extra
onderdelen zijn meegeleverd.
6
2
22
74
A
1
2. Verwijder en gooi het inzetstuk voor verzen-
ding (A) weg. Als er verzendschroeven in de
Voorste Stabilisator (22) zitten verwijdert u
deze en gooit u deze weg.
Bevestig de Voorste Stabilisator (22) aan de
Basis (1) met twee M10 x 58mm Schroeven (74).
MONTAGE
De montage moet door twee personen worden
uitgevoerd.
Plaats alle onderdelen op een open plek en
verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het
verpakkingsmateriaal niet weg tot u volledig klaar
bent met de montage.
De linkeronderdelen worden aangegeven met
“L” of “Left” en de rechteronderdelen met “R” of
“Right”.
Bekijk het onderdelenoverzicht op bladzijde 5 voor
meer informatie.
Naast het meegeleverde gereedschap heeft u het
volgende gereedschap nodig:
een kruiskopschroevendraaier
Het monteren gaat mogelijk eenvoudiger met
uw eigen set sleutels. Gebruik geen elektrisch
gereedschap, zodat u schade aan onderdelen
voorkomt.
1
1. Ga naar iconsupport.eu op uw computer en
registreer uw product om:
• uw eigendom vast te leggen
uw garantie te activeren
prioriteit bij klantondersteuning te krijgen als u
ooit hulp nodig heeft
Let op: Hebt u geen toegang tot het internet? Bel
dan de Klantenservice (zie de voorkant van de
deze handleiding) om uw product te registreren.
7
2
3
B
47
3
3. Als er verzendschroeven in de Achterste
Stabilisator (23) zitten verwijdert u deze en
gooit u deze weg.
Maak de Achterste Stabilisator (23) aan de Basis
(1) vast met twee M10 x 58mm Schroeven (74).
74
23
1
4. Gebruik een klein stukje van een plastic tas om
uw vingers schoon te houden en breng wat van
het meegeleverde smeervet aan op de zijkan-
ten van het kanaal aan de bovenkant van de
Zadelstang (3).
Richt de Zadelstang (3) zo dat de hoogte-indica-
toren (B) gericht zijn naar weergegeven zijde.
Maak de aangegeven Afstelhendel (47) los en
schuif de Zadelstang (3) in het Onderstel (2).
Verplaats de Zadelstang omhoog of omlaag in
de gewenste positie en draai de Afstelhendel
dan opnieuw vast. Wanneer u klaar bent met
het vastmaken van de Afstelhendel, moet u
erop letten dat de Afstelhendel omhoog wijst.
Let op: De Afstelhendel (47) werkt net als een
ratel. Draai de Afstelhendel naar de gewenste
richting, trek hem naar buiten, draai hem in de
tegenovergestelde richting, druk hem weer naar
binnen, en draai opnieuw naar de gewenste
richting. Herhaal dit proces zo vaak als nodig is.
4
Smeervet
8
5
5. Let op: U kunt uw eigen zadel desgewenst
bevestigen aan de Drager van het Zadel (4).
Maak de bevestigingshardware (niet afgebeeld)
los onder het Zadel (5) en verwijder het Zadel.
Bevestig vervolgens uw eigen zadel en maak de
bevestigingshardware weer vast.
Richt de Drager van het Zadel (4) zoals getoond.
Maak de Afstelhendel (47) los en schuif de
Drager van het Zadel (4) op de Zadelstang
(3). Schuif de Drager van het Zadel naar de
gewenste stand en maak de Afstelhendel weer
vast.
Maak vervolgens een M4 Sluitring (54) en de
Dragerkap (91) vast aan de Drager van het
Zadel (4) met een M4 x 14mm Schroef (117).
3
4
5
117
47
54
91
6
6
2
68
105
47
C
C
E
D
6. Zie stap 8. Als de Handvatklem (28) en vier
M6 x 16mm Schroeven (110) vooraf zijn
bevestigd aan de Drager van het Handvat
(105) verwijder ze dan zet ze apart tot stap 8.
Zorg dat een tweede persoon de Buis van
het Handvat (6) vasthoudt in de buurt van het
Onderstel (2).
Vind de lange draadband (C) in de Buis van
het Handvat (6). Bevestig de onderkant van de
lange draadband aan de Hoofddraad (68). Zoek
vervolgens dezelfde draadband in het toegangs-
gat (E) in de Drager van het Handvat (105). Trek
de draadband omhoog (D) tot het einde van de
Hoofddraad in het toegangsgat is.
Bekijk de afbeelding. Trek vervolgens het
bovenste stuk van de lange draadband (C) tot
de Hoofddraad (68) door de Drager van het
Handvat (105) loopt zoals afgebeeld. Maak dan
los en gooi de lange draadband weg.
Tip: Klem de Hoofddraad (68) niet af. Maak
de aangegeven Afstelhendel (47) los en schuif
de Buis van het Handvat (6) in het Onderstel
(2). Verplaats de Buis van het Handvat omhoog
of omlaag in de gewenste positie en draai de
Afstelhendel dan opnieuw vast.
Klem de
Hoofddraad (68)
niet af
105
68
C
9
7. Laat een tweede persoon het Handvat (7) bij de
Drager van het Handvat (105) houden.
Vind een van de resterende draadbanden (F) in
de Drager van het Handvat (105). Bevestig de
aangegeven onderkant van de draadband aan
het Rechterverlengsnoer (107). Trek dan aan
het andere eind van de draadband totdat het
Rechterverlengsnoer door de Drager van het
Handvat is getrokken. Maak dan los en gooi de
draadband weg.
Bevestig het Linkerverlengsnoer (108) door
de Drager van het Handvat (105) op dezelfde
wijze.
8. Tip: Zorg dat de draden niet klem komen te
zitten. Houd het Handvat (7) op de Drager van
het Handvat (105), en draai het Handvat naar de
gewenste hoek; zorg ervoor dat het Handvat
zich in het midden van de Drager van het
Handvat bevindt.
Bevestig het Handvat (7) met de Handvatklem
(28) en vier M6 x 16mm Schroeven (110); draai
alle Schroeven eerst aan en draai ze daarna
vast.
7
8
7
7
110
28
105
105
108
107
F
F
Zorg dat de
draden niet klem
komen te zitten
10
105
107, 108
9
9
9
68
9. Laat een tweede persoon het Bedieningspaneel
(9) bij de Drager van het Handvat (105) houden.
Sluit de Draden van het Bedieningspaneel aan
op de Hoofddraad (68) en aan de Verlengsnoe-
ren (107, 108); zorg ervoor dat u het Draad
van het Bedieningspaneel met een “L” label
aansluit op het Verlengsnoer met een “L”
label, en het Draad van het Bedieningspaneel
met een “R” label aansluit op het Verleng-
snoer met een “R” label.
Stop het overmatige draad in het Bedienings-
paneel (9).
10
111
105
10. Tip: Zorg dat de draden niet klem komen te
zitten. Bevestig het Bedieningspaneel (9) aan
de Drager van het Handvat (105) met vier M4 x
12mm Schroeven (111); draai alle Schroeven
eerst aan en draai ze daarna vast.
Zorg dat de
draden niet klem
komen te zitten
11. Maak de Houder (8) aan het Onderstel (2) vast
met twee M4 x 10mm Schroeven (116).
11
8
2
116
11
14. Nadat de trainingsets is gemonteerd, controleert u of deze juist is gemonteerd en goed werkt. Zorg
ervoor dat alle onderdelen van de trainingsets goed vastgedraaid worden. Let op: Er kunnen extra
onderdelen zijn meegeleverd. Leg een matje onder de trainingsets om uw vloer niet te beschadigen.
12. Let op: U kunt desgewenst uw eigen pedalen
bevestigen.
Pak het Rechterpedaal (62).
Draai met gebruik van de meegeleverde platte
sleutel het Rechterpedaal (62) naar rechts goed
vast in de Rechtercrankarm (64).
Draai het Linkerpedaal (niet afgebeeld)
linksom vast in de Linkercrankarm (niet
afgebeeld). BELANGRIJK: U moet het Linker-
pedaal linksom draaien om het te bevestigen.
12
13
62
64
67
13. Steek de Stroomadapter (67) in de aansluiting
op het onderstel van de trainingsets.
Steek vervolgens de Stroomadapter (67) in een
stopcontact (kijk bij DE STROOMADAPTER
INSTEKEN op bladzijde 12.)
12
DE STROOMADAPTER INSTEKEN
BELANGRIJK: Als de trainingsets aan koude
temperaturen is blootgesteld, moet u deze op
kamertemperatuur laten komen voordat u de
stroomadapter (A) aansluit. Doet u dit niet, dan kan
het bedieningspaneel of andere elektrische compo-
nenten beschadigd worden.
Steek de
stroomadapter
(A) in de aan-
sluiting op het
onderstel van
de trainingsets.
Gebruik een ver-
loopstekker voor
de stroomadapter
als dat nodig is.
Steek vervolgens
de stroomadapter in een stopcontact dat is geïnstal-
leerd volgens de lokale codes en verordeningen.
FUNCTIES VAN DE TRAININGSFIETS
Watt Meten
Elke trainingsets wordt individueel gekalibreerd om
het uitgangsvermogen te meten en u in staat te stellen
uw watt en tpm direct op het bedieningspaneel te
controleren.
Door uw watt en tpm te controleren, kunt u zien hoe
hard u traint en ervoor zorgen dat u uzelf blijft uitdagen
en verbeteren.
Het Hellingsysteem
De trainingsets kan maximaal 20 procent stijgen en
dallen om op realistische wijze een buitenterrein te
simuleren. Wanneer u kaarten van uw daadwerkelijke
trainingsroutes op iFit.com creëert (zie de bedie-
ningspaneelinstructies die starten op bladzijde 15 voor
meer informatie), zal de trainingsets automatisch
stijgen en dalen om overeen te komen met het terrein
van uw trainingsroutes.
De Handvatverschuivers
Met de trainingsets kunt u van versnelling verande-
ren zoals u dat doet op een normale ets. De linker
en rechter handvatverschuivers simuleren de voorste
en achterste versnellingen zodat u deze kunt instellen
als de instelling van uw normale ets (zie de bedie-
ningspaneelinstructies hieronder voor meer informatie).
Fietsvormfuncties
De trainingsets heeft meerdere functies om u te hel-
pen de juiste etsvorm te ontwikkelen:
Vrijloop – De trainingsets heeft een vrijloop die
een gewone ets simuleert in plaats van een spin-
ets op een vaste plaats beweegt. Dit ontmoedigt u
om uw voeten niet meer in te spannen tijdens een
etsbeweging.
Vliegwiel – Het vliegwiel op de trainingsets heeft een
correcte rotatietraagheid zodat u soepel kunt etsen
en u wordt aangemoedigd om een goede etsvorm te
gebruiken.
A
HET GEBRUIKEN VAN DE TRAININGSFIETS
13
DE GEOMETRIE VAN DE TRAININGSFIETS
AFSTELLEN
De trainingsets kan worden afgesteld op de geometrie
van uw gewone ets om een juiste vorm te promo-
ten en om zeker te zijn van een juiste training van de
spieren. Let op: Maak afstellingen in kleine stapjes
en ets op de trainingsets om de afstellingen te
testen.
De Hoek van het Zadel Afstellen
U kunt de hoek van het zadel afstellen in de meest
comfortabele positie. U kunt het zadel ook naar voren
of achteren schuiven om uw comfort te verhogen, of
om de afstand tot het handvat af te stellen.
Om de positie van
het zadel bij te
stellen, dient u de
bevestigingshard-
ware (B) onder het
zadel een paar sla-
gen los te draaien.
Kantel vervolgens
het zadel omhoog
of omlaag of schuif
het zadel naar voren of naar achteren en maak de
bevestigingshardware weer vast. Let op: U kunt het
zadel verwijderen en desgewenst uw eigen zadel
bevestigen.
De Drager van het Zadel Afstellen
Om de stand van
de drager van het
zadel (C) aan te
passen, draait u de
afstelhendel (D) los,
beweegt u de dra-
ger van het zadel
naar voren of naar
achteren en draait
u de afstelhendel
weer stevig vast.
Let op: De afstelhendel (D) werkt als een ratel. Draai
de afstelhendel naar de gewenste richting, trek hem
naar buiten, draai hem in de tegenovergestelde rich-
ting, druk hem weer naar binnen, en draai opnieuw
naar de gewenste richting. Herhaal dit proces zo vaak
als nodig is.
De Zadelstang Afstellen
Voor een effec-
tieve training moet
het zadel op de
juiste hoogte zijn.
Wanneer de peda-
len in de laagste
stand staan moeten
uw knieën tijdens
het etsen wat
gebogen zijn. Om
de hoogte van de
zadelstang (E) aan te passen, draait u de afstelhendel
(F) los, beweegt u de zadelstang omhoog of omlaag en
draait u de afstelhendel weer stevig vast. Wanneer u
klaar bent met het vastmaken van de afstelhendel,
moet u erop letten dat de afstelhendel omhoog
wijst.
De Rotatie van het Handvat Afstellen
Om het handvat
(G) te draaien om
overeen te komen
met de positie van
het handvat op uw
terreinets, draait
u de aangegeven
schroeven (H) los,
draait u het hand-
vat en maakt u de
schroeven weer
vast.
De Buis van het Handvat Afstellen
Om de hoogte van
de buis van het
handvat (I) aan te
passen, draait u de
afstelhendel (J) los,
beweegt u de buis
van het handvat
omhoog of omlaag
en draait u de
afstelhendel weer
stevig vast.
B
C
D
F
E
H
G
J
I
14
De Drager van het Handvat Afstellen
Om de stand van
de drager van het
handvat (K) aan
te passen aan uw
terreinets, maakt
u de aangegeven
schroeven (L) los,
beweegt u de dra-
ger van het handvat
naar voren of naar
achteren en maakt
u de schroeven weer vast.
DE TRAININGSFIETS GOED VLAK STELLEN
Als de trainingsets
enigszins schom-
melt tijdens het
gebruik, draai dan
aan één van de of
beide stelvoeten
(M) op de achterste
stabilisator tot het
toestel niet meer
schommelt.
DE PEDALEN GEBRUIKEN
Om pedalen te
gebruiken, steekt u
uw schoenen in de
teenkooien en trekt
u aan de uiteinden
van de teenriemen
(N). Om de teenrie-
men af te stellen,
houdt u de lipjes op
de gespen ingedrukt, stelt u de teenriemen af op de
gewenste stand en laat u de lipjes los. Let op: U kunt
desgewenst uw eigen pedalen aan de trainingsets
bevestigen.
DE OPTIONELE TABLETHOUDER
De optionele tablethouder houdt uw tablet goed op
zijn plaats en zorgt ervoor dat u uw tablet tijdens het
oefenen kan gebruiken. De optionele tablethouder is
ontwikkeld om te gebruiken met de meest gebruikte
formaten tablets. Voor het kopen van een tablethou-
der, raadpleegt u de omslag van deze handleiding.
K
L
M
M
N
15
Jar Jar Sr
ELPE71919
PFEVEX71919
BEDIENINGSPANEELOVERZICHT
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel bevat bepaalde keuzes om uw
trainingen thuis effectiever en leuker te maken.
Bovendien heeft het draadloze technologie om verbin-
ding met iFit te maken. Met iFit krijgt u toegang tot een
grote trainingsbibliotheek en andere functies, kunt u
eigen trainingen maken en uw resultaten bijhouden.
Het bedieningspaneel bevat ook een selectie vooraf
ingestelde trainingen. Elke training verandert automa-
tisch de helling (weerstand) van de trainingsets en u
kunt van versnelling wisselen om uw gewenste pedaal-
ritme te handhaven.
U kunt de helling (weerstand) van de trainingsets
en de versnelling wijzigen met de druk op een toets
wanneer u de handmatige instelling van het bedie-
ningspaneel gebruikt.
Het bedieningspaneel geeft tijdens uw training doorlo-
pend trainingsinformatie weer. U kunt ook uw hartslag
meten met een optionele hartslagmonitor. Zie blad-
zijde 25 voor informatie over de aanschaf van een
optionele borstkashartslagmonitor.
Via de geluidsinstallatie van het bedieningspaneel
luistert u terwijl u traint naar uw favoriete muziek of
audioboeken.
Zie bladzijde 16 voor informatie over het in- en uit-
schakelen van het bedieningspaneel. Zie bladzijde
16 voor informatie over het gebruik van het tou-
chscreen. Zie bladzijde 17 voor informatie over het
instellen van het bedieningspaneel.
16
HET BEDIENINGSPANEEL INSCHAKELEN
De meegeleverde stroomadapter moet worden
gebruikt om de trainingsets te gebruiken. Zie DE
STROOMADAPTER INSTEKEN op bladzijde 12. Als u
de stroomadapter hebt ingestoken, raakt u het scherm
aan of drukt op een toets op het bedieningspaneel om
het bedieningspaneel in te schakelen.
HET BEDIENINGSPANEEL UITZETTEN
Beweegt u de pedalen enkele seconden niet, dan
wordt het bedieningspaneel gepauzeerd.
Beweegt u de pedalen enkele minuten niet, raakt u het
scherm niet aan en drukt u op geen van de toetsen,
dan schakelt het bedieningspaneel uit.
Trek de stroomadapter uit het stopcontact als u klaar
bent met uw training. BELANGRIJK: Doet u dit niet,
dan kunnen de elektrische onderdelen van de trai-
ningsets vroegtijdig slijten.
HET TOUCHSCREEN GEBRUIKEN
Het bedieningspaneel bevat een tablet met een kleu-
rentouchscreen. Hieronder volgt meer informatie over
het gebruik van het touchscreen:
Het bedieningspaneel werkt net als andere tablets.
Beweeg of tik met uw vinger op het scherm om bij-
voorbeeld de displays in een training te verplaatsen.
Als u informatie in een tekstvak wilt typen, tikt u op
het tekstvak op het toetsenbord. Tik op ?123 om
nummers of andere tekens te gebruiken. Tik op ~[<
om meer tekens te bekijken. Tik opnieuw op ?123 om
terug te keren naar het nummertoetsenbord. Tik op
ABC om terug te keren naar het lettertoetsenbord. Tik
op de shift-toets (omhoogwijzend pijl-symbool) voor
een hoofdletter. Tik een tweede keer op de shift-toets
voor meerdere hoofdletters. Tik een derde keer op
de shift-toets om terug te keren naar het toetsenbord
met kleine letters. Tik op de wissen-toets (terugwij-
zend pijltje met een x-symbool) om het laatste teken
te wissen.
17
HET BEDIENINGSPANEEL INSTELLEN
Stel het bedieningspaneel in voordat u de trainingsets
de eerste keer gebruikt.
1. Verbind het bedieningspaneel met uw
draadloze netwerk.
U moet het bedieningspaneel op een draadloos
netwerk aansluiten om iFit-trainingen te kiezen en
andere functies te gebruiken. Volg de instructies
op het scherm om het bedieningspaneel met uw
draadloze netwerk te verbinden.
2. Pas de instellingen aan.
Volg de instructies op het scherm om de gewenste
meeteenheid en uw tijdzone in te stellen.
Let op: Als u deze instellingen later wilt wijzigen,
bekijkt u DE INSTELLINGEN VAN HET BEDIE-
NINGSPANEEL WIJZIGEN op bladzijde 23.
3. Log in of maak een iFit-account aan.
Volg de instructies op het scherm om met uw
iFit-account in te loggen of om een iFit-account aan
te maken.
4. Volg de rondleiding van het bedieningspaneel.
Als u het bedieningspaneel voor het eerst gebruikt,
wordt u door de functies van het bedieningspaneel
geleid. Let op: Als u de rondleiding nog een keer
wilt volgen, tikt u op de proel-toets (persoon-sym-
bool) op het scherm, dan op Settings (instellingen)
en vervolgens op How It Works (hoe werkt het).
5. Controleer op rmware-updates.
Tik op de proel-toets, tik op Settings (instellin-
gen) en tik dan op Maintenance (onderhoud) en
vervolgens op Update. Het bedieningspaneel
controleert of er rmware-updates zijn. Zie DE
INSTELLINGEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL
WIJZIGEN op bladzijde 23 voor meer informatie.
Het bedieningspaneel is gereed. U kunt nu met uw
training beginnen. De volgende bladzijden geven
uitleg over de trainingen en andere functies van het
bedieningspaneel.
Zie deze bladzijde voor informatie over de handma-
tige modus. Zie bladzijde 19 voor informatie over het
gebruik van een kaarttraining of een vooraf inge-
stelde training. Zie bladzijde 21 voor informatie over
het maken van een teken-uw-eigen-kaart-training.
Zie bladzijde 22 voor informatie over iFit-trainingen.
Zie bladzijde 23 voor het wijzigen van de bedie-
ningspaneelinstellingen. Zie bladzijde 24 voor
informatie over het verbinden met een draadloos
netwerk. Zie bladzijde 25 voor informatie over het
gebruik van het audiosysteem.
Let op: Als er een laagje plastic op het scherm zit,
moet u dat verwijderen.
DE HANDMATIGE MODUS GEBRUIKEN
1. Raak het scherm aan of druk op een toets op
het bedieningspaneel om het bedieningspaneel
in te schakelen.
Zie HET BEDIENINGSPANEEL INSCHAKELEN op
bladzijde 16. Let op: Het kan even duren voordat
het bedieningspaneel klaar is voor gebruik.
2. Kies het hoofdmenu.
Als u het bedieningspaneel aanzet, wordt het
hoofdmenu op het scherm weergegeven, nadat het
bedieningspaneel is opgestart.
Als u aan het trainen bent, raakt u het scherm aan
en tikt u op Pause (pauze), dan op End (einde) en
vervolgens op Finish (voltooien) om terug te keren
naar het hoofdmenu. Als u in de instellingenmenu’s
bent, tikt u eerst op de terug-toets (pijl-symbool)
en dan op de sluiten-toets (x-symbool) om terug te
keren naar het hoofdmenu.
3. De helling (weerstand) van de trainingsets
veranderen zoals gewenst.
Tijdens het etsen kunt u de helling (weerstand)
van de trainingsets veranderen door op de genum-
merde toetsen Decline/Incline (afdalen/stijgen) of de
toenametoets en afnametoets Decline/Incline (afda-
len/stijgen) op het bedieningspaneel te drukken.
U kunt ook de helling van de trainingsets wijzigen
door te drukken op de knoppen op de linkerschui-
ver. Om schade aan de schuivers te voorkomen,
dient u niet te trekken aan, of te knijpen in de
schuivers.
Let op: Als u een toets hebt gedrukt, zal het een
tijdje duren voordat de trainingsets het gese-
lecteerde hellingniveau bereikt. U hoort de
hellingsmotor terwijl de helling wijzigt. Dit is
normaal.
OPGELET: De trainingsets kan een breed
scala aan hellingniveaus doorlopen. Houd de
handvaten vast en wees erop voorbereid dat de
trainingsets beweegt als u van helling wisselt.
18
4. Wijzig desgewenst van versnelling.
Let op: De trainingsets simuleert versnellingen; er
is geen echte versnelling.
Wijzig van versnelling door te drukken op de knop-
pen op de rechterschuiver. Let op: Als u een toets
hebt gedrukt, zal het een tijdje duren voordat de
trainingsets de geselecteerde versnelling bereikt.
Om schade aan de schuivers te voorkomen,
dient u niet te trekken aan, of te knijpen in de
schuivers.
Het nummer van de momenteel geselecteerde
versnelling verschijnt in de display op het scherm.
5. Houd uw voortgang bij.
Het bedieningspaneel heeft verschillende display-
opties. Welke trainingsinformatie wordt weergege-
ven, is afhankelijk van de displayoptie die u kiest.
Veeg uw vinger omlaag op het scherm om de
gewenste displayoptie te selecteren of om statis-
tische gegevens en graeken weer te geven. Tik
eventueel op de meer-toets (symbool +) om statis-
tieken of overzichten te zien.
Indien gewenst kunt ook de
volume afstellen door op
de toenametoets en afna-
metoets Vol (volume) te
drukken.
Tik op het scherm of stop met trappen om de trai-
ning te pauzeren. Begin weer te trappen om door
te gaan met uw training.
Als u de training wilt stoppen, tikt u op het scherm
en pauzeert u de training. Tik vervolgens op End
(einde). Er wordt nu een samenvatting van de trai-
ning op het scherm weergegeven. Via een van de
opties op het scherm kunt u uw resultaten publice-
ren. Tik dan op Finish (voltooien) om terug te keren
naar het hoofdmenu.
6. Draag eventueel een hartslagmonitor en meet
uw hartslag.
U kunt een optionele hartslagmonitor dragen om
uw hartslag te meten. Zie bladzijde 25 voor meer
informatie over de optionele hartslagmonitor. Let
op: Het bedieningspaneel ondersteunt Bluetooth
®
Smart-hartslagmonitoren.
Als uw hartslag wordt gedetecteerd, zal uw hart-
slag worden getoond op het display op het scherm.
7. Zet de ventilator aan.
De ventilator heeft meerdere
snelheidsinstellingen en
een automatische modus.
Als de automatische modus
is geselecteerd, wordt de
snelheid van de ventilator verhoogd of verlaagd als
uw trapsnelheid toe- of afneemt. Druk herhaaldelijk
op de toenametoets en afnametoets Fan (ventila-
tor) om een ventilatorsnelheid te kiezen of om de
ventilator uit te zetten.
Let op: De ventilator gaat automatisch uit als u in
het hoofdmenu bent en de pedalen enige tijd niet
beweegt.
8. Het bedieningspaneel gaat automatisch uit als
u klaar bent met uw training.
Zie HET BEDIENINGSPANEEL UITZETTEN op
bladzijde 16.
19
EEN KAARTTRAINING OF EEN VOORAF
INGESTELDE TRAINING GEBRUIKEN
1. Raak het scherm aan of druk op een toets op
het bedieningspaneel om het bedieningspaneel
in te schakelen.
Zie HET BEDIENINGSPANEEL INSCHAKELEN op
bladzijde 16. Let op: Het kan even duren voordat
het bedieningspaneel klaar is voor gebruik.
2. Kies het hoofdmenu of de trainingsbibliotheek.
Als u het bedieningspaneel aanzet, wordt het
hoofdmenu op het scherm weergegeven, nadat het
bedieningspaneel is opgestart.
Als u aan het trainen bent, raakt u het scherm aan
en tikt u op Pause (pauze), dan op End (einde) en
vervolgens op Finish (voltooien) om terug te keren
naar het hoofdmenu. Als u in de instellingenmenu’s
bent, tikt u eerst op de terug-toets (pijl-symbool)
en dan op de sluiten-toets (x-symbool) om terug te
keren naar het hoofdmenu.
Tik op de toetsen onderaan het scherm om het
hoofdmenu of de trainingsbibliotheek te selecteren.
3. Kies een training.
Als u een training uit het hoofdmenu of de trai-
ningsbibliotheek wilt selecteren, tikt u op de
gewenste trainingtoets op het scherm. Veeg met
uw vinger over het scherm om omhoog of omlaag
te scrollen.
Let op: Het bedieningspaneel heeft toegang tot een
draadloos netwerk nodig (zie VERBINDEN MET
EEN DRAADLOOS NETWERK op bladzijde 24)
om een kaarttraining te gebruiken.
De aanbevolen kaarttrainingen op uw bedie-
ningspaneel veranderen regelmatig. Om een van
de weergegeven kaarttrainingen voor toekom-
stig gebruik op te slaan, kunt u deze als favoriet
toevoegen door te drukken op de favorieten-toets
(hart-symbool). U moet bij uw iFit-account zijn inge-
logd om een aanbevolen kaarttraining op te slaan
(zie stap X op bladzijde 22).
Als u voor een training uw eigen kaart wilt tekenen,
bekijkt u UW EIGEN KAARTTRAINING TEKENEN
op bladzijde 21.
Als u een training kiest, geeft het scherm een
overzicht weer met informatie over de duur en de
afstand, en het geschatte aantal calorieën dat u
tijdens de training verbrandt.
4. Start de training.
Tik op Start om de training te starten.
Sommige trainingen kunnen een warm-up-segment
hebben. U kunt desgewenst het warm-up-segment
overslaan. U kunt opties kiezen voor het warm-
up-segment. Zie DE INSTELLINGEN VAN HET
BEDIENINGSPANEEL WIJZIGEN op bladzijde 23.
Tijdens sommige trainingen geeft het scherm een
kaart van de route en uw voortgang weer. Tik op de
toetsen op het scherm om de gewenste kaartopties
te selecteren.
De displaysmodi geven ook uw voortgang weer.
Veeg uw vinger omlaag op het scherm om de
gewenste displayoptie te selecteren of om statis-
tische gegevens en graeken weer te geven. Tik
eventueel op de meer-toets (symbool +) om statis-
tieken of overzichten te zien.
Tijdens sommige trainingen kan het scherm een
doelsnelheid weergeven. Tijdens het oefenen wordt
u aangespoord om uw pedaalritme zo dicht moge-
lijk bij de doelsnelheid op het scherm te blijven. Er
kan een bericht verschijnen dat u zal vertellen dat
u sneller, langzamer of met een gelijk pedaalritme
moet blijven etsen.
BELANGRIJK: De doelsnelheid is uitsluitend
bedoeld om u te motiveren. Uw werkelijke
pedaalritme kan langzamer zijn dat de doelsnel-
heid. Fiets op een ritme dat voor u aangenaam
is.
20
Tijdens sommige trainingen, zal de helling auto-
matisch aanpassen aan de hellingsniveaus die zijn
geprogrammeerd in de training.
Wanneer de helling verandert, zal ook de weer-
stand van de pedalen veranderen. Om een
gelijkmatig pedaalritme te behouden, wijzigt u van
versnelling door te drukken op de knoppen op de
verschuivers.
Let op: U kunt handmatig de hellingsinstellin-
gen overschrijven door te drukken op de toetsen
Decline/Incine (afdalen/stijgen). Om terug te keren
naar de geprogrammeerde hellingsinstellingen
van de training, raakt u de toets Follow Workout
(volg training) aan.
Let op: Het calorieëndoel is een schatting van
het aantal calorieën dat u tijdens de training
zult verbranden. Het feitelijke aantal calorieën
dat u verbrandt zal van verschillende factoren,
zoals uw gewicht, afhangen. Daarnaast heeft
uw pedaalritme invloed op het aantal calorieën
dat u verbrandt.
Tik op het scherm of stop met trappen om de trai-
ning te pauzeren. Tik op End (einde) om de training
te stoppen. Begin weer te trappen om door te gaan
met uw training.
Als de training stopt, wordt de samenvatting ervan
op het scherm weergegeven. Via een van de opties
op het scherm kunt u uw resultaten publiceren. Tik
dan op Finish (voltooien) om terug te keren naar
het hoofdmenu.
5. Houd uw voortgang bij.
Zie stap 5 op bladzijde 18.
6. Draag eventueel een hartslagmonitor en meet
uw hartslag.
Zie stap 6 op bladzijde 18.
7. Zet de ventilator aan.
Zie stap 7 op bladzijde 18.
8. Het bedieningspaneel gaat automatisch uit als
u klaar bent met uw training.
Zie HET BEDIENINGSPANEEL UITZETTEN op
bladzijde 16.
21
UW EIGEN KAARTTRAINING TEKENEN
1. Raak het scherm aan of druk op een toets op
het bedieningspaneel om het bedieningspaneel
in te schakelen.
Zie HET BEDIENINGSPANEEL INSCHAKELEN op
bladzijde 16. Let op: Het kan even duren voordat
het bedieningspaneel klaar is voor gebruik.
2. Kies een teken-uw-eigen-kaart-training.
Als u het bedieningspaneel aanzet, wordt het
hoofdmenu op het scherm weergegeven, nadat het
bedieningspaneel is opgestart.
Als u aan het trainen bent, raakt u het scherm aan
en tikt u op Pause (pauze), dan op End (einde) en
vervolgens op Finish (voltooien) om terug te keren
naar het hoofdmenu. Als u in de instellingenmenu’s
bent, tikt u eerst op de terug-toets (pijl-symbool)
en dan op de sluiten-toets (x-symbool) om terug te
keren naar het hoofdmenu.
Tik onderaan het scherm op de teken-uw-eigen-
kaart-toets (kaart-symbool) om een teken-uw-
eigen-kaart-training te selecteren.
3. Teken uw eigen kaart.
Schuif met uw vingers over het scherm om naar
het gebied op de kaart te gaan waar u uw training
wilt tekenen. Tik op het scherm om het startpunt
van uw training toe te voegen. Tik vervolgens op
het scherm om het eindpunt van uw training toe te
voegen.
Als het startpunt van uw training ook het stoppunt
is, tikt u op Loop (rondje) of Out & Back (naar
buiten en terug) links op het scherm. U kunt ook
selecteren of u wilt dat uw training over wegen
gaat.
Als u een fout maakt, tikt u op Undo (ongedaan
maken) links op het scherm.
Het scherm geeft de hoogte- en afstandsstatistie-
ken voor uw training weer.
4. Sla uw training op.
Tik op Save New Workout (nieuwe training
opslaan) om uw training op te slaan. Voer een titel
en beschrijving voor uw training in. Tik dan op de
verder-toets (symbool >).
5. Start de training.
Tik op Start om de training te starten. De training
werkt op dezelfde manier als een kaarttraining of
de handmatige modus (zie bladzijde 19).
6. Houd uw voortgang bij.
Zie stap 5 op bladzijde 18.
7. Draag eventueel een hartslagmonitor en meet
uw hartslag.
Zie stap 6 op bladzijde 18.
8. Zet de ventilator aan.
Zie stap 7 op bladzijde 18.
9. Het bedieningspaneel gaat automatisch uit als
u klaar bent met uw training.
Zie HET BEDIENINGSPANEEL UITZETTEN op
bladzijde 16.
22
EEN IFIT-TRAINING DOEN
Het bedieningspaneel heeft toegang tot een draad-
loos netwerk nodig (zie VERBINDEN MET EEN
DRAADLOOS NETWERK op bladzijde 24) om een
iFit-training te gebruiken. U hebt hiervoor een iFit-ac-
count nodig.
1. Voeg trainingen aan uw schema op iFit.com
toe.
Open op uw computer, smartphone, tablet, of
ander apparaat een internetbrowser, ga naar
iFit.com, en log in op uw account.
Ga vervolgens naar Menu > Library (bibliotheek).
Bekijk de trainingsprogramma’s in de bibliotheek
en volg de gewenste trainingen.
Ga vervolgens naar Menu > Schedule (schema)
om uw schema te bekijken. Alle gekozen trainin-
gen worden op uw schema weergegeven. U kunt
de trainingen op het schema rangschikken of
verwijderen.
Kijk ook nog even rond op iFit.com voordat u
uitlogt.
2. Kies het hoofdmenu.
Als u het bedieningspaneel aanzet, wordt het
hoofdmenu op het scherm weergegeven, nadat het
bedieningspaneel is opgestart.
Als u aan het trainen bent, raakt u het scherm aan
en tikt u op Pause (pauze), dan op End (einde) en
vervolgens op Finish (voltooien) om terug te keren
naar het hoofdmenu. Als u in de instellingenmenu’s
bent, tikt u eerst op de terug-toets (pijl-symbool)
en dan op de sluiten-toets (x-symbool) om terug te
keren naar het hoofdmenu.
3. Log in op uw iFit-account.
Tik op de proel-toets (persoon-symbool) op het
scherm om op uw iFit-account in te loggen (indien
u dat nog niet heeft gedaan). Volg de aanwijzingen
op het scherm om uw gebruikersnaam en wacht-
woord in te voeren.
Als u binnen uw iFit-account van gebruiker wilt
wisselen, tikt u de proel-toets en vervolgens op
Manage Accounts (accounts beheren). Als het
account meerdere gebruikers heeft, wordt er een
lijst met gebruikers weergegeven. Tik op de naam
van de gewenste gebruiker.
4. Kies een iFit-training die u eerder aan uw lijst
op iFit.com hebt toegevoegd.
BELANGRIJK: De iFit-trainingen worden pas
geladen, nadat u ze aan uw schema op iFit.com
(zie stap 1) hebt toegevoegd.
Als u een iFit-training van iFit.com op het bedie-
ningspaneel wilt laden, tikt u de kalender-toets
(kalender-symbool) aan de onderkant van het
scherm.
Als u een training laadt, geeft het scherm een
overzicht weer met informatie over de duur en de
afstand, en het geschatte aantal calorieën dat u
tijdens de training verbrandt.
5. Start de training.
Tik op Start om de training te starten. De training
werkt op dezelfde manier als een kaarttraining of
de handmatige modus (zie bladzijde 19). Let op:
Tijdens afstands- of tijdtrainingen geeft het scherm
geen kaart weer.
6. Houd uw voortgang bij.
Zie stap 5 op bladzijde 18.
7. Draag eventueel een hartslagmonitor en meet
uw hartslag.
Zie stap 6 op bladzijde 18.
8. Zet de ventilator aan.
Zie stap 7 op bladzijde 18.
9. Het bedieningspaneel gaat automatisch uit als
u klaar bent met uw training.
Zie HET BEDIENINGSPANEEL UITZETTEN op
bladzijde 16.
Ga naar iFit.com voor meer informatie over iFit.
23
DE INSTELLINGEN VAN HET BEDIENINGSPANEEL
WIJZIGEN
BELANGRIJK: Een aantal van de instellingen en de
beschreven functies is mogelijk niet ingeschakeld.
Soms kan een rmware-update ertoe leiden dat uw
bedieningspaneel een beetje anders functioneert.
1. Kies het hoofdmenu van de instellingen.
Schakel het apparaat eerst in (zie HET BEDIE-
NINGSPANEEL INSCHAKELEN op bladzijde 16).
Let op: Het kan even duren voordat het bedie-
ningspaneel klaar is voor gebruik.
Kies vervolgens het hoofdmenu. Als u het bedie-
ningspaneel aanzet, wordt het hoofdmenu op het
scherm weergegeven, nadat het bedieningspaneel
is opgestart. Als u aan het trainen bent, raakt u het
scherm aan en tikt u op Pause (pauze), dan op
End (einde) en vervolgens op Finish (voltooien) om
terug te keren naar het hoofdmenu.
Tik vervolgens op de proel-toets (persoon-sym-
bool) op het scherm en tik dan op Settings
(instellingen). Het instellingenmenu wordt op het
scherm weergegeven.
2. Navigeer door de instellingenmenu’s en wijzig
de instellingen.
Veeg met uw vinger over het scherm om omhoog
of omlaag te scrollen. Als u het menu van een
instelling wilt bekijken, tikt u op de naam van het
menu. Tik op de terug-toets (pijl-symbool) om een
menu te verlaten. In de volgende instellingen-
menu’s kunt u instellingen bekijken en wijzigen:
Account (account)
My Prole (mijn proel)
In Workout (in training)
Manage Accounts (accounts beheren)
Equipment (apparatuur)
Equipment Info (apparaatinformatie)
Equipment Settings (apparaatinstellingen)
Maintenance (onderhoud)
Wi-Fi
About (algemene informatie)
How It Works (hoe werkt het)
Feedback
Legal (juridische informatie)
3. Volg de rondleiding van het bedieningspaneel.
Tik op How It Works (hoe werkt het) om een rond-
leiding van alle functies van het bedieningspaneel
te volgen.
4. Pas de meeteenheid en andere instellingen aan.
Tik op Equipment Settings (apparaatinstellingen)
om de meeteenheid, tijdzone of andere instellingen
aan te passen. Het bedieningspaneel kan snelheid
en afstand in standaard of in metrische meeteen-
heden weergeven.
5. Bekijk de machine-informatie.
Druk op Equipment Info (apparaatinformatie) en
vervolgens op Machine Info (machine-informatie)
om informatie over uw trainingsets te bekijken.
6. Werk de rmware van het bedieningspaneel bij.
Controleer regelmatig op rmware-updates.
Tik op Maintenance (onderhoud) en vervolgens
op Update om via het draadloze netwerk te con-
troleren of er rmware-updates zijn. De update
begint automatisch. BELANGRIJK: Om schade
aan de trainingsets te vermijden dient u de
stroomadapter niet uit het stopcontact te halen
totdat de rmware is bijgewerkt.
Het scherm geeft de voortgang van de update weer.
Als de update is voltooid, gaat de trainingsets
uit en weer aan. Is dat niet het geval, haal dan de
stroomadapter uit het stopcontact. Wacht enkele
seconden en druk dan de stroomadapter weer in het
stopcontact. Let op: Het kan enkele minuten duren
voordat het bedieningspaneel klaar is voor gebruik.
Let op: Soms kan een rmware-update ertoe leiden
dat uw bedieningspaneel een beetje anders functi-
oneert. Deze updates worden altijd ontwikkeld om
uw trainingservaring te verbeteren.
7. Kalibreer het hellingsysteem.
Als u het hellingsysteem wilt kalibreren, tikt u
op Maintenance (onderhoud), dan op Calibrate
Incline (helling kalibreren) en dan op Begin. De
trainingsets stijgt automatisch naar de maximale
hellingstand, daalt naar de minimale hellingstand
en keert dan terug naar de uitgangsstand. Zo wordt
het hellingsysteem gekalibreerd. Als het hellingsys-
teem is gekalibreerd, tikt u op Finish.
BELANGRIJK: Houd huisdieren, voeten en
andere voorwerpen uit de buurt van de trai-
ningsets als u het hellingsysteem kalibreert.
8. Verlaat het hoofdmenu van de instellingen.
Druk op de terug-toets als u in een instellingen-
menu bent. Druk vervolgens op de sluiten-toets
(x-symbool) om het hoofdmenu van de instellingen
te verlaten.
24
VERBINDEN MET EEN DRAADLOOS NETWERK
U moet het bedieningspaneel op een draadloos net-
werk aansluiten om iFit-trainingen te kiezen en andere
functies te gebruiken.
1. Kies het hoofdmenu.
Schakel het apparaat eerst in (zie HET
BEDIENINGSPANEEL INSCHAKELEN op blad-
zijde 16). Let op: Het kan even duren voordat het
bedieningspaneel klaar is voor gebruik.
Kies vervolgens het hoofdmenu. Als u het bedie-
ningspaneel aanzet, wordt het hoofdmenu op het
scherm weergegeven, nadat het bedieningspaneel
is opgestart. Als u aan het trainen bent, raakt u het
scherm aan en tikt u op Pause (pauze), dan op
End (einde) en vervolgens op Finish (voltooien) om
terug te keren naar het hoofdmenu.
2. Selecteer het draadloze-netwerkmenu.
Druk op de Wi-Fi-toets (draadloos-symbool) onder-
aan het scherm om het draadloze-netwerkmenu te
kiezen.
3. Schakel wi in.
Zorg ervoor dat Wi-Fi
®
is ingeschakeld. Als dit niet
het geval is, drukt u op de toets Wi-Fi.
4. Stel uw draadloze netwerkverbinding in en
beheer deze.
Als wi is ingeschakeld, geeft het scherm een lijst
met beschikbare netwerken weer. Let op: Het kan
even duren voordat de lijst met draadloze netwer-
ken wordt weergegeven.
Let op: U hebt een eigen draadloos netwerk nodig
en een 802.11b/g/n-router met SSID broadcast
(verborgen netwerken worden niet ondersteund).
Als de lijst met netwerken wordt weergegeven, tikt
u op het gewenste netwerk. Let op: Zorg dat u uw
netwerknaam weet (SSID). Als het netwerk bevei-
ligd is, moet u ook het wachtwoord weten.
Volg de aanwijzingen op het scherm om uw wacht-
woord in te voeren en verbinding te maken met
het geselecteerde draadloze netwerk. (Zie HET
TOUCHSCREEN GEBRUIKEN op bladzijde 16
voor meer informatie over het toetsenbord.)
Als het bedieningspaneel met uw draadloze net-
werk is verbonden, wordt er een vinkje naast de
naam van het draadloze netwerk weergegeven.
Als u problemen ondervindt bij het verbinden met
een gecodeerd netwerk, controleert u of het inge-
vulde wachtwoord juist is. Let op: Wachtwoorden
zijn hoofdlettergevoelig.
Let op: Het bedieningspaneel ondersteunt onbe-
veiligde en beveiligde (WEP-, WPA™-, and
WPA2™-)codering. We raden u aan een breed-
bandverbinding te gebruiken, aangezien de
werking van het bedieningspaneel afhangt van de
verbindingssnelheid.
Let op: Als u vragen heeft na het volgen van
deze instructies, gaat u naar support.iFit.com.
5. Verlaat het draadloze-netwerkmenu.
Druk op de terug-toets (pijl-symbool) om het draad-
loze-netwerkmenu te verlaten.
25
HET AUDIOSYSTEEM GEBRUIKEN
Sluit uw eigen audiospeler aan op het bedieningspaneel
met een 3,5 mm mannetje tot mannetje audiokabel
om muziek of audioboeken via het bedieningspaneel
tijdens de training te beluisteren. Zorg ervoor dat de
audiokabel goed aangesloten is. Let op: Ga naar uw
plaatselijke elektronicawinkel om een audiokabel
aan te schaffen.
Druk vervolgens op de play-toets
van uw eigen audiospeler. Pas
het volumeniveau aan met de
toenametoets en afnametoets
Vol (volume) of met de volumere-
gelaar van uw eigen audio-speler.
DE OPTIONELE BORSTKASHARTSLAGMONITOR
Het maakt niet
uit of u vet wilt
verbranden
of uw hart- en
vaatstelsel wilt
verbeteren: de
beste resulta-
ten behaalt u
door de juiste
hartslag tijdens
uw training te
behouden en op de juiste intensiteit te trainen. Met
de optionele hartslagmonitor kunt u tijdens de training
voortdurend uw hartslag meten. Dat zal u helpen uw
persoonlijke tnessdoelen te behalen. Kijk op de
voorkant van deze handleiding voor meer infor-
matie over het aanschaffen van een optionele
borstkashartslagmonitor.
Let op: Het bedieningspaneel ondersteunt alle
Bluetooth Smart hartslagmonitoren.
26
DE TRAININGSFIETS ONDERHOUDEN
Regelmatig onderhoud is belangrijk voor een optimale
werking en de vermindering van slijtage. Controleer
steeds bij gebruik alle onderdelen van de trainingsets
en draai ze goed vast. Vervang versleten onderdelen
meteen.
Gebruik een vochtige doek en een klein beetje milde
zeep om de trainingsets te reinigen. BELANGRIJK:
Houd vloeistoffen uit de buurt van het bedie-
ningspaneel om schade te voorkomen. Houd het
bedieningspaneel uit direct zonlicht.
BEDIENINGSPANEELPROBLEMEN OPLOSSEN
Controleer of de stroomadapter volledig is ingestoken
als het bedieningspaneel niet aan gaat.
Bel met het nummer op de voorkant van deze
handleiding als u vervangende stroomadapter wilt.
BELANGRIJK: Gebruik alleen een door de fabrikant
geleverde stroomadapter om schade aan het bedie-
ningspaneel te voorkomen.
Als het bedieningspaneel
niet op de juiste wijze opstart
of als het blokkeert en niet
reageert, reset u het paneel
naar de fabrieksinstellingen.
BELANGRIJK: Hiermee
wist u al uw aanpassingen in de instellingen. U
hebt twee mensen nodig om het bedieningspaneel te
resetten. Haal eerst de stroomadapter uit het stopcon-
tact. Zoek de kleine resetopening (A) aan de achterkant
van het bedieningspaneel. Houd met een gebogen
paperclip de resetknop in de opening ingedrukt en
laat een tweede persoon de stroomadapter insteken.
Houd de resetknop ingedrukt tot het bedieningspaneel
aan gaat. Als de reset is voltooid, start het bedie-
ningspaneel opnieuw op. Is dat niet het geval, haal dan
de stroomadapter eerst uit het stopcontact en steek
deze er daarna weer in. Als het bedieningspaneel weer
aangaat, controleert u op rmware-updates (zie stap 6
op bladzijde 23). Let op: Het kan enkele minuten duren
voordat het bedieningspaneel klaar is voor gebruik.
DE AANDRIJFRIEM AFSTELLEN
Indien de pedalen slippen tijdens het trappen, dient de
aandrijfriem te worden afgesteld.
Als u de aandrijfriem wilt bijstellen, haalt u eerst het
stroomadapter uit het stopcontact.
Zoek vervolgens het toegangsgat in de onderkant van
het Rechterscherm (12). Maak met een inbussleutel de
Afstelschroef van de Spanrol (39) vast tot de aandrijf-
riem (niet afgebeeld) strak staat.
A
12
39
ONDERHOUD EN PROBLEEMOPLOSSING
27
De volgende richtlijnen helpen u bij het uitvoeren van
uw trainingsprogramma. Raadpleeg een specialistisch
boek of maak een afspraak met uw huisarts voor meer
informatie. Onthoud dat goede voeding en voldoende
rust essentieel zijn voor een goed resultaat.
TRAININGSINTENSITEIT
Het maakt niet uit of u vet wilt verbranden of uw hart-
en vaatstelsel wilt verbeteren: de beste resultaten
behaalt u door de juiste hartslag tijdens uw training te
behouden en op de juiste intensiteit te trainen. U kunt
het juiste intensiteitsniveau bepalen door uw hartslag
als leidraad te gebruiken. Het diagram hieronder geeft
de aanbevolen hartslag aan voor verbranding en voor
een aerobic-oefening.
Bekijk de leeftijden (afgerond op tien jaar) onderaan
het overzicht om het juiste intensiteitsniveau te bepa-
len. De drie getallen boven uw leeftijd bepalen uw
“trainingszone”. Het laagste getal is de hartslag voor
vetverbranding, het middelste getal is de hartslag voor
maximale vetverbranding en het hoogste getal is de
hartslag voor aerobic-oefeningen.
Vet Verbranden – U moet gedurende een langere
tijd op een lage intensiteit trainen om vet effectief te
verbranden. Tijdens de eerste minuten van een training
verbruikt uw lichaam koolhydraten. Pas na de eerste
minuten training begint uw lichaam met het verbranden
van opgeslagen vetcalorieën voor energie. Als u vet
wilt verbranden, stelt u de intensiteit van uw training
in totdat uw hartslag rond het laagste getal van uw
trainingszone zit. Als u maximaal vet wilt verbranden,
traint u totdat uw hartslag rond het middelste getal van
uw trainingszone ligt.
Aerobic-oefeningAls het uw doel is om uw hart- en
vaatstelsel te versterken, moet u een aerobic-oefening
uitvoeren die zorgt voor activiteit die grote hoeveelhe-
den zuurstof vereist gedurende langere perioden. Stel
de intensiteit van uw oefening af totdat uw hartslag
rond het hoogste getal van uw trainingszone ligt als u
een aerobic-oefening wilt uitvoeren.
UW HARTSLAG METEN
U moet minstens vier
minuten trainen om
uw hartslag te kunnen
meten. Stop dan met
trainen en plaats twee
vingers op uw pols zoals
is afgebeeld. Neem uw
hartslag gedurende zes
seconden op en vermenigvuldig het resultaat met tien
om uw hartslag te weten. Als u bijvoorbeeld 14 hartsla-
gen in zes seconden tijd voelt, dan is uw hartslag 140
slagen per minuut.
TRAININGSRICHTLIJNEN
Opwarming – Begin gedurende 5 tot 10 minuten met
strekken en lichte trainingen. Een juiste warming-up
verhoogt uw lichaamstemperatuur en uw hartslag en
bevordert uw bloedsomloop als voorbereiding op uw
oefening.
Trainingszone-oefening – Train gedurende 20 tot
30 minuten en houd uw hartslag in de trainingszone.
(Houd tijdens de eerste paar weken van uw trainings-
programma uw hartslag niet langer dan 20 minuten in
uw trainingszone.) Adem regelmatig en diep in bij het
uitvoeren van de training. Houd uw adem niet in.
Afkoelen – Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken bevordert de soepelheid van uw spieren en
helpt problemen voorkomen na de training.
TRAININGSFREQUENTIE
Voer per week drie trainingen uit en houd ten minste
één dag rust tussen de trainingen om uw conditie op
peil te houden of te verbeteren. Na een aantal maan-
den kunt u dit uitbouwen naar vijf trainingen per week.
Onthoud, de sleutel tot succes is dagelijks met plezier
trainen.
WAARSCHUWING:
Raadpleeg uw huisarts voordat u met een
oefenprogramma begint. Dit is vooral belang-
rijk voor personen ouder dan 35 jaar of met
gezondheidsproblemen.
TRAININGSRICHTLIJNEN
28
AANBEVOLEN STREKOEFENINGEN
De juiste manier voor verschillende basisstrekoefeningen wordt rechts weergegeven. Beweeg langzaam bij het
strekken en spring nooit op.
1. Teen Aanraken Strekoefening
Sta met lichtgebogen knieën en buig langzaam vanuit uw heupen
naar voren. Houd uw rug en schouders ontspannen als u zover
mogelijk richting uw tenen naar beneden reikt. Houd deze positie
gedurende 15 tellen vast en ontspan dan weer. Herhaal dit 3 keer.
Strekken: Hamstrings, achterkant van de knieën en rug.
2. Strekken van de Achillespees
Ga zitten met één uitgestrekt been. Breng de zool van de andere
voet naar u toe en laat deze tegen de binnenkant van de dij van uw
uitgestrekte been rusten. Probeer zover mogelijk naar uw teen te
reiken. Houd deze positie gedurende 15 tellen vast en ontspan dan
weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken: Hamstrings,
onderrug en liezen.
3. Strekken van Kuiten/achillespees
Reik naar voren met het ene been voor de ander en plaats uw han-
den tegen een muur. Houd uw achterbeen gestrekt en uw achterste
voet plat op de vloer. Buig uw voorste been, leun naar voren en
beweeg uw heupen in de richting van de muur. Houd deze positie
gedurende 15 tellen vast en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer
voor elk been. Als u uw achillespezen nog verder wilt strekken, buigt
u ook uw achterste been. Strekken: Kuiten, achillespezen en enkels.
4. Strekken van de Quadriceps
Leun met een hand tegen de muur voor balans en reik met de
andere hand naar achteren en grijp uw voet. Breng uw hiel zo dicht
mogelijk bij uw billen. Houd deze positie gedurende 15 tellen vast
en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken:
Quadriceps en heupspieren.
5. Strekken Binnenkant Dijbeen
Zit met de zolen van uw voeten tegen elkaar aan en richt uw knieën
naar buiten. Trek uw voeten zover mogelijk naar uw liezen. Houd
deze positie gedurende 15 tellen vast en ontspan dan weer. Herhaal
dit 3 keer. Strekken: Quadriceps en heupspieren.
1
2
3
4
5
29
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
1 1 Basis
2 1 Onderstel
3 1 Zadelstang
4 1 Drager van het Zadel
5 1 Zadel
6 1 Buis van het Handvat
7 1 Handvat
8 1 Accessoireshouder
9 1 Bedieningspaneel
10 1 Bovenste Scherm
11 1 Linkerscherm
12 1 Rechterscherm
13 2 Schermkap
14 1 Kap van de Rechtermagneet
15 1 Kap van de Linkermagneet
16 1 Linkerkap van het Onderstel
17 1 Rechterkap van het Onderstel
18 1 Basisscherm
19 1 Flexibele Kap
20 2 Steun van de Kap
21 2 Basiskap
22 1 Voorste Stabilisator
23 1 Achterste Stabilisator
24 4 Stabilisatorkap
25 2 Stelvoet
26 2 Voet
27 2 Wiel
28 1 Handvatklem
29 2 Crankkap
30 1 Liftmotor
31 1 Weerstandsmotor
32 1 Weerstandsmagneet
33 1 Arm
34 1 As van de Magneet
35 1 Rechterhuls van de Zadelstang
36 1 Linkerhuls van de Zadelstang
37 1 Katrol van de Spanrol
38 1 Bout van de Spanrol
39 1 Afstelschroef van de Spanrol
40 1 Ring van het Vliegwiel
41 1 Hub van het Vliegwiel
42 1 As van het Vliegwiel
43 1 Tussenstuk van het Vliegwiel
44 1 Drukring
45 1 Katrol van het Vliegwiel
46 1 Huls van de Buis van het
Rechterhandvat
47 3 Afstelhendel
48 1 Draadkap
49 2 Inzetstuk van de Liftmotor
50 1 Controlepaneel
51 1 Beugel van het Controlepaneel
52 4 Tussenstuk
53 1 Crank/koppelkatrol
54 3 M4 Sluitring
55 8 Magneet
56 1 Crankschroef
57 2 Lager
58 1 Duwmoer
59 2 Huls van het Onderstel
60 1 Zwenkas
61 1 Linkerpedaal
62 1 Rechterpedaal
63 1 Linkercrankarm
64 1 Rechtercrankarm
65 2 Handvatkap
66 1 Aandrijfriem
67 1 Stroomadapter
68 1 Hoofddraad
69 1 Huls van de Buis van het
Linkerhandvat
70 1 Linkerschuiver/draad
71 3 3/8" Tegenmoer
72 2 1/2" Sluitring
73 2 1/2" x 1" Schroef
74 4 M10 x 58mm Schroef
75 2 5/16" x 1 3/4" Bout
76 2 5/16" Borgmoer
77 1 Basisas
78 2 Stangrem
79 5 M8 x 17mm Schroef
80 1 Klem
81 1 Rechterschuiver/draad
82 5 #10 x 12mm Schroef met Platte Kop
83 1 1/4" x 125mm Schroef met Platte
Kop
84 4 Tussenstuk van het Wiel
85 2 M10 Sluitring
86 2 M8 x 15mm Schroef
87 2 Bus van de Liftmotor
88 1 Magneetveer
89 5 Glanzende M4 x 16mm Schroef
90 2 Frictiebevestiging
91 3 Dragerkap
92 1 Zadelbevestigingsmodule
93 2 #8 Sterring
94 2 M4 x 16mm Schroef
95 10 #8 x 1/2" Zelftapper
96 4 M4 x 12mm Flensschroef
97 7 M4 x 19mm Schroef
ONDERDELENLIJST
Modelnr. PFEVEX71919.0 R0819A
30
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
98 1 Scherm van de Elektronica
99 2 1/4" Moer
100 2 M6 Sluitring
101 1 Snelheidssensor/draad
102 1 Crankhub
103 10 Cranktussenstuk
104 5 M8 Borgmoer
105 1 Drager van het Handvat
106 5 M8 x 20mm Schroef
107 1 Rechterverlengsnoer
108 1 Linkerverlengsnoer
109 10 M4 x 9mm Schroef
110 4 M6 x 16mm Schroef
111 4 M4 x 12mm Schroef
112 1 Crank
113 2 #8 x 1/2" Schroef
114 4 Glanzende #8 x 1/2" Schroef
115 2 M8 x 15mm Schroef met Ronde
Kop
116 2 M4 x 10mm Schroef
117 4 M4 x 14mm Schroef
118 5 M8 x 30mm Schroef
119 2 M6 x 8mm Schroef
120 1 Stroomdraad/ontvanger
* Pakje Smeervet
* Montagegereedschap
* Gebruikershandleiding
Let op: Technische gegevens zijn onderhevig aan wijzigingen zonder voorafgaande kennisgeving. Zie de ach-
terkant van deze handleiding voor informatie over het bestellen van vervangingsonderdelen. *Deze onderdelen
worden niet weergegeven.
31
54
91
112
20
107
108
68
67
30
87
38
83
17
97
66
90
94
113
13
64
62
61
39
86
97
59
55
57
95
12
53
116
8
2
46
65
81
7
105
70
110
117
117
114
93
50
47
96
31
52
78
69
115
6
11
86
34
99
16
97
59
103
102
35
78
58
47
49
49
109
109
29
29
13
113
117
91
54
4
5
10
54
117
98
91
89
89
3
47
94
95
48
36
51
57
97
63
56
106
106
21
19
72
18
95
74
21
89
26
24
75
84
27
84
76
74
22
73
72
60
95
20
1
27
73
71
42
40
41
82
44
45
85
71
82
43
79
65
103
103
118
80
101
109
109
104
92
92
111
111
100
100
77
119
119
25
23
24
95
88
95
15
71
37
85
33
32
14
120
9
28
GEDETAILLEERDE TEKENING
Modelnr. PFEVEX71919.0 R0819A
Onderdeelnr. 415592 R0819A Gedrukt in China © 2019 ICON Health & Fitness, Inc.
Raadpleeg de voorkant van deze handleiding voor het bestellen van reserveonderdelen. Houd de volgende infor-
matie bij de hand als u contact met ons opneemt, zodat wij u beter van dienst kunnen zijn:
het model- en serienummer van het product (zie de voorkant van deze handleiding)
de naam van het product (zie de voorkant van deze handleiding)
het onderdeelnummer en de beschrijving van het reserveonderdeel (zie de ONDERDELENLIJST en de
GEDETAILLEERDE TEKENING achterin deze handleiding)
RESERVEONDERDELEN BESTELLEN
Dit elektronische product mag niet bij het normale huishoudelijke afval
worden weggegooid. Dit product moet na aoop van de levensduur overeen-
komstig de wetgeving worden gerecycled.
Neem contact op met een recyclingfaciliteit in uw regio die bevoegd is om dit type
afval in te zamelen. Hiermee helpt u mee aan het behoud van natuurlijke bronnen
en verbetert u de Europese normen van milieubescherming. Als u meer informatie
nodig heeft over veilige en correcte verwijderingsmethoden, kunt u contact opne-
men met de winkel waar u dit product heeft gekocht.
RECYCLINGINFORMATIE
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

ProForm PFEVEX71919 de handleiding

Type
de handleiding