Agria 0400 de handleiding

Type
de handleiding
Lees voordat u de machine in gebruik neemt eerst de handleiding.
Volg veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen nauwkeurig op!
Handleiding nr.
998 802-C 01.14
&
CombiwerktuigCombiwerktuig
CombiwerktuigCombiwerktuig
Combiwerktuig
400E en 400K400E en 400K
400E en 400K400E en 400K
400E en 400K
3348, 5117, 3346
Briggs&Stratton Motor
HandleidungHandleidung
HandleidungHandleidung
Handleidung
Vertaling van het oorspronkeijke handleidingVertaling van het oorspronkeijke handleiding
Vertaling van het oorspronkeijke handleidingVertaling van het oorspronkeijke handleiding
Vertaling van het oorspronkeijke handleiding
2 agria-Combiwerktuig 400E/400K
Symbolen, typeplaatje
Hier invullen:
Machine art. nr.:.............................
Identificatie/machine nr.:
.......................................................
Motor type:.....................................
Motor nr.:.......................................
Datum aankoop:............................
Typeplaatje:
zie blz. 3/afb. A/9 of blz. 7/afb. C/9
Motortype en motornr.
zie blz. 3/afb. B/6 of blz. 7/afb. D/6
Bij bestelling van reserveonderdelen
deze gegevens vermelden om fouten
bij levering te vermijden.
Alleen originele agria-reserveon-
derdelen gebruiken!
De technische gegevens, afbeeldin-
gen en maten in deze handleiding zijn
niet bindend. De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld. Wij
behouden ons het recht voor veran-
deringen aan te brengen, zonder
deze handleiding te wijzigen.
Levering:
l
handleiding
l
weidemaaier – basismachine
l
stuurstang met schroefknop
l
gereedschapsset
bij uitvoering 400K bovendien:
l
Startbatterij met accuzuur
Symbolen
waarschuwingsteken. Vindt u bij
passages die betrekking hebben
op uw veiligheid
belangrijke informatie
brandstof
choke
motor
luchtfilter
motorolie
motoroliepeil
transmissieolie-oliepeil
zichtcontrole
maaiaandrijving
Fahrantrieb
vooruit
achteruit
geopend (ontgrendeld)
gesloten (vergrendeld)
aftakas
è - Serviceç= Laat dit uit-
voeren door een agria-vakgarage!
agria-Combiwerktuig 400E/400K 3
Aanduiding van de onderdelen
A
B
Uitv.
Briggs & Stratton 5 HP
135 202
Uitv.
Briggs & Stratton Power Built 190
110 412
type 400E
4 agria-Combiwerktuig 400E/400K
Afbeelding A
1 Aftakasschakelhendel
2 Aankoppelen van frontaanbouwwerktuigen
3 Transmissieolievul- en controleschroef
4 Aankoppelen van achteraanbouwwerktuigen
5 Ringgroef aan de wielas
6 Wielas
7 Transmissiedeksel/Transmissieolieaftapopening
8 Aftakas/aftakasbeschermingskap
9Typeplaatje (
identificatie/machine nr.)
10 Stuur
11 Snaarbescherming (V-snaarkoppeling)
12 Aandrijfwiel
13 Aandrijfwiel-haarspeldveer
14 Beschermplaat
Afbeelding B
1 Luchtfilter
2 Carburateur
3 Brandstoftankdeksel
4 Brandstoftank
5 Choke-hendel
6 Motor-typenr.
7 Starterhandgreep
8 Koelluchtzeef
9 Uitlaat met beschermingskap
10 Bougie/bougiekap
11 Motorolie -vulschroef -controleopening
12 Motorolie -aftapplug
13 Brandstofkraan (slechts uitv. Power Built 190)
Aanduiding van de onderdelen
type 400E
agria-Combiwerktuig 400E/400K 5
Inhoudsopgave
3
5
2
1
4
6
Inhoud pakket ................................... 2
Aanduiding van de
onderdelen................... 3,7,62,66
Aanwijzingen bij uitpakken,
montage .................................... 9
Aanbevelingen
Smeermiddelen, roestwerende
middelen ......................................... 10
Brandstof ........................................ 10
Onderhoud en reparatie ................. 10
1. Veiligheidstechnische
aanwijzingen......................11-15
2. Technische gegevens
Afmetingen 400E / 400K ......... 16 / 18
Combiwerktuig 400E / 400K .... 16 / 18
Geluidsniveau .......................... 16 / 18
Trillingsniveau .......................... 16 / 18
Motor, uitvoering 400E / 400K . 17 / 19
Gebruik op hellingen................ 17 / 19
3. Machine- en
bedieningselementen
Motor............................................... 20
Toerentalregulatiehendel ................ 21
Veiligheidsschakeling ..................... 21
Choke, Brandstofkraan ................... 22
Koppeling ........................................ 22
Transmissie .............................. 22 - 25
Aandrijfwielen .......................... 26 - 30
Aftakas............................................ 31
Stander ........................................... 31
Stuurstang ...................................... 32
Accu ................................................ 33
Aanbouwwerktuigen ................ 34 - 37
Hakken, aanaarden ................. 38 - 40
4. Ingebruikname en bediening
Eerste ingebruikname .................... 41
De motor starten ............................. 42
De motor afzetten ........................... 43
Werkzaamheden verrichten............ 44
Gevarenzone .................................. 44
5. Onderhoud en reparatie
Motor 400E / 400K................... 45 / 46
Luchtfilter ........................................ 47
Brandstofinstallatie ......................... 47
Koeling ............................................ 48
Bougie............................................. 48
Regelaar ......................................... 48
Uitlaat.............................................. 48
Toerentalbediening ......................... 49
Afstelling carburateur...................... 49
Accu (400K) .................................... 49
Machine .......................................... 50
Aandrijfwielen ................................. 50
Veiligheidsschakeling ..................... 51
Speling van de koppeling ......... 51- 52
Algemeen........................................ 53
Reinigen.......................................... 53
De machine stallen ......................... 54
6. Storingen opsporen
en verhelpen ....................56 - 57
Schakelschema ...................... 58
Smeerschema......................... 58
Lak, slijtageonderdelen ......... 59
Onderhouds- en inspectietabel
................................................. 64
Conformiteitsverklaring......... 67
Let op uitklappagina’s!
Abb. A + B (400E) .................... 3
Abb. C + D (400K) .................... 7
Abb. E + F (400E)................... 62
Abb. G + H (400K).................. 66
6 agria-Combiwerktuig 400E/400K
agria-Combiwerktuig 400E/400K 7
C
D
Aanduiding van de onderdelen
type 400
K
8 agria-Combiwerktuig 400E/400K
Afbeelding C
1 Aftakasschakelhendel
2 Aankoppelen van frontaanbouwwerktuigen
3 Transmissieolievul- en controleschroef
4 Aankoppelen van achteraanbouwwerktuigen
5 Ringgroef aan de wielas
6 Wielas
7 Transmissiedeksel/Transmissieolieaftapopening
8 Aftakas/aftakasbeschermingskap
9Typeplaatje (
identificatie/machine nr.)
10 Stuur
11 Snaarbescherming (V-snaarkoppeling)
12 Aandrijfwiel
13 Aandrijfwiel-haarspeldveer
14 Beschermplaat
Afbeelding D
1 Luchtfilter
2 Carburateur
3 Brandstoftankdeksel
4 Brandstoftank
5 Choke-hendel
6 Motor-typenr.
7 Starterhandgreep
8 Koelluchtzeef
9 Uitlaat met beschermkap
10 Bougie/bougiekap
11 Motorolie -vulschroef -peilstok
12 Motorolie -aftapplug
13 Elektrische starter
14 Accu
Aanduiding van de onderdelen
type 400
K
agria-Combiwerktuig 400E/400K 9
Montageaanwijzingen
l
Doos aan de bovenzijde openen.
l
De achterste 2 hoeken van de doos opensnijden
en de achterwand omlaag klappen.
l
Stuurbevestigingsschroef (3+4) uitschroeven en
verwijderen
l
Stuurstang (2) omhoog bewegen en de be-
vestigingsschroef (3+4) monteren en vast-
draaien.
l
Wielen monteren (zie beschrijving blz. 26).
l
Maatregelen treffen voor de eerste ingebruik-
name (zie beschrijving blz. 41).
Bovendien bij uitvoering type 400K:
Voor de accu 12V 6Ah (motoraccu) dient een gebrui-
kelijke acculader te worden gebruikt met gelijkstroom
12V en max. 0,6 A laadstroom. - De accu
is ingesloten in de verpakking en dient voor de montage
met het bijgeleverde accuzuur te worden opgevuld en
volledig te worden opgeladen.
l
Na de accu uit de verpakking te hebben genomen,
ze volgens de bijgevoegde gebruiksaanwijzing vul-
len met het bijgeleverde accuzuur en afsluiten. Tij-
dens het vullen dient de temperatuur van de accu en
het zuur minstens 10°C te bedragen.
l
De accu in de acculader (5) zetten en met de trek-
veer (6) aanspannen (langs de accu en de haak in
het gat "A" hangen) en erop letten dat de bescher-
mingsleiding (7) zich binnen het bereik van de pool
bevindt.
l
De accukabel vastklemmen; eerst de pluspool (+)
rode kabel, dan de minpool (-) zwarte kabel vast-
klemmen - erop letten dat de poolschroeven goed
vast zitten.
- Tijdens de demontage, eerst de pluspool (+), en
daarna de minpool (-) afklemmen.
- De accupolen en poolschroeven licht invetten met
zuurvrij vet.
- De beschermkap van de klem (8) over de pluspool
monteren.
I
Zowel de ingebruikname van de accu als het
onderhoud en de instandhouding dienen te ge-
beuren volgens de gebruiksaanwijzing van de accu-
fabricant pagina 33.
1 zeskantschroef (poolschroef)
2 vierhoekige moer
3 accu
4 accukabel
5 acculader
6 trekveer
7 beschermingsleiding
8 beschermkap van de klem
60
10 agria-Combiwerktuig 400E/400K
Smeermiddelen en
anticorrosiemiddelen:
Gebruik voor de motor en de transmis-
sie de voorgeschreven smeermiddelen
(zie ‘Technische gegevens’).
Voor ‘open‘ smeerpunten en smeernip-
pels adviseren wij het gebruik van bio-
logisch afbreekbare olie of smeervet
(volgens de aanwijzingen in de hand-
leiding).
Voor het onderhoud van de machines
en werktuigen adviseren wij biologisch
afbreekbare corrosiewerende olie
(niet gebruiken op gelakte uitwendige
bekledingen). Het anticorrosiemiddel
kan met een kwast of met een spuitbus
worden aangebracht.
Biologische smeermiddelen en corrosie-
werende olie zijn milieuvriendelijk om-
dat ze biologisch snel afbreekbaar zijn.
Wanneer u biologisch afbreekbare
smeermiddelen en corrosiewerende olie
gebruikt, gaat u bewust om met het mi-
lieu en levert u een positieve bijdrage
aan de gezondheid van mens, fauna en
flora.
Brandstof:
Deze motor loopt zowel op loodvrije
normale en superbenzine als op ge-
lode superbenzine.
Voeg aan de benzine geen olie toe.
Wanneer om milieutechnische redenen
loodvrije benzine gebruikt wordt, dient
u bij motoren die langer dan 30 dagen
niet gebruikt worden de brandstof af te
tappen, om afzetting van harsresidu’s in
de carburateur, het brandstoffilter en de
brandstoftank te vermijden. U kunt de
brandstof ook vermengen met een
brandstofstabilisator.
Zie ook hoofdstuk ‘Motor in conditie hou-
den’.
Onderhoud en reparatie:
Bij de agria-dealer werken gekwalificeer-
de monteurs die de machine vakkundig
onderhouden en repareren.
Voer grotere onderhouds- en reparatie-
werkzaamheden alleen zelf uit wanneer
u beschikt over het juiste gereedschap
en de vereiste technische kennis van
machines en verbrandingsmotoren.
Klop nooit met harde voorwerpen of
metalen gereedschappen tegen het
vliegwiel. Het kan scheuren en tijdens
gebruik uiteen springen, zodat verwon-
dingen of materiële schade veroorzaakt
wordt. Demonteer het vliegwiel uitslui-
tend met passend gereedschap.
Aanbevelingen
agria-Combiwerktuig 400E/400K 11
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
Lees deze handleiding aandachtig door
voordat u de machine in gebruik neemt
en volg de instructies nauwkeurig op.
Waarschuwingsteken
Dit symbool treft u aan bij alle passages
die betrekking hebben op uw veiligheid.
Breng ook andere gebruikers op de hoog-
te van deze veiligheidsaanwijzingen.
Gebruik conform de
bestemming
Het combiwerktuig is een zelfrijdende, een-
assige werkmachine die met de hand wordt
bediend en die verschillende door de fabri-
kant geautoriseerde aanbouwwerktuigen
kan aandrijven en/of trekken. Wordt toege-
past voor bv. grondbewerking, maaien van
gras of weiden, winterdienst en vegen (ge-
bruik conform de bestemming).
Iedere andere toepassing geldt als niet in
overeenstemming zijnde met het doel
waarvoor het werktuig gebouwd is. Voor
schade die door ondoelmatig gebruik ver-
oorzaakt wordt, kan de fabrikant niet aan-
sprakelijk worden gesteld. Dit risico is ge-
heel en al voor de gebruiker.
Tijdens het gebruik van de combiwerktuig
op openbare wegen dienen de bepalingen
van de nationale verkeersvoorschriften te
worden in acht genomen, bv. reflectoren,
verlichting.
Het combiwerktuig is niet voorzien om te
worden gebruikt met een aanhangwagen
op openbare wegen of als trekmachine
zonder aanbouwwerktuig.
De door de fabrikant voorgeschreven ge-
bruiksvoorschriften, alsmede de voor-
schriften met betrekking tot controle, on-
derhoud en reparatie dienen in acht te
worden genomen.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor schade die ontstaat door ei-
genhandige wijzigingen aan de machine.
Algemene
veiligheidsvoorschriften
Basisprincipe:
De gebruiker dient zich te houden aan alle
voorschriften ter voorkoming van ongeval-
len, alsmede aan de algemeen geldende
regels wat betreft veiligheid, arbeidsge-
neeskunde en wegverkeer.
Bij gebruik van openbare wegen dienen
de geldende verkeersbepalingen in acht
te worden genomen.
Controleer voor ingebruikname van het
combiwerktuig altijd eerst de verkeers- en
bedrijfsveiligheid.
Het combiwerktuig mag slechts gebruikt, on-
derhouden en gerepareerd worden door per-
sonen die over de nodige kennis beschikken
en van de risico’s op de hoogte zijn.
Personen beneden de 16 jaar mogen de
machine niet bedienen!
Werk alleen bij goed zicht en voldoende
licht.
De bestuurder moet goed aansluitende
werkkleding dragen. Wijde kledingstukken
dienen vermeden te worden. Draag altijd
stevige schoenen!
De waarschuwings- en instructiebordjes
op de machine geven belangrijke aanwij-
zingen voor veilig gebruik. Volg deze aan-
wijzingen nauwkeurig op, in het belang van
uw eigen veiligheid!
Zet de motor af wanneer u de machine
transporteert van en naar de werkplek.
Blijf altijd op een veilige afstand van
draaiende werktuigen!
Voorzichtig met nalopende werktuigen.
Wachten tot het werktuig helemaal stil staat!
Bij werkzaamheden met extern aangedre-
ven machineonderdelen bestaat de kans
op beknellingen en andere verwondingen!
Het is niet toegestaan tijdens de werkzaam-
heden mee te rijden op het werktuig.
1
1
12 agria-Combiwerktuig 400E/400K
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
Aangebouwde werktuigen en ladingen heb-
ben invloed op het rijdrag en het stuur- en
remvermogen van het werktuig. Pas uw
werksnelheid aan aan de omstandigheden.
Instelling van het motortoerental niet ver-
anderen. Een verhoogd toerental vergroot
de kans op ongelukken.
Arbeids- en gevarenbereik
De gebruiker is op de werkplek tegenover
derden verantwoordelijk.
Blijf buiten het gevarenbereik van het com-
biwerktuig.
Controleer voor het starten en wegrijden
de omgeving van de machine. Let vooral
op kinderen en dieren!
Voordat met de werkzaamheden begon-
nen wordt, dienen obstakels uit de weg te
worden geruimd. Let ook tijdens de werk-
zaamheden op obstakels en haal ze tijdig
weg.
Bij werkzaamheden op omheinde plaatsen
dient de veiligheidsafstand tot de omhei-
ning in acht genomen te worden, zodat de
machine niet beschadigd wordt.
Bediening en
veiligheidsmaatregelen
Voor de werkzaamheden
Zorg ervoor dat u op de hoogte bent van alle
installaties en bedieningscomponenten, als-
mede van het functioneren ervan. In het bij-
zonder dient u te weten hoe u de motor in
geval van nood snel en veilig afzet.
Controleer of alle veiligheidsmaatregelen
zijn getroffen en in de juiste positie zijn
gebracht.
Wanneer de aftakas niet gebruikt wordt,
dient deze met een beschermingskap te
zijn afgedekt.
Starten
Start de motor niet in afgesloten ruimtes.
De uitlaatgassen bevatten koolmonoxyde
dat zeer giftig is wanneer het ingeademd
wordt.
Voor het starten van de motor dienen alle
bedieningselementen in stand ‘neutraal’ te
worden gezet.
Voor het starten van de motor niet vóór
het combiwerktuig of het aanbouwwerk-
tuig gaan staan.
Gebruik geen starthulpvloeistof in combi-
natie met elektrische startkabels. Explo-
siegevaar!
Tijdens de werkzaamheden
Tijdens de werkzaamheden mag de
stuurstang nooit worden losgelaten.
Bedieningsstang tijdens de werkzaamhe-
den nooit verstellen – ongevalsrisico!
Neem bij alle werkzaamheden met het
combiwerktuig die afstand van de machi-
ne in acht, waartoe u door de stuurstang
gedwongen wordt, vooral bij het nemen
van bochten!
Het is niet toegestaan tijdens de werk-
zaamheden en het transport op de ma-
chine mee te rijden.
Wanneer het aanbouwwerktuig vast zit
moet de motor worden afgezet en dient
het aanbouwwerktuig met passend ge-
reedschap te worden schoongemaakt.
Indien het combiwerktuig of het aanbouw-
werktuig beschadigd is moet de machine
onmiddellijk worden gestopt en de motor
worden afgezet. Laat de schade direct
herstellen!
Bij een defect aan de stuurinrchting het
combiwerktuig meteen stoppen en de
motor afzetten. Laat het defect direct re-
pareren!
1
agria-Combiwerktuig 400E/400K 13
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
Wanneer op hellend terrein wordt gewerkt
verdient het aanbeveling, het combiwerk-
tuig met een trekkabel of een trekstang
vast te houden, om te voorkomen dat de
machine wegschuift. De bestuurder moet
zich heuvelopwaarts van de machine be-
vinden en dient voldoende afstand te hou-
den tot de werktuigen!
Werk indien mogelijk dwars op de helling!
Beëindigen van de werkzaamheden
Laat het combiwerktuig nooit onbeheerd
achter als de motor nog loopt.
Zet de motor af voordat u het werktuig
verlaat. Sluit daarna de brandstofkraan.
Tref de nodige voorzorgsmaatregelen om
gebruik door onbevoegden te verhinderen.
Haal de contactsleutel uit het contact (indien
aanwezig) of trek de bougiekap eruit.
Aanbouwwerktuigen
Koppel de aanbouwwerktuigen uitsluitend
aan bij afgezette motor en uitgeschakel-
de aandrijving.
Gebruik passend gereedschap en draag
altijd beschermhandschoenen als u aan-
bouwwerktuigen of onderdelen ervan ver-
vangt.
Breng de steunen bij het monteren en de-
monteren in de juiste positie en zorg er-
voor dat het werktuig niet kan wegkante-
len.
Bij het aankoppelen van de werktuigen is
grote voorzichtigheid geboden.
Koppel aanbouwwerktuigen uitsluitend
aan de daarvoor bestemde inrichtingen,
volgens de voorschriften.
Indien u de werkplek verlaat, combiwerk-
tuig en aanbouwwerktuig beveiligen tegen
wegrollen. Voorkom gebruik door onbe-
voegden. Monteer eventueel de transport-
of beschermingsinrichting en zet deze in
de veiligheidsstand.
Hakinrichting
De schutlatten van het hakwerktuig die-
nen zo te worden ingesteld dat alleen het
gedeelte van het werktuig dat in de bo-
dem komt vrij is.
Let bij het hakken op de juiste instelling
van het hakspoor.
Maai-inrichting
De scherpe kant van de maaibalk kan bij
onoplettendheid aanzienlijke verwondin-
gen veroorzaken. Verwijder daarom de
schutlatten van de messen alleen tijdens
het maaien en plaats ze na het maaien
direct weer op de juiste manier terug.
Tijdens transport en opslag dienen de schut-
latten altijd op de messen te zijn gemonteerd;
op de vingerbalk moeten bovendien de span-
veren worden ingehaakt.
Transporteer de gedemonteerde maaibalk
niet zonder schutlat.
Bescherm de messen met de schutlatten
voordat de maaibalk gemonteerd en ge-
demonteerd wordt.
Let er bij het vervangen van de messen
en het losmaken en vastdraaien van de
mesmeenemers op dat de schroefbewe-
ging van de richting van de snijkanten af
beweegt.
Draag bij het slijpen van de messen een
veiligheidsbril en handschoenen.
Gewichten
Breng de gewichten altijd aan volgens de
voorschriften aan de daarvoor bestemde
bevestigingspunten.
Onderhoud
Pleeg geen onderhouds- en reinigings-
werkzaamheden aan de machine met lo-
pende motor.
Bij werkzaamheden aan de motor dient de
bougiekap altijd te worden verwijderd (al-
leen bij benzinemotoren).
1
1
14 agria-Combiwerktuig 400E/400K
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
Zijn bepaalde beschermingsinrichtingen of
werktuigen aan slijtage onderhevig dan
moeten deze regelmatig gecontroleerd en
eventueel vervangen worden!
Beschadigde messen moeten vervangen
worden!
Gebruik bij het vervangen van de messen
passend gereedschap en veiligheidshand-
schoenen.
Reparatiewerkzaamheden zoals lassen, slij-
pen, boren enz. mogen niet aan dragende,
veiligheidstechnische onderdelen (bijv. aan-
hanginrichtingen) worden uitgevoerd!
Zorg ervoor dat het combiwerktuig en de
aanbouwwerktuigen schoon blijven, om
brandgevaar te vermijden.
Moeren en schroeven regelmatig contro-
leren of ze vast zitten en eventueel aan-
draaien.
Na de onderhouds- en reinigingswerk-
zaamheden dienen de beschermingsin-
richtingen weer te worden aangebracht en
in oorspronkelijke positie te worden terug-
gebracht.
Altijd originele agria-reserveonderdelen
gebruiken. Andere reserveonderdelen
moeten kwalitatief gelijkwaardig zijn en
overeenkomen met de door de Firma agria
vastgelegde technische eisen.
Na gebruik wegzetten
Het parkeren van het combiwerktuig in
ruimtes met open kachels is verboden.
Parkeer het combiwerktuig niet in geslo-
ten ruimtes wanneer zich nog brandstof in
de brandstoftank bevindt. Benzinedampen
zijn gevaarlijk.
Motor, brandstof en olie
Laat de motor niet in een gesloten ruimte
lopen vanwege verhoogde kans op vergif-
tiging! Vervang defecte uitlaatpijpen daar-
om ook altijd direct.
Wees voorzichtig met brandstof vanwege
het brandgevaar. Vermijd open vuur, von-
ken en hete motoronderdelen tijdens het
bijvullen van brandstof. Vul geen brandstof
bij in gesloten ruimtes. Niet roken tijdens
het tanken!
Tank alleen met uitgeschakelde en afge-
koelde motor.
Zorg ervoor dat u geen brandstof morst,
gebruik een passende trechter.
Mocht er toch brandstof zijn gemorst,
schuif dan het combiwerktuig aan de kant
voordat u de motor start.
Gebruik alleen brandstof van voorgeschre-
ven kwaliteit.
Bewaar de brandstof alleen in daarvoor
bestemde blikken.
Vloeistoffen die onder hoge druk ontsnap-
pen zoals bijv. brandstof, kunnen de huid
binnendringen en ernstige verwondingen
veroorzaken. Waarschuw direct een arts!
Houd anticorrosiemiddelen en stabilisato-
ren altijd buiten het bereik van kinderen.
Bij misselijkheid en braakneigingen direct
een arts waarschuwen. In geval van con-
tact met de ogen meteen met veel water
uitspoelen. Vermijd het inademen van de
dampen.
Lees de aanwijzingen op de verpakking!
Maak gebruikte spuitbussen (starthulp-
mengsel e.d.) helemaal leeg op een vonk-
en vlamvrije plaats voordat u deze weg-
gooit, eventueel als klein chemisch afval
behandelen.
Voorzichtig bij het aftappen van hete olie,
er bestaat verbrandingsgevaar.
Gebruik altijd olie van voorgeschreven
kwaliteit. Bewaar de olie alleen in daarvoor
bestemde kannetjes.
Olie, brandstof, vet en filters gescheiden
en volgens de voorschriften verwerken.
1
agria-Combiwerktuig 400E/400K 15
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
Banden en
bandenspanning
Bij werkzaamheden aan de wielen dient
u ervoor te zorgen dat het combiwerktuig
veilig geparkeerd is en tegen wegrollen
beveiligd is.
Reparaties aan de wielen mogen alleen
door vakkundig personeel met passend
gereedschap worden uitgevoerd.
Controleer de bandenspanning regelma-
tig. Bij een te hoge luchtdruk bestaat ex-
plosiegevaar.
Let op de juiste bandenspanning bij werk-
zaamheden met extra gewichten.
Schroeven en moeren van de wielen die-
nen bij servicewerkzaamheden te worden
aangedraaid.
Elektrische installatie
Bij werkzaamheden aan de elektrische
installatie moet altijd de accu worden los-
gemaakt (indien aanwezig).
Let op de juiste volgorde bij het aanslui-
ten – eerst de pluspool en dan de min-
pool! Het losmaken van de accu gebeurd
in omgekeerde volgorde.
Voorzichtig met accugassen – explosie-
gevaar!
Vermijd vonken en open vuur in de buurt
van de accu.
Verwijder de kunststof bekleding (indien
voorhanden) voor het laden van de accu
zodat concentratie van explosieve gassen
vermeden wordt.
Voorzichtig met accuzuur – agressief!
Gebruik alleen voorgeschreven zekerin-
gen. Bij het gebruik van te zware zekerin-
gen raakt de elektrische installatie defect
– brandgevaar!
Pluspool altijd voorzien van beschermkap-
je.
Dragers van een pacemaker mogen de
stroomvoerende onderdelen van het ont-
stekingssysteem niet aanraken bij lopen-
de motor!
Beschrijving van de
waarschuwingssymbolen
Voor reinigings-, onder-
houds- en reparatie-
werkzaamheden motor
afzetten en bougiekap
eruit trekken.
Bij lopende motor vol-
doende afstand hou-
den van het hakwerk-
tuig of de maaier.
Niet zonder veiligheids-
voorzieningen werken!
Voor het starten voorzie-
ningen in de juiste posi-
tie brengen.
Houd bij lopende mo-
tor voldoende afstand
van de maaimessen!
Tast nooit in bewegen-
de machineonderdelen.
Wacht totdat ze tot stil-
stand gekomen zijn.
Bij lopende motor af-
stand houden.
Aanbouwwerktuigen
mogen alleen in ver-
snelling ‘I’ gereden
worden.
Beschrijving van de
gebodssymbolen
Bij werkzaamheden met de machi-
ne moeten individuele gehoorbe-
schermingen worden gedragen.
Veiligheidshandschoenen gebrui-
ken.
Draag altijd stevige schoenen.
1
16 agria-Combiwerktuig 400E/400K
2. Technische gegevens type 400E
Combiwerktuig 400E
Koppeling: ... primaire V-snaaraandrij-
ving tussen motor en transmissie
wrijvingskoppeling voor versnelling
achteruit
Gebruik alleen originele Agria-V-sna-
ren! (zie slijtageonderdelen blz. 59)
Transmissie: .........wormoverbrenging
met vrijloopschakeling aan de
aandrijfwielen
transmissieolie SAE 90-API GL5
reservoir ca. 0,5 liter
Rijsnelheden: 2 versnellingen vooruit
door V-snaaromlegging
1 versnelling achteruit door wrijvings-
wiel – zie tabel beneden
Stuurstang: .............. trillingsgedempt,
in hoogte verstelbaar, zonder
gereedschap zijdelings verstelbaar
Gewicht: ..............................ca. 44 kg.
Geluidsniveau:
conform DIN EN 709 en DIN EN 1553
Emissie-geluidsniveau.........83 dB (A)
(waargenomen door de bestuurder)
Trillingsniveau:
op stuurhendel: ............. a
hw
< 2,5 m/s
2
conform DIN EN 709 en DIN EN 1033
bij 85% van het nominale motortoerental met
ingeschakeld werktuig
Banden: (toebehoorartikelen) ............
.......................13x5.00-6 (grasprofiel)
... 3.50 - 6 und 4.00 - 8 (akkerprofiel)
Bandenspanning: .................. 1,0 bar
2
Afmetingen van de machine:
a ........................................ 100 mm
b ........................................ 630 mm
c......................................... 160 mm
d ........................................ 380 mm
e ........................................ 700 mm
h .............................. 860–1080 mm
l........................................ 1200 mm
A .............. (13x5.00 - 6) 525 mm
A ..................... (3.50 - 6) 440 mm
A (dubbele aandrijf-
wielen 3.50 - 6)................ 857 mm
A ..................... (4.00 - 8) 640 mm
A Hakwerktuigen ....... 450–650 mm
ver- toerental [ min
-1
] rijsnelheden [km/h]
snelling wielas aftakas bij banden
i
tot
n
TR
n
ZW
13x5.00-6 3.50-6 4.00-8
I 67,5 55 1650 3,2 3,6 4,4
II 42,7 110 3310 6,7 7,3 8,9
R 61,7 58 1740 3,4 3,8 4,7
agria-Combiwerktuig 400E/400K 17
Motorenfabrikant: ..Briggs & Stratton
................................... Power Built 190
Type:.............................110 412-0173
Bouwwijze: ...................... geforceerd-
luchtgekoelde eencilinder
viertaktmotor (benzine)
Cilinderinhoud: ................... 190 ccm
Vermogen: .....4,0 kW bei 3600 min-1
Koppel maximaal: ............... 11,2 Nm
bij 2600 min
-1
Bougie:............... Champion QC12YC
elektrodenafstand: 0,75 mm
Ontsteking:
Elektronische magneet ontsteking, zon-
der contact, ontstekingstijdstip vast inge-
steld, radio-ontstoord volgens VDE 0879
Startinrichting: .......... repeteerstarter
Brandstof: ........benzine (tankstation),
octaangetal minstens 85 RON
(zie brandstofadvies)
Inhoud brandstoftank:........ca. 3 liter
Luchtfilter: ........... droog filterelement
Maximaal toerental
onbelast: ........................... 3800 min
-1
Stationair toerental: ......... 1750 min
-1
Motorolie:.......... hoeveelheid ca. 0,6 l
universeelolie SAE 10W-40
API-SC, SF (of hoger)
Gebruik op hellingen:
De motor is geschikt voor werkzaam-
heden op hellingen zolang de persoon
achter de machine op de helling kan lo-
pen, en de motormaaier daarbij gewoon
kan bedienen (bij motoroliepeil “max” =
bovenste vulmarkering).
2. Technische gegevens type 400E
Motor (afhankelijk van het model)
Motorenfabrikant: ..Briggs & Stratton
Type:...........................135 202 - 0271
Bouwwijze: ...................... geforceerd-
luchtgekoelde eencilinder
viertaktmotor (benzine)
Cilinderinhoud: .................. 205 ccm
Vermogen: ...... 3,2 kW bij 3600 min
-1
Koppel maximaal: ................ 10,0 Nm
bij 3000 min
-1
Bougie:.............. Champion RJ 19 LM
elektrodenafstand 0,75 mm
Ontsteking:
Elektronische magneet ontsteking, zon-
der contact, ontstekingstijdstip vast inge-
steld, radio-ontstoord volgens VDE 0879
Klepspeling (bij koude motor)
inlaatklep...................... 0,13–0,18 mm
uitlaatklep..................... 0,23–0,28 mm
Startinrichting: .......... repeteerstarter
Brandstof: ........benzine (tankstation),
octaangetal minstens 85 RON
(zie brandstofadvies)
Inhoud brandstoftank:........ca. 3 liter
Luchtfilter: ........... droog filterelement
met plastic voorfilter
Carburateur: .....................stijgstroom
Mengreguleerschroef:
basisinstelling ...... ca. 1 ½ omwentling
open
Nominaal toerental: ......... 3600 min
-1
Maximaal toerental
onbelast: ........................... 3800 min
-1
Stationair toerental: ......... 1750 min
-1
Motorolie:.......... hoeveelheid ca. 0,6 l
universeelolie SAE 10W-40
API-SC, SF (of hoger)
2
2
18 agria-Combiwerktuig 400E/400K
2. Technische gegevens type 400K
Koppeling: ... primaire V-snaaraandrij-
ving tussen motor en transmissie
wrijvingskoppeling voor versnelling
achteruit
Gebruik alleen originele Agria-V-sna-
ren! (zie slijtageonderdelen blz. 59)
Transmissie: ......wormwielaandrijving
met vrijloopschakeling
aan de aandrijfwielen
transmissieolie SAE 90-API GL5
reservoir ca. 0,5 liter
Rijsnelheden: 3 versnellingen vooruit
door V-snaaromlegging
1 versnelling achteruit door wrijvings-
wiel – zie tabel beneden
Stuurstang: .............. trillingsgedempt,
in hoogte verstelbaar, zonder
gereedschap zijdelings verstelbaar
Gewicht: ...............................ca. 50 kg
Geluidsniveau:
conform DIN EN 709 en DIN EN 1553
Emissie-geluidsniveau......... 83 dB (A)
(waargenomen door de bestuurder)
Trillingsniveau:
op stuurhendel: ............. a
hw
< 2,5 m/s
2
conform DIN EN 709 en DIN EN 1033
bij 85% van het nominale motortoerental met
ingeschakeld werktuig
Combiwerktuig 400K
Banden: (toebehoorartikelen) ............
.......................13x5.00-6 (grasprofiel)
... 3.50 - 6 und 4.00 - 8 (akkerprofiel)
Bandenspanning: .................. 1,0 bar
2
Afmetingen van de machine:
a ........................................ 100 mm
b ........................................ 630 mm
c......................................... 160 mm
d ........................................ 380 mm
e ........................................ 700 mm
h .............................. 860–1080 mm
l........................................ 1200 mm
A .............. (13x5.00 - 6) 525 mm
A ..................... (3.50 - 6) 440 mm
A (dubbele aandrijf-
wielen 3.50 - 6)................ 857 mm
A ..................... (4.00 - 8) 640 mm
A Hakwerktuigen ....... 450–650 mm
ver- toerental [ min
-1
] rijsnelheden [km/h]
snelling wielas aftakas bij banden
i
tot
n
TR
n
ZW
13x5.00-6 3.50-6 4.00-8
I 67,5 5
5 16
5
0
3
,2
3,6 4,4
II 42,7 85 2550 5,0 5,6 6,9
III 28,1 125 3750 7,3 8,3 10,1
R 61,7 58 1740 3,4 3,8 4,7
agria-Combiwerktuig 400E/400K 19
Inhoud brandstoftank:........ca. 3 liter
Luchtfilter: ........... droog filterelement
met plastic voorfilter
Carburateur: .....................stijgstroom
Mengreguleerschroef:
basisinstelling ...... ca. 1 ½ omwentling
open
Nominaal toerental: ......... 3600 min
-1
Maximaal toerental
onbelast: ........................... 3800 min
-1
Stationair toerental: ......... 1750 min
-1
Generator:....................................12V
Accu: ................ Startbatterij 12V 6Ah
Motorolie:.......... hoeveelheid ca. 0,6 l
universeelolie SAE 10W-40
API-SC, SF (of hoger)
Gebruik op hellingen:
De motor is geschikt voor werkzaam-
heden op hellingen zolang de persoon
achter de machine op de helling kan lo-
pen, en de motormaaier daarbij gewoon
kan bedienen (bij motoroliepeil “max” =
bovenste vulmarkering).
2. Technische gegevens type 400K
Motor
Motorenfabrikant: ..Briggs & Stratton
Type: ...........................133 237 - 0136
Bouwwijze: ...................... geforceerd-
luchtgekoelde eencilinder
viertaktmotor (benzine)
Boring: .................................... 65 mm
Slag: ........................................ 62 mm
Cilinderinhoud: .................. 205 ccm
Vermogen: ...... 3,2 kW bij 3600 min
-1
Koppel maximaal: ................ 10,0 Nm
bij 3000 min
-1
Bougie:.............. Champion RJ 19 LM
elektrodenafstand 0,75 mm
Ontsteking:
Elektronische magneet ontsteking, zon-
der contact, ontstekingstijdstip vast in-
gesteld, radio-ontstoord volgens VDE
0879
Klepspeling (bij koude motor)
inlaatklep...................... 0,13–0,18 mm
uitlaatklep..................... 0,23–0,28 mm
Startinrichting: ............. elektronische
ontsteking 12V,
repeteerstarter (handstarter)
2
2
20 agria-Combiwerktuig 400E/400K
3. Machine- en bedieningselementen
Het agria-combiwerktuig type 400 is een
basismachine die altijd in combinatie
met een aanbouwwerktuig wordt inge-
zet. Daardoor is hij zowel geschikt voor
land- en bosbouw, tuinbouw en grond-
verbetering, als voor het winterwerk-
zaamheden en vegen.
Als aanbouwwerktuigen zijn beschik-
baar:
l
aanbouwwerktuigen voor de achter-
zijde, bijv.:
l
hak- en aanaardwerktuigen
l
maaimachines
l
gras- en grondverbeteringswerktui-
gen
l
ploegen
l
schoonmaakmachines
l
sneeuwschuivers en -frezen
l
grind- en zoutstrooiers
l
transportwerktuigen
Motor
De viertakt benzinemotor wordt aan-
gedreven met normaal verkrijgbare ben-
zine (zie ook blz. 4: geadviseerde brand-
stof).
Tijdens de eerste 20 bedrijfsuren (inrij-
periode) mag de motor niet tot het maxi-
mum worden belast.
Ook na de inrijperiode mag u als regel
niet meer gas geven dan nodig is.
I
Hoge toerentallen kunnen de
motor beschadigen en de le-
vensduur aanzienlijk beperken. Dit
geldt vooral als de motor onbelast
draait! Laat de motor nooit over z’n
toeren draaien, daardoor kan de mo-
tor direct defect raken.
Koeling
De motor wordt gekoeld met een venti-
lator. Zorg ervoor dat geen vuil of bla-
derresten in de koelluchtzeef op de re-
peteerstarter en de koelribben van de
cilinder worden aangezogen.
Stationaire toerental
Het stationaire toerental van de motor
moet juist zijn afgesteld. Wanneer de
toerentalhendel tegen de eindaanslag
in stationaire positie staat moet de mo-
tor bij laag toerental zonder problemen
blijven lopen.
Luchtfilter
Het luchtfilter reinigt de aangezogen
lucht. Een vervuild luchtfilter kan het
motorvermogen ongunstig beïnvloeden.
Ontsteking
De motor is uitgerust met een contact-
loze elektronische ontsteking. Wij advi-
seren de noodzakelijke controles alleen
door de vakman te laten uitvoeren.
3
agria-Combiwerktuig 400E/400K 21
Toerentalhendel
Met de toerentalhendel (E/9 of G/9) aan de stuurstang kan
het motortoerental van min. = STATIONAIR tot max. = VOL-
GAS traploos geregeld worden.
Bij uitv. motor 5 HP: Bovendien wordt met deze hendel de
motor-uit-schakelaar bediend.
Motor-uit-schakelaar
Het model met Power Built-motor is uitgerust met een een
elektrische motorschakelaar (E/12) waarmee het ontste-
kingsmechanisme kan worden uitgeschakeld (Motor wordt
afgezet).
"I" = bedrijfspositie
"0" = motor uit
I
De motor-uit-schakelaar functioneert ook als nood-
stop-schakelaar: zet deze in de positie ‘0’ om de
motor in gevaarlijke situaties onmiddellijk uit te schakelen!
Veiligheidschakeling
De machine is uitgerust met een veiligheidsschakelaar.
STOP-positie: bij het loslaten van de hendel (E/3 of
G/3) wordt de elektronische ontsteking uitgeschakeld (mo-
tor wordt afgezet).
Voorzichtig! motor loopt nog even door!
Startpositie: om de motor te starten en voor een werk-
pauze koppelingshendel (E/4 of G/4) aantrekken en met
vergrendeling (E/5 of G/5) vastzetten.
Bedrijfspositie: tijdens de werkzaamheden met de
machine de veiligheidshendel (E/3 of G/3) naar beneden
drukken.
W
Veiligheidshendel niet vastzetten!
I
De veiligheidshendel dient ook als noodschakelaar.
De veiligheidshendel moet in noodsituaties die om een snel
handelen vragen, worden losgelaten, deze komt dan auto-
matisch in de positie ‘STOP’!
3. Machine- en bedieningselementen
3
E/12
E/9
G/9
E/3
G/3
E/4
G/4
E/5
G/5
22 agria-Combiwerktuig 400E/400K
3. Machine- en bedieningselementen
Choke
De choke-hendel (B/5, D/5) bevindt zich aan de car-
burateur.
Voor het starten met koude motor moet de cho-
ke worden gesloten.
Voor het starten met warme motor moet de cho-
ke geopend zijn (bedrijfspositie).
Brandstofkraan
Slechts uitv. Power Built-Motor:
De brandstofkraan (B/13) bevindt zich aan de car-
burateur.
Brandstofkraan – OPEN
Brandstofkraan – DICHT
Koppeling
In de machine is een primaire V-snaaraandrijving
met geïntegreerde achteruitrijschakeling inge-
bouwd. Deze wordt met de koppelingshendel (E/4
of G/4) bediend.
Bij aangetrokken koppelingshendel is de motor
ontkoppeld, dat betekent dat de motor de machine
niet aandrijft.
De koppelingshendel kan in aangetrokken toestand
met de vergrendeling (E/5 of G/5) worden vastge-
zet.
De hendel heeft enige speling om te voorkomen
dat de koppeling tijdens de werkzaamheden in de
ontkoppelingspositie komt.
Na het eerste bedrijfsuur moet de speling van de
koppeling gecontroleerd en eventueel bijgesteld
worden (zie Onderhoud en reparatie).
3
B/13
E/4
G/4
E/5
G/5
agria-Combiwerktuig 400E/400K 23
Rijaandrijving
vooruit – achteruit
Het combiwerktuig is voorzien van een vooruit- en achteruitrijkoppeling die geïntegreerd
is in de koppeling. Deze wordt geschakeld met de koppelingshendel (E/4 of G/4).
Aandrijving vooruit:
Koppelingshendel (E/4 of G/4) naar beneden ge-
bracht – vergrendeling losgesprongen.
Aandrijving stationair:
Koppelingshendel (E/4 of G/4) ca. half aangetrokken
en vergrendeling ingeklikt.
Aandrijving achteruit:
Koppelingshendel (E/4 of G/4) helemaal naar boven
getrokken.
Met de vergrendelingshendel (E/5 of G/5) kan de
koppelingshendel in positie neutraal (‘0’) gearreteerd
worden.
Op hellingen altijd naar de helling toe keren.
I
Aanwijzing: combiwerktuig altijd met aangetrokken koppelingshendel (‘0’
vergrendeling ingeklikt) parkeren, er kunnen anders problemen met de
koppeling ontstaan als gevolg van vervorming van de V-snaar.
Versnelling
De versnelling kan worden veranderd door de aandrijf-V-snaar om te leggen (F/12
of H/12) - zie uitklappagina 62 of 66.
W
Voordat de aandrijf-V-snaar wordt omgelegd motor afzetten en
bougiekap verwijderen!
l
Moer (F/10 of H/10) van de snaarbeschermingskap (F/8 of H/8) losmaken en
snaargeleidingsplaat (F/7 of H/7) verwijderen.
l
Koppelingshendel (E/4 of H/4) in positie neutraal brengen, zodat de spanrol
(F/1 of H/1) niet tegen de V-snaar komt.
l
V-snaar (F/12 of H/12) in de gewenste positie brengen (met de hand omleg-
gen, geen scherpe of puntige voorwerpen gebruiken, daardoor kan de V-snaar
beschadigd worden).
l
Snaargeleidingsplaat (F/7 of H/7) terugplaatsen en snaarbeschermingskap met
de gaatjes (F/5 of H/5) in de tappen (F/4 of H/4) steken en dichtklappen.
l
Moer (F/10 of H/10) met ring (F/9 of H/9) monteren en vastdraaien.
Aandrijfas-aangedreven aanbouwwerktuigen mogen alleen
in versnelling ‘I’ gereden worden!
3
3. Machine- en bedieningselementen
24 agria-Combiwerktuig 400E/400K
Uitv. type 400E
Afb. voorbeeld: V-snaar in positie ver-
snelling I.
Aanbevolen versnellingen
uitv. type 400E
I : aftakas- sneeuwfrezen,
aangedreven maaien, schoon-
werktuigen maken, strooien,
versnipperen,
sproeien, ploegen
II: bewerken van sneeuwruimen,
vlakke transport
gedeelten
zonder aftakas
3. Machine- en bedieningselementen
Uitv. type 400K
Afb. voorbeeld: V-snaar in positie ver-
snelling I.
In de snaarbeschermingskap is aan de
linkerkant een kijkglas aangebracht,
zodat de positie van de V-snaar zicht-
baar is en de ingeschakelde versnelling
op het schakelbeeld kan worden afge-
lezen.
Aanbevolen versnellingen
uitv. type 400K
I : aftakas- sneeuwfrezen,
aangedreven maaien, schoon-
werktuigen maken, strooien,
versnipperen,
sproeien, ploegen
II: bewerken van sneeuwruimen,
vlakke transport
gedeelten
zonder aftakas
III: roterende bo- hakken, aanaarden
dembewerking
3
agria-Combiwerktuig 400E/400K 25
3. Machine- en bedieningselementen
3
Wielaandrijving
Het combiwerktuig is buiten de aandrijf-
wielschakeling ook nog voorzien van
een in- en uitschakelbare wielaandrij-
ving met een schakelmof in de trans-
missie. Deze wordt bediend vanaf het
stuur.
Wielaandrijving ingeschakeld:
Wielschakelhendel (E/11 of G/11) naar
beneden gebracht – vergrendeling los-
gesprongen.
Wielaandrijving uitgeschakeld:
Wielschakelhendel(E/11 of G/11) nach
oben gezogen und Sperrklinke einge-
rastet.
naar boven getrokken en vergrendeling
ingeklikt.
Bij lopende motor moet de wielaandrij-
ving als volgt geschakeld worden:
l
Koppelingshendel (E/4 of G/4) aan-
trekken tot middenpositie (neutraal) en
vasthouden.
l
Vergrendeling (E/10 of G/10) los la-
ten springen.
l
Wielaandrijvingshendel (E/11 of
G/11) naar beneden brengen.
l
Koppelingshendel (E/4 of G/4) lang-
zaam loslaten en tegelijkertijd gas ge-
ven.
Wanneer de wielaandrijving niet gescha-
keld wordt, dient kort te worden gekop-
peld en ontkoppeld – vervolgens kan
weer geschakeld worden.
26 agria-Combiwerktuig 400E/400K
3. Machine- en bedieningselementen
J
1
Aandrijfwielen
W
Monteren en demonteren van
de aandrijfwielen alleen met
afgezette motor!
De aandrijfwielen zijn voorzien van een
borgveer (1) en kunnen daarom zonder
gereedschap gemonteerd en versteld
worden.
De borgveren grijpen in een ringgroef
op de wielas. Het wiel wordt op die wij-
ze vastgehouden.
De wielas heeft aan beide kanten 2 ring-
groeven. In de buitenste ringgroef draait
het aandrijfwiel op de wielas in neutrale
positie. In de binnenste ringgroef grijpt
het aandrijfwiel in een vertanding en is
op die wijze met de wielas met meene-
ming (aandrijving) verbonden.
Aandrijfwielen monteren
I
De wielen moeten met de pro-
fielpunten in de rijrichting (van
boven af op de wielen gezien) ge-
monteerd worden, om de trekkracht zo
optimaal mogelijk te benutten.
l
Borgveer (1) optillen en in ‘montage-
positie’ (afb. J) (voorste ringgroef op de
naaf) brengen.
l
Aandrijfwielen met de borgveerzijde
naar buiten wijzend op de wielas schui-
ven.
l
Borgveer weer in de oorspronkelijke
positie terugbrengen (afb. K of L) en in
een ringgroef op de wielas laten klikken.
l
Aan beide kanten wielasuiteinden
(kleine as-diameter) met biologisch af-
breekbaar smeervet insmeren.
Het demonteren van de aandrijfwielen
gebeurt in omgekeerde volgorde.
1 borgveer
3
agria-Combiwerktuig 400E/400K 27
3
3. Machine- en bedieningselementen
Aandrijfwielen schakelposities
ll
ll
l
Aandrijving star: schuif beide aan-
drijfwielen helemaal naar binnen en laat
de borgveren in de binnenste ringgroef
klikken (afb. K). Wanneer de borgveren
niet inklikken moeten de aandrijfwielen
een beetje gedraaid worden en moet het
aandrijfwiel axiaal naar binnen worden
gedrukt tot de koppelingsvertanding
merkbaar ingrijpt.
ll
ll
l
Stationair: beide aandrijfwielen naar
buiten schuiven en de borgveren in de
buitenste ringgroef brengen (afb. L).
ll
ll
l
Aandrijving met differentieelach-
tige werking: aandrijfwiel in de binnen-
ste ringgroef laten klikken (afb. K), twee-
de aandrijfwiel in de buitenste ringgroef
brengen (afb. L) – stationair toerental.
3
K
L
28 agria-Combiwerktuig 400E/400K
3. Machine- en bedieningselementen
Anti-wikkelbescherming
Bij het artikel maaimachines worden an-
tiwikkelbeschermingsbuizen geleverd die
aan beide kanten op de wielas tussen
het transmissiehuis en het aandrijfwiel
moten worden aangebracht (afb. M).
Deze moeten voorkomen dat gras om
de wielas wordt gewikkeld. Omgewik-
keld gras kan worden verwijderd door
de aandrijfwielen en de anti-wikkelbuis
te demonteren (geen gereedschap no-
dig).
Dubbellucht aandrijfwielen:
l
Enkele wielen demonteren
l
Dubbellucht aandrijfwielen op de wie-
las monteren (zoals beschreven onder
‘aandrijfwielen monteren’).
l
Speciale anti-wikkelbeschermings-
buizen op de wielas van de dubbellucht
banden monteren – let op de uitsparing
voor de ventielen!
l
Enkelvoudige aandrijfwielen op de
wielastap van de dubbellucht aandrijf-
wielen monteren.
Tralie aandrijfwielen:
l
Aandrijfwielen demonteren
l
Tralie aandrijfwielen op de wielas
monteren (zoals beschreven onder ‘aan-
drijfwielen monteren’).
I
Bij de dubbellucht en tralie aan-
drijfwielen zijn de schakelposi-
ties:
l
aandrijving star
l
positie neutraal
l
aandrijving differentieelachtige wer-
M
3
agria-Combiwerktuig 400E/400K
29
Aandrijfwielen 4.00-8
Grof profiel met evenwichtsnaaf
De evenwichtsnaven zorgen door hun
differentieelachtig evenwicht voor ge-
makkelijk sturen en draaien.
Toepassing: ploegen, maaien
Montage
Evenwichtsnaven (2) op de wielas (1)
steken.
z
Zeskantbouten (4) met de ringen (3)
in de dwarsboringen (naaf-wielas) bren-
gen en aandraaien (aanhaalmoment
80 Nm)
z
Aandrijfwielen met de wielschroeven
(7) en de veerringen (6) aan de even-
wichtsnaven monteren (aanhaalmoment
80 Nm)
Aandrijfwielen met de profielpunten in
de rijrichting (van boven af gezien) mon-
teren, zodat de trekkracht zo optimaal
mogelijk benut wordt.
Demontage
De demontage gebeurt in omgekeerde
volgorde.
3. Machine- en bedieningselementen
1 wielas
2 evenwichtsnave
3 ring
4 zeskantbout
5 wiel
6 verring
7 wielschroeven
3
30 agria-Combiwerktuig 400E/400K
Evenwichtsnaven
De evenwichtsnaven zijn standaard in-
gesteld op ‘differentieelachtige werking’
(evenwichtspositie);
Het is echter ook mogelijk om ze op de
volgende manier in ‘starre positie’ te
monteren.
l
Veiligheidsring (4) met tang verwijde-
ren
l
Wielflens enigszins naar buiten trek-
ken en de wielflens zover verdraaien tot
de meeneemnok tussen de beide mee-
neembouten staat
l
Wielflens in zijn geheel op de even-
wichtsnaaf schuiven en veiligheidsring
monteren
l
Wielflens aan de smeernippel (3) om
de 50 bedrijfsuren of na elke reinigings-
beurt met de hogedrukreiniger smeren
met behulp van een vetspuit (biologisch
afbreekbaar smeervet).
Wielverzwaringsgewichten
Aan de aandrijfwielen 4.00-8 met even-
wichtsnaven kunnen wielverzwaringsge-
wichten worden gemonteerd.
Montage
Wielgewichten (2) met de zeskantbou-
ten (4) en de ringen (3) aan de wielflens
monteren (aanhaalmoment 80 Nm).
3. Machine- en bedieningselementen
starre positie evenwichtspositie
1 evenichtsnave
2 wielflens
3 smeernippel
4 veiligheidsring (
klemring)
1 wiel
2 wielgewicht
3 ring
4 zeskantbout
3
3
agria-Combiwerktuig 400E/400K 31
3. Machine- en bedieningselementen
Aftakasaandrijving
Uitv. type 400E
Inschakelen:
Aftakasschakelhendel (A/1) met de klok mee
draaien totdat deze vastklikt.
Uitschakelen:
Aftakasschakelhendel tegen de klok in tot aan-
slag draaien.
Uitv. type 400K
Inschakelen:
Aftakasschakelhendel (E/6) naar achteren bo-
ven tot aanslag draaien.
Uitschakelen:
Aftakasschakelhendel naar voren beneden
draaien.
I
Wanneer de aftakasschakeling niet be-
diend kan worden (schakelmof klikt niet
in de meeneemstift van de aandrijfas), moet in
positie NEUTRAAL bij lopende motor (geen
volgas geven) de koppelingshendel (E/4 of G/4)
heel kort in versnelling achteruit gezet worden.
Tegelijkertijd moet de aftakasschakelhendel
bediend worden.
Stander uitv. type 400K
De machine 400K is voorzien van een stander
zodat de basismachine na het afkoppelen van
de aanbouwwerktuigen gemakkelijker kan wor-
den neergezet.
Duw hiertoe rechts aan de zijkant tegen de
stander en zwenk deze naar beneden, zijde-
lingse druk loslaten en verder zwenken totdat
stander vastklikt.
Het omhoogklappen van de stander gebeurt
in omgekeerde volgorde.
Let op: bij volgend gebruik de stander weer in
de juiste stand terugklappen!
Uitv. 400E
U itv. 400K
stander
3
32 agria-Combiwerktuig 400E/400K
3. Machine- en bedieningselementen
Stuurstang Uitv. type 400E
Stuurstang in hoogte verstellen
l
Zeskantschroef (2) uit het vierkante
klemstuk (3) schroeven en uit het stuur-
scharniergedeelte trekken.
l
Stuur op de gewenste hoogte bren-
gen en in de passende boring van het
stuurscharniergedeelte leiden.
l
Zeskantschroef aanbrengen en met
het vierkante klemstuk vastschroeven
(let erop dat het klemstuk met de neus
in het langsgat van de bevestigingsope-
ning van het stuurscharniergedeelte in
het onderstuur arreteert).
Stuurstang Uitv. type 400K
Stuurstang in hoogte verstellen
l
Schroefknop (2) uit het vierkante
klemstuk (3) schroeven en uit het stuur-
scharniergedeelte trekken.
l
Stuur op de gewenste hoogte bren-
gen en in de passende boring van het
stuurscharniergedeelte leiden.
l
Schroefknop aanbrengen en met het
vierkante klemstuk vastschroeven (let
erop dat het klemstuk met de neus in
het langsgat van de bevestigingsope-
ning van het stuurscharniergedeelte in
het onderstuur arreteert).
3
3
G
G
Stuurstang zijwaarts verstellen
l
Zeskantschroef of schroefknop (1) losdraaien tot de inkepingen vrij zijn.
l
Stuurstang naar de gewenste kant verdraaien en in de passende vertanding
laten klikken.
l
Zeskantschroef of schroefknop vastdraaien.
HH
agria-Combiwerktuig 400E/400K 33
Accu uitv. type 400K
Voor de accu 12V 6Ah (motoraccu)
dient een gebruikelijke acculader te
worden gebruikt met gelijkstroom 12V
en max. 0,6 A laadstroom.
l
De accu is ingesloten in de verpak-
king en dient voor de montage met het
bijgeleverde accuzuur te worden opge-
vuld en volledig te worden opgeladen.
l
Accu nooit
in ontladen toestand laten staan!
Volg de aanwijzingen van de fabri-
kant op! Vermijd vonken en open
vuur in de omgeving van de accu. -
bedreiging van een explosie!
Voorzichtig met accuzuur – agres-
sief!
3. Machine- en bedieningselementen
3
Gebruik alleen voorgeschreven ze-
keringen. Bij het gebruik van te zwa-
re zekeringen raakt de elektrische
installatie defect – brandgevaar!
Vermijd het maken van kortsluiting!
Bij het starten met het elektrisch
startmechanisme wordt uit de accu
stroom verbruikt. Deze raakt leeg. De
generator laadt ze gedeeltelijk opnieuw
op tijdens de werking.
I
Zowel voor de ingebruikname
van de accu als voor het onder-
houd en de instandhouding is de
gebruiksaanwijzing van de accu-fa-
bricant toonaangevend.
Vermijd het maken van kortsluiting!
I
De accu bevat giftige stoffen
en zware metalen. Behande-
len als chemisch afval.
34 agria-Combiwerktuig 400E/400K
Aanbouwwerktuigen
W
Aan- en afbouwen van werk-
tuigen alleen bij stillstaande
motor.
Aanbouwwerktuigen beveiligen tegen
wegrollen!
Frontaanbouwwerktuigen
De frontaanbouwwerktuigen worden
meestal met een dubbele bevestiging
aan de basismachine vastgemaakt.
Aan- en afbouwen moet op een vlakke
en stevige ondergrond gebeuren.
Aanbouwen
l
Aftakasschakeling op ‘0’ schakelen
l
Beschermingskap (f) van de aftakas
verwijderen
l
Aanbouwwerktuig op de evt. stander
(C) zetten
l
Spanveren (b) in uitgangspositie
brengen:
1. beide spanhendels (a) naar
achteren brengen
2. beide spanveren naar buiten
trekken en daarbij
3. beide spanhendels weer naar
voren brengen
3. Machine- en bedieningselementen
a spanhendel
b spanveer
c stander
d werktuig-
meenemer
e meeneembout
f beschermingskap
3
è 0
3
agria-Combiwerktuig 400E/400K 35
l
Rij met de basismachine voor of ach-
ter het aanbouwwerktuig en koppel met
de werktuigmeenemer (d) de meeneem-
bout (e) aan het werktuig
l
Werktuig vastzetten:
1. Spanhendel (a) naar achteren
zwenken tot
2. spanveren (b) in de meeneem-
sleuf van de werktuigmeenemer
vastklikken
3. beide spanhendels naar voren tot
de aanslag zwenken
l
Stander (c) terugklappen en vast la-
ten klikken.
De spanhendelveren kunnen gemakke-
lijker in de uitgangspositie worden ge-
bracht wanneer de wielen in positie
‘NEUTRAAL zijn (zie hoofdstuk wielaan-
drijving blz. 27).
Afbouwen
Het afbouwen van de aanbouwwerktui-
gen gebeurt in omgekeerde volgorde.
Na het afbouwen moet de aftakas-
beschermingskap weer aan de basis-
machine worden gemonteerd.
W
Let op! Met aftakasaangedre-
ven werktuigen alleen in ver-
snelling ‘I’ rijden (langzame versnel-
ling)!
Zorg ervoor dat tijdens de werkzaam-
heden alle veiligheidsmaatregelen
getroffen zijn!
Raadpleeg de handleiding van de
betreffende aanbouwwerktuigen!
a spanhendel
b spanveer
c stander
d werktuig-
meenemer
e meeneembout
f beschermingskap
3. Machine- en bedieningselementen
3
36 agria-Combiwerktuig 400E/400K
3. Machine- en bedieningselementen
Achteraanbouwwerktuigen
De achteraanbouwwerktuigen worden
meestal in de trekstang met een pen (7)
(toebehoorartikel) gehangen.
De aanhanginrichting (3) wordt gekop-
peld aan de vierhoekige buis (1) onder
de V-snaar bescherming.
Vierhoekige tap (3) in de vierhoekige
buis (1) tot de aanslag brengen en met
een borgpen (2) door de boringen ver-
binden.
Bij een aantal aanbouwwerktuigen, zo-
als bijv. de hakspoor en de ploeg is de
pendelweg met stelschroeven (6) en
contramoeren (5) instelbaar.
Koppelingsmechanisme
Het koppelingsmechanisme (1) (faculta-
tief) is een adapterstuk tussen de kop-
peling en de aanbouwwerktuigen (ploeg,
cultivator enz.). Deze aanbouwwerktui-
gen worden met hun montagetap in de
aansluithals (2) gevoerd, met de steker
(3) bevestigd en de steker met de veer-
klem (4) vastgezet.
Met het koppelingsmechanisme is de
werkdiepte afzonderlijk instelbaar d.m.v.
de zwengel (5).
De pendelverplaatsing "speling X" kan
d.m.v. de aanslagbouten (6 en 7) wor-
den veranderd. Zo kan het stuurgedrag
ten opzichte van de aanbouwwerktuigen
afzonderlijk worden ingesteld.
1 koppelingsmechanisme
(optioneel 0440 021)
2 aansluithals
3 stecker
4 veerklem
5 zwengel
3
1 vierhoekige buismeene-
mer
2 borgpen
3 vierhoekige tap
4 haarspeldveer
5 contramoer
6 stelschroef
agria-Combiwerktuig 400E/400K 37
1 gewichtsdrager
2 gewicht
3 klemschroef
Frontgewicht
Voor een betere verdeling van het even-
wicht bij achteraanbouwwerktuigen en
voor betere trekprestaties van het werk-
tuig (bijv. bij het ploegen) kan een front-
gewicht worden aangebouwd.
De frontgewichtsdrager wordt aan de
frontaanbouwflens gemonteerd.
Voor de eerste montage moet eerst de
zeskantschroef (1) met de zeskantmoer
(2) in de frontaanbouwflens, als inhang-
bout voor de centrale snelbevestiging
gemonteerd worden.
De zeskantschroef blijft zitten, ook wan-
neer de gewichtsdrager wordt gedemon-
teerd.
Montage
l
Gewichtsdragers aan de frontaan-
bouwwerktuigflens met de centrale snel-
bevestiging monteren
l
Frontgewicht (2) op de vierhoekige
tap (1) steken en met de zeskantschroef
(3) vastzetten.
Demontage
Bij de demontage kan het frontgewicht
aan de gewichtsdrager bevestigd blijven,
de gewichtsdrager kan na het openen
van de snelbevestiging worden afgeno-
men.
3. Machine- en bedieningselementen
3
38 agria-Combiwerktuig 400E/400K
3. Machine- en bedieningselementen
Hakwerktuigen
voorbeeld: hakbreedte 45 cmvoorbeeld: hakbreedte 65 cm
Hakwerkbreedte:
Basishakwerktuig:................ca. 45 cm
Basis- en
opsteekhakwerktuig.............ca. 65 cm
Montage van de hakwerktuigen
W
Hakwerktuigen monteren en de-
monteren nadat de motor is af-
gezet en de bougiekabel is losgemaakt!
Draag bij de montage veiligheidshand-
schoenen!
Hakbreedte 45 cm:
l
Basishakwerktuig (8+10) rechts en
links op de hakas zetten.
De snijvlakken moeten in de rijrichting
wijzen. Let erop dat bij het opsteken van
het tweede hakwerktuig (links of rechts)
de naar het huis wijzende hakmessen
op regelmatige afstand van elkaar, niet
parallel, tot dezelfde hakmessen aan de
andere zijde staan.
l
Hakwerktuigen met zeskantschroe-
ven (7) door de naafhakasboring vast-
schroeven en aandraaien.
Hakbreedte 65 cm:
l
Basishakwerktuig monteren zoals bij
hakbreedte 45 cm.
l
Opsteekhakwerktuig (toebehoor nr.
1008 111) (6) in de naaf van het basis-
hakwerktuig steken
l
met de borgpen (2) door de naafas-
boring bevestigen.
l
Aanbouwbeschermkappen (4) met
de bevestigingsschroeven (9, 3 + 1)
monteren.
Beschermplaten
De beschermplaten dienen als bescher-
ming om schade aan struiken, bomen
en dergelijke te voorkomen, en om jon-
ge beplanting te beschermen tegen het
bedolven raken onder de aarde. Boven-
dien beschermen de platen de hakwerk-
tuigen bij werkzaamheden langs omras-
teringen en hekken.
l
Beschermplaten (5) in de buitenste
naven van de hakwerktuigen steken
l
met borgpen (2) door naafasboring
bevestigen.
1 zeskantmoer
2 borgpen
3 ring
4 aanbouw-beschermkap
5 beschermplaten
6 opsteekhakwerktuig
7 zeskantschroef
8 basishakwerktuig rechts
9 vlakkopschroef
10 basishakwerktuig links
S = snijvlak
3
agria-Combiwerktuig 400E/400K 39
Hakspoor
Er bestaan twee hakspooruitvoeringen
l
Standaard-hakspoor met verstelba-
re spoorpen
l
Wielspoor (steunwielen) met spoor-
pen in combinatie met aanhanginrich-
ting. De steunwielen zijn vooral bedoeld
voor gemakkelijker transporteren van de
machine
Montage
l
Hakspoor-meenemer in de vierhoe-
kige buis voor achteraanbouwwerktui-
gen brengen en met borgpen arreteren.
l
Bij wielspooruitvoering wordt de wie-
las (1) van tevoren op de vierhoekige
as gestoken.
De voorwaartse beweging van de mo-
torhak wordt door de hakspoor geremd.
De gewenste hakdiepte wordt bereikt
door de verschillende posities van de
spoorpen in de bodem. Hoe dieper de
spoorafstelling in de bodem is, des te
dieper graven de hakwerktuigen zich in
de bodem in.
Spoorafstelling:
diep – zware, harde bodem
hoog – lichte, losse bodem
voor zandgrond dient de spoorpen om-
gekeerd worden ingestoken, zodat het
gebogen einde naar beneden achter
wijst.
Instelling:
l
Klemschroef (22) losmaken, spoor-
pen in de gewenste positie brengen en
vervolgens klemschroef weer aan-
draaien.
l
Bij uitv. met aanhanginrichting is de
pendelweg met behulp van de stel-
schroeven (14) en de contramoeren (13)
instelbaar.
uitv. wielspoor
3. Machine- en bedieningselementen
uitv. standaard-spoor
1 wielas
2 standaard-spoor-
meenemer
5 spoorpen
10 aanhanginrichting
11 borgpen
12 haarspeldveer
13 contramoer
14 stelschroef
15 stekker
17 wielspoor-
meenemer
18 beugel
20 haarspeldveer
21 klemschroef voor
aanaardbehui-
zing
22 klemschroef
3
40 agria-Combiwerktuig 400E/400K
Aanaardinrichting
Noodzakelijke extra werktuigen:
1 aanhanginrichting ....... art. 0440 111
1 aanaardbehuizing ....... art. 0252 011
optie:
1 paar grijpwielen .......... art. 0120 011
Montage:
l
Evt. gemonteerde opsteekhakwerk-
tuigen demonteren.
l
De beide naar buiten wijzende hak-
messen (8 en 10) elk links en rechts van
de hak losschroeven en omwisselen.
Vervolgens naar binnen wijzend weer
vastschroeven (als op afb. beneden).
Hierdoor wordt een hakbreedte van 36
cm verkregen en hoeven geen extra hak-
werktuigen te worden gebruikt.
l
Beschermplaten aanbrengen.
l
Hakspoor verwijderen, daartoe de
aanhanginrichting (13) monteren.
l
De aanaardbehuizingssteel (1) in de
ploegzuil brengen, beugel (2) volgens
afbeelding insteken en met de haar-
speldveer (3) borgen.
l
Met de zeskantschroef (5) de hoek
van de aanaardbehuizing instellen (7). Na
het verschuiven van de aanaardbehui-
zing (7) in de gewenste aanaarddiepte
de zeskantschroef (4) bevestigen.
Grijpwielen
Voor betere trekkracht of bij aanaard-
werkzaamheden in reeds geploegde
bodem kunnen grijpwielen (toebehoor
art. 0120 011 (16) in plaats van de hak-
werktuigen worden gebruikt. Montage als
bij de hakwerktuigen met de zeskant-
schroeven door de naaf-hakasboring.
Aanaarden
De motorhak voor aanaarden in gebruik
nemen zoals in hoofdstuk ploegen be-
schreven.
l
Aanaarddiepte corrigeren met de
hoekverstelling in de ploegzuil door de
stelschroef (5) of met de sleepzool (15)
en de klemschroef (14).
l
Aanaardbreedte door de verstelling
van de risters (7) en de klemschroef (6)
instellen.
l
De pendelweg is met stelschroeven
(11) en contramoeren instelbaar.
3. Machine- en bedieningselementen
1 aanaardbehuizing
2 beugel
3 haarspeldveer
4 klemschroef voor
aanaardbehuizing
5 stelschroef voor
aanaarddiepte
6 klemschroef voor
verstelling van
aanaardbreedte
7 rister
8 hakmes
9 bevestigingsschroef
voor hakmes
10 Hakmes
11 stelschroef voor
pendelaanslag
12 stekker
13 aanhanginrichting
14 klemschroef voor
sleepzool
15 sleepzool
16 grijpwielen
3
4
agria-Combiwerktuig 400E/400K 41
4
4. Ingebruikname en bediening
Eerste ingebruikname
Let erop dat de levensduur en de be-
drijfsveiligheid van de motor sterk afhan-
kelijk is van de inrijperiode. Laat een
koude motor altijd eerst enkele minuten
warm worden en laat de motor niet di-
rect op volle toeren draaien. Onderhoud
het filter goed en zorg voor schone
brandstof.
Let op: gedurende de eerste 20 bedrijfs-
uren (inrijperiode) mag de motor niet vol
belast worden.
Zet de machine zo neer dat de motor
horizontaal staat. Hoeveelheid olie en
kwaliteit zie technische gegevens. Olie-
peil controleren!
Oliepeil controle
l
Olievulafsluitschroef (B/11) of olie-
peilstok (D/11) uitschroeven.
l
Oliepeil moet gelijk zijn met de invul-
opening (afb. R), evt. motorolie bijvullen.
l
Afsluitschroef terugplaatsen en vast-
draaien.
Bij lopende motor moet de afsluitplug
altijd op de invulopening zijn vastge-
draaid.
Om startproblemen te vermijden moet
bij eerste ingebruikname en wanneer de
machine langere periode stilstaat de
brandstoftank vol getankt worden.
Voor iedere ingebruikname:
l
Controleer of er voldoende brandstof
in de brandstoftank aanwezig is.
l
Controleer motoroliepeil (afb. R),
eventueel bijvullen – niet overvullen!
Tank de brandstoftank niet helemaal vol,
maar laat ca. 5 mm. ruimte over zodat
de brandstof kan uitzetten.
W
Wees voorzichtig met brand-
stof vanwege het brandge-
vaar. Vermijd open vuur, vonken en
hete motoronderdelen tijdens het bij-
vullen van brandstof.
l
Vul geen brandstof bij in gesloten
ruimtes.
l
Niet roken tijdens het tanken!
l
Tank alleen met uitgeschakelde en
afgekoelde motor.
l
Zorg ervoor dat u geen brandstof
morst, gebruik een passende trechter.
l
Start de motor nooit in afgesloten
ruimtes. De uitlaatgassen bevatten
koolmonoxyde dat zeer giftig is wan-
neer het wordt ingeademd!
l
Voordat de motor gestart wordt
moeten alle hendels in positie neu-
traal of stationair gebracht worden.
l
Kom niet te dicht bij aangekoppel-
de werktuigen.
I
Let op: motor wordt vanuit
de fabriek zonder
motorolie geleverd!
Vul motorolie bij voordat
de machine in gebruik
wordt genomen!
400E
400K
oliepeilstok
R
oliepeil
4
42 agria-Combiwerktuig 400E/400K
W
Start de motor nooit in afgesloten ruimtes.
De uitlaatgassen bevatten koolmonoxide
dat zeer giftig is wanneer het wordt ingeademd!
Starten van de motor
l
Beschermkap aangebracht?
Aanbouwwerktuigen op de juiste manier
bevestigd?
Motoroliepeil controleren
Bougiekap plaatsen
Luchtfilter schoon?
Voldoende brandstof in de tank?
W
Wees voorzichtig met brandstof
- zie aanwijzingen blz. 41!
Brandstofkraan opendraaien
(slechts bij uitv. Power-Built-Motor)
koude motor: CHOKE in positie CHOKE bren-
gen
l
warme motor: CHOKE-knop in normale positie
laten (bedrijfspositie)
Koppelingshendel en veiligheidshendel in start-
positie vastzetten
Motor-uit-schakelaar in positie “I” brengen
(slechts bij uitv. Power-Built-Motor)
Toerentalhendel in de middenpositie brengen
(halfgas)
Start de motor met de repeteerstarter
- buiten het gevarenbereik starten!
Elektrische starter - selchts uitv. 400K
l
Startknop (G/8) indrukken – elektrische starter
draait zich om.
l
Zodra de motor gestart is, startknop loslaten.
CHOKE in bedrijfspositie
4. Ingebruikname en bediening
? ok
? ok
? ok
l
4
agria-Combiwerktuig 400E/400K 43
4. Ingebruikname en bediening
630 sec
Afzetten van de motor
Uitv. 5 HP-Motor
Toerentalhendel in positie neutraal (min.) zetten
en de motor ca. 30 seconden stationair laten draaien.
Toerentalhendel tot de aanslag in STOP-positie
brengen.
Tegen gebruik door onbevoegden beveiligen -
bougiekap verwijderen
Uitv. Power-Built-Motor
Toerentalhendel in positie "min." zetten en de
motor ca. 30 seconden stationair laten draaien.
Motor-uit-schakelaar in positie ‘0’ brengen
Brandstofkraan sluiten
Tegen gebruik door onbevoegden beveiligen -
bougiekap verwijderen
W
Motor laten afkoelen, voordat de machine
een afgesloten ruimte wordt weggezet.
W
Voor het afstellen van de motor mag de
Choke-hendel niet in choke-positie worden
gebracht - brandgevaar!
I
De toerentalhendel dient ook als nood-stop-
schakelaar.
Indien nodig hendel in positie ‘STOP’ brengen, de
motor springt af.
630 sec
4
44 agria-Combiwerktuig 400E/400K
Werken met de machine
W
Controleer het functioneren van
de veiligheidsschakeling - het
machine enkel in gebruik nemen wan-
neer de veiligheidsschakeling werkt!
Gehoorbescherming
gebruiken en draag al-
tijd stevige schoenen.
l
Aanbouwwerktuig aanbouwen
l
juiste versnelling in overeenstemming
met het aanbouwwerktuig instellen
l
aandrijfwielen in positie ’aandrijven’
brengen
l
wielaandrijving aan hendel (E/11 of
G/11) inschakelen
l
bij aftakasaangedreven werktuigen:
aftakasschakelhendel (A/1 of H/6) in ‘I’
schakelen
l
koppelinghendel (E/4 of G/4) enigszins
aantrekken, vergrendeling (E/5 of G/5)
losmaken, langzaam loslaten en tegelij-
kertijd gas geven; aftakasaangedreven
werktuig komt in beweging en de machi-
ne rijdt vooruit.
Achteruit rijden
l
Toerentalhendel in NEUTRAAL
l
koppelingshendel (E/4 of G/4) tot mid-
denpositie aantrekken en afwachten tot
de voorwaartse beweging tot stilstand
komt
l
koppelingshendel helemaal naar bo-
ven trekken en tegelijkertijd gas geven
W
Als tijdens de werkzaamhe-
den de machine moet worden
schoongemaakt, moet de motor
uit veiligheidstechnische overwegin-
gen worden afgezet en dienen de bou-
giekap of de contactsleutel te worden
verwijderd.
Beëindigen van de
werkzaamheden:
l
wielaandrijving uitschakelen, hier-
toe hendel voor wielaandrijving (E/11
of G/11) aantrekken en vergrendeling
laten vastklikken.
l
koppelingshendel (E/4 of G/4) aan-
trekken en vergrendeling laten vast-
klikken
l
bij aftakasaangedreven werktuigen:
aftakasaandrijving aan schakelhendel
(A/1 of H/6) in positie’0’ schakelen.
l
motor afzetten.
W
Veiligheidsvoorzieningen aan
aanbouwwerktuigen (bijv. te
bescherming van de messen aan de
maaibalk) dienen direct te worden
teruggeplaatst.
Gevarenzone
W
Tijdens het starten en de werk-
zaamheden mogen zich geen
personen binnen de gevarenzone
bevinden.
4. Ingebruikname en bediening
Maaien: Gevarenzone
4227
Frezen: Gevarenzone
5
agria-Combiwerktuig 400E/400K 45
Behalve het opvolgen van de bedie-
ningsvoorschriften is het bovendien van
groot belang dat u aandacht besteed
aan de volgende aanwijzingen omtrent
onderhoud en reparatie.
W
Let op: voer onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden al-
leen uit met een afgezette motor.
Om te voorkomen dat de motor per
ongeluk wordt gestart, dient steeds
de bougiekap van de bougie te wor-
den verwijderd!
Het combiwerktuig bewijst u goede dien-
sten wanneer u deze netjes verzorgt en
behandelt. Na de werkzaamheden met
de maaier dient vooral de maaibalk te
worden gereinigd.
Motor (uitv. 400E)
Motoroliepeil controleren
l
Voor iedere ingebruikname en
steeds na 5 bedrijfsuren.
l
Alleen bij afgezette en horizontaal
staande motor.
l
Olievuldop (B/11) en omgeving aan
de buitenkant reinigen.
l
Olievuldop losschroeven.
l
het oliepeil moet gelijk zijn aan de
vulopening (afb. R).
l
Is het oliepeil tot beneden de marke-
ring gedaald, motorolie (zie ‘technische
gegevens’) bijvullen.
– Niet te veel olie bijvullen.
l
Olievuldop terugplaatsen en vast-
draaien.
5. Onderhoud en reparatie type 400E
R
400E
Motorolie verversen
Voor de eerste keer na 5 bedrijfsuren,
dan om de 50 bedrijfsuren of eens per
jaar, afhankelijk van welk tijdstip het
eerst bereikt is. Bij intensief gebruik en
bij hoge buitentemperaturen moet de
olie al na 25 uur wor-
den ververst.
l
Olievulschroef (2)
en aftapplug (1) los-
maken. Olie opvan-
gen in een geschikt
reservoir of olie met
een zuigpompje
door de vulopening
opzuigen.
l
Afgewerkte olie
op voorgeschreven
wijze verwerken!
l
Aftapplug weer te-
rugplaatsen en vast-
draaien en schone
motorolie bijvullen.
Hoeveelheid en kwa-
liteit zie ‘technische
gegevens’.
Vul de olie zoveel mogelijk bij met een
trechter of iets dergelijks.
l
Olievuldop terugplaatsen en vast-
schroeven.
l
Ververs de olie zolang de motor nog
warm is, let op de hij niet te heet is –
kans op brandwonden!
5
46 agria-Combiwerktuig 400E/400K
Behalve het opvolgen van de bedie-
ningsvoorschriften is het bovendien van
groot belang dat u aandacht besteed
aan de volgende aanwijzingen omtrent
onderhoud en reparatie.
W
Let op: voer onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden al-
leen uit met een afgezette motor.
Om te voorkomen dat de motor per
ongeluk wordt gestart, dient steeds
de bougiekap van de bougie te wor-
den verwijderd!
Het combiwerktuig bewijst u goede dien-
sten wanneer u deze netjes verzorgt en
behandelt. Na de werkzaamheden met
de maaier dient vooral de maaibalk te
worden gereinigd.
Motor (uitv. 400K)
Motoroliepeil controleren
l
Voor iedere ingebruikname en
steeds na 5 bedrijfsuren.
l
Alleen bij afgezette en horizontaal
staande motor.
l
Olievuldop (D/11) en omgeving aan
de buitenkant reinigen.
l
Olievuldop losschroeven.
l
Oliepeilstok met een schone doek
afnemen en opnieuw inschroeven, ver-
volgens oliepeilstok uitnemen en olie-
peil aflezen (afb. R).
l
Is het oliepeil tot beneden de marke-
ring gedaald, motorolie (zie ‘technische
gegevens’) bijvullen.
– Niet te veel olie bijvullen.
l
Olievuldop terugplaatsen en vast-
draaien.
5. Onderhoud en reparatie type 400K
Motorolie verversen
Voor de eerste keer na 5 bedrijfsuren,
dan om de 50 bedrijfsuren of eens per
jaar, afhankelijk van welk tijdstip het
eerst bereikt is. Bij intensief gebruik en
bij hoge buitentemperaturen moet de
olie al na 25 uur wor-
den ververst.
l
Olievulschroef/
oliepeilstok (2) en af-
tapplug (1) losma-
ken. Olie opvangen
in een geschikt reser-
voir of olie met een
zuigpompje door de
vulopening opzui-
gen.
l
Afgewerkte olie
op voorgeschreven
wijze verwerken!
l
Aftapplug weer te-
rugplaatsen en vast-
draaien en schone
motorolie bijvullen.
Hoeveelheid en kwa-
liteit zie ‘technische gegevens’.
Vul de olie zoveel mogelijk bij met een
trechter of iets dergelijks.
l
Olievuldop terugplaatsen en vast-
schroeven.
l
Ververs de olie zolang de motor nog
warm is, let op de hij niet te heet is –
kans op brandwonden!
R
400K
oliepeilstok
5
5
agria-Combiwerktuig 400E/400K 47
Luchtfilter
Uitv. 5 HP-Motor
Reinig het luchtfilter iedere 3 maanden
of in elk geval om de 25 bedrijfsuren,
of eerder in geval van zeer stoffige om-
standigheden. Ga hiertoe als volgt te
werk:
l
Schroeven losmaken en luchtfilter-
deksel afnemen.
l
Schuimstof voorfilter uit het deksel
halen en in een niet-schuimende war-
me loogoplossing uitwassen. Gebruik
geen petroleumbevattende reiniging-
smiddelen (bijv. benzine). Schoonspoe-
len onder stromend water, van binnen
naar buiten, tot het water helder blijft.
l
Voorfilter aan de lucht laten drogen
(wachten tot deze helemaal droog is),
en weer terugplaatsen.
l
Schuimstof voorfilter licht doordren-
ken met motorolie, olie goed uitdrukken
(in een doek wikkelen en uitknijpen)
zodat het droge filterelement niet met
olie doorweekt raakt.
l
Droog filterelement op een gladde
ondergrond voorzichtig uitkloppen, niet
met perslucht uitblazen en niet inoliën.
l
Het droge filterelement moet na 100
bedrijfsuren of bij sterke vervuiling wor-
den vervangen.
Uitv. Power-Built-Motor
zie afzonderlijke motor-handleiding
Briggs & Stratton
5. Onderhoud en reparatie
Brandstofinstallatie
l
Controleer bij iedere onderhouds-
beurt of de brandstofslang, brandstof-
tank en carburateur niet lek zijn. Even-
tuele lekkage verhelpen, lekke of poreu-
ze slangen direct vervangen.
l
Brandstofslangen steeds na twee
jaar vervangen.
l
Wanneer de motor teveel brandstof
heeft toegevoerd gekregen, toerental-
hendel op ‘VOLGAS’ draaien en motor
met repeteerstarter doorstarten tot deze
weer start.
Motor niet doorstarten wanneer bougie
verwijderd is.
T
2 bevestigings-
schroeven
Luchtfilterdeksel
Schuimstof -
voorfilter
(Onderzijde met
vlechtwerk)
Droog-filter-
element
5
48 agria-Combiwerktuig 400E/400K
Bougie
l
Na steeds 50 bedrijfsuren dient de
bougie gereinigd te worden en moet de
elektrodenafstand op 0,75 mm worden
afgesteld. Reinig de bougie met een
staalborstel en met gewoon reiniging-
smiddel.
l
Na steeds 100 bedrijfsuren moet de
bougie vervangen worden.
l
Juiste wijze om de bougie in te bou-
wen:
Bougie met de hand in de cilinderkop
draaien totdat deze pakt. Nieuwe bou-
gie vervolgens met de bougiesleutel ca.
90° v erder draaien, aanhaalmoment
20...30 Nm.
l
Controleer de ontsteking niet op
vonkvorming als de bougie of de bou-
giekabel verwijderd zijn. Gebruik alleen
geschikte testinstrumenten.
5. Onderhoud en reparatie
Reinigen van het
luchtrooster
Na langer gebruik kan het koelsysteem
door vuil verstopt raken. Reinig het lucht-
rooster (B/8 of D/8) regelmatig om over-
verhitting en schade aan de motor te
voorkomen. Controleer het rooster voor
iedere ingebruikname.
Luchtkoelsysteem
Inwendige koelribben en vlakken ten-
minste iedere 100 bedrijfsuren (bij ster-
ke stofvorming eerder) reinigen.
è - Serviceç
Regelaar
Voor het goed functioneren van de mo-
tor moeten regelstangen, veren en be-
dieningssystemen schoon zijn. Geen
onderdelen verbuigen of verstellen (re-
gelstangen aan carburateur B/2 of D/2).
Uitlaat
Omgeving van de uitlaat regelmatig
schoonmaken. Haal gras, vuil en brand-
bare dingen weg.
W
- Brandgevaar!
Voor iedere inbedrijfname controleren.
U
0,75 mm
5
agria-Combiwerktuig 400E/400K 49
Verwijderen van
koolstofafzettingen
Na steeds 100 bedrijfsuren moet de ci-
linderkop worden verwijderd en worden
ontdaan van koolstofafzettingen aan de
cilinder, cilinderkop, zuigerbodem en
ventielen. Ook moet de cilinderkopaf-
dichting worden vervangen.
è - Serviceç
Cilinderkopschroeven
Trek de cilinderkopschroeven na de eer-
ste 5 bedrijfsuren met 16 Nm (1,6 kpm)
na.
Toerentalbediening
De toerentalbediening moet op de juis-
te manier zijn ingesteld. De motor moet
met juist toerental gestart worden, func-
tioneren en worden afgezet.
è - Serviceç
Afstelling carburateur
Om brandstof-, temperatuur-, hoogte- en
belastingsverschillen op te heffen is het
mogelijk dat de carburateur enigszins
moet worden nagesteld.
Motor alleen met gemonteerd luchtfilter
en luchtfilterafdekking laten lopen.
è - Serviceç
5. Onderhoud en reparatie
Accu (type 400K)
Bij het starten met het elektrisch
startmechanisme wordt uit de accu
stroom verbruikt. Deze raakt leeg. De
generator laadt ze gedeeltelijk opnieuw
op tijdens de werking.
Om hem opnieuw op te laden, een
gebruikelijke acculader met gelijkstroom
12V en max. 0,6 A laadstroom gebruiken.
Wanneer de machine of de aanhanger
gedurende langere tijd niet gebruikt
wordt, moet de accu steeds met een
laadstroom van 0,06 ampère volgeladen
worden of iedere maand gecontroleerd
worden, indien nodig opladen. Eerst
minpool-kabel losmaken.
I
Zowel voor de ingebruikname
van de accu als voor het onder-
houd en de instandhouding is de
gebruiksaanwijzing van de accu-fa-
bricant toonaangevend.
Accu nooit in
ontladen toestand laten staan! Volg
de aanwijzingen van de fabrikant op!
Vermijd vonken en open vuur in de
omgeving van de accu. - bedreiging
van een explosie!
Voorzichtig met accuzuur – agres-
sief!
Gebruik alleen voorgeschreven ze-
keringen. Bij het gebruik van te zwa-
re zekeringen raakt de elektrische
installatie defect – brandgevaar!
Vermijd het maken van kortsluiting!
I
De accu bevat giftige stoffen
en zware metalen. Behande-
len als chemisch afval.
5
50 agria-Combiwerktuig 400E/400K
5. Onderhoud en reparatie
Machine
Wormwielaandrijving
W
V
1 aftapplug
2 afdichting
3 transmissiedeksel
4 zeskantige schroef
1 aftapplug
Aandrijfwielen
l
Controleer regelmatig de bandenspanning (0,8 bar) van de wielen. De banden-
spanning van beide wielen moet gelijk zijn, om moeiteloos rijden te kunnen ga-
randeren.
l
Monteer de wielen met de profielpunten in de rijrichting (van boven op de wie-
len gezien), zodat de trekprestaties volledig worden benut.
l
Wielas doorlopend op gras wikkelen controleren, gras verwijderen, evt. door
het demonteren van de aandrijfwielen.
l
Wielasuiteinden (kleine asdiameter) voor het monteren van de wielen, jaarlijks
en na iedere reinigingsbeurt met een hogedrukreiniger met biologisch afbreek-
baar vet insmeren.
l
Controleer het transmissieoliepeil voor de
eerste inbedrijfname en steeds na 25 bedrijfsuren.
l
Zet de machine op een vlakke ondergrond (afb.
V) en draai de aftapplug (1) eruit.
l
Oliepeil moet gelijk zijn met de invulopening,
evt. transmissieolie bijvullen.
l
Aftapplug terugplaatsen en vastdraaien.
Transmissieolie eens per jaar verversen, bij
warme motor.
l
Voor het aftappen van de olie transmissiedek-
sel (3) van het transmissiehuis monteren (twee
zeskantige schroeven aan de binnenzijde uit-
draaien).
l
Afgewerkte olie op correcte wijze opvangen en
volgens de voorschriften verwerken.
l
Transmissiedeksel opnieuw monteren, eerst af-
dichting (2) controleren, evt. vervangen en de af-
dichtvlakken reinigen.
l
Machine op een vlakke ondergrond neerzet-
ten en de afdichtplug (1) eruit draaien.
l
Schone transmissieolie bijvullen (kwaliteit zie
‘technische gegevens’) tot het oliepeil gelijk staat
met de invulopening (afb. V).
l
Afdichtplug terugplaatsen en vastdraaien.
5
agria-Combiwerktuig 400E/400K 51
Veiligheidsschakeling
Controleer het functioneren van de veiligheidsscha-
keling voor iedere ingebruikname en bij iedere on-
derhouds- en reparatiebeurt.
l
Wanneer de hendel (E/3 of G/3) wordt losgelaten
en de koppeling is geschakeld, dient de motor auto-
matisch tot stilstand te komen.
l
Elektrische leidingen en stekkers moeten even-
eens gecontroleerd worden, eventueel vervangen.
è - Serviceç
Instellingen aan de hendel voor
wielschakeling en koppeling
Speling en instellingen voor iedere inbedrijfname
controleren en evt. bijstellen (vooral bij de inrijperio-
de na de eerste inbedrijfname of na het vervangen
van de V-snaar van de koppeling.
l
Borgveer (2) met behulp van een schroevedraaier
(of iets dergelijks) verwijderen.
l
Kabeluiteinde (3) met de verstelbout (4) uit de
greep in de hendel drukken.
l
Verstelbout (4) in- of uitdraaien tot de afstand ‘X’
bereikt is (door indraaien wordt de afstand kleiner,
door uitdraaien groter).
l
Ter controle het uiteinde van de kabel met de ver-
stelbout (4) weer in de greep hangen.
l
Borgveer (2) monteren.
Hendel voor wielschakeling:
X = 3 - 5 mm
Hendel voor koppeling:
X = 2,5 - 4 mm
de basisinstelling volgt echter in positie ‘neutraal’ (zie
‘V-snaarspanning instellen’).
5. Onderhoud en reparatie
5
1 hendel voor
koppeling
2 borgveer
3 kabeluiteinde
4 verstelbout
52 agria-Combiwerktuig 400E/400K
Y
W
Werktuigen alleen ingebruik
nemen wanneer alle bescher-
mingsinrichtingen in de juiste posi-
tie zijn gebracht!
Gebruik alleen originele speciale
agria-V-snaren!
Instellen van de
V-snaarspanning
De V-snaaraandrijving moet worden
bijgesteld als de speling aan de kop-
pelingshendel bij positie ‘vooruit rij-
den’ minder dan 1,5 mm bedraagt.
l
Snaarbeschermingskap (F/8 of H/8)
verwijderen, hiertoe eerst de bevesti-
gingsmoeren (F/10 of H/10) verwijderen.
l
Snaargeleiding (F/7 of H/7) verwijde-
ren.
l
Koppelingshendel (E/4 of G/4) in po-
sitie ‘neutraal’ zetten (vergrendeling (E/5
of G/5) ingeklikt).
l
V-snaarschijf met rubber aandrijf-
schijf ‘II’ in de zwenkplaat zo vastschroe-
ven dat de V-snaar bij het achteruit rij-
den normaal strak gespannen is.
l
Rubber schijf ‘II’ voor het achteruit rij-
den door de instelling van de Bowden-
kabels in de koppelingshendel (afb. X),
dat de afstand tussen de buitenste dia-
meter van de V-snaarschijf ‘I’ en de bui-
tenste diameter van de rubberen rol ‘II’
5 mm bedraagt (afb. Y).
l
Koppelingshendel koppelen voor rij-
den vooruit.
l
Spanrol III in de richting van de pijl
draaien tot de koppelingshendel (in po-
sitie vooruitrijden) een speling van 2,5–
4 mm heeft.
l
Snaargeleiding (F/7 of H/7) aanbren-
gen (zie afb. F of H).
l
Snaarbeschermingskap (F/8 of H/8)
monteren, koppelingshendel moet in
positie ‘vooruit’ geschakeld zijn.
5. Onderhoud en reparatie
5
agria-Combiwerktuig 400E/400K 53
5. Onderhoud en reparatie
Algemeen
l
Let op het verliezen van brandstof en
olie, eventueel opruimen.
l
Schroeven en moeren regelmatig
controleren, eventueel natrekken.
l
Alle glijdende of beweeglijke onder-
delen (bijv. toerentalhendel, hendella-
ger) met biologisch-afbreekbaar vet of
olie vet houden.
Reiniging
Machine
Na een schoonmaakbeurt met een ho-
gedrukreiniger moeten de smeerplaat-
sen aan de machine meteen worden
gesmeerd, en dient de machine kort in
gebruik te worden genomen, zodat het
binnengedrongen water eruit geslingerd
wordt.
De lagers moeten voorzien zijn van een
vetkraag die de lagers beschermt tegen
het binnendringen van vuil, plantensap-
pen en vocht.
Motor
Reinig de motor met een doekje. Ver-
mijd het afspuiten van de motor met een
sterke waterstraal, vocht in het ontste-
kings- en brandstofsysteem kan leiden
tot storingen.
5
54 agria-Combiwerktuig 400E/400K
5. Onderhoud en reparatie
Stallen
Wanneer combiwerktuig gedu-
rende langere tijd niet gebruikt
wordt, moeten volgende maatre-
gelen genomen worden:
a) Grondige reinigingsbeurt
Schoonmaken, laklaag bijwerken,
smeerpunten doorsmeren, combiwerk-
tuig enige tijd laten draaien, alle onbe-
schermde onderdelen, met name het
hakwerktuig met biologisch-afbreekba-
re corrosiewerende olie inoliën.
b) Motor in conditie houden
ll
ll
l
Brandstof volledig aftappen of brand-
stoftank voltanken en stabilisatorvloei-
stof (agria-nr. 799 09) in de brandstof-
tank gieten.
- Kijk in de gebruiksaanwijzing,
motor ca. 1 minuut laten lopen.
ll
ll
l
Motorolie verversen.
ll
ll
l
In de bougieopening een theelepel
vol (ca. 0,03 l) motorolie laten lopen.
Motor langzaam laten doordraaien.
ll
ll
l
Bougie weer inbouwen. Zuiger met
repeteerstarter op compressie zetten
(starthandgreep langzaam aantrekken
totdat weerstand voelbaar is), hiermee
zijn de kleppen gesloten.
ll
ll
l
Laat de motor om de 2–3 weken lang-
zaam doordraaien (bougiekap verwij-
deren) en aansluitend zuiger weer op
compressie zetten.
c) Aandrijfwielen
zo op de steunblokken plaatsen dat de
banden niet op de vloer rusten. Lucht-
banden gaan snel in kwaliteit achteruit
wanneer ze zonder lucht onder belas-
ting staan.
d) Koppeling
Machine altijd met aangetrokken kop-
pelingshendel (‘0’ – vergrendeling inge-
klikt) parkeren, er kunnen anders pro-
blemen met de koppeling.
e) Accu bij uitv. 400K
De accu onvoorwaardelijk volledig op-
laden vooraleer hem weg te bergen en
voor de minimumwaarde van de open
spanning opladen (zie ook hoofdstuk
"Accu" blz. 33).
f) Plaats de machine nooit
in vochtige ruimtes, in ruimtes waar
kunstmest bewaard wordt of in stallen
of daarnaast liggende ruimten. Op deze
manier wordt corrosievorming aanzien-
lijk bevorderd.
g) Afdekken
Dek de machine af met een dekzeil of
iets dergelijks.
5
agria-Combiwerktuig 400E/400K 55
5
56 agria-Combiwerktuig 400E/400K
W
Let op de veiligheidsaanwijzingen! Laat grotere problemen aan de machine of de motor altijd op-
lossen door de agria-vakgararage, deze beschikken over het juiste gereedschap. Ondeskundige
hulp kan grote schade veroorzaken.
storing mogelijke oorzaak oplossing pagina
Motor -Bougiekap is niet aangesloten Bougiekap aansluiten
start niet -Choke niet in positie CHOKE Chokehendel in positie CHOKE brengen 42
-Brandstoftank leeg of Brandstoftank vullen
slechte brandstof met schone brandstof 41
-Brandstofleiding verstopt Brandstofleiding reinigen
-Bougie defect Bougie schoonmaken,
afstellen of vervangen 48
-Motor teveel brandstof (verzopen) Bougie drogen, schoonmaken
en starten met volgas 47
-Valse lucht door losgelaten carburateur Bevestigingsschroeven natrekken
en aanzuigleiding
Motor -Motor loopt op choke Chokehendel in positie
hapert BEDRIJF brengen 42
af en toe -Contactkabel zit los Bougiekap op de bougiekabel vastklemmen,
bougiekabel vastklemmen,
bougiekap op de bougie vastklemmen
-Brandstofleiding verstopt Brandstofleiding schoonmaken,
of slechte brandstof schone brandstof tanken 41
-Luchttoevoer in het Brandstoftankdop vervangen
brandstoftankdop verstopt
-Water of vuil in het Brandstof aftappen en
brandstofsysteem schone brandstof tanken
-Luchtfilter verontreinigd Luchtfilter schoonmaken of vervangen 47
-Carburateur verkeerd afgesteld Carburateur afstellen
¬
49
Motor -Te weinig motorolie Meteen motorolie bijvullen 45, 46
wordt -Ventilatiesysteem functioneert niet Luchtrooster schoonmaken, 48
te heet koelribben schoonmaken
¬
48
-Luchtfilter is verontreinigd Luchtfilter reinigen 47
-Carburateur is verkeerd afgesteld Carburateur afstellen
¬
49
Motor -Ontsteking te krap afgesteld Bougie afstellen 48
haperingen -Stationair toerental Carburateur afstellen
¬
49
bij hoge niet correct afgesteld
toerentallen
Motor -Ontsteking te ruim afgesteld, Bougie afstellen of vervangen 48
slaat bij Bougie defect
stationair -Luchtfilter verontreinigd Luchtfilter reinigen 47
toerental -Carburateur niet correct afgesteld Carburateur afstellen
¬
49
vaak af
6. Storingen opsporen en verhelpen
66
agria-Combiwerktuig 400E/400K 57
storing mogelijke oorzaak oplossing pagina
Motor -Regelstangen zijn verontreinigd, Regelstangen schoonmaken 48
loopt klemmen
onregelmatig
Motor -Toerental-motorstopbediening Toerentalbediening instellen
¬
49
springt in is niet correct ingesteld
stoppositie
niet af
Motor -Luchtfilter verontreinigd Luchtfilter reinigen 47
levert te -Cilinderkop los of Cilinderkop aandraaien,
¬
49
weinig afdichting beschadigd afdichting vervangen
vermogen -Te weinig compressie Motor laten controleren
¬
Rijaandrijving -Koppelingshendel is Koppelingshendel instellen
¬
51
of maai- niet correct ingesteld
aandrijving
komt bij
aangetrokken
koppeling
niet tot
stilstand
Teveel -Bevestigingsbouten zijn los Bevestigingsbouten natrekken 53
vibratie
¬
= Laat dit uitvoeren door een agria-vakgarage!
6. Storingen opsporen en verhelpen
6
58 agria-Combiwerktuig 400E/400K
Elektrisch schakelschema/
Smeerschema
1 motorolie (blz. 45/46)
2 transmissieolie (blz. 50)
3 hendellager (blz. 53)
3
2
1
1 motor
2 magnetische ontsteking
3 motor-uit-schakelaar
(aan toerentalhendel
aan de motorzijde)
4 steekkoppeling
5 schakelaar in de
veiligheidsschakelaar
6 schakelaar in de
koppelingshendel
bl = blauw
br = bruin
Smeerschema
agria-Combiwerktuig 400E/400K 59
agria-bestel nr.
799 09 Brandstof stabilisator pak 5 g
Bandenpechbescherming:
713 13 Banden afdichtgelTerra-S fles 1 l
Lak:
181 03 Spuitlak berkengroen spuitbus 400 ml
712 98 Spuitlak rood, RAL 2002 spuitbus 400 ml
509 68 Spuitlak zwart spuitbus 400 ml
Slijtageonderdelen:
672 44 Luchtfilterinzet
686 34 Bougie RJ 19 LM
481 75 V-snaar voor koppeling
481 74 V-snaar voor aandrijving rijden achteruit
305 65 Afdichting transmissiedeksel
Let op: gebruik alleen de originele agria-V-snaren!
Reserveonderdelen:
997 086 Combiwerktuig 400E, 400K en aanbouwwerktuigen
Lak, slijtageonderdelen
771 83 Oliezuigpompje
60 agria-Combiwerktuig 400E/400K
agria-Combiwerktuig 400E/400K 61
Afb. E
1 Zeskantschroef voor zijwaartse verstelling stuurstang
2 Zeskantschroef voor hoogteverstelling stuurstang
3 Veiligheidsschakelhendel
4 Koppelingshendel voor vooruit-achteruitschakeling
5 Vergrendeling voor koppelingshendel
9 Toerentalhendel, motor-uit-schakelaar
10 Vergrendeling voor wielschakelhendel
11 Wielschakelhendel
12 Motor-uit-schakelaar (slechts uitv. Power-Built-Motor)
Afb. F
1 Snaarspanschijf
2 V-snaaraandrijving voor versnelling vooruit (koppeling)
3 Trillingsdemper
4 Tapeind voor V-snaarbeschermingskap
5 Gat voor V-snaarbeschermingsgreep
6 V-snaaraandrijfschijf (op krukas)
7 V-snaargeleidingsplaat
8 V-snaarbeschermingskap
9 Veerschijf
10 Borgmoer
11 Achteruitrijversnelling rubber schijf
12 V-snaaraandrijving voor versnelling achteruit
13 V-snaaraandrijfschijf (op transmissieas)
Aanduiding van de onderdelen
type 400E
62 agria-Combiwerktuig 400E/400K
E
F
Aanduiding van de onderdelen
type 400E
agria-Combiwerktuig 400E/400K 63
64 agria-Combiwerktuig 400E/400K
Onderhouds- en inspectietabel
A = voor iedere ingebruikname
B = na iedere reinigingsbeurt
E = eenmalige servicewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een vakkundige garage
K = controle- en onderhoudswerkzaamheden kunnen door de bestuurder zelf worden uitgevoerd
W = servicewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een vakkundige garage
F = servicewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een agria-vakgarage
* = na 2 jaar
5 8 25 50 100 250
Veiligheidsschakelaar functie
controleren
K 51
Hendel speling controleren K 51
Aandrijfwielenschroeven
controleren
K 29
Luchtfilter controleren K 47
Koelluchtzeef reinigen K 48
Motoroliepeil controleren,
eventueel bijvullen
K K
45
46
Cilinderkopschroeven natrekken E 49
Motorolie verversen, eerste keer, W 45
verdere keren W 46
Motor reinigen K 53
Transmissieoliepeil controleren K 50
Schroeven en moeren controleren K 53
Luchtfilterinzet reinigen W W 47
Evenwichtsnaaf smeren K K K 30
Luchtfilterinzet vervangen,
indien nodig eerder!
W 47
Bougie reinigen,
elektrodenafstand afstellen
W 48
Bougie vervangen K 48
Cilinderkop reinigen F 49
Koelluchtgrilgeleidingsplaten,
koelribben reinigen,
indien nodig eerder!
F 48
Transmissieolie verversen K 50
Alle glijende delen smeren K K 53
Wielas invetten K K 50
Brandstofslangen vernieuwen W* 47
Accu bijladen (400K) - zie 'accu' 49
A
Steeds na bedrijfsuren
blz.
min.
3mndl.
min.
jaarl. B
agria-Combiwerktuig 400E/400K 65
Afb. G
1 Zeskantschroef voor zijwaartse verstelling stuurstang
2 Zeskantschroef voor hoogteverstelling stuurstang
3 Veiligheidsschakelhendel
4 Koppelingshendel voor vooruit-achteruitschakeling
5 Vergrendeling voor koppelingshendel
6 Aftakasschakelhendel
7 Gereedschapset
8 Startschakelaar
9 Toerentalhendel, motor-uit-schakelaar
10 Vergrendeling voor wielschakelhendel
11 Wielschakelhendel
Afb. H
1 Snaarspanschijf
2 V-snaaraandrijving voor versnelling vooruit (koppeling)
3 Trillingsdemper
4 Tapeind voor V-snaarbeschermingskap
5 Gat voor V-snaarbeschermingsgreep
6 V-snaaraandrijfschijf (op krukas)
7 V-snaargeleidingsplaat
8 V-snaarbeschermingskap
9 Veerschijf
10 Borgmoer
11 Achteruitrijversnelling rubber schijf
12 V-snaaraandrijving voor versnelling achteruit
13 V-snaaraandrijfschijf (op transmissieas)
Aanduiding van de onderdelen
type 400K
66 agria-Combiwerktuig 400E/400K
G
H
Aanduiding van de onderdelen
type 400K
agria-Combiwerktuig 400E/400K 67
Conformiteitsverklaring
agria-Werke GmbH
Bittelbronner Straße 42
D-74219 Möckmühl
Tel. +49/ (0)6298 /39-0
Fax +49/ (0)6298/39-111
Internet: www.agria.de
Uw agria dealer bij u in de omgeving:
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68

Agria 0400 de handleiding

Type
de handleiding