Documenttranscriptie
Handleiding
Vertaling van het oorspronkeijke handleiding
Weidemaaier
5300
- Honda motor
- Robin motor
4238
&
Lees voordat u de machine in gebruik neemt eerst de handleiding.
Volg veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen nauwkeurig op!
Betriebsanleitung Nr. 998 847-A 12.11
Symbolen, typeplaatje
Hier invullen:
Symbolen
Machine art. nr.: .........................
Identificatie/machine nr.:
...................................................
W
waarschuwingsteken. Vindt u
bij passages die betrekking
hebben op uw veiligheid
belangrijke informatie
Motor type: .................................
choke
Motor nr.: ....................................
brandstof
Datum aankoop: .........................
olie
Typeplaatje: zie blz. 3/afb. A/7
motor-start
Motortype en motornr. zie blz. 3/afb.
B/6.
motortoerental
Bij bestelling van reserveonderdelen
deze gegevens vermelden om fouten
bij levering te vermijden.
motor-stop
Alleen originele agria-reserveonderdelen gebruiken!
De technische gegevens, afbeeldingen en maten in deze handleiding zijn
niet bindend. De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld. Wij
behouden ons het recht voor veranderingen aan te brengen, zonder
deze handleiding te wijzigen.
Levering:
l handleiding
l motor-handleiding
l weidemaaier – basismachine
l stuur met greepschroef
l 1 paar wielen*
l maaibalk*
l gereedschapsset
* = afhankelijk van de uitvoering van
de machine
luchtfilter
zichtcontrole
koppeling
maaiaandrijving
rijaandrijving
vooruit
achteruit
langzaam
geopend (ontgrendeld)
gesloten (vergrendeld)
zie motor-handleiding
è
- Serviceç= Laat dit
uitvoeren door een agria-vakgarage!
Opgelet, wat de motor betreft, zijn hier enkel de hanteringen uitgelegd,
die voor de maaier nodig zijn. Alle andere informatie over de motor vindt u
in de bijgeleverde motor-handleiding!
2
agria weidemaaier 5300
Aanduiding van de onderdelen
A
Robin motor
3
9
4
B
1
10
Honda motor
2
5 13 7
8
6
12
agria weidemaaier 5300
11
3
Aanduiding van de onderdelen
Afbeelding A
1
2
3
4
5
6
7
8
10
11
12
13
14
15
16
17
Maaibalk
Maaibalk loopschoenen
Mesmeenemer
Smeernippel voor balkdraagtap
Smeernippel voor krukasschijf
Afdekkap voor maaiwerk
Typeplaatje/identificatie nr.
Motor
Stuur
Riembescherming (V-snaarkoppeling)
Maaibalkvergrendeling
Smeernippel voor maaibalkvergrendeling
Olievulhals voor transmissieolie / controleschroef
Transmissieoliedeksel / olieaftapplug voor transmissie
Wiel
Haarspeldveer voor wiel
Afbeelding B
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
4
Luchtfilter
Carburateur
Brandstoftankdop
Brandstoftank
Choke-hendel
Motor-typenr.
Startgreep
Koelluchtzeef
Uitlaat met beschermingskap
Bougie, bougiekap
Motorolievulschroef – peilopening
Aftapplug voor motorolie
Brandstofkraan
agria weidemaaier 5300
Inhoudsopgave
Inhoud pakket .................................. 2
Symbolen, typeplaatje ..................... 2
Aanduiding van de
onderdelen ........................ 3, 50
Aanbevelingen
Smeermiddelen,
corrosiewerende middelen .............. 6
Brandstof ......................................... 6
Onderhoud en reparatie .................. 6
Aanwijzingen voor
uitpakken en montage ........... 7
1. Veiligheidstechnische
aanwijzingen ..................... 8–13
Gebruik conform de bestemming .... 8
5. Onderhoud en reparatie
Motor .............................................. 32
Koelsysteem .................................. 33
Uitlaat ............................................. 33
Bediening toerental ........................ 33
Machine ......................................... 34
Wielen ............................................ 34
Maai-installatie ............................... 35
Maaibalk universeel-SC ................ 36
Maaibalk gemeente-uitvoering ...... 37
Bijslijpen van de maaimessen ....... 38
Veiligheidsschakeling .................... 39
Afstellingen aan de hendel ............ 39
Afstellen van de V-snaarspanning . 40
Algemeen ....................................... 41
De machine schoonmaken ............ 41
De machine stallen ................ 42 - 43
1
2
3
6. Storingen opsporen
Afmetingen ..................................... 14 en verhelpen .................. 44 - 45
2. Technische gegevens
Weidemaaier .................................. 14
Maaiwerk ....................................... 14
Geluidsniveau ................................ 14
Trillingsniveau ................................ 14
Motor ........................................ 15/16
Gebruik op hellingen ............... 15/16
3. Machine- en
bedieningselementen
Motor .............................................. 17
Veiligheidsschakeling .................... 18
Rijaandrijving ................................. 19
Koppeling ....................................... 19
Maaiaandrijving ............................. 20
Stuurstang ..................................... 21
Wielen ............................................ 22
Maaibalk ........................................ 25
Schakelschema,
smeerplan ............................. 46
4
Lak, slijtageonderdelen ....... 47
Onderhouds- en
inspectietabel ....................... 48
5
Conformiteitsverklaring ...... 51
6
Let op uitklappagina’s!
Afb. A + B ................................ 3
Afb. C + D .............................. 50
4. Ingebruikname en bediening
Eerste ingebruikname ................... 27
Motor starten ................................. 28
Motor afzetten ................................ 29
Maaien ........................................... 30
Gevarenzone ................................. 31
Maaien op hellingen ...................... 31
agria weidemaaier 5300
5
Aanbevelingen
Smeermiddelen en anticorrosiemiddelen:
Gebruik voor de motor en de transmissie de voorgeschreven smeermiddelen
(zie ‘Technische gegevens’).
Voor ‘open‘ smeerpunten en smeernippels adviseren wij het gebruik van biologisch afbreekbare olie of smeervet
(volgens de aanwijzingen in de handleiding).
Voor het onderhoud van de machines
en werktuigen adviseren wij biologisch
afbreekbare corrosiewerende olie
(niet gebruiken op gelakte uitwendige
bekledingen). Het anticorrosiemiddel
kan met een kwast of met een spuitbus
worden aangebracht.
Biologische smeermiddelen en corrosiewerende olie zijn milieuvriendelijk omdat ze biologisch snel afbreekbaar zijn.
Wanneer u biologisch afbreekbare
smeermiddelen en corrosiewerende olie
gebruikt, gaat u bewust om met het milieu en levert u een positieve bijdrage
aan de gezondheid van mens, fauna en
flora.
Brandstof:
Deze motor loopt zowel op gangbare
loodvrije normale en superbenzine
(ook E10) en Super plus.
Voeg aan de benzine geen olie toe.
Wanneer om milieutechnische redenen
loodvrije benzine gebruikt wordt, dient
u bij motoren die langer dan 30 dagen
niet gebruikt worden de brandstof af te
tappen, om afzetting van harsresidu’s
in de carburateur, het brandstoffilter en
de brandstoftank te vermijden. U kunt
de brandstof ook vermengen met een
brandstofstabilisator.
Zie ook hoofdstuk ‘Motor in conditie houden’.
Onderhoud en reparatie:
Bij de agria-dealer werken gekwalificeerde monteurs die de machine vakkundig
onderhouden en repareren.
Voer grotere onderhouds- en reparatiewerkzaamheden alleen zelf uit wanneer
u beschikt over het juiste gereedschap
en de vereiste technische kennis van
machines en verbrandingsmotoren.
Klop nooit met harde voorwerpen of
metalen gereedschappen tegen het
vliegwiel. Het kan scheuren en tijdens
gebruik uiteen springen, zodat verwondingen of materiële schade veroorzaakt
wordt. Demonteer het vliegwiel uitsluitend met passend gereedschap.
6
agria weidemaaier 5300
Aanwijzingen voor uitpakken en montage
Deksel van de kartonnen
doos aan de bovenzijde
openen
l de achterste 2 hoeken
van de doos opensnijden en
de achterkant omlaag klappen.
Stuurstang naar omhoog
draaien
6
3
4
2
5
l zeskantige schroef (3) en
zeskantige moer (4) afschroeven en verwijderen
l stuurstang (2) omhoog
brengen, de zeskantige
schroef (3) door de boorgaten steken, zeskantige moer
(4) monteren en vastdraaien.
Hendel voor wielschake1
ling (6) in positie ‘0’ brengen
en arreteren – wielaandrijving is uitgeschakeld en de
machine kan zonder motoraandrijving worden bewogen
l machine achteruit uit de
doos trekken
Maaibalk (5) monteren
25
Maatregelen voor eerste ingebruikname uitvoeren
27
agria weidemaaier 5300
7
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
Lees deze handleiding aandachtig door
voordat u de machine in gebruik neemt
en volg de instructies nauwkeurig op.
Waarschuwingsteken
Dit symbool treft u aan bij alle passages die betrekking hebben op uw veiligheid. Breng ook andere gebruikers op
de hoogte van deze veiligheidsaanwijzingen.
Gebruik conform de
bestemming
De weidemaaier is uitsluitend geschikt
voor het maaien van gras en gelijkaardige planten, zoals dun niet houten
struikgewas in de land- en bosbouw en
voor het onderhoud van groene zones
en aanplantingen en kan na de aanbouw
van een passend ruimschild ook als
sneeuwschuiver worden gebruikt (gebruik conform de bestemming).
Iedere andere toepassing geldt als niet
in overeenstemming zijnde met het doel
waarvoor de maaier gebouwd is. Voor
schade die door ondoelmatig gebruik
veroorzaakt wordt, kan de fabrikant niet
aansprakelijk worden gesteld. Dit risico
is geheel en al voor de gebruiker.
Tijdens het gebruik van de weidemaaier
op openbare wegen dienen de bepalingen van de nationale verkeersvoorschriften te worden in acht genomen, bv.
reflectoren, verlichting.
De weidemaaier is niet voorzien om te
worden gebruikt met een aanhangwagen op openbare wegen of als trekmachine.
De door de fabrikant voorgeschreven
gebruiksvoorschriften, alsmede de voor-
8
schriften met betrekking tot controle,
onderhoud en reparatie dienen in acht
te worden genomen.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die ontstaat
door eigenhandige wijzigingen aan de
machine.
Algemene
veiligheidsvoorschriften
Basisprincipe:
De gebruiker dient zich te houden aan
alle voorschriften ter voorkoming van
ongevallen, alsmede aan de algemeen
geldende regels wat betreft veiligheid,
arbeidsgeneeskunde en wegverkeer.
Bij gebruik van openbare wegen dienen
de geldende verkeersbepalingen in acht
te worden genomen.
Controleer voor ingebruikname van de
weidemaaier altijd eerst de verkeers- en
bedrijfsveiligheid.
De motormaaaier mag slechts gebruikt,
onderhouden en gerepareerd worden
door personen die over de benodigde
kennis beschikken en van de risico’s op
de hoogte zijn.
Personen beneden de 16 jaar mogen
de machine niet bedienen!
Werk alleen bij goed zicht en voldoende licht.
De bestuurder moet goed aansluitende
werkkleding dragen. Wijde kledingstukken dienen vermeden te worden. Draag
altijd stevige schoenen!
De waarschuwings- en instructiebordjes op de machine geven belangrijke
aanwijzingen voor veilig gebruik. Volg
deze aanwijzingen nauwkeurig op, in het
belang van uw eigen veiligheid!
agria weidemaaier 5300
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
Zet de motor af wanneer u de machine
transporteert van en naar de werkplek.
Blijf altijd op een veilige afstand van
draaiende werktuigen!
Voorzichtig met nalopende werktuigen.
Wachten tot het werktuig helemaal stil
staat!
Bij werkzaamheden met extern aangedreven machineonderdelen bestaat de
kans op beknellingen en andere verwondingen!
Het is niet toegestaan tijdens de werkzaamheden mee te rijden op de maaier.
Aangebouwde werktuigen en ladingen
hebben invloed op het rijdrag en het
stuur- en remvermogen van de maaier.
Pas uw werksnelheid aan aan de omstandigheden.
Instelling van het motortoerental niet
veranderen. Een verhoogd toerental
vergroot de kans op ongelukken.
Arbeids- en gevarenbereik
De gebruiker is op de werkplek tegenover derden verantwoordelijk.
Blijf buiten het gevarenbereik van de
weidemaaier.
Controleer voor het starten en wegrijden de omgeving van de maaier. Let
vooral op kinderen en dieren!
Voordat met de werkzaamheden begonnen wordt, dienen obstakels uit de weg
te worden geruimd. Let ook tijdens de
werkzaamheden op obstakels en haal
ze tijdig weg.
Bij werkzaamheden op omheinde plaatsen dient de veiligheidsafstand tot de
omheining in acht genomen te worden,
zodat de machine niet beschadigd
wordt.
Bediening en
veiligheidsmaatregelen
1
Voor de werkzaamheden
Zorg ervoor dat u op de hoogte bent van
alle installaties en bedieningscomponenten, alsmede van het functioneren
ervan. In het bijzonder dient u te weten
hoe u de motor in geval van nood snel
en veilig afzet.
Controleer of alle veiligheidsmaatregelen zijn getroffen en in de juiste positie
zijn gebracht.
Wanneer de aftakas niet gebruikt wordt,
dient deze met een beschermingskap
te zijn afgedekt.
Starten
Start de motor niet in afgesloten ruimtes. De uitlaatgassen bevatten koolmonoxyide, dat zeer giftig is wanneer het
ingeademd wordt.
Voor het starten van de motor dienen
alle bedieningselementen in stand ‘neutraal’ te worden gezet.
Voor het starten van de motor niet vóór
de weidemaaier of het aanbouwwerktuig gaan staan.
Tijdens de werkzaamheden
Tijdens de werkzaamheden mag de
stuurstang nooit worden losgelaten.
Bedieningsstang tijdens de werkzaamheden nooit verstellen – ongevalsrisico!
Neem bij alle werkzaamheden met de
weidemaaier die afstand van de machine in acht, waartoe u door de stuurstang
gedwongen wordt, vooral bij het nemen
van bochten!
agria weidemaaier 5300
9
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
1
Het is niet toegestaan tijdens de werkzaamheden en het transport op de machine mee te rijden.
Wanneer het snijwerktuig of aanbouwwerktuig vastzit, moet de motor worden
afgezet en dient het snijwerktuig of aanbouwwerktuig met passend gereedschap te worden schoongemaakt.
Indien de weidemaaier of het aanbouwwerktuig beschadigd is, moet de machine onmiddellijk worden gestopt en de
motor worden afgezet. Laat de schade
direct herstellen!
Bij een defect aan de stuurinrchting de
weidemaaier meteen stoppen en de
motor afzetten. Laat het defect direct
repareren!
Wanneer op hellend terrein wordt gewerkt verdient het aanbeveling, de weidemaaier met een trekkabel of een trekstang vast te houden, om te voorkomen
dat de machine wegschuift. De bestuurder moet zich heuvelopwaarts van de
machine bevinden en dient voldoende
afstand te houden tot de werktuigen!
Werk indien mogelijk dwars op de helling!
Beëindigen van de
werkzaamheden
Koppel de aanbouwwerktuigen uitsluitend aan bij afgezette motor en uitgeschakelde aandrijving.
Gebruik passend gereedschap en draag
altijd veiligheidshandschoenen als u
aanbouwwerktuigen of onderdelen ervan vervangt.
Breng de steunen bij het monteren en
demonteren in de juiste positie en zorg
ervoor dat het werktuig niet kan wegkantelen.
Weidemaaier en aanbouwwerktuigen
tegen wegrollen beveiligen (blokkeerrem, wielblokken).
Bij het aankoppelen van de werktuigen
is grote voorzichtigheid geboden.
Koppel aanbouwwerktuigen uitsluitend
aan de daarvoor bestemde inrichtingen,
volgens de voorschriften.
Indien u de werkplek verlaat, weidemaaier en aanbouwwerktuig beveiligen
tegen wegrollen. Voorkom gebruik door
onbevoegden. Monteer eventueel de
transport- of beschermingsinrichting en
zet deze in de veiligheidsstand.
Maai-inrichting
Laat de weidemaaier nooit onbeheerd
achter als de motor nog loopt.
Zet de motor af voordat u de maaier
verlaat. Sluit daarna de brandstofkraan.
Tref de nodige voorzorgsmaatregelen
om gebruik door onbevoegden te verhinderen. Haal de contactsleutel uit het
contact (indien aanwezig) of trek de bougiekap eruit.
10
Aanbouwwerktuigen
De scherpe kant van de maaibalk kan
bij onoplettendheid aanzienlijke verwondingen veroorzaken. Verwijder daarom
de schutlatten van de messen alleen tijdens het maaien en plaats ze na het
maaien direct weer op de juiste manier
terug.
Tijdens transport en opslag dienen de
schutlatten altijd op de messen te zijn
gemonteerd; op de vingerbalk moeten
bovendien de spanveren worden ingehaakt.
agria weidemaaier 5300
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
Transporteer de gedemonteerde maaibalk niet zonder schutlat.
Bescherm de messen met de schutlatten voordat de maaibalk gemonteerd en
gedemonteerd wordt.
Let er bij het vervangen van de messen
en het losmaken en vastdraaien van de
mesmeenemers op dat de schroefbeweging van de richting van de snijkanten af beweegt.
Draag bij het slijpen van de messen een
veiligheidsbril en handschoenen.
Gewichten
Breng de gewichten altijd aan volgens
de voorschriften aan de daarvoor bestemde bevestigingspunten.
Sneeuwschuiver
De sneeuwschuiver dient op de juiste
manier te worden aangebouwd! Draag
stevig schoeisel. Bij het manoeuveren
met de sneeuwschuiver moet voorzichtig te werk worden gegaan. Ongevalsrisico! Pas de werksnelheid aan aan de
omstandigheden.
Onderhoud en reiniging
Gebruik bij het vervangen van de messen passend gereedschap en drag veiligheidshandschoenen.
Zorg ervoor dat de weidemaaier en de
aanbouwwerktuigen schoon blijven, om
brandgevaar te vermijden.
Moeren en schroeven regelmatig controleren of ze vast zitten en eventueel
aandraaien.
Na de onderhouds- en reinigingswerkzaamheden dienen de beschermingsinrichtingen weer te worden aangebracht
en in oorspronkelijke positie te worden
teruggebracht.
Altijd originele agria-reserveonderdelen
gebruiken. Andere reserveonderdelen
moeten kwalitatief gelijkwaardig zijn en
overeenkomen met de door de firma
agria vastgelegde technische eisen.
Na gebruik wegzetten
Het parkeren van de weidemaaier in
ruimtes met open kachels is verboden.
Parkeer de weidemaaier niet in gesloten ruimtes wanneer zich nog brandstof
in de brandstoftank bevindt. Benzinedampen zijn gevaarlijk.
Pleeg geen onderhouds- en reinigingswerkzaamheden aan de machine met
lopende motor.
Bij werkzaamheden aan de motor dient
de bougiekap altijd te worden verwijderd
(alleen bij benzinemotoren).
Zijn bepaalde beschermingsinrichtingen
of werktuigen aan slijtage onderhevig,
dan moeten deze regelmatig gecontroleerd en eventueel vervangen worden!
Beschadigde messen moeten vervangen worden!
agria weidemaaier 5300
11
1
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
Motor, brandstof en olie
1
Laat de motor niet in een gesloten ruimte lopen vanwege verhoogde kans op
vergiftiging! Vervang defecte uitlaatonderdelen daarom ook altijd direct.
Opgelet met de hete onderdelen van de
motor!
De uitlaatdemper en andere motoronderdelen zijn zeer heet terwijl de motor
draait en onmiddellijk na het afzetten.
Houd voldoende afstand van hete oppervlakken en houd kinderen uit de
buurt van de draaiende motor.
Wees voorzichtig met brandstof vanwege het brandgevaar. Vermijd open vuur,
vonken en hete motoronderdelen tijdens
het bijvullen van brandstof. Vul geen
brandstof bij in gesloten ruimtes. Niet
roken tijdens het tanken!
Tank alleen met uitgeschakelde en afgekoelde motor.
Zorg ervoor dat u geen brandstof morst,
gebruik een passende trechter.
Mocht er toch brandstof zijn gemorst,
schuif dan de weidemaaier aan de kant
voordat u de motor start.
Gebruik alleen brandstof van voorgeschreven kwaliteit.
Bewaar de brandstof alleen in daarvoor
bestemde blikken.
Om veiligheidsredenen dienen de benzinetank en de benzinedop regelmatig
te worden vervangen.
Houd corrosiewerende middelen en stabilisatoren altijd buiten het bereik van
kinderen. Bij misselijkheid en braakneigingen direct een arts waarschuwen. In
geval van contact met de ogen meteen
met veel water uitspoelen. Vermijd het
inademen van de dampen.
Maak gebruikte spuitbussen (starthulpmengsel e.d.) helemaal leeg op een
vonk- en vlamvrije plaats voordat u deze
weggooit, eventueel als klein chemisch
afval behandelen.
Voorzichtig bij het aftappen van hete
olie, er bestaat verbrandingsgevaar.
Gebruik altijd olie van voorgeschreven
kwaliteit. Bewaar de olie alleen in daarvoor bestemde kannetjes.
Olie, brandstof, vet en filters gescheiden en volgens de voorschriften verwerken.
Banden en
bandenspanning
Bij werkzaamheden aan de wielen dient
u ervoor te zorgen dat de weidemaaier
veilig geparkeerd is en tegen wegrollen
beveiligd is.
Reparaties aan de wielen mogen alleen
door vakkundig personeel en met passend gereedschap worden uitgevoerd.
Controleer de bandenspanning regelmatig. Bij een te hoge luchtdruk bestaat
explosiegevaar.
Let op de juiste bandenspanning bij
werkzaamheden met extra gewichten.
Schroeven en moeren van de wielen
dienen bij servicewerkzaamheden te
worden aangedraaid.
Elektrische installatie
Dragers van een pacemaker mogen de
stroomvoerende onderdelen van het
ontstekingssysteem niet aanraken wanneer de motor loopt!
Lees de aanwijzingen op de verpakking!
12
agria weidemaaier 5300
1. Veiligheidstechnische aanwijzingen
Beschrijving van de
waarschuwingssymbolen
1
Voor reinigings-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden motor afzetten en
bougiekap eruit trekken.
Bij lopende motor voldoende afstand
houden van de maaier.
Beschrijving van de
gebodstekens
Tijdens de werkzaamheden
met de machine dient individuele gehoorbescherming te
worden gedragen.
Draag veiligheidshandschoenen.
Draag altijd stevige schoenen.
agria weidemaaier 5300
13
2. Technische gegevens
Koppeling: ...... V-snaarkoppeling met
spanrol tussen motor en transmissie,
wrijvingsaskoppeling voor
achteruitrijversnelling
Weidemaaier
Afmetingen van de machine:
Gebruik alleen originele agria-V-snaren! (zie slijtageonderdelen blz. 47)
Transmissie: ...... wormwielaandrijving
met schakelbare wielaandrijving
reservoir ca. 0,6 liter
transmissieolie SAE 90 - API - GL5
2
a ........................................ 470 mm
b ........................................ 630 mm
e ........................................ 280 mm
h .............................. 860–1080 mm
l ........................................ 1550 mm
m ............................ 910 of 1050 mm
(overeenkomstig de maaibalkuitvoering)
s ......................................... 375 mm
Rijsnelheden:
vooruit: .................................. 3,0 km/h
achteruit: ............................... 2,3 km/h
Maai-installatie:
centrale krukaandrijving
Cilindertoerental: ................. 920 min-1
Slag, dyn ............................ ca. 56 mm
Stuurstang: ........ met trillingsdempers
zonder gereedschap in hoogte
en zijdelings verstelbaar
s ........ dubbellucht banden 762 mm
A ........................................ 525 mm
Gewicht:
A ....... dubbellucht banden 857 mm
excl. maaibalk ............................ 70 kg
incl. maaibalk 105 cm ................ 84 kg
incl. maaibalk 122 cm ............. 89,5 kg
Geluidsniveau:
Banden: .............. 3.50-6 (akkerprofiel)
Conform de EN 12733 en EN 1553:
Bandenspanning: .................. 0,8 bar
geluidsniveau waargenomen
door de bestuurder ... Lp = 83,3 dB (A)
Geluidswaarde ......... LW = 103,3 dB(A)
Trillingsniveau:
Conform de EN 12733 en EN 1053:
op stuurhendel: ............. ahw < 9,6 m/s2
14
agria weidemaaier 5300
2. Technische gegevens
Motor
Inhoud brandstoftank: .......... 3,6 liter
Bouwwijze:
geforceerd-luchtgekoelde eencilinder
viertaktmotor (benzine) OHV
Brandstof: .............. loodvrije benzine,
octaangetal minstens 91 RON (ook
E10)
zie brandstofadvies
Motorenfabrikant: ................... Honda
Maaiertype:
Motortype:
5300 441 5300 531
Luchtfilter: ........... droog filterelement
met schuimstof voorfilter
GX 160
GX 200
K1 QPU
QHQ4
Carburateur: ..................... smoorklep
Boring:
65 mm
68 mm
Slag:
45 mm
54 mm
Mengselregelschroef:
basisinstelling
ca. ................ 2 1/8 omwenteling open
Cilinderinhoud: 163 ccm
196 ccm
Compressie:
8,5:1
8,5:1
Nominaal toerental:2900...3000 min-1
Vermogen:
bij 3600 min-1
4,0 kW
4,8 kW
Maximaal toerental
onbelast: ........................... 3000 min-1
Koppel max.:
bij 2500 min-1
10,8 Nm
13,2 Nm
Stationair
toerental: ................ 1250…1600 min-1
Bougie: ....................... NGK BPR6 ES
elektrodenafstand: ........... 0,7–0,8 mm
Motorolie:
hoeveelheid ............................. ca. 0,6 l
universele olie SAE 10W-40
klasse SG, SF (of hogere kwaliteit)
Ontsteking:
elektronische magneetontsteking,
zonder contact, ontstekingstijdstip
vast ingesteld, radio-ontstoord volgens VDE 0879
Gebruik op hellingen: ......... max. 30°
(58%)
(bij motoroliepeil “max.” = bovenste
vulmarkering)
Klepspeling (bij koude motor)
inlaatklep .................... 0,15 ± 0,02 mm
uitlaatklep ................... 0,20 ± 0,02 mm
Startinrichting:
repeteerstarter met gemechaniseerde
decompressie-inrichting
agria weidemaaier 5300
15
2
2. Technische gegevens
Inhoud brandstoftank: .......... 3,6 liter
Motor
Bouwwijze:
geforceerd-luchtgekoelde eencilinder
viertaktmotor (benzine) OHC
Motorenfabrikant: .................... Robin
2
Maaiertype:
Motortype:
Brandstof: .............. loodvrije benzine,
zie brandstofadvies
Luchtfilter: ........... droog filterelement
met schuimstof voorfilter
(DUAL-ELEMENT)
5300 611
EX21
Carburateur: ..................... smoorklep
Boring:
67 mm
Nominaal toerental:2900...3000 min-1
Slag:
60 mm
Maximaal toerental
onbelast: ........................... 3000 min-1
Cilinderinhoud: 211ccm
Vermogen:
bij 3600 min-1
4,8 kW
Koppel max.:
bij 2500 min-1
13,9 Nm
Bougie: .......................... NGK BR6HS
elektrodenafstand: ........... 0,6–0,7 mm
Ontsteking:
elektronische magneetontsteking,
zonder contact, ontstekingstijdstip
vast ingesteld, radio-ontstoord volgens VDE 0879
Stationair
toerental: ................ 1250…1600 min-1
Motorolie:
hoeveelheid ............................. ca. 0,6 l
universele olie SAE 10W-40
klasse SG, SF (of hogere kwaliteit)
Gebruik op hellingen: ......... max. 30°
(58%)
(bij motoroliepeil “max.” = bovenste
vulmarkering)
Klepspeling (bij koude motor)
inlaatklep .................... 0,15 ± 0,02 mm
uitlaatklep ................... 0,20 ± 0,02 mm
Startinrichting:
repeteerstarter met gemechaniseerde
decompressie-inrichting
16
agria weidemaaier 5300
3. Machine- en bedieningselementen
De weidemaaier agria 5300 is geschikt voor land- en bosbouw, maaien
van gras en weiden, als voor het
sneeuwruimen.
De volgende maaibalken zijn voor deze
machine geschikt:
l Maaibalk universeel-SC
105 cm (agria art. nr. 5347 751)
122 cm (agria art. nr. 5347 661)
l Maaibalk gemeente-uitvoering
105 cm (agria art. nr. 5347 451)
Voor winterdienst is als aanbouwwerktuig geschikt:
l Sneeuwschuiver
100 cm (agria art. nr. 5396 012)
Motor
l De viertakt benzinemotor wordt aangedreven met normaal verkrijgbare benzine (zie ook blz. 6: geadviseerde brandstof).
Tijdens de eerste 20 bedrijfsuren (inrijperiode) mag de motor niet tot het maximum worden belast.
Ook na de inrijperiode mag u als regel
niet meer gas geven dan nodig is.
Hoge toerentallen kunnen de
motor beschadigen en de levensduur aanzienlijk beperken. Dit
geldt vooral als de motor onbelast
draait! Laat de motor nooit over z’n
toeren draaien, daardoor kan de motor direct defect raken.
I
Koeling
De motor wordt gekoeld met een ventilator. Zorg ervoor dat geen vuil of bladerresten in de koelluchtzeef op de repeteerstarter en de koelribben van de
cilinder worden aangezogen.
Stationaire toerental
Het stationaire toerental van de motor
moet juist zijn afgesteld. Wanneer de
toerentalhendel tegen de eindaanslag
in stationaire positie staat, moet de motor bij laag toerental zonder problemen
blijven lopen.
Luchtfilter
Het luchtfilter reinigt de aangezogen
lucht. Een vervuild luchtfilter kan het
motorvermogen ongunstig beïnvloeden.
Ontsteking
De motor is uitgerust met een onderhoudsvrije, contactloze elektronische
ontsteking. Het is aan te bevelen, de
noodzakelijke controles door een vakman te laten uitvoeren.
Choke
De choke-hendel (B/5) bevindt zich aan
de carburateur.
Voor het starten met koude motor moet de choke worden gesloten.
Voor het starten met warme
motor en in de bedrijfspositie
moet de choke geopend zijn.
Brandstofkraan
De brandstofkraan (B/13) bevindt zich aan de carburateur.
agria weidemaaier 5300
17
3
3. Machine- en bedieningselementen
Toerentalhendel
min
C/9
max
Met de toerentalhendel (C/9) aan de
stuurstang kan het motortoerental van min.
= STATIONAIR tot max. = VOLGAS traploos geregeld worden.
Motor-uit-schakelaar
Met de elektronische uit-schakelaar wordt
de ontsteking ingeschakeld en uitgeschakeld.
C/3
positie ‘I’ = in bedrijf
positie ‘0’ = motor uit
3
De motor-uit-schakelaar functioneert ook als noodstopschakelaar: zet deze in de positie ‘0’ om de
motor in gevaarlijke situaties onmiddellijk
uit te schakelen!
I
Veiligheidsschakeling
C/4
STOP-positie: bij het loslaten van de
hendel (C/4) wordt de elektronische ontsteking uitgeschakeld (motor wordt afgezet).
– Voorzichtig! motor loopt nog even door!
Startpositie: om de motor te starten
en voor een werkpauze koppelingshendel (C/5) aantrekken en met vergrendeling (C/6) vastzetten.
C/5
C/6
Bedrijfspositie: tijdens de werkzaamheden met de machine de veiligheidshendel (C/4) naar beneden drukken.
W
I
Veiligheidshendel niet vastzetten!
De veiligheidshendel dient ook
als noodschakelaar. De veiligheidshendel moet in noodsituaties die om
een snel handelen vragen, worden losgelaten, deze komt dan automatisch in
de positie ‘STOP’!
18
agria weidemaaier 5300
3. Machine- en bedieningselementen
Rijaandrijving
vooruit – achteruit
De weidemaaier is voorzien van een vooruit- en achteruitrijkoppeling die geïntegreerd is in de koppeling. Deze wordt geschakeld met de koppelingshendel (C/5).
Aandrijving achteruit:
Koppelingshendel (C/5) helemaal naar
boven getrokken.
Aandrijving stationair:
Koppelingshendel (C/5) ca. half aangetrokken en vergrendeling ingeklikt.
C/6 C/5
Aandrijving vooruit:
Koppelingshendel (C/5) naar beneden gebracht – vergrendeling losgesprongen.
Met de vergrendelingshendel (C/6) kan de
koppelingshendel in positie neutraal (‘0’)
gearreteerd worden.
Koppeling
39
Let op de koppelingsspeling (X), zodat tijdens de werkzaamheden de koppeling niet
slipt.
Aanwijzing: Machine altijd met aangetrokken koppelingshendel ("0" vergrendeling ingeklikt) parkeren, er
kunnen anders problemen met de
koppeling ontstaan als gevolg van
vervorming van de V-snaar.
I
agria weidemaaier 5300
19
33
3. Machine- en bedieningselementen
Wielaandrijving
Wielaandrijving ingeschakeld:
Wielschakelhendel (C/11) naar beneden gebracht – vergrendeling (C/10) losgesprongen.
Wielaandrijving uitgeschakeld:
C/10
C/11
Wielschakelhendel (C/11) naar boven
getrokken en vergrendeling ingeklikt.
Bij lopende motor moet de wielaandrijving als volgt geschakeld worden:
l Koppelingshendel (C/5) aantrekken
tot middenpositie (neutraal) en vasthouden.
3
l Vergrendeling (C/10) los laten springen.
l Wielaandrijvingshendel (C/11) naar
beneden brengen.
l Koppelingshendel (C/5) langzaam
loslaten en tegelijkertijd gas geven.
Wanneer de wielaandrijving niet geschakeld wordt, dan dient kort te worden gekoppeld en ontkoppeld – vervolgens kan weer geschakeld worden.
Maaiwerkaandrijving
De maaimessen worden door middel
van een krukaandrijving aangedreven.
De maaiaandrijving wordt met behulp
van een schakelhendel (C/7) in- en uitgeschakeld.
C/7
20
Maaiaandrijving alleen in ontkoppelde
positie schakelen (stationair).
agria weidemaaier 5300
3. Machine- en bedieningselementen
Stuurstang
Stuurstang in hoogte verstellen
l Zeskantige schroef (2) uit het vierkante klemstuk (3) schroeven en uit het
stuurscharniergedeelte trekken.
l Stuur op de gewenste hoogte brengen en in de passende boring van het
stuurscharniergedeelte leiden.
l Zeskantige schroef aanbrengen en
met het vierkante klemstuk vastschroeven (let erop dat het klemstuk met de
neus in het langsgat van de bevestigingsopening van het stuurscharniergedeelte in het onderstuur arreteerd).
Stuurstang zijwaarts verstellen
H
l Schroefknop (1) losdraaien tot de inkepingen vrij zijn.
l Stuurstang naar de gewenste kant
verdraaien en in de passende vertanding laten klikken.
l Schroefknop vastdraaien.
agria weidemaaier 5300
21
3
3. Machine- en bedieningselementen
Wielen
W
Monteren en demonteren van
de wielen alleen met afgezette motor!
De wielen zijn voorzien van een borgveer (1) en kunnen daarom zonder gereedschap gemonteerd en versteld worden.
De borgveren grijpen in een ringgroef
op de wielas. Het wiel wordt op die wijze vastgehouden.
De wielas heeft aan beide kanten 2 ringgroeven. In de buitenste ringgroef draait
het wiel op de wielas in neutrale positie.
In de binnenste ringgroef grijpt het wiel
in een vertanding en is op die wijze met
de wielas met meeneming (aandrijving)
verbonden.
3
Wielen monteren
De wielen moeten met de profielpunten in de rijrichting (van
boven af op de wielen gezien) gemonteerd worden, om de trekkracht zo optimaal mogelijk te benutten.
I
J
1
l Borgveer (1) optillen en in ‘montagepositie’ (afb. J) (voorste ringgroef op de
naaf) brengen.
l Wielen met de borgveerzijde naar buiten wijzend op de wielas schuiven.
l Borgveer weer in de oorspronkelijke
positie terugbrengen (afb. K of L) en in
een ringgroef op de wielas laten klikken.
l Aan beide kanten wielasuiteinden
(kleine as-diameter) met biologisch afbreekbaar smeervet insmeren.
Het demonteren van de wielen gebeurt
in omgekeerde volgorde.
22
agria weidemaaier 5300
3. Machine- en bedieningselementen
Wielen schakelposities
K
3
l Aandrijving star: schuif beide wielen helemaal naar binnen en laat de
borgveren in de binnenste ringgroef klikken (afb. K). Wanneer de borgveren niet
inklikken, moeten de wielen een beetje
gedraaid worden en moet het wiel axiaal
naar binnen worden gedrukt tot de koppelingsvertanding merkbaar ingrijpt.
3
L
l Stationair: beide wielen naar buiten
schuiven en in de borgveren van de buitenste ringgroef laten klikken (afb. L).
l Aandrijving met differentieelachtige werking: wiel in de binnenste ringgroef laten klikken (afb. K), tweede wiel
in de buitenste ringgroef in laten klikken (afb. L) – stationair toerental.
agria weidemaaier 5300
23
3. Machine- en bedieningselementen
M
Anti-wikkelbescherming
Op de wielas zijn aan beide kanten tussen het transmissiehuis en het wiel antiwikkelbeschermingsbuizen aangebracht
(afb. M). Deze moeten voorkomen dat gras
om de wielas wordt gewikkeld. Omgewikkeld gras kan worden verwijderd door de
wielen en de anti-wikkelbuis te demonteren (geen gereedschap nodig).
Dubbellucht wielen:
l Enkele wielen demonteren
33
l Dubbellucht wielen op de wielas monteren (zoals beschreven onder ‘wielen
monteren’).
l Speciale anti-wikkelbeschermingsbuizen op de wielas van de dubbellucht wielen monteren – let op de uitsparing voor
de ventielen!
l Enkelvoudige wielen op de wielastap
van de dubbellucht wielen monteren.
Tralie-wielen:
l Wielen demonteren
l Tralie wielen op de wielas monteren (zoals beschreven onder ‘wielen monteren’).
Bij de dubbellucht en tralie wielen zijn de schakelposities: aandrijving star / positie neutraal / aandrijving
differentieelachtige werking mogelijk.
I
24
agria weidemaaier 5300
3. Machine- en bedieningselementen
Montage maaibalk
De volgende maaibalken kunnen worden aangebouwd:
Art. nr. 5347 751
Maaibalk universeel-SC 105 cm
Art. nr. 5347 661
Maaibalk universeel-SC 122 cm
Art. nr. 5347 451
Maaibalk gemeente-uitvoering 105 cm
W
Bij het monteren en demonteren van de maaibalk moet
de beschermingslijst (10)
worden aangebracht, en moeten veiligheidshandschoenen
gedragen worden.
Montage
l Maaibalkvergrendeling (4) openen,
zeskantige moer met steeksleutel SW
13 draaien tot markering ‘A’ boven verschijnt.
N
1
2
3
4
7
8
9
10
11
l Balkdragertap (2) invetten met biologisch afbreekbaar smeervet.
l Krukasschijf (7) door het vliegwiel te
draaien in de onderste positie brengen.
l Mesmeenemer (8) aan de maaibalk
in de middelste positie ten opzichte van
de balkdraagtap brengen.
l Balkdraagtap (2) in de boring (3) aan
het maaiwerkhuis tot de aanslag inbrengen.
l Maaibalkvergrendeling (4) sluiten,
draai hiertoe de zeskantige schroef met
de steeksleutel tot markering ‘Z’ boven
verschijnt.
Demontage
l Beschermingskap (10) aanbrengen.
l Maaibalkvergrendeling (4) openen,
zeskantige moer met steeksleutel
SW 13 draaien tot de markering ‘A’ boven verschijnt.
l Trek de maaibalk er naar voren toe
uit.
maaibalk
draagtap
boring voor maaibalk
maaibalkvergrendeling
krukasschijf
mesmeenemer
bevestigingsschroeven voor mesmeenemer
mesbeschermingslijst
smeernippel
agria weidemaaier 5300
25
33
3. Machine- en bedieningselementen
Maaibalk-loopschoenen
Aan de maaibalken zijn aan de onderzijde vaste glijijzers gemonteerd. Voor
een grotere glijafstand kunnen aan de
maaibalken 2 in hoogte verstelbare loopschoenen worden gemonteerd (speciale uitvoering agria nr. 713 22 = 1 paar).
O
Bij de maaibalkuitvoering S moet het
aanwezige glijijzer worden omgemonteerd, zo dat de welving naar boven wijst
(zie afb. O).
Voor hoogteverstelling zeskantige moeren (O/1) losmaken en loopschoenen
(O/2) verschuiven, vervolgens zeskantige moeren weer vastdraaien.
3
Om het maaien gelijkmatig te laten verlopen moeten de loopschoenen op gelijke hoogte worden ingesteld.
26
agria weidemaaier 5300
4. Ingebruikname en bediening
Eerste ingebruikname
De levensduur en de bedrijfsveiligheid van de motor hangt grotendeels af van het
rijgedrag tijdens de inrijperiode. Laat een koude motor altijd eerst een paar minuten warm draaien en belast de motor niet direct tot het maximum.
Laat de motor tijdens de eerste 20 bedrijfsuren (inrijperiode) nooit op volle toeren
draaien.
Onderhoud het filter goed en zorg voor schone brandstof. Gebruik alleen
merkbenzine.
Gebruik alleen verse en schone brandstof (niet ouder dan drie maanden), alleen
goedgekeurde, in de vakhandel verkrijgbare brandstofjerrycans gebruiken. Verroeste jerrycans of nietbenzinedichte kunststof jerrycans mogen niet gebruikt worden.
Om startproblemen te voorkomen moet de brandstoftank voor de eerste ingebruikname of na een periode van langere stilstand volgetankt worden.
Wees voorzichtig met brandstof.
Benzine is licht ontvlambaar en onder bepaalde omstandigheden
explosief!
l Tank nooit in afgesloten ruimtes.
l Alleen tanken met afgezette en afgekoelde motor.
l Tank nooit in de omgevingvan open vuur, vonken of hete motoronderdelen.
l Niet roken tijdens het tanken!
l Mors geen brandstof, gebruik een passende
trechter.
De brandstoftank niet tot aan de rand voltanken
maar tot ca. 5 mm onder de rand, zodat de brandstof nog kan uitzetten.
I
Let op: motor wordt vanuit de fabriek
zonder motorolie geleverd!
Vul motorolie bij voordat de machine in gebruik wordt genomen
32
Let ook op de aanwijzingen in de handleiding van de motor!
agria weidemaaier 5300
27
4
4. Ingebruikname en bediening
? ok
Motor starten
? ok
Wees voorzichtig met het starten van de
motor in gesloten ruimtes. De uitlaatgassen bevatten koolmonoxide, dit is zeer giftig wanneer het ingeademd wordt.
Kom niet te dicht bij aangekoppelde werktuigen.
? ok
Beschermingsmaatreelin zijn getroffen?
Koppel de aanbouwwerktuigen volgens de
vorschriften?
W
Motoroliepeil controleren.
Bougiekap plaatsen.
Luchtfilter schoon?
Voldoende brandstof in de brandstoftank?
4
Brandstofkraan openen.
Koude motor: choke-hendel in positie ‘CHOKE’
brengen.
Warme motor: CHOKE niet gebruiken (bedrijfspositie).
Koppelingshendel en veiligheidshendel in startpositie.
Motor-uit-schakelaar in bedrijfspositie ‘I’ brengen.
1/2
Toerentalhendel op ca. 1/2 gas draaien.
Motor buiten het gevarenbereik starten.
CHOKE in bedrijfspositie.
l
11
28
Opgelet met de hete onderdelen van de motor!
De uitlaatdemper en andere motoronderdelen zijn
zeer heet terwijl de motor draait en onmiddellijk na
het afzetten. Houd voldoende afstand van hete oppervlakken en houd kinderen uit de buurt van de
draaiende motor.
agria weidemaaier 5300
4. Ingebruikname en bediening
6 30 sec
Afzetten van de motor
Toerentalhendel in positie neutraal zetten en de
motor ca. 30 seconden stationair laten draaien.
Motor-uit-schakelaar in positie ‘0’ brengen.
Brandstofkraan sluiten.
Bougiekap verwijderen - Machine beveiligen tegen en gebruik door onbevoegden.
W
W
I
De motor laten afkoelen, alvorens in een
binnenruimte op te slaan.
4
Voor het afzetten van de motor mag de
choke-hendel niet in positie CHOKE worden
gebracht – brandgevaar!
Wanneer de motor gedurende langere tijd niet
wordt gebruikt, kan deze beter niet met de motor-uit-schakelaar worden uitgeschakeld. Sluit in dat
geval de brandstofkraan en laat de motor zo lang
lopen tot deze door gebrek aan brandstof vanzelf
tot stilstand komt. Dan is de carburateur leeg en kan
geen verharsing optreden.
I
De toerentalhendel dient ook als noodstop
schakelaar. Indien nodig hendel in positie
‘STOP’ brengen, de motor springt af.
agria weidemaaier 5300
29
4. Ingebruikname en bediening
Maaien
Mesbeschermingslijst verwijderen.
Maaibalk smeren.
Motor starten zoals beschreven on-
W
è
I
4
der ‘motor starten’.
Controleer het functioneren van
de veiligheidsschakeling - het
machine enkel in gebruik nemen wanneer de veiligheidsschakeling werkt!
Gehoorbescherming gebruiken en
draag altijd stevige schoenen.
Wielaandrijving inschakelen.
Maaiaandrijving inschakelen.
V/R-hendel in positie vooruit schakelen, langzaam de koppeling inschakelen en tegelijkertijd gas geven.
è
I
Wielaandrijving in positie ‘0’, de maaier
blijft staan, maar de maaimessen bewegen nog: de maaibalk wordt vrijgeschud.
Maaitransmissie uitschakelen.
Motor afzetten.
Mesbeschermingslijst aanbrengen.
0
Na het beëindigen van de
maaiwerkzaamheden of als de
maaimachine verstopt is:
Verwisseling van rijrichting
van vooruit naar achteruit:
Motor in positie ‘neutraal’.
De koppeling in achteruit schakelen en vasthouden
en tegelijkertijd gas geven.
Na het eerste gebruik en bij iedere verwisseling van de messen van ca. 15 - 30 bedrijfsminuten en dan steeds na 4
bedrijfsuren alle schroeven en moeren aan het maaiwerk
en de maaibalk aanhalen (vooral aan de maaibalkbevestiging, de mesmeenemer en aan de maaiwerk-aanbouwflens).
30
agria weidemaaier 5300
4. Ingebruikname en bediening
Gevarenzone
Gevarenzone
Het is verboden in het gevarenzone van de maaier te
ver-toeven tijdens het starten en
tijdens de werkzaamheden.
W
Maaien op hellingen
Wanneer op hellend terrein
wordt gewerkt verdient het de
aanbeveling, dat de weidemaaier
door een begeleider met een trekkabel of een trekstang wordt vastgehouden, om te voorkomen dat de
machine wegschuift. De begeleider
moet zich heuvelopwaarts van de
machine bevinden en dient voldoende afstand te houden tot de
werktuigen!
W
max
30°
Maaien op
vlak terrein
Maaien op
hellingen
Motor starten op de helling
è
Werk indien mogelijk dwars op de
helling!
I
è
I
Maaidrijfwerk en wielaandrijving in
de ingeschakelde positie laten; werkt
als rem.
Koppelingshendel en veiligheidsschakelaar in bedrijfspositie brengen.
Motor starten.
agria weidemaaier 5300
31
4
5. Onderhoud en reparatie
Behalve het opvolgen van de bedieningsvoorschriften is het bovendien van groot belang dat u aandacht besteed aan de volgende aanwijzingen omtrent onderhoud en
reparatie.
Let op: voer onderhouds- en reparatiewerkzaamheden alleen uit met een afgezette motor en wanneer de bougiekap verwijderd is!
Draag bij werkzaamheden aan de maaimessen altijd veiligheidshandschoenen!
6 A; 5 h
Motor
Motoroliepeil controleren
B/11
l Voor iedere ingebruikname en steeds na
5 bedrijfsuren.
l Alleen bij afgezette en horizontaal staande
motor.
l Olievuldop (B/11) en omgeving aan de buitenkant reinigen.
l Olievuldop losschroeven.
l Het oliepeil moet gelijk zijn aan de vulopening (max.). Is het oliepeil tot beneden de markering gedaald, motorolie (zie ‘technische gegevens’) bijvullen. – Niet te veel olie bijvullen.
l Olievuldop terugplaatsen en vastdraaien.
Motorolie verversen
5
Voor de eerste keer na 5 bedrijfsuren, dan om de 50 bedrijfsuren of eens per jaar, afhankelijk van welk tijdstip het eerst bereikt is. Bij intensief gebruik en bij hoge buitentemperaturen moet
de olie al na 25 uur worden ververst.
l Voor het aftappen van de olie olievul- (2) en aftapplug (1)
losmaken. Olie opvangen of afgewerkte olie met een pompje
door de vulopening opzuigen.
l Afgewerkte olie op voorgeschreven wijze verwerken!
l Aftapplug (1) weer terugplaatsen en vastdraaien – eerst afdichtring (3) controleren, evt. vervangen.
l Schone motorolie bijvullen door de olievulopening.
Hoeveelheid en kwaliteit zie ‘technische gegevens’. Vul de olie
zoveel mogelijk bij met een trechter of iets dergelijks.
l Olievulplug (2) terugplaatsen en vastschroeven.
Ververs de olie zolang de motor nog warm is, let op dat hij niet te
heet is – kans op brandwonden!
32
agria weidemaaier 5300
5. Onderhoud en reparatie
6A
Reinigen van het luchtrooster
Na langer gebruik kan het koelsysteem door vuil verstopt raken. Ter vermijding van oververhitting en motorschade:
6 100 h
l Reinig het luchtrooster (B/8) regelmatig om oververhitting en schade aan de motor te voorkomen. Controleer het rooster voor iedere ingebruikname.
Luchtkoelsysteem
Inwendige koelribben en vlakken tenminste iedere 100
bedrijfsuren (bij sterke stofvorming eerder) reinigen.
è
- Serviceç
W
De geluidsdemper van de motor wordt tijdens
de werkzaamheden zeer heet – geluidsdemper
niet aanraken!
Uitlaat
Omgeving van de uitlaat regelmatig schoonmaken. Haal
gras, vuil en brandbare dingen weg.
W
- Brandgevaar!
5
Voor iedere inbedrijfname controleren.
Toerentalbediening
De toerentalbediening moet op de juiste manier zijn ingesteld. De motor moet met juist toerental gestart worden, functioneren en worden afgezet.
è
- Serviceç
Al verdere onderhoud en reparatie bij de motor
agria weidemaaier 5300
33
5. Onderhoud en reparatie
Machine
Wormwielaandrijving
V
l Controleer het transmissieoliepeil
voor de eerste inbedrijfname en steeds
na 25 bedrijfsuren.
l Zet de machine op een vlakke ondergrond (afb. V) en draai de aftapplug
(1) eruit.
l Oliepeil moet gelijk zijn met de invulopening, evt. transmissieolie bijvullen.
l Aftapplug terugplaatsen en vastdraaien.
Transmissieolie eens per jaar verversen, bij warme motor.
l Voor het aftappen van de olie transmissiedeksel (3) van het transmissiehuis
demonteren (twee zeskantige schroeven aan de binnenzijde uitdraaien).
l Afgewerkte olie op correcte wijze opvangen en volgens de voorschriften verwerken.
l Transmissiedeksel opnieuw monteren,
eerst afdichting (2) controleren, evt. vervangen en de afdichtvlakken reinigen.
l Machine op een vlakke ondergrond neerzetten en de afdichtplug (1) eruit
draaien.
l Schone transmissieolie bijvullen (kwaliteit zie ‘technische gegevens’) tot het
oliepeil gelijk staat met de invulopening (afb. V).
l Afdichtplug terugplaatsen en vastdraaien.
W
5
Wielen
l Controleer regelmatig de bandenspanning (0,8 bar) van de wielen. De bandenspanning van beide wielen moet gelijk zijn, om probleemloos rijden te kunnen
garanderen.
l Monteer de wielen met de profielpunten in de rijrichting (van boven op de wielen gezien), zodat de trekprestaties volledig worden benut.
l Wielas doorlopend op gras wikkelen controleren, gras verwijderen, evt. door
de wielen te demonteren.
l Wielasuiteinden (kleine asdiameter) voor het monteren van de wielen, jaarlijks
en na iedere reinigingsbeurt met een hogedrukreiniger met biologisch afbreekbaar vet insmeren.
34
agria weidemaaier 5300
5. Onderhoud en reparatie
Krukasschijf machines slechts
aan Identificatie/machine nr.
De maaibalk is één van de meest inten53035153
Maai-inrichting
sief gebruikte landbouwwerktuigen. Het
spreekt daarom voor zich dat deze zorgvuldig dient te worden onderhouden.
l Voor iedere ingebruikname en steeds
na 8 bedrijfsuren moeten alle glijdende
delen aan het maaimes met biologisch afbreekbaar smeervet worden ingesmeerd
of met biologisch afbreekbare smeerolie
worden ingeolied.
Het lager van de krukasschijf is voorzien
van een langdurig blijvende vetkraag.
Het lager moet voor de eerste keer, en
dan steeds na 25 bedrijfsuren aan de
smeernippel (1) met biologisch afbreekbaar smeervet voorzichtig en met weinig
vet gesmeerd worden, zodat de afdichtringen aan het lager niet beschadigd worden.
Balkendraagtap
Balkendraagtaplagering na steeds 25 bedrijfsuren, na iedere maaibalkaanbouw en
na iedere reinigingsbeurt met de hogedrukspuit met biologisch afbreekbaar
smeervet aan de smeernippel (2) smeren.
l Steeds na een half bedrijfsuur moeten
alle schroeven en moeren aan het maaiwerk en de maaibalk worden nagetrokken
(vooral aan de mesmeenemer).
Gebruik bij vervanging van de mesmeenemer-bevestigingsschroeven
alleen originele agria-schroeven, er
kunnen anders breuken in de messen
ontstaan.
I
5
5
Maaibalkvergrendeling
Maaibalkvergrendeling steeds jaarlijks, en
na iedere reinigingsbeurt met de hogedrukreiniger met biologisch afbreekbaar
smeervet aan de smeernippel (3) smeren.
5
Reiniging
Na ieder gebruik van de maaimachine
moet de maaibalk direct grondig met water worden schoongemaakt. Daartoe moeten de maaimessen worden gedemonteerd, zodat het vuil dat zich tussen de
messen verzameld heeft, goed kan worden verwijderd. Alle glijdende delen moeten daarna met biologisch afbreekbare
smeerolie worden ingeolied, of met biologisch afbreekbaar smeervet worden ingesmeerd.
Wanneer de machine langere tijd niet gebruikt wordt, moet de maaibalk met biologisch afbreekbare corrosiewerende olie
worden ingespoten.
Sneernippels:
1 Krukcilinder (<53035153)
2 Balkdraagtap
3 Maaibalkvergrendeling
agria weidemaaier 5300
35
5. Onderhoud en reparatie
Maaibalk universeel-SC
W
universeel-SC
Motor afzetten, bougiekabel
verwijderen!
Beschermings h a n d s c h o e nen dragen!
Demontage van het maaimes
l bij uitvoering pendelmaaiwerk:
klemschroef (c) losmaken en de meshouder (h) omhoog klappen
l maaimes met mesmeenemer naar
voren toe uittrekken
l maaibalk reinigen en licht met biosmeerolie inoliën
W
Maaimes altijd in de beschermingslijst (j)opbergen!
Montage van het maaimes
l maaimes van de voorkant met de
meeneemboring van de mesmeenemer
op de scharniertap schuiven
5
l meshouder naar beneden klappen en
klemschroeven (c) bij gelijktijdige druk
van de meshouder (h) in de richting van
de pijl (f) met een lange ringsleutel zeer
stevig aanhalen (70 Nm)
l controleren of de mesgeleiding moet
worden afgesteld, evt. opnieuw afstellen
Afstellen
Voor de regulering van de mespositie
(d) en de speling (g)
l klemschroeven (c) en bevestigingsschroeven (e) losmaken
l mesgeleidingen verschuiven; let hierbij op het parallel blijven van de geleidingsdelen
l eerst de bevestigingsschroeven (e)
en vervolgens de klemschroeven (c) bij
gelijktijdige druk van de meshouder (h)
in de richting van de pijl (f) met een lange ringsleutel zeer stevig aanhalen
(70 Nm)
36
agria weidemaaier 5300
5. Onderhoud en reparatie
Maaibalk gemeente-uitvoering
meeneemtappen (4) van het maaimes van
een beetje smeervet worden voorzien
W
Instelling van de mesgeleiding
Motor afzetten, bougiekabel
verwijderen!
Beschermingshandschoenen
dragen!
Demontage van het maaimes
l Balanshefboom met de meegeleverde
hendel van de meeneemtap (4) heffen en
van het mes af zwenken
l maaimes naar voren uittrekken
l maaibalk reinigen en licht met biosmeerolie inoliën
W
Maaimes altijd in de beschermingslijst opbergen!
Montage van het maaimes
l De montage gebeurt in omgekeerde
volgorde
Onderhoud
55
l Smeren van de smeernippels (11) met
bio-smeervet na het maaien en na het reinigen van de maaibalk met water, ten minste echter iedere 8 bedrijfsuren
l bij nieuwe balanshefboomgeleidingen
bovendien eenmaal na ca. 1 bedrijfsuur
smeren
l na iedere vervanging van de messen
en steeds na 8 bedrijfsuren moeten de
l Na 25 bedrijfsuren moet de aandrukkracht van de balanshefboom (ca. 150 N)
met behulp van een veerdrukmeter worden gecontroleerd
l vergroot of reguleer de aandrukkracht
van de balanshefboom:
– door de 2 bevestigingsschroeven (7)
van het lagerhuis enigszins los te draaien
– door de stelschroeven (8) te verdraaien
zodat de juiste aandrukkracht van ongeveer 150 N wordt verkregen, en vervolgens
de 2 bevestigingsschroeven (7) weer aan
te draaien
– let er na het losmaken van de schroeven (7) op dat het lagerhuis (9) in een rechte hoek staat ten opzichte van de achterzijde van de balk (5)
– let er bovendien op dat de afstand van
de naar voren stekende mespunten ten opzichte van de balkpunt in middenpositie
ongeveer 4–5 mm bedraagt
l de meeneemhulzen (3) of de meeneemtap (4) moeten worden vervangen
wanneer de speling tussen de beide delen groter is dan 2 mm of wanneer de meeneemhuls (3) de tapdrager (2) raakt
l let er bij de montage van nieuwe spanhulzen (10) op dat de inkepingen steeds
naar buiten wijzen!
Maaibalk gemeente-uitv.
1
2
3
4
5
7
8
9
10
11
balkpunt
tapdrager
meeneemhuls
meeneemtap
achterzijde balk
bevestigingsschroef
stelschroef
lagerhuis
spanhulzen
smeernippel
aandrukkracht
veerdrukmeter
agria weidemaaier 5300
37
5
5. Onderhoud en reparatie
Maaibalk
Slijpen van de maaimessen
W
Veiligheidsbril en
-handschoenen dragen
Afhankelijk van de intensiteit waarmee
de messen worden gebruikt, zijn de
messen na 4–20 bedrijfsuren zover
afgestompt dat ze geslepen moeten
worden.
Dat gebeurt met een handslijper met ca.
15.000 tot 20.000 min-1, in combinatie
met een komvormige slijptol met een
doorsnede van 25 mm en een lengte
van ca. 35 mm, of een speciaal slijpapparaat.
Het slijpen van de messen is
van het grootste belang voor
schone en probleemloze maaiwerkzaamheden.
I
l Er wordt alleen geslepen met de
voorkant van de slijptol, vanaf de achterkant van het mes tot de mespunten.
l De messen mogen niet warm worden, ze zijn niet meer bruikbaar (zacht)
wanneer ze blauw verkleurd zijn.
l Messen aan de voorkant niet afronden (P).
l Snijvlak niet in bogen slijpen (P).
l Slijpbraam met een handslijpsteen
verwijderen.
Ondermes
ESM-universele maaibalk
en maaibalk gemeenteuitvoering
5
5
Bovenmes
fout geslepen
38
goed geslepen
agria weidemaaier 5300
5. Onderhoud en reparatie
Veiligheidsschakeling
6A
Controleer de veiligheidsschakeling voor iedere ingebruikname en bij iedere onderhoudsbeurt op juist functioneren.
l Wanneer de hendel (C/4) wordt losgelaten en de koppeling is
geschakeld, dient de motor automatisch tot stilstand te komen.
l Elektrische leidingen en stekkers moeten eveneens gecontroleerd worden, eventueel vervangen
è
- Serviceç
C/4
Motor-uit-schakeling
6A
Controleer de motor-uit-schakeling voor iedere ingebruikname en bij iedere onderhoudsbeurt op juist functioneren.
l Wanneer de schakelaar in positie '0' staat, moet de motor
tot stilstand komen.
l Elektrische leidingen en stekkers moeten eveneens gecontroleerd worden è
- Serviceç
6A
Instellingen aan de hendel voor
wielschakeling en koppeling
55
1 hendel
2 borgveer
3 uiteinde van de kabel
4 verstelbout
Speling en instellingen voor iedere inbedrijfname controleren en evt. bijstellen (vooral bij de inrijperiode na
de eerste inbedrijfname of na het vervangen van de
V-snaar van de koppeling).
1. Borgveer (2) verwijderen,
5
2. kabeluiteinde (3) met de verstelbout (4) uit de houder in de hendel nemen.
Verstelbout (4) in- of uitdraaien, tot de afstand ”X”
of stationair bij positie 0 beschikbaar is.
1. Kabeluiteinde met de verstelbout weer in de hou-
der terughangen,
+
2. borgveer (2) monteren.
Hendel voor wielschakeling:
X = 3–5 mm
Hendel voor koppeling:
X = 2,5–4 mm,
de basisinstelling volgt echter in positie ‘neutraal’, dan
moet tussen rubberen schijf ‘II’ en V-snaarschijf ‘I’ een
afstand van 2–3 mm aanwezig zijn (zie ‘V-snaarspanning instellen’).
agria weidemaaier 5300
39
5. Onderhoud en reparatie
Instellen van de V-snaarspanning
De V-snaaraandrijving moet worden
bijgesteld als de speling aan de koppelingshendel bij positie ‘vooruit rijden’ minder dan 1,5 mm bedraagt.
Snaarbeschermingskap (D/8) verwijderen, hiertoe eerst de bevestigingsmoeren (D/10) verwijderen.
Snaargeleiding (D/7) verwijderen.
Koppelingshendel (C/5) in positie
‘neutraal’ zetten (vergrendeling (C/6) ingeklikt).
V-snaarschijf met rubber aandrijf-
schijf ‘II’ in de zwenkplaat zo vastschroeven dat de V-snaar bij het achteruit rijden normaal strak gespannen
is.
Rubber schijf ‘II’ voor het achteruit
5
rijden door de instelling van de Bowdenkabels in de koppelingshendel (afb.
X) zo afstellen, dat de afstand tussen
de buitenste diameter van de V-snaarschijf ‘I’ en de buitenste diameter van
de rubberen rol ‘II’ 5 mm bedraagt.
l Koppelingshendel koppelen voor rijden vooruit.
l Spanrol ‘III’ in de richting van de pijl
draaien tot de koppelingshendel (in positie vooruitrijden) een speling van 2,5–
4 mm heeft.
l Snaargeleiding (D/7) aanbrengen
(zie afb. D).
l Snaarbeschermingskap (D/8) monteren, koppelingshendel moet in positie ‘vooruit’ geschakeld zijn.
W
40
Gebruik alleen originele speciale agria-V-snaren!
Machine alleen in gebruik nemen wanneer alle beschermingsinrichtingen in de juiste positie zijn gebracht!
agria weidemaaier 5300
5. Onderhoud en reparatie
Algemeen
Let op het verliezen van brandstof en
olie, eventueel opruimen.
Schroeven en moeren regelmatig controleren, eventueel natrekken.
Alle glijdende of beweeglijke onderde-
len (bijv. toerentalhendel, hendellager) met
biologisch-afbreekbaar vet of olie vet houden.
Reiniging
Machine
Na een schoonmaakbeurt met een hogedrukreiniger moeten de smeerplaatsen aan
de machine meteen worden gesmeerd, en
de machine dient kort te worden ingeschakeld, zodat het binnengedrongen water eruit geslingerd wordt.
55
èI
De lagers moeten voorzien zijn van een
vetkraag die de lagers beschermt tegen het
binnendringen van vuil, plantensappen en
vocht.
Motor
Reinig de motor met een doekje. Vermijd
het afspuiten van de motor met een sterke
waterstraal, vocht in het ontstekings- en
brandstofsysteem kan leiden tot storingen.
agria weidemaaier 5300
41
5
5. Onderhoud en reparatie
d) Wielen
Stallen
Wanneer de machine gedurende langere tijd niet gebruikt wordt:
a) Grondige reinigingsbeurt, laklaag
bijwerken.
b) alle onbeschermde onderdelen,
met name de maaibalk met biologischafbreekbare corrosiewerende olie inoliën.
c) Motor in conditie houden
e) Koppeling
l Brandstof volledig aftappen,
Maaier altijd met aangetrokken koppelingshendel (vergrendeling ingeklikt)
parkeren, er kunnen
anders problemen
met de koppeling
ontstaan als gevolg
van corrosievorming.
zie
Benzine is extreem ontvlambaar
en onder bepaalde omstandigheden explosief.
Vermijd open vuur en vonken op de
werkplek. Niet roken.
W
Of brandstoftank voltanken en brandstofstabilisator (agria-nr. 79909) bijmengen.
5
Plaats deze op steunblokken zodat de
banden niet op de
vloer rusten. Luchtbanden gaan snel
in kwaliteit achteruit
wanneer ze zonder
lucht onder belasting staan.
- Let op de aanwijzing op de verpakking.
f) Machine stallen
om sterke corrosievorming te voorkomen:
– beschermen tegen weersinvloeden
Motor ca. 1 min. laten lopen.
l Motorolie verversen.
niet stallen in:
– vochtige ruimtes
l In de bougieopening een theelepel
vol (ca. 0,03 l) motorolie gieten. Motor
langzaam doordraaien
– ruimtes waar
kunstmest ligt opgeslagen
l Bougie weer inbouwen en trek aan
het startkoord tot er een weerstand
merkbaar is. Nog iets verder aantrekken. In deze toestand zijn de inlaat- en
uitlaatventielen gesloten, waardoor de
binnenkant van de motor beter beschermd is tegen roestvorming.
– stallen of daarnaast
gelegen
ruimtes
g) Afdekken
l De motor om de 2-3 weken langzaam
doordraaien (bougiekap verwijderen).
42
agria weidemaaier 5300
Dek de machine af
met een dekzeil of
iets dergelijks.
6. Storingen opsporen en verhelpen
W
Let op de veiligheidsaanwijzingen! Laat grotere problemen aan de machine of de motor altijd oplossen door de agria-vakgararage, deze beschikkt over het juiste gereedschap. Ondeskundige
hulp kan grote schade veroorzaken.
storing
mogelijke oorzaak
oplossing
Motor
start niet
- Bougiekap is niet aangesloten
- Choke-hendel niet in positie CHOKE
- Brandstoftank leeg of
slechte brandstof
- Brandstofleiding verstopt
- Bougie defect
Bougiekap aansluiten
Choke-hendel in positie CHOKE brengen
Brandstoftank vullen
met schone brandstof
Brandstofleiding reinigen
Bougie schoonmaken,
afstellen of vervangen
Bougie drogen, schoonmaken
en starten met volgas
Bevestigingsschroeven natrekken
- Motor teveel brandstof (verzopen)
- Valse lucht door losgelaten carburateur
en aanzuigleiding
Motor
hapert
af en toe
- Motor loopt op choke
- Contactkabel zit los
- Brandstofleiding verstopt
of slechte brandstof
- Luchttoevoer in de
brandstoftankdop verstopt
- Water of vuil in het
brandstofsysteem
- Luchtfilter verontreinigd
- Carburateur verkeerd afgesteld
Motor
wordt
te heet
- Te weinig motorolie
- Ventilatiesysteem functioneert niet
- Luchtfilter is verontreinigd
- Carburateur is verkeerd afgesteld
66
pagina
28
27
BM
BM
Chokehendel in positie BEDRIJF brengen
Bougiekap op de bougie vastklemmen,
bougiekabel vastklemmen,
bougiekab op de bougiekabel vastklemmen
Brandstofleiding schoonmaken,
schone brandstof tanken
Brandstoftankdop vervangen
Brandstof aftappen en
schone brandstof tanken
Luchtfilter schoonmaken of vervangen
Carburateur afstellen
28
27
¬
BM
BM
Meteen motorolie bijvullen
Luchtrooster schoonmaken,
koelribben schoonmaken
Luchtfilter reinigen
Carburateur afstellen
¬
¬
32
33
33
BM
BM
¬
BM
BM
Motor
haperingen
bij hoge
toerentallen
- Ontsteking te krap afgesteld
- Stationair toerental
niet correct afgesteld
Bougie afstellen
Carburateur afstellen
Motor
slaat bij
stationair
toerental
vaak af
- Ontsteking te ruim afgesteld,
Bougie defect
- Luchtfilter verontreinigd
- Carburateur niet correct afgesteld
Bougie afstellen of vervangen
BM
Luchtfilter reinigen
Carburateur afstellen
BM
BM
44
agria weidemaaier 5300
¬
6. Storingen opsporen en verhelpen
storing
mogelijke oorzaak
oplossing
Motor
loopt
onregelmatig
- Regelstangen zijn verontreinigd,
klemmen
Regelstangen schoonmaken
Motor
springt in
stoppositie
niet af
- Motor-uit-schakeling
is niet correct
Elektrische leidingen en stekkers
controleren
Motor
levert te
weinig
vermogen
- Luchtfilter verontreinigd
- Cilinderkop los of
afdichting beschadigd
- Te weinig compressie
Luchtfilter reinigen
Cilinderkop aandraaien,
afdichting vervangen
Motor laten controleren
Rijaandrijving
of maaiaandrijving
komt bij
aangetrokken
koppeling
niet tot
stilstand
- Koppelingshendel is
niet correct ingesteld
Koppelingshendel instellen
Teveel
vibratie
- Bevestigingsbouten zijn los
- Maaimessen los, verbogen of
niet correct ingesteld
Bevestigingsbouten natrekken
Motor direct afzetten!
Maaibalkdrager, mesmeenemer en
alle moeren en schroeven nalopen,
beschadigde onderdelen vervangen,
mesgeleidingen instellen
35 - 37
Messen slijpen
mesgeleidingen instellen
38
35 - 37
Ongelijkmatig
maaien
of er blijft gras
tussen de
messen
zitten
- Messen zijn stomp
- Mesgeleidingen zijn niet
correct ingesteld
- Messen zijn niet recht
- Messen staan niet op één lijn
- Messen liggen niet op elkaar
Punten van het - Bovenste mes staat te ver voor
onderste mes
het onderste mes
werken zich in
de punten van
het bovenste mes
Messen demonteren en veranderen
of vervangen
Messen veranderen of vervangen
Maaibalk veranderen
Mesgeleidingen instellen
pagina
BM
¬
39
BM
¬
¬
¬
39
35, 38
¬
¬
¬
35 - 37
6
¬ = Laat dit uitvoeren door een agria-vakgarage!
BM = Motor-handleiding
agria weidemaaier 5300
45
Elektrisch schakelschema, smeerschema
Elektrisch schakelschema
1 Motor
2 Magnetische ontsteking
3 Motor-uit-schakelaar
(aan toerentalhendel aan de
motorzijde)
5 Schakelaar in de
veiligheidsschakelaar
6 Schakelaar in de
koppelingshendel
bl = blauw
br = bruin
Smeerschema
1
Motorolie (blz. 30)
2
Transmissieolie (blz. 34)
3
Maaimes (blz. 35)
4
Maaiaandrijving (blz. 35)
5
Hendellager (blz. 41)
5
4
1
6
3
46
2
agria weidemaaier 5300
Lak, slijtageonderdelen
agria-bestel nr.
Brandstof stabilisator:
799 09
Brandstof stabilisator
zak
5g
Spuitlak berkengroen
Spuitlak rood, RAL 2002
Spuitlak zwart
spuitbus
spuitbus
spuitbus
400 ml
400 ml
400 ml
fles
1l
Lak:
181 03
712 98
509 68
Bandenpechbescherming
713 13
Banden afdichtgel
Terra-S
Slijtageonderdelen:
305 65
481 75
481 74
Afdichting transmissiedeksel (wormwieltransmissie)
V-snaar voor koppeling
V-snaar voor aandrijving rijden achteruit
Let op: gebruik alleen de originele agria-V-snaren!
Honda motor
761 99
Luchtfilterelement, set
759 99
Bougie NGK BPR6 ES; Bosch WR7DC
Robin motor
400 220
Luchtfilterelement, set
681 87
Bougie NGK BR6 HS; Bosch WR7AC
Reserveonderdelen:
997 021
997 145
997 077
Weidemaaier 5300
Motoren Honda
Motoren Robin
agria weidemaaier 5300
47
Onderhouds- en inspectietabel
Steeds na bedrijfsuren
A
Veiligheidsschakelaar functie
controleren
Hendel speling controleren
Luchtfilter controleren
Koelluchtzeef reinigen
Motoroliepeil controleren,
eventueel bijvullen
Omgeving van de uitlaat reinigen
Maaibalk: alle glijdende delen
smeren, ook bij iedere
vervanging van de messen
min. min.
8 25 50 100 200 3mndl. jaarl. B
39
K
K
K
39
BM
33
K K
32
K K
33
K
K
W
K
krukasschijf smeren
Reinigen
Schroeven en moeren controleren
Transmissieoliepeil controleren
K
K
K
K
35
32
32
W
Maaibalk: mesgeleiding instellen,
speling controleren – ook bij
iedere vervanging van de messen
Balkendraagtap smeren – ook bij
iedere vervanging van de messen
Luchtfilterinzet reinigen
Brandstoffilter reinigen
blz
K
K
Motorolie verversen, eerste keer,
verdere keren
6
5
36, 37
K
K
W
K
35
41
41
34
K
35
W
K
BM
BM
K
Luchtfilter-papier-filterelement vervangen,
indien nodig eerder!
W
BM
Bougie reinigen,
elektrodenafstand afstellen
W
BM
Koelluchtgrilgeleidingsplaten,
koelribben reinigen,
indien nodig eerder!
W
33
Bougie vervangen
Wielasuiteinden invetten
Maaibalkvergrendeling smeren
K
Alle glijdende delen smeren
Transmissieolie verversen
Brandstofslangen vernieuwen
A =
B =
BM =
K =
W =
* =
K
K
K
K
41
W
W*
voor iedere ingebruikname
na iedere reinigingsbeurt
Motor-handleiding
controle- en onderhoudswerkzaamheden kunnen door de bestuurder zelf worden uitgevoerd
servicewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een vakkundige garage
na 2 jaar
48
K
K
BM
34
35
agria weidemaaier 5300
34
BM
Aanduiding van de onderdelen
Afbeelding C
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
Schakelhendel voor maaiwerk
Schroefknop voor zijwaartse verstelling stuurstang
Motor-uit-schakelaar
Veiligheidsschakelhendel
Koppelingshendel en vooruit-achteruitschakeling
Vergrendeling voor koppelingshendel
Schakelhendel voor maaiaandrijving
Gereedschapset
Verstelhendel voor toerental
Vergrendeling voor wielschakelhendel
Wielschakelhendel
Afbeelding D
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
Snaarspanschijf
V-snaaraandrijving voor versnelling vooruit (koppeling)
Trillingsdemper
Tapeind voor V-snaarbeschermingskap
Gat voor V-snaarbeschermingsgreep
V-snaaraandrijfschijf (op krukas)
V-snaargeleidingsplaat
V-snaarbeschermingskap
Veerschijf
Borgmoer
Achteruitrijversnelling rubber schijf
V-snaaraandrijving voor versnelling achteruit
V-snaaraandrijfschijf (op transmissieas)
agria weidemaaier 5300
49
Aanduiding van de onderdelen
C
D
6
50
agria weidemaaier 5300
Agria-Werke GmbH
Bittelbronner Straße 42
D-74219 Möckmühl
Tel.: +49 62 98 39-0
Fax: +49 62 98 39-111
E-Mail:
[email protected]
Internet: www.agria.de
Uw agria dealer bij u in de omgeving: