ProForm PETL30806 de handleiding

Type
de handleiding
GEBRUIKSAANWIJZING
Modelnummer PETL30806.0
Serienummer
WAARSCHUWING
Lees alle instructies en voor-
zorgsmaatregelen in deze hand-
leiding door voordat u dit appa-
raat gaat gebruiken. Bewaar
deze handleiding voor verdere
raadpleging.
Sticker met
Serienummer
VRAGEN?
Als fabrikant zijn wij gesteld op
uw volledige tevredenheid. Mocht
u nog vragen hebben, mochten
sommige onderdelen ontbreken
of beschadigd zijn neem dan con-
tact op met de winkel waar u dit
produkt hebt gekocht.
INHOUD
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3
VOORDAT U BEGINT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5
MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .6
GEBRUIK EN BIJSTELLEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
PROBLEMEN OPLOSSEN
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
RICHTLIJNEN VOOR UW CONDITIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Laataste Pagina
Aandacht: U vindt een GEDETAILLEERDE TEKENING en een LIJST MET ONDERDELEN in het midden van
deze handleiding.
2
PROFORM is een merk van ICON IP, Inc.
1. Het is de verantwoordelijkheid van de eige-
naar zich te ervan te overtuigen dat alle ge-
bruikers van de loopband voldoende op de
hoogte zijn van de voorzorgsmaatregelen en
waarschuwingen.
2. Gebruik de loopband alleen zoals beschreven
is.
3. Plaats de loopband op een vlakke ondergrond
met minstens 2,5 m ruimte rondom ruimte
achter de loopband en 0,5 m ruimte aan ie-
dere kant van de loopband. Zorg ervoor dat
de loopband geen luchtopeningen, luchtroos
-
ters blokkeert. Leg een kleed onder de loop-
band om de vloer te beschermen.
4. Gebruik de loopband uitsluitend binnenshuis
en uit de buurt van vocht en stof. Plaats de
loopband niet in een garage, op een overdekt
terras of bij water.
5. Gebruik de loopband niet waar spuitbussen
gebruikt worden of waar zuurstof wordt toe-
gevoegd.
6. Houdt te allen tijde kinderen jonger dan 12 en
huisdieren bij de loopband vandaan.
7. De loopband kan alleen door mensen die min-
der dan 115 kg wegen worden gebruikt.
8. Laat nooit meer dan een persoon op de loop-
band.
9. Draag geschikte kleding wanneer u de loop-
band gebruikt. Draag geen losse kleding die
in de loopband verstrikt kan raken.
Sportkleding voor mannen en vrouwen aan-
bevolen.
Gebruik de loopband nooit op blote
voeten, op sokken of op sandalen. Draag al-
tijd sportschoenen.
10. Steek de stekker alleen in een geaard stopcon-
tact (zie pagina 14). Geen elk ander apparaat
moet zich op dezelfde groep bevinden.
11. Houdt de stekker bij hete oppervlaktes van-
daan.
12. Loop nooit op de loopband wanneer de elec-
triciteit uitgeschakeld is. Gebruik de loopband
niet wanneer het electrische snoer of stekker
beschadigd is. Gebruik de loopband niet als
hij niet goed werkt. (Zie PROBLEMEN OPLOS-
SEN op pagina 25 als de loopband niet goed
werkt.)
13. Lees de noodstopprocedure grondig door en
test de procedure voordat u de loopband ge-
bruikt (raadpleeg HOE DE STROOM IN TE
SHAKELEN op pagina 16).
14. Start de loopband nooit wanneer u op de
band staat. Houdt u altijd vast aan de hand-
leuningen wanneer u de loopband gebruikt.
15. De loopband kan een hoge snelheid berei-
ken.Stel de snelheid geleidelijk bij om schok-
kende versnellingen te voorkomen.
16. De pols-sensor is geen medisch instrument.
Verschillende factoren zoals beweging van de
gebruiker kunnen de nauwkeurigheid van de
metingen beïnvloeden. De pols-sensor is al-
leen als hulpmiddel bedoeld voor algemene
hartslag meting.
17. Laat de loopband nooit alleen als het oefen-
toestel ingeschakeld is. Verwijder altijd de
sleutel en trek de stekker uit het stopcontact
als u de loopband niet gebruikt.
18. Voltooi eerst de montage van de loopband
voordat u hem uitklapt, inklapt of verplaatst.
(Zie MONTAGE op pagina 6 en DE LOOP-
BAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN op pa
-
gina 24.) U moet zeker 20 kg kunnen tillen om
de loopband te kunnen uitklappen, inklappen
of verplaatsen.
19. Zorg ervoor dat de sluitknop volledig geslo-
ten is voordat u de loopband inklapt of ver-
plaatst.
WAARSCHUWING: L
ees de volgende belangrijke voorzorgsmaatregelen en infor-
matie door voordat u de loopband gaat gebruiken om het risico op brandwonden, brand, electrische
schok of persoonlijk letsel te verminderen.
BELANGRIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
3
20. Controleer regelmatig of alle onderdelen nog
goed vast zitten en verstevig ze indien nodig.
2
1. Steek nooit iets in welke opening dan ook.
22. GEVAAR: Trek de stekker altijd direct
na gebruik van de loopband uit het stopcon-
tact. Eveneens de stekker uit het stopcontact
trekken vóór het schoonmaken van de loop-
band, voor het plegen van onderhoud en
voor het bijregelen zoals beschreven is in
deze handleiding. Verwijder nooit de motor-
kap tenzij een technicus dat aangeeft. Ander
onderhoud dan datgene wat vermeld staat in
d
eze handleiding moet door een technicus
uitgevoerd worden.
23. Deze loopband is alleen voor huiselijk ge-
bruik bedoeld. Gebruik de loopband niet
commercieel of voor verhuur.
WAARSCHUWING: Raadpleeg uw huisarts voordat u met dit of enig ander oefen-
programma begint. Dit is bijzonder belangrijk voor mensen ouder dan 35 of mensen met gezond-
heidsproblemen. Lees alle instructies door voor gebruik. ICON is niet verantwoordelijk voor persoon-
lijk letsel of schade door het gebruik van dit Produkt.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
233006
FR SP IT GR DU
V W i D l T d ill
De stickers hier getoond zijn op uw looband geplakt. Let erop dat de tekst op de sti-
ckers in het Engels is. Zoek naar de stickers in het Nederlands en plak ze over de en-
gelse stickers. Als er een sticker onbreekt, of niet leesbaar is, neem dan contact op
met de winkel waar u dit apparaat hebt gekocht (zie laatste pagina van deze handlei-
ding). Plak de stickers op de aangegeven plaatsen. Aandacht: de stickers zijn niet op
ware grootte afgebeeld.
English Translation:
233005
Hand and Foot warning
4
5
F
ijn dat u voor de nieuwe PROFORM® 475 AUDIO SE-
R
IES loopband gekozen heeft. De 475 AUDIO SERIES
loopband combineerd geavanceerde technologie met
huidig ontwerp om uw het meeste uit uw oefening thuis
te krijgen. En wanneer u de loopband niet gebruikt kunt
u de 475 AUDIO SERIES loopband inklappen zodat hij
minder ruimte in beslag neemt dan andere loopbanden.
Lees deze handleiding voor uw eigen welzijn zorg-
vuldig door voordat u de loopband gebruikt. Neem
m
ocht u nog vragen hebben contact op met de winkel
w
aar u de loopband heeft gekocht. Zorg ervoor dat u
het modelnummer en het serienummer bij de hand
heeft. Het modelnummer is PETL30806.0. Het serien-
ummer bevindt zich op een sticker op de loopband (zie
kaft van deze handleiding).
Voordat u verder leest, bekijk eerst aandachtig de te-
kening hieronder en de verschillende onderdelen.
VOORDAT U BEGINT
Handleuning
Sluitknop
Sleutel/Klip
Stroomonderbreker
Aan/Uit Knop
Loopband
Loopplatform met Kussen
voor maximaal oefencomfort
Voetkussentje
RECHTERKANT
Bijstelbouten voor de
Achterroller
Bedieningspaneel
Accessoire Houder
Pols-sensor
ACHTERKANT
MONTAGE
De montage van deze loopband moet door twee mensen gebeuren. Plaats de loopband op een open plek en
verwijder de verpakking. Gooi de verpakking pas weg wanneer u de loopband volledig gemonteerd heeft.
Aandacht: De onderkant van de loopband is met een hoogwaardig smeer behandeld. Het kan zijn dat tijdens het
vervoer wat van het middel op de bovenkant van de loopband terecht is gekomen of zich in de verpakking be-
vindt. Dit is normaal en tast de prestatie van de loopband niet aan. Mocht er wat van het middel op de bovenkant
van de loopband bevinden, veeg dit dan met een zachte lap gewoon weg.
Tijdens de montage zult u de meegeleverde inbussleutels , uw eigen kruiskopschroevendraaier
, rubber hamer , en engelse sleutels nodig hebben .
Gebruik de tekeningen hieronder tijdens de montage van de fiets om de kleine onderdelen te herkennen.
Het nummer tussen haakjes onder de tekeningen is het referentienummer van het onderdeel in de LIJST VAN
DE ONDERDELEN in het midden van deze handleiding. Het nummer na de haakjes is het aantal onderdelen dat
u voor de montage nodig hebt.
Aandacht: sommige kleine onderdelen zijn al gemonteerd om de verzending
te vergemakkelijken. Om schade aan de plastic onderdelen te vermijden, gebruik nooit elektrisch gereed-
schap voor de montage.
1/2" Schroef (6)–8
3/4” Tek Screw (58)–8
1
Moer (47)–2
3/4" Schroef (2)–8
Tussenring voor de
Staander (33)–2
Zilveren Aardings-
schroef (27)–2
Wheel Spacer
(44)–4
1/4” Star Washer
(
H
W
Sterring voor de
Staander (39)–4
Latch Screw
(XXX)–2
Moer voor het
Wiel (91)–2
Sterring voor de
Handleuning
(19)–4
Bout van de
Handleuning
(20)–4
H
andrail Bolt (20)–4
Bout voor de Staander (40)–4
Wielbout (89)–2
Bout voor het Onderstel (32)–2
5
Endcap Screw
(95)–2
Handrail Bolt (20)–4
6
1. Zorg ervoor dat het snoer uit het stopcontact
getrokken is.
Maak een Wiel (45) aan beide kanten van de
Basis (48) vast met een Wielbout (89), twee
Tussenstukken voor het Wiel (44) en een Moer
voor het Wiel (91) zoals getoond. Draai de
Wielbouten niet te vast. De Wieltjes moet vrij
kunnen draaien.
48
89
91
89
1
91
45
45
44
44
44
44
2. Neem de Rechter Staander (36), met een vier-
kant gat op de aangegeven plaats.
Oriënteer de Rechter Staander (36) en de Basis
(
48) zoals getoond. Maak de Rechter Staander
aan de Basis vast met twee Bouten voor de
Staander (40) en twee Sterringen voor de
Staander (39); draai de Bouten voor de
Staander nog niet strak vast.
48
40
39
36
2
3. Plaats de Linker Staander (31) in de aangegeven
positie. Maak de Linker Staander aan de Basis
(48) vast met twee Bouten voor de Staander (40)
en twee Sterringen voor de Staander (39); draai
de Bouten van de Staander nog niet te strak
vast.
Til de Staanders (31, 36) op.
48
31
39
39
36
3
Vierkant
Gat
40
4.
Plaats de Basis (48) dichtbij de voorzijde van de
loopband.
Zoek de draad in de Rechter Staander (36).
Raadpleeg de inzet-tekening. Maak de draad
aan het verbindingsstuk op de Draad van de
Staander (28) vast. Steek dan het verbindings-
stuk van de Draad van de Staander in het vier-
kante gat in de Rechter Staander.
48
36
4
Draad
28
36
7
28
Draad
8
5. Raadpleeg de linker inzet-tekening. Neem de
twee Tussenstukken van het Onderstel (34).
O
pen het bijgeleverde smeervetpakket en smeer
beide kanten van beide Tussenstukken voor het
O
nderstel. Zoek dan de buitenkant van de twee
Tussenstukken van het Onderstel.
Houd een Tussenstuk van het Onderstel (34)
tussen de Rechter Staander (36) en het
Onderstel van het Liftsysteem (59) met de bui-
tenkant van het Tussenstuk van het
Onderstel gericht naar de Tussenring voor
het Onderstel en de Rechter Staander
. Maak
de Rechter Staander aan het Onderstel van het
Liftsysteem vast met een Bout voor het
Onderstel (32), een tussenring voor de Staander
(33) en een Moer (47);
draai de moer nog niet
strak vast.
5
36
32
32
34
34
33
47
4
7
59
33
59
Buiten-
kant
Binnen-
kant
34
36
6. Zie de linker inzet-tekening. Zoek naar de buiten-
kant van het overblijvende Tussenstuk van het
Onderstel (34).
Houd het overgebleven Tussenstuk van het
Onderstel (34) tussen de Linker Staander (31)
en het Onderstel voor het Liftsysteem (59), met
de buitenkant van het Tussenstuk voor het
Onderstel gericht naar de Linker Staander.
Maak de Linker Staander aan het Onderstel voor
het Liftsysteem vast met een Bout van het
Onderstel (32), een Tussenring voor de
Staander (33) en een Moer (47); draai de Moer
nog niet strak vast.
6
31
32
32
34
34
33
47
47
59
33
59
Buiten-
kant
Binnen-
kant
34
31
9
8. Trek de aangetoonde draad totdat de Kabel van
de Staander (28) zich van het hogere eind van
de Rechter Staander (36) uitstrekt.
Schuif de Rechter en Linker Kap voor het
Basisbeen (101, 102) op de Linker en Rechter
Staanders (31, 36) en druk ze op de Basis (48)
zoals getoond. Als het nodig is, wrik licht aan de
zijkant van de Kappen voor het Basisbeen om ze
over de Wielmoeren en bouten te trekken (niet
getoond).
36
31
102
48
101
8
28
Draad
28
28
9
7. Plaats het Bedieningspaneel (25) ondersteboven
op een zacht oppervlak om krassen te vermij-
d
en. Neem de Rechter Handleuning (11), met
een groot gat op de aangegeven plaats. Zet de
R
echter Handleuning op het Bedieningspaneel
zoals getoond. Maak de Rechter Handleuning
met drie 3/4" Schroeven (2) vast. Zorg ervoor
dat de draden niet bekneld raken. Start eerst
alle drie Schroeven voordat ze vastgedraaid
worden. Draai de Schroeven niet te vast.
Maak dan de aardingsdraad van het bediening-
spaneel aan de Rechter Handleuning (11) vast
met een Zilveren Aardingschroef (27).
Maak de Linker Handleuning (niet getoond) aan
de andere kant van het Bedieningspaneel (25)
vast zoals hierboven beschreven. Opmerking: Er
zitten geen draden aan de andere kant van het
Bedieningspaneel.
1
1
7
25
2
2
2
Kabel van het
Bedieningspaneel
M
assadraad van
Bedieningspaneel
27
Groot
Gat
9. Steek de draad op de Kabel van de Staander
(28) door de grote gaten in de Rechter
Handleuning (11) zoals getoond. Trek de Draad
van de Staander door de gaten. Plaats de
Rechter Handleuning en de Linker Handleuning
(niet getoond) samen met het Bedieningspaneel
(25), bovenop de Rechter Staander (36) en de
Linker Staander (niet getoond). Zorg ervoor dat
de draden niet bekneld raken. Maak de draad
los en gooi het weg.
Maak de Kabel van de Staander (28) vast aan
de kabel van het bedieningspaneel. Zorg ervoor
dat u de connectors goed aansluit (zie de af-
beelding). De connectors moeten gemakke-
lijk naast elkaar schuiven en op hun plaats
klikken.
Als dit niet het geval is, moet u één con-
nector draaien en het opnieuw proberen. ALS
DE CONNECTORS NIET GOED ZIJN AANGE-
SLOTEN, KAN HET BEDIENINGSPANEEL BE-
SCHADIGD RAKEN WANNEER DE STROOM
WORDT INGESCHAKELD. Steek de aansluit
-
stukken en het overschot van de kabel in de
Bedieningspaneel (25).
36
25
11
Kabel van het
Bedieningspaneel
Draad
11. Laat een tweede persoon het Onderstel (74) van
de loopband optillen en vasthouden.
Neem de Gasveer (21). Merk op dat de Gasveer
een zuiger- en een cilindergedeelte heeft.
Raadpleeg de twee kleine inzet-tekeningen.
Zoek de Veerklem (105) in het zuigergedeelte
van de Gasveer. Met uw nagel of het uiteinde
van een schroevendraaier, druk op het uiteinde
van de Veerklem om de klem te lossen. Draai de
Veerklem en trek de Veerklem uit de Gasveer.
Verlies de Springveer niet.
Opmerking: er wor
-
den extra Veerklemmen bijgeleverd.
Houd dan het zuigergedeelte van de Gasveer
(21) bij de houder in het midden van het
Onderstel (74). Druk het uiteinde van de
Gasveer zo ver mogelijk op de kogel van de hou-
der.
Raadpleeg tekening 11a. Steek de Veerklem
(105) in de twee aangegeven gaatjes in het zuig-
ergedeelte van de Gasveer (21). Draai de
Veerklem totdat de klem op de Gasveer klikt.
21
105
21
74
74
Houder
Cilinder
Zuiger
Houder
11a
11
105
105
Gaten
105
10
1
0.Draai de vier Bouten van de Handleuning (20)
met vier Sterringen voor de Handleuning (19)
vast in de Linker en Rechter Staanders (31, 36)
en de Linker en Rechter Handleuningen (18, 11).
Draai de vier Bouten van de Handleuning met
de vingers vast voordat u ze helemaal strak
vastdraait.
1
0
19
20
19
20
18
11
19
31
20
19
20
36
1
1
13. Laat de Staanders (31, 36) zakken zoals ge-
toond.
Raadpleeg de inzet-tekening. Druk de Staanders
(31, 36) opzij zodat het Onderstel (74) van de
loopband in het midden van de Staanders staat.
Draai de Bouten van de Staanders (40) en de
Bouten van het Onderstel (32) aan beide kanten
van de loopband strak vast. Draai de Bouten
van het Onderstel niet te strak vast.
31
31, 36
32
74
36
Bovenaanzicht
Zijaanzicht
13
40
12.Draai het cilindergedeelte van de Gasveer (21)
naar beneden tot de aangegeven positie.
V
erwijder de Veerklem (105) van het uiteinde
van de Gasveer.
Breng het cilindergedeelte van de Gasveer (21)
op dezelfde hoogte als de houder in het midden
van de Basis (48). Druk het uiteinde van de
Gasveer op de kogel van de houder. Opmerking:
waarschijnlijk moet u het Onderstel (niet ge-
toond) licht naar voren of naar achteren duwen
om het uiteinde van de Gasveer op dezelfde
hoogte als de kogel te brengen.
Raadpleeg tekening 12a. Steek de Veerklem
(105) in de twee aangegeven gaatjes in het uit-
einde van de Gasveer (21). Draai de Veerklem
dan totdat ze op de Gasveer vastklikt.
Met de hulp van een tweede persoon, laat het
Onderstel (niet getoond) op de grond zakken.
105
21
21
48
48
Gaten
105
12a
H
ouder
Houder
1
2
12
15. Schuif de Kap van het Linker Basis Been (102)
over de Basis (48) zoals aangegeven. Maak de
Kap van het Linker Basis Been vast met drie
1/2” Schroeven (6).
Draai de Schroeven niet te
vast.
6
48
6
6
15
16. Draai een 1/2” Schroef (6) in beide kanten van
de Basis (48) en in beide Kappen van het Basis
Been (101, 102). Draai de Schroeven niet te
vast.
6
102
101
48
16
101
14. Maak de aardingsdraad van de Draad van de
Staander (28) aan het aangegeven gat in de
B
asis (48) vast met een Zilveren Aardings-
schroef (27).
Druk de aangegeven doorvoerhuls in de Rechter
Staander (36).
Schuif de Kap van het Rechter Basis Been (102)
over de Basis (48) zoals aangegeven. Maak de
Kap van het Rechter Basis Been vast met drie
1/2” Schroeven (6).
Zorg ervoor dat de Draad
van de Staander (28) niet bekneld raakt. Draai
de Schroeven niet te vast.
102
48
28
36
6
6
D
oorvoerhuls
Aardingsdraad
6
1
4
27
13
18. Zorg ervoor dat alle onderdelen vast zijn gedraaid voordat u de loopband gebruikt. Andacht: Extra
delen kunnen meegeleverd worden. Bewaar de meegeleverde (zeshoekige) sleutels op een veilige plaats. U
zult de grote sleutel nog nodig hebben om de loopband bij te stellen (zie pagina 26). Leg een matje onder de
loopband om uw vloerbedekking te beschermen.
17. Til de Staanders voorzichtig op (er wordt maar
één getoond). Maak de Bemanteling van het
V
eerslot (30) aan de Linker Staander (31) vast
met twee 3/4" Schroeven (2).
Zorg ervoor dat
h
et grote gat in de Bemanteling van het
Veerslot aan de getoonde kant zit. Draai de
Schroeven niet te vast.
Als de pen niet vooraf in de Bemanteling van het
Veerslot (30) geïnstalleerd is, verwijder dan de
knop van de pen. Zorg ervoor dat de kraag en
de veer zich zoals getoond op de pen bevinden.
Plaats de pen in de Bemanteling van het
Veerslot en draai de knop weer vast.
2
31
17
Knop
Pen
Kraag
Veer
Als u een optionele borstkassensor hebt ge-
kocht (zie pagina 23), volg dan de onderstaande
instructies om de ontvanger van de borstkas-
sensor te installeren.
1. Zorg ervoor dat het snoer uit het stopcontact
getrokken is. Verwijder de aangegeven schroef
(2) en het Toegangsdeurtje (35) van de linkerkant
van het Bedieningspaneel (25).
2. Sluit de draad van de ontvanger (A) aan de aan-
gegeven kabel van het Bedieningspaneel (25)
vast.
Houd de ontvanger vast zodat het cilin-
dertje georiënteerd is zoals getoond en ge-
richt is naar de Achterkant van het
Bedieningspaneel. Maak de ontvanger aan de
plastic houder van het Toegangsdeurtje (35) vast
met de twee bijgeleverde schroefjes.
3.
Zorg ervoor dat de draden niet bekneld raken.
Maak het Toegangsdeurtje (35) weer met de
Schroef (2) vast. De andere inbegrepen kabels
kunt u weggooien.
A
25
Kleine
Cilinder
2
35
Kabel
Kleine
Schroeven
30
14
DE AL INGESMEERDE LOOPBAND
Uw loopband is voorzien van een band die al met een hoogwaardig smeermiddel is behandeld. BELANGRIJK:
Behandel de band of het loopplatform nooit met silicone spray of enig ander middel. Als uw dat doet zult
u
de loopband beschadigen.
HOE DE STEKKER IN STOPCONTACT TE STEKEN
De stekker moet geaard zijn. Mocht het niet goed functioneren
geeft de aarding de laagste weerstandspad voor de electriciteit om
zodoende het risico van electrische schok te verminderen. Een
snoer en geaarde stekker zijn bijgeleverd. Belangrijk: Als het
snoer beschadigd is moet u het vervangen met een door de fa-
brikant aanbevolen snoer.
Bekijk tekening 1. Steek het aangegeven eind van het snoer in het
stopcontact van de loopband. Bekijk tekening 2. Steek het snoer in
een goed geinstalleerd en geaard stopcontact die overeenkomt met
alle plaatselijke regelingen. Belangrijk: De loopband kan niet op
een stopcontact met onderbreker van de grondfout circut ge-
bruikt worden.
FR/SP
IT
Stopcontact van de
Loopband
1
FR/SP
IT
Stopcontact
2
GEBRUIK EN BIJSTELLEN
GEVAAR: Een verkeerd stopcontact (zonder aarde) kan tot een electrische schok leiden.
Laat een elektricien de aarding nakijken als u niet zeker van bent dat het stopcontact goed geaard is.
Knoei niet aan de stekker van het apparaat. Laat een elektricien een nieuwe stekker monteren als de
stekker niet in het stopcontact past.
15
WAARSCHUWINGEN
De sticker op het bedieningspaneel is in het Engels.
Het meegeleverde blad met stickers bevat dezelfde in-
formatie in verschillende talen. Zoek naar de sticker
met Nederlandse opschrift. Plak de sticker op het be-
dieningspaneel.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel bevat bepaalde keuzen om uw
oefeningen thuis meer effectiever te maken. U kunt
wanneer u de handmatige instelling kiest de snelheid
en de hellingstand van de loopband veranderen door
een druk op een toets. De displays zullen tijdens uw
oefening continue informatie leveren. U kunt zelfs uw
hartslag meten met een ingebouwde hartslagsensor of
de optionele borstkassensoren (raadpleeg pagina 23).
Het bedieningspaneel heeft ook vier persoonlijke oe-
fenprogramma’s. Ieder programma verandert automa-
tisch de snelheid en de helling van de loopband tijdens
uw oefening. Daarnaast heeft het bedieningspaneel
vier doelcalorieprogramma’s die de snelheid en de hel-
ling van de loopband bijstellen om ongewenste kilo’s te
verbranden.
Het bedieningspaneel heeft ook nog vier programma’s
voor de hartslag die de snelheid en helling van de
loopband regelen om uw hartslag tijdens uw oefening
bij uw na te streven hartslag te houden. Aandacht: U
moet de borstkas-sensor dragen om een hartslagpro-
gramma te gebruiken.
U kunt ook naar uw lievelingsmuziek luisteren of opge-
nomen boeken via het stereo geluidssysteem met MP3
van het bedieningspaneel.
Om het controlepaneel handmatig te bedienen,
volg de stappen beginnende op bladzijde 16. Zie pa-
gina 18 om een programma van een professionele
trainer te gebruiken. Om een doelcaloriepro
-
gramma te gebruiken, raadpleeg pagina 19. Om het
op hartslag afgestemde programma te gebruiken,
zie bladzijde 21. Om het stereo geluidssysteem te
gebruiken, raadpleeg pagina 22.
Opgelet: Het kan zijn dat er op het be-
dieningspaneel een plastic vel zit.
Sleutel
Klip
SCHEMA VAN HET BEDIENINGSPANEEL
16
HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN
D
e stekker in het stopcon-
tact steken (zie pagina 14).
Z
oek naar de aan/uit knop
bij het snoer van de loop-
band. Plaamts de aan/uit
knop in de aan positie.
Ga op de voetenkussentjes van de loopband staan.
Zoek naar de clip die aan de sleutel vast zit (zie teke-
ning op pagina 15) en maak de clip aan de tailleband
van uw kleding vast. Plaats de sleutel in het bediening-
spaneel. Kort daarna zal de display oplichten.
Belangrijk: Bij een noodsituatie kunt u aan de sleu-
tel van het bedieningspaneel trekken, zodat de
loopband vertraagt en tot stilstand komt. Test de
clip door voorzichtig een paar stappen achteruit te
zetten totdat de sleutel uit het bedieningspaneel
wordt getrokken. Als de sleutel niet uit het bedie-
ningspaneel komt, stel dan de lengte van de clip
bij.
Opmerking: Om schade aan de loopband te vermijden,
gebruik altijd propere schoenen als u de loopband ge-
bruikt. Als u de loopband voor het eerst gebruikt, con-
troleer of de band recht loopt en centreer de loopband
als dat nodig is (zie pagina 26).
De sleutel volledig in het bedieningspaneel
steken.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN hier-
boven.
Uw gewicht invoeren
als u dat wilt.
Voor de beste calorie
-
registratie, toets uw ge-
wicht in door herhaal-
delijk op de
Gewichtomhoog- en omlaagtoetsen te drukken.
Opmerking: Als u uw gewicht hebt ingevoerd,
wordt het in het geheugen opgeslagen.
Kies de handmatige
instelling.
Telkens als u de sleutel
in het paneel steekt,
dan wordt automatisch
de handmatige instelling
geselecteerd. Als een
programma geselecteerd is, druk dan herhaaldelijk
op de Programmatoets totdat een parcours op de
matrix verschijnt.
Start de loopband.
Om de loopband te starten, druk op de Starttoets,
de Versnellingstoets [SPEED] of een van de toet-
sen, genummerd van 2 tot 16.
Als de Starttoets of de Versnellingstoets wordt in-
gedrukt dan zal de loopband beginnen te bewe-
gen met een snelheid van 2 Km/u. Als u een oefe-
ning doet, kunt u de snelheid van de loopband wij-
zigen door op de Versnellings- of Vertragings-
toetsen [SPEED] te drukken. Telkens als u op een
toets drukt, zal de snelheid worden gewijzigd met
0,1 Km/u; als u de toets ingedrukt houdt, dan zal
de snelheid met 0,5 Km/u verhogen.
Als een van de tien genummerde toetsen wordt in-
gedrukt, dan zal de loopband de snelheid lang-
zaam verhogen totdat de gekozen snelheid bereikt
is.
Opmerking: Het bedieningspaneel kan de
snelheid in kilometers of in mijlen weergeven
(raadpleeg DE INFORMATIE WEERGAVE/ DE-
MONSTRATIE WEERGAVE op pagina 23). Om
het eenvoudig te houden, worden alle aanwij-
zingen in dit deel in kilometer gegeven.
Om de loopband te stoppen, druk op de Stop-
toets. De tijd zal beginnen te flikkeren op de dis-
play. Om de loopband opnieuw te starten, druk op
de Start-toets, de Versnellingstoets of een van de
tien genummerde toetsen.
De hellingstand van de loopband veranderen
zoals gewenst.
Druk om de helling van de loopband te verande-
ren, op de Hellings- [INCLINE] toename en -af-
name toetsen. Ieder keer als de toets wordt inge-
drukt zal de helling van de loopband 0,5% veran
-
deren; als de toets ingedrukt wordt gehouden, dan
zal de helling snel wijzigen.
Volg uw vooruitgang met de displays.
Als de handmatige modus geselecteerd is, dan
verschijnt een parcours
van 400 meter op de
matrix. De indicators
rond de piste zullen tij
-
dens uw oefening na
elkaar oplichten totdat
de hele piste brandt. De piste zal dan doven en de
indicators zullen opnieuw oplichten.
6
5
4
3
2
1
Aan
Positie
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE GEBRUI-
KEN
17
Worden op de display
linksonder de verlopen
t
ijd en de gewandelde
of gelopen afstand ge-
t
oond. Aandacht: De
display zal wanneer
een programma gekozen wordt (met uitzondering
van het programma 1 voor de hartslag ) de over-
blijvende tijd van het programma in plaats van de
verlopen tijd aangeven.
Op de display rechtsonder worden de snelheid
van de loopband en het aantal verbrande calo-
rieën bij benadering getoond. Deze display zal
ook uw hartslag weergeven als u de handsen-
soren of de optionele borstkassensoren gebruikt.
Op de bovenste dis-
play verschijnt de af-
stand die u hebt gelo-
pen of gewandeld, het
aantal calorieën dat u
bij benadering hebt
verbrand, de snelheid van de loopband of de duur
van uw oefening. Druk herhaaldelijk op de
Displaytoets totdat de gewenste informatie op de
bovenste display verschijnt. Aandacht: De display
zal telkens wanneer de helling verandert de hel-
lingsinstelling een paar seconden lang aangeven.
Opmerking: Als er informatie wordt weergegeven
op de bovenste display, dan wordt die informatie
niet getoond op de display links- of rechtsonder.
Druk op de Stop-toets, haal de sleutel uit het be-
dieningspaneel en steek de sleutel weer in om de
displays opnieuw in te stellen (te resetten).
Uw hartslag meten als u dat wilt.
Aandacht: Het bedieningspaneel zal wanneer u
gelijktijdig de
handgreep met
polssensor en
de optionele
borstkas-sensor
gebruikt uw
hartslag niet
goed aangeven.
Verwijder eerst
de plastic velletjes geplakt over de metalen con-
tactpunten op de handleuning om de handgreep
met hartslagsensor te gebruiken. Zorg er ook voor
dat uw handen proper zijn.
Om uw hartslag te meten,
stap vervolgens op de
voetbalken
en houdt de metalen contactpunten
vast—beweeg uw handen niet. Als uw hartslag
w
ordt waargenomen, verschijnt met elke hartslag
het hartsymbool in de display, een of twee
s
treepje worden weergegeven en daarna uw hart-
slagfrequentie. Houdt de contactpunten onge-
veer 15 seconden vast voor het meest zuivere
resultaat.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u stopt met uw oefening.
Ga op de voetkussentjes staan, druk op de Stop-
toets en stel de hellingstand in de laagste positie.
De helling van de loopband moet zich in de
laagste stand bevinden wanneer u de loop-
band wilt opbergen anders kan de loopband
beschadigd worden. Haal vervolgens de sleutel
uit het bedieningspaneel en bewaar deze op een
veilige plek.
Aandacht: Het bedieningspaneel
behoudt de demo instelling wanneer de dis-
plays en indicatoren blijven branden nadat u
de sleutel heeft uitgetrokken. Zie pagina 23 om
de demo instelling uit te schakelen.
De aan/uit knop bij het snoer van de loopband
in de uit positie zetten wanneer u klaar bent
met uw oefening en de stekker uit het stop-
contact trekken.
8
7
Contactpunten
18
D
e sleutel volledig in het bedieningspaneel
steken.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op
pagina 16.
Uw gewicht invoeren als u dat wilt.
Zie stap 2 op pagina 16.
Selecteer een persoonlijk trainingspro-
gramma.
Om een persoonlijk
trainingsprogramma te
kiezen, druk herhaalde-
lijk op de Persoonlijke
Trainings-programma-
toets totdat “P 1”, “P 2”,
“P 3” of “P 4” op de display verschijnt. Als u een
persoonlijk trainingsprogramma hebt geselec-
teerd, dan zal de maximale snelheid van het pro-
gramma een paar seconden op de displays begin-
nen te flikkeren en er zal een profiel van de snel-
heidsinstellingen over de matrix rollen Op de dis-
play wordt dan de duur van het programma.
Op de Start-toets of de Versnellings-toets
drukken om het programma te starten.
Even nadat u op de toets drukt zal de loopband
automatisch de eerste snelheid en hellingstand
van het programma instellen. Houdt u vast aan de
handleuningen en begin te oefenen.
Ieder programma is in 30 of 50 segementen van
elk één minuut verdeeld. Ieder segment heeft één
instelling voor de helling en voor de snelheid.
Aandacht: dezelfde snelheid en/of helling instel-
ling(en) kan/kunnen voor twee of meerdere op
-
eenvolgende segmenten worden geprogram-
meerd.
De snelheid van het eer-
ste segment zal aange-
geven worden in de
kolom van het Huidig
Segment van de piste,
welke opflikkert op de
display. (De helling instelling wordt niet op de piste
aangegeven.) De snelheidsinstellingen voor de vol-
gende vier segmenten worden in de kolommen
rechts weergegeven.
De kolom van het Huidig Segment en de eerste
kolom rechts zullen opflikkeren wanneer er nog
m
aar drie seconden overblijven in het eerste seg-
ment. Er klinkt een serie geluidssignalen.
B
ovendien zullen de snelheid en/ou de helling op-
flikkeren wanneer de snelheid en/ou de helling
van de loopband gaan veranderen.
Wanneer het eerste segment voltooid is
zullen
alle instellingen een kolom naar links verplaatst
worden.
De snelheid voor het tweede segment
wordt dan in de kolom van het Huidig Segment
(welke opflikkert) aangegeven. De snelheid en de
helling van de loopband zullen zich automatisch
aan het tweede segment aanpassen. Opmerking:
als alle indicatoren in de kolom voor het huidige
segment brand
bewegen de snelheidsinstellingen
omlaag
zodat alleen de hoogste indicatoren in het
programma piste worden getoond.
Het programma gaat door totdat de snelheidsin-
stellingen voor het laatste segment worden weer-
gegeven in de kolom voor het Huidige Segment en
er geen tijd resteert. De loopband komt dan lang-
zaam tot stilstand.
U kunt wanneer de snelheids- of de hellingsinstel-
ling op enig moment tijdens het programma te
hoog of te laag is deze handmatig bijstellen door
op de Snelheids of Hellingstoetsen te drukken.
Een bijkomende indicator zal gaan branden of uit-
gaan in de kolom van het Huidig Segment wan-
neer u een paar keer op de Snelheid toetsen
drukt. Als in enig van de kolommen rechts van de
kolom van het Huidig Segment evenveel indicato-
ren opflikkeren als in de kolom van het Huidig
Segment dan kan nog een indicator gaan branden
of uitgaan in die kolommen.
Aandacht: De loop-
band zal wanneer het huidig segment van het
programma voltooid is automatisch de snel
-
heid en de helling voor het volgende segment
instellen.
Druk op de Stop-toets om het programma tijdelijk
te stoppen. De tijd zal op de display beginnen te
flikkeren. Om het programma opnieuw te starten,
druk op de Start-toets of de Versnellingstoets. De
loopband zal met een snelheid van 2 km/h begin-
nen te draaien. De loopband zal wanneer het vol-
gend segment van het programma start automa-
tisch de snelheid en de helling van het volgende
segment instellen. Om het programma te stoppen,
druk op de Stop-toets, verwijder de sleutel en
steek de sleutel opnieuw in de loopband.
4
3
2
1
Huidig Segment
H
OE EEN PERSOONLIJK TRAININGSPRO-
G
RAMMA TE GEBRUIKEN
19
Volg uw vooruitgang met de displays.
Zie stap 6 op pagina 16 en 17.
U
w hartslag meten als u dat wilt.
Z
ie stap 7 op pagina 17.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u stopt met uw oefening.
Zie stap 8 op pagina 17.
De sleutel volledig in het bedieningspaneel
steken.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op
pagina 16.
Uw gewicht invoeren als u dat wilt.
Zie stap 2 op pagina 16. Opmerking: U moet eerst
uw gewicht intoetsen voordat u een doelcaloriep-
rogramma kunt gebruiken. Het bedieningspaneel
zal de snelheid en de helling van het doelcaloriep-
rogramma aanpassen aan uw gewicht.
Selecteer een doelcalorieprogramma.
Om een doelcaloriepro-
gamma te kiezen, druk
herhaaldelijk op de
Doelcalorieprogramma-
toets totdat “CAL1”,
“CAL2”, “CAL3” of
“CAL4” op de display verschijnen. Als u een doel-
calorieprogramma hebt geselecteerd, dan zal de
maximale snelheid en de doelcalorie-instelling van
het programma enkele seconden op de displays
beginnen te flikkeren. Op de display zal ook de to-
tale duur van het programma verschijnen. Een
profiel van de snelheidsinstellingen van het pro-
gramma zal over de matrix rollen.
Op de Start-toets of de Versnellings-toets
drukken om het programma te starten.
Even nadat u op de toets drukt zal de loopband
automatisch de eerste snelheid en hellingstand
van het programma instellen. Houdt u vast aan de
handleuningen en begin te oefenen.
Ieder programma is verdeeld in 20, 30, of 40 seg-
ment van 1 minuut. Ieder segment heeft één in-
stelling voor de helling en voor de snelheid.
Aandacht: dezelfde snelheid en/of helling instel-
ling(en) kan/kunnen voor twee of meerdere op-
eenvolgende segmenten worden geprogram
-
meerd.
4
3
2
1
7
6
5
HOE EEN DOELCALORIEPROGRAMMA TE GE-
B
RUIKEN
20
De snelheid van het eer-
ste segment zal aange-
g
even worden in de eer-
ste kolom van het Huidig
S
egment van de piste,
welke opflik kert op de
midden gedeelte van de
display. (De helling instelling wordt niet op de piste
aangegeven). De snelheidsinstellingen voor de vol-
gende vier segmenten worden in de kolommen
rechts weergegeven.
De kolom van het Huidig Segment en de eerste
kolom rechts zullen opflikkeren wanneer er nog
maar drie seconden overblijven in het eerste seg-
ment. Er klinkt een serie geluidssignalen.
Bovendien zullen de snelheid en/ou de helling op-
flikkeren wanneer de snelheid en/ou de helling
van de loopband gaan veranderen.
Wanneer het eerste segment voltooid is z
ullen
alle snellheidsinstellingen een kolom naar links
verplaatst worden.
De snelheid voor het tweede
segment wordt dan in de kolom van het Huidig
Segment (welke opflikkert) aangegeven. De snel-
heid en de helling van de loopband zullen zich au-
tomatisch aan het tweede segment aanpassen.
Opmerking: als alle indicatoren in de kolom voor
het huidige segment brand bewegen de snel-
heidsinstellingen omlaag zodat alleen de hoogste
indicatoren in het programma piste worden ge-
toond.
Het programma gaat door totdat de snelheidsin-
stellingen voor het laatste segment worden weer-
gegeven in de kolom voor het Huidige Segment en
er geen tijd resteert. De loopband komt dan lang-
zaam tot stilstand.
Belangrijk: De doelcaloriewaarde stemt over
-
een met het aantal calorieën dat u bij benade-
ring verbrandt tijdens de oefening. Het aantal
verbrande calorieën hangt af van uw gewicht.
A
ls u de snelheid of de helling van de loop-
band handmatig wijzigt tijdens het pro-
g
ramma, dan kan het aantal verbrande calo-
rieën variëren.
U kunt wanneer de snelheids- of de hellingsinstel-
ling op enig moment tijdens het programma te
hoog of te laag is deze handmatig bijstellen door
op de Snelheids of Hellingstoetsen te drukken.
Aandacht: De loopband zal wanneer het huidig
segment van het programma voltooid is auto-
matisch de snelheid en de helling voor het vol-
gende segment instellen.
Druk op de Stop-toets om het programma tijdelijk
te stoppen. Om het programma opnieuw te star-
ten, druk op de Start-toets of de Versnellings-
toets. De loopband zal met een snelheid van 2
km/h beginnen te draaien. De loopband zal wan-
neer het volgend segment van het programma
start automatisch de snelheid en de helling van
het volgende segment instellen.
Volg uw vooruitgang met de displays.
Zie stap 6 op pagina 17.
Uw hartslag meten als u dat wilt.
Zie stap 7 op pagina 17.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u stopt met uw oefening.
Zie stap 8 op pagina 17.
7
6
5
H
uidig Segment
21
Programma 1 voor de Hartslag zal automatisch de snel-
heid en helling van de loopband instellen om zodoende
uw hartslag bij de na te streven hartslag die u gekozen
h
eeft te houden. Programma 2, 3 en 4 voor de Hartslag
z
al uw hartslag binnen een al vooraf ingesteld bereik
houden.
Volg onderstaande stappen om het op de hartslag af-
gestemde programma te gebruiken.
De borstkas-sensor dragen.
U moet de borstpulssensor dragen (zie pagina
23) om het hartslagprogramma te kunnen ge-
bruiken.
Toets uw gewicht in als u dat wilt.
Zie stap 2 op pagina 16.
De sleutel volledig in het bedieningspaneel
steken.
Zie HOE DE STROOM IN TE SCHAKELEN op
pagina 16.
Selecteer het op hartslag afgestemde pro
-
gramma.
Als u een hartslagprogramma wilt selecteren,
drukt u herhaaldelijk op de knop Heart Rate
Control Programs (programma’s voor hartslagre-
geling) tot “Hr 1,” “Hr 2,” “Hr 3,” of “Hr 4" op het
scherm verschijnt.
Een pols symbool die uw hartslag weergeeft zal
wanneer programma 1 voor de hartslag geko-
zen wordt op het schema verschijnen.
Een profiel van de na te streven hartslag instelling
van het programma zal
wanneer programma 2,
3
, of 4 voor de hartslag gekozen wordt o
p het
schema verschijnen.
Doel hartslag invoeren.
De na te streven hartslag
instelling van het pro-
gramma zal wanneer het
programma 1 voor de
hartslag gekozen wordt
op de display verschijnen.
Druk als u de na te streven hartslag instelling wilt
veranderen op de Hartslag toename- en afname-
toetsen (
zie INTENSITEIT VAN UW OEFENING
op pagina 27). Aandacht: Dezelfde hartslaginstel-
ling blijft bestaan voor het hele programma.
Als u het hartslagpro-
gramma 2, 3, of 4 hebt
geselecteerd, dan zal de
maximale hartslagfre-
quentie van het pro-
gramma op de display
knipperen. Druk, als u dat wil, op de Hartslag toe-
name en afname-toets om de maximale na te
streven hartslaginstelling te veranderen (raad-
pleeg INTENSITEIT VAN UW OEFENING op pa-
gina 27). Aandacht: De intensiteit van het pro-
gramma zal veranderen wanneer de maximum
doel hartslag instelling veranderd wordt.
Op de Start-toets of de Versnellings-toets
drukken om het programma te starten.
Even nadat u op de toets drukt zal de loopband
automatisch de eerste snelheid en hellingstand
van het programma instellen. Houdt u vast aan de
handleuningen en begin te oefenen.
6
5
4
3
2
1
WAARSCHUWING: Gebruik de
programma’s voor de hartslag niet wanneer U
hartklachten heeft of wanneer U ouder dan 60
en niet actief bent. Bespreek met uw huisarts,
als u regelmatig medicijnen inneemt of de me-
dicijnen uw oefening voor de hartslag kan
beïnvloeden.
HOE EEN PROGRAMMA VOOR DE HARTSLAG
T
E GEBRUIKEN
22
Hartslagprogramma 1 is verdeeld in 100 segmen-
ten van een minuut. Dezelfde hartslag-instelling
k
an worden geprogrammeerd voor opeenvol-
gende segmenten. (Aandacht: Stop voor een kor-
t
ere oefening gewoon het programma voordat
deze eindigt.) Hartslagprogramma’s 2, 3 en 4 zijn
onderverdeeld in 20, 25 en 30 segmenten van
één minuut. Voor elk segment is een doel-hartslag
geprogrammeerd. Aandacht: Dezelfde na te stre-
ven hartslaginstelling kan voor twee of meerdere
segmenten worden geprogrammeerd.
De na te streven hart-
slaginstelling voor het
eerste segment zal
wanneer programma
2, 3 of 4 voor de hart-
slag gekozen wordt in
de kolom Huidig
Segment op het schema display opflikkeren. De
volgende hartslaginstellingen zullen in de kolom-
men rechts worden aangegeven. Drie seconden
voor het einde van het eerste segment zullen de
kolom Huidig Segment en de kolom rechts opflik-
keren en zult u een toon horen. De snelheids- en
hellingsinstelling zullen tevens op de display opf-
likkeren om u de waarschuwen.
De na te streven
hartslaginstellingen zullen een kolom naar links
verschuiven
wanneer het eerste segment afloopt.
De tweede na te streven hartslaginstelling zal dan
in de kolom Huidig Segment worden aangegeven.
Het bedieningspaneel zal regelmatig tijdens beide
programma’s voor de hartslag uw hartslag verge-
lijken met de na te streven hartslaginstelling. De
snelheid van de loopband zal automatisch toe- of
afnemen om uw hartslag dichter bij door u na te
streven hartslaginstelling te brengen. De helling
van de loopband zal ook omhoog gaan wanneer
uw hartslag nog steeds veel te laag is en de snel
-
heid van de loopband 12 km/h is.
Als de snelheid of helling te hoog of te laag is,
kunt u deze instelling met de toetsen Snelheid en
Helling bijstellen. De snelheid en/of de hellings-
tand van de loopband zal/zullen echter, telkens
wanneer het bedieningspaneel uw hartslag met
uw ten doel gestelde hartslag instelling vergelijkt
automatisch toenemen of verminderen om uw
hartslag dichter bij uw ten doel gestelde hartslag
instelling te brengen.
Als uw hartslag tijdens het programma niet wordt
gedetecteerd, dan kan de snelheid en/of helling
v
an de loopband automatisch worden gewijzigd.
Als dat gebeurt, raadpleeg dan de gebruiksaanwij-
z
ing van de optionele borstkassensoren.
Druk op de Stop-toets om het programma wan-
neer dan ook te stoppen. De tijd zal dan op de
display opflikkeren. Druk op de Start-toets of the
Snelheidstoename toets om het programma op-
nieuw te laten starten. De loopband zal met een
snelheid van 2 km/h beginnen te draaien. De snel-
heid en/of helling van de loopband zullen automa-
tisch veranderen wanneer het bedieningspaneel
uw hartslag met de na te streven hartslag instel-
ling vergelijkt om zodoende uw hartslag dichter bij
de na te streven hartslag instelling te brengen.
Volg uw vooruitgang met de displays.
Zie stap 6 op pagina 17.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u stopt met uw oefening.
Zie stap 8 op pagina 17.
Om muziek of opgenomen boeken te horen via de luid-
sprekers van het stereo geluidssysteem, moet u uw
MP3-speler of een CD-speler op het bedieningspaneel
aansluiten. Steek een inbegrepen 3,5mm tot 3,5mm
stereo audio-snoer in een aansluitstekker van uw
MP3- of CD-speler. Steek het andere uiteinde van het
snoer in de aansluiting van het bedieningspaneel.
Zorg ervoor dat beide uiteinden van het audio-
snoer goed aangesloten zijn.
Druk dan op de Play-toets van uw MP3- of CD-speler.
Stel het volume van uw MP3- of CD-speler bij.
Plaats de CD speler op de vloer of op een vlakke on-
dergrond in plaats van op het bedieningspaneel wan-
neer de CD speler overslaat.
8
7
Huidig Segment
HOE HET STEREO GELUIDSSYSTEEM TE GE-
BRUIKEN
23
DE INFORMATIE INSTELLING/DEMO INSTELLING
O
p het bedieningspaneel is er ook een informatiefunc-
tie die gegevens over het gebruik van de loopband in
h
et geheugen opslaat. U kunt hier ook het meetsys-
teem instellen.
Om de informatie-weergave te kiezen, steek de sleutel
in het bedieningspaneel terwijl u de Stop-toets inge-
drukt houdt. Laat dan de Stop-toets los. De volgende
informatie wordt op de display aangegeven:
Een “E” (voor Engels) of
een “M” (voor metriek) zal
op de display rechtsonder
verschijnen. Druk op de
snelheidstoenametoets om
de meeteenheid te wijzigen
als u dat wilt.
BELANGRIJK: Als er een “d” op de display rechtson-
der verschijnt, dan wordt er een demonstratie op het
bedieningspaneel weergegeven. Deze instelling is al-
leen bedoeld voor demonstraties in een winkel.
Wanneer het snoer is ingestoken en het bedieningspa-
neel de demo instelling aangeeft kan de sleutel uit het
bedieningspaneel worden genomen, de displays plus
indicatoren zullen automatisch in een zekere volgorde
oplichten. De toetsen van het bedieningspaneel zullen
nochtans niet werken. Als er een d verschijnt wan-
neer de informatie instelling gekozen wordt, druk
dan op de Vertragings-toets zodat de d verdwijnt.
Op de bovenste display
wordt het aantal uur dat de
loopband gebruikt is, ge-
toond.
Op de display linksonder
wordt het totaal aantal kilo-
m
eter (of mijl) dat u hebt ge-
lopen of gewandeld, weerge-
g
even.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel om de infor-
matie instelling te verlaten.
OPTIONELE BORSTRIEM MET HARTSLAGSENSOR
Met optionele borstkassensoren zijn de mogelijkheden
van het bedieningspaneel nog uitgebreider. De borst-
kassensoren kunnen hands-free worden gebruikt in
combinatie met de vier hartslagprogramma’s van het
bedieningspaneel.
Neem contact op met onze klan-
tendienstafdeling om de optionele borstriem met
harslagsensor te kopen.
DE LOOPBAND INKLAPPEN EN VERPLAATSEN
H
OE DE LOOPBAND IN TE KLAPPEN
S
tel de helling in de laagste stand voordat u de loopband in-
klapt. U kunt als u dit niet doet de loopband voor altijd be-
schadigen. De stekker uit het stopcontact. WAAR-SCHU-
WING: U moet zeker 20 kg kunnen tillen om de loopband te
kunnen uitklappen, inklappen of verplaatsen.
1. Houd het metalen onderstel stevig vast op de plaats die
door de pijl rechts wordt aangegeven. OPGELET: Om let-
sels te vermijden, til het onderstel nooit op aan de plastic
voetsteunen. Zorg ervoor dat u de kracht van uw benen
gebruikt in plaats van uw rug om de loopband te tillen.
Til
de loopband half omhoog.
2. Plaats uw rechterhand zoals aangegeven en houdt de loop-
band goed vast. Trek, met gebruik van uw linker hand, de
veerslotknop naar links en houdt deze vast. Til het onderstel
op totdat het gat in de trillingsdemper op dezelfde hoogte als
de slotpen zit. Laat dan de slotknop langzaam los.
Zorg er-
voor dat het onderstel door de sluitpin goed vast zit.
Leg een matje onder de loopband om uw vloerbedekking
te beschermen. Houdt de loopband uit direct zonlicht.
Berg de loopband nooit op in een omgeving waar de tem-
peratuur hoger dan 30° C.
HOE DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN
Voordat u de loopband verplaatst, klap de loopband op in de op-
bergstand zoals beschreven hierboven. Zorg ervoor dat het on-
derstel door de sluitpin goed vast zit.
1. Houdt met een hand een van de handleuningen vast en plaats
uw andere hand op de band. Plaats een voet tegen een van
de wielen.
2. Kantel de loopband tot deze vrij kan rollen op de voorwieltjes.
Verplaats de loopband voorzichtig naar de gewenste plaats.
Wees heel voorzichtig tijdens het verplaatsen van de
loopband zodat u het risico op persoonlijk letsel voork-
omt. Verplaats de loopband niet over een oneffen onder-
grond.
3. Plaats weer een voet op het onderstel en kantel de loopband
tot deze weer rechtop staat.
HOE DE LOOPBAND TE VERPLAATSEN
1.
Zie tekening 2 hierboven. Houdt het onderstel met uw rechter hand vast zoals wordt aangegeven. Trek de sluit
-
knop naar links en houd de knop vast. Draai het onderstel naar beneden totdat het voorbij de sluitpen is.
2. Zie tekening 1 hierboven.
Houdt de loopband met beide handen goed vast en laat de loopband op de vloer
zakken. OPGELET: Om letsels te vermijden, til het onderstel nooit op aan de plastic voetsteunen. Laat
de loopband niet op de grond vallen. Buig door uw knieën en houdt u rug recht om het risico op per-
soonlijk letsel te vermijden.
Handleuningen
Loopvlak
Voorwiels
Vergrendeld
Isolator
Sluitknop
Onderstel
1
2
24
25
PROBLEMEN OPLOSSEN
U kunt de meeste problemen met uw loopband oplossen door de hieronder genoemde stappen te volgen.
Zoek het probleem dat bij u van toepassing is en volg de instructies. Mocht u verdere hulp nodig hebben,
n
eem dan contact op met de winkel waar u dit produkt hebt gekocht.
PROBLEEM: De stroom is niet ingeschakeld
OPLOSSING:
a. Zorg ervoor dat de stekker goed is aangesloten in een geaard stopcontact. (Zie pagina 14.)
Mocht een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen een snoer van 1,5 m of korter. De loop-
band kan niet op een stopcontact met onderbreker van de grondfout circut gebruikt worden.
b. Nadat u de stekker heeft nagekeken, zorg er dan voor dat de sleutel zich goed in het bedie-
ningspaneel zit.
c. Controleer de stroomonderbreker bij het snoer
op het onderstel van de loopband. Als de knop
uitsteekt zoals aangegeven is de stroomonder-
breker doorgeslagen. Wacht 5 minuten en druk
de schakelaar opnieuw in om de stroomonder-
breker opnieuw in werking te stellen (te reset-
ten).
d. Bekijk de aan/uit knop die zich bij het electrici-
teitsnoer van de loopband bevindt. De knop
moet zich in de aan positie bevinden.
PROBLEEM: Stroomuitval tijdens gebruik
OPLOSSING:
a. Controleer de stroomonderbreker bij het snoer op het onderstel van de loopband (zie tekening
boven). Als de stroomonderbreker is doorgeslagen, wacht dan 5 minuten en druk dan de scha-
kelaar weer in.
b. Zorg ervoor dat de stekker in het stopcontact steekt. Als de stekker in het stopcontact steekt,
haal hem er uit, wacht 5 minuten en steek de stekker opnieuw in het contact.
c.
Haal de sleutel uit het bedieningspaneel. Steek de sleutel opnieuw goed in het bedieningspa
-
neel.
d. Zorg ervoor dat de aan/uit knop zich in de aan positie bevindt.
e. Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing wanneer de loopband nog steeds niet werkt.
PROBLEEM:
De displays van het bedieningspaneel werken niet naar behoren
OPLOSSING:
a. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel en trek de
stekker uit het stopcontact. Verwijder de twee
Schroeven voor de Voetsteun (4) en de twee
Schroeven (76) en verwijder voorzichtig de
Beschermkap (1).
4
4
1
76
Doorgeslagen
c
Resten
Aan
Positie
d
26
Zoek de Bladveerschakelaar (62) en de Magneet
(67) aan de linkerkant van de Katrol (64). Draai de
K
atrol zodanig dat de Magneet gelijk staat met de
Bladveerschakelaar.
Zorg ervoor dat de afstand
t
ussen de Magneet en de Bladveerschakelaar
ongeveer 3 mm is
. Draai, indien nodig, de Schroef
(27) wat los en verplaats de Bladveerschakelaar
enigszins. Draai de Schroef weer vast. Maak de
Kap weer vast en laat de loopband een paar minu-
ten draaien om de snelheidsmeting na te kijken.
Maak wanneer de aflezing normal is de Voetbalken
(niet getoond) weer vast.
PROBLEEM: De loopband vertraagt wanneer er op gelopen wordt
OPLOSSING: a. Mocht u een verlengsnoer nodig hebben, gebruik dan een verlengsnoer van 1,5 meter of kor-
ter.
b. Als de loopband te strak is functioneert de loop-
band minder en kan zelfs beschadigd worden. Haal
de sleutel uit het bedieningspaneel en
DE STEK-
KER UIT HET STOPCONTACT. Draai met de
meegeleverde sleutel beide bouten van de achter-
roller een 1/4 slag tegen de klok in. Wanneer de
loopband goed is bijgesteld moet u de loopband 5
à 7 cm van het loopplatform kunnen tillen. Zorg er-
voor dat de band goed in het midden ligt. Steek de
stekker en de sleutel weer in en laat de loopband
een paar minuten draaien. Herhaal deze handeling
tot de loopband goed ligt.
c. Raadpleeg de kaft van de gebruiksaanwijzing wanneer de loopband vertraagt wanneer u erop
loopt.
PROBLEEM: De loopband ligt niet in het midden of slipt wanneer er op gelopen wordt
OPLOSSING: a. Haal eerst de sleutel uit het bedieningspaneel en
DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT wanneer
de loopband niet goed in het midden ligt. Als de
loopband naar links is verschoven
, draai met de
meegeleverde sleutel de linker bout van de achter
-
roller een 1/2 slag met de klok mee. Als de loop-
band naar rechts is verschoven, draai dan de
bout van de achterroller een 1/2 slag tegen de klok
in. Zorg ervoor dat u de band niet te strak aan
-
draait. Steek de stekker en de sleutel weer in en
laat de loopband een paar minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de loopband goed ligt.
b. Haal eerst de sleutel uit het bedieningspaneel en
haal
DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT
wanneer de loopband slipt. Draai met de meegele-
verde sleutel beide bouten van de achterroller een
1/4 slag met de klok mee. Wanneer de loopband
goed is bijgesteld moet u de loopband 5 à 7 cm
van het loopplatform kunnen tillen. Zorg ervoor dat
de band goed in het midden ligt. Steek de stekker
en de sleutel weer in en laat de loopband een paar
minuten draaien. Herhaal deze handeling tot de
loopband goed ligt.
Bouten van de Achterroller
5–7 cm
b
a
b
67
6
2
25
Z
icht
van
Boven
3 mm
6
4
27
De volgende richtlijnen zullen u helpen met het uitvoe-
ren van uw oefenprogramma. Voor meer informatie
raadpleeg een goed boek of raadpleeg uw huisarts.
INTENSITEIT VAN UW OEFENING
Als uw doel is om vet te verbranden of uw cardivascu-
lair systeem te verbeteren dan is de juiste intensiteit
het middel. U kunt het juiste intensiteitsniveau bepalen
door uw hartslag als leidraad te gebruiken. De diagram
hieronder geeft de aanbevolen hartslag aan voor vet
verbranding en voor een aerobic oefening.
Om de juiste harstlag meting te berekenen moet u
eerst onder de diagram uw leeftijd opzoeken (leeftijden
zijn per 10 jaar afgerond). Zoek vervolgens de drie ge-
tallen boven uw leeftijd. Deze drie getallen geven uw
trainingszone aan. De twee laagste getallen zijn voor
vet verbranding aanbevolen. Het hoogste getal is voor
aerobic oefeningen aanbevolen.
Vet Verbruiken
Om effectief vet te verbranden moet U voor een lan-
gere tijd op een betrekkelijke lage intensiteit oefenen.
Tijdens de eerste minuten van uw oefening gebruikt uw
lichaam makkelijke bereikbare
koolhydraten
. Pas na de
eerste paar minuten begint uw lichaam
vet
als energie
te verbruiken. Stel de snelheid en de helling van de
loopband bij todat uw hartslag rond het laagste getal
van uw trainingszone ligt als u vet wilt verbranden.
Stel voor maximale vet verbranding, de snelheid en
helling van de loopband bij totdat uw hartslag rond het
middelste getal van uw trainingszone ligt.
Aerobic Oefening
Uw oefening moet aerobic zijn als het uw doel is uw
cardiovasculair systeem te verbeteren. Een aerobic
oefening is een activiteit met een hogere zuurstof toe-
voer voor een langere tijd. Deze hogere intensiteit
vraagt een grotere prestatie van uw hart om bloed
naar uw spieren te pompen. Het vereist ook een gro
-
tere prestatie van uw longen om het bloed van zuurstof
te voorzien. Stel de snelheid en de helling van de loop-
band bij totdat uw hartslag rond het hoogste getal van
uw trainingszone ligt als u een aerobic oefening wilt
uitvoeren.
RICHTLIJNEN VOOR UW OEFENING
Iedere oefening moet uit de volgende drie onderleden
bestaan:
Opwarming—Begin iedere oefening met een opwarm-
fase door 5 à 10 minuten de spieren te strekken en
wat lichte oefeningen te doen. Een juiste opwarmoefe-
ning verhoogt uw lichaamstemperatuur, uw hartslag en
bevordert uw bloedsomloop als voorbereiding op uw
oefening.
Oefening in uw trainingszone—Verhoog de intensi-
teit van uw oefening na het opwarmen zodat uw hart-
slag binnen uw trainingszone valt. Houdt dit 20 à 60
minuten vol. (Beperk tijdens de eerste paar weken van
uw oefenprogramma uw oefening tot 20 minuten.)
Haal diep en regelmatig adem. Houdt nooit uw adem
in.
Afkoeling—Beëindig uw oefening weer met 5 à 10 mi
-
nuten strekoefeningen. Dit zal de soepelheid van uw
spieren bevorderen en problemen helpen voorkomen
na de oefening.
OEFENFREQUENTIE
Om uw conditie te consolideren of te verbeteren moet
u 3 keer per week oefenen met minstens een dag rust
tussen de oefendagen. Na een paar maanden kunt u
als u dat wilt 5 keer per week oefenen. Om succes te
hebben is het belangrijk om plezierig en regelmatig te
oefenen.
RICHTLIJNEN VOOR UW CONDITIE
WAARSCHUWING:
Raadpleeg uw huisarts voor u met dit of enig
a
nder oefenprogramma begint. Dit is bijzon-
der belangrijk voor mensen ouder dan 35 of
mensen met gezondheidsproblemen. Lees
alle instructies door voor gebruik.
De hartslag-sensor is geen medisch instru-
ment. Verschillende factoren zoals beweging
van de gebruiker kunnen de nauwkeurigheid
van de hartslag metingen beïnvloeden. De
hartslag-sensor is alleen als hulpmiddel be-
doeld voor algemene hartslag meting.
LIJST MET ONDERDELEN—Modelnr. PETL30806.0 R0706A
Onder-
Nr. Aantal Beschrijving
Onder-
Nr. Aantal Beschrijving
1 1 Kap
2 28 3/4" Schroef
3 1 Linker Voetkussentje
4 8 Schroef voor de Voetleuning
5 2 Bout van de Motor
6 8 1/2" Schroef
7 1 Ster-tussenring van de Motor
8 2 Bout van Motorhouder
9 1 Aandrijvings Motor
10 1 Beugel voor Motor
11 1 Rechter Handleuning
12 2 Sterring van de Houder van de Stroom
13 1 Montage van het Elektriciteitssnoer
14 4 Kooibeugels
15 2 Doorvoer voor Motor
16
1 Electrische Snoer Adapter
17 4 Beschermkapje voor de Handleuning
18 1 Linker Handleuning
19 4 Stertussenring van Handleuning
20 4 Bout van de Handleuning
21 1 Gasveer
22 1 Beugel voor Elektronica
23 1 Sleutel/Klip
24 2 Schakeltussenstuk van het Onderstel
25 1 Bedieningspaneel
26 1 Basis van het Bedieningspaneel
27 10 Zilveren Aardingsschroef
28 1 Kabel van de Staander
29 1 Montage van Sluitpen
30 1 Huizing van het Slot
31 1 Linker Staander
32 2 Schakelbout voor het Onderstel
33 2 Tussenring van de Staander
34 2 Tussenstuk van het Onderstel
35 1 Toegangsdeurtje
36 1 Rechter Staander
37 4 Kussentje van de Basis
38 15 3/4" Schroef van de Voetkussentje
39
4
Sterring voor de Staander
40 4 Bout voor de Staander
41 2 Waarschuwingssticker
42 1 Transformator
43 1 Waarschuwingssticker van het Slot
44 4 Tussenstuk van de Wiel
45 2 Wiel
46 1 Motorisolatie
47 2 Moer
48 1
Basis
49 2 Klip
50 1 Onderkap
51 1 Controller
52
2
Tussenring van het Liftonderstel
53 2 Bout van het Liftonderstel
54 4 3/8" Moer
55 1 Tussenring van het Lift Onderstel
56 1 Stophouder
57
1
Bout van de Hellingmotor, Boven
58 1 Bout van de Hellingmotor, Onder
59 1 Liftonderstel
60 2 Moer van de Motor
61 1 Riem van de Motor
62 1 Snelheidsensor
63 1 Klip
64 1 Wieltje/Katrol
65 1 Schakelbout van de Motor
66 2 Voorste Schroef van het Loopplatform
67 1 Magneet
68 2 Loopband Geleider
69 4 Schroef van Isolator
70 2 Isolator
71 4 Schroef van Loopband Geleider
72 1 Loopband
73
1 Loopoppervlak
74 1 Onderstel
75 1 Kap rechter Voetkussentje
76 2 Schroef van de Kap
77 4 Moer van het Platform
78 2 Schroef van het Platform, Achter
79 1 Achterroller
80 1 Rechter Achterste Voet
81 2 Sterring van de Achterroller
82 2 Bout van de Achterroller
83 1 Linker Achterste Voet
84 1 Aarde-kabel
85 1 Inbussleutel
86 4 Tussenring van de Achterste Roller
87 1 5/32" Inbussleutel
88 2 Houder van de Achterroller
89 2 Wielbout
90 1 Filter
91 2 Moer voor het Wiel
92 1 Geaarde Bout
93 3 Geaarde Schroef
94 1 Transformator
95 1 Geaarde Moer
96
1
Moer van de Hellingmotor, Boven
97 2 Huls van Voorste Roller
98 1 Verbinding
99 10 8” Opbinddraad
100 2 Plastic Bevestiging
101 1 Linker Kap voor het Basis Been
102 1 Rechter Kap ven het Basis Been
103 4 Schroef van de Motorkap
104 1 Motorkap
105 1
Kit met Gasveerklemmen
# 1 4" Rode Draad, m./w.
# 1 8" Groene Draade, w./Ring
# 1 4" Blauwe Draad, 2 w.
#
1
Gebruikersaanwijzing
# Deze onderdelen woorden niet getoond.
Deze technische gegevens kunnen zonder vooraf-
gaande verwittiging worden gewijzigd.
REMOVE THIS PART LIST/EXPLODED
DRAWING FROM THE MANUAL!
3
4
Aandacht: Specificaties kunnen zonder aankondiging veranderen. Voor meer in-
formatie om onderdelen te bestellen die vervangen moeten worden zie de laatste
pagina van de handleiding.
HAAL DEZE GEDETAILLEERDE TEKENING EN LIJST
MET ONDERDELEN UIT DE HANDLEIDING
Bewaar deze GEDETAILLEERDE TEKENING en LIJST MET ONDER-
DELEN voor verdere raadpleging.
28
27
36
76
1
53
52
47
59
58
57
2
17
2
35
25
28
2
31
34
33
32
32
33
2
49
2
23
50
38
38
56
47
47
96
55
60
54
54
27
62
61
54
66
24
64
65
66
72
73
4
4
3
71
68
70
69
4
4
78
78
38
77
83
38
81
82
85
84
93
82
81
86
80
38
77
4
4
74
75
4
68
4
69
70
63
24
53
52
27
71
77
77
67
43
88
88
87
26
2
2
2
2
2
27
38
34
27
94
30
86
79
97
97
98
37
38
48
39
40
39
40
37
38
45
37
38
89
44
44
91
37
38
91
44
45
44
89
41
100
38
38
99
13
93
93
12
12
80
16
5
7
9
8
5
15
10
46
51
2
42
90
12
27
22
92
95
105
21
6
6
6
102
101
104
103
103
38
27
27
41
6
6
17
11
18
17
20
19
19
20
14
14
17
14
14
20
19
20
19
29
2
2
2
2
2
2
GEDETAILLEERDE TEKENING—Modelnr. PETL30806.0 R0706A
Part No. 243119 R0606A Gedrukt in China © 2006 ICON IP, Inc
HET BESTELLEN VAN ONDERDELEN
Om vervang onderdelen voor uw loopband te bestellen, neem dan a.u.b. contact op met de winkel waar u dit ap-
p
araat hebt gekocht.
Zorg ervoor dat u de volgende informatie bij de hand hebt wanneer u onderdelen wilt bestellen:
het MODELNUMMER van het produkt (PETL30806.0)
de NAAM van het produkt (PROFORM
®
475 AUDIO SERIES loopband)
het SERIENUMMER VAN het produkt (zie de kaft van de handleiding)
het NUMMER VAN HET ONDERDEEL en de BESCHRIJVING van het onderdeel in het midden van deze
handleiding
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31

ProForm PETL30806 de handleiding

Type
de handleiding