26 3
1. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar zich te ervan te overtuigen dat alle ge-
bruikers van de loopband voldoende op de
hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en
waarschuwingen.
2. Gebruik de loopband alleen zoals voorge-
schreven in deze handleiding.
3. Plaats de loopband op een vlakke ondergrond
met minstens 2,5 m ruimte rondom ruimte
achter de loopband en 0,5 m ruimte aan ie-
dere kant van de loopband. Zorg ervoor dat
de loopband geen luchtopeningen, luchtroos
-
ters blokkeert. Leg een kleed onder de loop-
band om de vloer te beschermen.
4. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
loopband niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
5. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen
gebruikt worden of waar zuurstof wordt toe-
gevoegd.
6. Houdt te allen tijde kinderen jonger dan 12 en
huisdieren bij de loopband vandaan.
7. De loopband kan alleen door mensen die min-
der dan 115 kg wegen worden gebruikt.
8. Laat nooit meer dan een persoon op de loop-
band.
9. Draag geschikte kleding wanneer u de loop-
band gebruikt. Draag geen losse kleding die
in de loopband verstrikt kan raken. Sportkle-
ding voor mannen en vrouwen aanbevolen.
Draag altijd sportschoenen. Gebruik de loop-
band nooit op blote voeten, op sokken of op
sandalen.
10. Steek de stekker alleen in een geaard stop-
contact (zie pagina 10). Geen elk ander appa
-
raat moet zich op dezelfde groep bevinden.
11.
Mocht u een verlengsnoer nodig hebben, ge
-
bruik dan een verlengsnoer van 1,5 meter of
korter.
12. Houdt de stekker bij hete oppervlaktes van-
daan.
13. Loop nooit op de loopband wanneer de electri-
citeit uitgeschakeld is. Gebruik de loopband
niet wanneer het electrische snoer of stekker
beschadigd is. Gebruik de loopband niet als hij
niet goed werkt. (Zie PROBLEMEN OPLOSSEN
op pagina 23 als de loopband niet goed werkt.)
14. Lees de noodstopprocedure grondig door en
test de procedure voordat u de loopband ge-
bruikt (raadpleeg GEBRUIK EN BIJSTELLEN
op pagina 10).
15. Start de loopband nooit wanneer u op de
band staat. Houdt u altijd vast aan de hand
-
leuningen wanneer u de loopband gebruikt.
16. De loopband kan een hoge snelheid bereiken.
Stel de snelheid geleidelijk bij om schok-
kende versnellingen te voorkomen.
17. De pols-sensor is geen medisch instrument.
Verschillende factoren zoals beweging van de
gebruiker kunnen de nauwkeurigheid van de
metingen beïnvloeden. De pols-sensor is al-
leen als hulpmiddel bedoeld voor algemene
hartslag meting.
18. Laat de loopband nooit zonder toezicht rond-
draaien. Haal altijd de sleutel, trek de stekker
uit het stopcontact, en druk de aan/uit knop in
de uit positie wanneer u de loopband niet ge-
bruikt. (Zie de tekening op pagina 5 om de
aan/uit knop te vinden.)
19. Voltooi eerst de montage van de loopband
voordat u hem uitklapt, inklapt of verplaatst.
(Zie MONTAGE op pagina 6 en DE LOOP
-
BAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN op pa-
gina 21.) U moet zeker 20 kg kunnen tillen om
de loopband te kunnen uitklappen, inklappen
of verplaatsen.
20.
U zult een “piep” geluid horen wanneer tij
-
dens het gebruik van de iFIT.com CD’s en
video’s de snelheid en/of de hellingstand van
de loopband veranderd wordt/worden. Luister
naar het “piep” geluid en ben er op voor-
bereid dat de snelheid en/of hellingstand van
de loopband gaat/gaan veranderen. In som
-
mige gevallen kan de snelheid en/of helling
-
stand veranderen voordat de persoonlijke
trainer dat aangeeft.
WAARSCHUWING: Lees de volgende belangrijke voorzorgsmaatregelen en infor
-
matie door voordat u de loopband gaat gebruiken om het risico op brandwonden, brand, electrische
schok of persoonlijk letsel te verminderen.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
VOORGESTELDE STREKOEFENINGEN
De juiste houding voor de strekoefeningen is hier rechts getoond. Strek u langzaam, vermijdt krachtige inspan
-
ning.
1. Tenen aanraken
Sta met uw knieën lichtjes gebogen en buig uw lichaam vanuit uw
heupen naar voren. Ontspan uw rug en schouders zo veel mogelijk
en reik zover mogelijk naar uw tenen toe. Houdt deze houding 15
seconden vol en ontspan. Herhaal dit 3 keer. Spieren: kniepees,
achterkant van knieen en rug.
2. Kniepees strekken
Zit met één been gestrekt. Trek uw andere voet naar u toe en leg
deze tegen de binnenkant van het gestrekte been. Reik zover mo-
gelijk naar uw tenen. Houdt deze houding 15 seconden vol en ont-
span. Herhaal dit 3 keer. Spieren: kniepees,onderrug en lies.
3. Kuit/achillespees strekken
Leun met het ene been voor het andere, naar voren en plaats uw
handen tegen de muur. Houdt uw achterste been gestrekt en uw
achterste voet plat op de grond. Buig uw voorste been, leun naar
voren en duw uw heupen naar de muur toe. Houdt deze houding 15
seconden vol en ontspan. Herhaal dit 3 keer voor ieder been. Om
uw achillespees verder te strekken, buig ook uw achterste been.
Spieren: kuiten, achillespees en enkels.
4. Dijspier strekken
Pak met één hand tegen de muur voor evenwicht, uw voet met uw
andere hand vast. Breng uw voet zo ver mogelijk tegen uw zitvalk
aan. Houdt deze houding 15 seconden vol en ontspan. Herhaal dit 3
keer voor ieder been. Spieren: dijspier en heupspieren.
5. Binnendij strekken
Zit met de voetzolen tegen elkaar en knieën naar buiten gebogen.
Haal uw voeten zover mogelijk naar uw lies toe. Herhaal dit 3 keer.
Spieren: dijspier en heupspieren.
1
2
3
4
5