Agria 8000 de handleiding

Type
de handleiding
Lees voordat u de machine in gebruik neemt eerst de handleiding.
Volg veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen nauwkeurig op!
Handleiding nr. 998 430NL06.14
&
6126_0, 6126_1
- 8000 612 58 cm
- 8000 622 64 cm
Struikmaaier
8000
Handleiding
Vertaling van het oorspronkeijke handleiding
2 agria Struikmaaier 8000
Symbolen, typeplaatje
Hier invullen:
Machine art. nr.: ..........................
Identificatie/machine nr.:
..........................................................
Motor type: ..................................
Motor nr.: ....................................
Datum aankoop: .........................
Typeplaatje: zie blz. 3/afb. A/12
Motortype en motornr. zie blz. 38/afb.
B/7.
Bij bestelling van reserveonderdelen
deze gegevens vermelden om fouten
bij levering te vermijden.
Alleen originele Agria-reserve-
onderdelen gebruiken!
De technische gegevens, afbeeldin-
gen en maten in deze handleiding zijn
niet bindend. De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld. Wij
behouden ons het recht voor veran-
deringen aan te brengen, zonder
deze handleiding te wijzigen.
Levering:
l
handleiding
l
motor-handleiding
l
struikmaaier – basismachine
l
Zwaddoek met houder
Symbolen
W
waarschuwingsteken. Vindt u
bij passages die betrekking
hebben op uw veiligheid
belangrijke informatie
choke
brandstof
olie
motor-start
motortoerental
motor-stop
luchtfilter
zichtcontrole
maaiaandrijving
rijaandrijving
snel
langzaam
geopend (ontgrendeld)
gesloten (vergrendeld)
Hijspunt, bevestigingspunt
voor het opbergen en
vastsjorren
zie motor-handleiding
è
- Serviceç= Laat dit
uitvoeren door een agria-vakgarage!
Opgelet, wat de motor betreft,
zijn hier enkel de hanteringen uit-
gelegd, die voor de maaier nodig
zijn. Alle andere informatie over de
motor vindt u in de bijgeleverde
motor-handleiding!
agria Struikmaaier 8000 3
Aanduiding van de onderdelen
Afb. A
1 Koppelingshendel voor maaiaandrijving (veiligheidsapparaat)
2 Koppelingshendel voor rijaandrijving (veiligheidsapparaat)
3 Toerental-reguleerhendel
4 Stuur
5 Vleugelmoer
6 Motor
7 Afdekplaat vooraan (bescherminrichting)
8 Zwaddoek (bescherminrichting)
9 Maairotor
10 maaimes
11 Wiel
12 Typeplaatje /
Identificatie nr.
13 Schakelbeugel (slechts 8000 622)
14 Beschermdoek achteraan
(bescherminrichting)
8000 612
1
2
3
4
5
6
12
11
10
9
8
7
14
8000 622
10
1
2
6
7
12
11
3
4
5
9
14
8
13
4 agria Struikmaaier 8000
Smeermiddelen
en anticorrosie-
middelen:
Gebruik voor de motor en
de transmissie de voorge-
schreven smeermiddelen
(zie ‘Technische gege-
vens’).
Voor ‘open‘ smeerpunten
en smeernippels advise-
ren wij het gebruik van
biologisch afbreekbare
olie of smeervet (vol-
gens de aanwijzingen in
de handleiding).
Voor het onderhoud van
de machines en werktui-
gen adviseren wij biolo-
gisch afbreekbare cor-
rosiewerende olie (niet
gebruiken op gelakte uit-
wendige bekledingen).
Het anticorrosiemiddel
kan met een kwast of met
een spuitbus worden aan-
gebracht.
Biologische smeermidde-
len en corrosiewerende
olie zijn milieuvriendelijk
omdat ze biologisch snel
afbreekbaar zijn.
Wanneer u biologisch af-
breekbare smeermidde-
len en corrosiewerende
olie gebruikt, gaat u be-
wust om met het milieu en
levert u een positieve bij-
drage aan de gezondheid
van mens, fauna en flora.
Aanbevelingen
Brandstof:
Deze motor loopt zowel
op gangbare loodvrije
normale en super-
benzine (ook E10) en
Super plus.
Voeg aan de benzine
geen olie toe.
Wanneer om milieutech-
nische redenen loodvrije
benzine gebruikt wordt,
dient u bij motoren die lan-
ger dan 30 dagen niet
gebruikt worden de
brandstof af te tappen, om
afzetting van harsresidu’s
in de carburateur, het
brandstoffilter en de
brandstoftank te vermij-
den. U kunt de brandstof
ook vermengen met een
brandstofstabilisator.
Zie ook hoofdstuk ‘Motor
in conditie houden’.
Onderhoud en
reparatie:
Bij de agria-dealer wer-
ken gekwalificeerde mon-
teurs die de machine vak-
kundig onderhouden en
repareren.
Voer grotere onderhouds-
en reparatiewerkzaamhe-
den alleen zelf uit wan-
neer u beschikt over het
juiste gereedschap en de
vereiste technische ken-
nis van machines en ver-
brandingsmotoren.
Klop nooit met harde
voorwerpen of metalen
gereedschappen tegen
het vliegwiel. Het kan
scheuren en tijdens ge-
bruik uiteen springen, zo-
dat verwondingen of ma-
teriële schade veroor-
zaakt wordt. Demonteer
het vliegwiel uitsluitend
met passend gereed-
schap.
agria Struikmaaier 8000 5
Inhoudsopgave
Inhoud pakket ................................... 2
Symbolen, typeplaatje ...................... 2
Aanduiding van de onderdelen,......
Afb. A .............................................. 3
Aanbevelingen .................................. 4
Aanwijzingen voor
uitpakken en montage ...................... 6
1. Veiligheidstechnische
aanwijzingen ................................... 8
Gebruik conform de bestemming ..... 8
2. Technische gegevens............... 13
2.1 Struikmaaier type 8000 612 ..... 13
2.2 Struikmaaier type 8000 622 ..... 14
3. Machine- en
bedieningselementen................... 15
3.1 Motor......................................... 15
3.2 Toerentalhendel ........................ 16
3.3 Veiligheidsschakeling ............... 15
3.4 Rijaandrijving ............................ 16
3.5 Maaiaandrijving ........................ 17
3.6 Maaibediening .......................... 17
3.7 Rijbediening .............................. 17
3.8 Schakelbeugel uitv. 8000 622 . 17
3.9 Stuurstang ................................ 18
3.10 Transportpositie ...................... 18
3.11 Staafhandvaten uitv. 8000 611 19
4. Ingebruikname en bediening .. 21
4.1 Eerste ingebruikname .............. 21
4.2 Motor starten ............................ 22
4.3 Motor afzetten .......................... 23
4.4 Rijden........................................ 24
4.5 Stoppen .................................... 24
4.6 Maaien ...................................... 25
4.7 Stoppen .................................... 25
4.8 Gevarenzone ............................ 26
4.9 Maaien op hellingen ................. 26
4.10 Aanwijzing bij het maaien....... 27
5. Onderhoud en reparatie .......... 28
5.1 Motor......................................... 28
5.2 Reinigen van het luchtrooster .. 28
5.3 Koelsysteem ............................. 28
5.4 Uitlaat........................................ 28
5.5 Bediening toerental .................. 28
5.6Transmissie................................ 29
5.7 Wielen ....................................... 29
5.8 Bowdenkabels .......................... 29
5.9 Beschermdoeken ..................... 29
5.10 Vervangen van het mes.......... 30
5.11 Bijslijpen van de maaimessen 30
5.12 V-snaarspanning voor Rij-
aandrijving ...................................... 31
5.13 Schakeling voor rijaandrijving 31
5.14 Schakeling voor maaiaandrijving
31
5.15 Vervangen van het V-riem ...... 32
5.16 Algemeen ............................... 33
5.17 De machine schoonmaken..... 33
5.18 Verwijdering ............................ 33
6. Storingen opsporen
en verhelpen.................................. 34
Lak, slijtageonderdelen .................. 36
Onderhouds- en
inspectietabel................................ 37
Aanduiding van de onderdelen, ......
Afb. B ............................................ 38
Conformiteitsverklaring ............... 39
Afb. A, Machine ................................ 3
Afb. B, Motor ................................... 38
3
5
6
2
1
4
6 agria Struikmaaier 8000
Aanwijzingen voor uitpakken en montage
Struikmaaier
voorbereiden op het
werk
ŒDe 4 zijden van de doos
opensnijden en naar beneden
klappen
Het stuur (A/4) instellen op
de werkhoogte
è uitv. 8000 612 blz. 18
è uitv. 8000 622 blz. 19
Ž Het zwaddoek (A/8) op de
zwaddoekbuis rijgen
De zwaddoekbuis met het
opgeregen zwaddoek in de vier-
kante buis van de struikmaaier
steken
Œ
Ž
A/4
A/4
A/8
agria Struikmaaier 8000 7
De handleiding HONDA-motor lezen en in acht ne-
men
Vul motorolie
è zie HONDA-motor-handleiding
Motoroliepeil controleren
è zie HONDA-motor-handleiding
Met brandstof vullen
è zie HONDA-motor-handleiding
Aanwijzingen voor uitpakken en montage
&
8 agria Struikmaaier 8000
Lees deze handleiding aandachtig door
voordat u de machine in gebruik neemt
en volg de instructies nauwkeurig op.
Waarschuwingsteken
Dit symbool treft u aan bij alle passa-
ges die betrekking hebben op uw vei-
ligheid. Breng ook andere gebruikers op
de hoogte van deze veiligheids-
aanwijzingen.
Gebruik conform de
bestemming
De struikmaaier is uitsluitend geschikt
voor het maaien van dun, niet houten
struikgewas, en van gras en gelijkaar-
dige planten, in de land- en bosbouw
en voor het onderhoud van groene zo-
nes en aanplantingen. De onderste
maairotorschijf moet daarbij over de
grond schuiven. Hij is echter niet ge-
schikt voor grasperken in parken
! (
Ge-
bruik conform de bestemming
)
Iedere andere toepassing geldt als niet
in overeenstemming zijnde met het doel
waarvoor de maaier gebouwd is. Voor
schade die door ondoelmatig gebruik
veroorzaakt wordt, kan de fabrikant niet
aansprakelijk worden gesteld. Dit risico
is geheel en al voor de gebruiker.
De struikmaaier is niet bestemd om te
worden gebruikt zonder dat de maairo-
torschijf over de grond schuift.
De door de fabrikant voorgeschreven
gebruiksvoorschriften, alsmede de voor-
schriften met betrekking tot controle,
onderhoud en reparatie dienen in acht
te worden genomen.
De fabrikant kan niet aansprakelijk wor-
den gesteld voor schade die ontstaat
door eigenhandige wijzigingen aan de
machine.
Algemene
veiligheidsvoorschriften
Basisprincipe:
De gebruiker dient zich te houden aan
alle voorschriften ter voorkoming van
ongevallen, alsmede aan de algemeen
geldende regels wat betreft veiligheid,
arbeidsgeneeskunde en wegverkeer.
Bij gebruik van openbare wegen dienen
de geldende verkeersbepalingen in acht
te worden genomen.
Controleer voor ingebruikname van de
struikmaaier altijd eerst de verkeers- en
bedrijfsveiligheid.
De motormaaaier mag slechts gebruikt,
onderhouden en gerepareerd worden
door personen die over de benodigde
kennis beschikken en van de risico’s op
de hoogte zijn.
Personen beneden de 16 jaar mogen
de machine niet bedienen!
Werk alleen bij goed zicht en voldoende
licht.
De bestuurder moet goed aansluitende
werkkleding dragen. Wijde kledingstuk-
ken dienen vermeden te worden. Draag
altijd stevige schoenen!
De waarschuwings- en instructiebordjes
op de machine geven belangrijke aan-
wijzingen voor veilig gebruik. Volg deze
aanwijzingen nauwkeurig op, in het be-
lang van uw eigen veiligheid!
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
agria Struikmaaier 8000 9
De motor moet uitgeschakeld worden
wanneer de machine buiten de te be-
werken zone op een motorvoertuig of
op een aanhangwagen getransporteerd
wordt.
Blijf altijd op een veilige afstand van
draaiende werktuigen!
Voorzichtig met nalopende werktuigen.
Wachten tot het werktuig helemaal stil
staat!
Bij werkzaamheden met extern aange-
dreven machineonderdelen bestaat de
kans op beknellingen en andere verwon-
dingen!
Het is niet toegestaan tijdens de werk-
zaamheden mee te rijden op de maaier.
Instelling van het motortoerental niet
veranderen. Een verhoogd toerental
vergroot de kans op ongelukken.
Arbeids- en gevarenbereik
De gebruiker is op de werkplek tegen-
over derden verantwoordelijk.
Blijf buiten het gevarenbereik van de
struikmaaier.
Controleer voor het starten en wegrij-
den de omgeving van de maaier. Let
vooral op kinderen en dieren!
Voordat met de werkzaamheden begon-
nen wordt, dienen obstakels uit de weg
te worden geruimd. Let ook tijdens de
werkzaamheden op obstakels en haal
ze tijdig weg.
Bij werkzaamheden op omheinde plaat-
sen dient de veiligheidsafstand tot de
omheining in acht genomen te worden,
zodat de machine niet beschadigd
wordt.
Bediening en
veiligheidsmaatregelen
Voor de werkzaamheden
Zorg ervoor dat u op de hoogte bent van
alle installaties en bedienings-
componenten, alsmede van het functio-
neren ervan. In het bijzonder dient u te
weten hoe u de motor in geval van nood
snel en veilig afzet.
Controleer of alle veiligheidsmaatrege-
len zijn getroffen en in de juiste positie
zijn gebracht.
Starten
Start de motor niet in afgesloten ruim-
tes. De uitlaatgassen bevatten
koolmonoxyide, dat zeer giftig is wan-
neer het ingeademd wordt.
Voor het starten van de motor dienen
alle bedieningselementen in stand ‘neu-
traal’ te worden gezet.
Voor het starten van de motor niet vóór
de struikmaaier gaan staan.
Tijdens de werkzaamheden
Tijdens de werkzaamheden mag de
stuurstang nooit worden losgelaten.
Bedieningsstang tijdens de werkzaam-
heden nooit verstellen – ongevalsrisico!
Neem bij alle werkzaamheden met de
struikmaaier die afstand van de machine
in acht, waartoe u door de stuurstang
gedwongen wordt, vooral bij het nemen
van bochten!
Het is niet toegestaan tijdens de werk-
zaamheden en het transport op de ma-
chine mee te rijden.
Wanneer het snijwerktuig vastzit, moet
de motor worden afgezet en dient het
snijwerktuig met passend gereedschap
te worden schoongemaakt.
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
10 agria Struikmaaier 8000
Indien de struikmaaier beschadigd is,
moet de machine onmiddellijk worden
gestopt en de motor worden afgezet.
Laat de schade direct herstellen!
Bij een defect aan de stuurinrchting de
struikmaaier meteen stoppen en de
motor afzetten. Laat het defect direct
repareren!
Wanneer op hellend terrein wordt ge-
werkt verdient het aanbeveling, de
struikmaaier met een trekkabel of een
trekstang vast te houden, om te voor-
komen dat de machine wegschuift. De
bestuurder moet zich heuvelopwaarts
van de machine bevinden en dient vol-
doende afstand te houden tot de werk-
tuigen!
Werk indien mogelijk dwars op de helling!
Beëindigen van de
werkzaamheden
Laat de struikmaaier nooit onbeheerd
achter als de motor nog loopt.
Zet de motor af voordat u de maaier
verlaat. Sluit daarna de brandstofkraan.
Tref de nodige voorzorgsmaatregelen
om gebruik door onbevoegden te ver-
hinderen. Haal de contactsleutel uit het
contact (indien aanwezig) of trek de
bougiekap eruit.
Maai-inrichting
De scherpe kant van de maaimessen
kan bij onoplettendheid aanzienlijke ver-
wondingen veroorzaken!
Let er bij het vervangen van de maai-
messen op dat de schroefbeweging van
de richting van de snijkanten af beweegt.
Draag bij het slijpen van de messen een
veiligheidsbril en handschoenen.
Onderhoud en reiniging
Pleeg geen onderhouds- en reinigings-
werkzaamheden aan de machine met
lopende motor.
Bij werkzaamheden aan de motor dient
de bougiekap altijd te worden verwijderd
(alleen bij benzinemotoren).
Zijn bepaalde beschermingsinrichtingen
of werktuigen aan slijtage onderhevig,
dan moeten deze regelmatig gecontro-
leerd en eventueel vervangen worden!
Beschadigde messen moeten vervan-
gen worden!
Gebruik bij het vervangen van de mes-
sen passend gereedschap en drag vei-
ligheidshandschoenen.
Zorg ervoor dat de struikmaaier schoon
blijven, om brandgevaar te vermijden.
Moeren en schroeven regelmatig con-
troleren of ze vast zitten en eventueel
aandraaien.
Na de onderhouds- en reinigingswerk-
zaamheden dienen de beschermingsin-
richtingen weer te worden aangebracht
en in oorspronkelijke positie te worden
teruggebracht.
Altijd originele Agria-reserveonderdelen
gebruiken. Andere reserveonderdelen
moeten kwalitatief gelijkwaardig zijn en
overeenkomen met de door de firma
Agria vastgelegde technische eisen.
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
agria Struikmaaier 8000 11
Na gebruik wegzetten
Het parkeren van de struikmaaier in
ruimtes met open kachels is verboden.
Parkeer de struikmaaier niet in geslo-
ten ruimtes wanneer zich nog brandstof
in de brandstoftank bevindt. Benzine-
dampen zijn gevaarlijk.
Motor, brandstof en olie
Laat de motor niet in een gesloten
ruimte lopen vanwege verhoogde kans
op vergiftiging! Vervang defecte uitlaat-
onderdelen daarom ook altijd direct.
Opgelet met de hete onderdelen van de
motor!
De uitlaatdemper en andere motor-
onderdelen zijn zeer heet terwijl de mo-
tor draait en onmiddellijk na het afzet-
ten. Houd voldoende afstand van hete
oppervlakken en houd kinderen uit de
buurt van de draaiende motor.
Wees voorzichtig met brandstof van-
wege het brandgevaar. Vermijd open
vuur, vonken en hete motoronderdelen
tijdens het bijvullen van brandstof. Vul
geen brandstof bij in gesloten ruimtes.
Niet roken tijdens het tanken!
Tank alleen met uitgeschakelde en af-
gekoelde motor.
Zorg ervoor dat u geen brandstof morst,
gebruik een passende trechter.
Mocht er toch brandstof zijn gemorst,
schuif dan de struikmaaier aan de kant
voordat u de motor start.
Gebruik alleen brandstof van voorge-
schreven kwaliteit.
Bewaar de brandstof alleen in daarvoor
bestemde blikken.
Vloeistoffen die onder hoge druk ont-
snappen zoals bijv. brandstof, kunnen
de huid binnendringen en ernstige ver-
wondingen veroorzaken. Waarschuw
direct een arts!
Om veiligheidsredenen dienen de ben-
zinetank en de benzinedop regelmatig
te worden vervangen.
Houd corrosiewerende middelen en
stabilisatoren altijd buiten het bereik van
kinderen. Bij misselijkheid en braak-
neigingen direct een arts waarschuwen.
In geval van contact met de ogen met-
een met veel water uitspoelen. Vermijd
het inademen van de dampen.
Lees de aanwijzingen op de verpakking!
Maak gebruikte spuitbussen (starthulp-
mengsel e.d.) helemaal leeg op een
vonk- en vlamvrije plaats voordat u deze
weggooit, eventueel als klein chemisch
afval behandelen.
Voorzichtig bij het aftappen van hete
olie, er bestaat verbrandingsgevaar.
Gebruik altijd olie van voorgeschreven
kwaliteit. Bewaar de olie alleen in daar-
voor bestemde kannetjes.
Olie, brandstof, vet en filters geschei-
den en volgens de voorschriften verwer-
ken.
Elektrische installatie
Dragers van een pacemaker mogen de
stroomvoerende onderdelen van het
ontstekingssysteem niet aanraken wan-
neer de motor loopt!
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
12 agria Struikmaaier 8000
Beschrijving van de
waarschuwingssymbolen
Pas op:
Œ Vóór de ingebruikname, de hand-
leiding en de veiligheidsaanwijzingen
lezen en in acht nemen.
Voor reinigings-, onderhouds- en repa-
ratiewerkzaamheden motor afzetten en
bolugiekap eruit trekken.
Enkel bijtanken wanneer de motor af-
gezet en afgekoeld is. Geen open vuur!
Niet roken!
Ž De uitlaatgassen van de motor be-
vatten ademhalingsvergift - Afstand
houden. Laat de motor niet draaien in
een gesloten ruimte.
Tijdens de werking, voldoende af-
stand houden van de maaimessen.
De machineonderdelen enkel aan-
raken wanneer ze volledig tot stilstand
gekomen zijn.
Gevaar omwille van weg-slingerende
delen bij draaiende motor - Veiligheidsaf-
stand van min. 30 m in acht nemen.
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
Kantelgevaar! Op geen hellingen van
meer dan 20° te rijden.
Bij werkzaamheden met de machi-
ne moeten individuele gehoorbescher-
mingen en een veiligheidsbril worden
gedragen.
Draag altijd stevige schoenen.
Motoroliepeil minstens om de 8 be-
drijfsuren controleren.
Veiligheidshandschoenen
gebruiken.
Œ Ž
agria Struikmaaier 8000 13
2. Technische gegevens
2.1 Struikmaaier:......................................................................... type 8000 612
Werkbreedte : .............................................................................................58 cm
Motor: viertaktmotor benzine OHV .................................. Honda GCV160
vermogen max.: bij 3600 min
-1
.................................................. 4,1 kW (5,5 PS)
koppel: .............................................. max. 11,4 Nm bij 2500 min
-1
minimaal toerental onbelast: ............................. 1550 - 1850 min
-1
maximaal toerental onbelast: ............................. 3000 ± 100 min
-1
brandstof: .. loodvrije benzine, octaangetal min. 91 RON (ook E10)
inhoud brandstoftank........................................................0,91 liter
brandstofverbruik: ......................................................... 310 g/kWh
luchtfilter: ...................................................................... droog filter
bougie: ..................................... NGK BPR6ES; BOSCH WR7DC
motorolie: .................................................... hoeveelheid ca. 0,55 l
SAE 10 W-40, klasse SG, SF (of hogere kwaliteit)
Maaiaandrijving: ............................ V-snaarkoppeling met ingebouwde mesrem
................................................Maairotor met 4 draaibare messen
Rijaandrijving: .....................................................................wormwielaandrijving,
.................................................................. transmissieolie SAE 90
Rijsnelheden: ................................................................................. 2,8 - 3,5 km/h
Wielen: banden ................................................ 3.50-6 AS of 13x5.00-6 AS
bandenspanning ................................................................. 0,8 bar
V-snaar: rijaandrijving............................................................. 10x475 Li ZX
maaiaandrijving......................................................... A13x1480LW
Stuurstang: ................................... zonder gereedschap in hoogte verstelbaar
Gebruik op hellingen: ............................................................................ max. 20°
Geluidsniveau (waargenomen door de bestuurder) conform de EN 11201: .......
.................................................................................... LpA= 84 dB
Geluidswaarde conform de EN ISO 3744:1995
gemeten: ................................................................. LWA= 90,3 dB
gewaarborgd: ............................................................. LWA= 92 dB
Trillingsniveau conform de ISO 5349: .................................................... 3,4 m/s
2
Snijvermogen: ................................. Halmgras tot dun, niet houten struikgewas
Gewicht: ...............................................................................................60 kg
Afmetingen: ................................................................................... l = 1360 mm
.................................................................................... b = 650 mm
.................................................................................... h = 960 mm
2
14 agria Struikmaaier 8000
2. Technische gegevens
2.2 Struikmaaier:......................................................................... type 8000 622
Werkbreedte : .............................................................................................64 cm
Motor: viertaktmotor benzine OHV .................................. Honda GCV190
vermogen max.: bij 3600 min
-1
.................................................. 4,8 kW (6,5 PS)
koppel: .............................................. max. 13,7 Nm bij 2500 min
-1
minimaal toerental onbelast: ............................. 1550 - 1850 min
-1
maximaal toerental onbelast: ............................. 3000 ± 100 min
-1
brandstof: .. loodvrije benzine, octaangetal min. 91 RON (ook E10)
inhoud brandstoftank: .......................................................0,91 liter
brandstofverbruik: ......................................................... 310 g/kWh
luchtfilter: ...................................................................... droog filter
bougie: ..................................... NGK BPR6ES; BOSCH WR7DC
motorolie: .................................................... hoeveelheid ca. 0,55 l
SAE 10 W-40, klasse SG, SF (of hogere kwaliteit)
Maaiaandrijving: ............................ V-snaarkoppeling met ingebouwde mesrem
................................................Maairotor met 4 draaibare messen
Rijaandrijving: .....................................................................wormwielaandrijving,
.................................................................. transmissieolie SAE 90
Rijsnelheden: ................................................................................. 2,8 - 3,5 km/h
Wielen: banden ................................................ 3.50-6 AS of 13x5.00-6 AS
bandenspanning ................................................................. 0,8 bar
V-snaar: rijaandrijving............................................................. 10x475 Li ZX
maaiaandrijving......................................................... A13x1490LW
Stuurstang: ................................... zonder gereedschap in hoogte verstelbaar
Gebruik op hellingen: ............................................................................ max. 20°
Geluidsniveau (waargenomen door de bestuurder) conform de EN 11201: .......
................................................................................. LpA= 77,2 dB
Geluidswaarde conform de EN ISO 3744:1995
gemeten: ................................................................. LWA= 91,1 dB
gewaarborgd: ............................................................. LWA= 92 dB
Trillingsniveau conform de ISO 5349: .................................................... 1,5 m/s
2
Snijvermogen: ................................. Halmgras tot dun, niet houten struikgewas
Gewicht: ...............................................................................................62 kg
Afmetingen: ................................................................................... l = 1400 mm
.................................................................................... b = 660 mm
.................................................................................. h = 1150 mm
2
agria Struikmaaier 8000 15
3. Machine- en bedieningselementen
De struikmaaier is uitsluitend geschikt
voor het maaien van dun, niet houten
struikgewas, en van gras en gelijkaar-
dige planten, in de land- en bosbouw
en voor het onderhoud van groene zo-
nes en aanplantingen. De onderste
maairotorschijf moet daarbij over de
grond schuiven. Hij is echter niet ge-
schikt voor grasperken in parken
! (
ge-
bruik conform de bestemming
).
3.1 Motor
l
De viertakt benzinemotor wordt aan-
gedreven met normaal verkrijgbare ben-
zine (zie ook blz. 4: geadviseerde brand-
stof). Tijdens de eerste 20 bedrijfsuren
(inrijperiode) mag de motor niet tot het
maximum worden belast.
Ook na de inrijperiode mag u als regel
niet meer gas geven dan nodig is.
I
Hoge toerentallen kunnen de
motor beschadigen en de le-
vensduur aanzienlijk beperken. Dit
geldt vooral als de motor onbelast
draait! Laat de motor nooit over z’n
toeren draaien, daardoor kan de mo-
tor direct defect raken.
Koeling
De motor wordt gekoeld met een venti-
lator. Zorg ervoor dat geen vuil of blader-
resten in de koelluchtzeef op de
repeteerstarter en de koelribben van de
cilinder worden aangezogen.
Stationaire toerental
Het stationaire toerental van de motor
moet juist zijn afgesteld. Wanneer de
toerentalhendel tegen de eindaanslag
in stationaire positie staat, moet de
motor bij laag toerental zonder proble-
men blijven lopen.
Luchtfilter
Het luchtfilter reinigt de aangezogen
lucht. Een vervuild luchtfilter kan het
motorvermogen ongunstig beïnvloeden.
Ontsteking
De motor is uitgerust met een
onderhoudsvrije, contactloze elektroni-
sche ontsteking. Het is aan te bevelen,
de noodzakelijke controles door een
vakman te laten uitvoeren.
Choke
De chokebediening is in de toerentalre-
gelaar ingebouwd.
Voor het starten met koude mo-
tor moet de choke worden ge-
sloten.
Voor het starten met warme
motor en in de bedrijfspositie
moet de choke geopend zijn.
Brandstofkraan
De brandstofkraan (B/11) be-
vindt zich aan de carburateur.
3
16 agria Struikmaaier 8000
3.2 Toerentalhendel
(Motor-uit-schakelaar)
Met de toerentalhendel (A/3) aan de stuurstang
wordt behalve de traploos toerental-regulering
ook de choke en de motor-uit-schakelaar be-
diend. Schakelposities zie afb.
I
De toerentalhendel functioneert eveneens
als nood-uit-schakelaar. In noodsituaties
waarin snel handelen vereist is, moet deze in
de positie ‘STOP’ gebracht worden!
3.3 Veiligheidsschakeling
De struikmaaier is voor de maaiaandrijving en
de rijaandrijving uitgerust met veiligheids-kop-
pelingshendels.
l
STOP-positie: Door het loslaten van de kop-
pelingshendel (respectievelijk A/1 of A/2) wordt
de overeenkomstige aandrijving uitgeschakeld.
I
De koppelingshendels dienen ook als
nood-uit-schakelaar.
In gevaarlijke situaties, waarin de machine on-
middellijk moet worden stopgezet, dienen de
koppelingshendels te worden losgelaten, ze
draaien dan automatisch in „STOP“ positie! - de
maai- en rijaandrijving wordt uitgeschakeld.
3.4 Rijaandrijving
De rijaandrijving gebeurt via de transmissie aan
de wielen.
De schakeling wordt met de koppelingshendel
(A/2) aan het stuur uitgevoerd.
De wielen zijn uitgerust met een kogel-vrijloop-
koppeling om de hantering in bochten te verge-
makkelijken.
3. Machine- en bedieningselementen
3
agria Struikmaaier 8000 17
3. Machine- en bedieningselementen
3.5 Maaiaandrijving
Het maaimechanisme wordt aangedreven door middel
van een V-snaaroverbrenging en V-snaarkoppeling. De
schakeling wordt met de koppelingshendel (A/1) aan
het stuur uitgevoerd.
Het maaimechanisme bestaat uit een draaischijf, waar-
op drie stalen, draaibare messen van uitstekende kwali-
teit liggen, om de terreinen te maaien.
De onderzijde van de draaischijf glijdt over de grond.
De maaimessen zijn scherp aan beide kanten, daardoor
kan het mes één keer omgedraaid worden.
De stompe kanten kan men naslijpen en lichte ver-
buigingen kunnen recht gemaakt worden. Sterk be-
schadigde of verbogen messen door nieuwe vervangen.
W
De struikmaaier enkel in werking zetten,
wanneer alle messen juist geplaatst en beves-
tigd zijn en wanneer alle bescherminrichtingen en
veiligheidsvoorzieningen zich in beschermende
positie bevinden en goed functioneren!
3.6 Maaibediening
De maaiaandrijving wordt ingeschakeld door aan de
koppelingshendel (A/1) op de stuurgreep te trekken.
De koppelingshendel is uitgerust met een blokkeerbeu-
gel, waardoor het ongewenste aanzetten wordt
verhinderd.Vooraleer aan de koppelingshendel te trek-
ken (A/1) dient de blokkeerbeugel te worden ingedrukt.
De maaiaandrijving wordt uitgeschakeld door de kop-
pelingshendel (A/1) los te laten - veiligheidsapparaat -
en wordt door de mesrem heel snel afgeremd.
3.7 Rijbediening
De rijaandrijving wordt ingeschakeld door aan de kop-
pelingshendel (A/2) op de stuurgreep te trekken.
De rijaandrijving wordt uitgeschakeld door de koppelings-
hendel (A/2) los te laten - veiligheidsapparaat.
3.8 Schakelbeugel uitv. 8000 622
Met de schakelbeugel (A/13) kunnen beide aandrijvin-
gen samen worden ingeschakeld.
Vóór het aanzetten, blokkeerbeugel aan de koppelings-
hendel (A/1) voor de maaiaandrijving indrukken.
De rij- en maaiaandrijving wordt uitgeschakeld door de
schakelbeugel (A/13) los te laten.
3
uitv. 8000 612
uitv. 8000 622
A/2
A/1
0
0
A/2
A/1 A/13
0
0
18 agria Struikmaaier 8000
3. Machine- en bedieningselementen
3.9 Stuurstang
Het stuur regelen:
- De vleugelmoer (A/5) opendraaien (tegen
de wijzers van de klok in) tot de rusten vrij
zijn
- Het stuur (A/4) tot op de gewenste hoogte
draaien
- De vleugelmoer (A/5) weer vastdraaien (in
de richting van de wijzers van de klok)
3.10 Transportpositie
W
Motor afzetten,
bougiekabel verwijderen.
Beschermingshandschoenen dragen.
Het stuur (A/4) kan in een plaatsbesparende
transportpositie gedraaid worden
l
Stuurstang èhoofdstuk 3.9
W
De struikmaaier enkel in werking
zetten wanneer het stuur in
werkpositie staat!
3
A/4
A/5
A/4
A/5
A/4
A/4
agria Struikmaaier 8000 19
3. Machine- en bedieningselementen
3
3.11 Staafhandvaten
Om op te tillen, de machine te verladen
en om het touw aan te hangen voor
werken op hellingen zijn de staafhand-
vaten A en B voorzien.
W
Enkel goed functionerende
verladingsriemen gebruiken!
Nooit onder hangende ladingen lo-
pen of blijven staan. Levensgevaar!
De struikmaaier niet optillen aan de
afdekking vooraan (A/7)!
A
B
A
B
20 agria Struikmaaier 8000
3
agria Struikmaaier 8000 21
4. Ingebruikname en bediening
4.1 Eerste ingebruikname
De levensduur en de bedrijfsveiligheid van de motor hangt grotendeels af van het
rijgedrag tijdens de inrijperiode. Laat een koude motor altijd eerst een paar minu-
ten warm draaien en belast de motor niet direct tot het maximum.
Laat de motor tijdens de eerste 20 bedrijfsuren (inrijperiode) nooit op volle toeren
draaien.
Onderhoud het filter goed en zorg voor schone brandstof. Gebruik alleen
merkbenzine.
Gebruik alleen verse en schone brandstof (niet ouder dan drie maanden), alleen
goedgekeurde, in de vakhandel verkrijgbare brandstofjerrycans gebruiken. Verroeste
jerrycans of nietbenzinedichte kunststof jerrycans mogen niet gebruikt worden.
Om startproblemen te voorkomen moet de brandstoftank voor de eerste
ingebruikname of na een periode van langere stilstand volgetankt worden.
Wees voorzichtig met brandstof.
Benzine is licht ontvlambaar en onder bepaalde omstandigheden
explosief!
l
Tank nooit in afgesloten ruimtes.
l
Alleen tanken met afgezette en afgekoelde
motor.
l
Tank nooit in de omgevingvan open vuur, von-
ken of hete motoronderdelen.
l
Niet roken tijdens het tanken!
l
Mors geen brandstof, gebruik een passende
trechter.
De brandstoftank niet tot aan de rand voltanken
maar tot ca. 5 mm onder de rand, zodat de brand-
stof nog kan uitzetten.
Let ook op de aanwijzingen in de handleiding van de motor!
I
Let op: motor wordt vanuit de fabriek
zonder motorolie geleverd!
Vul motorolie bij voordat de machine in ge-
bruik wordt genomen
4
22 agria Struikmaaier 8000
4
W
De struikmaaier pas in werking zetten wanneer alle bescherminrich-
tingen en veiligheidsvoorzieningen zich in beschermende positie
bevinden en goed functioneren!
4. Ingebruikname en bediening
Œ
? ok
? ok
Ž
? ok
2/3
4
0
4.2 Motor starten
W
Wees voorzichtig met het starten van de
motor in gesloten ruimtes. De uitlaatgas-
sen bevatten koolmonoxide, dit is zeer giftig
wanneer het ingeademd wordt.
Kom niet te dicht bij aangekoppelde werktuigen.
Beschermingsmaatreelin zijn getroffen?
Œ Motoroliepeil controleren.
Bougiekap plaatsen.
Ž Luchtfilter schoon?
Voldoende brandstof in de brandstoftank?
Brandstofkraan openen.
Koude motor:
Toerentalhendel (A/3) in positie CHOKE brengen
warmer Motor:
Toerentalhendel op 2/3 gas zetten
De twee koppelingshendels (A/1 + A/2) in posi-
tie "0"
Motor buiten het gevarenbereik starten
Na het starten de toerentalhendel in positie "min"
brengen
Opgelet met de hete onderdelen van de motor!
De uitlaatdemper en andere motoronderdelen zijn
zeer heet terwijl de motor draait en onmiddellijk na
het afzetten. Houd voldoende afstand van hete op-
pervlakken en houd kinderen uit de buurt van de
draaiende motor.
agria Struikmaaier 8000 23
4. Ingebruikname en bediening
4.3 Afzetten van de motor
Œ De twee koppelingshendels (A/1 + A/2) in posi-
tie "0"
Toerentalhendel (A/3) in positie "min" zetten en
de motor ca. 30 seconden laten draaien
Ž Toerentalhendel (A/3) in positie "STOP"
Brandstofkraan (B/11) sluiten.
Bougiekap (B/8) verwijderen - Machine beveili-
gen tegen en gebruik door onbevoegden.
W
De motor laten afkoelen, alvorens in een
binnenruimte op te slaan.
W
Voor het afzetten van de motor mag de
choke-hendel niet in positie CHOKE worden
gebracht – brandgevaar!
I
Wanneer de motor gedurende langere tijd niet
wordt gebruikt, kan deze beter niet met de
motor-uit-schakelaar worden uitgeschakeld. Sluit in
dat geval de brandstofkraan en laat de motor zo lang
lopen tot deze door gebrek aan brandstof vanzelf
tot stilstand komt. Dan is de carburateur leeg en kan
geen verharsing optreden.
I
De toerentalhendel dient ook als noodstop
schakelaar. Indien nodig hendel in positie
‘STOP’ brengen, de motor springt af.
Œ
Ž
6
30 sec.
4
0
24 agria Struikmaaier 8000
4.4 Rijden
Œ Motor starten zoals beschreven onder “Ingebruikna-
me”
Gehoorbescherming gebruiken en draag altijd
stevige schoenen
ŽToerentalhendel (A/3) op ca. 1/2 gas zetten
Rijaandrijving inschakelen
- Aan de koppelingshendel (A/2) op het handvat trek-
ken
Toerentalhendel bedienen naar gelang de rij-
snelheid
4.5 Stoppen
Œ Rijaandrijving uitschakelen
- Koppelingshendel (A/2) loslaten
Toerentalhendel (A/3) op "min" zetten
4. Ingebruikname en bediening
4
Ž
1/2
Œ
Œ
0
agria Struikmaaier 8000 25
4. Ingebruikname en bediening
4.6 Maaien
Œ Motor starten zoals beschreven onder ‘motor
starten’
Gehoorbescherming en veiligheidsbril gebrui-
ken en draag altijd stevige schoenen
ŽToerentalhendel (A/3) in positie "max" zetten
Maaiaandrijving inschakelen
1. Blokkeerbeugel indrukken
2. Trekken aan de koppelingshendel (A/1) op het
handvat:
Langzaam aan de hendel trekken tot twee derden
van de hefhoogte, zodat de maairotor voldoende tijd
heeft om te beginnen draaien en zodat de motor niet
stilvalt. Het starten van de maairotor gaat gedeelte-
lijk gepaard met het schuiven van de V-snaar en het
daarmee verbonden geluid.
Zodra de maairotor in beweging gezet wordt, de
koppelingshendel volledig tegen het handvat
trekken.
Bewgung gesetzt ist
Rijaandrijving inschakelen
l
Trekken aan de koppelingshendel (A/2) op het
handvat:.
I
Wanneer met de maaier gekeerd of achteruit
gereden wordt, is het niet nodig de maai-
aandrijving uit te schakelen, om de energie van de
draaiende rotoren niet onnodig te verspillen.
4.7 Stoppen
Œ Maaiaandrijving en rijaandrijving uitschakelen
l
De twee koppelingshendels loslaten (A/1 en A/2)
Toerentalhendel (A/3) in positie "min" zetten
I
Na het beëindigen van de maaiwerkzaam-
heden of als de maaimachine verstopt is:
Rijaandrijving uitschakelen- de maaier blijft staan, de
maairotor blijft echter in beweging en snijdt zich vrij,
vervolgens de maaiaandrijving uitschakelen
ŽMotor afzetten
4
max
Œ
Ž
2.
1.
Œ
Ž
0
0
26 agria Struikmaaier 8000
4.8 Gevarenzone
W
Het is verboden in het gevaren-
zone van de maaier te vertoeven
tijdens het starten en tijdens de werk-
zaamheden.
De gebruiker is verantwoordelijk voor
ongevallen en gevaren die zich voor-
doen met betrekking tot andere perso-
nen of voorwerpen. Daarom dient de
gebruiker erop te letten dat alle perso-
nen en dieren zich op een veilige af-
stand van minstens 30m bevinden.
Wanneer zich personen of dieren bin-
nen dit bereik ophouden, moet de ma-
chine direct worden uitge-schakeld. De
machine mag niet eerder weer worden
gestart voordat het bereik vrij is.
Voordat met de werkzaamheden begon-
nen wordt, dienen obstakels uit de weg
te worden geruimd. Let ook tijdens de
werkzaamheden op obstakels en haal
ze tijdig weg.
Voor het starten, de onmiddellijke om-
geving controleren (kinderen).
4.9 Maaien op hellingen
W
Keine Hanglagen größer als
20° befahren
- Kantelgevaar!
in ehren
Wanneer op hellend terrein wordt ge-
werkt verdient het de aanbeveling, dat
de struikmaaier door een begeleider
met een trekkabel of een trekstang
wordt vastgehouden, om te voorkomen
dat de machine wegschuift. De bege-
leider moet zich heuvelopwaarts van de
machine bevinden en dient voldoende
afstand te houden tot de werktuigen!
Werk indien mogelijk dwars op de hel-
ling!
Gevarenzone
Maaien op
vlak terrein
Maaien op
hellingen
max
20°
4. Ingebruikname en bediening
4
agria Struikmaaier 8000 27
4.10 Aanwijzing bij het maaien
De struikmaaier is bestemd voor het
maaien van halmgras en dun, niet hou-
ten struikgewas. Hij is echter niet ge-
schikt voor grasperken in parken.
Het grasoppervlak wordt met een hoge
omloopsnelheid van de vier draaibare
messen van de maairotor gemaaid en
tegen de uitwerpplaat aangedrukt, die
het snijdsel op zwaden legt.
Bij het maaien dient het te maaien op-
pervlak tegen de wijzers van de klok in
te worden bewerkt, zodat de struik-
maaier het snijdsel op de reeds gemaai-
de rechter zijde transporteert.
Indien het te maaien oppervlak te dicht,
doorgroeid, onderaan rottend is of plat
ligt, dient de werkbreedte van de maaier
overeenkomstig te worden verminderen,
zodat het snijdsel niet voor de maaier
opgehoopt wordt.
Indien dit toch zou gebeuren, de rijaan-
drijving uitschakelen, zodat de maaier
het opgehoopte snijdsel kan uitwerpen.
Indien de ruimte tussen de maairotor en
de uitwerping toch zou verstopt gera-
ken, dienen de rij- en maaiaandrijving
te worden uitgeschakeld, de motor af-
gezet en de ruimte te worden gereinigd.
De hoogte van het stoppelveld hangt af
van de onderste schijf en kan niet wor-
den veranderd. De schijf kopieert het
terrein. Daardoor is het mogelijk dat bij
het maaien van zeer oneffen terreinen,
de hoogte van het stoppelveld niet even-
redig uitvalt over het gehele terrein.
Tijdens het maaien erop letten dat de
onderste schijf steeds tegen de grond
ligt en niet wegspringt.
4. Ingebruikname en bediening
4
28 agria Struikmaaier 8000
Behalve het opvolgen van de bedieningsvoorschriften is het bovendien van groot be-
lang dat u aandacht besteed aan de volgende aanwijzingen omtrent onderhoud en
reparatie.
Let op: voer onderhouds- en reparatiewerkzaamheden alleen
uit met een afgezette motor en wanneer de bougiekap verwij-
derd is!
Draag bij werkzaamheden aan de maaimessen altijd veiligheids-
hand-schoenen!
5.1 Motor
Onderhoud en reparatie bij de motor
5. Onderhoud en reparatie
5
5
5.2 Reinigen van het
luchtrooster
Na langer gebruik kan het koelsysteem
door vuil verstopt raken. Ter vermijding
van oververhitting en motorschade:
l
Reinig het luchtrooster (B/3) regelma-
tig om oververhitting en schade aan de
motor te voorkomen. Controleer het
rooster voor iedere ingebruikname.
5.3 Luchtkoelsysteem
Inwendige koelribben en vlakken ten-
minste iedere 100 bedrijfsuren (bij
sterke stofvorming eerder), of ten laat-
ste op het einde van het seizoen, reini-
gen. Daartoe het ventilatorhuis (B/12)
eraf nemen. è
-
Serviceç
W
De geluidsdemper van de motor
wordt tijdens de werkzaam-
heden zeer heet
– geluidsdemper niet aanraken!
5.4 Uitlaat
Omgeving van de uitlaat (B/9) regelma-
tig schoonmaken. Haal gras, vuil en
brandbare dingen weg.
W
- Brandgevaar! Voor iedere
inbedrijfname controleren.
Opgelet met de hete onderdelen van
de motor!
De uitlaatdemper en andere motor-
onderdelen zijn zeer heet terwijl de mo-
tor draait en onmiddellijk na het afzet-
ten. Houd voldoende afstand van hete
oppervlakken en houd kinderen uit de
buurt van de draaiende motor.
5.5 Toerentalbediening
De toerentalbediening moet op de juiste
manier zijn ingesteld. De motor moet
met juist toerental gestart worden, func-
tioneren en worden afgezet.
è
- Serviceç
5
agria Struikmaaier 8000 29
5.6 Transmissie
l
De rijtransmissie is gevuld met permanente
cardanolie SAE 90.
l
Tijdens elke reiniging controleren of de trans-
missie geen olie verliest. De controle gebeurt door
de twee “kijkgaten” in het achterste deel van de
behuizingskap (D/6).
l
Indien een olielek vastgesteld wordt, dient dit
onmiddellijk te worden gerepareerd.
è - Serviceç
5.7 Wielen
l
Wielen op het einde van het seizoen van de
as monteren en reinigen.
l
Het binnenste gedeelte van de naaf (E/1) op-
nieuw opvullen met vet van goede kwaliteit.
l
Het kopvlak van het kogelwiel (E/2) en de opper-
vlakten van de vrijloopkoppeling (E/3) invetten.
l
Monteer de wielen (A/11) met de profielpunten
in de rijrichting (van boven op de wielen gezien),
zodat de trekprestaties volledig worden benut.
l
De moer (E/4) niet aanhalen tot aan de aanslag -
het wiel moet draaien met een beetje speling.
l
De moer met een nieuwe splitpen vastzetten.
l
De bandenspanning (0,8 bar) van de banden
moeten regelmatig gecontroleerd worden. Let
erop dat de spanning in beide banden gelijk is
zodat probleemloos rijden gewaarborgd is.
5.8 Bowdenkabels
l
De bowdenkabels smeren met silicoonolie.
5.9 Beschermdoeken
Het zwaddoek (A/8) en de beschermdoek ach-
teraan (A/14 of D/11) voor iedere ingebruikname
controleren, beschadigde onderdelen vervangen.
W
Machine alleen in gebruik nemen wan-
neer alle bescherminrichtingen en veilig-
heidsvoorzieningen zich in beschermende
positie bevinden en goed functioneren!
5. Onderhoud en reparatie
5
D
E
1
2
3
4
A/11
A/8
D/11
30 agria Struikmaaier 8000
5.10 Vervangen van het mes
W
Motor afzetten,
bougiekabel verwijderen!
Beschermingshandschoenen dragen
l
De moer (F/2) eruit schroeven en het
dichtingsplaatje (F/4) eraf nemen.
l
Om de schroef (F/1) eruit te trekken, het
mes (F/3) vasthouden en de schroef volledig
naar onder, door het montagegat van de on-
derste schijf, eruit trekken.
l
Het mes eruit nemen, draaien en opnieuw
monteren, of een nieuw mes plaatsen.
l
Het mes is scherp aan weerskanten. Het
stompe mes kan nageslepen worden en lichte
verbuigingen kunnen recht gemaakt worden.
- Sterk beschadigde of verbogen messen door
nieuwe vervangen.
l
Controleren of de schroef (F/1) geen slij-
tage vertoont, indien nodig vervangen.
l
De montage in omgekeerde volgorde uitvoe-
ren.
l
De borgring (F/4) dient door een nieuwe te
worden vervangen
- bij sommige maaiers is de moer beveiligd
met een splitpen, in dit geval een nieuwe split-
pen gebruiken.
W
De maaier niet gebruiken wanneer de
messen niet volledig gemonteerd zijn!
Enkel originele vervangstukken van de fa-
brikant gebruiken.
5.11 Bijslijpen van de maaimessen
W
Veiligheidsbril en beschermings-
handschoenen dragen
5. Onderhoud en reparatie
5
F
1 Schroef
2 Moer
3 Mes
4 Borgring
5 Mes-bufferring
Agria-bestel nr. zie blz. 36
agria Struikmaaier 8000 31
5.12 V-snaarspanning voor
Rijaandrijving
l
De onderste afdekplaat (D/5) eraf nemen
l
De moeren losdraaien (D/2)
l
De V-snaar voor de rijaandrijving (D/9) met
behulp van de moer (D/3) zodanig opspannen
dat de V-snaar nog ongeveer 10 – 15 mm kan
doorgeduwd worden en de V-snaar voor de
maaiaandrijving (D/8) los blijft
l
Moeren (D/2) weer vastdraaien
l
Afdekplaat (D/5) weer aanbrengen
I
De V-snaar niet opspannen als de
moeren (D/2) niet losgedraaid zijn!
5.13 Schakeling voor rijaandrijving
l
De instelling moet zodanig gebeuren dat de
machine niet achteruit kan rijden als de rij-
aandrijving ingeschakeld is.
l
De instelling gebeurt met behulp van de stel-
schroef van de bowdenkabel (H/2) en de stel-
schroef aan de koppelingshendel (A/2).
5.14 Schakeling voor
maaiaandrijving
Regelmatig de instelling van de spanrol voor
de maaiaandrijving controleren
l
De plastieken afdekplaat vooraan (A/7) van
de struikmaaier nemen.
Œ De bovenkant van de spanrol (G/1) moet
ongeveer 8 mm onder het bovenste niveau van
de behuizing liggen, indien niet, bijregelen door
mechanische buiging.
Indien de koppelingshendel voor de maai-
aandrijving (A/1) volledig ingedrukt is, dient de
spanrol (G/1) de V-snaar (D/8) voldoende op te
spannen - de veer aan de trekkabel dient onge-
veer 2 mm in verhouding tot de losse toestand te
worden voorgespannen - de trilling van de rol dient
met behulp van de stelschroef van de bowdenka-
bel (H/1) en de stelschroef aan de koppelingshen-
del (A/2) te worden verholpen.
l
De plastieken afdekplaat vooraan (A/7) op-
nieuw aanbrengen.
5. Onderhoud en reparatie
W
Machine alleen in ge-
bruik nemen wanneer
alle bescherminrichtingen en
veiligheidsvoorzieningen zich
in beschermende positie
bevinden en goed functio-
neren!
D
G
H
8 mm
1
2
5
32 agria Struikmaaier 8000
5.15 Vervangen van het V-riem
è
- Serviceç
l
Plastieken afdekplaat vooraan (A/7) en on-
derste afdekplaat (D/5) afnemen
l
Moeren (D/2 en D/3) losdraaien
l
Motor in richting van de maairotor verschui-
ven
l
V-snaar voor rijaandrijving (D/9) eruit nemen
l
V-snaarspaninrichting (D/4) eraf nemen
l
V-snaar voor maaiaandrijving (D/8) uit de
riemschijf (D/10) nemen
l
Riemschijf (G//2) van de maairotor uit de naaf
verwijderen (Schroef M6, 3 moeren M6)
l
V-snaar voor maaiaandrijving (D/8) eruit ne-
men
l
Montage uitvoeren in omgekeerde volgorde
l
V-snaar voor rijaandrijving opspannen
(èzie V-snaarspanning voor rijaandrijving)
l
Installatie van de spanrol controleren
(èzie schakeling voor maaiaandrijving)
l
Plastieken afdekplaat vooraan (A/7) en on-
derste afdekplaat (D/5) weer aanbrengen
W
Gebruik alleen originele speciale
Agria-V-snaren!
Machine alleen in gebruik nemen
wanneer alle bescherminrichtingen en
veiligheidsvoorzieningen zich in be-
schermende positie bevinden en goed
functioneren!
5. Onderhoud en reparatie
5
D
G
1
2
5
agria Struikmaaier 8000 33
5.16 Algemeen
Œ Let op het verliezen van brandstof en olie,
eventueel opruimen.
Schroeven en moeren regelmatig contro-
leren, eventueel natrekken.
5.17 Reiniging
Machine
Na een schoonmaakbeurt met een hogedruk-
reiniger moeten de smeerplaatsen aan de
machine meteen worden gesmeerd, en de
machine dient kort te worden ingeschakeld,
zodat het binnengedrongen water eruit geslin-
gerd wordt.
De lagers moeten voorzien zijn van een vet-
kraag die de lagers beschermt tegen het bin-
nendringen van vuil, plantensappen en vocht.
Motor
Reinig de motor met een doekje. Vermijd het
afspuiten van de motor met een sterke water-
straal, vocht in het ontstekings- en brandstof-
systeem kan leiden tot storingen.
5.18 Verwijdering
Wanneer de machine niet verder gebruikt
wordt, dienen de resterende brandstof en de
olievullingen in afsluitbare bakken te worden
geloosd
De machine, met de technische vloeistoffen,
dient ter verwijdering naar een recyclagebedrijf
te worden gebracht.
5. Onderhoud en reparatie
5
5
Œ
34 agria Struikmaaier 8000
W
Let op de veiligheidsaanwijzingen! Laat grotere problemen aan de machine of de motor altijd op-
lossen door de agria-vakgararage, deze beschikkt over het juiste gereedschap. Ondeskundige
hulp kan grote schade veroorzaken.
storing mogelijke oorzaak oplossing pagina
Motor -Bougiekap is niet aangesloten Bougiekap aansluiten
start niet -Choke-hendel niet in positie CHOKE Choke-hendel in positie CHOKE brengen 22
-Brandstoftank leeg of Brandstoftank vullen
slechte brandstof met schone brandstof 21
-Brandstofleiding verstopt Brandstofleiding reinigen
-Bougie defect Bougie schoonmaken,
afstellen of vervangen BM
-Motor teveel brandstof (verzopen) Bougie drogen, schoonmaken
en starten met volgas BM
-Valse lucht door losgelaten carburateur Bevestigingsschroeven natrekken
en aanzuigleiding
Motor -Motor loopt op choke Chokehendel in positie BEDRIJF brengen 22
hapert -Contactkabel zit los Bougiekap op de bougie vastklemmen,
af en toe bougiekabel vastklemmen,
bougiekab op de bougiekabel vastklemmen
-Brandstofleiding verstopt Brandstofleiding schoonmaken, 21
of slechte brandstof schone brandstof tanken
-Luchttoevoer in de Brandstoftankdop vervangen
brandstoftankdop verstopt
-Water of vuil in het Brandstof aftappen en
brandstofsysteem schone brandstof tanken
-Luchtfilter verontreinigd Luchtfilter schoonmaken of vervangen BM
-Carburateur verkeerd afgesteld Carburateur afstellen
¬
BM
Motor -Te weinig motorolie Meteen motorolie bijvullen BM
wordt -Ventilatiesysteem functioneert niet Luchtrooster schoonmaken, 28
te heet koelribben schoonmaken
¬
28
-Luchtfilter is verontreinigd Luchtfilter reinigen BM
-Carburateur is verkeerd afgesteld Carburateur afstellen
¬
BM
Motor -Ontsteking te krap afgesteld Bougie afstellen BM
haperingen -Stationair toerental Carburateur afstellen
¬
BM
bij hoge niet correct afgesteld
toerentallen
Motor -Ontsteking te ruim afgesteld, Bougie afstellen of vervangen BM
slaat bij Bougie defect
stationair -Luchtfilter verontreinigd Luchtfilter reinigen BM
toerental -Carburateur niet correct afgesteld Carburateur afstellen
¬
BM
vaak af
Motor -Regelstangen zijn verontreinigd, Regelstangen schoonmaken BM
loopt klemmen
onregelmatig
6. Storingen opsporen en verhelpen
6
agria Struikmaaier 8000 35
storing mogelijke oorzaak oplossing pagina
Motor -Motor-uit-schakeling Instelling trekkabel toerentalregeling
¬
BM
springt in is niet correct controleren
stoppositie
niet af
Motor -Luchtfilter verontreinigd Luchtfilter reinigen BM
levert te -Cilinderkop los of Cilinderkop aandraaien,
¬
weinig afdichting beschadigd afdichting vervangen
vermogen -Te weinig compressie Motor laten controleren
¬
Rijaandrijving -Koppelingshendel is Schakeling voor rij- en maaiaandrijving
¬
31
of maai- niet correct ingesteld instellen
aandrijving
komt bij
losgelaten
koppelingshendels
niet tot
stilstand
Teveel -Bevestigingsbouten zijn los Bevestigingsbouten natrekken 30, 33
vibratie -Maaimessen los, verbogen of Motor direct afzetten!
niet correct ingesteld alle moeren en schroeven nalopen,
beschadigde onderdelen vervangen,
V-snaarspanning instellen 30, 33
¬
= Laat dit uitvoeren door een agria-vakgarage!
BM = Motor-handleiding
6. Storingen opsporen en verhelpen
6
36 agria Struikmaaier 8000
Agria-bestel nr.
Brandstof stabilisator:
79909 Brandstof stabilisator zak 5 g
Lak:
18103 Spuitlak berkengroen spuitbus 400 ml
71298 Spuitlak rood, RAL 2002 spuitbus 400 ml
50968 Spuitlak zwart spuitbus 400 ml
Verschleißteile:
76199 Luchtfilterelement, set
75999 Bougie NGK BPR6ES; Bosch WR7DC
479005 Maaimes 58 cm (uitv. 8000 612)
479045 Maaimes 64 cm (uitv. 8000 622)
479004 Mesbout
479046 Mes-bufferring
77310 Borgring SKM10 (voor mesbout)
479000 V-snaar voor maaiaandrijving A13x1480 LW (uitv. 8000 612)
479065 V-snaar voor maaiaandrijving A13x1490 LW (uitv. 8000 622)
479073 V-snaar voor rijaandrijving 10x475 Li ZX
479002 Zwaddoek
479003 Beschermdoek achteraan
Let op: gebruik alleen de originele Agria-V-snaren!
Lak, slijtageonderdelen
agria Struikmaaier 8000 37
6
Onderhouds- en inspectietabel
A = voor iedere ingebruikname
B = na iedere reinigingsbeurt
BM = Motor-handleiding
K = controle- en onderhoudswerkzaamheden kunnen door de bestuurder zelf worden uitgevoerd
W = servicewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een vakkundige garage
* = na 2 jaar
5 8 25 50 100 250
Veiligheidsschakelaar functie
controleren
K 16
Beschermdoeken controleren K 29
Luchtfilter controleren K BM
Koelluchtzeef reinigen K BM
Motoroliepeil controleren,
eventueel bijvullen
K K BM
Omgeving van de uitlaat reinigen K K 28
Maaimessen controleren K K K 30
Motorolie verversen, eerste keer, W BM
verdere keren W BM
Reinigen K 33
Schroeven en moeren controleren K 33
Luchtfilterinzet reinigen W W BM
Luchtfilter-papier-filterelement vervangen,
indien nodig eerder!
W W* BM
Bougie reinigen,
elektrodenafstand afstellen
W BM
Luchtkoelsysteem reinigen,
indien nodig eerder!
W 28
V-snaarspanning controleren 31
V-snaar controleren 31
Bougie vervangen K BM
Radnabe und Freilauf schmieren W W 29
Bowdenkabels smeren W 29
Controleren of de transmissie geen olie
verliest
K 29
Brandstofslangen vernieuwen W* BM
A
Steeds na bedrijfsuren
blz
min.
3mn
dl.
min.
jaarl. B
38 agria Struikmaaier 8000
Afb. B
Motor HONDA GCV160 en GCV190
1 Brandstoftankdop
2 Startgreep
3 Luchtrooster
4 Olievulschroef, oliepeilstok
5 Luchtfilter
6 Carburateur, toerenregelaar
7 Identificatienummer motormodel
8 Bougie, bougiekap
9 Uitlaat met beschermingskap
10 Brandstoftank
11 Brandstofkraan
12 Ventilatorhuis
Aanduiding van de onderdelen
1
2312
5
11
10
6
7
4
9
8
agria Struikmaaier 8000 39
6
Conformiteitsverklaring
Agria-Werke GmbH
Bittelbronner Straße 42
D-74219 Möckmühl
Tel. +49/ (0)6298 /39-0
Fax +49/ (0)6298/39-111
Internet: www.agria.de
Uw agria dealer bij u in de omgeving:
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

Agria 8000 de handleiding

Type
de handleiding