26
1. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar zich te ervan te overtuigen dat alle ge-
bruikers van de loopband voldoende op de
hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en
waarschuwingen.
2. Gebruik de loopband alleen zoals beschreven
is.
3. Plaats de loopband op een vlakke ondergrond
met minstens 2,5 m ruimte rondom ruimte
achter de loopband en 0,5 m ruimte aan ie-
dere kant van de loopband. Zorg ervoor dat
de loopband geen luchtopeningen, luchtroos-
ters blokkeert. Leg een kleed onder de loop-
band om de vloer te beschermen.
4. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
loopband niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
5. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen
gebruikt worden of waar zuurstof wordt toe-
gevoegd.
6. Houdt te allen tijde kinderen jonger dan 12 en
huisdieren bij de loopband vandaan.
7. De loopband kan alleen door mensen die min-
der dan 115 kg wegen worden gebruikt.
8.
Laat nooit meer dan een persoon op de loop
-
band.
9. Draag geschikte kleding wanneer u de loop-
band gebruikt. Draag geen losse kleding die
in de loopband verstrikt kan raken.
Sportkleding voor mannen en vrouwen aan
-
bevolen.
Gebruik de loopband nooit op blote
voeten, op sokken of op sandalen. Draag al-
tijd sportschoenen.
10.
Steek de stekker alleen in een geaard stop-
contact (zie pagina 14). Geen elk ander appa-
raat moet zich op dezelfde groep bevinden.
11. Houdt de stekker bij hete oppervlaktes van-
daan.
12. Loop nooit op de loopband wanneer de electri-
citeit uitgeschakeld is. Gebruik de loopband
niet wanneer het electrische snoer of stekker
beschadigd is. Gebruik de loopband niet als hij
niet goed werkt. (Zie PROBLEMEN OPLOSSEN
op pagina 25 als de loopband niet goed werkt.)
13. Lees de noodstopprocedure grondig door en
test de procedure voordat u de loopband ge-
bruikt (raadpleeg HOE DE STROOM IN TE
SHAKELEN op pagina 16).
14. Start de loopband nooit wanneer u op de
band staat. Houdt u altijd vast aan de hand-
leuningen wanneer u de loopband gebruikt.
15. De loopband kan een hoge snelheid bereiken.
Stel de snelheid geleidelijk bij om schok-
kende versnellingen te voorkomen.
16. De pols-sensor is geen medisch instrument.
Verschillende factoren zoals beweging van de
gebruiker kunnen de nauwkeurigheid van de
metingen beïnvloeden. De pols-sensor is al-
leen als hulpmiddel bedoeld voor algemene
hartslag meting.
17. Laat de loopband nooit zonder toezicht rond-
draaien. Verwijder altijd de sleutel en hall de
stekker uit het stopcontact wanneer u de
loopband niet gebruikt.
18. Voltooi eerst de montage van de loopband
voordat u hem uitklapt, inklapt of verplaatst.
(Zie MONTAGE op pagina 6 en DE LOOP-
BAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN op pa
-
gina 24.) U moet zeker 20 kg kunnen tillen om
de loopband te kunnen uitklappen, inklappen
of verplaatsen.
19. Zorg ervoor dat de sluitknop volledig gesloten
is voordat u de loopband inklapt of verplaatst.
20.
U zult een “piep” geluid horen wanneer tijdens
het gebruik van de iFIT.com programma’s de
snelheid en/of de hellingstand van de loopband
veranderd wordt/worden. Luister naar het
“piep” geluid en ben er op voorbereid dat de
snelheid en/of hellingstand van de loopband
gaat/gaan veranderen. In sommige gevallen
kan de snelheid en/of hellingstand veranderen
voordat de persoonlijke trainer dat aangeeft.
WAARSCHUWING: Lees de volgende belangrijke voorzorgsmaatregelen en infor-
matie door voordat u de loopband gaat gebruiken om het risico op brandwonden, brand, electrische
schok of persoonlijk letsel te verminderen.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
3
Zoek de Bladveerschakelaar (62) en de Magneet (67)
aan de linkerkant van de Katrol (64). Draai de Katrol
z
odanig dat de Magneet gelijk staat met de
Bladveerschakelaar.
Zorg ervoor dat de afstand
tussen de Magneet en de Bladveerschakelaar on-
geveer 3 mm is. Draai, indien nodig, de Schroef (27)
w
at los en verplaats de Bladveerschakelaar enigs-
zins. Draai de Schroef weer vast. Maak de Kap weer
v
ast en laat de loopband een paar minuten draaien
om de snelheidsmeting na te kijken.
M
aak wanneer
de aflezing normal is de Voetbalken (niet getoond) weer vast.
PROBLEEM: De loopband vertraagt wanneer er op gelopen wordt
OPLOSSING: a. Mocht u een verlengsnoer nodig hebben, gebruik dan een verlengsnoer van 1,5 meter of korter.
b. Als de loopband te strak is functioneert de loopband
minder en kan zelfs beschadigd worden. Haal de
sleutel uit het bedieningspaneel en
DE STEKKER
UIT HET STOPCONTACT. Draai met de meegele-
verde sleutel beide bouten van de achterroller een
1/4 slag tegen de klok in. Wanneer de loopband
goed is bijgesteld moet u de loopband 5 à 7 cm van
het loopplatform kunnen tillen. Zorg ervoor dat de
band goed in het midden ligt. Steek de stekker en
de sleutel weer in en laat de loopband een paar mi-
nuten draaien. Herhaal deze handeling tot de loop-
band goed ligt.
c. Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing wanneer de loopband vertraagt wanneer u erop
loopt.
PROBLEEM: De loopband ligt niet in het midden of slipt wanneer er op gelopen wordt
OPLOSSING: a. Haal eerst de sleutel uit het bedieningspaneel en
DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT wanneer
de loopband niet goed in het midden ligt. Als de
loopband naar links is verschoven, draai met de
meegeleverde sleutel de linker bout van de achter-
roller een 1/2 slag met de klok mee. Als de loop
-
band naar rechts is verschoven,
draai dan de
bout van de achterroller een 1/2 slag tegen de klok
in. Zorg ervoor dat u de band niet te strak aan
-
draait. Steek de stekker en de sleutel weer in en
laat de loopband een paar minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de loopband goed ligt.
b.
Haal eerst de sleutel uit het bedieningspaneel en
HAAL DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT
wanneer de loopband slipt. Draai met de meegele-
verde sleutel beide bouten van de achterroller een
1/4 slag met de klok mee. Wanneer de loopband
goed is bijgesteld moet u de loopband 5 à 7 cm van
het loopplatform kunnen tillen. Zorg ervoor dat de
band goed in het midden ligt. Steek de stekker en
de sleutel weer in en laat de loopband een paar mi-
nuten draaien. Herhaal deze handeling tot de loop-
band goed ligt.
Bouten van de Achterroller
5–7 cm
b
a
b
6
7
62
25
Z
icht
van
Boven
3
mm
64