ProForm PFEVEX71916 de handleiding

Type
de handleiding
GEBRUIKERSHANDLEIDING
OPGELET
Lees voor gebruik van dit
apparaat alle instructies en
voorzorgsmaatregelen in deze
handleiding. Bewaar deze hand-
leiding voor verdere raadpleging.
Modelnr. PFEVEX71916.0
Serienr.
Schrijf het serienummer hierboven
voor verdere raadpleging.
Sticker met
Serienummer
KLANTENDIENST
Neem contact op met de Klanten-
dienst (zie informatie hieronder) of
neem contact op met de winkel waar
u dit product gekocht heeft wanneer
u nog vragen heeft of wanneer er
onderdelen ontbreken of beschadigd
zijn.
4021 529 7186
Maandag–Vrijdag 08:00–20:00
GMT; Zaterdag 09:00–13:00 GMT
Website:
www.iconsupport.eu
Email:
www.iconeurope.com
2
PROFORM is een gedeponeerd handelsmerk van ICON Health & Fitness, Inc. IFIT is een gedeponeerd handels-
merk van ICON Health & Fitness, Inc. LE TOUR DE FRANCE is een gedeponeerd handelsmerk van Société du
Tour de France. Google Maps is een handelsmerk van Google Inc. Het woordmerk BLUETOOTH
®
en de logo's
zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. en worden onder licentie gebruikt. Wi-Fi is een gere-
gistreerd handelsmerk van Wi-Fi Alliance. WPA en WPA2 zijn handelsmerken van Wi-Fi Alliance.
De hier afgebeelde waarschuwingsstickers
worden meegeleverd bij dit product. Bevestig
de waarschuwingsstickers bovenop de
Engelse waarschuwingen op de aangegeven
locatie. De stickers met waarschuwing hier
getoond zijn op de aangegeven plaatsen
geplakt. Bel, wanneer een sticker ontbreekt
of niet leesbaar is, het nummer op de
voorkant van deze handleiding en vraag
om een gratis vervangende sticker. Plak
de sticker op de aangegeven plaats. Let
op: De stickers worden mogelijk niet op ware
grootte weergegeven.
ПОПЕРЕД ЖЕННЯ
DE STICKERS MET WAARSCHUWING
INHOUD
DE STICKERS MET WAARSCHUWING .........................................................2
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN ...................................................3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA ..........................................................6
MONTAGE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7
HET GEBRUIKEN VAN DE TRAININGSFIETS ...................................................12
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ...............................................30
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31
LIJST MET ONDERDELEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33
GEDETAILLEERDE TEKENING. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN ..................................................Achterzijde
RECYCLING INFORMATIE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Achterzijde
3
WAARSCHUWING: Lees alle belangrijke voorzorgsmaatregelen en instructies in
deze handleiding en alle waarschuwingen op uw trainingsfiets voordat u deze gebruikt om het risico
op brandwonden, brand, elektrische schok of ernstig letsel aan personen te verminderen. ICON is
niet verantwoordelijk voor persoonlijk letsel of schade door het gebruik van dit product.
1. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar om ervoor te zorgen dat alle gebruikers
van de trainingsfiets goed zijn geïnformeerd
over alle voorzorgsmaatregelen.
2. Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit
of enig ander oefenprogramma begint. Dit
is vooral belangrijk voor personen boven
de 35 jaar, of personen met bestaande
gezondheidsproblemen.
3. De trainingsfiets is niet bedoeld om gebruikt
te worden door personen met verminderde
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke
vermogens of met een gebrek aan erva-
ring en kennis, tenzij er toezicht is of tenzij
zij instructie hebben ontvangen over het
gebruik van de trainingsfiets door iemand
die voor hun veiligheid verantwoordelijk is.
4. Gebruik de trainingsfiets alleen zoals in deze
handleiding beschreven wordt.
5. Deze trainingsfiets is alleen voor thuisge-
bruik bedoeld. Gebruik de trainingsfiets niet
commercieel of voor verhuur.
6. Gebruik de trainingsfiets uitsluitend binnens-
huis en uit de buurt van vocht en stof. Plaats
de trainingsfiets niet in een garage, op een
overdekt terras of bij water.
7. Plaats de trainingsfiets op een vlakke
ondergrond met minstens 0,6 m vrije ruimte
rondom de fiets. Leg een matje onder de
trainingsfiets om uw vloer of vloerbedekking
niet te beschadigen.
8. Controleer steeds bij gebruik alle onderdelen
van de trainingsfiets en draai ze goed vast.
Vervang versleten onderdelen meteen.
9. Houd te allen tijde kinderen jonger dan 13 en
huisdieren bij de trainingsfiets vandaan.
10. Steek de stekker alleen in een geaard
stopcontact.
11. Pas het stroomsnoer niet aan en gebruik
geen adapter om het stroomsnoer op een
onjuist stopcontact aan te sluiten. Houd het
stroomsnoer uit de buurt van verwarmde
oppervlakken. Gebruik geen verlengsnoer.
12. Gebruik de trainingsfiets niet wanneer het
elektrische snoer of de stekker beschadigd
is. Gebruik de trainingsfiets niet als hij niet
goed werkt.
13. GEVAARLIJK: Verwijder altijd
de sleutel, trek de stekker uit het stopcon-
tact, en druk de aan/uitschakelaar in de
uitstand wanneer u de trainingsfiets niet
gebruikt en voordat u de trainingsfiets
reinigt. Onderhoud, anders dan de proce-
dures in deze handleiding, dient uitsluitend
te worden uitgevoerd door een erkende
onderhoudsvertegenwoordiger.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
4
14. Draag geschikte kleding wanneer u de
trainingsfiets gebruikt. Draag nooit losse kle-
ding die in de fiets bekneld kan raken. Draag
altijd sportschoenen voor voetbescherming.
15. De trainingsfiets mag alleen door mensen die
minder dan 150 kg wegen gebruikt worden.
16. Wees voorzichtig bij het monteren en demon-
teren van de trainingsfiets.
17. Houd tijdens het gebruik van de trainings-
fiets uw rug recht. Krom uw rug niet.
18. Te veel oefeningen doen kan leiden tot
ernstig letsel of de dood. Als u pijn voelt,
kortademig of duizelig wordt tijdens het
oefenen, dient u onmiddellijk te stoppen en
af te koelen.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
5
Gefeliciteerd met uw keuze voor de revolutionaire
PROFORM
®
LE TOUR DE FRANCE
®
trainingsfiets.
De LE TOUR DE FRANCE trainingsfiets is anders dan
elke gewone trainingsfiets. LE TOUR DE FRANCE
trainingsfiets is ontwikkeld om u te laten genieten van
een fietservaring buiten, volledig instelbaar, met Wi-Fi
®
fietsbedieningspaneel, een hellingsysteem dat een
echt wegterrein simuleert en een reeks innovatieve
functies.
Lees, voor uw welzijn, deze handleiding zorgvuldig
door voor gebruik van de trainingsfiets. Raadpleeg
de omslag van deze handleiding als u nog vragen
hebt. Noteer het productnummer en het serienum-
mer voordat u met ons contact opneemt. De plaats
waar u de stickers met het productnummer en het
serienummer kunt vinden wordt op de omslag van de
handleiding aangegeven.
Bekijk eerst aandachtig de tekening hieronder en de
verschillende onderdelen, voordat u verder leest.
Zadel
Schuiver
Drager van het Zadel
Afstelhendel
Afstelhendel
Handvat
Houder
Afstelhendel
Wiel
Pedaal/Riem
Bedieningspaneel
Stelvoet
Stroomschakelaar
Lengte: 163 cm
Breedte: 64 cm
Gewicht: 55 kg
VOORDAT U BEGINT
6
M6 x 16mm
Schroef (110)–4
M4 x 10mm
Schroef (116)–2
M10 x 58mm
Schroef (74)–4
M4 Tussenring
(54)–1
M4 x 14mm
Schroef (117)–1
M4 x 12mm
Schroef (111)–4
ONDERDEEL IDENTIFICATIESCHEMA
Raadpleeg de tekeningen hieronder om de kleine onderdelen voor de montage te herkennen. Het nummer tus-
sen haakjes onder elke tekening is het nummer van het onderdeel van de LIJST MET ONDERDELEN achterin
deze handleiding. Het getal tussen de haakjes is de hoeveelheid die nodig is voor de montage. Let op: Als
een onderdeel zich niet in de hardwareset bevindt, controleert u of deze al vooraf is gemonteerd. Er zijn
mogelijk extra metalen onderdelen meegeleverd.
7
2
22
74
A
1
2. Verwijder en gooi het inzetstuk voor verzen-
ding (A) weg. Als er verzendschroeven in de
Voorste Stabilisator (22) zitten verwijdert u
deze en gooit u deze weg.
Bevestig de Voorste Stabilisator (22) aan de
Basis (1) met twee M10 x 58mm Schroeven (74).
MONTAGE
De montage moet door twee personen uitgevoerd
worden.
Plaats alle onderdelen op een open plek en
verwijder het verpakkingsmateriaal. Gooi het
verpakkingsmateriaal niet weg tot u volledig klaar
bent met de montage.
De linkeronderdelen staan aangegeven met “L” of
“Left” en de rechteronderdelen staan aangegeven
met “R” of “Right”.
Zie bladzijde 6 om kleine onderdelen te kunnen
herkennen.
Naast het meegeleverde gereedschap heeft u het
volgende gereedschap nodig:
een kruiskopschroevendraaier
Montage is makkelijker met uw eigen set sleutels.
Gebruik geen elektrisch gereedschap om schade
aan onderdelen te voorkomen.
1. Ga naar www.iconsupport.eu op uw
computer en registreer uw product.
activeert uw garantie
bespaart u tijd als u ooit contact moet
opnemen met de Klantendienst
hiermee kunnen wij u op de hoogte stellen van
upgrades en aanbiedingen
Let op: Indien u geen internettoegang heeft, belt
u met de Klantendienst (zie de voorkant van
deze handleiding) om uw product te registreren.
1
8
2
3
B
47
3
3. Als er verzendschroeven in de Achterste
Stabilisator (23) zitten verwijdert u deze en
gooit u deze weg.
Maak de Achterste Stabilisator (23) aan de Basis
(1) vast met twee M10 x 58mm Schroeven (74).
74
23
1
4. Gebruik een klein stukje van een plastic tas om
uw vingers schoon te houden en breng wat van
het meegeleverde smeervet aan op de zijkan-
ten van het kanaal aan de bovenkant van de
Zadelstang (3).
Richt de Zadelstang (3) zo dat de hoogte-indica-
toren (B) gericht zijn naar weergegeven zijde.
Maak de aangegeven Afstelhendel (47) los en
steek de Zadelstang (3) in het Onderstel (2).
Beweeg de Zadelstang omhoog en omlaag naar
de gewenste positie en maak de Afstelhendel
vervolgens vast. Wanneer u klaar bent met het
vastmaken van de Afstelhendel, moet u erop
letten dat de Afstelhendel omhoog wijst.
Let op: Het Afstelhendel (47) werkt net als een
ratel. Draai de Afstelhendel naar de gewenste
richting, trek hem naar buiten, draai hem in de
tegenovergestelde richting, druk hem weer naar
binnen, en draai opnieuw naar de gewenste
richting. Herhaal dit proces zo vaak als nodig is.
4
Smeervet
9
5
5. Let op: U kunt uw eigen zadel desgewenst
bevestigen aan de Drager van het Zadel
(4). Maak de bevestigingshardware los (niet
afgebeeld) onder het Zadel (5) en verwijder het
Zadel. Bevestig vervolgens uw eigen zadel en
maak de bevestigingshardware weer vast.
Richt de Drager van het Zadel (4) zoals getoond.
Maak de Afstelhendel (47) los en schuif de
Drager van het Zadel (4) op de Zadelstang
(3). Schuif de Drager van het Zadel naar de
gewenste stand en maak de Afstelhendel weer
vast.
Maak vervolgens een M4 Tussenring (54) en de
Kap van de Drager (91) vast aan de Drager van
het Zadel (4) met een M4 x 14mm Schroef (117).
3
4
5
117
47
54
91
6
6
2
68
105
47
C
C
E
D
6. Zie stap 8. Als de Klem van het Handvat (28)
en vier M6 x 16mm Schroeven (110) vooraf
zijn bevestigd aan de Drager van het Handvat
(105) verwijder ze dan zet ze apart tot stap 8.
Zorg dat een tweede persoon de Buis van
het Handvat (6) vasthoudt in de buurt van het
Onderstel (2).
Vind het lange draadband (C) in de Buis van
het Handvat (6). Bevestig de onderkant van het
lange draadband aan de Hoofddraad (68). Zoek
vervolgens hetzelfde draadband in het toegangs-
gat in de Drager van het Handvat (105). Trek
het draadband (D) omhoog tot het einde van de
Hoofddraad in het toegangsgat (E) is.
Zie de inzet-tekening. Trek vervolgens het
bovenste stuk van het lange draadband (C) tot
de Hoofddraad (68) door de Drager van het
Handvat (105) loopt zoals afgebeeld. Maak dan
los en gooi het lange draadband weg.
Tip: Vermijd het afklemmen van de
Hoofddraad (68). Maak de aangegeven
Afstelhendel (47) los en schuif de Buis van het
Handvat (6) in het Onderstel (2). Verplaats de
Buis van het Handvat omhoog of omlaag in de
gewenste positie en draai de Afstelhendel dan
opnieuw vast.
Vermijd het
afklemmen van de
Hoofddraad (68)
105
68
C
10
105
107
9
9
68
9. Laat een tweede persoon het Bedieningspaneel
(9) bij de Drager van het Handvat (105) houden.
Sluit de Draden van het Bedieningspaneel
aan op de Hoofddraad (68) en aan de
Verlengsnoeren (107, 108); zorg ervoor dat
u het Draad van het Bedieningspaneel met
een “L”-label aansluit op het Verlengsnoer
met een “L”-label, en het Draad van het
Bedieningspaneel met een “R”-label aansluit
op het Verlengsnoer met een “R”-label.
Stop het overmatige draad in het
Bedieningspaneel (9).
7. Laat een tweede persoon het Handvat (7) bij de
Drager van het Handvat (105) houden.
Vind een van de resterende draadbanden (F) in
de Drager van het Handvat (105). Bevestig de
aangegeven onderkant van het draadband aan
het Rechter Verlengsnoer (107). Trek dan aan
het andere eind van het binddraad totdat het
Rechter Verlengsnoer door de Drager van het
Handvat is getrokken. Maak dan los en gooi het
opbinddraad weg.
Bevestig het Linker Verlengsnoer (108) door
de Drager van het Handvat (105) op dezelfde
wijze.
8. Tip: Vermijd dat de draden bekneld raken.
Houd het Handvat (7) op de Drager van het
Handvat (105), en draai het Handvat naar de
gewenste hoek; zorg ervoor dat het Handvat
zich in het midden van de Drager van het
Handvat bevindt.
Bevestig het Handvat (7) met de Klem van het
Handvat (28) en vier M6 x 16mm Schroeven
(110); draai alle Schroeven aan en draai ze
vast.
7
8
7
7
110
28
105
105
108
107
F
Vermijd dat de
draden bekneld
raken
108
11
10
111
105
9
10. Tip: Vermijd dat de draden bekneld raken.
Bevestig het Bedieningspaneel (9) aan de
Drager van het Handvat (105) met vier M4 x
12mm Schroeven (111); draai alle Schroeven
aan en draai ze vast.
Vermijd dat de
draden bekneld
raken
11. Maak de Houder (8) aan het Onderstel (2) vast
met twee M4 x 10mm Schroeven (116).
11
8
2
116
13. Nadat de trainingsfiets is gemonteerd, controleert u of deze juist is gemonteerd en goed werkt. Zorg
ervoor dat alle onderdelen van de trainingsfiets goed vastgedraaid worden. Let op: Er kunnen extra
onderdelen zijn meegeleverd. Leg een matje onder de trainingsfiets om uw vloer niet te beschadigen.
12. Let op: U kunt desgewenst uw eigen pedalen
bevestigen.
Zoek naar het Rechter Pedaal (62).
Draai met gebruik van de meegeleverde platte
sleutel het Rechter Pedaal (62) naar rechts
goed vast in de Rechter Crankarm (64).
Draai het Linker Pedaal (niet afgebeeld)
stevig naar links in de Linker Crankarm
(niet afgebeeld). BELANGRIJK: U moet het
Linker Pedaal naar links draaien om het te
bevestigen.
12
62
64
12
HET GEBRUIKEN VAN DE TRAININGSFIETS
HOE DE SNOER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De snoer moet geaard zijn. Als het niet goed functio-
neert geeft de aarding de laagste weerstandspad voor
de elektriciteit om zodoende het risico van elektrische
schok te verminderen. Een snoer en een geaarde
stekker zijn bijgeleverd. BELANGRIJK: Als het snoer
beschadigd is moet u het vervangen voor een door
de fabrikant aanbevolen snoer.
Volg deze stappen om de snoer in stopcontact te
steken.
1. Steek het aangegeven uiteinde van het snoer in
het stopcontact van de onderstel.
2. Steek het snoer in een goed geinstalleerd en
geaard stopcontact die overeenkomt met alle plaat-
selijke regelingen.
UK
Dubai
DU
GR
RU
HU
CZ
TR
RO
BU
UKR
SW
FR/
SP/
PL/
SK
IT
AUS
AUS
TYPE E
TYPE F
Stopcontact van
de Onderstel
Snoer
UK
Dubai
DU
GR
RU
HU
CZ
TR
RO
BU
UKR
SW
FR/
SP/
PL/
SK
IT
AUS
AUS
TYPE E
TYPE F
Stopcontact
GEVAAR: Een verkeerd stopcon-
tact (zonder aarde) kan tot een elektrische
schok leiden. Laat een elektriciën de aarding
nakijken als u niet zeker weet of het stopcon-
tact goed geaard is. Breng geen wijzigingen
aan de stekker van het apparaat aan. Laat een
elektriciën een nieuwe stekker monteren als
de stekker niet in het stopcontact past.
13
FUNCTIES VAN DE TRAININGSFIETS
Watt Meten
Elke trainingsfiets wordt individueel gekalibreerd om
het uitgangsvermogen te meten en u in staat te stellen
uw watt en tpm direct op het bedieningspaneel te
controleren.
Door uw watt en tpm te controleren, kunt u zien hoe
hard u traint en ervoor zorgen dat u uzelf blijft uitdagen
en verbeteren.
Het Hellingsysteem
De trainingsfiets kan maximaal 20 procent stijgen en
dallen om op realistische wijze een buitenterrein te
simuleren. Wanneer u kaarten van uw daadwerkelijke
trainingsroutes op iFit.com creëert (zie de bedie-
ningspaneelinstructies die starten op bladzijde 15 voor
meer informatie), zal de trainingsfiets automatisch
stijgen en dalen om overeen te komen met het terrein
van uw trainingsroutes.
De Handvatverschuivers
Met de trainingsfiets kunt u van versnelling verande-
ren zoals u dat doet op een normale fiets. De linker
en rechter handvatverschuivers simuleren de voorste
en achterste versnellingen zodat u deze kunt instellen
als de instelling van uw normale fiets (zie de bedie-
ningspaneelinstructies die starten op bladzijde 15 voor
meer informatie).
Fietsvormfuncties
De trainingsfiets heeft meerdere functies om u te hel-
pen de juiste fietsvorm te ontwikkelen:
Freewheel: De trainingsfiets heeft een freewheel die
een gewone fiets simuleert in plaats van een spin-
fiets op een vaste plaats beweegt. Dit ontmoedigt u
om uw voeten niet meer in te spannen tijdens een
fietsbeweging.
Flywheel: Het flywheel op de trainingsfiets heeft een
correcte rotatietraagheid zodat u soepel kunt fietsen
en u wordt aangemoedigd om een goede fietsvorm te
gebruiken.
DE GEOMETRIE VAN DE TRAININGSFIETS
AFSTELLEN
De trainingsfiets kan worden afgesteld op de geometrie
van uw gewone fiets om een juiste vorm te promo-
ten en om zeker te zijn van een juiste training van de
spieren. Let op: Maak afstellingen in kleine stapjes
en fiets op de trainingsfiets om de afstellingen te
testen.
De Hoek van het Zadel Afstellen
U kunt de hoek van het zadel afstellen in de meest
comfortabele positie. U kunt het zadel ook naar voren
of achteren schuiven om uw comfort te verhogen, of
om de afstand tot het handvat af te stellen.
Om de positie van
het zadel bij te
stellen, dient u de
bevestigingshard-
ware onder het
zadel een paar sla-
gen los te draaien.
Kantel vervolgens
het zadel omhoog
of omlaag of schuif
het zadel naar voren of naar achteren en maak de
bevestigingshardware weer vast.
Let op: U kunt het zadel verwijderen en desge-
wenst uw eigen zadel bevestigen.
De Drager van het Zadel Afstellen
Om de stand van
de drager van
het zadel aan te
passen, draait u de
afstelhendel los,
beweegt u de dra-
ger van het zadel
naar voren of naar
achteren en draait
u de afstelhendel
weer stevig vast.
Let op: De afstelhendel werkt als een ratel. Draai de
afstelhendel naar de gewenste richting, trek hem naar
buiten, draai hem in de tegenovergestelde richting,
druk hem weer naar binnen, en draai opnieuw naar de
gewenste richting. Herhaal dit proces zo vaak als nodig
is.
Hardware
Drager
Hendel
14
De Zadelstang Afstellen
Voor een effectieve
oefening moet
het zadel op de
juiste hoogte zijn.
Wanneer de peda-
len in de laagste
stand staan moeten
uw knieën tijdens
het etsen wat
gebogen zijn. Om
de hoogte van de
zadelstang aan te passen, draait u de afstelhendel los,
beweegt u de zadelstang omhoog of omlaag en draait
u de afstelhendel weer stevig vast. Wanneer u klaar
bent met het vastmaken van de Afstelhendel, moet
u erop letten dat de Afstelhendel omhoog wijst.
De Rotatie van het Handvat Afstellen
Om het handvat te
draaien om over-
een te komen met
de positie van het
handvat op uw
terreinets, draait
u de aangegeven
schroeven los,
draait u het hand-
vat en maakt u de
schroeven weer
vast.
De Buis van het Handvat Afstellen
Om de hoogte van
de buis van het
handvat aan te
passen, draait u de
afstelhendel los,
beweegt u de buis
van het handvat
omhoog of omlaag
en draait u de
afstelhendel weer
stevig vast.
De Drager van het Handvat Afstellen
Om de stand van
de drager van het
handvat aan te
passen aan uw
terreinets, maakt
u de aangegeven
schroeven los,
beweegt u de dra-
ger van het handvat
naar voren of naar
achteren en maakt
u de schroeven weer vast.
DE TRAININGSFIETS GOED VLAK STELLEN
Als de trainingsfiets
enigszins schom-
melt tijdens het
gebruik, draai dan
aan één van de of
beide stelvoeten
op de achterste
stabilisator tot het
toestel niet meer
schommelt.
DE PEDALEN GEBRUIKEN
Om pedalen te gebruiken, steekt u uw schoenen in de
teenkooien en trekt u aan de uiteinden van de teenrie-
men. Om de teenriemen af te stellen, houdt u de lipjes
op de gespen ingedrukt, stelt u de teenriemen af op de
gewenste stand en laat u de lipjes los.
Let op: U kunt desgewenst uw eigen pedalen aan
de trainingsets bevestigen.
DE OPTIONELE TABLETHOUDER
De optionele
tablethouder houdt
uw tablet goed
op zijn plaats en
zorgt ervoor dat u
uw tablet tijdens
het oefenen kan
gebruiken. De opti-
onele tablethouder
is ontwikkeld om te gebruiken met de meest gebruikte
formaten tablets. Voor het kopen van een tablethou-
der, raadpleegt u de omslag van deze handleiding.
Hendel
Paal
Schroeven
Hendel
Paal
Schroeven
Drager
Stelvoeten
15
Icicle
EBPF01915
PFEX01915
DIAGRAM VAN HET BEDIENINGSPANEEL
MAAK UW FITNESSDOELEN WERKELIJKHEID
MET IFIT.COM
Met uw nieuw iFit-compatibele fitnessapparatuur, kunt
u een diversiteit aan functies gebruiken op iFit.com om
uw fitnessdoelen werkelijkheid te maken:
Ga overal ter wereld trainen met instelbare
Google Maps
.
Download trainingsoefeningen die zijn
ontwikkeld om u te helpen uw persoonlijke
doelen te behalen.
Meet uw vooruitgang door tegen andere
gebruikers in de iFit-gemeenschap te
strijden.
Upload uw oefeningsresultaten naar de iFit
cloud en volg uw vooruitgang.
Stel calorie-, tijd-, afstands-, of wattdoelen
in voor uw oefeningen.
Kies en dowload sets afvaloefeningen.
Ga naar iFit.com voor meer informatie.
Bekijk high-definition video’s met gesimu-
leerde oefeningen.
16
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel bevat bepaalde keuzen om uw
oefeningen thuis effectiever en leuker te maken.
U kunt de helling (weerstand) van de trainingsfiets en
de versnelling wijzigen wanneer de handmatige instel-
ling van het bedieningspaneel gekozen wordt.
Het bedieningspaneel toont doorlopende oefeningfeed-
back tijdens het oefenen, inclusief feedback over watt
en ritme.
Tijdens uw oefening kunt u op elk moment intervallen
gebruiken om uw prestaties voor korte tijdsperiodes te
meten. Het bedieningspaneel registreert en toont uw
resultaten voor elke interval.
U kunt ook uw hartslag meten met een optionele
hartslagmonitor.
Daarnaast biedt het bedieningspaneel een keuze uit Le
Tour de France oefeningen. Elke oefening wijzigt auto-
matisch de helling (weerstand) van de trainingfiets net
als een echt terrein van de Tour de France waardoor u
van versnelling kunt wijzigen om uw gewenste pedaal-
ritme te behouden.
Het bedieningspaneel heeft ook nieuwe iFit-technolo-
gie zodat het bedieningspaneel kan commmuniceren
met uw draadloze netwerk. Met de iFit-technologie,
kunt u persoonlijke oefeningen downloaden, eigen
oefeningen creëren, uw oefeningsresultaten bij-
houden en toegang krijgen tot andere functies. Zie
www.iFit.com voor volledige informatie.
U kunt zelfs uw persoonlijke audiospeler aansluiten op
het geluidssysteem van het bedieningspaneel en naar
uw favoriete muziek of audioboeken luisteren terwijl u
oefent.
Om het apparaat aan te zetten, zie deze bladzijde.
Voor meer informatie over het gebruik van het tip-
toetsscherm, zie bladzijde 17. Voor het instellen van
het bedieningspaneel, zie bladzijde 17.
HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN
BELANGRIJK: Laat, wanneer de trainingsiets aan
koude temperaturen blootgesteld is geweest, de
loopband tot kamertemperatuur komen voordat u
de elektriciteit inschakelt. Als u dit niet doet kunt u
het bedieningspaneel of andere elektrische onder-
delen beschadigen.
Steek het stroomsnoer in
(zie HOE DE SNOER IN
STOPCONTACT TE STE-
KEN op bladzijde 12). Zoek
vervolgens naar de stroom-
schakelaar op het onderstel
bij het stroomsnoer. Druk
de stroomschakelaar in de
reset-stand.
Het display gaat dan aan en het bedieningspaneel is
klaar voor gebruik.
Let op: Wanneer u het apparaat voor de eerste keer
aanzet, wordt het hellingsysteem mogelijk automa-
tisch gekalibreerd. Tijdens het kalibreren, beweegt
de trainingsfiets omhoog en omlaag. Wanneer de
trainingsfiets stopt met bewegen, is het hellingsysteem
gekalibreerd.
BELANGRIJK: Indien het hellingsysteem niet auto-
matisch kalibreert, zie stap 4 op bladzijde 27 en
kalibreert u het hellingsysteem handmatig.
BELANGRIJK: Het bedieningspaneel heeft een
demo-instelling, die ontwikkeld is voor als de
trainingsets in een winkel uitgestald wordt.
Als de demo-instelling aan staat, gaat het bedie-
ningspaneel niet uit en reset de display niet als u
klaar bent met oefenen. Om de demo-instelling uit
te zetten, zie stap 8 op bladzijde 25.
Reset-
stand
17
DE TOUCHSCREEN GEBRUIKEN
Het bedieningspaneel bevat een tablet met een full-co-
lor tiptoetsscherm. De volgende informatie zal u helpen
om u de geavanceerde technologie van de tablet eigen
te maken:
De functies van het bedieningspaneel werken
op dezelfde wijze als andere tablets. U kunt met
uw vinger schuiven of tikken op het scherm om
bepaalde beelden op het scherm, zoals de displays
in een oefening te bewegen. U kunt echter niet in- of
uitzoomen door met uw vinger over het scherm te
schuiven.
Om informatie in een tekstvak te typen, drukt u eerst
op het tekstvak om het toetsenbord te kunnen zien.
Om nummers of andere tekens op het toetsenbord
te gebruiken, drukt u op de toets ?123. Druk op de
Alt-toets om meer tekens te bekijken. Druk opnieuw
op de Alt-toets om terug te gaan naar het nummer-
toetsenbord. Om terug te keren naar het lettertoet-
senbord, raakt u de toets ABC aan. Om een teken
met een hoofdletter te gebruiken, raakt u de toets
aan met de pijl omhoog. Druk nogmaals op de toets
met de pijl om meerdere hoofdletters te gebruiken.
Om terug te keren naar het lettertoetsenbord, raakt u
de pijltoets een derde keer aan. Om het laatste
teken te wissen, raakt u de toets aan met de pijl
terug en een X.
Gebruik deze
toetsen op het bedie-
ningspaneel om op
de tablet te navige-
ren. Druk dan op de
thuis-toets om terug
te keren naar het hoofdmenu. Druk op de middelste
toets om naar het hoofdinstellingenmenu te gaan
(zie bladzijde 24). Druk op de terug-toets om terug te
gaan naar het vorige scherm.
HET BEDIENINGSPANEEL INSTELLEN
Voordat u de trainingsfiets voor de eerste keer kunt
gebruiken, dient u het bedieningspaneel in te stellen
met onderstaande stappen.
1. Maak verbinding met een draadloos netwerk.
Let op: U moet op een draadloos netwerk aange-
sloten zijn, om toegang tot internet te krijgen, om
iFit-oefeningen te downloaden, en om andere func-
ties van het bedieningspaneel te gebruiken. Zie DE
DRAADLOZE NETWERKMODUS GEBRUIKEN
op bladzijde 28, om het bedieningspaneel aan te
sluiten op uw draadloze netwerk.
2. Controleer op firmware updates.
Bekijk eerst stap 1 op bladzijde 24 en stap 2 op
bladzijde 27 en selecteer de onderhoudsmodus.
Raadpleeg dan stap 3 op bladzijde 27 en contro-
leer voor firmware updates.
3. Het hellingsysteem kalibreren.
Bekijk eerst stap 1 op bladzijde 24 en stap 2 op
bladzijde 27 en selecteer de onderhoudsmodus.
Zie vervolgens stap 4 op bladzijde 27 en kalibreer
het hellingsysteem van de trainingsfiets.
4. Creëer een iFit-account.
Open op uw computer, smartphone, tablet, of
ander internetgeschikt apparaat een internet
browser en ga naar www.iFit.com. Volg dan de
informatie op de website om u te registreren voor
uw iFit-lidmaatschap. Indien u een activeringscode
heeft, selecteert u de code-activeringsoptie.
Het bedieningspaneel is nu klaar zodat u met oefenen
kunt beginnen. De volgende bladzijden geven uitleg
over de verschillende oefeningen en andere functies
die het bedieningspaneel biedt.
Voor gebruik van de handmatige modus, zie blad-
zijde 18. Voor gebruik van een Le Tour de France
oefening, zie bladzijde 20. Voor gebruik van een
oefening met een vooraf ingesteld doel, zie blad-
zijde 21. Voor gebruik van een iFit-oefening, zie
bladzijde 22.
Voor gebruik van de instellingenmodus van het
apparaat, zie bladzijde 24. Voor gebruik van de
onderhoudsmodus, zie bladzijde 27. Voor gebruik
van de draadloze netwerkmodus, zie bladzijde 28.
Voor gebruik van het geluidssysteem, zie bladzijde
29. Voor gebruik van de internet browser, zie blad-
zijde 29.
Let op: Als er een laagje plastic op het display ligt,
moet u dat verwijderen.
Het bedieningspaneel kan de snelheid en de afstand
in kilometers of mijlen weergeven. Om te zien welk
meetsysteem is gekozen, zie stap 15 op bladzijde 26.
Om het eenvoudig te houden, verwijzen alle instructies
in deze paragraaf naar mijlen.
18
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE
GEBRUIKEN
1. Druk op het scherm of begin met fietsen om het
bedieningspaneel te activeren.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
bladzijde 16.
2. Kies het hoofdmenu.
Wanneer u het apparaat aan zet, zal het hoofd-
menu verschijnen nadat het bedieningspaneel is
opgestart.
Raak de thuis-toets aan onderaan op het
scherm om te allen tijde terug te keren naar het
hoofdmenu.
Druk op de toets Start om met de handmatige oefe-
ning te starten.
3. De helling (weerstand) van de trainingsfiets
veranderen zoals gewenst.
Tijdens het fietsen kunt u de helling (weerstand)
van de trainingsfiets veranderen door op de toe-
name- of afnametoetsen Grade (rang) te drukken.
U kunt ook de helling van de trainingsfiets wijzigen
door te drukken op de schuivertoetsen. Druk voor
toename van de helling tegelijkertijd op de voorste
en achterste toetsen op de rechterschuiver; voo
afname van de helling drukt u tegelijkertijd op de
voorste en achterste toetsen op de linkerschuiver.
Let op: Als u een toets hebt gedrukt, zal het een
tijdje duren voordat de trainingsfiets het gese-
lecteerde hellingniveau bereikt. U hoort de
hellingmotor terwijl de helling wijzigt. Dit is
normaal.
OPGELET: De trainingsfiets kan een breed
scala aan hellingniveaus doorlopen. Houd de
handvaten vast en wees erop voorbereid dat de
trainingsfiets beweegt als u van helling wisselt.
4. Wijzig desgewenst van versnelling.
U kunt de trainingsfiets zo instellen dat hij een
gewone fiets simuleert. Om de versnellingsop-
tie(s) voor de trainingsfiets te selecteren, zie
stap 7 op bladzijde 24.
Let op: De trainingsfiets simuleert versnellingen; er
is geen echte versnelling.
Wijzig van versnelling door te drukken op de
toetsen op de schuivers. Let op: Als u een toets
hebt gedrukt, zal het een tijdje duren voordat de
trainingsfiets de geselecteerde versnelling bereikt.
Om schade aan de schuivers te voorkomen,
dient u niet te trekken aan, of te knijpen in de
schuivers.
Druk op de toetsen op de linker schuiver om de
voorste versnelling te wijzigen; druk op de toetsen
op de rechter schuiver om de achterste versnelling
te wijzigen.
Druk op de voorste toets op de linker schuiver voor
het verhogen van de weerstand, druk op de achter-
ste toets voor het verlagen van de weerstand.
Druk op de voorste toets op de rechter schui-
ver voor het verhogen van de weerstand, druk
op de achterste toets voor het verlagen van de
weerstand.
De nummers van de momenteel geselecteerde
voorste en achterste versnellingen verschijnen in
de display op het scherm.
5. Volg uw voortgang.
Het bedieningspaneel biedt verschillende display-
opties. De gekozen display mode zal aangeven
welke informatie wordt weergegeven.
Tik op of schuif over het scherm om de gewenste
displaymodus te kiezen. U kunt ook de rode velden
op het scherm aanraken om aanvullende oefening-
informatie te bekijken.
Indien gewenst
kunt ook de volume
bijstellen door op de
toename- of afname-
toetsen Volume op
het bedieningspaneel
te drukken.
19
Om de oefening te pauzeren, stopt u met fietsen
of drukt u op de terug- of thuis-toets onderaan het
scherm. Om verder te gaan met de oefening drukt
u op de toets Resume (hervatten). Om de oefe-
ningsessie te stoppen, drukt u lichtjes op de toets
End Workout (oefening beëindigen).
Indien u drukt op de toets End Workout, verschijnt
een samenvatting van de oefening op het scherm.
Druk op de toets Finish (beëindigen) om terug te
keren naar het hoofdscherm als u het oefening-
overzicht hebt bekeken. U kunt ook uw resultaten
bewaren of publiceren met een van de opties op
het scherm.
6. Gebruik desgewenst intervals.
Tijdens een oefening kunt u het scherm met
intervals gebruiken om uw prestaties voor korte
tijdsperiodes te meten. Tik op of schuif over het
scherm om het gewenste intervalscherm te kiezen.
Druk op de toets Start om met een interval te
beginnen. Om de huidige interval te stoppen,
drukt u lichtjes op de toets Lap (ronde). U kunt
zoveel intervallen aan uw oefening toevoegen als
gewenst.
Het bedieningspaneel registreert gegevens voor
elke interval die u op elk moment tijdens de oefe-
ning kunt bekijken. Het interval scherm toont een
lijst met geregistreerde intervallen. Blader op het
scherm naar beneden om de gegevens van de
gewenste interval te zien.
7. Draag desgewenst een hartslagmonitor en meet
uw hartslag.
U kunt een optionele hartslagmonitor dragen om
uw hartslag te meten. Voor meer informatie over
de optionele hartslagmonitor, zie bladzijde 29.
Let op: Het bedieningspaneel is compatibel met
BLUETOOTH
®
Smart hartslagmonitoren.
Als uw hartslag wordt gedetecteerd, zal uw hart-
slag worden getoond op het display op het scherm.
8. Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u
klaar bent met oefenen.
Druk de stroomschakelaar in de stand Off (uit) en
trek de stekker uit wanneer u met oefenen klaar
bent. BELANGRIJK: Als u dit niet doet, kunnen
de elektrische onderdelen van de trainingsets
voortijdig slijten.
20
EEN LE TOUR DE FRANCE OEFENING
GEBRUIKEN
1. Druk op het scherm of begin met fietsen om het
bedieningspaneel te activeren.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
bladzijde 16.
2. Kies het hoofdmenu.
Zie stap 2 op bladzijde 18.
3. Selecteer een Le Tour de France oefening.
Om een Le Tour de France oefening te kiezen,
drukt u op het fietsertje onderaan het scherm. Het
oefeningenmenu zal op het scherm verschijnen.
Druk vervolgens op de toets Tour de France. Kies
dan de gewenste oefening. Let op: Het kan nodig
zijn om het scherm naar beneden te bladeren om
alle oefeningopties te zien.
Het scherm toont ook de naam, geschatte duur
en de afstand van de oefening. Het scherm toont
ook het geschatte aantal calorieën dat u tijdens
de oefening zal verbranden en een kaart van de
oefening. Let op: U kunt mogelijk andere variabe-
len kiezen voor de oefening op dit scherm.
4. Start de oefening.
Druk op de toets Start Workout (oefening starten)
om de oefening te laten beginnen.
De oefening kan een warm-up segment hebben.
Druk op de toets Skip (overslaan) om het warm-up
segment over te slaan. Om de warm-up segmen-
topties voor de trainingsfiets te selecteren, zie stap
16 op bladzijde 26.
Elke oefening is in verschillende onderdelen inge-
deeld. Er wordt één hellingsniveau (weerstand)
voor ieder segment geprogrammeerd. Let op:
Hetzelfde hellingniveau kan voor meerdere opeen-
volgende segmenten geprogrammeerd zijn.
Tijdens de oefening toont het scherm een kaart
van de route en een markering die uw voortgang
weergeeft. Druk op de toetsen op het scherm om
de gewenste kaartopties te selecteren.
Het oefeningdisplay geeft uw vorderingen weer.
Tik of schuif op het scherm om uw profieldisplay te
bekijken.
Aan het einde van het eerste onderdeel van de
oefening, zal de helling zich automatisch aan-
passen aan het hellingniveau voor het volgende
onderdeel.
Wanneer de helling verandert, zal ook de weer-
stand van de pedalen veranderen. Om een
gelijkmatig pedaalritme te behouden, wijzigt u van
versnelling door te drukken op de toetsen op de
verschuivers.
Let op: U kunt handmatig de hellinginstellingen
overschrijven door te drukken op de toetsen Grade
(rang). Om terug te keren naar de geprogram-
meerde hellinginstelling van de oefening, raakt
u de toets Follow Workout (volg oefening) aan.
Let op: Het calorieëndoel is een schatting van
het aantal calorieën dat u tijdens de oefening
zult verbranden. Het feitelijke aantal calorieën
dat u verbrandt zal van verschillende factoren,
zoals uw gewicht, afhangen. Daarnaast heeft
uw trapsnelheid invloed op het aantal calorieën
dat u verbrandt.
Om de oefening te pauzeren, stopt u met fietsen
of drukt u op de terug- of thuis-toets onderaan het
scherm. Om verder te gaan met de oefening drukt
u op de toets Resume (hervatten). Om de oefe-
ning te stoppen, drukt u lichtjes op de toets End
Workout (oefening beëindigen).
De oefening gaat zo verder tot het laatste onder-
deel is uitgevoerd. Een samenvatting van de
oefening zal dan op het scherm verschijnen. Druk
lichtjes op de toets Finish (beëindigen) om terug
te keren naar het hoofdscherm als u het oefening-
overzicht hebt bekeken. U kunt ook uw resultaten
bewaren of publiceren met een van de opties op
het scherm.
5. Volg uw voortgang.
Zie stap 5 op bladzijde 18.
6. Gebruik desgewenst intervallen.
Zie stap 6 op bladzijde 19.
7. Draag desgewenst een hartslagmonitor en meet
uw hartslag.
Zie stap 7 op bladzijde 19.
8. Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u
klaar bent met oefenen.
Zie stap 8 op bladzijde 19.
21
EEN OEFENING MET EEN VOORAF INGESTELD
DOEL GEBRUIKEN
1. Druk op het scherm of begin met fietsen om het
bedieningspaneel te activeren.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
bladzijde 16.
2. Kies het hoofdmenu.
Zie stap 2 op bladzijde 18.
3. Selecteer een oefening met een vooraf
ingesteld doel.
Voor het selecteren van een oefening met een
ingesteld doel, drukt u lichtjes op de toets Set A
Goal (ingesteld doel) op het scherm.
Om een aangepast doel voor uw oefening in te
stellen, drukt u op de toets voor het gewenste doel.
Druk vervolgens lichtjes op de toename- en afna-
metoetsen op het scherm om uw doel en andere
variabelen voor de oefening te selecteren. Het
scherm zal de duur en de afstand van de oefening
en het geschatte aantal calorieën dat u tijdens de
oefening zult verbranden aangeven.
4. Start de oefening.
De oefening kan een warm-up segment hebben.
Druk op de toets Skip (overslaan) om het warm-up
segment over te slaan. Om de warm-up segmen-
topties voor de trainingsfiets te selecteren, zie stap
16 op bladzijde 26.
Druk op de toets Start om met de oefening te
starten.
De oefening werkt op dezelfde wijze als de hand-
matige modus (zie bladzijde 18).
Let op: U kunt handmatig de hellinginstellingen
overschrijven door te drukken op de toetsen Grade
(rang). Om terug te keren naar de geprogram-
meerde hellinginstelling van de oefening, raakt
u de toets Follow Workout (volg oefening) aan.
De oefening duurt zolang tot u uw ingestelde doel
bereikt. Er zal een samenvatting van de oefening
op het scherm verschijnen. Druk lichtjes op de
toets Finish (beëindigen) om terug te keren naar
het hoofdscherm als u het oefeningoverzicht hebt
bekeken. U kunt ook uw resultaten bewaren of
publiceren met een van de opties op het scherm.
Let op: Het calorieëndoel is een schatting van
het aantal calorieën dat u tijdens de oefening
zult verbranden. Het feitelijke aantal calorieën
dat u verbrandt zal van verschillende factoren,
zoals uw gewicht, afhangen. Daarnaast heeft
een handmatige wijziging van de versnelling
of de helling tijdens de oefening effect op het
aantal calorieën dat u zult verbranden.
5. Volg uw voortgang.
Zie stap 5 op bladzijde 18.
6. Gebruik desgewenst intervallen.
Zie stap 6 op bladzijde 19.
7. Draag desgewenst een hartslagmonitor en meet
uw hartslag.
Zie stap 7 op bladzijde 19.
8. Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u
klaar bent met oefenen.
Zie stap 8 op bladzijde 19.
22
EEN IFIT-OEFENING GEBRUIKEN
Het bedieningspaneel heeft toegang nodig tot een
draadloos netwerk (zie DE DRAADLOZE NETWERK-
MODUS GEBRUIKEN op bladzijde 28) om een
iFit-oefening te gebruiken. Een iFit-account is ook
vereist.
1. Voeg oefeningen aan uw schema op iFit.com.
Open een internetbrowser op uw computer, smart
phone, tablet of ander apparaat, ga naar
www.iFit.com, en log in op uw iFit-account.
Ga vervolgens naar Menu > Library (bibliotheek)
op de website. Bekijk de oefening-programma’s in
de bibliotheek en volg de gewenste oefeningen.
Ga vervolgens naar Menu > Schedule (schema)
om uw schema te bekijken. Alle gekozen oefenin-
gen zullen dan op uw schema verschijnen. U kunt
dan desgewenst uw oefeningen op uw schema
rangschikken of verwijderen.
Neem wat tijd om de iFit.com website te bekijken
voordat u uitlogt.
2. Begin met trappen of druk op een toets op het
bedieningspaneel om het bedieningspaneel te
activeren.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
bladzijde 16.
3. Kies het hoofdmenu.
Zie stap 2 op bladzijde 18.
4. Log in op uw iFit-account.
Raak, indien u dat nog niet heeft gedaan de
toets Login (inloggen) aan om in te loggen op uw
iFit-account. Vul uw iFit.com gebruikersnaam en
wachtwoord in en druk op de toets Login.
Om van gebruiker te wisselen binnen uw iFit-ac-
count, drukt u op de gebruiker-toets onderaan het
scherm. Indien uw iFit-account meerdere gebrui-
kers heeft, verschijnt er een lijst met gebruikers.
Druk op de naam van de gewenste gebruiker.
5. Kies een iFit-oefening.
BELANGRIJK: Voordat u iFit-oefeningen kunt
downloaden, moet u ze toevoegen aan uw
schema op iFit.com (zie stap 1).
Druk op de toets Map (Kaart), Train (Oefenen),
Video, of Lose Wt. (afvallen) om een iFit-oefening
te downloaden van iFit.com naar het bedie-
ningspaneel. De volgende oefening van dat type
in uw schema zal dan gedownload worden. Let
op: U heeft mogelijk toegang tot demo-oefenin-
gen via deze toetsen, zelfs als u niet inlogt op uw
iFit-account.
Om aan een race deel te nemen die u al eerder
gekozen heeft op iFit.com, drukt u op de toets
Compete (competitie). Om uw oefeninggeschie-
denis te zien, drukt u op de toets Track (route).
Om een oefening met een ingesteld doel te
kiezen, raakt u de toets Set A Goal (ingesteld doel)
aan (zie bladzijde 21).
Voor meer informatie over iFit-oefeningen, ga
naar www.iFit.com.
Wanneer u een iFit-oefening selecteert toont het
scherm de naam en de geschatte duur van de
oefening. Het scherm geeft bij benadering ook het
aantal calorieën dat u zult verbranden tijdens de
oefening.
De display zal, als de iFit-oefening een race of
uitdaging is, aftellen totdat de race begint.
23
6. Start de oefening.
Zie stap 4 op bladzijde 20. Tijdens sommige oefe-
ningen zal een audio coach u begeleiden tijdens de
oefening.
Let op: U kunt handmatig de hellinginstellingen
overschrijven door te drukken op de toetsen Grade
(rang). Om terug te keren naar de geprogram-
meerde hellinginstelling van de oefening, raakt
u de toets Follow Workout (volg oefening) aan.
7. Volg uw voortgang.
Zie stap 5 op bladzijde 18. De display toont ook
een kaart van de route en een marker geeft uw
voortgang aan. Druk op de toetsen op het scherm
om de gewenste kaartopties te selecteren.
Tijdens een race of uitdaging, toont het scherm
uw positie in de race ten opzichte van de andere
deelnemers.
8. Gebruik desgewenst intervallen.
Zie stap 6 op bladzijde 19.
9. Draag desgewenst een hartslagmonitor en meet
uw hartslag.
Zie stap 7 op bladzijde 19.
10. Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u
klaar bent met oefenen.
Zie stap 8 op bladzijde 19.
Ga, voor meer informatie over iFit-functies naar
www.iFit.com.
24
DE STAND APPARATUURINSTELLINGEN
GEBRUIKEN
BELANGRIJK: Een aantal van de beschreven func-
ties is mogelijk niet ingeschakeld. Soms kan een
firmware update ertoe leiden dat uw bedieningspaneel
iets anders functioneert.
1. Selecteer het hoofdmenu van de instellingen.
Zet het bedieningspaneel aan en selecteer het
hoofdmenu (zie stappen 1 en 2 op bladzijde 18).
Druk dan op de toets met de toestellen onderaan
het scherm om het hoofdmenu van de instellingen
te selecteren.
Let op: U kunt ook op de middelste toets op het
bedieningspaneel drukken voor toegang tot het
hoofdmenu met instellingen.
2. Selecteer de stand apparatuurinstellingen.
Druk in het hoofdmenu van de instellingen, op de
toets Equipment Settings (apparatuurinstellingen).
Let op: Het kan nodig zijn om het scherm naar
beneden te bladeren om alle menu-opties te zien.
3. De functie automatisch opnieuw inloggen in- of
uitschakelen.
Schakel deze functie in als u wilt dat uw bedie-
ningspaneel automatisch inlogt op uw iFit account
wanneer u het apparaat aanzet. Let op: Deze func-
tie wordt alleen aanbevolen voor privé-eigenaren
van de trainingsfiets.
Voor het in- of uitschakelen van de functie voor
automatisch opnieuw inloggen, drukt u eerst op de
toets Auto Relogin (automatisch opnieuw inloggen).
Druk vervolgens op het keuzevakje Enable (inscha-
kelen) of Disable (uitschakelen). Druk daarna
lichtjes op de terug-toets op het scherm.
4. Automatische bedieningspaneel-updates in- of
uitschakelen.
Voor het in- of uitschakelen van automatische
bedieningspaneel-updates, drukt u eerst op de
toets Auto Update (automatisch updaten). Druk
vervolgens op het keuzevakje Enable (inschakelen)
of Disable (uitschakelen). Druk daarna lichtjes op
de terug-toets op het scherm.
Let op: Voor het selecteren van een tijd voor auto-
matische bedieningspaneel-updates, zie stap 14.
5. Schakel de internetbrowser in- of uitschakelen.
Voor het in- of uitschakelen van de internetbrowser,
drukt u eerst op de toets Browser. Druk vervolgens
op het keuzevakje Enable (inschakelen) of Disable
(uitschakelen). Druk daarna lichtjes op de terug-
toets op het scherm.
6. Stel een tijd in voor de ritme-timeout.
Het bedieningspaneel heeft een automatische
ritme-timeoutfunctie; als er geen toetsen worden
aangeraakt of ingedrukt en de pedalen niet bewe-
gen voor een bepaalde ingestelde tijd, dan zal het
bedieningspaneel u berichten om door te gaan met
de oefening of deze te beëindigen.
Om de hoeveelheid tijd te selecteren die het
bedieningspaneel moet wachten voordat het een
bericht geeft om te stoppen of door te gaan met
de oefening, drukt u op de toets Cadence Timeout
(ritme-timeout) en drukt u op de gewenste tijd. Druk
daarna lichtjes op de terug-toets op het scherm.
7. De versnellingsopties selecteren.
De versnelling op de trainingsfiets kan worden
ingesteld om een diversiteit aan versnel-
lingsopties die op gewone fietsen worden
gebruikt, te simuleren.
Voor het selecteren van een voorste versnel-
lingsoptie, drukt u eerst op de toets Choose Front
Gears (voorste versnelling kiezen). Selecteer
vervolgens de gewenste voorste versnellingsoptie
voor de trainingsets. Druk daarna lichtjes op de
terug-toets op het scherm.
Voor het selecteren van een achterste versnel-
lingsoptie, drukt u eerst op de toets Choose Rear
Gears (achterste versnelling kiezen). Selecteer
vervolgens de gewenste achterste versnellingsop-
tie voor de trainingsets. Druk daarna lichtjes op de
terug-toets op het scherm.
BELANGRIJK: Voor gedetailleerde informa-
tie over versnellingsopties, raadpleegt u het
wegenfietsboek of een andere wegenfietsbron.
25
8. De display demo-instelling aan of uitzetten.
Het bedieningspaneel heeft een demo-instelling,
die ontwikkeld is voor als de trainingsfiets in een
winkel uitgestald wordt. Terwijl de demo-instelling
aangezet wordt zal het scherm een demo presen-
tatie laten zien.
Om de display demo-instelling aan of uit te zet-
ten, drukt u eerst lichtjes op de toets Demo Mode
(demo-instelling). Druk vervolgens op het keuze-
vakje On (aan) of Off (uit). Druk daarna lichtjes op
de terug-toets op het scherm.
9. De versnellingentoets verbergen/tonen.
Het bedieningspaneel heeft een functie om de
versnellingentoets te tonen/verbergen om te
voorkomen dat onbevoegde gebruikers aan het
hoofdmenu voor de instellingen komen.
Om de versnellingentoets te tonen/verbergen, drukt
u op de toets Hide Settings (instellingen verbergen)
en selecteert u het gewenste keuzevakje. Volg
vervolgens de richtlijnen op het scherm.
BELANGRIJK:
Voor toegang
tot het hoofd-
menu van de
instellingen
als de versnel-
lingentoets
is verborgen,
tekent u een
vierkant naar
rechts op het scherm.
10. Selecteer een taal.
Druk, om een taal te kiezen, op de toets Language
(taal) en kies de gewenste taal. Volg vervolgens de
richtlijnen op het scherm.
11. Schakel het wachtwoord in of uit.
Het bedieningspaneel heeft een kinderveiligheids-
inlogcode ontworpen om onbevoegde gebruik van
de trainingsfiets te voorkomen.
Om een inlogcode in- of uit te schakelen, drukt u
op de toets Passcode (inlogcode). Druk lichtjes
op het keuzevakje Enable (inschakelen) om een
inlogcode in te schakelen. Voer dan een 4-cijferige
inlogcode in naar keuze. Druk op de toets Save
(opslaan) om deze inlogcode op te slaan. Druk
op de toets Cancel (annuleren) om terug te keren
naar de stand apparatuurinstellingen zonder een
inlogcode te gebruiken. Druk op het keuzevakje
Disable (uitschakelen) om de inlogcode uit te scha-
kelen. Druk daarna lichtjes op de terug-toets op het
scherm.
Let op: Indien een inlogcode is uitgeschakeld,
zal het bedieningspaneel regelmatig om een
inlogcode vragen. Het bedieningspaneel blijft ver-
grendeld tot de juiste inlogcode wordt ingevoerd.
BELANGRIJK: Als u uw inlogcode vergeet,
dient u de volgende master inlogcode in te vul-
len om het bedieningspaneel te ontgrendelen:
1985.
12. Straatzicht in- of uitschakelen.
Tijdens sommige oefeningen kan het scherm een
kaart weergeven. Voor het in- of uitschakelen van
straatzicht, drukt u eerst op de toets Street View
(straatzicht). Druk vervolgens op het keuzevakje
Enable (inschakelen) of Disable (uitschakelen).
Druk daarna lichtjes op de terug-toets op het
scherm.
13. Selecteer een tijdzone.
Raak, om een tijd te kiezen, de Timzone (tijdzone)
toets aan en kies de gewenste tijdzone. Druk
daarna lichtjes op de terug-toets op het scherm.
26
14. Selecteer een updatetijd.
Druk op de toets Update Time (tijd bijwerken) en
selecteer de gewenste tijd om een tijd voor de
automatische update van het bedieningspaneel te
selecteren. Druk daarna lichtjes op de terug-toets
op het scherm.
Wanneer u een bijwerktijd selecteert, dient u
ook automatische bedieningspaneelupdates
inschakelen (zie step 4).
BELANGRIJK: U dient nog steeds het
stroomsnoer uit het stopcontact te halen na
gebruik van uw trainingsfiets. Stel de tijd voor
een update in op een tijdstip dat u normaal
gesproken de trainingsfiets gebruikt en u de
stekker, na een update, eruit kunt trekken.
15. Selecteer de meeteenheid.
Druk lichtjes op de toets US/Metric (VS/Metrisch)
om de geselecteerde meeteenheid te bekijken.
Druk vervolgens op het vakje voor de gewenste
meeteenheid. Druk daarna lichtjes op de terug-
toets op het scherm.
16. Selecteer een warm-up segmentoptie.
Wanneer u een oefening selecteert kan er een
warm-up segment zijn voordat u met de oefening
begint. Voor het selecteren van een tijd voor het
warm-up segment of voor het uitschakelen van het
warm-up segment, drukt u op de toets Warm Up
Time (warm-up tijd) en selecteert u de gewenste
optie. Druk daarna lichtjes op de terug-toets op het
scherm.
17. Verlaat de stand apparatuurinstellingen.
Druk op de terug-toets op het scherm om de stand
apparatuur instellingen te verlaten.
27
DE ONDERHOUDSMODUS GEBRUIKEN
BELANGRIJK: Een aantal van de beschreven func-
ties is mogelijk niet ingeschakeld. Soms kan een
firmware update ertoe leiden dat uw bedieningspaneel
iets anders functioneert.
1. Selecteer het hoofdmenu van de instellingen.
Zie stap 1 op bladzijde 24.
2. Kies de onderhoudsmodus.
In het hoofdmenu van de instellingen, drukt u licht-
jes op de toets Maintenance (onderhoud) om naar
de onderhoudsmodus te gaan.
Het hoofdscherm van de onderhoudsmodus toont
informatie over het bedieningspaneel en het draad-
loze netwerk.
3. Werk de firmware van het bedieningspaneel bij.
Controleer voor de beste resultaten regelmatig op
firmware updates.
Druk lichtjes op de toets Firmware Update voor
firmware updates met gebruik van uw draadloze
netwerk. De update begint automatisch. Let op: Als
er geen firmware updates beschikbaar zijn, drukt u
op de terug-toets op het scherm.
BELANGRIJK: Om te voorkomen dat u de trai-
ningsfiets beschadigt dient u het apparaat niet
uit te zetten totdat de firmware is bijgewerkt.
Het scherm toont de voortgang van de update. Als
de update is voltooid, gaat de trainingsfiets uit en
weer aan. Als dat niet gebeurt, drukt u de stroom-
schakelaar in de stand off (uit). Wacht enkele
seconden en zet de stroomschakelaar in de reset-
stand. Let op: het kan een paar minuten duren
voordat het bedieningspaneel klaar is voor gebruik.
Let op: Soms kan een firmware update ertoe leiden
dat uw bedieningspaneel iets anders functioneert.
Deze updates worden altijd zo ontwikkeld om uw
oefeningervaring te verbeteren.
4. Het hellingsysteem van de trainingsfiets
kalibreren.
Druk lichtjes op de toets Calibrate Incline (hel-
ling kalibreren). Druk vervolgens zachtjes op de
toets Begin (beginnen) om het hellingsysteem te
kalibreren.
De trainingsfiets stijgt automatisch naar de
maximale hellingstand, daalt naar de minimale
hellingstand en keert dan terug naar de uit-
gangsstand. Hierdoor wordt het hellingsysteem
gekalibreerd.
BELANGRIJK: Houd huisdieren, voeten en
andere voorwerpen uit de buurt van de trai-
ningsfiets als u het hellingsysteem kalibreert.
Als het hellingsysteem is gekalibreerd drukt u
lichtjes op de terug-toets.
5. Machine-informatie bekijken.
Druk lichtjes op de toets Machine Info om infor-
matie te zien over uw trainingsfiets. Druk daarna
lichtjes op de terug-toets op het scherm als u de
informatie hebt gezien.
6. Sleutelcodes vinden.
Deze optie is bedoeld om te worden gebruikt door
onderhoudsspecialisten om te onderzoeken of een
bepaalde toets goed werkt.
7. Verlaat de onderhoudsmodus.
Druk op de terug-toets op het scherm om de
onderhoudsmodus te verlaten.
28
DE DRAADLOZE NETWERKMODUS GEBRUIKEN
Het bedieningspaneel bevat een draadloze netwerk-
modus waarmee u een draadloze netwerkverbinding
kunt instellen.
Let op: U hebt ook een eigen draadloos network
nodig, inclusief een 802.11b/g router met geactiveerde
SSID broadcast (verborgen netwerken worden niet
ondersteund).
1. Selecteer het hoofdmenu van de instellingen.
Zie stap 1 op bladzijde 24.
2. Selecteer de draadloze netwerkmodus.
In het hoofdmenu van de instellingen, drukt u licht-
jes op de toets Network Setup (netwerk instellen)
om naar de draadloze netwerkmodus te gaan.
Let op: U kunt ook drukken op de toets met het
draadloos netwerk symbooltje onderaan het
scherm om naar de draadloze netwerkmodus te
gaan.
3. Wi-Fi inschakelen.
Zorg dat het vakje Wi-Fi is aangevinkt met een
groen vinkje. Als dat niet het geval is, raak dan de
Wi-Fi menuoptie één keer aan en wacht een paar
seconden. Het bedieningspaneel zal naar beschik-
bare draadloze netwerken zoeken.
4. Een draadloze netwerkverbinding instellen en
beheren.
Als Wi-Fi is ingeschakeld vertoont het scherm
een lijst met beschikbare netwerken. Let op: Het
kan een paar seconden duren voordat de lijst met
draadloze netwerken verschijnt.
Zorg dat het keuzevakje op het Netwerk-
notificatiemenu-optie een groen vinkje heeft om het
bedieningspaneel in te lichten als een draadloos
netwerk binnen het bereik is en beschikbaar.
Als een lijst met netwerken verschijnt, drukt u
lichtjes op het gewenste netwerk. Let op: U dient
uw netwerknaam te kennen (SSID). Als uw netwerk
een wachtwoord heeft, dient u ook het wachtwoord
te kennen.
Een informatievakje vraagt u of u verbinding wilt
maken met het draadloze netwerk. Druk dan op de
toets Connect (verbinden) om verbinding te maken
met het netwerk of druk lichtjes op de toets Cancel
(annuleren) om terug te keren naar de lijst met
netwerken. Als het netwerk een wachtwoord heeft,
drukt u lichtjes op het vakje voor het wachtwoord.
Er zal een toetsenbord op het scherm verschij-
nen. Om het wachtwoord tijdens het typen te zien,
dient u lichtjes te drukken op het keuzevakje Show
Password (toon wachtwoord).
Voor gebruik van het toetsenbord, zie HET
TIPTOETSSCHERM GEBRUIKEN op bladzijde 17.
De Wi-Fi menu optie informeert u wanneer het
bedieningspaneel is aangesloten op uw draadloze
netwerk.
Om het contact met een draadloos netwerk te ver-
breken, selecteert u het draadloze netwerk en drukt
vervolgens op de toets Forget (vergeten).
Indien u problemen ervaart bij het verbinding
maken met een gecodeerd netwerk, zorg er
dan voor dat uw wachtwoord juist is. Let op:
Wachtwoorden zijn hoofdlettergevoelig.
Let op: De iFit-modus ondersteund onbeveiligde
en beveiligde (WEP, WPA™ en WPA2™) codering.
Een breedbandverbinding wordt aanbevolen, de
werking hangt af van de verbindingssnelheid.
Let op: Indien u vragen heeft na het volgen van
deze instructies, gaat u naar support.iFit.com
voor hulp.
5. Verlaat de draadloze netwerkmodus.
Druk op de terug-toets op het scherm om de draad-
loos netwerkmodus te verlaten.
29
HOE HET GELUIDSSYSTEEM TE GEBRUIKEN
Om muziek of ingesproken boeken met de geluidsin-
stallatie van het bedieningspaneel te beluisteren, sluit
u een 3,5 mm mannetje tot mannetje audiokabel (niet
inbegrepen) in de aansluiting op het bedieningspaneel
en uw persoonlijke audio-speler; zorg ervoor dat de
audiokabel goed aangesloten is. Let op: Ga naar
uw plaatselijke elektronicawinkel om een audioka-
bel aan te schaffen.
Druk dan op de play-toets van uw persoonlijke
audio-speler. Pas het volumeniveau aan met de
toename- en afnametoets Volume op het bedie-
ningspaneel bij of met de volumeregelaar van uw
persoonlijke audio-speler.
DE INTERNETBROWSER GEBRUIKEN
Let op: Om de browser te kunnen gebruiken dient u
toegang te hebben tot een draadloos netwerk inclusief
een (802.11b/g) draadloze router met geactiveerde
SSID broadcast (verborgen netwerken worden niet
ondersteund).
Om de internetbrowser te openen, drukt u op het toets
met het wereldbolletje onderaan het scherm. Kies dan
de gewenste website.
Druk op de toetsen Back (terug), Refresh (vernieuwen)
en Forward (vooruit) op het scherm om te navigeren in
de internet browser. Druk op de toets Return (terugke-
ren) op het scherm om de internet browser te verlaten.
Voor gebruik van het toetsenbord, zie HET
TIPTOETSSCHERM GEBRUIKEN op bladzijde 17.
Voor het invoeren van een ander webadres in de
URL-balk, schuift u eerst met uw vinger over het
scherm omlaag om, indien nodig, de URL-balk te
zien. Druk daarna lichtjes op de URL-balk, gebruik het
toetsenbord voor het invoeren van het adres en druk
vervolgens lichtjes op de toets Go (ga).
Let op: De helling-, versnelling- en volume-toetsen zul-
len nog steeds werken wanneer u de internetbrowser
gebruikt, maar andere toetsen werken niet.
Let op: Indien u vragen heeft na het volgen van
deze instructies, gaat u naar support.iFit.com voor
hulp.
DE OPTIONELE HARTSLAGMONITOR
Of uw doel is om
vet te verbran-
den of om uw
cardiovasculair
systeem te
verbeteren, de
sleutel tot het
bereiken van de
beste resultaten
is het behouden
van de juiste
hartslagwaarde tijdens uw oefening. De optionele
hartslagmonitor stelt u in staat om tijdens het oefenen
voortdurend uw hartslag te meten, en dat zal u helpen
om uw persoonlijke fitnessdoelen te behalen. Voor
aankoop van de optionele borstkas hartslagmoni-
tor kijkt u op de voorkant van deze handleiding.
Let op: Het bedieningspaneel is compatibel met alle
BLUETOOTH Smart-hartslagmonitoren.
30
DE TRAININGSFIETS ONDERHOUDEN
Regelmatig onderhoud is belangrijk voor optimale wer-
king en vermindering van slijtage. Controleer steeds bij
gebruik alle onderdelen van de trainingsfiets en draai
ze goed vast. Vervang versleten onderdelen meteen.
Gebruik een vochtige doek en een klein beetje milde
zeep om de trainingsfiets te reinigen. BELANGRIJK:
Houd vloeistoffen uit de buurt van het bedie-
ningspaneel om schade te voorkomen. Houd het
bedieningspaneel uit direct zonlicht.
DE AANDRIJFRIEM AFSTELLEN
Indien de pedalen slippen tijdens het trappen, dient de
aandrijfriem te worden afgesteld.
Om de aandrijfriem af te stellen, zet u eerst de
stroomschakelaar in de stand Off (uit) en neemt u
het stroomsnoer uit het stopcontact.
Zoek vervolgens het toegangsgat in de onderkant van
het Rechter Scherm (12). Maak met een inbussleutel
de Afstelschroef van de Spanrol (39) vast tot de aan-
drijfriem (niet afgebeeld) strak staat.
12
39
ONDERHOUD EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
31
Deze richtlijnen helpen u bij het plannen van uw
oefeningenprogramma. Voor meer gedetailleerde
oefeninginformatie, dient u een erkend boek te kopen
of uw arts te consulteren. Onthoud dat goede voeding
en voldoende rust essentieel zijn voor succesvolle
resultaten.
INTENSITEIT VAN OEFENINGEN
Of het nu uw doel is om vet te verbranden of om uw
hart en vaatsysteem te versterken, het uitvoeren van
oefeningen met de juiste intensiteit is de sleutel bij het
bereiken van resultaten. U kunt uw hartslag gebruiken
als gids voor het vinden van het juiste intensiteit-
niveau. De grafiek hieronder toont de aanbevolen
hartslagen voor het verbranden van vet en voor een
aerobic-oefening.
Voor het vinden van het juiste intensiteitniveau, zoekt
u uw leeftijd onderaan de grafiek (leeftijden worden
afgerond naar het dichtstbijzijnde tiental). De drie get-
allen boven uw leeftijd bepalen uw “trainingszone”. Het
laagste nummer is uw hartslag voor het verbranden
van vet, het middelste nummer is uw hartslag voor het
maximaal verbranden van vet en het hoogste nummer
is de hartslag voor de aerobic-oefening.
Vet Verbranden—Om op doeltreffende wijze vet te
verbranden moet u gedurende een aanhoudende
periode oefeningen doen op een laag intensiteitniveau.
Tijdens de eerste minuten van de oefening gebruikt
uw lichaam koolhydraatcalorieën voor de energie. Pas
na de eerste minuten van de oefening gebruikt uw
lichaam opgeslagen vetcalorieën voor de energie. Als
het uw doel is om vet te verbranden dient u de intensit-
eit van de oefening aan te passen tot uw hartslag zich
bij het laagste nummer in uw trainingszone bevindt.
Voor maximale vetverbranding, dient u te oefenen
met uw hartslag in het middelste nummer van uw
trainingszone.
Aerobic-oefening—Als het uw doel is om uw hart
en vaatsysteem te versterken dan moet u een
aerobic- oefening uitvoeren die zorgt voor activiteit
die gedurende langere perioden grote hoeveelheden
zuurstof vereist. Voor een aerobic-oefening past
u de intensiteit van uw oefening aan tot uw hart-
slag in de buurt is van het hoogste nummer van uw
trainingszone.
HET METEN VAN UW HARTSLAG
Om uw hartslag te
meten dient u de
oefening minstens vier
minuten uit te voeren.
Stop dan met oefenen
en plaats twee vingers
op uw pols zoals afge-
beeld. Neem uw hartslag
gedurende zes seconden op en vermenigvuldig het
resultaat met tien om uw hartslag te weten. Als u
bijvoorbeeld 14 hartslagen voelt in zes seconden tijd,
dan is uw hartslag 140 slagen per minuut.
RICHTLIJNEN VOOR EEN TRAINING
Warming Up—Start met strekken en lichte oefeningen
gedurende 5 tot 10 minuten. Een warming-up zorgt dat
u uw lichaamstemperatuur, hartslag en bloeddoorstro-
ming verhoogt ter voorbereiding op de training.
Trainingszone-oefening—Oefen gedurende 20 tot
30 minuten met uw hartslag in uw trainingszone.
(Gedurende de eerste weken van uw oefeningen-
programma, dient u uw hartslag niet langer dan 20
minuten in uw trainingszone te houden.) Adem regel-
matig en diep bij het uitvoeren van de oefening; houd
uw adem niet in.
Afkoelen—Eindig met 5 tot 10 minuten strekken.
Strekken verhoogt de flexibiliteit van de spieren en
helpt problemen na de oefening voorkomen.
FREQUENTIE VAN DE OEFENINGEN
Om uw conditie te behouden of te verbeteren dient u
drie trainingen per week te doen, met ten minste één
rustdag tussen de trainingen. Na een aantal maanden
regelmatig oefeningen doen, kunt u, als u dat wenst,
tot vijf trainingen per week doen. Onthoud dat het
dagelijks regelmatig oefeningen doen en hier plezier in
hebben, de sleutel tot uw succes is.
RICHTLIJNEN VOOR HET OEFENEN
WAARSCHUWING: Voordat
u begint met dit of een ander oefeningen-
programma, dient u een arts te consulteren.
Dit is vooral belangrijk voor personen
boven de 35 jaar of personen met bestaande
gezondheidsproblemen.
32
AANBEVOLEN STREKOEFENINGEN
De juiste manier voor verschillende basisstrekoefeningen wordt rechts getoond. Beweeg langzaam bij het strek-
ken–spring nooit op.
1. Teen Aanraken Strekoefening
Sta met lichtgebogen knieën en buig langzaam vanuit uw heupen
naar voren. Houd uw rug en schouders ontspannen als u zover
mogelijk naar beneden reikt, richting uw tenen. Houd deze positie
gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie
keer. Strekken: Achillespees, achterkant van de knieën en rug.
2. Strekken van de Achillespees
Ga zitten met één uitgestrekt been. Breng de zool van de andere
voet naar u toe en laat deze rusten tegen de binnenkant van de
dij van uw uitgestrekte been. Probeer zover mogelijk naar uw
teen te reiken. Houd deze positie gedurende 15 seconden aan en
ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been. Strekken:
Achillespezen, onderrug en liezen.
3. Strekken van Kuiten/Achillespees
Reik naar voren met het ene been voor de ander en plaats uw
handen tegen een muur. Houd uw achterbeen gestrekt en uw achter-
voet plat op de vloer. Buig uw voorbeen, leun naar voren en beweeg
uw heupen in de richting van de muur. Houd deze positie gedurende
15 seconden aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk
been. Voor het nog verder strekken van de achillespezen, kunt u ook
uw achterbeen buigen. Strekken: Kuiten, achillespezen en enkels.
4. Strekken van de Dijbeenspier
Leun met een hand tegen de muur voor balans en reik met de
andere hand naar achteren en grijp uw voet. Breng uw hiel zo dicht
mogelijk bij uw billen. Houd deze positie gedurende 15 seconden
aan en ontspan dan weer. Herhaal dit drie keer voor elk been.
Strekken: Dijbeenspier en heupspieren.
5. Strekken Binnenkant Dijbeen
Zit met de zolen van uw voeten tegen elkaar aan en uw knieën naar
buiten gericht. Trek uw voeten zover mogelijk naar uw liezen. Houd
deze positie gedurende 15 seconden aan en ontspan dan weer.
Herhaal dit drie keer. Strekken: Dijbeenspier en heupspieren.
1
2
3
4
5
33
1 1 Basis
2 1 Onderstel
3 1 Zadelstang
4 1 Drager van het Zadel
5 1 Zadel
6 1 Buis van het Handvat
7 1 Handvat
8 1 Houder
9 1 Bedieningspaneel
10 1 Bovenste Scherm
11 1 Linker Scherm
12 1 Rechter Scherm
13 2 Kap van het Scherm
14 1 Kap van de Rechter Magneet
15 1 Kap van de Linker Magneet
16 1 Linker Kap van het Onderstel
17 1 Rechter Kap van het Onderstel
18 1 Basis Scherm
19 1 Flexibele Kap
20 2 Steun van de Kap
21 2 Kap van de Basis
22 1 Voorste Stabilisator
23 1 Achterste Stabilisator
24 4 Stabilisatorkap
25 2 Stelvoet
26 2 Voet
27 2 Wiel
28 1 Klem van het Handvat
29 2 Kap van de Crankarm
30 1 Liftmotor
31 1 Weerstandmotor
32 1 Weerstandmagneet
33 1 Arm
34 1 As van de Magneet
35 1 Rechter Huls van de Zadelstang
36 1 Linker Huls van de Zadelstang
37 1 Katrol van de Spanrol
38 1 Bout van de Spanrol
39 1 Afstelschroef van de Spanrol
40 1 Ring van het Vliegwiel
41 1 Hub van het Vliegwiel
42 1 As van het Vliegwiel
43 1 Tussenstuk van het Vliegwiel
44 1 Drukring
45 1 Katrol van het Vliegwiel
46 1 Huls van de Stang van het Rechter
Handvat
47 3 Afstelhendel
48 1 Stroomschakelaar
49 1 Doorvoerhuls
50 1 Besturingspaneel
51 1 Beugel van het Besturingspaneel
52 4 Tussenstuk
53 1 Crank/Koppelkatrol
54 3 M4 Tussenring
55 8 Magneet
56 1 Crankschroef
57 2 Lager
58 1 Duwmoer
59 2 Huls van het Onderstel
60 1 Zwenkas
61 1 Linker Pedaal
62 1 Rechter Pedaal
63 1 Linker Crankarm
64 1 Rechter Crankarm
65 2 Kap van het Handvat
66 1 Aandrijfriem
67 1 Stroomsnoer
68 1 Hoofddraad
69 1 Huls van de Stang van het Linker
Handvat
70 1 Linker Schuiver/Draad
71 3 3/8" Klemmoer
72 2 1/2" Tussenring
73 2 1/2" x 1" Schroef
74 4 M10 x 58mm Schroef
75 2 5/16" x 1 3/4" Bout
76 2 5/16" Slotmoer
77 1 M10 x 35mm Inbusschroef
78 2 Stangrem
79 5 M8 x 17mm Schroef
80 1 Klem
81 1 Rechter Schuiver/Draad
82 5 #10 x 12mm Schroef met Platte Kop
83 1 1/4" x 125mm Schroef met Platte
Kop
84 4 Tussenstuk van het Wiel
85 2 M10 Tussenring
86 2 M8 x 15mm Schroef
87 2 Bus van de Liftmotor
88 1 Magneetveer
89 5 M4 x 16mm Heldere Schroef
90 2 Frictiebevestiging
91 3 Kap van de Drager
92 1 Zadelbevestigingsmodule
93 2 8" Sterring
94 2 M4 x 16mm Schroef
95 10 #8 x 1/2" Zelftappende Schroef
96 4 M4 x 12mm Flensschroef
97 7 M4 x 19mm Schroef
LIJST MET ONDERDELEN
Modelnr. PFEVEX71916.0 R0117A
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
34
98 1 Scherm van de Elektronica
99 2 1/4" Moer
100 1 M10 Borgmoer
101 1 Snelheidssensor/Draad
102 1 Crankhub
103 10 Cranktussenstuk
104 5 M8 Borgmoer
105 1 Drager van het Handvat
106 5 M8 x 20mm Schroef
107 1 Rechter Verlengsnoer
108 1 Linker Verlengsnoer
109 10 M4 x 9mm Schroef
110 4 M6 x 16mm Schroef
111 4 M4 x 12mm Schroef
112 1 Crank
113 2 #8 x 1/2" Schroef
114 4 #8 x 1/2" Heldere Schroef
115 2 M8 x 15mm Schroef met Ronde
Kop
116 2 M4 x 10mm Schroef
117 3 M4 x 14mm Schroef
118 5 M8 x 30mm Schroef
* Pakje Smeervet
* Gereedschap voor het Monteren
* Gebruikershandleiding
Nr. Aant. Beschrijving Nr. Aant. Beschrijving
Let op: Deze technische gegevens kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Kijk op de
achterkant van deze gebruiksaanwijzing voor informatie over te bestellen onderdelen. *Deze onderdelen worden
niet afgebeeld.
35
54
91
112
20
107
108
68
67
95
88
30
87
38
83
17
97
66
90
94
113
13
64
62
61
24
39
86
97
59
55
57
95
12
53
116
8
2
46
65
81
7
105
70
28
110
117
114
93
50
47
96
31
52
78
69
115
6
11
86
34
99
16
95
97
15
71
37
85
33
32
59
103
102
35
78
58
47
109
109
29
29
13
113
117
91
54
4
5
10
54
117
98
91
89
89
3
47
94
95
49
48
36
51
57
97
63
56
106
106
14
21
19
72
18
95
100
25
24
74
77
23
21
89
26
24
75
84
27
84
76
74
22
73
72
60
95
24
20
1
27
73
71
42
40
41
82
44
45
85
71
82
43
79
65
103
103
118
80
101
109
109
104
92
92
111
111
9
GEDETAILLEERDE TEKENING
Modelnr. PFEVEX71916.0 R0117A
Dit elektronische product mag niet bij het gemeentelijk afval worden gegooid.
Om het milieu te beschermen, moet dit product volgens de wet worden gere-
cycleerd aan het einde van de levenscyclus.
Maak gebruik van installaties voor hergebruik die bevoegd zijn voor het ver-
werken van dit soort afval in uw streek. Zo helpt u het milieu te beschermen en de
Europese normen voor milieubescherming te verbeteren. Als u meer informatie
nodig hebt over veilige en correcte afvalverwijdering, neem dan contact op met uw
plaatselijke gemeentedienst of de winkel waar u dit product hebt gekocht.
RECYCLING INFORMATIE
Bekijk de omslag van deze handleiding voor het bestellen van vervangende onderdelen. Zorg ervoor dat u de
volgende informatie bij de hand hebt wanneer u contact met ons opneemt:
• het modelnummer en het serienummer van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
• de naam van het apparaat (raadpleeg de omslag van deze handleiding)
het nummer van het onderdeel en de beschrijving (zie LIJST MET ONDERDELEN en GEDETAILLEERDE
TEKENING aan het eind van deze handleiding)
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Onderdeel Nr. 382534 R0117A Gedrukt in China © 2016 ICON Health & Fitness, Inc.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

ProForm PFEVEX71916 de handleiding

Type
de handleiding