ProForm Cadence S 8 de handleiding

Type
de handleiding
M
odelnummer PETL30506.1
Serienummer
WAARSCHUWING
Lees alle instructies en voor-
zorgsmaatregelen in deze hand
-
leiding door voordat u dit appa
-
raat gaat gebruiken. Bewaar
deze handleiding voor verdere
raadpleging.
Sticker met
Serienummer
GEBRUIKSAANWIJZING
VRAGEN?
Als fabrikant zijn wij gesteld op
uw volledige tevredenheid. Mocht
u nog vragen hebben, mochten
sommige onderdelen ontbreken
of beschadigd zijn neem dan con-
tact op met de winkel waar u dit
produkt hebt gekocht.
INHOUD
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
GEBRUIK EN BIJSTELLEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18
PROBLEMEN OPLOSSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20
RICHTLIJNEN VOOR UW CONDITIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laatste Pagina
Aandacht: U vindt een GEDETAILLEERDE TEKENING en een LIJST MET ONDERDELEN in het midden van
deze handleiding.
2
PROFORM is een merk van ICON IP, Inc.
1. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar zich te ervan te overtuigen dat alle ge-
bruikers van de loopband voldoende op de
hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en
waarschuwingen.
2. Gebruik de loopband alleen zoals beschreven
is.
3. Plaats de loopband op een vlakke ondergrond
met minstens 2,5 m ruimte rondom ruimte
achter de loopband en 0,5 m ruimte aan ie-
dere kant van de loopband. Zorg ervoor dat
de loopband geen luchtopeningen, luchtroos-
ters blokkeert. Leg een kleed onder de loop-
band om de vloer te beschermen.
4. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
loopband niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
5. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen
gebruikt worden of waar zuurstof wordt toe-
gevoegd.
6. Houdt te allen tijde kinderen jonger dan 12 en
huisdieren bij de loopband vandaan.
7. De loopband kan alleen door mensen die min-
der dan 125 kg wegen worden gebruikt.
8. Laat nooit meer dan een persoon op de loop-
band.
9. Draag geschikte kleding wanneer u de loop-
band gebruikt. Draag geen losse kleding die
in de loopband verstrikt kan raken.
Sportkleding voor mannen en vrouwen aan-
bevolen.
Gebruik de loopband nooit op blote
voeten, op sokken of op sandalen. Draag al-
tijd sportschoenen.
10. Steek de stekker alleen in een geaard stop-
contact (zie pagina 10). Geen elk ander appa-
raat moet zich op dezelfde groep bevinden.
11.
Mocht u een verlengsnoer nodig hebben, ge
-
bruik dan een verlengsnoer van 1,5 meter of
korter.
12. Houdt de stekker bij hete oppervlaktes van-
daan.
13. Loop nooit op de loopband wanneer de electri-
citeit uitgeschakeld is. Gebruik de loopband
niet wanneer het electrische snoer of stekker
beschadigd is. Gebruik de loopband niet als hij
niet goed werkt. (Zie PROBLEMEN OPLOSSEN
op pagina 20 als de loopband niet goed werkt.)
14. Lees de noodstopprocedure grondig door en
test de procedure voordat u de loopband ge-
bruikt (raadpleeg HOE DE STROOM IN TE
SHAKELEN op pagina 14).
15. Start de loopband nooit wanneer u op de
band staat. Houdt u altijd vast aan de hand
-
leuningen wanneer u de loopband gebruikt.
16. De loopband kan een hoge snelheid bereiken.
Stel de snelheid geleidelijk bij om schok-
kende versnellingen te voorkomen.
17. De pols-sensor is geen medisch instrument.
Verschillende factoren zoals beweging van de
gebruiker kunnen de nauwkeurigheid van de
metingen beïnvloeden. De pols-sensor is al-
leen als hulpmiddel bedoeld voor algemene
hartslag meting.
18. Laat de loopband nooit zonder toezicht rond-
draaien. Verwijder altijd de sleutel en hall de
stekker uit het stopcontact wanneer u de
loopband niet gebruikt.
19. Voltooi eerst de montage van de loopband
voordat u hem uitklapt, inklapt of verplaatst.
(Zie MONTAGE op pagina 6 en DE LOOP-
BAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN op pa
-
gina 18.) U moet zeker 20 kg kunnen tillen om
de loopband te kunnen uitklappen, inklappen
of verplaatsen.
20. Zorg ervoor dat de sluitknop volledig gesloten
is voordat u de loopband inklapt of verplaatst.
21. Controleer regelmatig of alle onderdelen nog
goed vast zitten en verstevig ze indien nodig.
22. Steek nooit iets in welke opening dan ook.
WAARSCHUWING: Lees de volgende belangrijke voorzorgsmaatregelen en infor-
matie door voordat u de loopband gaat gebruiken om het risico op brandwonden, brand, electrische
schok of persoonlijk letsel te verminderen.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
3
4
23. GEVAAR: Trek de stekker altijd direct
n
a gebruik van de loopband uit het stopcon-
tact. Eveneens de stekker uit het stopcontact
trekken vóór het schoonmaken van de loop-
band, voor het plegen van onderhoud en voor
het bijregelen zoals beschreven is in deze
h
andleiding. Verwijder nooit de motorkap ten-
zij een technicus dat aangeeft. Ander onder-
h
oud dan datgene wat vermeld staat in deze
handleiding moet door een technicus uitge-
voerd worden.
24. Deze loopband is alleen voor huiselijk ge-
b
ruik bedoeld. Gebruik de loopband niet com-
mercieel of voor verhuur.
WAARSCHUWING: Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of enig ander oefen-
programma begint. Dit is bijzonder belangrijk voor mensen ouder dan 35 of mensen met gezond-
heidsproblemen. Lees alle instructies door voor gebruik. ICON is niet verantwoordelijk voor persoon-
lijk letsel of schade door het gebruik van dit Produkt.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
233006
FR SP IT GR DU
V arning Decal, Treadmill
De stickers hier getoond zijn op uw looband geplakt. Let erop dat de tekst op de sti-
ckers in het Engels is. Zoek naar de stickers in het Nederlands en plak ze over de en-
gelse stickers. Als er een sticker onbreekt, of niet leesbaar is, neem dan contact op
met de winkel waar u dit apparaat hebt gekocht (zie laatste pagina van deze handlei-
ding). Plak de stickers op de aangegeven plaatsen. Opmerking: De waarschuwings-
stickers worden niet op werkelijk formaat getoond.
English Translation:
233005
Hand and Foot warning
5
F
ijn dat u voor de nieuwe PROFORM
®
4
00 C loopband
g
ekozen heeft. De 400 C loopband combineert geavan-
ceerde technologie met een innovatief ontwerp zodat u
bij u thuis uw lichamelijke conditie kunt opbouwen en
verbeteren. En wanneer u de loopband niet gebruikt
kunt u de 400 C loopband inklappen zodat hij minder
ruimte in beslag neemt dan andere loopbanden.
Lees deze handleiding voor uw eigen welzijn zorg-
vuldig door voordat u de loopband gebruikt. Neem
m
ocht u nog vragen hebben contact op met de winkel
w
aar u de loopband heeft gekocht. Zorg ervoor dat u
het modelnummer en het serienummer bij de hand
heeft (zie kaft van deze handleiding).
Voordat u verder leest, bekijk eerst aandachtig de te-
kening hieronder en de verschillende onderdelen.
VOORDAT U BEGINT
Handleuning
Staander
Sluitknop
Sleutel/Klip
Aan/Uit Knop
Stroomonderbreker
Loopband
Loopplatform met Kussen
voor maximaal oefencomfort
Voetkussentje
RECHTERKANT
Bijstelbouten voor
de Achterroller
Bedieningspaneel
Accessoire Houder
ACHTERKANT
MONTAGE
De montage van deze loopband moet door twee mensen gebeuren. Plaats de loopband op een open plek en
verwijder de verpakking.
Gooi de verpakking pas weg wanneer u de loopband volledig gemonteerd heeft.
Aandacht: De onderkant van de loopband is met een hoogwaardig smeer behandeld. Het kan zijn dat tijdens het
vervoer wat van het middel op de bovenkant van de loopband terecht is gekomen of zich in de verpakking be-
vindt. Dit is normaal en tast de prestatie van de loopband niet aan. Mocht er wat van het middel op de bovenkant
van de loopband bevinden, veeg dit dan met een zachte lap gewoon weg.
Tijdens de montage zult u de meegeleverde inbussleutels , uw eigen kruiskopschroevendraaier
, rubber hamer , en engelse sleutels nodig hebben , en draad-
schaar .
Gebruik de tekeningen hieronder tijdens de montage van de fiets om de kleine onderdelen te herkennen.
Het nummer tussen haakjes onder de tekeningen is het referentienummer van het onderdeel in de LIJST VAN DE
ONDERDELEN in het midden van deze handleiding. Het nummer na de haakjes is het aantal onderdelen dat u voor
de montage nodig hebt. Aandacht: sommige kleine onderdelen zijn al gemonteerd om de verzending te ver-
gemakkelijken. Om schade aan de plastic onderdelen te vermijden, gebruik nooit elektrisch gereedschap
voor de montage.
1/2” Screw (119)–1
3/4” Tek Screw (58)–8
1
Tussenring voor het
Onderstel (99)–2
Moer (12)–2
Bout van het Onderstel (1)–2
3/4” Schroef (3)–6
Tussenring voor
de Staander (7)–2
Bout van de Handleuning (9)–4
Zilveren Geaarde
Schroef (10)–2
Bout voor het
Bedieningspaneel
(2)–2
Wheel Spacer
(94)–4
1/4” Sterring
(8)–2
Sterring van
Handleuning
(11)–4
Sterring voor de
Staander (6)–4
L
Bout van de Staander (4)–4
6
7
1. Zorg ervoor dat de stekkerniet in het stopcon-
tactzit.
Neem de Rechter Staander (39), met een vier-
k
ant gat op de aangegeven plaats.
Oriënteer de Rechter Staander (39) en de Basis
(37) zoals getoond. Maak de Rechter Staander
aan de Basis vast met twee Bouten voor de
Staander (4) en twee Sterringen voor de
Staander (6);
draai de Bouten voor de
Staander nog niet strak vast.
37
4
6
39
3. Draai de Basis (37) om, en plaats de Basis aan
de voorkant van de loopband zoals getoond.
Zoek de draad in de Rechter Staander (39).
Raadpleeg de inzet-tekening. Maak de draad
aan het verbindingsstuk op de Draadkoker (69)
vast. Steek dan het verbindingsstuk van de
Draad van de Staander in het vierkante gat in de
Rechter Staander.
2. Oriënteer de Linker Staander (38) zoals getoond
en maak de Staander aan de Basis (37) vast met
twee Bouten voor de Staander (4) en twee
Sterringen voor de Staander (6);
draai de
Bouten voor de Staander nog niet strak vast.
37
38
6
6
Vergrendelingsgaten
2
1
Vierkant Gat
37
39
Draad
3
4
Draad
69
69
8
4. Til de Staanders (38, 39) op.
R
aadpleeg de linker inzet-tekening. Neem de
twee Tussenstukken voor het Onderstel (96).
O
pen het bijgeleverde smeervetpakket en smeer
beide kanten van beide Tussenstukken voor het
Onderstel. Zoek dan de buitenkant van de twee
Tussenstukken voor het Onderstel.
Houd een Tussenstuk voor het Onderstel (96) en
een Tussenring voor het Onderstel (99) tussen
de Rechter Staander (39) en het Onderstel van
het Liftsysteem (41)
met de buitenkant van het
Tussenstuk voor het Onderstel gericht naar
de Tussenring voor het Onderstel en de
Rechter Staander
. Maak de Rechter Staander
aan het Onderstel van het Liftsysteem vast met
een Bout voor het Onderstel (1), een tussenring
voor de Staander (7) en een Moer (12); draai de
moer nog niet strak vast.
4
3
8
3
9
1
1
96
96
99
7
12
12
41
7
41
Buitenkant
Binnenkant
96
39
99
5. Houd het overgebleven Tussenstuk voor het
Onderstel (96) en de Tussenring voor het
Onderstel (99) tussen de Linker Staander (38)
en het Onderstel voor het Liftsysteem (41), met
de buitenkant van het Tussenstuk voor het
Onderstel gericht naar de Tussenring voor
het Onderstel en de Linker Staander. Maak de
Linker Staander aan het Onderstel voor het
Liftsysteem vast met een Bout voor het
Onderstel (1), een Tussenring voor de Staander
(7) en een Moer (12);
draai de Moer nog niet
strak vast.
5
38
1
1
96
96
99
7
99
12
12
41
7
41
Buitenkant
Binnenkant
96
38
9
7. Leid de Draad van de Staander (69) door een
van de Handleuningen (40). Maak de
Handleuning aan de Rechter Staander (39) vast
met twee Bouten voor de Handleuning (9) en
twee Sterringen voor de Handleuning (11).
Zorg
ervoor dat de Draad van de Staander niet ge-
kneld raakt.
Maak de andere Handleuning (40) aan de Linker
Staander (38) vast met twee Bouten voor de
Handleuning (9) en twee Sterringen voor de
Handleuning (11). Draai de Bouten van de
Handleuning goed vast.
39
38
69
9
11
40
9
11
40
7
6. Trek de draad door de Rechter Staander (39)
totdat de Draad van de Staander (69) uit de ein-
d
en van de Rechter Staander steekt. Maak de
draad dan los en gooi deze weg.
39
6
69
Draad
10
8. Laat een tweede persoon het Onderstel (36) van
de loopband optillen en vasthouden.
Neem de Gasveer (83). Merk op dat de Gasveer
e
en zuiger- en een cilindergedeelte heeft.
Raadpleeg de twee kleine inzet-tekeningen.
Zoek de Veerklem (90) in het zuigergedeelte van
de Gasveer. Met uw nagel of het uiteinde van
een schroevendraaier, druk op het uiteinde van
de Veerklem om de klem te lossen. Draai de
Veerklem en trek de Veerklem uit de Gasveer.
Verlies de Springveer niet. Opmerking: er wor-
den extra Veerklemmen bijgeleverd.
Houd dan het zuigergedeelte van de Gasveer
(83) bij de houder in het midden van het
Onderstel (36). Druk het uiteinde van de
Gasveer zo ver mogelijk op de kogel van de hou-
der.
Raadpleeg tekening 8a. Steek de Veerklem (90)
in de twee aangegeven gaatjes in het zuigerge-
deelte van de Gasveer (83). Draai de Veerklem
totdat de klem op de Gasveer klikt.
83
90
83
36
36
Houder
Cilinder
Zuiger
Houder
8a
8
9
0
90
Gaten
90
9. Draai het cilindergedeelte van de Gasveer (83)
naar beneden tot de aangegeven positie.
Verwijder de Veerklem (90) van het uiteinde van
de Gasveer.
Breng het cilindergedeelte van de Gasveer (83)
op dezelfde hoogte als de houder in het midden
van de Basis (37). Druk het uiteinde van de
Gasveer op de kogel van de houder. Opmerking:
waarschijnlijk moet u het Onderstel licht naar
voren of naar achteren duwen om het uiteinde
van de Gasveer op dezelfde hoogte als de kogel
te brengen.
Raadpleeg tekening 9a. Steek de Veerklem (90)
in de twee aangegeven gaatjes in de Gasveer
(83). Draai dan de Veerklem totdat de klem op
de Gasveer klikt.
Met de hulp van een tweede persoon, laat het
Onderstel (niet getoond) op de grond zakken.
90
83
37
37
Gaten
90
9a
Houder
Houder
9
69
40
10. Maak de aardingsdraad aan de Basis van het
Bedieningspaneel (67) aan de rechter
H
andleuning (40) vast met een Zilveren
Aardingsschroef (10).
Sluit de draadkoker aan de Basis van het
Bedieningspaneel (67) aan op de Draad van de
Staander (69) zoals getoond op de inzet-teke-
ning.
Belangrijk: Als de aansluitstukken goed
georiënteerd zijn, dan zullen ze eenvoudig op
elkaar klikken. Als de aansluitstukken niet
goed georiënteerd zijn, dan kan het bedie-
ningspaneel worden beschadigd als de loop-
band wordt ingeschakeld.
Steek de aansluitstukken en het overschot van
de draad in de Basis van het Bedieningspaneel
(67).
11. Maak de Basis van het Bedieningspaneel (67)
aan de Handleuningen (40) vast met vier 3/4”
Schroeven (3);
draai de Schroeven nog niet
strak vast. Draai dan twee Bouten voor het
Bedieningspaneel (2) met 1/4” Sterringen (8) in
de Handleuningen en de Basis van het
Bedieningspaneel. Draai dan de vier
Schroeven vast.
10
6
7
Aardingsdraad
69
Draadkoker
10
2
3
2
8
8
3
40
40
11
67
Vooraanzicht
12. Laat de Staanders (38, 39) zakken zoals ge-
toond.
Raadpleeg de inzet-tekening. Druk de Staanders
(38, 39) opzij zodat het Onderstel (36) van de
loopband in het midden van de Staanders staat.
Draai de Bouten voor de Staanders (4) en de
Bout voor het Onderstel (1) aan beide kanten
van de loopband strak vast.
Draai de Bouten
van het Onderstel niet te strak vast.
39
38, 39
1
36
36
38
Bovenaanzicht
Zijaanzicht
12
4
1
1
12
15. Zorg ervoor dat alle onderdelen vast zijn gedraaid voordat u de loopband gebruikt. Andacht: Extra
delen kunnen meegeleverd worden. Bewaar de meegeleverde (zeshoekige) sleutels op een veilige plaats. U
zult de grote sleutel nog nodig hebben om de loopband bij te stellen (zie pagina 21). Leg een matje onder de
loopband om uw vloerbedekking te beschermen.
14.
Til voorzichtig de Staanders (38, 39) op.
Maak de Bemanteling van het Veerslot (91) aan
de linker Staander (38) vast met twee 3/4”
Schroeven (3).
Verwijder de knop van de pen. Zorg ervoor dat
de kraag en de veer zich zoals getoond op de
pen bevinden. Plaats de pen in de Bemanteling
van het Veerslot (91) en draai de knop weer
vast.
3
91
38
14
Knop
Pen
Kraag
Veer
13. Maak de aardingsdraad van de Draad van de
Staander (69) aan het aangegeven gat in de
B
asis (37) vast met een Zilveren
Aardingsschroef (10).
Druk de aangegeven doorvoerhuls in de Rechter
Staander (39).
3
7
69
39
Doorvoerhuls
13
10
Aardingsdraad
13
DE AL INGESMEERDE LOOPBAND
Uw loopband is voorzien van een band die al met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld. BELANGRIJK:
Behandel de band of het loopplatform nooit met silicone spray of enig ander middel. Als uw dat doet zult
u
de loopband beschadigen.
HOE DE STEKKER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De stekker moet geaard zijn. Mocht het niet goed functioneren
geeft de aarding de laagste weerstandspad voor de electriciteit om
zodoende het risico van electrische schok te verminderen. Een
snoer en geaarde stekker zijn bijgeleverd. Belangrijk: Als het
snoer beschadigd is moet u het vervangen met een door de fa-
brikant aanbevolen snoer.
Bekijk tekening 1. Steek het aangegeven eind van het snoer in het
stopcontact van de loopband. Bekijk tekening 2. Steek het snoer in
een goed geinstalleerd en geaard stopcontact die overeenkomt met
alle plaatselijke regelingen. Belangrijk: De loopband kan niet op
een stopcontact met onderbreker van de grondfout circut ge-
bruikt worden.
FR/SP
IT
Stopcontact van de
Loopband
1
FR/SP
IT
Stopcontact
2
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
GEVAAR: Een verkeerd stopcontact (zonder aarde) kan tot een electrische schok leiden.
Laat een elektricien de aarding nakijken als u niet zeker van bent dat het stopcontact goed geaard is.
Knoei niet aan de stekker van het apparaat. Laat een elektricien een nieuwe stekker monteren als de
stekker niet in het stopcontact past.
14
DE STICKER MET WAARSCHUWING PLAKKEN
De waarschuwing op het bedieningspaneel is in het
engels. Deze waarschuwing bestaat ook in diverse
talen op het inbegrepen vel. Plak de sticker met uw
taal op het bedieningspaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel van de loopband is voorzien van
verschillende functies om het meest doeltreffend te oe-
fenen.
U kunt wanneer u de handmatige instelling kiest de
snelheid en de hellingstand van de loopband verande-
ren door een druk op een toets. Het bedieningspaneel
zal U tijdens uw oefening voortdurend feedback geven.
U kunt zelfs uw hartslag meten met de ingebouwde
hartslagsensor of borstriem.
Het bedieningspaneel heeft vijf vooraf ingestelde pro-
gramma’s. Ieder programma verandert automatisch de
snelheid en de helling van de loopband tijdens uw oefe-
ning.
Om het bedieningspaneel handmatig te bedienen,
volg de stappen beginnende op bladzijde
15.
Om een
voorgeprogrammeerd programma te gebruiken, zie
bladzijde 16.
HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN
De stekker in het stopcontact
steken (zie pagina 13). Zoek
naar de aan/uit knop bij het
snoer van de loopband.
Plaamts de aan/uit knop in
de aan positie.
Ga op de voetenkussentjes
van de loopband staan. Zoek naar de clip die aan de
sleutel vast zit (zie tekening hierboven) en maak de
clip aan de tailleband van uw kleding vast. Plaats de
sleutel in het bedieningspaneel. Kort daarna zal de dis-
play oplichten. Belangrijk: Bij een noodsituatie kunt
u aan de sleutel van het bedieningspaneel trekken,
zodat de loopband vertraagt en tot stilstand komt.
Test de clip door voorzichtig een paar stappen
achteruit te zetten totdat de sleutel uit het bedie-
ningspaneel wordt getrokken. Als de sleutel niet
uit het bedieningspaneel komt, stel dan de lengte
van de clip bij.
Opmerking: Om schade aan de loopband te vermijden,
gebruik altijd propere schoenen als u de loopband ge-
bruikt.
Opmerking: Als er een doorzichtig stuk
plastic op het bedieningspaneel ligt,
verwijder dan het plastic.
Sleutel
Clip
Aan
Positie
BEDIENINGSPANEEL
15
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE GEBRUI-
KEN
De sleutel volledig in het bedieningspaneel
steken.
Z
ie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op
pagina 14.
Selecteer de handmatige instelling.
Telkens als u de sleutel
in het paneel steekt,
dan wordt automatisch
de handmatige instel-
ling geselecteerd. Als
een vooraf ingesteld
programma geselecteerd is, druk dan herhaalde-
lijk op de Programmakeuzetoets totdat een traject
op de display verschijnt.
Start de loopband.
Om de loopband te
starten, druk op de
Starttoets, de
Versnellingstoets of een
van de toetsen, genum-
merd van 2 tot 16.
Als de Starttoets of de Versnellingstoets wordt in-
gedrukt dan zal de loopband beginnen te bewe-
gen met een snelheid van 2 Km/u. Als u een oefe-
ning doet, kunt u de snelheid van de loopband wij-
zigen door op de Versnellings- of
Vertragingstoetsen te drukken. Telkens als u op
een toets drukt, zal de snelheid worden gewijzigd
met 0,1 Km/u; als u de toets ingedrukt houdt, dan
zal de snelheid met 0,5 Km/u verhogen.
Als u op een van de negen genummerde toetsen
drukt, dan zal de loopband langzaam versnellen
tot de gewenste snelheid.
Opmerking: Het be-
dieningspaneel kan de snelheid in kilometers
of in mijlen weergeven (raadpleeg DE INFOR-
MATIEWEERGAVE/DEMONSTRATIEWEER-
GAVE op pagina 17). Om het eenvoudig te
houden, worden alle aanwijzingen in dit deel in
kilometer gegeven.
Om de loopband te stoppen, druk op de Stop-
toets. De tijd zal beginnen te flikkeren op de dis-
play. Om de loopband opnieuw te starten, druk op
de Start-toets, de Versnellingstoets of een van de
negen genummerde toetsen.
Opmerking: Als u de loopband voor het eerst ge-
bruikt, controleer dan regelmatig of de loopband
gecentreerd loopt en centreer de loopband, als dat
nodig is. (raadpleeg pagina 20).
De hellingstand van de loopband veranderen
zoals gewenst.
D
ruk om de helling van de loopband te veranderen,
op de Hellings- [INCLINE] toename en -afname
t
oetsen. Leder keer als de toets wordt ingedrukt zal
de helling van de loopband 0,5% veranderen; als
de toets ingedrukt wordt gehouden, dan zal de
helling snel wijzigen.
Volg uw vooruitgang aan hand van de display.
Als u de handmatige in-
stelling, dan zal er een
loopbaan van 400
meter in de rechter bo-
venhoek van de display
verschijnen. De indica-
tors rond de piste zullen tijdens het lopen of ren-
nen na elkaar verschijnen totdat de hele piste ver-
schijnt. De piste zal dan verdwijnen en de indica-
tors zullen weer opnieuw na elkaar verschijnen.
In de linker bovenhoek
van de display wordt de
verlopen tijd sinds het
begin van uw oefening
weergegeven.
In de linker onderhoek
van de display wordt de
gelopen of gewandelde
afstand weergegeven
en de hellingsgraad
van de loopband.
In de rechter onderhoek
van de display zal de
snelheid van de loop-
band worden aangege-
ven en het aantal calo-
rieën dat u bij benade-
ring hebt verbrand bij uw oefening. Als u de hand-
sensoren gebruikt, dan zal uw hartslagfrequentie
in de rechter onderhoek worden getoond.
Druk op de Stop knop, haal de sleutel uit het be-
dieningspaneel en steek de sleutel weer in om de
displays opnieuw in te stellen (te resetten).
5
4
3
2
1
16
Meet uw hartslag als u dat wilt.
Voordat u de
handsensoren
gebruikt, verwij-
d
er het plastic
laagje van de
metalen con-
tactpunten van
de handsen-
soren. Zorg er
ook voor dat uw handen proper zijn.
Om uw hartslag te meten,
stap vervolgens op de
voetbalken en houdt de metalen contactpunten
vast—
beweeg uw handen niet. Als uw hartslag
wordt waargenomen, verschijnt met elke hartslag
het hartsymbool in de display, een of twee streepje
worden weergegeven en daarna uw hartslagfre-
quentie.
Houdt de contactpunten ongeveer 15
seconden vast voor het meest zuivere resul-
taat.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u klaar bent met uw oefening.
Ga op de voetkussentjes staan, druk op de Stop-
toets en stel de hellingstand in de laagste posi-
tie. De helling van de loopband moet zich in de
laagste stand bevinden wanneer u de loop-
band wilt opbergen anders kan de loopband
beschadigd worden. Haal vervolgens de sleutel
uit het bedieningspaneel en bewaar deze op een
veilige plek. Aandacht: Het bedieningspaneel
behoudt de “demo” instelling wanneer de dis-
plays en indicatoren blijven branden nadat u
de sleutel heeft uitgetrokken. Zie pagina 17 om
de demo instelling uit te schakelen.
De aan/uit knop bij het snoer van de loopband in
de uit positie zetten wanneer u klaar bent met
uw oefening en de stekker uit het stopcontact
trekken.
HOE VOORAF INGESTELDE PROGRAMMA’S TE
GEBRUIKEN
De sleutel volledig in het bedieningspaneel ste-
ken.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op pa-
gina 14.
Select a preset program.
Om een van de vijf
vooraf ingestelde pro-
gramma’s te selecteren,
druk herhaaldelijk op de
Programmakeuzetoets
totdat “P–1”, “P–2”,
“P–3”, “P–4” of “P–5” op de display verschijnt.
Als
u een vooraf ingesteld programma hebt gekozen,
dan zal het maximale hellingsniveau en de maxi-
male snelheid van het programma enkele seconden
op de display verschijnen. Op de display wordt dan
de duur van het programma
. Een profiel van de
snelheidsinstellingen van het programma zal in de
rechter bovenhoek van de display over de matrix
rollen.
Druk op de Start toets of de Versnellingstoets
om het programma te starten.
Even nadat u op de toets drukt zal de loopband au-
tomatisch de eerste snelheid en hellingstand van
het programma instellen. Houdt u vast aan de
handleuningen en begin te oefenen.
Alle programma’s zijn onderverdeeld in 30 segmen-
ten van één minuut. Ieder segment heeft één instel-
ling voor de helling en voor de snelheid. Aandacht:
dezelfde snelheid en/of helling instelling(en)
kan/kunnen voor twee of meerdere opeenvolgende
segmenten worden geprogrammeerd.
De snelheid van het eer-
ste segment zal aange-
geven worden in de eer-
ste kolom van het Huidig
Segment van de piste,
welke opflikkert op de
midden gedeelte van de display. (De helling instel-
ling wordt niet op de piste aangegeven).
De snel
-
heidsinstellingen voor de volgende segmenten wor-
den in de kolommen rechts weergegeven.
De kolom van het Huidig Segment en de eerste
kolom rechts zullen opflikkeren wanneer er nog
maar drie seconden overblijven in het eerste seg
-
ment. Er klinkt een serie geluidssignalen.
Bovendien zullen de snelheid en/ou de helling opf-
likkeren wanneer de snelheid en de helling van de
loopband gaan veranderen.
3
2
1
7
6
Metalen Contactpunten
Huidig Segment
17
Wanneer het eerste segment voltooid is
zullen alle
instellingen een kolom naar links verplaatst worden.
D
e snelheid voor het tweede segment wordt dan in
de kolom van het Huidig Segment (welke opflikkert)
aangegeven. De snelheid en de helling van de
loopband zullen zich automatisch aan het tweede
s
egment aanpassen. Opmerking: als alle indicato-
ren in de kolom voor het huidige segment brand,
b
ewegen de snelheidsinstellingen omlaag
z
odat al-
leen de hoogste indicatoren in het programma piste
worden getoond.
Het programma gaat door totdat de snelheidsinstel-
lingen voor het laatste segment worden weergege-
ven in de kolom voor het Huidige Segment en er
geen tijd resteert. De loopband komt dan langzaam
tot stilstand.
U kunt wanneer de snelheids- of de hellingsinstelling
op enig moment tijdens het programma te hoog of te
laag is deze handmatig bijstellen door op de
Snelheids of Hellingstoetsen te drukken. Een bijko-
mende indicator zal gaan branden of uitgaan in de
kolom van het Huidig Segment wanneer u een paar
keer op de Snelheid toetsen drukt. (Als in enig van
de kolommen rechts van de kolom van het Huidig
Segment evenveel indicatoren opflikkeren als in de
kolom van het Huidig Segment dan kan nog een in-
dicator gaan branden of uitgaan in die kolommen.)
Aandacht: De loopband zal wanneer het huidig
segment van het programma voltooid is automa-
tisch de snelheid en de helling voor het vol-
gende segment instellen.
Druk op de Stop-toets om het programma tijdelijk
te stoppen. De tijd zal op de display beginnen te
flikkeren. Om het programma opnieuw te starten,
druk op de Start-toets of de Versnellingstoets.
De
loopband zal met een snelheid van 2 km/h begin-
nen te draaien. De loopband zal wanneer het vol-
gend segment van het programma start automa-
tisch de snelheid en de helling van het volgende
segment instellen. Om het programma te stoppen,
druk op de Stoptoets, verwijder de sleutel en
steek de sleutel opnieuw in de loopband.
Volg uw vooruitgang aan de hand van de dis-
play.
Zie stap 5 op pagina 15.
Het meten van uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 6 op pagina 16.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan
-
neer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 7 op pagina 16.
DE INFORMATIE INSTELLING/DEMO INSTELLING
O
p het bedieningspaneel is er ook een informatiefunc-
tie die gegevens over het gebruik van de loopband in
h
et geheugen opslaat. U kunt hier ook het meetsys-
teem instellen.
Om de informatie-weergave te kiezen, steek de sleutel
in het bedieningspaneel terwijl u de Stop-toets inge-
drukt houdt. Laat dan de Stop-toets los. De volgende
informatie wordt op de display aangegeven:
Een “M” (voor metriek stelsel)
of een “E” (voor Engels) zal
in de rechter onderhoek van
de display verschijnen. Druk
op de snelheidstoenametoets
om de meeteenheid te wijzi-
gen als u dat wilt.
BELANGRIJK: Als er een “d” ver-
schijnt in de linkerhoek onderaan de display, dan wordt
een demo weergegeven. Deze instelling is alleen be-
doeld voor demonstraties in een winkel. Wanneer het
snoer is ingestoken en het bedieningspaneel de demo
instelling aangeeft kan de sleutel uit het bedieningspa-
neel worden genomen, de displays plus indicatoren
zullen automatisch in een zekere volgorde oplichten.
De toetsen van het bedieningspaneel zullen nochtans
niet werken.
Als er een
d
verschijnt wanneer de in-
formatie instelling gekozen wordt, druk dan op de
Snelheidstoets zodat de
d
verdwijnt.
In de linker bovenhoek van
de display verschijnt het aan-
tal uur dat u de loopband
hebt gebruikt.
In de linker onderhoek van
de display verschijnt het to-
tale aantal mijl of kilometer
dat u op de loopband hebt
gelopen.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel om de infor
-
matie instelling te verlaten.
6
5
4
18
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
HOE DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN
Stel de helling in de laagste stand voordat u de loopband in-
klapt. U kunt als u dit niet doet de loopband voor altijd be-
s
chadigen. De stekker uit het stopcontact. WAARSCHU-
WING: U moet zeker 20 kg kunnen tillen om de loopband te
kunnen uitklappen, inklappen of verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de plaats die
door de pijl rechts wordt aangegeven. OPGELET : Om let-
sels te vermijden, til het onderstel nooit op aan de plastic
voetsteunen. Zorg ervoor dat u uw benen buigt en uw rug
rechthoudt als u het onderstel optilt – til nooit vanuit uw
rug.
Til de loopband half omhoog.
.
2. Plaats uw rechterhand zoals aangegeven en houdt de loop-
band goed vast. Trek, met gebruik van uw linker hand, de
sluitknop naar links en houdt deze vast.het gat in het onder-
stel moet op dezelfde lijn zitten als de sluitpen. Laat de sluit-
knop langzaam los.
Zorg ervoor dat de sluitpen helemaal
in het onderstel zit.
Leg een matje onder de loopband om uw vloerbedekking
te beschermen. Houdt de loopband uit direct zonlicht.
Berg de loopband nooit op in een omgeving waar de
temperatuur hoger dan 30° C.
HOE DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN
Voordat u de loopband verplaatst, klap de loopband op in de op-
bergstand zoals beschreven hierboven.
Zorg ervoor dat de
grendel tegen de veerslotpen steunt.
1.
Houd een handleuning vast en plaats uw andere hand op het
loopvlak. Plaats een voet tegen een van de wielen.
2.
Kantel de loopband tot deze vrij kan rollen op de voorwiel
-
tjes. Verplaats de loopband voorzichtig naar de gewenste
plaats.
Wees heel voorzichtig tijdens het verplaatsen van
de loopband zodat u het risico op persoonlijk letsel
voorkomt. Verplaats de loopband niet over een oneffen
ondergrond.
3. Plaats weer een voet op het onderstel en kantel de loop
-
band tot deze weer rechtop staat.
Handleuning
Loopvlak
Voorwiels
Vergrendeld
Vergrendelingspen
Sluitknop
Onderstel
19
HOE DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN
1. Houd de loopband met uw rechterhand vast zoals getoond.
Trek de sluitknop naar links en houd de knop vast. Draai het
onderstel naar beneden totdat het voorbij de sluitpen is.
2. Houdt de loopband met beide handen goed vast en laat de
loopband op de vloer zakken.
OPGELET: Om letsels te ver-
mijden, til het onderstel nooit op aan de plastic voetsteu-
nen. Laat de loopband niet op de grond vallen. Laat de
loopband niet op de grond vallen. Buig door uw knieën
en houdt u rug recht om het risico op persoonlijk letsel te
vermijden.
Vergrendelingspen
Onderstel
Sluitknop
20
PROBLEMEN OPLOSSEN
U kunt de meeste problemen met uw loopband oplossen door de hieronder genoemde stappen te volgen.
Zoek het probleem dat bij u van toepassing is en volg de instructies. Mocht u verdere hulp nodig hebben,
neem dan contact op met onze klantendienst.
PROBLEEM: De stroom is niet ingeschakeld
OPLOSSING:
a. Zorg ervoor dat de stekker goed is aangesloten in een geaard stopcontact. (Zie pagina 13 ).
Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen een snoer van 1,5 mof korter. De loopband
kan niet op een stopcontact met onderbreker van de grondfout circut gebruikt worden.
b. Nadat u de stekker heeft nagekeken, zorg er dan voor dat de sleutel zich goed in het bediening-
spaneel zit.
c. Controleer de stroomonderbreker bij het snoer op
het onderstel van de loopband. Als de knop uit-
steekt zoals aangegeven is de stroomonderbreker
doorgeslagen. Wacht 5 minuten en druk de scha-
kelaar opnieuw in om de stroomonderbreker op-
nieuw in werking te stellen (te resetten).
d. Bekijk de aan/uit knop die zich bij het electriciteits-
noer van de loopband bevindt. De knop moet zich
in de aan positie bevinden.
PROBLEEM: Stroomuitval tijdens gebruik
OPLOSSING: a. Controleer de stroomonderbreker bij het snoer op het onderstel van de loopband (zie tekening
boven). Als de stroomonderbreker is doorgeslagen, wacht dan 5 minuten en druk dan de schake-
laar weer in.
b. Zorg ervoor dat de stekker in het stopcontact steekt. Als de stekker in het stopcontact steekt, haal
hem er uit, wacht 5 minuten en steek de stekker opnieuw in het contact.
c. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel. Steek de sleutel opnieuw goed in het bedieningspaneel.
d. Zorg ervoor dat de aan/uit knop zich in de aan positie bevindt (Zie d. hierboven).
e. Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing wanneer de loopband nog steeds niet werkt.
PROBLEEM: De displays van het bedieningspaneel werken niet naar behoren
SOLUTION
:
a.
Oplossing: a. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel
en
trek de stekker uit het stopcontact. Verwijder de
twee Schroeven voor de Voetsteun (26) en de twee
Schroeven (3) en verwijder voorzichtig de
Beschermkap (56).
26
3
26
56
a
Doorgeslagen
c
Resetten
Aan
Positie
d
21
Zoek de Bladveerschakelaar (59) en de Magneet (98)
aan de linkerkant van de Katrol (86). Draai de Katrol zo-
d
anig dat de Magneet gelijk staat met de
Bladveerschakelaar.
Zorg ervoor dat de afstand tus-
sen de Magneet en de Bladveerschakelaar onge-
veer 3 mm is. Draai, indien nodig, de Schroef (10) wat
l
os en verplaats de Bladveerschakelaar enigszins.
Draai de Schroef weer vast. Maak de Kap weer vast en
l
aat de loopband een paar minuten draaien om de snel-
heidsmeting na te kijken.
PROBLEEM: De loopband vertraagt wanneer er op gelopen wordt
OPLOSSING: a. Mocht u een verlengsnoer nodig hebben, gebruik dan een verlengsnoer van 1,5 meter of korter.
b. Als de loopband te strak is functioneert de loopband
minder en kan zelfs beschadigd worden. Haal de
sleutel uit het bedieningspaneel en
DE STEKKER
UIT HET STOPCONTACT. Draai met de meegele-
verde sleutel beide bouten van de achterroller een
1/4 slag tegen de klok in. Wanneer de loopband
goed is bijgesteld moet u de loopband 5 à 7 cm van
het loopplatform kunnen tillen. Zorg ervoor dat de
band goed in het midden ligt. Steek de stekker en
de sleutel weer in en laat de loopband een paar mi-
nuten draaien. Herhaal deze handeling tot de loop-
band goed ligt.
c. Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing wanneer de loopband vertraagt wanneer u erop
loopt.
PROBLEEM: De loopband ligt niet in het midden of slipt wanneer er op gelopen wordt
OPLOSSING: a. Haal eerst de sleutel uit het bedieningspaneel en
DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT wanneer
de loopband niet goed in het midden ligt. Als de
loopband naar links is verschoven, draai met de
meegeleverde sleutel de linker bout van de achter-
roller een 1/2 slag met de klok mee. Als de loop-
band naar rechts is verschoven, draai dan de
bout van de achterroller een 1/2 slag tegen de klok
in. Zorg ervoor dat u de band niet te strak aan-
draait. Steek de stekker en de sleutel weer in en
laat de loopband een paar minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de loopband goed ligt.
a. Haal eerst de sleutel uit het bedieningspaneel en
HAAL DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT
wanneer de loopband slipt. Draai met de meegele-
verde sleutel beide bouten van de achterroller een
1/4 slag met de klok mee. Wanneer de loopband
goed is bijgesteld moet u de loopband 5 à 7 cm van
het loopplatform kunnen tillen. Zorg ervoor dat de
band goed in het midden ligt. Steek de stekker en de
sleutel weer in en laat de loopband een paar minu
-
ten draaien. Herhaal deze handeling tot de loopband
goed ligt.
Rear Roller Bolts
5–7cm
b
a
b
98
5
9
10
Zicht
van
Boven
3 mm
8
6
22
RICHTLIJNEN VOOR UW CONDITIE
De volgende richtlijnen zullen u helpen met het uitvoe-
ren van uw oefenprogramma. Voor meer informatie
raadpleeg een goed boek of raadpleeg uw huisarts.
INTENSITEIT VAN UW OEFENING
Als uw doel is om vet te verbranden of uw cardivascu-
lair systeem te verbeteren dan is de juiste intensiteit
het middel. U kunt het juiste intensiteitsniveau bepalen
door uw hartslag als leidraad te gebruiken. De diagram
hieronder geeft de aanbevolen hartslag aan voor vet
verbranding en voor een aerobic oefening.
Om de juiste harstlag meting te berekenen moet u
eerst onder de diagram uw leeftijd opzoeken (leeftijden
zijn per 10 jaar afgerond). Zoek vervolgens de drie ge-
tallen boven uw leeftijd. Deze drie getallen geven uw
trainingszone aan. De twee laagste getallen zijn voor
vet verbranding aanbevolen. Het hoogste getal is voor
aerobic oefeningen aanbevolen.
Vet Verbruiken
Om effectief vet te verbranden moet U voor een lan-
gere tijd op een betrekkelijke lage intensiteit oefenen.
Tijdens de eerste minuten van uw oefening gebruikt uw
lichaam makkelijke bereikbare
koolhydraten
. Pas na de
eerste paar minuten begint uw lichaam
vet
als energie
te verbruiken. Stel de snelheid en de helling van de
loopband bij todat uw hartslag rond het laagste getal
van uw trainingszone ligt als u vet wilt verbranden.
Stel voor maximale vet verbranding, de snelheid en
helling van de loopband bij totdat uw hartslag rond het
middelste getal van uw trainingszone ligt.
Aerobic Oefening
Uw oefening moet aerobic zijn als het uw doel is uw
cardiovasculair systeem te verbeteren. Een aerobic
oefening is een activiteit met een hogere zuurstof toe-
voer voor een langere tijd. Deze hogere intensiteit
vraagt een grotere prestatie van uw hart om bloed
naar uw spieren te pompen. Het vereist ook een gro
-
tere prestatie van uw longen om het bloed van zuurstof
te voorzien. Stel de snelheid en de helling van de loop-
band bij totdat uw hartslag rond het hoogste getal van
uw trainingszone ligt als u een aerobic oefening wilt
uitvoeren.
RICHTLIJNEN VOOR UW OEFENING
Iedere oefening moet uit de volgende drie onderleden
bestaan:
Opwarming—Begin iedere oefening met een opwarm-
fase door 5 à 10 minuten de spieren te strekken en
wat lichte oefeningen te doen. Een juiste opwarmoefe-
ning verhoogt uw lichaamstemperatuur , uw hartslag
en bevordert uw bloedsomloop als voorbereiding op
uw oefening.
Oefening in uw trainingszone—Verhoog de intensi-
teit van uw oefening na het opwarmen zodat uw hart-
slag binnen uw trainingszone valt. Houdt dit 20 à 60
minuten vol. (Beperk tijdens de eerste paar weken van
uw oefenprogramma uw oefening tot 20 minuten).
Haal diep en regelmatig adem. Houdt nooit uw adem
in.
Afkoeling—Beëindig uw oefening weer met 5 à 10 mi
-
nuten strekoefeningen. Dit zal de soepelheid van uw
spieren bevorderen en problemen helpen voorkomen
na de oefening.
OEFENFREQUENTIE
Om uw conditie te consolideren of te verbeteren moet
u 3 keer per week oefenen met minstens een dag rust
tussen de oefendagen. Na een paar maanden kunt u
als u dat wilt 5 keer per week oefenen. Om succes te
hebben is het belangrijk om plezierig en regelmatig te
oefenen.
WAARSCHUWING:
Raadpleeg uw huisarts voor u met dit of enig
a
nder oefenprogramma begint. Dit is bijzon-
der belangrijk voor mensen ouder dan 35 of
mensen met gezondheidsproblemen. Lees
alle instructies door voor gebruik.
De hartslag-sensor is geen medisch instru-
ment. Verschillende factoren zoals beweging
van de gebruiker kunnen de nauwkeurigheid
van de hartslag metingen beïnvloeden. De
hartslag-sensor is alleen als hulpmiddel be-
doeld voor algemene hartslag meting.
23
VOORGESTELDE STREKOEFENINGEN
D
e juiste houding voor de strekoefeningen is hier rechts getoond. Strek u langzaam, vermijdt krachtige inspan-
ning.
1. Tenen aanraken
Sta met uw knieën lichtjes gebogen en buig uw lichaam vanuit uw
heupen naar voren. Ontspan uw rug en schouders zo veel mogelijk
en reik zover mogelijk naar uw tenen toe. Houdt deze houding 15
seconden vol en ontspan. Herhaal dit 3 keer. Spieren: kniepees,
achterkant van knieen en rug.
2. Kniepees strekken
Zit met één been gestrekt. Trek uw andere voet naar u toe en leg
deze tegen de binnenkant van het gestrekte been. Reik zover mo-
gelijk naar uw tenen. Houdt deze houding 15 seconden vol en ont-
span. Herhaal dit 3 keer. Spieren: kniepees,onderrug en lies.
3. Kuit/achillespees strekken
Leun met het ene been voor het andere, naar voren en plaats uw
handen tegen de muur. Houdt uw achterste been gestrekt en uw
achterste voet plat op de grond. Buig uw voorste been, leun naar
voren en duw uw heupen naar de muur toe. Houdt deze houding 15
seconden vol en ontspan. Herhaal dit 3 keer voor ieder been. Om
uw achillespees verder te strekken, buig ook uw achterste been.
Spieren: kuiten, achillespees en enkels.
4. Dijspier strekken
Pak met één hand tegen de muur voor evenwicht, uw voet met uw
andere hand vast. Breng uw voet zo ver mogelijk tegen uw zitvalk
aan. Houdt deze houding 15 seconden vol en ontspan. Herhaal dit
3 keer voor ieder been. Spieren: dijspier en heupspieren.
5. Binnendij strekken
Zit met de voetzolen tegen elkaar en knieën naar buiten gebogen.
Haal uw voeten zover mogelijk naar uw lies toe. Herhaal dit 3 keer.
Spieren: dijspier en heupspieren.
1
2
3
4
5
REMOVE THIS PART LIST/EXPLODED
DRAWING FROM THE MANUAL!
3
4
Aandacht: Specificaties kunnen zonder aankondiging veranderen. Voor meer in-
formatie om onderdelen te bestellen die vervangen moeten worden zie de laatste
pagina van de handleiding.
HAAL DEZE GEDETAILLEERDE TEKENING EN LIJST
MET ONDERDELEN UIT DE HANDLEIDING
Bewaar deze GEDETAILLEERDE TEKENING en LIJST MET ONDER-
DELEN voor verdere raadpleging.
LIJST MET ONDERDELEN—Modelnr. PETL30506.1 R0506A
Onder-
Nr. Aantal Beschrijving
Onder-
Nr. Aantal Beschrijving
1 2 Bout van het Onderstel
2 2 Bout voor het Bedieningspaneel
3 22 3/4” Schroef
4 4 Bout van de Staander
5 2 Wielbout
6 5 Sterring voor de Staander
7 2 Tussenring voor de Staander
8 2 1/4” Sterring
9 4 Bout van de Handleuning
10 16 Zilveren Geaarde Schroef
11 4 Stertussenring van Handleuning
12 7 Moer
13 1 5/32” Inbussleutel
14 1 Inbussleutel
15 1 Schakelbout van de Motor
16 2 Bout van de Motor
17 4 Schroef van de Loopband Geleider
18 2 Spanningbout van de Motor
19 2 Bout van de Achterroller
20 2 Schroef van het Loopplatform
21 2 Schroef van het Platform, Achter
22 13 3/4” Tek Schroef
23 2 Bout van het Liftonderstel
24 1 Bout van Onder Hellingmotor, Top
25 1 Bout van Onder Hellingmotor, Onder
26 8 Schroef van de Voetbalk
27 1 Aardingsbout
28 4 Sterring voor de Stekkerdoos
29 2 Platte Tussenring
30 2 3/8” Kraagmoer
31 2 3/8” Moer
32 4 Moer van het Platform
33 1 Aardingsmoer
34 4 U-moer
35
4
Schroef van Isolator
36 1 Onderstel
37 1 Basis
38 1 Linker Staander
39
1
Rechter Staander
40 2 Handleuning
41
1
Lift Onderstel
42
1 Houder van de Electronica
43 2 Houder van de Achterroller
44 1 Houder van de Motor
45 1 Houder voor de Bedieningspaneel-steun
46 1 Stophouder
47 2 Loopband Geleider
48
2
Isolator
49 1 Onderkap
50 2
Schakeltussenstuk van het Onderstel
51 4 Ronde Basiskussen
52 2 Kapje van Basis
53 4 Eindkapje van de Handleuning
54 1 Linker Voetkussentje
55 1 Rechter Voetkussentje
56 1 Kap
57 1 Linker Achterste Voet
58 1 Rechter Achterste Voet
59 1 Bladveerschakelaar
60 1 Lift Motor
61 1 Aandrijvings Motor
62 2 Plastic MotorBus
63 1 Plastic Motorplaat
64 1 Controller
65 1 Filter
66 1 Tranformator
67 1 Basis van het Bedieningspaneel
68 1 Bedieningspaneel
69 1 Draad van de Staander
70 1 8” Draad, F/R
71 1 10” Draadharnas
72 1 4” Groene Draad, F/R
73 1 Stroomvoeding Adapter
74 1 10” Draad
75 2 Plasticverbinding
76 9 Opbinddraad
77 1 8” Verbinding
78 1 Klip
79 1 Verbinding
80 1 Stekkerdoos
81 1 Loopplatform
82 1 Loopband
83 1 Gasveer
84 1 Voorste Roller/Katrol
85 1 Riem van de Motor
86 1 Houder van de Achterroller
87 1 Waarschuwingssticker
88 1 Waarschuwingssticker van ProSoft
89 2 Waarschuwingssticker
90
2
Kit met Gasveerklemmen
91 1 Bemanteling van het Veerslot
92 1 Sleutel/Klip
93 1 Montage van de Slotpen
94
4
Tussenstuk van het Wiel
95 2 Wiel
96
2
Tussenstuk van het Onderstel
97
1 Plugadapter
98 1 Magneet
99 2 Tussenring voor het Onderstel
# 1 14” Blauwe Draad, 2F
# 1 14” Blauwe Draad, M/F
# 1 8” Witte Draad, 2F
#
1
16” Witte Draad, 2F
# 1 6” Blauwe Draad, 2F
#
1
8” Zwarte Draad, M/F
# 1 4” Zwarte Draad, 2Ring
#
1 10” Rode Draad, M/F
# 1 Gebruikersaanwijzing
# Deze onderdelen woorden niet getoond.
Specificaties kunnen zonder kennisgeving worden veran-
derd.
39
3
23
7
41
25
24
73
10
10
9
11
53
40
91
3
8
2
69
3
8
2
9
11
53
53
40
38
52
96
51
22
7
1
52
96
1
7
6
4
6
4
51
69
10
51
95
594
94
12
51
22
12
5
3
92
93
49
64
10
12
12
31
60
30
31
12
59
85
12
20
50
84
15
20
82
81
26
17
47
48
35
21
21
22
32
57
22
8
19
14
19
8
86
58
22
32
26
36
55
47
35
48
78
50
23
7
28
28
17
32
32
98
87
43
43
13
89
89
3
3
3
3
3
3
3
3
3
10
3
45
22
77
76
3
10
75
18
6
61
16
18
62
80
97
66
65
22
34
90
83
95
94
94
28
10
42
44
56
26
26
26
54
63
46
12
29
10
26
26
10
10
37
53
68
67
34
22
22
26
22
22
27
33
29
71
72
70
74
99
99
79
88
88
GEDETAILLEERDE TEKENING—Modelnr. PETL30506.1 R0506A
Onderdeel Nr. 243452 R0506A
Gedrukt in China
©
2006 ICON IP, Inc.
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Om vervang onderdelen voor uw loopband te bestellen, neem dan a.u.b. contact op met de winkel waar u dit ap-
p
araat hebt gekocht.
Zorg ervoor dat u de volgende informatie bij de hand hebt wanneer u onderdelen wilt bestellen:
het MODELNUMMER van het produkt (PETL30506.1)
de NAAM van het produkt (PROFORM
®
400 C loopband)
het SERIENUMMER VAN het produkt (zie de kaft van de handleiding)
het NUMMER VAN HET ONDERDEEL en de BESCHRIJVING van het onderdeel in het midden van deze
handleiding
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

ProForm Cadence S 8 de handleiding

Type
de handleiding