Agria 9200 de handleiding

Categorie
Grasmaaiers
Type
de handleiding
998 905 07.01 agria Mulchhamster type 9200 511 agria-Werke GmbH • D-74215 Möckmühl • Tel. 06298/39-0 • Telefax 06298/38111 • e-mail: [email protected] • Internet: http://www.agria.de 5
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen; Symbolen; Beschrijving van de waarschuwingssymbolen
Lees deze handleiding aandachtig door
voordat u de machine in gebruik neemt en
volg de instructies nauwkeurig op.
Waarschuwingsteken
Dit symbool treft u aan bij alle passages die
betrekking hebben op uw veiligheid. Breng
ook andere gebruikers op de hoogte van
deze veiligheidsaanwijzingen.
Let ook op de veiligheidstechnische aan-
wijzingen in de handleiding van de motor.
Gebruik conform de
bestemming
De struikmaaier is uitsluitend bedoeld voor
het snijden en mulchen van gras en derge-
lijke, struikgewas of houtachtige vegetatie
in de land- en bosbouw, weilanden en
groenvoorziening (gebruik conform
bestemming).
Iedere andere toepassing geldt als niet in
overeenstemming zijnde met het doel waar-
voor de struikmaaier gebouwd is. Voor
schade die door ondoelmatig gebruik
veroorzaakt wordt, kan de fabrikant niet
aansprakelijk worden gesteld. Dit risico is
geheel en al voor de gebruiker.
De door de fabrikant voorgeschreven
gebruiksvoorschriften, alsmede de voor-
schriften met betrekking tot controle,
onderhoud en reparatie dienen in acht te
worden genomen.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor schade die ontstaat door ei-
genhandige wijzigingen aan de machine.
Algemene
veiligheidsvoorschriften
Basisprincipe:
De gebruiker dient zich te houden aan alle
voorschriften ter voorkoming van ongeval-
len, alsmede aan de algemeen geldende
regels wat betreft veiligheid, arbeids-
geneeskunde en wegverkeer.
Bij gebruik van openbare wegen dienen de
geldende verkeersbepalingen in acht te
worden genomen.
Controleer voor ingebruikname van de
struikmaaier altijd eerst de verkeers- en
bedrijfsveiligheid.
De struikmaaier mag slechts gebruikt, on-
derhouden en gerepareerd worden door
personen die over de nodige kennis
beschikken en van de risico’s op de hoogte
zijn.
Personen beneden de 16 jaar mogen de
machine niet bedienen!
Werk alleen bij goed zicht en voldoende
licht.
De bestuurder moet goed aansluitende
werkkleding dragen. Wijde kledingstukken
dienen vermeden te worden. Draag altijd
stevige schoenen!
De waarschuwings- en instructiebordjes op
de machine geven belangrijke aanwijzingen
voor veilig gebruik. Volg deze aanwijzingen
nauwkeurig op, in het belang van uw eigen
veiligheid!
Voor het transport op voertuigen of aanhan-
gers van of naar de werkplek moeten de
motor en de maaiaandrijving worden
afgezet.
Blijf altijd op een veilige afstand van
draaiende werktuigen!
Het maaimes kan door zijn eigen gewicht
nalopen. Blijf op een veilige afstand van de
maaibehuizing. Wacht tot het maaimes tot
stilstand is gekomen en verwijder de bougie,
voordat met werkzaamheden aan de
machine wordt begonnen.
Bij werkzaamheden met extern
aangedreven machineonderdelen bestaat
de kans op beknellingen en andere
verwondingen!
Het is niet toegestaan tijdens de werkzaam-
heden mee te rijden op de struikmaaier.
Aangebouwde werktuigen en ladingen heb-
ben invloed op het rijdrag en het stuur- en
remvermogen van de machine. Let op vol-
doende stuur- en remmogelijkheden. Pas
uw werksnelheid aan aan de
omstandigheden.
Instelling van het motortoerental niet veran-
deren. Een verhoogd toerental vergroot de
kans op ongelukken.
Arbeids- en gevarenbereik
De gebruiker is op de werkplek tegenover
derden verantwoordelijk.
Blijf buiten het gevarenbereik van de struik-
maaier.
Veiligheidsbereik
Markeer voordat met de maai-
werkzaamheden begonnen wordt, het te
maaien oppervlak. Neem een
veiligheidsmarge met een afstand van ten
minste 50 m in acht.
Uit de waarschuwingsaanduidingen moet
blijken dat zich binnen dit bereik geen
personen mogen bevinden.
Wanneer zich personen of dieren binnen dit
bereik ophouden, moet de machine direct
worden uitgeschakeld. De machine mag
niet eerder weer worden gestart voordat het
bereik vrij is.
Controleer voor het starten en wegrijden de
omgeving van de machine. Let vooral op
kinderen en dieren!
Voordat met de werkzaamheden begonnen
wordt, dienen obstakels uit de weg te wor-
den geruimd. Let ook tijdens de
werkzaamheden op obstakels en haal ze
tijdig weg.
Bij werkzaamheden op omheinde plaatsen
dient de veiligheidsafstand tot de omheining
in acht genomen te worden, zodat de ma-
chine niet beschadigd wordt.
Wees bedacht op het feit dat de roterende
maaimessen stenen en wortels kunnen grij-
pen. Voorzichtig!
Bediening en
veiligheidsmaatregelen
Voor de werkzaamheden
Zorg ervoor dat u op de hoogte bent van
alle installaties en bedieningscomponenten,
alsmede van het functioneren ervan. In het
bijzonder dient u te weten hoe u de motor
in geval van nood snel en veilig afzet.
Controleer of alle veiligheidsmaatregelen
zijn getroffen en in de juiste positie zijn ge-
bracht.
Starten
Start de motor niet in afgesloten ruimtes. De
uitlaatgassen bevatten koolmonoxide dat
zeer giftig is wanneer het ingeademd wordt.
Voor het starten van de motor dienen alle
bedieningselementen in stand ‘neutraal’ te
worden gezet.
Wees voorzichtig tijdens het starten en
het maaien, blijf met uw handen en voeten
uit de directe nabijheid van de machine!
Tijdens het starten mag de maaier niet op
de zijkant worden gelegd, of worden
gekanteld.
Ga bij het starten van de motor niet voor de
motormaaier staan.
Tijdens de werkzaamheden
Tijdens de werkzaamheden mag de stuur-
stang nooit worden losgelaten.
Bedieningsstang tijdens de werkzaamhe-
den nooit verstellen – ongevalrisico!
Neem bij alle werkzaamheden met de
maaier die afstand tot de machine in acht,
waartoe u door de stuurstang gedwongen
wordt, vooral bij het nemen van bochten!
Symbolen
W
waarschuwingsteken.
Vindt u bij passages die
betrekking hebben op uw
veiligheid.
belangrijke informatie
motor
luchtfilter
oliepeil
brandstof
wielaandrijving
maaiaandrijving
zichtcontrole
geopend (ontgrendeld)
gesloten (vergrendeld)
draaien met de klok mee
draaien tegen de klok in
uitgelijnd, dynamische balans
è
-
Serviceç
= Laat dit
uitvoeren door een agria-vakgarage!
Het is niet toegestaan tijdens de werkzaam-
heden en het transport op de machine mee
te rijden.
Wanneer de maaier vast zit moet de motor
worden afgezet en de bougie worden ver-
wijderd, en dient de machine met passend
gereedschap te worden schoongemaakt.
Indien de maaier beschadigd is moet de ma-
chine onmiddellijk worden gestopt en de
motor worden afgezet. Laat de schade
direct herstellen!
Bij een defect aan de stuurinrichting de
maaier meteen stoppen en de motor
afzetten. Laat het defect direct repareren!
Wanneer op hellingen het risico van glijden
aanwezig is, mag de machine daar niet wor-
den gebruikt.
Maaien op hellingen tot max. 20°.
Altijd zoveel mogelijk dwars op de helling
werken.
Beëindigen van de
werkzaamheden
Laat de maaier nooit onbeheerd achter als
de motor nog loopt.
Zet de motor en de maai af voordat u de
maaier verlaat.
Tref de nodige voorzorgsmaatregelen om
gebruik door onbevoegden te verhinderen.
Haal de contactsleutel uit het contact (indien
aanwezig) of trek de bougiekap eruit.
Onderhoud en reinigen
Pleeg geen onderhouds- en reinigings-
werkzaamheden aan de machine met
lopende motor.
Bij werkzaamheden aan de motor en de
maai-inrichting dient de bougiekap altijd te
worden verwijderd.
Zijn bepaalde beschermingsinrichtingen of
werktuigen aan slijtage onderhevig, dan
moeten deze regelmatig gecontroleerd en
eventueel vervangen worden!
Beschadigde maaimessen moeten vervan-
gen worden!
Inspectie-interval voor maaimes
aanhouden.
Gebruik bij het vervangen van de messen
passend gereedschap en veiligheids-
handschoenen.
Zorg ervoor dat de motor en de aanbouw-
werktuigen schoon blijven, om brandgevaar
te vermijden.
Moeren en schroeven regelmatig
Lees eerst de handleiding voor-
dat u de machine in gebruik
neemt. Volg veiligheidsvoorschrif-
ten en waarschuwingen nauw-
keurig op!
Voor reinigings-, onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden motor
afzetten en bougiekap eruit
trekken.
Houd bij lopende motor vol-
doende afstand van de maai-
messen!
Tast nooit in bewegende
machineonderdelen. Wacht
totdat ze tot stilstand gekomen
zijn.
Bij lopende motor afstand hou-
den.
Gevaar door wegslingerende
delen. Houd bij lopende motor
een afstand van ten minste 50 m!
controleren of ze vast zitten en eventueel
aandraaien.
Na de onderhouds- en reinigingswerkzaam-
heden dienen de beschermingsinrichtingen
weer te worden aangebracht en in oor-
spronkelijke positie te worden terugge-
bracht.
Houd anti-corrosiemiddelen en
stabilisatoren altijd buiten het bereik van
kinderen. Bij misselijkheid en
braakneigingen direct een arts
waarschuwen. In geval van contact met de
ogen meteen met veel water uitspoelen.
Vermijd het inademen van de dampen.
Altijd originele agria-reserveonderdelen –
vooral maaimessen – gebruiken. Andere
reserveonderdelen moeten kwalitatief
gelijkwaardig zijn en overeenkomen met de
door de firma agria vastgelegde technische
eisen.
Beschrijving van de waarschuwingssymbolen
2. Technische gegevens
&

agria-nr.
Struikmaaier ................................................ Mulchhamster type 9200 511
Werkbreedte: ..................................................... 52 cm Mes 789 86
Motor 4-takt-benzinemotor OHV .... Honda GXV 140;
Vermogen: ..................... bij 3600 min
-1
3,7 kW
......................................
bij 3000 min
-1
3,2 kW
Koppel: ...............max. 10,3 Nm bij 2500 min
-1
Stationair toerental: ............. 2100 ± 150 min
-1
Max toerental onbelast: ....... 3000 ± 100 min
-1
Brandstof:.....gewone benzine; tankinhoud 1l
Brandstofverbruik: ......................... 310 g/kWh
Luchtfilter:............................... papier-element 789 87
Bougie: ...... NGK BPR 5ES; BOSCH WR 8DC 789 88
Koppeling: V-snaarkoppeling met geïntegreerde mesrem
Aandrijving: wormwielaandrijving, transmissieolie SAE 80W/90
Rijsnelheid: ....................................................... 2,06 km/h
Wielen: luchtbanden ............................ 3.50-6AS; 2PR
bandenspanning ....................... 1,2…1,5 bar
V-snaren: wielaandrijving ................................................ 789 85
maaiaandrijving .............................................. 789 84
Stuurstang: ................. in hoogte en zijdelings verstelbaar
Frontbeschermklep ....................................................................... 789 83
Rubber beschermlijst (tussen de wielen) .......................................... 789 82
Geluidsniveau waargenomen door de bestuurder............84,3 dB(A)
(conform de richtlijnen van de landbouwkundige beroepsvereniging)
Trillingsniveau volgens ISO 5349: ..................................... 1,84 m/s
2
Snijcapaciteit: ................................ struiken tot max. Ø 2 cm
Gewicht: ........................................................ ca. 58 kg
Afmeting: (maten in mm)
Mulchhamster
gebruikklaar maken
4 Hoeken van de kartonnen
doos opensnijden en de zijkanten
neerklappen
handleiding HONDA-motor le-
zen en in acht nemen
stuurstang aan de machine
monteren:
1) onderstang aan transmissiebe-
huizing
2) stuur aan de bevestigingsplaat
3) toerentalhendel aan de stuur-
stang
4) Bowden-kabels en elektrische
leiding aan de stuurstang
bevestigen
stuur instellen op arbeidshoogte
®
hoofdstuk 3.2
motorolie bijvullen
® zie handleiding HONDA-motor
motoroliepeil controleren
® zie handleiding HONDA-motor
brandstof bijvullen gewone
benzine
® zie handleiding HONDA-motor
veiligheidsschakeling op func-
tie controleren
® hoofdstuk 5.9
Handleiding
voor
agria
®
struikmaaier
Mulchhamster
4716
&
Type 9200 511 met
Honda-Motor GXV140
52 cm
Motor TMotor T
Motor TMotor T
Motor T
uin Wuin W
uin Wuin W
uin W
erktuigenerktuigen
erktuigenerktuigen
erktuigen
Handleiding nr. 998 905 07.01
Lees eerst de handleiding voordat u de machine in gebruik neemt.
Volg veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen nauwkeurig op!
De technische gegevens, afbeeldingen en maten in deze handleiding zijn niet
bindend. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld. Wij behouden ons het
recht voor veranderingen aan te brengen, zonder deze handleiding te wijzigen.
EG conformiteitsverklaring
volgens de EG-richtlijn machines 98/37/EG
Wij,
agria-Werke GmbH
D-74215 Möckmühl/Württ.
verklaren op eigen verantwoording dat het product
struikmaaier Mulchhamster
type 9200 511
waarop deze verklaring betrekking heeft, overeenkomt met
de desbetreffende wezenlijke veiligheids- en
gezondheidseisen van de EG-richtlijn machines 98/37/EG
en EMV-richtlijn 89/336/EG.
De volgende geharmoniseerde normen zijn toegepast:
pr EN 12733 voor struikmaaier
Möckmühl, 09-08-2000
namens Gregor Czaja namens Ir. Thomas Ilchmann
Hoofd kwaliteitsbewaking Hoofd ontwikkeling en constructie
998 905 07.01 agria Mulchhamster type 9200 511 agria-Werke GmbH • D-74215 Möckmühl • Tel. 06298/39-0 • Telefax 06298/38111 • e-mail: [email protected] • Internet: http://www.agria.de 6
4.2 Motor
uitschakelen
Maaiaandrijving op "0"
toerentalhendel op min.
gedurende ca. 30 sec.
toerentalhendel op
"STOP"
brandstofkraan sluiten
bougiestekker verwijde-
ren bescherming tegen on-
bevoegd gebruik!
? ok
2/3
? ok
? ok
0
a
b
c
0
I
0
II
II
I
I
Let erop dat onderstaande informatie over de struikmaaier al-
leen betrekking heeft op de ingebruikname van de motor.
Alle andere informatie over de motor vindt u in de bijgeleverde motor-
handleiding.
Snijhoogte verstellen
stuurstang verstellen
maaiaandrijving
toerentalhendel
hendel voor wielschake-
ling
hendel voor koppeling en
veiligheidsschakeling
a) startpositie
b) bedrijfspositie
c) stoppositie
W
Voor iedere
ingebruik-
name maaimes con-
troleren op bescha-
digingen, evt. ver-
vangen!
4. Ingebruikname
4.1 Motor starten
Motoroliepeil controleren
luchtfilter schoon?
voldoende brandstof in
de tank?
bougiestekker plaatsen
brandstofkraan openen
veiligheidsschakeling in
startpositie
koude motor:
toerentalhendel op CHOKE
warme motor:
toerentalhendel op 2/3 gas-
positie
motor starten,
na het starten toerental-
hendel terugplaatsen naar
min.
max. 20 °
6
30
sec.
0
I
I
1/2
4.3 Gevarenzone
W
Tijdens het starten en de
werkzaamheden mogen zich
geen personen binnen de
gevarenzone bevinden.
4.4 Veiligheidsbereik
Markeer voordat met de maai-
werkzaamheden begonnen wordt, het
te maaien oppervlak. Neem een
veiligheidsmarge met een afstand van
ten minste 50 m in acht.
Uit de waarschuwingsaanduidingen
moet blijken dat zich binnen dit be-
reik geen personen mogen bevinden.
Wanneer zich personen of dieren bin-
nen dit bereik ophouden, moet de
machine direct worden uitgeschakeld.
De machine mag niet eerder weer
worden gestart voordat het bereik vrij
is.
Maaioppervlak
veiligheidsbereik
waarschuwingsaanduiding
borden
Gevarenzone
4.5 Maaien
Wielaandrijving op "I"
maaiaandrijving op "I"
toerentalhendel op 1/2 gas-
positie
koppeling op "I"
toerentalhendel op "max"
4.6 Maaien op hellingen
tot max. 20°
altijd zoveel mogelijk dwars op
de helling werken
6 50 h
23 Nm
23 Nm
5. Onderhoud en reparatie
Voor het verrichten van reinigings-, onderhouds- en re-
paratiewerkzaamheden moet de motor worden afgezet
en de bougiestekker worden verwijderd.
Veiligheidshandschoenen dragen
5.1 Motor
I
Onderhoud en reparatie
®
zie motor-handleiding!
5.2 Vervangen van het mes
Demontage
Schroef uitdraaien
mes vervangen
W
alleen originele messen gebrui-
ken, zie codenummer op het mes
Montage
mes op de geleidingstap van de mes-
drager leggen
I
Let op de juiste positie van de
snijkant
schroef met borgring monteren en
aandraaien = 23 Nm.
5.3 Mes
Na de eerste bedrijfsuren en vervolgens steeds na
ten minste 50 bedrijfsuren:
Mesbevestiging, en schroeven en moeren in het
algemeen controleren of deze vastzitten
vuil en vreemde objecten van het mes en uit de
mesbehuizing verwijderen
messcherpte controleren, en mes controleren op
beschadigingen
beschadigde messen vervangen!
è
-
Serviceç
maaimes bijslijpen
I
oorspronkelijke snijhoek moet intact blijven.
De mate van slijtage moet aan beide kanten
gelijk zijn, anders ontstaat onbalans.
è
-
Serviceç
5.4 Bescherming bij botsingen
controleren op beschadigingen en slijtage, evt.
vervangen
5.5 Lekkage
Indien olie-lekkage zichtbaar:
oliepeil direct controleren en plaats van de lekkage
afdichten.
è
-
Serviceç
6 200 h
6 50 h
6. Storingen opsporen en verhelpen
b a
a
b a
5.6 Transmissie
Oliepeilcontrole
Voor de eerste ingebruikname en steeds na
50 bedrijfsuren oliepeil controleren.
l
Wiel demonteren
l
olie moet door de opening zichtbaar zijn, evt.
bijvullen
I
alleen transmissieolie SAE 80W/90
gebruiken
Olie verversen
Steeds na 200 bedrijfsuren olie verversen
l
Wiel demonteren
l
olie verversen: olie in een geschikt reser-
voir opvangen en volgens de voorschriften ver-
werken
l
afdichtringen controleren en evt. vervangen
5.7 V-snaar
V-snaar bij iedere onderhoudsbeurt controle-
ren op slijtage en beschadigingen.
Hiertoe kap demonteren
l
contramoer (a) losmaken en greep afschroe-
ven; bij het monteren moer (a) weer borgen
è
-
Serviceç
5.8 Instellen van de Bowden-kabels
l
Contramoer (a) losmaken
l
Bowden-kabelstelschroef (b) verstellen
l
contramoer (a) vastdraaien (borgen)
Speling A = 35 mm voor koppeling en wiel-
schakeling
Bowden-kabel voor maaiaandrijfschakeling
spelingvrij
5.9 Veiligheidsschakeling
Voor iedere ingebruikname en bij iedere
onderhoudsbeurt moeten de veiligheidsscha-
keling en de mesrem worden gecontroleerd
l
motor moet afspringen wanneer de
veiligheidshendel wordt losgelaten
l
bij aangetrokken koppeling moet de mes-
rem het mes binnen 7 sec. tot stilstand bren-
gen
evt.
è
-
Service Service
Service Service
Serviceç
5.10 Reinigen
Na ieder gebruik moet de struikmaaier direct
grondig met water worden gereinigd. Alle
glijdende onderdelen moeten vervolgens met
bio-smeerolie of met bio-smeervet worden
ingevet.
Na reiniging met een hogedrukreiniger moet
de struikmaaier korte tijd in gebruik worden
genomen, zodat het binnengedrongen water
eruit geslingerd wordt.
De motor mag alleen met een doek worden
afgenomen, en niet met een waterstraal wor-
den gereinigd.
5.11 Stalling
Wanneer de struikmaaier langere
tijd niet wordt gebruikt:
l
de machine grondig reinigen
l
lak bijwerken
l
smeerplaatsen smeren en
machine kort in gebruik nemen
l
blanke onderdelen met biologi-
sche anti-corrosieolie inspuiten
l
niet plaatsen in vochtige ruimten,
in ruimten waarin kunstmest ligt
opgeslagen, in stallen of naast-
gelegen ruimten, omdat de kans op
roestvorming in deze ruimten groter
is
l
met een doek of iets dergelijks
afdekken
3. Machine- en bedieningselementen 4. Ingebruikname 5. Onderhoud en reparatie 5. Onderhoud en reparatie 6. Storingen opsporen

Documenttranscriptie

1. Veiligheidstechnische aanwijzingen; Symbolen; Beschrijving van de waarschuwingssymbolen Basisprincipe: De gebruiker dient zich te houden aan alle voorschriften ter voorkoming van ongevallen, alsmede aan de algemeen geldende regels wat betreft veiligheid, arbeidsgeneeskunde en wegverkeer. Bij gebruik van openbare wegen dienen de geldende verkeersbepalingen in acht te worden genomen. Controleer voor ingebruikname van de struikmaaier altijd eerst de verkeers- en bedrijfsveiligheid. De struikmaaier mag slechts gebruikt, onderhouden en gerepareerd worden door personen die over de nodige kennis beschikken en van de risico’s op de hoogte zijn. Personen beneden de 16 jaar mogen de machine niet bedienen! Werk alleen bij goed zicht en voldoende licht. De bestuurder moet goed aansluitende werkkleding dragen. Wijde kledingstukken dienen vermeden te worden. Draag altijd stevige schoenen! De waarschuwings- en instructiebordjes op de machine geven belangrijke aanwijzingen voor veilig gebruik. Volg deze aanwijzingen nauwkeurig op, in het belang van uw eigen veiligheid! Voor het transport op voertuigen of aanhangers van of naar de werkplek moeten de motor en de maaiaandrijving worden afgezet. Blijf altijd op een veilige afstand van draaiende werktuigen! Het maaimes kan door zijn eigen gewicht nalopen. Blijf op een veilige afstand van de maaibehuizing. Wacht tot het maaimes tot stilstand is gekomen en verwijder de bougie, voordat met werkzaamheden aan de machine wordt begonnen. Bij werkzaamheden met extern aangedreven machineonderdelen bestaat 998 905 07.01 De gebruiker is op de werkplek tegenover derden verantwoordelijk. Blijf buiten het gevarenbereik van de struikmaaier. Veiligheidsbereik Markeer voordat met de maaiwerkzaamheden begonnen wordt, het te maaien oppervlak. Neem een veiligheidsmarge met een afstand van ten minste 50 m in acht. Uit de waarschuwingsaanduidingen moet blijken dat zich binnen dit bereik geen personen mogen bevinden. Wanneer zich personen of dieren binnen dit bereik ophouden, moet de machine direct worden uitgeschakeld. De machine mag niet eerder weer worden gestart voordat het bereik vrij is. Controleer voor het starten en wegrijden de omgeving van de machine. Let vooral op kinderen en dieren! Voordat met de werkzaamheden begonnen wordt, dienen obstakels uit de weg te worden geruimd. Let ook tijdens de werkzaamheden op obstakels en haal ze tijdig weg. Bij werkzaamheden op omheinde plaatsen dient de veiligheidsafstand tot de omheining in acht genomen te worden, zodat de machine niet beschadigd wordt. Wees bedacht op het feit dat de roterende maaimessen stenen en wortels kunnen grijpen. Voorzichtig! Bediening en veiligheidsmaatregelen Voor de werkzaamheden Zorg ervoor dat u op de hoogte bent van alle installaties en bedieningscomponenten, alsmede van het functioneren ervan. In het bijzonder dient u te weten hoe u de motor in geval van nood snel en veilig afzet. Controleer of alle veiligheidsmaatregelen zijn getroffen en in de juiste positie zijn gebracht. Beëindigen van de werkzaamheden W Laat de maaier nooit onbeheerd achter als de motor nog loopt. Zet de motor en de maai af voordat u de maaier verlaat. Tref de nodige voorzorgsmaatregelen om gebruik door onbevoegden te verhinderen. Haal de contactsleutel uit het contact (indien aanwezig) of trek de bougiekap eruit. Werkbreedte: Motor ................................................ Mulchhamster agria-nr. type 9200 511 ..................................................... 52 cm Mes 789 86 4-takt-benzinemotor OHV .... Honda GXV 140; Vermogen: ..................... bij 3600 min-1 3,7 kW ...................................... bij 3000 min-1 3,2 kW Koppel: ............... max. 10,3 Nm bij 2500 min-1 Stationair toerental: ............. 2100 ± 150 min-1 Max toerental onbelast: ....... 3000 ± 100 min-1 Brandstof:.....gewone benzine; tankinhoud 1l Brandstofverbruik: ......................... 310 g/kWh Luchtfilter: ............................... papier-element Bougie: ...... NGK BPR 5ES; BOSCH WR 8DC Koppeling: V-snaarkoppeling met geïntegreerde mesrem Aandrijving: wormwielaandrijving, transmissieolie SAE 80W/90 Rijsnelheid: Wielen: waarschuwingsteken. Vindt u bij passages die betrekking hebben op uw veiligheid. Tijdens de werkzaamheden Tijdens de werkzaamheden mag de stuurstang nooit worden losgelaten. Bedieningsstang tijdens de werkzaamheden nooit verstellen – ongevalrisico! Neem bij alle werkzaamheden met de agria Mulchhamster type 9200 511 Handleiding voor ® agria struikmaaier Mulchhamster Type 9200 511 met Honda-Motor GXV140 52 cm luchtbanden ............................ 3.50-6AS; 2PR bandenspanning ....................... 1,2…1,5 bar 789 85 789 84 789 83 789 82 Geluidsniveau waargenomen door de bestuurder ............ 84,3 dB(A) (conform de richtlijnen van de landbouwkundige beroepsvereniging) Trillingsniveau volgens ISO 5349: ..................................... 1,84 m/s2 Snijcapaciteit: motor ................................ struiken tot max. Ø 2 cm Gewicht: ........................................................ ca. 58 kg Afmeting: (maten in mm) luchtfilter 4716 oliepeil & brandstof Lees eerst de handleiding voordat u de machine in gebruik neemt. Volg veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen nauwkeurig op! Handleiding nr. 998 905 wielaandrijving maaiaandrijving Œ zichtcontrole  & geopend (ontgrendeld) gesloten (vergrendeld) draaien met de klok mee Mulchhamster gebruikklaar maken Œ 4 Hoeken van de kartonnen doos opensnijden en de zijkanten neerklappen EG conformiteitsverklaring zen en in acht nemen volgens de EG-richtlijn machines 98/37/EG draaien tegen de klok in Ž stuurstang uitgelijnd, dynamische balans aan de machine monteren: è - Serviceç = Laat dit uitvoeren door een agria-vakgarage! 1) onderstang aan transmissiebehuizing 2) stuur aan de bevestigingsplaat Beschrijving van de waarschuwingssymbolen 3) toerentalhendel aan de stuurstang 4) Bowden-kabels en elektrische leiding aan de stuurstang bevestigen stuur instellen op arbeidshoogte ® hoofdstuk 3.2  motorolie bijvullen   ‘ ® zie handleiding HONDA-motor  motoroliepeil controleren ® zie handleiding HONDA-motor ‘ brandstof ’ bijvullen gewone 07.01 De technische gegevens, afbeeldingen en maten in deze handleiding zijn niet bindend. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld. Wij behouden ons het recht voor veranderingen aan te brengen, zonder deze handleiding te wijzigen.  handleiding HONDA-motor le- Ž Starten Start de motor niet in afgesloten ruimtes. De uitlaatgassen bevatten koolmonoxide dat zeer giftig is wanneer het ingeademd wordt. Voor het starten van de motor dienen alle bedieningselementen in stand ‘neutraal’ te worden gezet. Wees voorzichtig tijdens het starten en het maaien, blijf met uw handen en voeten uit de directe nabijheid van de machine! Tijdens het starten mag de maaier niet op de zijkant worden gelegd, of worden gekanteld. Ga bij het starten van de motor niet voor de motormaaier staan. Motor T uin W erktuigen Tuin Werktuigen 789 87 789 88 ....................................................... 2,06 km/h wielaandrijving ................................................ maaiaandrijving .............................................. Stuurstang: ................. in hoogte en zijdelings verstelbaar Frontbeschermklep ....................................................................... Rubber beschermlijst (tussen de wielen) .......................................... belangrijke informatie Onderhoud en reinigen Pleeg geen onderhouds- en reinigingswerkzaamheden aan de machine met lopende motor. Bij werkzaamheden aan de motor en de maai-inrichting dient de bougiekap altijd te worden verwijderd. Zijn bepaalde beschermingsinrichtingen of werktuigen aan slijtage onderhevig, dan moeten deze regelmatig gecontroleerd en eventueel vervangen worden! Beschadigde maaimessen moeten vervangen worden! Inspectie-interval voor maaimes aanhouden. Gebruik bij het vervangen van de messen passend gereedschap en veiligheidshandschoenen. Zorg ervoor dat de motor en de aanbouwwerktuigen schoon blijven, om brandgevaar te vermijden. Moeren en schroeven regelmatig Struikmaaier V-snaren: Symbolen Gevaar door wegslingerende delen. Houd bij lopende motor een afstand van ten minste 50 m! Algemene veiligheidsvoorschriften Arbeids- en gevarenbereik Bij lopende motor afstand houden. De struikmaaier is uitsluitend bedoeld voor het snijden en mulchen van gras en dergelijke, struikgewas of houtachtige vegetatie in de land- en bosbouw, weilanden en groenvoorziening (gebruik conform bestemming). Iedere andere toepassing geldt als niet in overeenstemming zijnde met het doel waarvoor de struikmaaier gebouwd is. Voor schade die door ondoelmatig gebruik veroorzaakt wordt, kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld. Dit risico is geheel en al voor de gebruiker. De door de fabrikant voorgeschreven gebruiksvoorschriften, alsmede de voorschriften met betrekking tot controle, onderhoud en reparatie dienen in acht te worden genomen. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die ontstaat door eigenhandige wijzigingen aan de machine. controleren of ze vast zitten en eventueel aandraaien. Na de onderhouds- en reinigingswerkzaamheden dienen de beschermingsinrichtingen weer te worden aangebracht en in oorspronkelijke positie te worden teruggebracht. Houd anti-corrosiemiddelen en stabilisatoren altijd buiten het bereik van kinderen. Bij misselijkheid en braakneigingen direct een arts waarschuwen. In geval van contact met de ogen meteen met veel water uitspoelen. Vermijd het inademen van de dampen. Altijd originele agria-reserveonderdelen – vooral maaimessen – gebruiken. Andere reserveonderdelen moeten kwalitatief gelijkwaardig zijn en overeenkomen met de door de firma agria vastgelegde technische eisen. Tast nooit in bewegende machineonderdelen. Wacht totdat ze tot stilstand gekomen zijn. Gebruik conform de bestemming Het is niet toegestaan tijdens de werkzaamheden en het transport op de machine mee te rijden. Wanneer de maaier vast zit moet de motor worden afgezet en de bougie worden verwijderd, en dient de machine met passend gereedschap te worden schoongemaakt. Indien de maaier beschadigd is moet de machine onmiddellijk worden gestopt en de motor worden afgezet. Laat de schade direct herstellen! Bij een defect aan de stuurinrichting de maaier meteen stoppen en de motor afzetten. Laat het defect direct repareren! Wanneer op hellingen het risico van glijden aanwezig is, mag de machine daar niet worden gebruikt. Maaien op hellingen tot max. 20°. Altijd zoveel mogelijk dwars op de helling werken. Houd bij lopende motor voldoende afstand van de maaimessen! Dit symbool treft u aan bij alle passages die betrekking hebben op uw veiligheid. Breng ook andere gebruikers op de hoogte van deze veiligheidsaanwijzingen. Let ook op de veiligheidstechnische aanwijzingen in de handleiding van de motor. maaier die afstand tot de machine in acht, waartoe u door de stuurstang gedwongen wordt, vooral bij het nemen van bochten! Voor reinigings-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden motor afzetten en bougiekap eruit trekken. Waarschuwingsteken de kans op beknellingen en andere verwondingen! Het is niet toegestaan tijdens de werkzaamheden mee te rijden op de struikmaaier. Aangebouwde werktuigen en ladingen hebben invloed op het rijdrag en het stuur- en remvermogen van de machine. Let op voldoende stuur- en remmogelijkheden. Pas uw werksnelheid aan aan de omstandigheden. Instelling van het motortoerental niet veranderen. Een verhoogd toerental vergroot de kans op ongelukken. Lees eerst de handleiding voordat u de machine in gebruik neemt. Volg veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen nauwkeurig op! Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de machine in gebruik neemt en volg de instructies nauwkeurig op. 2. Technische gegevens Wij, agria-Werke GmbH D-74215 Möckmühl/Württ. verklaren op eigen verantwoording dat het product struikmaaier Mulchhamster type 9200 511 waarop deze verklaring betrekking heeft, overeenkomt met de desbetreffende wezenlijke veiligheids- en gezondheidseisen van de EG-richtlijn machines 98/37/EG en EMV-richtlijn 89/336/EG. De volgende geharmoniseerde normen zijn toegepast: pr EN 12733 voor struikmaaier Möckmühl, 09-08-2000 benzine ® zie handleiding HONDA-motor ’ veiligheidsschakeling op functie controleren ® hoofdstuk 5.9 namens Gregor Czaja Hoofd kwaliteitsbewaking namens Ir. Thomas Ilchmann Hoofd ontwikkeling en constructie agria-Werke GmbH • D-74215 Möckmühl • Tel. 06298/39-0 • Telefax 06298/38111 • e-mail: [email protected] • Internet: http://www.agria.de 5 3. Machine- en bedieningselementen I 4. Ingebruikname Let erop dat onderstaande informatie over de struikmaaier alleen betrekking heeft op de ingebruikname van de motor. Œ  Alle andere informatie over de motor vindt u in de bijgeleverde motorhandleiding.  stuurstang verstellen   Ž ŽI 0 0 ‘  toerentalhendel op min. 6 I sec. 30 Ž toerentalhendel "STOP" Onderhoud en reparatie ®zie motor-handleiding! Œ op  brandstofkraan sluiten Œ Schroef uitdraaien  mes vervangen  bougiestekker verwijde- W  ren – bescherming tegen onbevoegd gebruik! ling Voor iedere ingebruikname maaimes controleren op beschadigingen, evt. vervangen! Œ W Ž  Ž   Œ Ž  07.01 4. Ingebruikname Œ Maaioppervlak  veiligheidsbereik Ž waarschuwingsaanduiding Œ  brandstofkraan openen koude motor: Ž “   toerentalhendel op 2/3 gaspositie “ motor starten, ” na het starten toerental- hendel terugplaatsen naar min. agria Mulchhamster type 9200 511  Œ è Let op de juiste positie van de snijkant Ž schroef met borgring monteren en aandraaien = 23 Nm. 5.3 Mes  toerentalhendel op "max" max. 20 ° Œ tot max. 20°  altijd zoveel mogelijk dwars op de helling werken  Œ Speling A = 3–5 mm voor koppeling en wielschakeling  Bowden-kabel voor maaiaandrijfschakeling a spelingvrij 5.9 Veiligheidsschakeling Voor iedere ingebruikname en bij iedere onderhoudsbeurt moeten de veiligheidsschakeling en de mesrem worden gecontroleerd 5.11 Stalling Wanneer de struikmaaier langere tijd niet wordt gebruikt: l de machine grondig reinigen l motor moet afspringen wanneer de veiligheidshendel wordt losgelaten l bij aangetrokken koppeling moet de mesrem het mes binnen 7 sec. tot stilstand brengen - Service Serviceç è l smeerplaatsen smeren en machine kort in gebruik nemen 5.10 Reinigen - Serviceç  maaimes bijslijpen l blanke onderdelen met biologische anti-corrosieolie inspuiten - Serviceç l niet plaatsen in vochtige ruimten, in ruimten waarin kunstmest ligt opgeslagen, in stallen of naastgelegen ruimten, omdat de kans op roestvorming in deze ruimten groter is 5.4 Bescherming bij botsingen l met een doek of iets dergelijks afdekken I 5.5 Lekkage Indien olie-lekkage zichtbaar: 4.6 Maaien op hellingen l contramoer (a) vastdraaien (borgen) a evt. è I  b l lak bijwerken controleren op beschadigingen en slijtage, evt. vervangen  koppeling op "I" l Bowden-kabelstelschroef (b) verstellen beschadigde messen vervangen! è positie l Contramoer (a) losmaken Œ Mesbevestiging, en schroeven en moeren in het algemeen controleren of deze vastzitten Ž messcherpte controleren, en mes controleren op beschadigingen - Serviceç 5.8 Instellen van de Bowden-kabels Œ Na de eerste bedrijfsuren en vervolgens steeds na ten minste 50 bedrijfsuren: oorspronkelijke snijhoek moet intact blijven. De mate van slijtage moet aan beide kanten gelijk zijn, anders ontstaat onbalans. Ž toerentalhendel op 1/2 gas- 1/2  mes op de geleidingstap van de mes-  vuil en vreemde objecten van het mes en uit de mesbehuizing verwijderen   maaiaandrijving op "I"  toerentalhendel op CHOKE warme motor: I 6 50 h 23 Nm – Œ Wielaandrijving op "I" l contramoer (a) losmaken en greep afschroeven; bij het monteren moer (a) weer borgen b Ž 4.5 Maaien  ‘ veiligheidsschakeling in ’ Œ borden startpositie ” 998 905 Wanneer zich personen of dieren binnen dit bereik ophouden, moet de machine direct worden uitgeschakeld. De machine mag niet eerder weer worden gestart voordat het bereik vrij is.  bougiestekker plaatsen 2/3 ‘ c) stoppositie Uit de waarschuwingsaanduidingen moet blijken dat zich binnen dit bereik geen personen mogen bevinden. de tank? “ ’ ’” b) bedrijfspositie Œ Motoroliepeil controleren  luchtfilter schoon? ? ok Ž voldoende brandstof in ‘ 23 Nm Markeer voordat met de maaiwerkzaamheden begonnen wordt, het te maaien oppervlak. Neem een veiligheidsmarge met een afstand van ten minste 50 m in acht. ? ok  Olie verversen Steeds na 200 bedrijfsuren olie verversen l Wiel demonteren l olie verversen: olie in een geschikt reservoir opvangen en volgens de voorschriften verwerken l afdichtringen controleren en evt. vervangen Montage I 4.4 Veiligheidsbereik 4.1 Motor starten  I 5.7 V-snaar drager leggen Gevarenzone ? ok a Oliepeilcontrole Voor de eerste ingebruikname en steeds na 50 bedrijfsuren oliepeil controleren. l Wiel demonteren l olie moet door de opening zichtbaar zijn, evt. bijvullen alleen transmissieolie SAE 80W/90 gebruiken V-snaar bij iedere onderhoudsbeurt controleren op slijtage en beschadigingen. Tijdens het starten en de werkzaamheden mogen zich geen personen binnen de gevarenzone bevinden. a) startpositie W 6 200 h 4.3 Gevarenzone a c alleen originele messen gebruiken, zie codenummer op het mes Ž 5.6 Transmissie Hiertoe kap demonteren  hendel voor wielschake- ‘ hendel voor koppeling en 0 I 6 50 h 5.2 Vervangen van het mes Demontage veiligheidsschakeling b  5.1 Motor gedurende ca. 30 sec.   toerentalhendel  Œ Voor het verrichten van reinigings-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet de motor worden afgezet en de bougiestekker worden verwijderd. Œ Maaiaandrijving op "0"  Ž maaiaandrijving  5. Onderhoud en reparatie 4.2 Motor uitschakelen 0 5. Onderhoud en reparatie 6. Storingen opsporen Veiligheidshandschoenen dragen Œ Snijhoogte verstellen Œ  5. Onderhoud en reparatie oliepeil direct controleren en plaats van de lekkage afdichten. è - Serviceç Na ieder gebruik moet de struikmaaier direct grondig met water worden gereinigd. Alle glijdende onderdelen moeten vervolgens met bio-smeerolie of met bio-smeervet worden ingevet. Na reiniging met een hogedrukreiniger moet de struikmaaier korte tijd in gebruik worden genomen, zodat het binnengedrongen water eruit geslingerd wordt. De motor mag alleen met een doek worden afgenomen, en niet met een waterstraal worden gereinigd. 6. Storingen opsporen en verhelpen 6WRULQJ 0 RJHOLMNHRRU]DDN 2SORVVLQJ 7HYHHOYLEUDWLH %HYHVWLJLQJVERXWHQ]LMQ %HYHVWLJLQJVERXWHQ ORV FRQWUROHUHQHYWQDWUHNNHQ YRRUDOPHVEHYHVWLJLQJ 0HVVHQRQEDODQV 0HVVHQXLWOLMQHQ 0DDLSUHVWDWLHV WHYHHOVQLMJRHG NOHLQHUHVQLMEUHHGWH QHPHQDI 0HVVHQ]LMQVWRPS 0HVVHQVOLMSHQ 6LNNHOPHVGUDDLW %ORNNDGHGRRUWHYHHO %ORNNDGHRSKHIIHQ QLHW VQLMJRHGRIYUHHPGH REMHFWHQ agria-Werke GmbH • D-74215 Möckmühl • Tel. 06298/39-0 • Telefax 06298/38111 • e-mail: [email protected] • Internet: http://www.agria.de 6
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6

Agria 9200 de handleiding

Categorie
Grasmaaiers
Type
de handleiding