Documenttranscriptie
LSI
NL
Inhoud
1. Algemeen ..................................................................... 240
2. Systeembeschrijving..................................................... 241
3. Veiligheidsvoorschriften en -instructies ......................... 241
4. Montage........................................................................ 243
4.1 Mechanische bevestiging ....................................... 243
4.2 Elektrische installatie ............................................. 243
4.3 Eisen aan de leidingen Communicatie ................... 244
5. Aanwijzingen voor de inbedrijfstelling ........................... 246
6. Controles ...................................................................... 246
6.1 Controle PLS met LSI ............................................ 246
6.2 Checklist ................................................................ 249
7. Diagnose ...................................................................... 252
7.1 Diagnose-elementen .............................................. 252
7.2 Service .................................................................. 254
8. Accessoires .................................................................. 254
9. Conformiteit .................................................................. 255
10. Technische gegevens LSI ........................................... 256
11. Bijlage: legenda bij de afbeeldingen............................ 264
Dit werk is door de auteurswet beschermd. De hieraan ontleende
rechten zijn eigendom van de firma SICK AG. Een verveelvoudiging
van het werk of delen uit het werk zijn alleen toegestaan binnen de
grenzen van de wettelijke voorschriften van de auteurswet. Een
wijziging of samenvatting van het werk is zonder uitdrukkelijke
schriftelijke toestemming van de firma SICK AG verboden.
8 008 308/M848/06-05-02 Operating Instructions · LSI
© SICK AG · Industrial Safety Systems · Germany · All rights reserved
239
NL
LSI
1. Algemeen
Deze gebruiksaanwijzing bevat informatie m.b.t. de inbedrijfstelling, functiecontrole, onderhoud, diagnose en technische
gegevens alsmede de conformiteitsverklaring. Verdergaande
informatie bijv. voor de bestelling, de systeemtoepassing of
voor de programmering staan vermeld in de Technische
Beschrijving van de LSI.
Informatie over de tastende laserscanner PLS vindt u in de
documentatie van de PLS.
Deze gebruiksaanwijzing heeft uitsluitend betrekking op het
volgende apparaat:
LSI 101 - 11X
Het laatste cijfer van de typeaanduiding (X: 1 tot 4) komt
overeen met het maximaal aansluitbare aantal sensors.
Dit apparaat is gecertificeerd als personenveiligheidsinrichting
en voldoet bij reglementaire toepassing aan de overeenkomstige voorschriften.
240
8 008 308/M848/06-05-02 Operating Instructions · LSI
© SICK AG · Industrial Safety Systems · Germany · All rights reserved
LSI
NL
2. Systeembeschrijving
De laserscanner interface LSI vormt samen met de tastende
laserscanner PLS als sensor een systeemeenheid voor de
personenveiligheid aan voertuigen en installaties in gesloten
ruimtes. De LSI biedt hierbij de mogelijkheid maximaal vier
PLS gelijktijdig toe te passen. De aangesloten laserscanners
communiceren via seriële interfaces online met de LSI. In het
niet-transiënte geheugen van de interfaces kunnen maximaal
acht veiligheids- en waarschuwingsvelden, worden opgeslagen, hierna aangeduid als bewakingszones. Deze worden
via binaire ingangen of snelheidssensors opgevraagd en aan
verschillende uitgangskanalen toegekend.
De LSI wordt in combinatie met de PLS bijv. aan vrijrijdende
transportsystemen of aan productie-installaties toegepast.
Daar worden de toepassingsmogelijkheden van de laserscanner aanzienlijk uitgebreid. Door de registratie van de
snelheid is het mogelijk bewakingszones afhankelijk van de
snelheid en de rijrichting aan te passen. Bovendien kunnen bij
de stationaire beveiliging van de zones veiligheidsvelden
machine-afhankelijk bestuurd worden.
Door de toepassing van twee onafhankelijke, 2-kanalige uitschakelpaden (OSSD) kunnen simultane bewakingsgevallen
worden gerealiseerd. Ieder OSSD-paar beschikt over een
aparte reset / restart- en relaiscontrole-ingang.
3. Veiligheidsvoorschriften en -instructies
Voor de aanbouw en bedrading van de LSI let u a.u.b. op de
aanwijzingen in de Technischen Beschrijving van de LSI en
PLS. Montage en aansluiting mag alleen door vakkundig
personeel worden uitgevoerd.
Voor de eerste inbedrijfstelling moet een controle door de
hiervoor verantwoordelijke persoon van de exploitant worden
uitgevoerd. Een dergelijke controle mag principieel alleen
door deskundig personeel worden uitgevoerd.
8 008 308/M848/06-05-02 Operating Instructions · LSI
© SICK AG · Industrial Safety Systems · Germany · All rights reserved
241
NL
LSI
1. Voor de toepassing/montage van de contactloos werkende
veiligheidsinrichting en voor de inbedrijfstelling en terugkerende technische controles gelden de nationale/internationale rechtsvoorschriften, in het bijzonder
de machinerichtlijn 98/37 EG,
de richtlijn voor de toepassing van arbeidsmiddelen
89/655 EEG,
de veiligheidsvoorschriften en
de ongevallenpreventievoorschriften/veiligheidsregels.
De fabrikant en de gebruiker van de machine, waaraan onze
veiligheidsinrichtingen worden toegepast, zijn ervoor
verantwoordelijk dat alle geldende veiligheidsvoorschriften/regels met de verantwoordelijke instantie worden afgestemd
en aangehouden.
2. Bovendien moeten onze instructies, in het bijzonder
keuringsvoorschriften (zie hoofdstuk „Keuringen“) van deze
Technische Beschrijving c.q. gebruiksaanwijzing (zoals bijv.
m.b.t. de toepassing, aanbouw, installatie of integratie in de
machinebesturing) in acht genomen en opgevolgd worden.
3. De keuringen moeten door ter zake kundigen c.q. door
extra hiertoe bevoegde en belaste personen uitgevoerd en
op navolgbare wijze gedocumenteerd worden.
4. Onze gebruiksaanwijzing moet de werknemer (operator
van de machine, waaraan onze veiligheidsinrichting wordt
toegepast, beschikbaar worden gesteld. De werknemer moet
door ter zake kundigen worden geïnstrueerd.
5. In deze brochure is als bijlage een checklist opgenomen
voor de controle door de dabrikant en de inrichter.
242
8 008 308/M848/06-05-02 Operating Instructions · LSI
© SICK AG · Industrial Safety Systems · Germany · All rights reserved
LSI
NL
4. Montage
4.1 Mechanische bevestiging
De behuizing van de LSI kan of via DIN-railtechniek (TS 35)
of via de meegeleverde bevestigingsset in de schakelkast
(min. beschermingsgraad IP54) worden bevestigd. Let voor
de montage van de PLS a.u.b. op de aanwijzingen in de
Technischen Beschrijving van de PLS.
4.2 Elektrische installatie
Voor de bedrading van de installatie wordt aanbevolen het
aansluitschema in de bijlage open te vouwen.
M.b.t. de spanningstoevoer naar de LSI moet erop worden
gelet dat de totale stroomopname afhangt van het aantal
gebruikte sensors en de aangesloten last aan de uitgangen.
Nadere gegevens hierover staan ook vermeld in de
Technische Beschrijving van PLS en LSI. Let er bovendien op
dat de leidingsdoorsnede voldoende is.Gebruik voor de bedrading van de WAGO-connectorverbindingen de meegeleverde kunststof klembeugels.
Bij de toepassing van de incrementale geveringangen C en D
staan de statische ingangen C1, C2 en D1, D2 niet meer ter
beschikking!
Kenmerk de aansluitstekkers om verwisselingen te
voorkomen.
Aanwijzingen m.b.t. de installatie van de PLS aan de LSI
In verbinding met de LSI mogen de veiligheidsuitgangen
(OSSD) van de aangesloten PLS niet worden gebruikt.
Let a.u.b. ook op het volledige aansluitschema in de bijlage.
Leg alle leidingen en aansluitkabels zodanig dat zij tegen
beschadigingen beschermd zijn.
Wanneer u de connectoren en leidingen zelf confectioneert,
dient u erop te letten dat u de kubusvormige connectoren voor
de voedingsspanning en de interface niet verwisselt.
8 008 308/M848/06-05-02 Operating Instructions · LSI
© SICK AG · Industrial Safety Systems · Germany · All rights reserved
243
NL
LSI
Sluit vrije schroefboringen met de bijgevoegde blindstoppen
af en let erop dat de afdichtingen zich in de juiste positie
bevinden.
Laat de connectorverbinding niet vallen. De sub-D-connector
zou hierdoor in het huis kunnen worden gedrukt en zodoende
onbruikbaar worden.
Controleer of de afdichtingen correct op de aansluithuizen
zitten.
Plaats de connectors in de juiste stand op de hiervoor
bestemde opnames in het PLS-huis. Schuif de connectorverbinding met lichte druk in het PLS-huis. U herkent dat er
een correcte verbinding werd gemaakt wanneer het huis en de
kubusvormige stekker in één vlak met het PLS-huis afsluiten.
Pas dan schroeft u de kubusvormige connector en het huis
met de inbusbouten aan de zijkant vast.
Alleen wanneer de beide kubusvormige connectoren met
afdichtingen op de beschreven wijze ingezet en bevestigd
worden, voldoet het huis aan de beschermklasse IP65.
4.3 Eisen aan de leidingen Communicatie
Communicatieleiding LSI naar PLS:
De communicatieleiding naar de PLS moet door een afgeschermde dataleiding („Twisted Pair“) gerealiseerd worden.
Gebruik aan de zijde van de LSI in elk geval de in de accessoires genoemde 9-polige gemetalliseerde sub D-connectors
omdat deze over een speciale afscherming beschikken. Sluit
de afscherming van de dataleiding alleen aan de kant van de
LSI aan de trekontlasting. De afscherming heeft geen contact
aan de kant van de PLS. Let op de pinaansluitingen.
Gebruik een capactiteitsarme, gepaarde dataleiding van het
type Li2YCY (TP) met een leidingsdoorsnede van minstens
2
2 x 2 x 0,25 mm .
Max. leidingslengte: 30 m
244
8 008 308/M848/06-05-02 Operating Instructions · LSI
© SICK AG · Industrial Safety Systems · Germany · All rights reserved
LSI
NL
Voedingsspanningleiding naar LSI:
Gebruik een koperen leiding met een doorsnede van
2
maximaal 2,5 mm . Max. leidingslengte: 50 m
Signaalleidingen van c.q. naar de LSI:
Gebruik een koperen leiding met een doorsnede van
2
max. 2,5 mm . Max. leidingslengte: 50 m
Voedingsspanningsleiding naar de PlS:
Gebruik een koperen leiding met een doorsnede van
2
max. 0,5 mm . Max. leidingslengte: 30 m
Opmerkingen:
Let er bij het bepalen van de afmetingen van de leidingsdoorsnede, afhankelijk van de leidingslengte en de tolerantie
van de netadapter, op, dat het systeem niet buiten de toegelaten spanningsbereiken wordt toegepast (zie technische
gegevens LSI en PLS).
De veerklemlijsten kunnen geleiders (enkele ader, meerdere
aders, fijnaderig of fijnaderig met adereindhuls) met een door2
snede van 0,08 tot 2,5 mm klemmen.
Voorbeeld-tabel voor de voedingsspanningsleidingen:
Leidingslengte voedingsspanning
Systeem
Netadapter – LSI
LSI met twee PLS
50 m (2,5 mm )
Netadapter 24 V DC ± 3 %
40 m (2,5 mm )
10 m (0,5 mm )
2
20 m (0,5 mm )
2
20 m (0,5 mm )
2
4 m (0,5 mm )
2
20 m (0,5 mm )
2
20 m (0,5 mm )
2
20 m (0,5 mm )
2
20 m (0,5 mm )
2
4 m (0,5 mm )
24 m (1,5 mm )
LSI met vier PLS
Netadapter 24 V DC ± 3 %
40 m (2,5 mm )
28 m (2,5 mm )
17 m (1,5 mm )
LSI met twee PLS
50 m (2,5 mm )
Netadapter 24 V DC ± 1 %
30 m (1,5 mm )
LSI met twee PLS
LSI – PLS
2
4 m (1,0 mm )
2
2
2
2
2
2
2
2
2
Netadapter
24 V DC +20 %/-25%
8 008 308/M848/06-05-02 Operating Instructions · LSI
© SICK AG · Industrial Safety Systems · Germany · All rights reserved
245
NL
LSI
5. Aanwijzingen voor de inbedrijfstelling
Voor de inbedrijfstelling gelden bijzondere veiligheidsmaatregelen. Let hiertoe in elk geval op de overeenkomstrige
hoofdstukken van de technische beschrijving.
Het apparaat is voorgeprogrammeerd met een basisconfiguratie. Wijzigingen in de bewakingsgebieden alsmede de parameterring mogen alleen door geautoriseerde personen
(specialisten) worden uitgevoerd.
6. Controles
6.1 Controle PLS met LSI
Deze controles zijn noodzakelijk om de correcte werkwijze
van de veiligheidsinrichtingen en de integratie in de machine-/
installatiebesturing te testen en om eventuele wijzigingen of
manipulaties op te sporen.
De volgende punten moeten in acht worden genomen om de
reglementaire toepassing te waarborgen:
Montage en elektrische aansluiting alleen door ter zake
kundig personeel. Ter zake kundig is diegene die op grond
van zijn vakkundige opleiding en ervaring over voldoende
kennis op het gebied van het te controleren motorische
aangedreven arbeidsmiddel beschikt en zover vertrouwd is
met de overeenkomstige overheidsvoorschriften,
ongevalpreventievoorschriften, richtlijnen en algemeen
erkende regels van de techniek (bijv. DIN-normen, VDEbepalingen, technische regels van andere lidstaten van de
EG) dat hij de veilige arbeidstoestand van het motorisch
aangedreven arbeidsmiddel kan beoordelen. Dit zijn over het
algemeen ter zake kundigen van de fabrikant van de
contactloos werkende veiligheidsinrichting of personen die bij
de fabrikant van de veiligheidsinrichting werden opgeleid,
hoofdzakelijk met controles van veiligheidsinrichtingen bezig
zijn en door de exploitant van de veiligheidsinrichting
hiermede werden belast.
246
8 008 308/M848/06-05-02 Operating Instructions · LSI
© SICK AG · Industrial Safety Systems · Germany · All rights reserved
LSI
NL
1.Controle voor de eerste inbedrijfstelling van de veiligheidsinrichting van de machine door ter zake kundige:
-
-
-
De controle voor de eerste inbedrijfstelling dient ertoe de
in de nationale / internationale voorschriften in het
bijzonder in de richtijn voor machines of voor de
gebruikers van arbeidsmiddelen vereiste veiligheidseisen
te bevestigen (EG-conformiteitsverklaring)
Controle van de werkzaamheid van de veiligheidsinrichting
op de machine in alle op de machine instelbare functies
overeenkomstig de bijgevoegde checklist.
Het bedieningspersoneel,van de met de veiligheidsinrichting beveiligde machine moet voor het begin van het
werk door een ter zake kundige van de exploitant van de
machine worden geïnstrueerd. De instructie valt onder de
verantwoordelijkheid van de exploitant van de machine.
U kunt uw LSI-systeem controleren, door aan de hand van de
in hoofdstuk 6.2 afgedrukte checklist te werk te gaan.
2. Regelmatige controle van de veiligheidsinrichting door
ter zake kundige:
-
-
Controle overeenkomstig de nationaal geldige
voorschriften in de hierin genoemde intervallen. Deze
controles dienen voor het opsporen van veranderingen of
manipulaties aan de veiligheidsinrichting met betrekking
tot de eerste inbedrijfstelling.
De keuringen moeten telkens ook dan worden uitgevoerd
bij belangrijke veranderingen aan de machine of veiligheidsinrichting en na het opnieuw inrichten of reparaties in
geval van beschadiging aan huis, frontglas, aansluitkabels
enz.
U kunt uw LSI-systeem controleren, door aan de hand van de
in hoofdstuk 6.2 afgedrukte checklist te werk te gaan.
8 008 308/M848/06-05-02 Operating Instructions · LSI
© SICK AG · Industrial Safety Systems · Germany · All rights reserved
247
NL
LSI
3. Dagelijkse controle van de veiligheidsinrichting door
bevoegde en hiermee belaste personen:
Zo controleert u uw LSI-systeem reglementair:
1. De controle moet voor het overeenkomstig ingestelde
bewakingsgeval worden uitgevoerd.
2. Controleer de mechanische installatie op vastzittende
bevestigingsschroeven en de reglementaire uitrichting
van de PLS.
3. Controleer de PLS op zichtbare veranderingen zoals
beschadigingen, manipulaties enz.
4. Schakel de machine/installatie aan.
5. Let op de controlelampen van de PLS (rood, groen, geel).
6. Wanneer bij ingeschakelde machine/installatie niet ten
monste een controlelamp permanent gaat branden, moet
van een fout in de machine/installatie worden uitgegaan.
In dit geval moet de machine direct worden stilgezet en
door een specialist worden gecontroleerd.
7. Onderbreek doelgericht het veiligheidslichtveld bij lopend
bedrijf om de werking van de gehele installatie te controleren. De controlelampjes van elke gecontroleerde PLS
en LSI moeten hierbij van groen naar rood wisselen en de
gevaarlijke beweging moet direct tot stilstand komen.
Herhaal deze controle op verschillende plaatsen van de
gevarenzone en op alle PLS. Wanneer er hier een
afwijking van deze functie wordt vastgesteld, moet de
machine/ installatie direct stilgezet en door een specialist
gecontroleerd worden.
8. Voor de staionaire toepassing moet gecontroleerd worden
of de op de vloer gemarkeerde gevarenzone overeenkomt
met de in de LSI opgeslagen vorm van het veiligheidsveld
en of eventuele hiaten door extra maatregelen beveiligd
zijn. Bij mobiele applicaties moet gecontroleerd worden of
het voertuig in beweging, met de in de LSI ingestelde en
op het voertuig op het aanwijzingsbord of in het
configuratieprotocol weergegeven grenzen van het
veiligheidsveld, werkelijk stopt. Wanneer er hier een
248
8 008 308/M848/06-05-02 Operating Instructions · LSI
© SICK AG · Industrial Safety Systems · Germany · All rights reserved
LSI
NL
afwijking wordt vastgesteld, moet de
machine/installatie/het voertuig onmiddellijk gestopt en
door een specialist gecontroleerd worden.
9. Deze controle vervangt de vereiste keuring in de
technische beschrijving / gebruiksaanwijzing PLS.
Aanwijzing voor de operator
De aanwijzingen voor de dagelijkse controle van de
veiligheidsinrichting zijn ook in vorm van een sticker
bijgevoegd. Bevestig deze a.u.b. goed leesbaar in de
nabijheid van de veiligheidsinrichting om de dagelijkse
controleprocedure te vergemakkelijken.
6.2 Checklist
De gegevens van de hieronder vermelde punten moeten ten
minste bij de eerste inbedrijfstelling aanwezig zijn – echter
afhankelijk van de toepassing waarvan de fabrikant/inrichter
de eisen moet controleren.
Deze checklist moet bewaard worden c.q. bij de machinedocumenten opgeborgen zijn zodat deze als referentie kan
dienen bij terugkerende controles.
8 008 308/M848/06-05-02 Operating Instructions · LSI
© SICK AG · Industrial Safety Systems · Germany · All rights reserved
249
NL
LSI
1.
Werden de veiligheidsvoorschriften overeenkomstig de voor
de machine geldige richtlijnen/normen ten gronde gelegd?
Ja o
Nee o
2.
Werden de toegepaste richtlijnen en normen in de conformiteitsverklaring vermeld?
Ja o
Nee o
3.
Voldoet de veiligheidsinrichting aan de vereiste besturingscategorie?
Ja o
Nee o
4.
Is de toegang tot de gevarenzone/gevaarlijke plaats alleen via het
veiligheidsveld van de contactloos werkende veiligheidsinrichting
mogelijk?
Ja o
Nee o
5.
Werden er maatregelen getroffen die bij de beveiliging van de
gevarenzone/gevaarlijke plaats een onbeschermd verblijf in de
gevarenzone verhinderen (mechanische inloopbeveiliging), c.q.
bewaken en zijn deze tegen verwijderen beveiligd?
Ja o
Nee o
6.
Werden alle bewakingsgebeurtenissen die via de LSI geselecteerd
kunnen worden, zodanig geconcipieerd, dat de onder punt 5
getroffen maatregelen effectief blijven?
Ja o
Nee o
7.
Werden er extra mechanische veiligheidsmaatregelen, die het over
het veiligheidsveld heen reiken, erom heen grijpen en onder het
veiligheidsveld door grijpen verhinderen, aangebracht en tegen
manipulatie beveiligd?
Ja o
Nee o
8.
Werd de max. stoptijd c.q. nalooptijd van de machine nagemeten
en (op de machine en/of in de machinedocumenten) aangegeven
en gedocumenteerd?
Ja o
Nee o
9.
Werd de noodzakelijke veiligheidsafstand van het contactloos
werkende veiligheidssysteem tot de dichtstbij gelegen gevarenzone
bij alle functies (bewakingsgebeurtenissen) aangehouden?
Ja o
Nee o
250
8 008 308/M848/06-05-02 Operating Instructions · LSI
© SICK AG · Industrial Safety Systems · Germany · All rights reserved
LSI
NL
10. Werden de apparaten van het contactloos werkende veiligheidsysteem reglementair bevestigd en na de afstelling tegen
verschuiven beveiligd?
Ja o
Nee o
11. Zijn de noodzakelijke veiligheidsmaatregelen tegen elektrische
schokken werkzaam (beschermklasse)?
Ja o
Nee o
12. Zijn de signalen voor de omschakeling van bewakingsgebeurtenissen voor de ingangen A, B, C, D van de LSI tweekanalig
uitgevoerd
(Nadere gegevens, zie hoofdstuk 8.2 Technische Beschrijving LSI)
Ja o
Nee o
13. Is het commandotoestel voor de reset van de (BWS) veiligheidsinrichting c.q. voor de herstart van de machine aanwezig en reglementair aangebracht?
Ja o
Nee o
14. Werden de uitgangen van het contactloos werkende veiligheidsysteem (OSSD) volgens de noodzakelijke besturingscategorie
geïntegreerd en komen zij overeen met de schakelschema’s?
Ja o
Nee o
15. Werd de veiligheidsfunctie overeenkomstig de controleaanwijzing
van deze documentatie gecontroleerd?
Ja o
Nee o
16. Worden de door het contactloos werkende veiligheidsysteem
aangestuurde schakelelementen, bijv. relais, ventielen bewaakt?
Ja o
Nee o
17. Is het contactloos werkende veiligheidsysteem tijdens de gehele
gevaarlijke toestand werkzaam?
Ja o
Nee o
18. Is het aanwijzingsbord voor de dagelijkse controle goed zichtbaar
voor de operator aangebracht?
Ja o
Nee o
Deze checklist vervangt niet de eerste inbedrijfstelling en de regelmatige controle door een specialist.
8 008 308/M848/06-05-02 Operating Instructions · LSI
© SICK AG · Industrial Safety Systems · Germany · All rights reserved
251
NL
LSI
7. Diagnose
7.1 Diagnose-elementen
Op de bovenkant van het huis van de LSI zijn acht
controlelampjes aangebracht, die de status van het systeem
weergeven.
Aan iedere veiligheidsuitgang (OSSD A, OSSD B) is een
groen en een rood controlelampje toegekend. De status dvan
het systeem wordt met de ERROR-controlelamp (geel) gesignaleerd. Wanneer de werking met herstart werd gedefinieerd, geven de beide indicaties RES A en RES B door
knipperen aan dat het systeem op de bevestiging wacht.
Wanneer de communicatie naar de gebruiker (PC) van
RS232 op RS422 werd omgeconfigureerd, brandt de gele
RS422-indicatie.
1: OSSD A inactief (rood)
2: OSSD B inactief (rood)
3: Vervuiling van het frontglas PLS/systeem ERROR (geel)
4: OSSD A actief (groen)
5: OSSD B actief (groen)
6: Herstart bij reset/restart (OSSD A) (geel)
7: Herstart bij reset/restart (OSSD B) (geel)
8: Communicatie op RS422 geconfigureerd (geel)
252
8 008 308/M848/06-05-02 Operating Instructions · LSI
© SICK AG · Industrial Safety Systems · Germany · All rights reserved
LSI
NL
Diagnose met LSI-controlelampen:
Weak/
Status
OSSD
Error
(groen)
(geel)
Veiligheidsveld vrij
Object in veiligheidsv.
Waarschuwing
verontreiniging *
Verontreiniging *
Fatal Error **
Starttest
Wachten op
reset / restart
Uitgangsniveau op LSI:
Status
OSSD
OSSD
(rood)
1Hz
»4Hz
1Hz
Diagnose met PLS-controlelampen:
Status
groen
geel
Veiligheidsveld vrij
Object in veiligheidsv.
Waarschuwing
verontreiniging *
Verontreiniging *
Fatal Error **
Starttest
Wachten op
reset / restart
Res
(geel)
rood
1Hz
»4Hz
1Hz
Waarschu
wingsveld
ERROR
Veiligheidsveld vrij
Waarschuwingsv. vrij
Object in veiligheidsv.
Object in waarschuw.
Waarschuwing
verontreiniging *
Verontreiniging *
Fatal Error **
Starttest
Wachten op
reset / restart
8 008 308/M848/06-05-02 Operating Instructions · LSI
© SICK AG · Industrial Safety Systems · Germany · All rights reserved
»4Hz
253
NL
*
**
LSI
Bij verontreiniging het PLS-frontglas met een zachte
doek en kunststof reiniger schoonmaken!
Systeemfouten: Zie hoofdstuk 7.2 Service!
= LED brandt
1 Hz = LED knippert langzaam
»4 Hz = LED knippert snel
= uitgang schakelt op high
= uitgang schakelt op low
= uitgang is constant low
»4 Hz = uitgang wisselt tussen high en low
7.2 Service
De LSI is op grond van de volelektronsiche opbouw onderhoudsvrij. Bij storingen kan aan de hand van de onder 7.1
vermelde informatie bij de controlelampjes een eerste
diagnose worden gesteld. Let hiertoe ook op de informatie in
hoofdfstuk „7.2 Onderhoud“ van de gebruiksaanwijzing PLS.
Voor geautoriseerd personeel (zie aanwijzing in de
Technische Beschrijving van de PLS en LSI) staat met behulp
van de bijgevoegde gebruikerssoftware een uitvoerig
diagnosesysteem ter beschikking.
Bij verdere vragen kunt u contact opnemen met de
verantwoordelijke SICK vestiging of met de
SICK service-hotline: +49 07681 / 202 - 3134
8. Accessoires
De juiste leidingsets voor de bedrading aan de kant van de
PLS naar de LSI staat vermeld in de Technische Beschrijving
van de PLS of van de Technische Beschrijving LSI. Daar zijn
onder het hoofdstuk „Selectietabel voor PLS/ LSI“ alle noodzakelijke artikelen vermeld die voor de reglementaire werking
nodig zijn.
254
8 008 308/M848/06-05-02 Operating Instructions · LSI
© SICK AG · Industrial Safety Systems · Germany · All rights reserved
NL
LSI
10. Technische gegevens LSI
Kenmerken
Voedingsspanning (Uv)
verpolingsbestendig via veiligheid-scheidings-transformator
overeenkomstig EN 60742
Toegelaten restrimpel:
de grenswaarden van de spanningen mogen daarbij niet worden over- c.q. onderschreden.
Leidinglengte
min.
16,8 V
Gegevens
Type
max.
24 V
28,8
500 mV
50 m
Leidingdoorsnede
2,5 mm 2
Toegelaten leidingweerstand
2,5 Ohm
Reactietijd (instelbaar)
Tweevoudig
Formule voor meervoudige
evaluatie
(n = 2 tot 16)
Uitzondering: PLS101-316 met
LSI bij voertuigbeveiliging, hier
bedraagt de reactietijd 270 ms,
niet instelbaar
Inschakeltijden
Bij spanning aan
190 ms
110 ms + ( n x 40 ms )
9 sec.
Vermogensopname
zonder PLS en last
15 W
met 1 PLS en max. last
63 W
met 2 PLS en max. last
80 W
met 3 PLS en max. last
97 W
met 4 PLS en max. last
114 W
PLS-aansluiting
256
zie technische gegevens PLS.
Alleen PLS van hetzelfde type
aansluiten.
8 008 308/M848/06-05-02 Operating Instructions · LSI
© SICK AG · Industrial Safety Systems · Germany · All rights reserved
LSI
NL
Kenmerken
min.
RES A, RES B
(reset / restart-ingang)
Aantal
Ingangsweerstand bij HIGH
Gegevens
type
max.
Telkens een ingang per OSSDpaar
3,8 k Ohm
Spanning voor HIGH
15 V
28,8 V
Spanning voor LOW
0V
1V
15 mA
32 mA
3,5 mA
9 mA
160 ms
240 ms
5s
Stroomopname
Begin impulsstroom
(met t = 100 us)
Statische ingangsstroom
Tijdgedrag van de
reset / restart toets
Low-niveau voor de bediening
High-niveau tijdens de
bediening
Low-niveau na de bediening
Leidinglengte
Leidingdoorsnede
Toegelaten leidingweerstand
EDM-ingang
(relaiscontrole)
Aantal
Ingangsweerstand bij HIGH
Spanning voor HIGH
Spanning voor LOW
Stroomopname
Begin impulsstroom
(met t = 100 us)
Statische ingangsstroom
160 ms
50 m
2,5 mm 2
2,5 Ohm
Telkens een ingang per OSSDpaar
3,8 k Ohm
15 V
28,8 V
0V
1V
15 mA
32 mA
3,5 mA
9 mA
8 008 308/M848/06-05-02 Operating Instructions · LSI
© SICK AG · Industrial Safety Systems · Germany · All rights reserved
257
NL
LSI
Kenmerken
min.
Tijdgedrag van de EDM – ingang
High-niveau na OSSD
activering
Low-niveau bij OSSD
deactivering
Cyclische bewaking van de
rust- c.q. werkpositie
Leidinglengte
Leidingdoorsnede
Toegelaten leidingweerstand
Ingangen A, B (2-kanalig: A1,
A2/B1, B2 antivalent), statischbinair
Ingangsweerstand bij HIGH
Spanning voor HIGH
Spanning voor LOW
Stroomopname
Begin impulsstroom
(met t = 100 us)
Statische ingangsstroom
Poort inconsistentie
Tijdvenster voor geldige
omschakeling
(bij 2-voudige evaluatie)
Leidinglengte
Leidingdoorsnede
Toegelaten leidingweerstand
Ingangen C, D (2-kanalig: C1,
C2/D1, D2 antivalent), statischbinair
Ingangsweerstand bij HIGH
Spanning voor HIGH
Spanning voor LOW
258
Gegevens
type
max.
200 ms
200 ms
5s
50 m
2,5 mm 2
2,5 Ohm
3,8 k Ohm
15 V
0V
28,8 V
1V
15 mA
32 mA
3,5 mA
9 mA
80 ms
50 m
2,5 mm 2
2,5 Ohm
2,6 kOhm
15 V
0V
28,8 V
1V
8 008 308/M848/06-05-02 Operating Instructions · LSI
© SICK AG · Industrial Safety Systems · Germany · All rights reserved
LSI
NL
Kenmerken
min.
Stroomopname
Begin impulsstroom
(met t = 0,5 us)
Statische ingangsstroom
Poort inconsistentie
Tijdvenster voor geldige
omschakeling
(bij 2-voudige evaluatie)
Leidinglengte
Leidingdoorsnede
Toegelaten leidingweerstand
Ingangen C, D (alleen voor
incrementaalgevers 0°/90°),
dynamisch
Ingangsweerstand bij HIGH
Spanning voor HIGH
Spanning voor LOW
Stroomopname
Begin impulsstroom
(met t = 0,5 us)
Statische ingangsstroom
Tastgraad g (Ti/T)
Ingangsfrequentie
Min. impulsaantal per cm
Evalueerbaar snelheidsgebied
Gegevens
type
max.
15 mA
32 mA
5 mA
13 mA
80 ms
50 m
2,5 mm 2
2,5 Ohm
2,6 kOhm
15 V
0V
28,8 V
1V
15 mA
32 mA
5 mA
13 mA
0,5
100 kHz
50
±10 cm/s
Tolerantietijd voor verschillende
richtingsinformatie of
signaaluitval van een
incrementele generator
Overschrijding snelheidstolerantie bij gelijke richting
van de incrementaalgevers
±2000
cm/s
0,4 s
(³ 10 cm/s)
20 s
(³ 30 cm/s)
60 s
(< 30 cm/s)
Leidinglengte
Leidingdoorsnede
Toegelaten leidingweerstand
8 008 308/M848/06-05-02 Operating Instructions · LSI
© SICK AG · Industrial Safety Systems · Germany · All rights reserved
50 m
2,5 mm 2
2,5 Ohm
259
NL
LSI
Kenmerken
Gegevens
type
max.
min.
Waarschuwingsveld uitgang
A/B (PNP),
HIGH active
Aantal
Schakelspanning High-actief bij
50 mA
Schakelspanning High-actief bij
100 mA
Schakelstroom
(relatie tot EXT_GND maken)
Stroombegrenzing
( t= 5ms, 25 graden Celsius)
Zuivere lastinductiviteit
Schakelvolgorde
Reactietijd ( n = 2 tot 16 ;
n = meervoudige evaluatie)
Leidingslengte
Leidingsdoorsnede
Toegelaten leidingsweerstand
Fout-uitgang (PNP), HIGH
active
Aantal
Schakelspanning High-actief bij
50 mA
Schakelspanning High-actief bij
100 mA
Schakelstroom
(relatie tot EXT_GND maken)
Stroombegrenzing
( t= 5ms, 25 graden Celsius)
Zuivere lastinductiviteit
Schakelvolgorde
Leidingslengte
Leidingsdoorsnede
Toegelaten leidingsweerstand
260
Telkens een ingang per OSSDpaar
Uv – 1 V
Uv
Uv -0,5 V
Uv
100 mA
600 mA
920 mA
2H
6 1/ s
150ms + ( n x 40 ms )
50 m
2,5 mm 2
2,5 Ohm
in uitgang
Uv -1 V
Uv
Uv -0,5 V
Uv
100 mA
600 mA
920 mA
2H
» 4 1/ s
50 m
2,5 mm 2
2,5 Ohm
8 008 308/M848/06-05-02 Operating Instructions · LSI
© SICK AG · Industrial Safety Systems · Germany · All rights reserved
LSI
NL
Kenmerken
min.
Veiligheidsuitgangen
(OSSD A, OSSD B),
dynamisch, High-actief
Aantal
Schakelspanning High-actief
(Ueff)
Spanning voor LOW
Schakelstroom
(relatie tot EXT_GND maken)
Kortsluitbestendig
In geval van storing: Lekstroom
onderbreking van de GNDleiding. Het achtergeschakelde
besturingselement moet deze
toestand als Low herkennen.
Zuivere lastcapaciteit
Zuivere lastinductiviteit
Schakelvolgorde (zonder
omschakeling en zonder
simultane bewaking)
Reactietijd bij 2-voudige
evaluatie
Leidingslengte
Leidingsdoorsnede
Toegelaten leidingsweerstand
Testimpulsgegevens
(OSSD_Test)
Testimpulsbreedte
Testfrequentie
Testimpulsgegevens (Test_Ub)
Testimpulsbreedte
Testfrequentie
Veiligheidscategorie
DIN V 19250
EN 954-1
IEC/EN 61496-1
Gegevens
type
max.
Twee 2-kanalige uitgangen
Uv -3,4 V
Uv
0V
2 mA
2,5 V
250 mA
door bewaken van de uitgangen
1,1 mA
100 nF
2H
6 1/ s
190 ms
50 m
2,5 mm 2
2,5 Ohm
100 us
eenmaal per scan
100 us
tweemaal per scan
beveiligd tegen enkelfouten
Classificatie 4
Categorie 3
Type 3
8 008 308/M848/06-05-02 Operating Instructions · LSI
© SICK AG · Industrial Safety Systems · Germany · All rights reserved
261
NL
LSI
Kenmerken
min.
Algemene gegevens
Beschermingssoort
Inbouw in de schakelkast met
minimaal IP 54 vereist.
Beschermklasse
IP 20
3
Veiligheid lage spanning
F volgens DIN 40040
IEC 60068, deel 2-6
10 ... 55 Hz
0,35 mm
IEC 60068, deel 2-29
10 g / 16 ms
IEC / EN 61496-1 Type 4
EN 50081-2 DIN 40839-1 en -3
1,25 kg
216 mm x 108 mm x 86 mm
Vochtbelasting
Trillingsbelasting
Frequentiebereik
Amplitude
Enkele schokken
Permanente schokken 1000
Storingsbestendigheid (EMC)
Massa (netto)
Afmetingen (B x H x D)
Maten zonder klemmen en
stekkers
Bedrijfstemperatuur in graden
Celsius
Opslagtemperatuur in graden
Celsius
Veiligheidsvelden
Waarschuwingsvelden
Uitgang veiligheidsveld
Uitgang waarschuwingsveld
Foutuitgang
Reset/herstart-ingang
262
Gegevens
type
max.
0
+50
–25
+70
1
1
8
8
2 onafhankelijke bewaakte
halfgeleideruitgangen, 2-kanalig,
PNP High-actief, 24 V/250 mA
2 onafhankelijke
halfgeleideruitgangen, PNP Highactief, 24 V/100 mA
1 halfgeleideruitgang, PNP Highactief, 24 V/100 mA
1 ingang per OSSD-paar
(aan DC 24 V)
8 008 308/M848/06-05-02 Operating Instructions · LSI
© SICK AG · Industrial Safety Systems · Germany · All rights reserved
LSI
Kenmerken
NL
Gegevens
type
max.
1 ingang per OSSD-paar
(aan DC 24 V)
statisch binaire ingangen aan
DC 24 V
dynamische ingangen aan
DC 24 V
4 statische binaire ingangsparen
(x1 und x2 antivalent) A1, A2, B1,
B2, C1, C2, D1, D2 of
2 dynamische incrementaalgeveringangen (C, D) en 2 statische
binaire ingangsparen (x1 und
x2 antivalent) A1, A2, B1, B2
min.
EDM-ingang
(relaiscontrole)
Ingangen A1, A2, B1, B2, C1,
C2, D1, D2
Ingangen C, D
Omschakeling van de
bewakingsgevallen
(Toepassing van de
ingangen A - D)
Interface (PC)
alleen voor temporaire
configuratie- en
diagnosedoeleinden
Overdrachtsnelheid
RS 232
RS 422
Leidingslengte
RS 232
RS 422
Interface (LSI - PLS)
Toepassing van een capaciteitsarme gepaarde dataleiding
van het type Li2YCY (TP) met
een leidingsdoorsnede van
min. 2 x 2 x 0,25 mm 2
Overdrachtsnelheid
RS 422
Leidingslengte
RS 422
Leidingsdoorsnede
RS 422
9600, 19200, 38400 Baud
9600, 19200, 38400 Baud
15 m
100 m
500kB
30 m
0,25 mm 2
8 008 308/M848/06-05-02 Operating Instructions · LSI
© SICK AG · Industrial Safety Systems · Germany · All rights reserved
263
NL
LSI
11. Bijlage: legenda bij de afbeeldingen
De afbeeldingen vindt u aan het einde van deze gebruiksaanwijzing.
Afbeelding 1: Maatschets
Alle maten zijn in mm weergegeven.
H Houder voor wandmontage (accessoire)
Afbeelding 2: Connectoraansluiting
X1
Aansluiting stroomvoeding
X2, X3
Aansluiting PLS-stroomvoeding
X4, X7
Aansluiting communicatieleiding naar PLS
X8
Aansluiting naar PC
X14, X15 Aansluiting van de stroomuitgangen voor OSSD,
waarschuwingsveld (WZ) en ERROR
X13
Aansluiting van de ingangen reset/restart en relaiscontrole (EDM)
X11, X12 Aansluiting van de statische ingangen A, B, C en D
X9, X10 Aansluiting van de dynamische ingangen C en D
Afbeelding 3: Connectoraansluitingen Sub D 9-pol
A LSI à PC: PC-interface RS 232/422 „X8“
(Brug 7-8 bij aansluiting van een PC met RS 422-interface)
B PLS à LSI: Gegevensinterface RS 422 aan PLS
(Brug 7-8 voor het omschakelen op RS 422)
C LSI à PLS: Gegevensinterface RS 422 „X4...X7“ aan LSI
(afscherming aan trekontlasting aansluiten)
D LSI à INC: Signaalinterface „X9, X10“ naar de
incrementaalgevers
(afscherming aan trekontlasting aansluiten)
264
8 008 308/M848/06-05-02 Operating Instructions · LSI
© SICK AG · Industrial Safety Systems · Germany · All rights reserved